3 minute read

Persoonlijk

Next Article
Casus

Casus

In deze column beschrijft een vakgenoot bijzondere ervaringen in het werken met mensen met een verstandelijke beperking

Natuurlijk komt het niet uit de lucht vallen dat Jill en Gerjo gaan samenwonen. Al twee jaar hebben ze verkering, dit stel. Gerjo kwam op de groep wonen en zijn buurvrouw vond hem gelijk al leuk. Nadat Gerjo gewend was, kreeg hij ook oog voor haar. Ze konden lachen samen en hadden leuke gesprekken. Iedereen zag dat hun verliefdheid toenam.

Toen een collega-begeleider na een aantal weken aan Gerjo vroeg of hij haar al gevraagd had, verschoot Gerjo van kleur. “Mag dat op de groep dan?” vroeg hij. Hij had het er al met zijn Jill over gehad en samen dachten ze dat ze iets stiekems moesten bedenken. Maar stiekem verliefd zijn, dat lukt natuurlijk niet. En dat is ook niet nodig, vertel ik hem. “Jullie zijn oud genoeg om verkering te kunnen hebben.”

Nou, dat was niet tegen dovemansoren gezegd: de volgende dag vertelde het verliefde stel dat ze verkering hadden. Superleuk! En een nieuwe uitdaging voor ons om hierin de juiste begeleiding te geven.

Allebei wonen ze in een eigen studio, een lekker plekje om je terug te trekken van de groep. We maken afspraken over samen eten en middagjes met elkaar. Daarin is het belangrijk dat beiden gelukkig zijn en blijven.

We beginnen met een keertje samen eten en de afwas doen. Al snel zijn ze meerdere momenten in de middag bij elkaar. Die middagen worden uitgebreid naar de avonden. Om de beurt koken Jill en Gerjo en afwassen doen ze samen. Ze kletsen en zoenen en hebben het leuk.

Er komen allerlei verschillende overleggen. Eerst met hen samen: wat is hun wens? Ze willen samen gelukkig zijn, en... samenwonen. Ze willen geen kinderen. “We willen gewoon blijven werken en kinderen is voor ons niet handig,” zeggen ze.

We praten er ook met hun ouders over. Wat is hun visie en wat hebben ze voor ogen met hun kind? Wat is het fi jn als ouders goed in de driehoek staan en positief meedenken. Het geluk voor hun kind vooropstellen, ondanks alle vragen en onduidelijkheden voor in de toekomst.

De orthopedagoog komt erbij kijken. Het team wordt geschoold. We nemen de wens van Jill en Gerjo serieus. En we komen tot de conclusie dat het samenzijn hun beider leven gelukkiger maakt.

Illustratie Joep Bertrams 15

Samenwonen

Het gonst door de woning. “Heb je het gehoord? Jill en Gerjo gaan samenwonen!” Een nieuwe uitdaging voor ons om hen hierin de juiste begeleiding te geven.

Natuurlijk hebben Gerjo en Jill regelmatig een meningsverschil of kleine ruzie, maar in welke relatie gebeurt dat niet? Het mooie is dat ze beiden de begeleiding weten te vinden als ze er samen niet uitkomen.

Jill en Gerjo geven kusjes, zoenen en strelen elkaar, maar verder gaan ze niet. Jill is daar nog niet aan toe, zegt ze. Gerjo kan daar mee leven, al ziet hij het in de toekomst wel anders voor zich. Hierover zullen nog een stuk voorlichting en vele gesprekken volgen.

Gerjo verhuist en gaat wonen in een huisje voor hem alleen. Deze nieuwe plek kwam vrij bij de woningbouw, precies tegenover de woning van ons. Zo blijven we goed bereikbaar.

Gerjo is aan het ‘ proefwonen’. Jill komt veel op bezoek. Een mooie manier, zo’n voortraject in het straks samenwonen. Hij heeft een hele woning om te bewonen, maar ook om schoon te houden en zijn bezoek te ontvangen. Om te koken en om het samen met Jill tot hun paleisje te maken.

Nu, na twee jaar, gaat het gebeuren: Jill trekt bij hem in. De verhuizing is klaar, de spullen hebben een plek gekregen. Het wordt een feestelijke dag. Vanwege de coronamaatregelen kunnen we het helaas niet groots vieren, maar de hele woning wordt getrakteerd op gebak met hartjes. Hun woning is versierd en er hangt een groot spandoek in de tuin.

We hopen dat ze een gelukkige tijd krijgen samen. Maar als ik hen zo zie, die twee tortelduifj es, dan word ik blij. Ze redden het (met een beetje hulp van ons) wel samen. | Apolina Vader

This article is from: