PIBrain januari 2015

Page 1

nr. 16 jan. 2015

PiB

Ach, hoe heerlijk, ach hoe licht is de zelfspot ‌ Spiegel 2014e

De Koreaanse vechtsport Hapkido De passie van Joost Cremers

Gelukkig nieuwjaar? Column


inhoud 2

Bij dit nummer

Er komt weer een sportdag aan

PIB

3

Het nieuwe jaar in met PIBrain

Gelukkig nieuwjaar?

4

Spiegel 2014

6

Personalia

7

De passie van Joost Cremers: de Koreaanse vechtsport Hapkido

10

Paint en Sing a Future

Deze derde blader - PIBrain is de eerste PIB van een het nieuwe jaar dat nog nagenoeg geheel open voor ons ligt. Deze bladertool bieden we aan naast de versie van losse artikelen op Brain. Blijf alert op vorm en inhoud zodat we, waar gewenst, nog aanpassingen kunnen doen. Zo kun je zelf bijdragen aan de inhoud van het blad. In deze uitgave vind je onder meer verhalen over de achtergrond van de schilderijen die op het voormalige ‘plein’ hingen, krijgen we inzage in de passie van Joost Cremers, vind je de voor de eerste keer van haar 28-jarige historie een echte recensie van Spiegel, lees je een verhaal over vaagtaal en eufemismen en is er een column met een suggestie voor een nieuwjaarsvoornemen. PIBrain verschijnt steeds rond de 20e van de maand en is een uitgave van de afdeling Communicatie. Foto’s in deze uitgave zijn gemaakt door Gabri Boot, Emilio Iglesias Lopez, Inés Cuesta en Ruud Aarts. Reacties naar jroos (06-55686586).

14

Jan Roosen

Klare taal

Er komt weer een sportdag aan Organisatieteam Sportdag | Op donderdag 28 mei vindt de jaarlijkse sportdag weer plaats. Zoals gebruikelijk wordt die gehouden op de Pettelaarse Schans, tegenover het provinciehuis. Diverse activiteiten zullen de dag weer vullen. Wij hopen dat veel collega’s meedoen aan dit sportieve evenement. De sportdag is voor iedereen die in dienst is van de provinciale organisatie, uitzendkrachten en trainees. Binnenkort wordt de sportdag als afspraak in je agenda gezet. We gaan er net als voorgaande jaren weer een mooie en sportieve dag van maken.

2


column

Gelukkig nieuwjaar? Jan Roosen |

2015; we keken er naar uit. Weer een nieuw jaar voor de boeg met mooie vergezichten, goede voornemens aangevuld met hartelijke wensen in die richting. Een verbouwing van het provinciehuis die langzamerhand maar nu echt moet gaan leiden tot het daadwerkelijk nieuwe werken. Een individueel keuzebudget waarin alles nagenoeg hetzelfde blijft op gebied van salaris, maar waar wel even een echte workshop annex inloopruimte was ingericht om het allemaal goed te kunnen doen. Waarom moeilijk als het gemakkelijk kan, of andersom? Nieuwe verkiezingen in maart voor een nieuw bestuur en Staten. Een fantastisch bedrijfsrestaurant met een aanbod en service om onze vingers bij af te likken. Geen vuiltje aan de lucht… En dan is het nog geen week 2015 of de wereld staat, nu erg dichtbij, al meteen weer volledig op zijn kop. We kijken uren naar live uitzendingen van een dak van een drukkerij en een straat ergens in Frankrijk We heten na de slechte afloop tijdelijk allemaal Charlie en de roep om dialoog en wederzijds begrip is in alle uithoeken van onze aardbol in alle talen te horen. De angst voor mondiaal terrorisme is groot en wordt door de media te pas en te onpas nog meer nieuw leven ingeblazen. Een valse start? Toch kunnen we er, voor zover dat in ons vermogen ligt, iets moois van maken. We werken in het huis voor Brabant, gastvrij van binnenkomst tot uitzwaai. We proberen op alle beleidsterreinen die ons nog zijn gegeven, de wereld en specifiek Brabant een stukje mooier, beter en veiliger te maken. Daar mogen we elke dag weer opnieuw een bijdrage aan leveren. Wie weet kunnen we dat, met oog op het voorgaande, met nog meer passie, inzet en plezier doen. En vooral dat laatste is een niet te onderschatten onderdeel van het geheel. Anderhalf jaar geleden stond er ’s morgens een trosje collega’s bij de ingang van het provinciehuis.

Zij wensten iedereen die binnenkwam een goede dag toe. De reacties waren aanvankelijke eventjes verbaasd en meteen daarna ongekend positief. ‘Wat leuk, wat een verrassing, deze dag kan voor mij niet meer stuk en dat zouden ‘we’ vaker moeten doen’ en meer van dergelijke superlatieven. Blijkbaar hebben we behoefte aan dergelijke kleine initiatieven die het leven en werk net iets aangenamer maken. Dit stukje is niet bedoeld als moraal of leidraad voor een gelukkig ambtenarenbestaan in en rondom ons provinciehuis. Het is meer een appel, om daar waar we kunnen, een sfeer te scheppen die haaks staat op het groeiende wereldbeeld van intolerantie en onbegrip. Het zit ‘m in de kleine dingen van elkaar groeten bij binnenkomst en wellicht nog een paar keer gedurende de dag. Her- en erkenning van elkaars aanwezigheid. En omdat onze maatschappelijke voertaal blijkbaar behoefte heeft aan overmatig gebruik van het Engels, is het misschien handig om te eindigen met de kern van deze boodschap: litle things mean a lot. Gelukkig nieuwjaar!

3


SPIEGEL 2014 Ach, hoe heerlijk, ach hoe licht is de zelfspot …

Eddie Besselsen | Het leek wel springtij zoals het publiek de Bois le Duczaal binnen stormde op zoek naar een zitplaats. De aanwezigheid van de nieuwe schoonmaakploeg in het provinciehuis, is op zijn zachts gezegd nadrukkelijk. Dat werd geïllustreerd door een op militaire leest geschoeide stofzuigerbrigade. Zij zogen er lustig, maar gedisciplineerd op los. Ze moesten vervolgens in het gelid en speelden op commando een aardig panfluitmelodietje op hun stofzuigerslangen. Een oubollige Oostblok-zanger zong een belachelijk gedateerd deuntje. Het zou een rode draad in de voorstelling blijken. Stalmeester Alex Brul leidde het programma in. Hij deed dat in sublieme vaagtaal, een soort handelsmerk van onze organisatie. Voor het publiek was het een feest van herkenning. Heel Brabant bakt In navolging van het kijkcijferkanon ‘Heel Holland Bakt’ werd er voornamelijk ironie gebakken tijdens deze Brabantse versie. De

4

finalisten, o.a. Eric van Merrienboer en Marianne Zoodsma, stelden hun creaties voor. Het was voornamelijk gebakken lucht wat er te bewonderen viel. De zaal lag plat. Marianne Zoodsma won de finale met een van peperkoek gemaakte plaquette van het provinciehuis. Ook de drankzuchtige jury, bestaande uit één Waalse Brabander viel in de smaak. Als kers op de taart werd het winnende misbaksel op hilarische wijze in de fik gestoken. De snelle opkomst van de brandweer zorgde voor een verrassend einde. Ongetwijfeld, was een van de hoogtepunten het op de melodie van ‘Dag Huis’ van Willeke

Alberti gezongen tekst over de verbouwing van het provinciehuis en de organisatieveranderingen. Vooral de vrees voor het verloren gaan van de menselijke maat en de onpersoonlijke inrichting van zowel organisatie als het gebouw zelf, werd er als boodschap meegegeven. Krimpen met Willie en Millie Ook Wil Rutten was weer even terug. Deze zachtaardige, weifelende en twijfelende Limburger was aanwezig bij de voorstelling als schnabbelende bingomaster in de sketch over de noodgedwongen krimp van het aantal fte’s binnen onze organisatie. Er waren alleen


maar verliezers. De charmante en lieftallige assistenteMillie wreef het de aanwezige gedeputeerden en de directie nog maar eens op lieftallige wijze in.

entree en voorzag de CdK, en een aantal gedeputeerden van een niet alledaags kledingadvies. De laatste Herenleed was een feit; één van de heren ging met pensioen..

Roy Donders, XTZ en Herenleed De vaagtaal sketch over de grote productie van XTC en weed binnen onze provinciegrenzen, prachtig gespeeld door het typetje Bert Pauli, was goed in elkaar gezet. De aanwezige gedeputeerden en de directie werden een messcherpe spiegel voorgehouden. Onze Roy donders maakte, gestoken in zijn legendarische juichpak, ook zijn

Zang Niets dan lof over het koor en de gebrachte liedjes. Vooral het nummer Groen, was een pareltje. Op de melodie van de nummers We are the World (USA For Africa)) en Happy van Pharrell Williams, werden op de organisatie toegespitste teksten gezongen. Tijdens het eindnummer We are the World”. werd dan ook enthousiast meegeklapt. Na afloop zoemde veel lof na van de ruim

achthonderd aanwezigen in- en buiten de Bois le Duc-zaal. Voor de wegblijvers een signaal om volgend jaar (dinsdag 15 december) misschien wel present te zijn.

5


Personalia In dienst Yassine Sallah, financieel adviseur, afdeling Stimulus Anne Reijnders, projectmedewerker, afdeling Ruimtelijke ontwikkeling Noord-Oost Hans Leermakers, hoofd Projecten en programmamanagement C Uit dienst per 30 november 2014 Frank van ’t Hof, afdeling Openbaar vervoer Hans Smit, afdeling Financiën, planning en control Mari Steenbakkers, bureau Informatie systemen en producten Yvonne van der Schoot-Assmann, afdeling Collegiale service Lizette van Dijk, afdeling Ruimtelijke ontwikkeling Noord-Oost Marianne van der Kaaden Augusteyn, afdeling Advies en specialisme D Millie van der Heijden, afdeling Communicatie Sander van Heteren, afdeling Integraal project-management Jos van de Bogaert, afdeling Collegiale service Marieke KlingemanDomerchie, afdeling Integraal project-management Lydia Doncher, afdeling Economisch beleid en deelnemingen Leen Geluk, afdeling Verkeer en vervoer

6

Willy Govers, afdeling Bestuursservice Ria van den Heuvel-Habraken, afdeling Interbestuurlijke betrekkingen en toezicht Harika Havutcu, afdeling Integraal mobiliteitsbeleid Gerbrand Hoek, afdeling Economisch beleid en deelnemingen Peter van Kasteren, bureau Interne dienstverlening Gerbrand Klijn, afdeling Verkeer en vervoer Anton Minneboo, afdeling Huis voor Brabant Bep van den Oetelaar, eenheid Bestuurlijke organisatie en toezicht Wouter Pasman, afdeling Advies en specialisme D Jos Schriever, afdeling Publieksservice Henk van Son, afdeling Advies en specialisme D Arja Span, afdeling Strategie, beleid en advies Henk Spoelstra, afdeling Ruimtelijke ontwikkeling Midden-West Ben Timmers, afdeling Advies en specialisme D Patricia Vossenberg, afdeling Collegiale service Gé Wagemakers, afdeling Economisch beleid en deelnemingen

Interne mobiliteit Marcia Buuron, hoofd Financiën, planning en control Nuala Burns, afdeling Strategie, beleid en monitoring, procesbegeleider effectief samenwerken Hester van Zuijlen-Poel, cluster Service en relatiemanagement, strategisch adviseur Annet Dorenbosch, afdeling Collegiale service, algemeen medewerker Nathalie van Eijndhoven, afdeling Samenleving, projectondersteuner Erik Eugster, afdeling Samenleving, financieel beleidsmedewerker Gerda Geesken, afdeling Huis voor Brabant, teamleider gebouwenbeheer Mohamed el Haddad, eenheid Bestuurlijke organisatie en toezicht, beheerder GIO Hans Heerdink, afdeling Samenleving, relatiemanager jeugd Wim Hoven, cluster Cultuur en samenleving, sr. Beleidsmedewerker Ellie Stolwijk-van der Kolk, afdeling Openbaar vervoer, projectondersteuner Tamara van Lanen, cluster Service- en relatiemanagement, strategisch adviseur Tanja Mandersloot, afdeling Samenleving, accountmanager Robbert Oomens, afdeling Huis voor Brabant, projectmedewerker Suzanne Oomen, afdeling Samenleving, beleidsmedewerker Christa van Dam-van Ooyen, afdeling Openbaar vervoer, financieel-juridisch medewerker


DE SIE S A P VAN

Joost Cremers

De Koreaanse vechtsport Hapkido Victor Tjioe |

Bij het noordelijkste stukje ’s-Hertogenbosch (Oud Empel) begrensd door de Als je aan de term ‘vechtsporten’ denkt, komen al snel beelden van Bruce Lee, Badr Hari of Steven Seagal naar voren. Je denkt niet meteen aan BO‑secretaris Joost Cremers. Dat onze C&S –collega vrij hoog gegradueerd is in de Koreaanse vechtsport Hapkido is toch een verrassing. Joost is nog maar twee stapjes verwijderd van de zwarte band. Hapkido is een allround verdedigingskunst met elementen van Taekwondo (traptechnieken), Aikido (gebruikmaken van de kracht van de tegenstander) en Jiu-Jitsu (praktjksituaties).

7


Joost beoefent al twaalf jaar jaar Hapkido. Hij is er op zijn 40ste mee begonnen bij sporthal Ouwekerk in Vught. “In mijn jonge jaren deed ik aan judo, maar de zware fysieke trainingen werden wat teveel op m’n veertigste. Ik wilde iets anders gaan doen en toch lekker op de mat bezig zijn. Dus heb ik opgezocht welke vechtkunsten je in Vught kunt beoefenen. En zo ben ik toevallig bij het Hapkido terechtgekomen.” techniek Hapkido verschilt nogal van het judo, dat veel fysieker is. “Wedstrijdjudo is niet zo technisch, maar is veel op kracht en snelheid gericht. Bij Hapkido staat de techniek juist voorop. Het kent geen echte wedstrijden. Het vloeiend uitvoeren van de techniek en jezelf effectief kunnen verdedigen, is belangrijk. De enige wedstrijdvorm die het Hapkido kent, bestaat uit het overtuigend uitvoeren van technieken met je partner, waarbij een jury cijfers geeft.” blessures Maar gaat het nooit mis dan? “De bedoeling is de technieken dusdanig uit te voeren dat je partner afklopt als het pijn doet. Daarna mag hij niks meer voelen. Voorzichtigheid is geboden, maar het moet wel realistisch aanvoelen. Mensen zijn verschillend qua fysieke bouw. Per geval moet je dus de intensiteit aanpassen.“ Toch kent Hapkido volgens Joost geen blessures. “In

8

een zeldzaam geval wil een deelnemer weleens een enkel verzwikken, maar daar blijft het dan bij.” praktijksituaties Heb je jouw vaardigheden weleens gebruikt in een praktijksituatie? “Sinds de lagere school heb ik geen klap meer uitgedeeld”, lacht Joost. “De drive is vooral ontspanning. Iedere week lekker bezig zijn, is het belangrijkste. En de wetenschap dat je voor niemand meer hoeft om te lopen, geeft wel een bepaalde zekerheid. Soms sta ik weleens verbaasd over de effectiviteit. Onlangs heb ik bijvoorbeeld een grondgevecht gedaan met een medeleerling, een gevangenisbewaarder met de tweede dan Taekwondo. Die belandde buiten zijn comfortzone en ik kon hem op de grond makkelijk opvouwen”. toepassen Bij het Hapkido bereidt de beoefenaar zich op veel fronten voor op een praktijksituatie. “We leren meerdere personen uit te schakelen. We leren ons ook te verdedigen tegen messen en stokken. Daarnaast oefenen we worpen en val breken op verschillende manieren .Maar buiten de mat denk ik er eigenlijk nooit over na. Niemand in mijn groep heeft ooit zijn of haar kennis toegepast in een praktijksituatie. Mijn trainer is van beroep leraar levenbeschouwing en Spaans. Zijn vak heeft geen enkele link met het Hapkido”, relativeert Joost.


voorzichtig zijn; geen armklemmen doen of zo. Ook

educatief Zit er ook een spirituele of educatieve kant aan? “We eindigen de les vaak met meditatie-oefeningen. In Korea heeft een vechtsport een andere status dan in Nederland. Hier stuur je kinderen naar pianoles, maar in Korea beoefenen kinderen een vechtsport als algemene vorming. Hapkido is ook geschikt voor politie-trainingen, de gemiddelde Koreaanse agent heeft de zwarte band in deze sport. “ schaven Vooral bij de arrestatietechnieken komt de kennis van pas. Zodoende testen de agenten de technieken veelvuldig in de praktijk en stellen ze de effectiviteit ervan voortdurend op de proef. “Wat je ziet in die reality politieseries, dat leren wij ook. In de geestelijke gezondheidszorg, waarbij je mensen moet separeren, is Hapkido erg nuttig. Als je eenmaal in een goed aangezette klem zit, kom je er niet meer uit. En als je jezelf verzet, doet het nog veel meer pijn. Het zijn complexe technieken, en de uitvoering ervan komt heel nauw. Bij Hapkido zijn de technieken alleen effectief als je ze heel nauwkeurig uitvoert. Pas na eindeloos schaven aan technieken bereik je dit.” kinderen Is de training nuttig voor kinderen? “Ik laat weleens wat zien aan mijn kinderen, maar ik moet dan extra

het aanzetten van drukpunten waarbij je de zenuwen aanraakt, is behoorlijk riskant. Ik heb mijn kinderen weleens meegenomen naar de les in de hoop dat ze Hapkido gingen doen”, lacht Joost. “Maar voetbal en atletiek bleken helaas de voorkeur te hebben. Mijn dochter heb ik toch maar wat zelfverdedigingstrucjes bijgebracht. Effectief, ook als je minder sterk bent dan je belager. Je weet maar nooit.” Maar ook hier is weer voorzichtigheid geboden. “Ik breng mijn kinderen wel bij wat kan en wat niet kan. Geen dodelijke technieken dus.” examen Voor zijn rode slip-examen trainde onze collega erg hard, zo’n zes keer per week. “Dat was nogal vermoeiend. Ik train nu weer 1x per week. Als ik foto’s van mijn examen zie, denk ik nog weleens terug aan de intensiteit daarvan. Het valt niet mee om het onderdeel conditie mee te draaien met de jonkies. We moeten 150 technieken kennen, en die zowel links als rechts kunnen uitvoeren. Dit moeten we in hoog tempo doen, zonder hapering. Je moet het met overtuiging brengen. Tellen in het Koreaans hoort ook bij het examen, maar ik kom nog steeds niet verder dan 5”, lacht Joost. “De zwarte band halen lijkt misschien dichtbij, maar ik vind het qua hoeveelheid technieken toch een hele opgave. Daar moet ik me mentaal nog op voorbereiden.”

9


Paint en Sing a Future

‘Als God ongemerkt voorbij wil komen, vermomt hij zich als toeval’ Jan Roosen |

Een half jaar geleden hingen ze er nog, de schilderijen van ‘Paint a Future’. Ze sierden de openbare vergaderruimte ‘het plein’. De schilderijen krijgen na de verbouwing weer een plekje. Maar welk verhaal schuilt er achter elk doek? PIB kreeg, via de bezielde bemiddeling van Marleen Floris (SRM), een exclusief interview met meer dan bevlogen bedenker van het geheel: beeldend kunstenares Hetty van der Linden.

10

Je komt in je leven hopelijk een keertje iemand tegen die enorme geestdrift uitstraalt en toch heel gewoon blijft. Mensen die op een punt in hun leven besloten hebben om anderen te gaan helpen. Gewoon omdat ze vinden dat ze dat moeten doen; niet anders (meer) kunnen. Hetty is er zo eentje. Een kunstenares die ooit begon met een opleiding tot binnenhuisarchitect. Maar eigenlijk wilde ze veel liever vrije kunst uitvoeren in plaats van overkappingen uitrekenen. Kwam via omzwervingen in Spanje terecht, trouwde een Spanjaard en kreeg drie kinderen. Op 36 jarige leeftijd ging ze alsnog naar de kunstacademie in Toledo. In 1995 had ze haar eerste expositie in Amsterdam en daarna volgden er nog vele verspreid over de hele wereld. Via een combinatie van een

breed netwerk in de kunstwereld en toegankelijk werk dat ze maakt, kwam ze in contact met ambassades die haar werk wilden exposeren. “En tsja, ik ben niet zo’n moeilijk mens, dus dat helpt ook. Het is een verhaal van aaneenschakeling van toevalligheden en van mensen leren kennen die je dan weer vervolgens verder helpen.” omslag Eind jaren ’90 kwam ze in Rome een polospeler tegen die haar vroeg om een trofee te maken voor een toernooi. “Ik heb een tijdje bij polowedstrijden gekeken en geschilderd en kwam in contact met een paar Argentijnse en Nederlandse polospelers. Via hen kreeg ik een uitnodiging om naar de wereldkampioenschapen in Buenos Aires te komen en daar dan


11

Hetty van der Linden

ook tegelijk te exposeren. Dan kom je binnen bij de nouveaux riche. Ik kreeg er tijdelijk een atelier maar vond het er niet fijn; voelde me niet thuis bij die chique kliek. Ik werd er geconfronteerd met het enorme verschil tussen arm en rijk. Buiten de galerie waar ik exposeerde, lagen kinderen op straat te slapen. Dat voelde niet goed. Ik werd

uitgenodigd voor een diner bij veilinghuis Christie’s. Daar zaten geslaagde echtparen, waarvan de mannen aan de ene kant, spraken over geld en successen. De vrouwen aan de ander kant van de tafel, hoog opgevend over de successen van hun kinderen en hoe dom en slecht hun personeel wel niet was. Een van de vrouwen vertelde

hysterisch dat ze was bestolen van een vol winkelwagentje net buiten de supermarkt. Dat was wel het ergste wat ze ooit had meegemaakt. Na afloop liep ik naar huis en kwam twee bedelende jongens tegen. Ik gaf wat ik had en vroeg ze hoe zij overleefden. Ze vertelden dat ze soms rondom supermarkten rijke vrouwen bestalen van hun karretje. Ik moest spontaan heel hard lachen. Dat punt mag ik gerust de omslag in mijn leven noemen. Binnen een tijdsbestek van nog geen uur zag ik beide werelden. Dit was geen toeval meer maar een teken om iets anders met mijn leven te gaan doen.” weeshuis Wat later werd ze uitgenodigd in een weeshuis in Split in Kroatië. Het was in 2000, vlak na de oorlog daar. “Daar komen elk jaar een aantal kunstenaars en alles wat ze maken blijft er hangen. Het hangt er helemaal vol kunst en iedereen die iets wil kopen, moet dus naar dat weeshuis. De kinderen zaten om me heen en ik heb ze papier


12

bevoorrechte positie ze in de wereld innemen. Eigenlijk zou er in elk huis een schilderij moeten hangen dat gerelateerd is aan een kinderwens.”

en verf gegeven om iets te maken. Ik moest dan raden wat het was en zij leerden mij het woord in hun taal. Daar hadden we heel veel lol in. Ik had een heel lelijk groot schilderij gemaakt en heb alle tekeningen van die dag in het nog natte schilderij gedrukt. De volgende ochtend waren alle kunstenaars heel enthousiast over het resultaat. Dat bracht me op het idee om kinderen te vragen om hun dromen en toekomstwensen te schilderijen en zo is Paint a future ontstaan.” trappelen “Kinderen maken iets, schilderen hun droom en ik vraag kunstenaars om daaromheen een zo mooi en verkoopbaar mogelijk schilderij te maken De kunstenaars doen dat allemaal gratis en ze staan te trappelen om mee te mogen doen. Maar ik ben wel streng, want ze moeten al wel goed in de markt liggen.” Een beetje verontschuldigend lachend zegt ze even later dat ze aanvankelijk niets van plan was. Maar plots werd ze geconfronteerd met kinderen en wensdromen, het enthousiast maken van kunstenaars om mee te doen en daarnaast ook nog een markt zien te vinden om de schilderijen te kunnen verkopen. Alsof het haar is overkomen. Intussen zet ze hele netwerken al bellend op poten en knoopt mensen en

ideeën met een eenvoudige maar onontkoombare charme aan elkaar. Inmiddels opereert Hetty over de hele wereld. Ze gaat vaak zelf naar de kinderen toe om dromen te verwezenlijken. Soms met spoed als bijvoorbeeld blijkt dat een moeder van een meisje is overleden en het meisje droomt van een kamer met een slot erop omdat ze anders dagelijks wordt lastig gevallen door haar vader die alcoholist is... bevoorrecht Hetty opereert met een vorm van onschuldige vanzelfsprekendheid die zorgt dat iedereen smelt die op haar pad komt. Maar ze vindt Paint a Future te klein van opzet om grote dingen mee te doen en dat stoort haar wel. Projectmatig wordt ze door een aantal mensen ondersteund, maar vooral de administratie is een struikelblok. “Ik kan niet zoveel doen als ik zou willen, omdat ik bijna alles zelf moet doen. Ik kan goed tegen de ellende die ik tegenkom omdat ik vaak met een oplossing terugkom. En je moet wel kunnen loslaten wat je allemaal ziet, anders heb je geen leven meer. Met de meeste mensen die ik help, blijft het goed gaan; niet met allemaal.” Ze wordt wel verdrietig van het geklaag van de mensen als ze in Nederlands is. “Mensen hebben hier alles en geen idee wat een

privé eiland De manier waarop de dingen ontstaan, is vaak heel bijzonder. Er gebeurt steeds weer iets onverwachts en dat houdt de moed er in en maakt het leuk en soms spannend. Zo komt ze in een zoutwoestjjn in Argentinie twee motorrijders tegen (ex autocoureurs) die een tocht maakten. Een van hen biedt zijn privé eiland (!) ergens in Brazilië aan om twintig kunstenaars in alle rust te laten werken voor Paint a Future. Dezelfde initiatieven zijn er op een kasteel in Frankrijk en in Zuid-Afrika in een adembenemend mooi hotel. De kunstenaars betalen zelf hun reis en beschouwen het als een soort vakantie. Hetty doet regelmatig een beroep op artiesten als zangeres Wende Snijders en bandeonist Carel Kraayenhof om haar te vergezellen op reizen. Ook zij doen dat graag en belangeloos. tovenaars “Uitleggen dat we via het verkopen van een schilderij aan geld zijn gekomen is lastig. Want mensen snappen niet wat die kopers dan met zo’n schilderij doen. Aan de muur hangen? Waarom dan? Nou,


13

leg dat maar eens uit. Het tekent meteen het verschil van leefwerelden, cultuur en denkpatronen haarfijn uit. De logica daarvoor ontbreekt. Ik vertel nu alleen nog maar dat hun droom is vervuld. Dat ik veel mensen op de wereld ken waaronder tovenaars. Die tovenaars hebben jouw schilderij gekregen en daarvoor geld getoverd en dat kom ik jou nu brengen(misschien, zo kan ik jouw huisje bouwen, want geld zien ze nooit. Dat volstaat. Ze snappen niet wat kunst is of een kunstschilder. Wij hangen iets aan de muur dat meer waard is dan hun hele huis!” Gedurende het gesprek is het Marleen die Hetty met regelmaat herinnert aan allerlei anekdotes die ze zelf alweer is vergeten. Van een weeshuis in Zuid Afrika waar de kinderen op hun 18e uit moeten. “We hebben daarvoor containers geregeld zodat de kinderen die kunnen inrichten als huis. Ze hebben dat ook een vorm van toezicht zodat ze er veilig kunnen wonen.” En er zijn deze middag nog veel meer verhalen verteld door Hetty, vaak beginnend met: “Oh ja..” gevolgd door wederom een onvoorstelbaar mooie ‘toevallige’ gebeurtenis. Sing a Future (3 cd’s) ‘Kun je me zien kun je me horen, ik ben hier voor jou Kun je me zien kun je me horen, ik sta klaar voor jou Zet je zorgen maar opzij, want we zijn nu allemaal samen En samen zijn wij extra sterk en kunnen we de wereld aan.’ Kinderen zingen dat naar elkaar toe. Kinderen van rijke scholen in Brazilië hebben dit gezongen maar ook kinderen van een hele arme school. “Ik heb de ouders van de rijke schoolkinderen de cd’s laten kopen (honderden) en er staan nummers op van allerlei, in Nederland onbekende maar ontzettend goede zangers en zangeressen. Maar ook van vrienden van me zoals Wende Snijders, Leoni Jansen, Frédérique Spigt en nog veel meer; drie cd’s vol. Zou mooi zijn als dit cadeau eens in een kerstpakket

leiden zich vanzelf op elkaar. Ik heb wel eens gehoord: Als God ongemerkt voorbij wil komen, vermomt hij zich als toeval.”

terecht kwam, misschien wel van de provincie. Het is prachtige muziek en hoe meer je er van koopt des te minder een cd kost”, zegt ze als een volleerd vertegenwoordiger. *Centraal bij dit project, wat in feite nog groter is dan Paint a Future, staat de droom van de 8-jarig Braziliaans turntalent Samantha, die ervan droomt om Olympisch turnkampioen worden. Om deze droom te helpen verwezenlijken, hebben Stichting Paint a Future, Stichting Sport for Children en het duurzame transportbedrijf Fairtransport hun krachten gebundeld en een zeilend vrachtschip ‘Los tres hombres’, vol met tweedehands topturntoestellen (van Janssen Fritsen uit Helmond) de Atlantische Oceaan opgestuurd richting Brazilië! In ruil tegen wat publiciteit vervoeren ze dat op natuurlijke windenergie en gratis. toeval Hetty van der Linden snapt inmiddels wat een missie is. “Een opdracht die ik niet kan weigeren. Als je onrechtvaardigheid ziet en er wordt een zak met werktuigen voor je gedropt om daar iets aan te doen, dan kun je daar toch niet overheen stappen? Ik kan niks anders dan een beetje schilderen, een paar talen spreken (Hetty spreekt vloeiend Duits, Engels, Frans Spaans Italiaans en Portugees en ze kan prima moppen vertellen in het Kroatisch en Hebreeuws (red.)) en met mensen lullen. En dan stapelen zich de toevalligheden die tot iets moois

Paint a Future bezoekt overal ter wereld kinderen in afgelegen dorpjes, in sloppenwijken en in weeshuizen. De kinderen krijgen een kwast in hun hand en oprichtster Hetty van der Linden vertelt hen dat die kwast een toverstokje is waarmee zij hun eigen droom kunnen toveren. De kinderen nemen de kwast aan en dromen van varkentjes en kippen, van buschauffeur worden of dokter, van een huis, van iedere dag een maaltijd, van een papa en een mama… allemaal hun eigen toekomstdroom. Vervolgens maken gerenommeerde kunstenaars uit verschillende landen een kunstwerk waarin de getekende kinderdroom als collage is verwerkt, geïnspireerd op de getekende kinderdroom. De schilderijen worden voor € 2.000,- tot € 3.500 per stuk (of 500 euro per jaar).verkocht en met het geld worden de kinderdromen direct verwezenlijkt. kijk op www.paintafuture.org

Naschrift Hetty: ‘Het meisje Samantha is uit de picture, dat komt omdat haar moeder, die net een straf wegens moord had uitgezeten met haar twee kinderen is vertrokken naar een andere staat. Dat doet verder aan het project niets af. Op die turnschool zitten genoeg kinderen en een uitblinker waar ik ook een mooi schilderij van heb, Enrique, en die wordt zeker olympisch kampioen. Het is van de ene kant leuk om een verhaal over een bepaald kind te maken, Dat heb ik gedaan omdat een progammamaker daarom vroeg, maar van de andere kant ook riskant. De kinderen verdwijnen vaak met hun ouders naar een andere staat om de kinderbescherming te ontlopen.’


Klare Taal:

Onoprechtheid is de grote vijand van helder taalgebruik. Als er een verschil is tussen doeleinden die men beweert na te streven en werkelijke doeleinden, zal men bijna instinctief gebruik gaan maken van lange woorden en gemeenplaatsen. George Orwell (pseudoniem voor Eric Arthur Blair) 1903-1950

Over het gebruik van eufemismen Eddie Besselsen | Waarom gebruiken we eufemismen en waarom excelleren politici en ambtenaren in versluierd taalgebruik? Vervelende beleidsintenties die moeilijk liggen of emotioneel beladen zijn, worden vaak verhullend gebracht. Maar is het niet beter om door de waarheid te worden gekwetst, dan getroost te worden door een (halve) leugen? Natuurlijk, hoor ik je zeggen. Dat is ook zo. Toch worden we dagelijks met een overdosis aan respect en voorzichtigheid aangesproken. En iedereen papegaait mee. Zowel de brenger als de ontvanger. Daar moet een duidelijke reden voor zijn. De belangrijkste is, denk ik, angst. Het gaat er niet zozeer om de ander te sparen, nee het is juist omgekeerd. Eigen hachje eerst. Het komt de brenger van slecht nieuws goed uit als dat eerst door de ontvanger vertaald moet worden. De boodschapper creëert tijd om weg te komen. Wanneer zijn boodschap ontcijferd is, zit hij hoog en droog in zijn veste en is het leed al geschied. Boodschappers van slecht nieuws werden in de oudheid vaak meteen gedood. Politici, bestuurders, ambtenaren, juristen en andere vaagtalers hebben daar veel van geleerd. Te veel. Hoe groter het taboe, hoe meer eufemismen er voor zijn. De grootte of hardnekkigheid ervan is daaraan mede af te lezen. Neem de dood, wellicht het grootste taboe van onze samenleving. Het woord wordt in zijn primaire betekenis amper gebruikt. Woorden als doodnormaal en dodelijk saai kunnen wij nog zonder blikken of blozen uit de mond krijgen, maar dood, in al zijn naaktheid, komt ons maar moeilijk over de lippen. We maken geen volledige veestapel af. Nee, wij ruimen de dieren. Oma wordt niet door haar liefhebbende kleinkinderen gedood, nee zij wordt geëuthanaseerd. De soldaat wordt niet doodgeschoten. Nee, hij sneuvelt. Hoe wranger het nieuws hoe zachter de boodschap. We spreken van een familiedrama maar bedoelen eigenlijk moord of zelfmoord binnen het gezin. In ieder geval is de stelregel dat hoe heviger de maatschappelijke beroering is, hoe cryptischer de communicatie erover. Het is wel zo dat wanneer een eufemisme eenmaal goed is ingeburgerd het zijn verhullingskracht verliest. Wat overblijft is vaagtaal, die iedereen als helder ervaart. En zo wordt de plank twee maal mis geslagen. Het woord ‘eufemisme’ is afgeleid van het Griekse ευφημισμός, wat letterlijk met goede woorden spreken betekent. Als het slecht gaat, Nederland in een recessie verkeert, de welvaart afneemt, het aantal werkelozen stijgt, neemt het aantal eufemismen explosief toe. Dit geldt zeker voor ambtelijke teksten. Het wordt een plaag. Het vertrouwen in de schrijfsels van de overheid neemt daardoor af. Vaagheid en dubbelzinnigheid zijn daar de veroorzakers van. Er wordt van alles omgebogen de laatste tijd. Het lijkt wel een knutselclubje, dat ambtenarenapparaat. Nee, als het op het vermijden van het woord bezuinigen aankomt, worden ambtenaren pas creatief. Ze zijn in staat om van een ordinaire bezuiniging in de zorg nog een leuk rotanstoeltje op wieltjes te maken. Voordat de gedupeerden in de gaten hebben wat hen overkomt, is de geldfontein een lekkend kraantje geworden. Laten we voor de lol onze eigen organisatie eens onder de loep nemen. Vraag een willekeurige voorbijganger wat hij verstaat onder een opgave gestuurde organisatie en hij zal je het antwoord schuldig blijven. Vraag het een willekeurige medewerker van de provincie en hij of zij begint spontaan te stotteren om je, voordat hij in katzwijm valt, door te verwijzen naar de directie. Hetzelfde geldt voor het zeer transparante begrip krimp. Mooi woord voor bezuinigen, dat weer wel. Het eufemisme, een prachtig stijlfiguur vermits je het gedoseerd en in de juiste context gebruikt. Als het zwaard van Damocles valt, is het volkomen onbelangrijk of deze een zachte landing maakt. Onthoofd word je toch. Maak van de waarheid dus geen leugen.

14


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.