PiBplus herfst 2014

Page 1

2014

PiB

plus

7 De passie: René Magritte Jan Bron

Verhalen uit Spanje Peter Penders

Taal is zó mooi en mysterieus Eddie Besselsen

Vitaliteitscoach Millie van der Heijden


inhoud 3

LosVast

4

Eddie Besselsen, taalcoach: Taal is zó mooi en mysterieus

9

Kerstoproep voor een beetje vreugde

9

Koffie-uurtje senioren op 13 november

10

De passie van: Jan Bron: ‘René Magritte’

13

Zoekplaatje

14

Verhalen uit Spanje

16

Bij het herfstnummer

PIBplus Het is onontkoombaar: ook de herfst is een terugkerend fenomeen. Dat is het mooie van ons klimaat met de elkaar afwisselende seizoenen. Die hebben stuk voor stuk wel iets waar we ons op kunnen verheugen. De lente als voorbode van een nieuw ontluiken van de natuur; een fris begin en een nieuw elan. De zomer als weldoende periode waarin alles mooi en warm is. De herfst kent wat dat betreft meerdere invalshoeken. De een verheugd zich op de kleurenpracht van de bladeren, terwijl de ander als een berg opziet tegen het vallen ervan. De winter zit in hetzelfde schuitje. Het seizoen staat borg voor kale grauwheid en onvermijdelijke kou. Maar ook dit seizoen kent hoogtepunten in huiselijke gezelligheid, Sinterklaas, kerst en Nieuwjaar. En natuurlijk brengt sinds bijna twee jaar, elk seizoen een nieuwe PIBplus voort. Deze keer met verhalen over taal, feesten in Spanje, René Magritte, passie voor gezond leven en natuurlijk de vaste rubrieken

De passie van: Millie van der Heijden, vitaliteitscoach

18

Personalia

18

Kortom

19

In memoriam Chris Kleijzen

COLOFON Uitgave van de provincie Noord-Brabant, afdeling Communicatie Oplage 600 exemplaren Redactie Jan Roosen, Telefoon 06 - 556 865 86 E-mail jroosen@brabant.nl Foto’s Melchert Meijer zu Schlochtern, John Claassen, Gabri Boot Cartoon Ben van Mierlo Vormgeving Studio Van Elten Druk Kampert-Nauta 2e jaargang, oktober 2014

2

Hebt u een op- of aanmerking, een idee voor een artikel of een bezigheid, hobby, levensfilosofie of anderszins aangenaam onderwerp waarover u graag wilt vertellen? Stuur even een mailtje naar de redactie jroosen@ brabant.nl of bel even met 0655686586. We komen dan graag naar u toe of u komt nog een keertje naar het provinciehuis om uw verhaal te doen.

van Thomas Tol en Ad Los en de cartoon van Ben van Mierlo. Ik wens u wederom veel leesplezier en roep nogmaals op: hebt u zelf ideeën voor een artikel, laat het dan weten via het redactieadres: jroosen@brabant.nl Jan Roosen


3

L O S vast herfst Een zondag in Dussen met in de tuin katten om ons heen geluiden van vogels vallende noten dieren van buren en wat verder weg. Aangespoord door de zondagse radio volg ik de weg naar het onvoltooid verleden lees over de Tachtigjarige Oorlog het Twaalfjarig Bestand arminianen en gomaristen trekken twistend van leer en hoe Johan van Oldenbarnevelt in ’t Hoff van Hollant publiekelijk is onthoofd. Onthoofding lees ik is een relatief snelle en pijnloze manier om mens of dier te doden. In Trouw is mevrouw Lilian Janse eerste vrouw van de SGP voor invoering van de doodstraf wel snel en niet extra pijnlijk geen show op de markt zoals in de Arabische wereld zij gelooft zelf de beul kunnen zijn. Zo’n zondag in Dussen rustig en vredig ligt het dorp en het land met de mensen erbij. Ad Los/7 oktober 2014


Eddie Besselsen, taalcoach:

‘Taal is zó mooi en mysterieus’ “Alleen de hoogste diersoort (zo er al van een hiërarchie sprake is), de mens, beschikt over een taalvermogen. De taal is zowel vertolker als boodschapper van onze emoties en gedachten. Taal is een collectief meesterwerk. Het herbergt onze geschiedenis en culturele verworvenheden. Zij is de grootste bibliotheek op aarde. Zij maakt onderling contact mogelijk. Zij is, kortom, het transportmiddel van al ons denken en handelen. Zonder taal zouden wij gefrustreerde, autistische, barbaarse en vooral uiterst eenzame wezens zijn. Taal is ons belangrijkste expressiemiddel. Zonder haar geen beschaving, geen ontwikkeling, geen menselijk verhaal. De mens is mens dankzij de taal. Het vlees is woord geworden en niet andersom.” Jan Roosen |

Aldus het antwoord van Eddie Besselsen op de vraag hoe belangrijk onze taal is. Hij werd begin september 2012 binnengehaald om taalondersteuning te geven. Opdracht: het wollige en ondoorzichtige taalgebruik in veel dossiers moest worden aangepakt. Dat wat nu eigenlijk besloten moest worden, haalde men niet meer uit de teksten. GS-leden stuurden steeds vaker dossiers terug naar de opstellers met de opmerking ‘niet leesbaar’. Eddie: “Mijn eerste klus was het herschrijven van de 49 speerpunten uit het Bestuursakkoord om geschikt te maken voor de Brabant site. Ik las het de eerste keer en ik snapte er werkelijk helemaal niets van. Daarna heb ik het nog twee keer gelezen en concludeerde ik dat er ook gewoon vrij weinig in stond. Ik bracht onderdelen van zes A-viertjes terug naar één en dat bleek ook te kunnen. Er was aanvankelijke tegenstand van de originele auteurs. Het is ook best lastig om te accepteren dat er een soort schoolmeester met een rood potlood teksten corrigeerde of afkeurde. Maar men zag na verloop van tijd dat het werkte en het scheelde uiteindelijk een hoop gedoe en chagrijn.” Ook juristen vroegen zijn hulp. “Dat werkte over een weer heel plezierig. Juristen hanteren een specifiek taalgebruik en dat is redelijke legitiem omdat de zaken erg nauw luisteren. Men was blij dat er eindelijk iemand de stofkam door de teksten haalde.” Drie acute hernia’s zorgden ervoor dat hij ruim anderhalf jaar uit de roulatie was. Nu is hij weer terug en in staat om te helpen met taal. Tegenstrijdigheden (fragment) FRANCESCO PETRARCA (1304-1374) ik ben verlost en ik kan me niet bevrijden, ik heb houvast en raak toch van de wijs, ik voel me levend en gestorven beide: ach, liefde is zowel hel als paradijs! 4

geloof

Eddie Besselsen is eigenlijk een dichter. Er verscheen een aantal bundels van hem met titels als ‘Donkerstraat’, ‘Het tafeltje van Emily’ en ‘Morgen is er weer pindakaas’. Zijn gevoel voor en met taal ontstond al heel vroeg. Als telg uit een streng Calvinistisch gezin werd hij op 6-jarige leeftijd naar de ‘School met den Bijbel’ gestuurd. “Daar wordt enorm veel belang gehecht aan ‘het Bijbelse woord’. Maar daar ontstond tegelijkertijd de liefde voor taal, mede ingegeven door iemand die daar heel mooi en bevlogen over kon vertellen. Calvinistische schrijvers scoren ook hoog in de Nederlandse literatuur, zoals Maarten ’t Hart en Jan Wolkers. Ze worstelen met het geloof en de vragen die ze zichzelf daarover continu stellen, vinden al dan niet een antwoord in hun geschriften. Daar schrijven ze heel vaak over, soms zelfs te vaak. In mijn milieu kon je daarover geen vragen stellen, want dan kreeg je al gauw slaag. Want er was geen antwoord op vraagstelling over het geloof en bovendien gold dat als blasfemie. Maar een religie die niet weerlegbaar is, deugt niet. Calvinisten herleiden alles tot woorden; die blijven maar formuleren. Dat vind ik het mooie van de katholieken, die houden het mysterie van het bestaan in stand. En een Joodse rabbijn zei ooit in de 15e eeuw: ‘God is zo heilig dat hij niet kan bestaan. En er dan toch in geloven’… Het onmogelijke is voor hen een uitgangspunt. Dat vind ik heel mooi want het leven is natuurlijk een groot mysterie. Daar krijg je geen vinger achter.” dood

Eddie kan oprecht genieten van de schoonheid van woorden. “Taal is zó mooi en mysterieus. Zo vind ik ‘dood’ een prachtig woord; mooi rond, veel mooiere dan ‘leven’. Dan heb ik het niet over de betekenis maar puur over het woord dat iets beschrijft.” Hij schreef in


zijn jeugd, in het geniep, al gedichtjes. “Ik kom uit een arbeidersmilieu en voelde aan dat daarmee naar buiten treden niet goed zou vallen. Toch kon ik zo wel mijn emoties ventileren. Het was afwijkend gedrag want niemand in mijn omgeving deed dat.” Op de middelbare tuinbouwschool trof hij een leraar Nederlands, meneer Kaaks. “Geweldig zoals hij les gaf. Aan hem durfde ik mijn gedichten te laten lezen. Eentje ging over oneindigheid en ik weet er nog een regel van: ‘Zet twee spiegels tegenover elkaar en de oneindigheid is daar’. Hij vond dat prachtig en plaatste het in een universitair tijdschrift. Hij heeft me ook gestimuleerd om ermee door te gaan. Ik kreeg ooit verkering met Marietje en zij liet mijn gedichten en verhaaltjes lezen aan haar Nederlandse leraar, Jan Muller. Hij was vaak heel enthousiast over wat ik schreef.” verlangen

“Als potentieel schrijver begin je in je eigen stijl. En je gaat natuurlijk ook andermans werk lezen. Dat is heel vaak het einde van je eigen stijl. Je bent altijd onzeker over wat je schrijft en dat is maar goed ook. Ik las de ‘vijftigers zoals Lucebert, Gerrit Kouwenaar en Simon Vinkenoog. Die heb ik op Lucebert na ook vervolgens allemaal weer uitgekotst. Maar de Italiaanse dichter Petrarca vind ik echt erg mooi; de eerste humanist. Hij schreef over de liefde en over zichzelf. En dat in de 14e eeuw! Van hem leerde ik dat eenvoudig schrijven ook kan. Ik leende een boekje van hem in de bieb en dat heb ik nooit meer teruggebracht. Ik dacht: ‘niemand leest het toch en dit boekje was gewoon van mij’. Na een jaar moest ik een boete van een tientje betalen en mocht ik het boekje toch houden. Ik heb nu zijn hele oeuvre in mijn bezit. Hij schreef gedichten over een meisje, Laura, waar hij verliefd op was maar nooit iets mee heeft gehad. Dat verlangen naar haar

was voor Petrarca de ultieme inspiratiebron. Zijn werk is puur en intelligent en toch heel eenvoudig.” “De valstrik voor veel schrijvers is dat hun stijl, als die aanslaat bij een publiek, vaak verwordt tot een maniertje. Zo bloedeloos als de pest is dat. LouisFerdinand Céline (1894-1961) was zich ook bewust van die maniertjes en schreef daarover het boek: ‘Reis naar het einde van de nacht’. Het sloeg in als een bom; ging alleen maar over emoties. Ik kreeg het op mijn verjaardag en die dag moest ik tevens examen doen. Ik begon in de bus op weg naar school te lezen en ben er niet meer uitgekomen voordat ik het boek uit had. Het examen kon me verder gestolen worden. Het gekke is dat ook Céline op latere leeftijd alleen nog maar een broodschrijver was. Kijk naar Jan Siebelink. Die schreef een prachtig boek: ‘Knielend op een bed violen’. Beklemmend, het greep me bij de strot. Maar vanaf dat boek borduurt hij voort op het succes van die stijl. Dat vind ik jammer, maar het is tegelijk heel menselijk hoor. Willem Frederik Hermans vond ik schitterend, ook de figuur zelf sprak mij zeer aan. Hij schreef heel intelligent en ter zake doende. Maar ook zijn latere werk werd een stuk minder; zeg maar heel slecht. Hij had er op tijd mee moeten stoppen, dan was het goed geweest.” universele emoties

In de poëzie heb je volgens Eddie twee stromingen: de rationele benadering van de werkelijkheid en de emotionele. “Het is de kunst om universele emoties, origineel en eenvoudig te verwoorden. Een mens is een emotioneel dier, geen rationeel wezen. Zo zit ik ook in elkaar. Er hoeft maar iets te gebeuren en we worden emotioneel. De ratio is daarbij een hulpmiddel, maar bepaalt niet hoe iemand zich grotendeels gedraagt. De benadering van het mysterie 5


De drie bundels van Eddie Besselsen waaruit deze gedichten afkomstig zijn, vormen samen een trilogie. Ze kunnen besteld worden via de boekhandel of rechtstreeks bij de uitgever: Hoenderbossche verzen, Patrijsweg 3, 5406 NG Uden.

Uit: Morgen is er weer pindakaas

Uit: Donkerstraat

OPA

WANDELING

Omwille van zijn gezondheid

Soms is alles goed en niets bedacht

heeft hij ze weg gedaan.

Slabroek lag er nog en ook de wegen

Twaalf hennen en een haan, die op

die samenbrengen wat anderen naar elders bracht

het laatst biljartte met het kalend

de hond voorop gelijnd aan m’n zusters gezag

achterwerk van zijn minnaressen.

het gesprek stokte niet er werd voornamelijk gezwegen

De opkoper zet zijn fiets met een

over wat wij voorheen afgesproken

droge tik op slot.

niet over de lippen kregen

In zijn rechterhand de rieten mand.

we passeerden een tuin vol springbalsemien

De geur van het laatste oordeel

waarachter een boer was te zien en de stilte

hangt in de kamer.

die niet waarneembaar bezit nam

Pracht Barnevelders, mompelt ie

van alles wat wij dachten

met verstand, maar ja de staat waarin‌

in het wortelveld kwamen we zelfs onszelf niet tegen

Mijn opa tot rechter verheven

behalve de hond die konijnen rook

bepaalt de prijs van het pluimvee

en god weet wat voor leven

en zijn eigen geweten. Ik zie hem nog staan, een humeurig man

heel even ontstond er een oud verbond

die voor de lege ren

met oude wortels in een andere niet te belopen grond

in zijn achtertuintje het restant van zijn leven in het nachthok drijft.

6


Uit: Het tafeltje van Emily

KOEKOEK Hoe lang lig ik nu al in het Gras. Vanmorgen bloeide het, terwijl ik sliep. Herschiep het Weiland in een golvende plas waarin wat koeien dreven. Ik loop in korte broek De natuurgids ontleedt niet de veelheid van zijn weelde hoewel ik ijverig bladerde en las. De wereld was in orde en beschreven.

van het bestaan is ook emotioneel. Daar vind je niets van terug in de filosofie, ook al is die heel boeiend. Mensen hebben behoefte aan mythes. “Eenzaamheid is de drijfveer om een gedicht te maken”, zegt hij zonder met de ogen te knipperen. “Ik heb het idee dat je betere poëzie kunt schrijven naarmate je ouder wordt. Bij poëzie maak je grote alledaagse thema’s zoals de dood, het leven de liefde of eenzaamheid, klein en alledaags. En je weet zelf donders goed wanneer het sentimenteel of kitscherig wordt. Als een gedicht af is, neem ik afstand. Soms ben ik euforisch, gaat het heel snel. Ooit schreef ik een gedicht vlak voordat ik naar mijn werk ging, in 5 minuten. Maar dan heb ik natuurlijk al wel een hele tijd zitten voorbereiden in mijn hoofd. Mijn dag kon niet stuk; al hadden ze me vermoord, dan was ik nog blij geweest!” muziek

“Gedichten schrijven is hard werken; een hele opgave. Een goed gedicht moet melodisch zijn , vind ik. De klinkers die je gebruikt, de oo’s of de aa’s moet eigenlijk ook een gedicht zijn, of een boeket. Als je het vloeiend kunt lezen zonder te haperen dan is het op dat niveau al gelukt. Als ik iets redelijk in orde vind, zeg ik het hardop in huis. Dan merk ik gauw als er toch nog iets niet klopt. De Tilburgse band the Watchmen heeft een keer een gedicht van mij, ‘het hoge pad’, op muziek gezet. Prachtig hebben ze dat gedaan. Poëzie is het achterlijke neefje van muziek. Dat is net weer een stapje hoger. Door te kopiëren van gerenommeerde dichters, leer je de techniek en leer je om emoties in bedwang te houden, of juist niet… Maar je moet daar wel gauw van wegwezen want anders loop je vast in de stijl van een ander en dat is einde verhaal. Kritisch zijn op jezelf en kijken of je niet jat van anderen; bij jezelf blijven. Ik ben daarin wel ziekelijk onzeker. Heb mijn laatste bundel ook afgezegd omdat ik steeds kritischer op mezelf word.” schijters

Leeuweriken vallen richting zon. Een Gele Kwikstaart klom andersom Boven de Meidoornstruiken. Het kan niet beter. Alles blijft, zoals in een prent Van Koekoek, steken in ontluiken. Of zoals op een 19e eeuws schilderij. Wat twijfel in het licht misschien En dreiging aan de horizon. Voor de rest geheel volmaakt.

Openbare optredens vond hij vreselijk. “Ik stierf van de zenuwen. Hoe vaker ik het deed des te erger het werd. En toen dacht ik: ‘als men mijn werk wil lezen dan kopen ze het wel’. Ook de veelvoud van ongelooflijke narcisten die je in dat wereldje tegenkomt, beviel me allerminst. “ Het schrijven van een complete roman ligt niet in Eddie’s straatje. Wel af en toe een essay. “Je moet jezelf daarbij trouwens niet al te serieus nemen. Ik lach ook veel als ik dergelijke dingen opschrijf. Zoals de geschiedenis van het rioolwezen in Europa bijvoorbeeld. Geschiedkundig moet dat overigens wel kloppen. Maar dan kun je quasi wetenschappelijk uitweiden over verschillende soorten schijters; filosofische en technische benaderingen. Spotten met de werkelijkheid en de quasi wetenschappelijkheid waarop veel mensen zich laten voorstaan. Naarmate je ouder wordt, neemt de onbevangenheid af terwijl de behoefte om onbevangen te schrijven alleen maar toeneemt.”

Het kon althans niet meer stuk. 7


8


Kerstoproep voor een beetje vreugde Jan Roosen | We leven in een roerige tijd. De hele wereld lijkt op zijn kop te staan. Oorlogen in verschillende werelddelen zijn niet meer te tellen en de ellende die dat veroorzaakt is zelfs voor hulpinstanties nauwelijks nog te overzien. Ook in eigen land zijn we nog lang niet uit de problemen en veel ouderen hebben het lastig met nieuwe regels rondom de zorg. En je

wordt helemaal somber als je geen oude sinterklaasliedjes meer mag zingen vanwege stuitende teksten. Soms heb je dan net iets nodig om weer wat geloof in de toekomst te hebben. We doen daarom een beroep op u als lezer, om uw oud-collega’s te verrassen met een opgewekte kerstboodschap. Die mag niet langer zijn dan

10 regels. Verder bent u geheel vrij bij de invulling, waarbij ook beeld/tekeningen welkom zijn. Elke inzending wordt beloond met een aardig aandenken. Stuur uw boodschap vóór 17 november naar het redactieadres jroosen@brabant.nl

KOFFIE-UURTJE SENIOREN OP 13 NOVEMBER Johan de Visser | Op donderdag 13 november om 14.30 uur is er weer een koffie-uurtje. Onze gast is deze keer Ben van den Reek, die het zal hebben over het Deltaprogramma 2015. U hebt op TV kunnen zien en in de krant kunnen lezen dat dit programma op Prinsjesdag naar de Tweede Kamer gestuurd is. Deltacommissaris Wim Kuijken is trots op dit nieuwe deltaplan voor de 21ste eeuw voor een veilig en leefbaar Nederland. De uitkomsten zijn overgenomen door het kabinet en worden verankerd in het rijksbeleid.

Ben, senior-beleidsmedewerker hoogwaterbescherming bij de provincie, wil ons graag informeren en bijpraten over dit belangrijke en interessante plan. Een komst naar het provinciehuis is dus zeer de moeite waard. U bent van harte welkom. Wilt u al vast meer weten, kijk dan op www.deltacommissaris.nl Ik zie u graag op 13 november.

9


DE SIE S A P VAN

Jan Bron:

‘René Magritte’ Jan Bron (66) schilderde vroeger wel eens wat. Een vriend zag een van zijn maaksels en vond het op werk van René Magritte lijken. “Hij gaf me een boek over het werk van deze Vlaamse schilder. Ik kende die hele Magritte niet, maar was daarna meteen verkocht. Ik ging dingen verzamelen en hoorde dat iemand het woonhuis van de schilder in Brussel wilde kopen en er een museum van ging maken. Ik nam contact met hem op en kort daarop werd ik redacteur van dat museum. Ik heb op zijn verzoek een catalogus gemaakt van alle werken op papier (tekeningen, studies, toelichting in brieven en manifesten enz.).” Jan Roosen |

10


Jan houdt via internet de veilinghuizen in de gaten; of daar wat er te koop wordt aangeboden. Hij schrijft artikelen voor nieuwsbrieven van het museum en maakte in opdracht ook een aantal studies zoals over de wederzijdse beïnvloeding van Magritte en Dali. Na wat doorvragen, breekt zijn bescheidenheid en geeft Jan toe dat hij een echte kenner is van het leven en werken van Magritte. Hij wordt met regelmaat geraadpleegd door mensen over de hele wereld die zeker willen weten dat de aankoop die ze willen doen ook authentiek is. Jan kan dat feilloos bepalen. “Want er zijn ook veel vervalsingen in omloop. Je ziet gewoon wanneer de handtekening of de gebruikte lijnvoering niet goed is. Soms raadpleeg ik ook wel andere kenners om echt zeker te weten of we te maken hebben met een vervalsing of niet.” Sinterklaaspositie

Jan was in zijn werkzame leven bij de provincie gebiedscoördinator bij de reconstructie van het landelijk gebied. De laatste vijf jaar was hij subsidiecoördinator van het Europees fonds voor de landbouw. “Ik had een soort Sinterklaaspositie met dossiers toetsen op haalbaarheid van subsidiering. Per jaar kon ik ongeveer dertig van de zestig aanmeldingen honoreren. Vooral zorgboerderijen en natuur- en landbouwontwikkelingsprojecten kwamen op die manier van de grond, mits ze voldeden en onder meer de beleidseisen op gebied van ruimte en milieu. “Leuke bijkomstigheid van die baan was dat ik regelmatig naar Brussel moest voor overleg. Dan was ik tegelijk weer een stukje dichterbij Magritte…” In 2005 ging Jan met pensioen via de 57plus- regeling. “Zonder die regeling was ik gewoon doorgegaan met werken want ik had het erg naar mijn zin.” Vlak daarvoor kreeg hij van zijn huisarts te horen dat hij aan de ziekte van Parkinson leed. Aanvankelijk had hij moeite met het accepteren van die kwaal. Nu

kan hij ermee leven, al is hij in zijn bewegingsvrijheid beperkt en noemt hij zelf nog zijn vrij monotone stemgeluid als opmerkelijk kenmerk van de ziekte. Het verhaal van zijn hobby wordt er niet minder interessant door. Momenteel zit er een beetje een rem op de ontwikkeling van de ziekte en is hij weer voorzichtig begonnen met tekenen. Het beven is minder, maar hij loopt nog wel het risico om onverwacht flauw te vallen. Daarom moet hij zijn medicijnen ook met grote nauwkeurigheid en op tijd innemen. vals

Elke dag is Jan wel een uur met zijn hobby bezig. Hij houdt de kunstveilingen van Sotheby en Christies in de gaten of er iets van Magritte wordt aangeboden. Via bepaalde geselecteerde zoekmachines vindt hij op internet nog steeds nieuwe werken; vooral tekeningen. Maar vaak zijn ze ook vals. Een Magritte schilderij levert gemiddeld anderhalf miljoen op, met uitschieters naar drieënhalf miljoen. Zijn tekeningen variëren van enkele duizenden tot een paar honderd euro, soms zelfs op bierviltjes gekrabbeld. Hij heeft duizenden tekeningen gemaakt. Die zijn ook te vinden in het museum. dameskapper

René Magritte stierf op 68-jarige leeftijd in 1967. Zijn vrouw was nog relatief jong. Zij organiseerde, geholpen door louche figuren die wel wat geld wilden verdienen aan zijn overlijden, een tentoonstelling met gouaches en tekeningen. Achteraf bleken de meeste werken vals en dat wist zijn vrouw donders goed. Ze kreeg al snel een verhouding met een dameskapper Charly Herscovici aan wie ze alle (copy) rechten overdroeg. Die wist er op zijn beurt wel raad mee. Hij heeft het voor elkaar gekregen dat de beeldrechten werden verlengd tot 75 jaar na Magritte’s sterfdag. Dus alle uitingen worden streng bewaakt. En hij zorgde voor de realisatie van een groot museum over Margritte, midden in het centrum van Brussel.

Les Valeurs Personelles, 1952

luisterrijk figuur

Jan omschrijft René Magritte als een luisterrijk figuur. “Hij vervalste zelf ook schilderijen van Pablo Picasso, Meindert Hobbema en Max Ernst. Die verkocht hij gewoon! Ook was hij een tijdje valsemunter. Een broer van hem had een drukkerijtje en daar maakten ze samen bankbiljetten. Hij stond tevens bekend als bezoeker van de rosse buurt en was vaak te vinden in een schaakcafé in Brussel waar hij uren kon doorbrengen. Maar altijd wel in pak met hoed. Hij was ondanks al die uitspattingen heel productief want leverde in zijn werkzame periode zo’n 1600 gouaches en schilderijen en 2000 tekeningen af. Het museum in zijn voormalige woonhuis heeft daarvan vier originele gouaches. De rest zijn reproducties. “Ooit hadden we een origineel olieverfschilderij in bezit. Maar kort daarop werd het museum overvallen en het bewuste schilderij meegenomen. Het was getaxeerd op anderhalf miljoen. Een jaar later kregen we het terug want het bleek onverkoopbaar. Vooral Japanners en Amerikanen zijn gek op de surrealist Magritte.”

Les affinités électives, 1933

11


12

pas une pipe

obsessie

Jan had een bibliotheek met meer dan honderd werken rondom Magritte die hij heeft geschonken aan het Brussels museum. Het absurde van de tekeningen treft Jan enorm. “Het gaat uit van de filosofie dat niets vanzelfsprekend is. Hij was ook meer filosoof dan schilder en uitte dat in zijn werk. Zoals een schilderij van een enorm ei in een klein vogelkooitje. Een andere manier van denken, kijken.” Het bekendste werk van Magritte is zonder enige twijfel La Trahison des Images (1928-29) of ‘Het verraad van de voorstelling’ waarop een zeer realistische afbeelding van een pijp. Daaronder staat de boodschap: “Dit hier is geen pijp” (Ceci n’est pas une pipe). Hij wil zichzelf en de toeschouwer herinneren aan het feit dat het hier gaat om een met olieverf beschilderd doek, oftewel een schilderij, en niet om een echte pijp. ‘Elke verwijzing naar een echte pijp pleegt verraad aan het feit dat een pijp eigenlijk een idee is en dus zijn oorsprong heeft in de geest.’ “Hij schreef een dikke pil rondom zijn gedachten over het leven. Ik heb dat boek, net zoals andere werken over Magritte, vertaald vanuit het Frans. Moeilijk te volgen die filosofische hersenspinsels van hem. Uiterlijk was hij een burgerlijk mannetje, altijd gekleed in pak met bolhoed. Maar dat was meer een façade, want van binnen was hij uiterst gecompliceerd.”

Magritte is rijk gestorven. Er is een straat op een bedrijventerrein naar hem vernoemd. Dat zegt wel iets over de erkenning in eigen land. Maar goed, er zijn twee musea in Brussel aan hem geweid. Daar kun je zelf genieten van originelen, kopieën en vervalsingen van de Vlaamse surrealist René Magritte. Het Brussels bestuur heeft de procedure opgestart om het graf van schilder René Magritte als beschermd monument te laten erkennen. Magritte ligt, samen

Les Trahison des images, 1929

met zijn echtgenote Georgette Berger begraven, op het gemeentelijke kerkhof van Schaarbeek. Sinds zijn dood wordt zijn graf zeer vaak bezocht door bewonderaars uit binnen- en buitenland. Op de vraag of Jan nooit genoeg krijgt van alles rondom Magritte antwoord hij: “Mijn vrouw wel! Ze was blij dat ik de hele bibliotheek heb opgeruimd. Volgens haar is het meer een obsessie, terwijl ik het gewoon een hobby vind.“


Het raadsel van de vorige editie leverde weer een groot aantal foute, goede en originele reacties op. De meest aardige reactie kwam van Hans van de Wijdeven. ‘Toen ik het zoekplaatje zag, gingen mijn gedachten uit naar de prachtige ‘dikke deur’ in het provinciehuis en naar het op die deur geplaatste randschrift. Als parodie op dat randschrift zou ik onder de zoekplaatje-foto willen zetten: ‘In vooruit en achteruit, een zaak die niet meer draait’ Hans krijgt de cadeaubon van € 20,- thuisgestuurd. Ook deze keer hebben we weer een detail van een geheel. Niet zo moeilijk toch? Omschrijf zo origineel mogelijk wat u denkt te zien en wie weet bent u de volgende winnaar van de cadeaubon. Altijd leuk tegen de kerst.

13


Verhalen uit Spanje Peter Penders | Telkens als gedurende de eerste jaren tot mijn ergernis een klusjesman niet op kwam dagen, hield mijn filosofisch ingestelde tuinman me het volgende voor: “Dit is Andalusië, de zon schijnt altijd, er zijn volop feesten en de vrouwen zijn mooi. Wat is nu belangrijker?” Hij had gelijk. Ik weet niet meer om welke klus dat het indertijd ging, maar nog steeds schijnt de zon volop en de vrouwen blijven mooi. Ik wil het echter hebben over de feesten. Feestdagen zijn er in overvloed. Ooit gehoord van de feestdag van de heilige Blasius of van Maria Onbevlekte Ontvangenis? Allemaal vrijde dagen. Veel feestdagen hebben een kerkelijke achtergrond, maar er is ook de dag van de grondwet, een landelijk feest. Verder is er een feestdag van Andalusië en natuurlijk heeft ieder dorp zijn feest. Valt een feestdag op een zondag, geen nood, dan wordt die op maandag gevierd. Zit er nog een beklemde dag met het weekend tussen, dan maken we er een brugdag, een puente, van. tent

Je hebt in Spanje de feria´s en de romería´s. Een feria is een groot feest waar iedereen naar toe kan gaan. Een romería daarentegen is alleen bestemd voor de inwoners van een dorp. Daarvoor uitgenodigd te worden is een hele eer en die werd mij, als inwoner van Santa Ana la Real, ten deel. Het bijzondere van een romería is dat het buiten het dorp, in de campo dus, gevierd wordt. De afzonderlijke families zetten daar een grote tent op waar ze twee dagen verblijven. ´s Nachts slaapt men er ook. Een vreemdeling zou zich daar niet thuis voelen omdat die zich niet bij een familie kan aansluiten. ezel

Op zaterdagochtend vertrekt een stoet vanaf de kerk over de bospaden door de bergen naar het terrein van de romería. Voorop de ruiters te paard, mannen in nauwsluitende pakken met zwarte hoeden. Achter hen in amazonezit de vrouwen in prachtige flamencojurken. Dan volgt het mariabeeld op een kar getrokken door een ezel, vervolgens de voetgangers en ten slotte de wagens met de proviand. Binnen het uur stokt de processie en er zit geen beweging meer in. Ik ga kijken wat er aan de hand is: de ezel die de kar met het beeld van Maria trekt wil niet meer vooruit, alle aanmoedigingen ten spijt. Zal men normaal niet schromen om er de zweep overheen te leggen, nu gebeurt dat uiteraard niet. De heilige maagd zal op haar feest vanuit de hemel de kar in de gaten houden en de ezel een zitten pauze gunnen en dat wordt gerespecteerd. Niet dat het oponthoud een probleem is. Onmiddellijk worden de eerste vaten wijn en bier aangebroken en de glazen gaan rond. De vrouwen wagen zich aan de eerste sevillana´s, een Andalusische volksdans.

14

kapel

Na ruim een uur vertrekken we weer, richting kapel, die op een afgelegen plek staat. Niet de mensen hebben die plek uitgekozen maar de heilige maagd zelf. Een vrouw van de broederschap die de romería organiseert vertelt me dat er ooit een witte duif verscheen boven een put. Dit feit was voldoende om er een kapel naast te bouwen. Voor we echter zover zijn moeten we een riviertje oversteken. Alle nieuwe deelnemers moeten eerst hier ingewijd worden, ik dus ook. We krijgen een schep water over het hoofd en mogen nu het feestterrein betreden. Hier wordt alles uitgepakt en nu wachten twee dagen van eten, drinken, dansen en zingen. Om half drie ´s nachts wordt bekendgemaakt dat het het sevillana´s dansen begint. Dit eindigt pas als het licht wordt en dan is het tijd om te gaan slapen. Het is geen wonder dat de pastoor zondag bij de Mis in de kapel alleen enkele kinderen ziet. Rond de middag gaat het feest door tot de siësta en na deze middagrust is het tijd om terug te keren naar het dorp.

Oud-collega Peter Penders woont al tien jaar in Spanje. Begon in 1958 bij de Provinciale Waterstaat, toen nog gevestigd aan de Waterstraat. Met een onderbreking van tien jaar bleef hij tot 1999 in dienst vasn de provincie toen hij met de VUT ging


15


DE SIE S A P VAN

Millie van der Heijden: vitaliteitscoach

‘Jaaaa,ik volg mijn hart!’ Van huis uit is ze een bèta klant met HTS diploma bedrijfskunde op zak. Daar zat een grote organisatie-advieskant in, maar ook een groot technisch gedeelte (ze moest ook lassen, boren en frezen). Kwam via de afstudeerrichting marketing bij KPN terecht en rolde daar het communicatie vak in. Dat deed ze in totaal 14 jaar, waarvan 5 jaar bij de provincie voor onder meer Infra, mobiliteit en openbaar vervoer. Per 1 januari maakt Millie van der Heijden (44) de overstap naar een eigen praktijk waar ze als vitaliteits- en leefstijlcoach aan de slag gaat. Jan Roosen |

16

“Via de cursus M-power, waar het onder meer ging over inzicht in jezelf en onderzoek naar waar je echte passie ligt, begon er een lampje te branden. Communicatie is een leuk vak en ik heb het ontzettend naar mijn zin. Maar ik werd steeds nieuwsgieriger naar wat ik nog meer zou kunnen.” Via het Mobiliteitscentrum werd ze een dag lang doorgezaagd met diverse testen. Uiteindelijk kwam er een profiel uit dat helemaal niet leek op een ‘communicatiemens’. “Rare gewaarwording dat iets wat je al twintig jaar doet, toch niet zo dichtbij je wezenlijke kern ligt. Maar de balans leek goed, totdat later het gevoel het overnam en ik besloot om er toch iets mee te gaan doen.” Ze wilde niet op haar 60e spijt hebben dat ze haar hart niet had gevolgd. Via een kennis, werkzaam in de zorg, viel de term vitaliteitscoach. “Ik had daar nog nooit van gehoord maar had er wel meteen een beeld bij.” stresskip

“Vitaal, gezond en fit zijn; het zijn allemaal dingen die bij mij passen. Ben gaan googelen en lezen over mogelijkheden en opleidingen. Het voelde alsof het allemaal voor mij geschreven was; hier was ik naar op zoek. Het gevoel van: jaaaa ik volg mijn hart! Bij vitaliteits- en leefstijl coaching gaat het niet alleen maar over eten. Want als je slecht slaapt, weinig beweegt en heel veel stress hebt, red je dat niet alleen met gezonde voeding. En andersom is dat precies zo. Bezig zijn met een combinatie van die factoren, daar geloof ik heel erg in.”

Millie heeft tot nu toe geen moment spijt gehad. “Dit past volkomen bij mij. Ik heb mijn hele leven veel

gesport, blink nergens in uit maar vind het gewoon heerlijk om te doen; ik word er blij van. Vanaf mijn 25e ben ik me voor voeding gaan interesseren ook omdat ik last had van prikkelbaar darm syndroom (PDS, meest voorkomende chronische darmstoornis, red.). Ik ging meer op mijn voedingspatroon letten. Ook ben ik een enorme stresskip; ga altijd maar door, alles belangrijk, 80 uur in een dag willen stoppen etc. Ik nam veel te weinig tijd voor ontspanning. Door de studie krijg je heel veel inzicht in jezelf. Je moet eerst duidelijkheid hebben over je eigen dingen, diep in jezelf graven voordat je met die materie voor anderen iets kunt betekenen. Wat is stress, wat is de oorzaak ervan, wanneer is het schadelijk, wat kun je er tegen doen en hoe kun je het beste ontspannen,?” Gevraagd naar de definitie van een optimaal vitaal mens antwoord Millie zonder knipperen: “Iemand die zin heeft in het leven en kan doen wat hij/zij wil doen. Kortom iemand die lekker in z’n vel zit” vooroordelen

Mensen willen op de weg naar gedragsverandering goed begeleid worden. Er is heel veel aanbod op deze markt. Maar de samenwerking met de specialismen, waar ze voor


kiest, wordt gewaardeerd. Met potentiële cliënten houdt ze vooraf een intakegesprek aan de hand van een vragenlijst. “Dat begint bij de medische geschiedenis waardoor ik kan inschatten of ik mensen kan helpen of dat ik ze moet doorverwijzen. Het is ook belangrijk welke trajecten iemand al heeft doorlopen en wat iemand van mij verwacht. De motivatie moet wel goed zijn. Ik speel in op de coachvraag. Dat kan zijn op gebied van voeding, maar ook richting beweging of stress. Ik kijk altijd naar het totale leefpatroon van mensen.” “Over gezonde voeding zijn vele wijsheden. Ik kan goed duidelijk maken wat gezond eten is. Het gaat om een goede verhouding tussen eiwitten, koolhydraten en vetten, genoeg vitaminen en

mineralen. Het heeft ook met variatie te maken; hoe meer je van alles een beetje eet, des te beter het is. Ik moet er ook echt voor de mensen zijn. Zonder oordeel aandacht voor hun problemen hebben. Zeker ook bij mensen met obesitas. Er zijn enorme vooroordelen over mensen die zwaarlijvig zijn. Ze proberen van alles maar het lukt niet, worden gediscrimineerd en hebben vaak depressieve klachten. Het is dan belangrijk dat iemand zonder oordeel naar je kijkt, een veilige omgeving creëert en je echt helpt. Goed gemotiveerd zijn om je doelen te behalen is wel de basis.”

lopen

Zitten wordt volgens Millie ook wel ‘het nieuwe roken’ genoemd. Veel zitten geeft, net als bij obesitas en roken, een grote kans op vroegtijdig overlijden. “We zijn er ook niet voor gemaakt. We zijn gebouwd om te lopen. Als jager en verzamelaar liep een mens gemiddeld 19 km. per dag. Onze bouw, vatenstelsel, spieren, pezen, gewrichten, ons DNA is gemaakt om te lopen. Bij hardlopen zorgt juist de druk dat de botten sterker worden. En bontontkalking is wel een veelvoorkomende kwaal. Veel mensen lopen aan het begin letterlijk veel te hard van stapel. Als je jaren niets hebt gedaan en je gaat ineens als een gek rennen, gaat het fout. Begin maar met een uur wandelen. Als je

dat met een hartslag van 120- 130 volhoudt, kun je vervolgens heel rustig gaan hardlopen. Zorg wel dat je rompstabiliteit (alle buiken rugspieren) goed in conditie is. Anders krijg je gauw heup-, enkel- en knieklachten.” patroon

Millie probeert vooral inzicht te krijgen in waarom mensen doen wat ze doen. “Het gaat erom bepaalde patronen te

herkennen. Dat er een verbinding komt tussen wat je weet, wat je doet en hoe je je voelt; de verbinding maken tussen lichaam en geest. Niet zweverig, maar op zoek naar wat iemand diep van binnen weerhoudt om een gezond leefpatroon na te streven. Soms zijn die gesprekken zwaar en onbevredigend. Maar als je later hoort dat er in de tijd tussen twee gesprekken toch inzicht is gekomen, dan voelt dat wel heel goed. Pas als je zelf tot de conclusie komt, dat je niet goed bezig bent, kun je daaraan gaan werken. In het begin nam ik veel verhalen mee naar huis, maar gaandeweg de studie heb ik geleerd daar afstand van te nemen. Daar zijn verschillende technieken voor en die heb je nodig om jezelf te beschermen.” De website www.eengezondleven. nl is klaar, ze is aangesloten bij de beroepsverzekering; Millie is vitaliteitscoach. “Ik werk samen met een voedingscoach en voor het bedrijfsleven een coach die daar al dertig jaar ervaring mee heeft, een fysiotherapeut, een personal trainer, een atletiekvereniging etc. Ik kan het echt niet alleen. Al verdien ik geen cent met mijn praktijk, de opleiding heeft me al zoveel gebracht, dat is onbetaalbaar.” 17


Personalia juli/augustus In dienst Nathalie Anthonis-Brekelmans, teamleider Evenementenbureau, afdeling Publieksservice Wim van Beek, toezichthouder, afdeling Integraal projectmanagement Sjoerd van Loon, sr. Medewerker PenC, afdeling Financiën, planning en control Bob van Dijk, projectleider innovatie, afdeling Energie en innovatie Mobiliteit Floris-Jan Donders, afdeling Internationale zaken Raymundo Pereira, afdeling Openbaar vervoer Anne-Marie Louwers-Buiks, afdeling Publieksservice Hermieke van Dijke, afdeling Samenleving

Eric Kessels, afdeling Projectenen programmamanagement B Ine Meulendijks, afdeling Energie en innovatie Frank Noten, afdeling Integraal mobiliteitsbeleid Carola van Ooijen, afdeling Economisch beleid en deelnemingen Ben Selten, afdeling Integraal project-management Marius Zweedijk, afdeling Energie en innovatie Niels op den Kelder, afdeling Economisch beleid en deelnemingen Janne Hendrix, afdeling Collegiale service Hetty Teljoarubun, afdeling Collegiale service Leon van der Velden, afdeling Integraal project-management

Felix Veurink, afdeling Integraal project-management Henk van der Vlies, afdeling Publieksservice Onno Vollinga, afdeling Informatietechniek Astrid Kaag, afdeling Samenleving Marianne Rinkes, afdeling Juridische zaken Charlotte Apon, afdeling Collegiale service Uit dienst Kozar Borleh, Griffie Felix Helmich, afdeling Advies en specialisme D Bert Teuben, afdeling Advies en specialisme B Renée Erich-Vermee, afdeling Advies en specialisme B Tom de Graaf, afdeling Integraal mobiliteitsbeleid

KORTOM

18

• Als de mais eindelijk van het land is, is Brabant meteen driemaal groter Door ervaring wijs geworden: bang om uit te glijden keert de slak niet • terug op z’n eigen spoor

In de trainingscursus voor autocoureurs wordt vooral veel aandacht besteed aan het inhaalprogramma

| door Thomas Tol •

Generatiekloof: kleinkinderen die verzuchten dat ze hun opa en oma niet meer kunnen volgen

Waarheid als een koe: je kunt steeds minder eieren voor je geld kiezen

Valt niet uit te leggen: op het naaktstrand in je hemd worden gezet

De doorsnee natuurfreak is eerder • geneigd om een boom op te zetten dan er een te planten

Afgezien van die nieuwe heup en dito knie heb ik steeds meer problemen met het tijdsgewricht

Aan het aanbod van bolchrysanten • te meten zou de herfst al medio juni zijn begonnen

Senior met problemen met de sociale media: het lijkt hoe langer hoe meer op ’Appocalyps now’

Goede raad is duur; een second opinion is zo mogelijk nog iets duurder

Als je er rustig over nadenkt is ’weer-zin-wekkend’ letterlijk toch heel inspirerend

Het feit dat de postzegels alsmaar duurder worden is geen argument voor een latere bezorging

• „21 september was het Wereld Alzheimerdag, schrijf dat maar op”

• Bijzonder: een bij die met steken zijn angel niet heeft kwijtgespeeld

Zomerhaiku bladeren kleuren de kruisspin wacht geduldig zijn internet werkt

„Mooi, bedankt. Wanneer, zei je dat het was?”


28 juni 1955 – 16 september 2014

In memoriam Chris Kleijzen Fons Reijnen |

Bijna 37 jaar was Chris ‘mijnheer provinciehuis’. Er is niemand die zoveel van dit gebouw weet als Chris. Of het nu ging om de lucht of over het licht, het water of de temperatuur. Chris wist het. Van ieder apparaat wist hij precies hoe het werkte. En als hij het niet zeker wist haalde hij het gewoon uit elkaar. Daar zat hij dan, met guitige oogjes en heel veel losse onderdelen. Natuurlijk deed Chris het onderhoud van het gebouw niet alleen. ‘We doen het samen’ was een gevleugelde uitspraak van hem. Hij wist zijn team op een natuurlijke manier te leiden. Hij was zowel coördinator als ‘een van de mannen’. Het bericht van zijn ernstige ziekte, begin van dit jaar, sloeg dan ook in

als een bom. Van de ene dag op de andere kon Chris zijn werk niet meer uitvoeren. Dat wil zeggen: hij kwam niet meer hier werken. Wel bleef Chris steeds zeer geïnteresseerd. Hij vroeg om alle details van de verbouwing en de techniek, uitte van de zijlijn zijn zorgen als hij dacht dat iets niet goed ging. De betrokkenheid bij zijn mensen, zijn brandweermannen en zijn gebouw duurde onverminderd voort. Het provinciehuis was eigenlijk van Chris. Het was zijn wens dat het provinciehuis op de avonden tussen zijn overlijden en zijn uitvaart blauw aangelicht werd. Zijn lievelingskleur. En hij wilde en kreeg een brandweeruitvaart. Chris was een gepassioneerd brandweerman. Ook hier vervulde hij jarenlang met verve zijn rol als coördinator. Hij bedacht

de meest creatieve oefeningen en wist iedereen te motiveren. Zijn liefde voor het vak brandweerman was onvoorwaardelijk. Naast de techniek en de brandweer had Chris nóg een passie, zijn grootste passie. Dat was zijn gezin. Hetty, Bart en Rob. Chris was een trotse echtgenoot en een trotse vader. Dat zij hem nu zo vroeg moeten laten gaan is zeer verdrietig. Chris heeft de dag voor zijn overlijden zeer bewust persoonlijk en met een stevige hand afscheid genomen van zijn collega’s. Die stevige hand heeft hij definitief achter gelaten in ons huis en in onze harten. Wij missen Chris.

19


Achterkantel

20


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.