pibplus 12 winter 2015 dig

Page 1

2015

PiB

plus

12

Commissaris Wim van de Donk: ‘De oude routines zijn nog te veel dominant’ Jan Roosen

Jeroen Mulder over intern kunstbeleid: ‘Kunst moet schuren’ Peter Pender


inhoud 3

Annemie Burger: ‘Niet meer praten maar doen!’

4

Personalia

5

Ouder worden

6

Wies van Leeuwen met pensioen

9

KORTOM

9

KOFFIE-UURTJE SENIOREN

10

Commissaris Wim van de Donk: ‘De oude routines zijn nog te veel dominant’

13

LosVast

14

Nelly Dijkman-Haas: ‘Ik was niet zo onder de indruk van status’

17

Jeroen Mulder over intern kunstbeleid: ‘Kunst moet schuren’

20

Achterkantel

Bij het winternummer

PIBplus Nou ja, winter…,met een gemiddelde temperatuur van ruim boven de 10 graden is december 2015 toch in ieder geval een nostalgische tegenvaller. Een meteorologisch gedrocht. Want tekende Anton Pieck niet steevast die idyllische prenten van bevroren sloten en massa’s schaatsend volk van alle leeftijden in een pittoresk oer-Hollandsch landschap? Was het werkelijk iedere winter raak in die goede oude tijd of laat ons klimatologisch geheugen ons een beetje in de steek? Hoe dan ook, zoals het deze maand tot nu toe is gesteld met het weer, mogen we best redelijk uniek noemen. De een vindt het een zegen, de ander een enorme tegenvaller dat we van regulier erbij horende sneeuw, ijs en kou verstoken blijven. We zullen er mee moeten leven. De tijden staan sowieso redelijk op zijn kop, de machten verschuiven en de onrust groeit gestaag. Niet echt een tijd van pais ende vree waar we toch juist nu zo naar verlangen. Commissaris Wim van de Donk zegt er in deze uitgave van PIBplus het zijne over. Directeur Annemie Burger kijkt met ons terug en vooruit op de ontwikkeling van de organisatie. Jeroen Mulder heeft creatieve ideeën rondom de kunst in het provinciehuis. Wies van Leeuwen

een idee voor een artikel of een bezigheid, hobby, levensfilosofie of anderszins aangenaam onderwerp waarover u graag wilt vertellen? Stuur even een mailtje naar de redactie jroosen@brabant.nl of bel even met 06 - 556 865 86. We komen dan graag naar u toe of u komt nog een keertje naar het provinciehuis om uw verhaal te doen.

uit zijn zorgen over de teloorgang van het besef rondom ons cultureel erfgoed. Nelly Dijkman-Haas schets op 90-jarige leeftijd nog uiterst helder hoe het vroeger was, in de Waterstaat en aan de Brabantlaan. Laat u niet in de put praten door de mondiale onrust. Verandering is van alle tijden. Soms doet dat zeer, af en toe schuurt het en vaak loopt het wel lekker. Houd vooral dat laatste in gedachte en geniet van de komende tijd. En natuurlijk alle goeds gewenst van de redactie. Jan Roosen

COLOFON

Uitgave van de provincie Noord-Brabant, afdeling Communicatie Oplage 600 exemplaren Redactie Jan Roosen, Telefoon 06 - 556 865 86 E-mail jroosen@brabant.nl Foto’s Gabri Boot, Melchert Meijer zur Schlochtern, John Claassen, Erik van der Burgt, Olaf Smit, Nicolle Lambrechts Cartoon Ben van Mierlo Vormgeving Studio Van Elten Druk Kampert-Nauta 3e jaargang, december 2015

2

Hebt u een op- of aanmerking,


Annemie Burger:

‘Niet meer praten maar doen!’

De afspraak werd een paar keer herroepen en naar een ander tijdstip verplaatst. “Die agenda hè.” Uiteindelijk lukte het, maar was er vooraf toch weer een overleg dat wat meer tijd en de nodige energie vergde. Algemeen directeur Annemie Burger wilde eerst even een slokje koffie om daarna met elan en passie te praten over belangrijke gebeurtenissen van het afgelopen jaar.

Jan Roosen | 3


“Dit nieuwe bestuur heeft een wending gegeven aan de manier waarop wij moeten opereren. Als organisatie werken we er hard aan om daar adequaat op te reageren. Bij dit college voel ik niet de wind, maar de storm in de zeilen. Zij voegen zelf ook de daad bij het woord op gebied van integraliteit en willen daarbij meters maken. Soms spugen ze de organisatie op het vestje als dat minder snel of goed gaat dan verwacht. Ik ervaar de drive van het college als een enorme hand in de rug. Maar het is niet optimaal dat we juist op dit moment een directiewissel hebben. Wat me het meeste bezighoudt, is hoe ik de héle organisatie aan het doen krijg wat ze al jaren nastreeft.” Doorbraak

“Ik heb eens teruggekeken naar wat we tien jaar geleden en drie jaar geleden van plan waren te doen. Je komt, overigens bij alle provincies, steeds dezelfde rode draad tegen: beter worden op integraliteit en strategisch vermogen,

sturen, resultaatgerichtheid en verantwoordelijkheidsverdeling. We zetten wel stappen, maar we zijn er nog niet. We zijn er aan toe om nu over de volle breedte echt de omslag te maken naar een opgavegestuurde netwerkorganisatie. Ik merk ook dat het bestuur dat graag wil en dat de ogen nu op Kwatta gericht zijn. Om die omslag te maken zijn heldere opdrachten, rolvastheid en heldere sturing nodig. Misschien zit er ook een stukje zuidelijke cultuur in: het koesteren van je eigen bewegingsruimte. We hebben goede, gedreven en betrokken mensen. Ze willen echt iets verwezenlijken maar krijgen niet altijd de heldere sturing die daarvoor nodig is. En dus, en ik chargeer hier, worden zaken soms naar eigen inzicht ingevuld en bemoeit iedereen zich overal mee. Dat is jammer van de energie. Het was een belangrijk jaar voor de wording van een organisatie die middenin het netwerk staat. Die op een ondernemende manier probeert de energie in de

samenleving te vinden en aan te snijden voor het publieke doel.”

Ankie Verhagen, projectondersteuner, afd. Integraal project-management Bas Dikmans, GGA-coördinator, afd. Verkeer en vervoer Jeroen Mulder, projectleider natuurinclusief ondernemen, afd. Projecten- en projectmanagement A Petra Brekelmans-van Aert, afdeling Stimulus Petra van Driel-Faasen, afdeling Stimulus Wilma van der PijllHermans, afdeling Ruimtelijke ontwikkeling Midden-West Margriet Schipper, afdeling Ruimtelijke ontwikkeling Midden-West

Uit dienst Wies van Leeuwen, afd. Cultuur Jan Wouters, afd. Advies en specialisme B Henk Mathijsen, afd. ICT beheer Henri Schouten, afd. Projectenen programmamanagement A Jan Bovendeur, cluster Natuur en milieu Arie van Nistelrooij, afdeling Informatie-advies en –projecten Magdalena Piotrowska, afdeling Integraal mobiliteitsbeleid Paul Masselink, afdeling Energie en innovatie Henk de Kruijf, afdeling Strategie, beleid en advies

Etalage

“Er gaat overigens heel veel goed. Ook Erik Jungerius, die als ervaren provincieman uit Overijssel tijdelijk de directie aanvult, ziet dat. Het lukt ons om met energie en creativiteit belangrijke opgaven op te pakken. Het kan soms met klagen, piepen en kraken gepaard gaan, maar het resultaat komt er wel. Als ik kijk naar wat we gedaan hebben rond de bereikbaarheid van Zuidoost Brabant, daar doen we precies wat we ons voorgenomen hadden en met succes. Dat zijn de grote projecten, maar er zijn ook vele kleinere dingen die goed gaan die minder in de schijnwerpers staan. We lopen daar niet al te vaak mee te koop. “Bescheidenheid siert de mens”, zei mijn vader altijd. Aan de andere kant denk ik: we mogen echt meer onze trots uitstralen! Onze successen in de etalage zetten! Als ik zie hoe, vooral buiten deze provincie, bewonderend gekeken wordt naar

Personalia september-december In dienst Klazien Witteveen, projectmanager natuurnetwerk Brabant, afd. Strategie, beleid en advies Júlia Kovacs, Leer-werkbaan projectondersteuner, afd. Integraal project-management Madelon Verholen, hoofd Personeel en organisatie, afd. Personeel en organisatie. Mobiliteit Nora Akbiyache-Khallaoui, secretaresse GS, afd. Bestuursservice Saïda BenabdallahGzouli, projectsecretaris omgevingsvisie, afd. Ruimtelijke ontwikkeling Midden-West

4

Overleden Eveline Sieben, afdeling Financiën, planning en control


deze provincie en het acteren van dit provinciaal bestuur. Dan denk ik whoo. Die dingen mag je koesteren want je hebt goud in handen.” Oefenjaar

“Ik hoop dat we komend jaar echt de slag maken naar het opgave-gestuurd werken. Op een projectmatige manier, met hele goede antennes buiten, met heldere opdrachten aan integrale klussen werken. Die klussen sluiten naadloos aan op wat maatschappelijk van belang is. Daarbij moeten we niet onszelf in het centrum van de wereld zetten, maar kijken wat er in de samenleving gebeurt en dat goed benutten. Daarmee hoop ik dat zichtbaar wordt dat we inhoudelijk het verschil kunnen maken. Dat kan met zo’n grote klus als in Zuidoost Brabant, maar ook bij het oplossen van een problematiek op een paar vierkante kilometer in een urgentiegebied. We hoeven daarbij niet in één keer van de kelder op de zolder te springen. 2016 mag wat mij betreft best een oefenjaar zijn. Maar dan niet doorgaan met praten maar duidelijk en eenduidig gaan dóen!”

Assad deze impact zou hebben? Het geeft een onrustig gevoel. Sommige mensen in de samenleving roepen bijna in het extreme ‘blijf met je poten van mijn rijkdom af’. En daarbij komt nog eens het manipuleren van de gemoedstoestand van mensen, de huidige volksmennerij. Dat zie je de kop opsteken en dat vind ik onheilspellend. Je ziet gelukkig ook veel mensen, en ik hoop dat die in een royale meerderheid blijven, die menselijkheid en compassie hebben. Mensen die zich kunnen inleven in de positie van anderen en weten dat er meer is dan enkel hun eigen welvaart. Vergeet niet dat aan het begin van de eerste wereldoorlog bijna een miljoen vluchtelingen Brabant binnen kwamen. Die gaven we, met de welvaart van toen, ook een plek. Als je ziet met hoeveel elan mensen daarin ook momenteel willen helpen, dat er op sommige plekken meer vrijwilligers zijn dan

asielzoekers, da’s mooi om te zien.” Om dat nog eens te versterken laat Annemie me de nieuwjaarskaart zien van dit jaar waarop drie jonge mensen naar lichtpuntjes kijken. Bakker

“Toen ik hier kwam wonen, merkte ik dat een broodje bij de bakker kopen op zaterdagochtend me meer tijd kostte dan destijds in Gouda. Dat komt omdat ik hier net even langer sta te ouwehoeren. Het is heel mooi dat je dat verschil in zo’n klein landje toch merkt. Net even meer belangstelling voor elkaar.” Kerst vindt ze de heerlijkste tijd van het jaar. “Ik ga dan nooit op vakantie, ben thuis met vrienden en familie. Dit jaar staat mijn kerstvakantie in het teken van de intrek in mijn nieuwe huis. Ik moet gewoon aan de bak om daar te klussen maar er is niets mooiers om dat nu te kunnen doen.”

Ouder worden

Worsteling

Gevraagd of Annemie op een flexplek zou kunnen werken zegt ze onomwonden en lachend “Ja, echt wel! Alleen ik ben een van de weinigen die het niet doet. Ik ben daar streng op toegesproken maar ik heb me bij de praktische onmogelijkheid neergelegd. Het was en is best een worsteling maar het is voor mij gewoonweg niet functioneel om door de toren te zwerven.” Compassie

Annemie voelt zich niet de geëigende persoon om boodschappen mee te geven aan de wereldleiders. “Maar ik vind het spannende en rare tijden. De bewegingen die op mondiale schaal gebeuren zijn substantieel en dichtbij. De verhoudingen verschuiven heel sterk en ik heb het gevoel dat het snel dichtbij kan zijn. Wie had er een aantal jaren geleden gedacht dat het conflict met

Naarmate ik ouder wordt verschijnen mijn gedachten jonger dan ik als kind ooit was Zij liggen hongerig aan de borst van mijn verbeelding En na het stillen van hun dorst klop ik zacht de ingenomen lucht naar buiten Als voedster en verpleger tegelijk treed ik alle kamers binnen van dit onmetelijk huis waar mijn zwaarmoedigheden somberen achter de ruiten Ik schik hun kussens, kuis hun plaidjes schenk Rooibos en Earl Grey, hun favoriete theetjes Vroeger was alles slechter zeveren zij steevast Zij beseffen echter niet dat zij allang geen deel meer uitmaken van het heden

© Eddie Besselsen |

5


6

Wies van Leeuwen met pensioen

‘Wat je allemaal aan schoonheid tegenkomt!’ Jan Roosen |

Wies van Leeuwen (65) is al sinds provinciehuis­heugenis beleidsmedewerker cultuur en monumenten­ zorg. Hij staat binnen en buiten dat provinciehuis bekend als iemand met een enorme schat aan kennis en kunde. Hij geldt als cultureel inspirator voor menig argeloze collega die eens een praatje met hem dacht te maken. Die constatering beaamt hij bescheiden. Het zal nog moeten blijken of hij het werk kan loslaten.

Of die kunsthistorie in zijn DNA zit? “Bij ons thuis waren ze boer. Daar zat monumentenbehoud niet bepaald in de genen. Mijn moeder zei daarover: ‘Jongen, die oude gebouwen daar kun je toch niet in wonen; die zijn veel te vochtig!’ Ze had haar hele leven in een oude boerderij gewoond, dus ze vond dat helemaal niks. Ik zat vroeger onder de tafel veel te lezen maar hoorde wel alles en vroeg regelmatig ‘wat?’. Waarop mijn tante een keer zei: ‘Gij moet niet zoveel lezen, want ge verleest oe verstand.’ Arendsoog We schrijven eind jaren ’50. Er was niet veel, geen tv, een beetje radio. “Ik kreeg wel eens boek cadeau en dat was voor mij een hele spannende wereld. Een boterham met stroop en dan de boeken van Arendsoog was ultiem. Ik heb ze veel later nog eens herlezen, maar dan met verbazing over de erbarmelijke manier van schrijven. Maar toen vond ik het onwijs spannend.” Wies kreeg destijds aardrijkskundeles van Arjen Kakebeeke, een heemkundige pur sang. “Hij stimuleerde mij richting cultuurhistorie. “In mijn woonplaats Luyksgestel werden tal

van historische panden afgebroken. Dat vond ik wel heel jammer en ik besloot actie te gaan voeren om die gebouwen te behouden. Ik schreef als 17-jarige knaap een brief aan Monumentenzorg, dat het zonde was dat men een pand uit 1737 wilde slopen. Het werd afgebroken op het moment dat monumentenzorg kwam kijken; te laat dus. In die tijd had je de Eindhovense CDA-wethouder Van Elk. Die had als verkiezingsleus: ‘Laat de bouwers bouwen!’ Oude structuren werden volledig afgebroken en daarvoor kwamen nieuwe wegen en flats in de plaats. Ik kreeg het bijna fatalistische idee dat wanneer ik iets moois zag, het morgen weg was. Maar ik kon toch af en toe een spaak in het wiel van de vooruitgang steken. Bedenk wel dat mensen zich vaak prettig voelen in een omgeving waar ze wortels hebben. Waar ze iets weten van de geschiedenis en waar natuurlijk ook nieuwe dingen bijkomen.” Schoonheid Wies werd onderwijzer maar dat beviel niet zo. Hij ging kunstgeschiedenis studeren. Een stap waar hij nooit spijt van heeft gehad. “Je komt tot de ontdekking dat je eigen omgeving heel


7

interessant is maar dat daar nog een hele andere wereld omheen zit. Eerst je eigen regio maar daarna komen excursies naar Toledo, Florence, Parijs. Wat je dan allemaal aan schoonheid tegenkomt!” Hij promoveerde uiteindelijk op leven en werk van Pierre Cuypers, bekend als architect van onder meer het Rijksmuseum en het Centraal station in Amsterdam. Wies inventariseerde met diverse collega’s vanaf 1979 de monumenten voor de provincie. Het resulteerde in een indrukwekkende boekenkast vol rapporten van alle, destijds 131, gemeenten in Noord-Brabant met nauwkeurige omschrijvingen van de 27.000 historische objecten. Daaruit werden weer duizend rijksmonumenten aangewezen waaronder veel kerken, raadhuizen en cafe’s. Opgegeven De monumenten inventarisatie was de basis voor de Cultuurhistorische waardenkaart*. Vanaf het moment dat Wies zijn eerste bezwaarbrief schreef, was toen de cirkel weer rond. “Uiteindelijk zijn er duizend Brabantse objecten uit de periode 1850-1940 op de Rijkslijst gekomen; eigenlijk nog best weinig. Maar het klimaat is er wel door veranderd. Monumentenzorg had ons land destijds vrijwel opgegeven, en trok zich terug op projecten als Woudrichem en Heusden die spic en span gerestaureerd werden tot de sfeer van de 17e eeuw en Orvelte tot de 19e eeuw. De rest was min of meer opgegeven. Maar toen daarna de binnenstad van Den Bosch als beschermd stadsgezicht werd aangemerkt, kon de Dieze niet meer gedempt worden. Hele blokken konden niet meer gesloopt worden ten faveure van de nieuwbouw. Daaruit ontstond steeds meer historisch besef. Men ging zich vanaf begin deze eeuw bij nieuwe ontwikkelingen baseren op het oude en dat meenemen in nieuwe projecten: de Belvederegedachte. Je moet dan wel blijven opletten. Niet kost wat kost alles terug naar de oervorm willen

brengen, want daarmee verloochen je wel de ontwikkelingen die er in de eeuwen hebben plaatsgehad.” Grumpy Wies heeft zorgen over de kaalslag die er als gevolg van inkrimping van personeel en overheveling van taken naar gemeenten ontstaat. Dat ging deels doormiddel van natuurlijk verloop, zo werd gezegd. Waarop ik bij de provincie de opmerking maakte: ‘Ah, nu ken ik mijn plaats.’ Mensen kunnen straks nauwelijks nog terecht met hun vragen, want de kennis en kunde raakt versnipperd of verdwijnt zelfs. Sparren met collega’s over vraagstukken gaat steeds moeilijker vanwege deeltijdwerken of het simpelweg ontbreken van die collega’s. Op cultuur wordt trouwens altijd als eerste bezuinigd. Als er momenteel al een gemeentelijke monumentenambtenaar wordt aangewezen, dan heeft hij of zij voor die taak zo’n twee uur per week beschikbaar. Dat werkt natuurlijk niet. Maar ik moet wel oppassen dat ik geen grumpy old man word als ik daarover praat.” Verhalen “Paul Schnabel (voormalig directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, red.) zei pas: ‘Je hoeft geen kennis meer te hebben, want alles staat op internet.’ Klopt deels, maar als je kennis verwerft, ben je op een bepaalde manier met je hersens bezig. En dat is niet hetzelfde als iets op internet opzoeken. In de toekomst gaan we ons bij cultuur bezighouden met ‘de verhalen van de Brabanders’. Die moeten we dan wel kunnen vertellen. Jan van Oudheusden, provinciaal historicus, heeft op verzoek van de provincie twee boeken geschreven over de geschiedenis van de Brabanders: Verhalen van Brabant en Erfgoed van de Brabanders. De belangrijkste gebeurtenissen uit de geschiedenis van Brabant en wat er aan historische herinneringen nog van over is, zijn daar mee vastgelegd. Dat stemt tevree.”

Vrees Wies maakt zich nog meer zorgen. Als opvolger van twee van eerder door hem geschreven boeken Langs de oude Brabantse kerken schreef hij De honderd mooiste kerken van Noord-Brabant. “We wilden eigenlijk met het bisdom de afspraak maken dat zij die kerken in ieder geval zouden open houden. Maar nu al zijn er daarvan al zo’n stuk of vijf dicht. En ik vrees dat er de komende jaren tussen de twee- en driehonderd kerken dichtgaan. Er moet goed worden nagedacht wat daar vervolgens mee gebeurt. Afbreken kun je ze maar één keer. De meesten krijg je niet rendabel, maar ze vormen het middelpunt van een stads- of dorpskern en hebben een belangrijke waarde. Er wordt vaak door veel partijen enorm over gebakkeleid. Het is geen uitzondering dat eventuele herbestemmingen twintig jaar op zich laat wachten.” En vaak eindigt het toch met sloop. Brutalistisch Muziek- en erfgoedonderwijs staan onder druk vanwege de eerder genoemde bezuinigingen op cultuur. “We hadden eens een project voor de scholen in Den Bosch rondom bouwkunst. Verschillende scholen gaven aan daar helemaal geen tijd meer voor te hebben. Dat vond ik heel zonde. Ach, er komt ook wel weer een tegenbeweging. ErfgoedBrabant is nu bezig met educatieprojecten voor de basisscholen. Het is goed dat je op jonge leeftijd in aanraking komt met erfgoed, muziek en mooie dingen. Dat heeft invloed op je. In de pubertijd neem je daar afstand van maar later komt dat terug en dan heb je die basis al gehad. Die afstand of tijd heb je soms zelfs nodig. Toen ik op het provinciehuis kwam werken, vond ik het aanvankelijk een afschuwelijk brutalistisch betonnen gebouw van die Maaskant met zijn staal en beton en glas. Maar nu vind ik het heel bijzonder gebouw, prettig om in te werken, waar die Maaskant heel goed over heeft nagedacht.”


Geraniums Wies geeft aan dat hij eerst geraniums moet kopen om erachter te gaan zitten na zijn pensionering. Hij is bijna klaar met een ‘klein’ boek over architect Cuypers. Een beknopte versie van zijn eerder verschenen grote werk, aangevuld met wat nieuwe elementen als brieven en beeldmateriaal. “Verder moet ik een boek maken over het orgel van de Sint Jan, er komt een boek over de gesloopte Brabantse kerken en een boek over kastelen en voorname huizen. Dus ik moet nog wel wat schrijven en er zijn nog wat karweitjes voor de Stichting ‘s-Hertogenbossche Monumentenzorg.” Hij neemt er wel zijn tijd voor en is niet van plan zich te laten opjagen. Voor Wies geen sportschool om fit te blijven maar fietsen en wandelen. Luisteren naar harmonieuze (orgel)muziek, het liefst van Bach. Het wordt wennen zonder collega’s, “want boeken schrijven is een solitaire bezigheid.” De komende jaren dus ook geen tijd voor geraniums en daar verkneukelt hij zich toch ook wel op.

8

*Digitaal overzicht van Brabantse landgoederen, heidevelden, oude klooster- en fabriekscomplexen, vestingwerken, monumentale bomen en bodemvondst met archeologische en bouwkundige monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten.

Het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Brabant heeft een van de Brabant Bokalen van 2015 toegekend aan Wies van Leeuwen. Hij ontvangt dit eerbetoon voor zijn inzet voor behoud en ontwikkeling van erfgoed in het algemeen en voor religieus erfgoed uit de 19e en 20e eeuw in het bijzonder. Daarnaast is hij schrijver van boeken over (religieus) erfgoed, zoals De 100 mooiste kerken van Noord-Brabant. De onderscheiding is een eerbetoon voor personen die zich als vrijwilliger inzetten voor de Brabantse cultuur en natuur. Het cultuurfonds kent de Brabant Bokaal sinds 2008 toe aan maximaal 3 personen per jaar. De Brabant Bokaal wordt dit jaar uitgereikt tijdens de viering van het 75-jarige bestaan van het Prins Bernhard Cultuurfonds op maandag 16 november.


KORTOM

Het jaarlijkse seniorenuitje is vanaf 2016 te vinden in het koelvak, bij de Hollandse nieuwe

Kleine filosofie: waar een wil is, is een omweg

Kunstige opdruk op het toiletpapier zegt iets over de manier waarop wij menen te kunnen omgaan met ons cultureel erfgoed

Klinische diagnose: Doet u maar gek, dan doet u al gewoon genoeg

Kwestie van beschaving: omdat overleg geen uitkomst bood hebben we onze burenruzie beslecht met bladblazers

Als bomen zouden besluiten op hetzelfde moment hun bladeren te laten vallen zou dat een nieuw probleem geven

Steeds vaker zie je op straat mensen die in zichzelf lijken te praten; vaak blijkt het dan om sociomedial communicatie te gaan

Literaire paradox: Zij/hij was met stomheid geslagen maar haar/zijn gezicht sprak boekdelen

Met een knipoog naar Einstein: Ook een slechtziende kan baat hebben bij een blind date

Kennelijk is het niet kies om bij de beoordeling van games de kwalificatie ’kiloknallers’ van toepassing te verklaren

Toppunt van ijdelheid is een portretfotograaf die uitsluitend selfies maakt

Standaard-antwoord bij de promotie van de Alzheimer socks; „Ja, klopt, en ik heb thuis nog zo’n paar”

| door Thomas Tol •

Gefrustreerde advocaat: „Mijn client beroept zich op zijn zwijgrecht; ik heb daar geen goed woord voor over”

Sick joke commercial: tgv de aandoening van Johan C. een pakje sigaretten op de markt brengen met 14 stuks inhoud onder de merknaam „Happy End”

Geheugensteuntje: Piggelmee en zijn vrouwtje woonden inderdaad in een duinpan

Een flexibele werkhouding is iets dat je hooguit voor jezelf als lastig kunt ervaren

haiku 2016 donker neigt naar licht schaduwen alom terzij waar en waarachtig

donderdag 11 februari 2016 om 14.30 uur KOFFIE-UURTJE SENIOREN Johan de Visser | Ons koffie-uurtje op donderdag 11 februari om 14.30 uur wordt verzorgd door Rien de Visser. Hij geeft zijn presentatie de titel: ‘ZIE HIER! Wij verkopen 77 kasteelhoeven’. Het gaat over zijn pas verschenen kijk-, kennis- en verhalenboek als resultaat van een onderzoeksproject dat de pachtboerderijen van Kasteel Heeswijk in beeld brengt. Zijn zoon Florian tekende voor het concept, enkele scenorama’s en de vormgeving. U bent van harte welkom. Ik zie u graag op 11 februari. PS. Voor de volgende koffieuurtjes 2016 zijn de middagen van 14 april, 8 september en 10 november gereserveerd. En er wordt gesproken over een seniorendag op dinsdag 7 juni. Een en ander als er althans voldoende budget beschikbaar is. Houdt de PIB en uw brievenbus dus goed in de gaten.

9


10

Commissaris Wim van de Donk:

‘De oude routines zijn nog te veel dominant’ Jan Roosen |

Een afspraak met commissaris Wim van de Donk is een kwestie van goed plannen. De agenda zit ramvol. En op het afgesproken uur, op de juiste plaats piept er dan toch nog even een cameraploeg van Omroep Brabant tussendoor voor een snelle opname. De ontvangst is er niet minder hartelijk om. Samen met Wim van de Donk kijken we naar een aantal actuele zaken binnen en buiten het provinciehuis en soms ver daar buiten. Vluchtelingen

“Er speelt natuurlijk enorm veel. Allereerst denk ik dan deze weken aan de zorg voor de opvang van de vluchtelingen. We stemmen daarbij samen op zijn Brabants af. Allemaal aan één tafel en duidelijk krijgen wat we bij de onduidelijkheid die er aanvankelijk was, kunnen doen. Dat is nu op orde. De opdracht is in mijn ogen om de crisis zo te managen dat de kansen niet kapot gaan. We naderen het Kerstfeest, en in dat licht is het wellicht gepast de door Emmanuel Levinas indringend onder onze aandacht gebrachte gedachte van het appél dat uitgaat van het aangezicht van de Ander in herinnering te brengen. Elke vreemdeling zou wel eens de Heer zelf kunnen zijn. Dus je moet altijd een plaatsje aan tafel vrij houden. Die opdracht om open te staan voor anderen is niet gemakkelijk, nu ook niet. Maar het is wel onze humanitaire opdracht. De menselijke waardigheid vraagt om actieve actie, en om offers. Los van het humanitaire aspect zie ik overigens ook een enorme kans. Volgend jaar verwelkomen we de 2,5 miljoenste Brabander. Maar let op: dat is ook wel het hoogste aantal dat we zullen bereiken. We vergrijzen en krimpen en de voor onze arbeidsmarkt beschikbare doelgroep neemt met 10.000 personen per jaar af. Het systeem is nu zo dat nieuwkomers gemiddeld twee jaar op de bank zitten en niet worden opgeroepen te gaan werken, terwijl ze dat zelf dolgraag willen. Er zal stellig een aantal van hen hier blijven en het is in ons en hun belang om ze zo snel als mogelijk in onze samenleving te absorberen. Het is niet iets van de afdeling gemakkelijke oplossingen, maar met vereende krachten moet het te hanteren zijn om verhoudingsgewijs 6 vluchtelingen op 1000 Brabanders op te nemen. Daar werken we samen met alle burgemeesters en betrokken partijen heel hard aan.” Bijlen

“Het Brabantse bestuursmodel van samenwerken en met z’n allen aan de bak, werkt fantastisch. Dat werd nog eens bevestigd deze week door premier Rutte die zijn enthousiasme voor onze aanpak niet onder stoelen of banken stak. Daarnaast zijn er natuurlijk zeer terechte zorgen. Die moet je niet wegduwen.


11

Je moet als bestuurder ook luisteren naar wat er onder de bevolking speelt. Maar zoals het die avond in Steenbergen is gegaan, daar moeten we ons diep voor schamen. Intimidatie en bedreiging zijn als bijlen aan de wortel van de samenleving die wij verdedigen: dat is de samenleving van democratie en rechtsstaat. Ik zie overigens wel dat we grote groepen in de samenleving van ons hebben vervreemd, mensen die zich terecht zorgen maken over de toekomst. Er zal meer met elkaar moeten worden gesproken. Dat gebeurt te weinig. In de media worden emoties uitvergroot. Die emoties zijn er niet om te worden weggedrukt, maar vragen om een echt gesprek, gevoed door feiten. Daar waar angst en onzekerheid regeert worden zelden goede beslissingen genomen. ” Schoenveters

Wim van de Donk ziet een zorg en een kans op gebied van bedrijven die de juiste mensen zoeken. “Er zijn veel bedrijven met vacatures. Vooral technische mensen zijn nodig die vooralsnog alleen in het buitenland te vinden zijn.” Als voorbeeld geeft hij zorgen van ondernemers die stellen dat ze MBO-ers bij wijze van spreken nog moeten leren de schoenveters te strikken. “Die beginnen pas met de opleiding als ze in dienst komen. Ondernemers pleiten ervoor om docenten stage te laten lopen. Ik maak me zorgen over die aansluiting onderwijs en arbeid. Het staat al jaren op de agenda maar er moet een stevig tandje bij om dat op orde te krijgen. Eigenlijk zou de provincie en niet Den Haag over het beroepsonderwijs moeten gaan. Ik ben een fan van wat ik graag omschrijf als regionomics of mesoeconomie, het niveau van de economie waar met een institutioneel weefsel de verbindingen heel hecht zijn. We hadden vorige week nog alle voorzitters van de ROC’s op bezoek om het Brabantse netwerk nog weer eens met elkaar in verbinding te brengen. Ik heb daar mijn zorgen nog eens naar voren

gebracht en de dreigende tekorten van goed opgeleide ambachtslieden de Achilleshiel van onze dromen genoemd. We moeten de goede jonge mensen opleiden en tijdig uit de kaartenbakken trekken waar er nu nog veel te veel in zitten. We kunnen geen jongere verspillen in Brabant is de boodschap. Ik heb zeer veel waardering voor de enorme inzet die gedeputeerde Pauli op dit dossier laat zien.” ‘Triple A-bestuur’

“En dan is er nog de nieuwe omgevingswet die eraan komt. De uitnodiging daarin om anders te gaan nadenken over planologie, een van onze kerntaken, wordt de komende tijd nog een stevig avontuur. Allemaal thema’s die met binnen en buiten samenhangen natuurlijk. Kijken we vervolgens naar de organisatie aan de binnenkant, dan zijn er best wat zorgen. De onvermijdelijke verandering van oriëntatie op wat met een duur woord ‘opgave gestuurd werken’ heet, krijgen we nog onvoldoende voor elkaar. De oude routines zijn nog te veel dominant terwijl het op een nieuwe manier moet. Met een knipoog naar de financiële wereld noem ik dat, ‘Triple A-bestuur’. Je formuleert samen met de verschillende partners ambities, maakt heldere afspraken en kneedt allianties die nodig zijn om resultaten te boeken. Het bestuur wordt steeds minder gelegitimeerd aan de voorkant (de vierjaarlijkse verkiezingen), maar steeds meer aan de achterkant, op wat het doet, realiseert en levert. Niet meer praten maar doorpakken. In de cultuur van het leiding geven in huis mag daar wat steviger aandacht voor komen. Dat is lastig want mensen houden eigenlijk niet zo van verandering. Maar ik vind dat we risico’s lopen als we dat als organisatie niet goed doen. Ik maak me zorgen over het tempo. Je wilt iets verwezenlijken en voor je het weet, verzandt het weer in

stroperigheid en bureaucratie. Inkoop- en aanbestedingsprocedures zijn daar een voorbeeld van, ook in de economie. Marktwerking verwordt soms tot marktbureaucratisering. Ik heb dat ook op de agenda gezet om daar kritisch naar te kijken. Het systeem van aanbesteding; levert dat nou echt de maatschappelijke revenuen op die we ervan verwacht hadden? Ik waag dat te betwijfelen. De transactiekosten zijn hoog, wellicht ook te hoog in relatie tot de maatschappelijke baten.”


12

projectmatige manier van werken laat zien waarvoor we het doen, wanneer het klaar moet zijn en wie er mee doet. Dat geeft een positieve dynamiek en de mensen zijn trots op de resultaten die we boeken. Ik ben echt trots op de vele resultaten die we boeken, we laten ze alleen soms nog te weinig zien.” Feestje

Passie

Aan de andere kant gaat er volgens Wim van de Donk ook heel veel goed. “De nieuwe manier van het projectmatig werken werpt op diverse punten zijn vruchten af. Danone gaat een babyvoedingsmiddelenfabriek bouwen in Cuijk met een investering van € 240 miljoen. Daar is enorm hard aan gewerkt met de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) en intern via Marnic Aarts als projectleider. In de lijn van het erfgoed worden fantastische projecten gerealiseerd waar mensen met grote passie en bevlogenheid aan werken. Die

“Ik ben trots op het college en ook op de Staten waar we met veel elan en betrokkenheid mooie dingen doen. Ik ben enorm trots op wat Christophe van der Maat bereikt heeft in het lastige dossier van de bereikbaarheid in en van de ZuidOostregio. Ook hier stelt zich het vraagstuk van het organiseren van trots. Kijk bijvoorbeeld naar het realiseren van de prachtige weg bij de Efteling. Een politiek, technisch en bestuurlijk lastig dossier. Maar wat is het mooi geworden. Maar laten we dat aan al die bezoekers van de Efteling en anderen die daar rijden eigenlijk wel voldoende bekend? Dat mag wel eens wat meer uitgelicht worden. Wat ik ook een fantastisch voorbeeld vind, is het Biesboschmuseum in Werkendam. Daar hebben wij als provincie het verschil gemaakt. We hebben de aanvankelijke plannen teruggestuurd omdat we ze niet ambitieus genoeg vonden. Gezamenlijk hebben we dat opgekrikt. Ik noem de Noordwaard met het project Ruimte voor de rivier. Kijk eens hoe mooi en veilig het er nu erbij ligt! We doen dus heel veel mooie dingen voor Brabant.

om daar nog meer van te maken, kijk maar eens naar de mooie website van onze provincie.” Stijl

Hij is ook trots op het werk dat architect Vincent Panhuysen heeft gedaan en blij met de cultuur van de gastvrijheid bij binnenkomst en de nieuwe ingang voor het personeel. “Wel moeten we waken dat het niet weer verrommelt.” Op de vraag of hij naar aanleiding van de laatste verbouwing ook op een flexplek zou kunnen werken, klinkt het onomwonden: “Nee! En ik wil het ook helemaal niet, het zou niet erg praktisch zijn. Als je kijkt naar het aantal en soort van afspraken in mijn agenda en daarbij de transactiekosten voor verhuizing optelt… Ik zie wel de voordelen, dat je daardoor meer in verbinding bent. Maar tegelijkertijd schrik ik van de opmerkingen die ik hoor dat de onderlinge contacten weliswaar veelvuldiger maar ook vluchtiger worden. Anderen zijn weer razend enthousiast. Moet ook beetje bij jouw stijl passen. Ik heb er wel discussie over gehad met een directeur van een groot bedrijf die vindt dat hij zelf ook het voorbeeld moet geven. Ik ben onlangs heel bewust ook bij alle afdelingen op bezoek gegaan. Dat was niet alleen informatief, maar ook erg fijn om alle medewerkers rechtstreeks te spreken. Ik wou dat ik daar iets meer tijd voor had. Maar de agenda is, gerelateerd aan de functie, enorm extern gericht.” Zelfreflectie

Maar nogmaals, we sluiten heel veel dingen af zonder expliciet het feestje met elkaar te vieren. In Hasselt hebben we ons collegeakkoord gepresenteerd met behulp van nieuwe visuals. Men was stik jaloers op de manier waarop we dat met een paar raak gekozen beelden lieten zien. De communicatieve dimensie van beleid vind ik in algemene zin nog teveel ondergewaardeerd; moet veel meer ruimte krijgen. We hebben talent genoeg in huis

Bij de vraag van wat hij de wereldleiders zou willen meegeven komt lachend: “Brabant waarschuwt voor de laatste keer! Maar serieus, ik vind dat je moet durven kiezen voor stevige ambities. Ik maak me in dat verband zorgen over Europa. Iedereen die vragen stelt over het huidige functioneren daarvan wordt gezien als een scepticus. Ik vind dat je daar reële vragen over kunt stellen en veel pragmatischer kunt kijken naar wat er gebeurt. En ik lig wakker van hoe dwaas we in het Midden-


13

Oosten zijn bezig geweest. Dat we met een betrekkelijk naïef idee de democratie en mensenrechten ‘daar wel even gingen doen’. Kijk wat we in Irak en Libië gedaan hebben en wat we nu in Syrië doen. Je kunt met dergelijke leiders waarschijnlijk beter een accomoderende lange termijn strategie hebben dan ons model daar meteen volledig in te zetten. Enige zelfreflectie op wat we daar momenteel doen en wat onze toekomstige agenda wordt, is daar op zijn plaats. Analoog aan het boek van Dominique Moïsi ‘de Geopolitiek van emoties’ dat schetst dat we heel goed moeten bestuderen hoe die continenten momenteel in hun vel zitten. Misschien moeten we wat vaker op dat niveau bij elkaar komen. Het Westen heeft erg veel moeite om te wennen aan het idee dat de wereld verandert. Dat we niet meer de hegemonie hebben die we hadden. Een beetje bescheidenheid zou ons wel passen.” Tenslotte de vraag naar de beleving van Kerst. “Een hoogfeest in de kerk. Een ultieme reset en de mogelijkheid voor een nieuw begin. Het heeft een diepe menselijke betekenis. Ik doe mee aan de clichés van donker en licht. Dit jaar zit ik met Kerst overigens voor het eerst buiten het oude Romeinse rijk, in de verre Oriënt. Met ons gezin in verband met ons 25-jarig huwelijk en de belofte aan onze kinderen om een verre reis te maken. Ik zie er naar uit: waarheen we gaan is minder belangrijk dan dat we eens echt een tijd samen op pad kunnen. In dit soort werk levert het gezin natuurlijk in, die brengen het echte offer. Maar dat geldt natuurlijk niet alleen voor mij. Ik hoop dat na al het harde werken van het afgelopen jaar, wij allemaal de tijd kunnen nemen voor gezin, familie en vrienden die je die dagen wat intensiever kunt zien. Zalig Kerstfeest!” En voor we de deur uit zijn, staat de volgende delegatie al weer met één been in de kamer.

LOS

vast

De kerst komt eraan verheugt u in de Heer te allen tijde, in deze donkere dagen lonkt het licht. Jozef, die timmerman is, gaat op weg naar Betlehem om zich te laten registreren, samen met zijn vrouw Maria, die zwanger blijkt te zijn. Hoe dat nou kan, vraagt hij. Ik geef onmiddellijk toe, eenvoudig is de kwestie niet: in het begin heeft de Heer de naakte mens gemaakt, verschoond van goed en kwaad, maar toen toch niet voorzien hoe door en door slecht een aangeklede mens kan zijn. Om daar een einde aan te maken, heeft mijn Geest er voor gezorgd dat Maria in de nacht van kerst mijn Zoon in Betlehem kan baren. Betlehem is de ommuurde stad waar vandaag de dag islam en christendom, gescheiden van het jodendom, in vrede naast elkaar bestaan. De kerst komt eraan: in deze donkere dagen lonkt vandaag ook licht vanuit een blij Parijs. In Dussen is het klimaat bewolkt met lichte regenen zo’n zeven graden. Morgen is er weer een dag, is mijn verwachting. Ad Los/13 december 2015


14

Nelly Dijkman-Haas:

‘Ik was niet zo onder de indruk van status’ Jan Roosen |


Nelly Dijkman-Haas (90) kwam maart 1962 bij de provincie in dienst, dus nog in het gebouw aan de Waterstraat. “Mijn man vond het eigenlijk helemaal niet nodig dat ik ging werken. Maar we kwamen vanuit Rotterdam wonen in Den Bosch, ik kende er niemand en verveelde me een ongeluk. Mijn dochter ging naar het gymnasium en kwam tussen de middag niet meer thuis. Daar zat ik helemaal alleen.” Ze begon op de typekamer bij juffrouw Buenen. Veel later werd ze zelf hoofd van diezelfde typekamer en vervolgens afdelingssecretaresse. “Ik kwam als schrijver, werd toen schrijver, hoofdschrijver, adjunct-commies. Volgens juffrouw Buenen, moest je daar vroeger 25 jaar over doen! Als secretaresse later werd dit gevolgd door adjunct-commies A, commies en commies A. In die tijd heb ik ook bij ziekte en vakanties van Ineke Verschuren haar vervangen als secretaresse bij griffier Bogaerts. Ze was destijds de eerste en enige getrouwde vrouw die hele dagen ging werken. “Eigenlijk hoorde dat vroeger niet. Net zoals met vrouwen die studeerden.” Voornaam

“Het was in die tijd nog niet gebruikelijk om elkaar bij de voornaam te noemen. Ik zat op een kamer, waar ook de 5e afdeling (cultuur) zat. En daar komt Pascal van de Noort binnen. Die zegt tegen me: ‘Hoe heet jij?’’ Ik zeg, dat staat toch op de deur: mevrouw Dijkman!’ Hij weer: ‘Ja, dat weet ik wel, maar hoe heet je met je voornaam?’ Ik zeg: ‘Nelly’. ‘Okee’, zegt hij, ‘Nelly, kom je dan straks koffie drinken bij Baptist Bouwman want die is jarig.’ We noemden elkaar alleen binnenskamers bij de naam, onder elkaar.” Adel

Nelly heeft nooit achterwaarts schrijdend een kamer van een van de directeuren of bestuurders verlaten. “Ik was niet zo onder de indruk van status op dat gebied; vond dat een beetje flauwekul. Er liep nog heel wat adel rond: Van Rijckevorsel van Kessel, Michiels van Kessenich, Hoynck van Papendrecht. Ik zei altijd ’die mensen houden ook aan het eind van de maand de hand op’.”

De afdeling Interne dienst bestond toen uit typekamer, paspoorten en rijbewijzen, archief, garage, technische dienst, postkamer drukkerij, centrale inkoop en registratie. In totaal een kleine 170 mensen. “Je kende na verloop van tijd zoveel mensen; het was erg leuk. De mensen waren allemaal zo aardig.” Henk Stam, de eerste voorlichter van Nederland, kwam expliciet aan Nelly vragen om de voorloper van de PIB te typen. Een A-viertje met opsommingen van gebeurtenissen en soms iets over personeelszaken. Gouden kranen

En de ontwikkelingen gingen rap. Er verscheen een zogenaamde composer; een voorloper van de computer waarin allerlei teksten al verzameld konden worden. “De eerste computer die in het nieuwe provinciehuis verscheen, was zo groot dat ie niet in een kamer paste, maar op de derde verdieping stond.” Het Statenwerk kwam erbij samen met de heren Bolsius en Van de Avoird. Er was een Statenlid van de Boerenpartij, de heer van Schilt. Een echte boerenman. Hij vertelde dat hij naar Engeland was geweest om een Rolls Royce te kopen. Die man stikte van het geld. Een paar weken later kwam er voor ons huis een auto aangereden: Van Schilt met zijn Rolls en zijn vrouw. Kwam zo maar even op bezoek. Hij was altijd erg aardig en nam wel eens cadeautjes mee of souvenirs van vakanties. Ik stond op een bijzondere manier in zijn belangstelling. Samen met mijn man ben ik in zijn woonplaats Oud Gastel wel eens op bezoek geweest in een bungalow waar je U tegen zei. Hij had een badkamer met gouden kranen. Zijn vrouw kon ik niet verstaan, zo plat als ze praatte. Beetje vreemd allemaal, maar wel heel hartelijk.” 15


niet verwacht.” We bladeren een aantal fotoboeken door waar we vele oude bekenden tegenkomen. Rijbewijs

Nelly werd lid van de bridgeclub en is vorig jaar nog toegetreden tot de jeux de boules vereniging in haar woonplaats Berlicum. In het begin van haar pensionering miste ze het werk en de contacten heel erg. Vanaf dat moment is ze dan ook een fervent bezoeker van de koffie uurtjes voor senioren. “Ik denk dat ik de meeste heb bijgewoond, vanaf het begin af. Maar soms zit je met een man of twaalf, terwijl er zó veel meer gepensioneerden zijn en de onderwerpen zo de moeite waard zijn. Het is overigens voor mij een heel gedoe. Ik ben zo’n anderhalf uur kwijt om via twee bussen op het provinciehuis te komen.” Ze durft de reis niet meer aan met de auto hoewel ze die nog steeds heeft en onlangs weer, zonder beperkingen, een nieuw rijbewijs heeft gekregen. De dienstdoende arts wees zijn assistente erop dat het medisch vragenformulier alleen maar ‘nee’-antwoorden opleverde. Dat had hij met een 90-jarige nog nooit meegemaakt. Ik stelde dat het gewoon een kwestie is van doorademen. Bij ontvangst van het nieuwe rijbewijs kreeg ik ook nog te horen dat ik vanaf heden ook een tractor mocht besturen!” Bewegingsvrijheid

Aanvankelijk was er, ook in het nieuwe gebouw nog wel sprake van enige afstandelijkheid tussen de verschillende rangen. Maar langzaam werd het allemaal wat toegankelijker. “Met commissaris Jan van der Harten had ik goed contact. Hij was altijd heel attent en informeel.” Er bleef contact nadat hij zelf met pensioen was gegaan. Ze toont met gepaste trots een paar in sierlijk handschrift geschreven persoonlijke bedankbriefjes. “Ik deed met veel plezier mijn werk in de Staten. Zorgde ervoor dat de Statenleden werden voorzien van alles waar ze om vroegen en hield presentielijsten bij. Door het werken met die Statenleden werd je bewegingsvrijheid in huis een stuk ruimer. Je kwam overal gemakkelijker binnen. Ik kon zelfs secretaresse worden bij een gedeputeerde. Maar juist vooraf aan die belofte, bleek al een kandidate aangenomen te zijn voor diezelfde functie. Een procedurefout die in mijn nadeel werkte met excuses van de betrokken gedeputeerde…” Lintje

“Afdelingshoofd Henk Gevers zei op een dag: ‘Ik ga met de VUT’. Ik vroeg meteen wat er dan met mij gebeurde, want ik werkte al meer dan tien jaar voor hem met heel veel plezier. Daar had hij nog niet over gedacht en ik vond dat hij dat maar eens gauw moest doen. Want ik wilde niet meer terug naar een afdeling. Het was nog in het tijdperk met Dries van Agt als commissaris. Wat later vertelde Henk me dat ik ook weg mocht, met vervroegd pensioen. Dat was december 1985. Ik kreeg er bij mijn afscheid ook nog een lintje bij, de eremedaille in zilver van de Nederlandse leeuw. Ik was daar nogal verbaasd over, had het helemaal 16

Sterk geslacht

De vitaliteit kwam haar aanvankelijk niet aanwaaien. Want ze kwam op de wereld als baby van 17 ons. Daarna maanden in het ziekenhuis doorgebracht. Ondanks die valse start vindt Nelly dat ze ‘toch nog een grote meid is geworden’. De laatste kinderziekte die ze kreeg, roodvonk, leverde nog zes weken quarantaine in het ziekenhuis op. Behoudens een longontsteking is ze daarna nooit meer ziek geweest. Haar jongste broer van 84 heeft nog steeds een actief vliegbrevet. Drie broers van haar Zeeuwse oma werden allen 100; een sterk geslacht dus. Cruise

Maar ze loopt nog wel tientallen keren per dag de trappen in huis op en af; ook naar de zolder waar ze nog een vlizotrap heeft vervangen door een vaste. Twee keer per jaar zoekt ze een georganiseerde vakantie uit, waar ze steevast aansluiting vindt bij diverse mensen uit het reisgezelschap. Afgelopen jaar maakte ze voor het eerst een cruise met de Holland-Amerikalijn naar de Middellandse zee. Ook volgend jaar wil Nelly weer, twee keer, naar een mooie vakantiebestemming. Aanleunwoningen, laat staan bejaardentehuizen zijn besteed aan Nelly. “Oh nee geen denken aan. Ik heb een paar jaar geleden nog alle deuren en ramen in huis laten vervangen en mijn balkon vernieuwd. Haar oog begint te tranen en ze zegt: “Kijk dat zag ik vroeger bij oude mensen gebeuren en nou heb ik het zelf. Kan ik niet uitstaan!”


Jeroen Mulder over intern kunstbeleid:

‘Kunst moet schuren’ Peter Penders |

“Het was Cees Meijs die drie jaar geleden, nog vóór de verbouwing, aangaf dat er na die verbouwing minder vierkante meters wand zou zijn om kunst op te hangen. Hij vroeg mij en een paar andere collega’s om daarover mee te denken. Ik was destijds nog van de afdeling Cultuur en hield me daar onder meer bezig met beeldende of visuele kunst.”

Kerncollectie

“De recente vraag was eigenlijk of er een collectieof kunstenplan kon komen, want dat was er niet. Bij de oplevering van het gebouw was sprake van een kerncollectie, in opdracht gemaakt speciaal voor het nieuwe provinciehuis. Die kerncollectie bestond onder meer uit een aantal wandtapijten of textiele werken, glasplastieken, bronzen deurknoppen, de ‘dikke’ deur van de Statenzaal en de plastiek van Karel Appel in het bedrijfsrestaurant. Maaskant sprak in de jaren ’70 al de hoop uit dat het provinciehuis geen jaren ’70 gebouw zou blijven, maar een gebouw dat dynamisch zou blijven veranderen. Dat is wel gelukt tot op heden. De overige kunst in huis bestaat uit aangekocht werk 17


en schenkingen of (representatieve) giften. Dat laatste varieert van leuke plastic hebbedingetjes tot serieus werk. Het stond in het depot of hing in het gebouw. Ik heb op verzoek een collectieplan geschreven waarin wordt uitgelegd waarom we kunst verzamelen.”

GS kamer hingen tijdelijk werken van studenten van St. Lucas in Boxtel en van de Design Academy. Wim van de Donk schoot me daarop eens aan met de opmerking dat hij het vermoeden had dat er door de omringende kunst soms betere besluiten genomen waren. Je gaat dus wel nadenken over wat waar moet hangen…”

Museum

Zo’n tien jaar geleden is vanwege de bezuinigingen gestopt met collectioneren. Maar dat we belangwekkende kunst in huis hebben, kun je aflezen aan de gemiddeld 25.000 bezoekers die per jaar de kunst in huis komen bekijken. Menig museum zou jaloers zijn op dat aantal. We zijn dus min of meer ook een middelgroot museum. “Ik heb het ooit een ‘werkplaats voor bestuurlijke vernieuwing’ genoemd. Provinciehuis klinkt zo 18e eeuws.” Het kunstbeheer kostte Jeroen langzamerhand wel steeds meer tijd en daar komt nu nog het ophangen ervan op de verdiepingen bij. Waarbij overigens zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de wensen van de bewoners. “We proberen om stukken thematisch op te hangen. Dus niet van alles door elkaar om het maar te hebben hangen. Daarbij heb ik regelmatig leuke gesprekken met collega’s over de collectie. Zo hebben we ook een aantal donkere werken; sombere stukken uit de jaren ’70. Mensen worden daar soms zo verdrietig van dat ze me daarover ’s avonds laat nog een mailtje sturen. En één keer werd gedreigd om een bepaald werk uit het raam te gooien; dat zijn heldere standpunten. En natuurlijk heeft iedereen een voorkeur. Maar veel mensen zijn blij met de kunst die hen voorlopig is toebedeeld. Voordeel is dat je nu van bureau en plek kunt wisselen en eventueel ook bij je favoriete kunst kunt werken. We kunnen niet aan individuele vragen voldoen want dan is het hek van de dam. Kunst moet schuren dus je hebt soms tijd nodig om ergens aan te wennen. In de

18

Slimme tapijten

In verband met de verbouwing verhuisden een aantal textiele werken tijdelijk naar het Stedelijk museum in Amsterdam. “Die waren erg blij met de in bruikleen gegeven wandkleden.” Wat Jeroen betreft zou textiel de rode draad van de collectie moeten worden. In Brabant hebben we van oudsher een traditie in textiel en industrie. Vlisco en de AaBee fabrieken met hun dekens van vroeger, zijn momenteel high-tech bezig. Truitjes die een signaal geven als je niet rechtop zit, kleren die masseren, textiel voor in auto’s en vliegtuigen dat gemakkelijk is te reinigen en brandvrij is. We hebben in Brabant dus een grote collectie waaruit we kunnen putten. “Je vindt veel textielkunst in de eerste twee lagen en op de 23e verdieping maar daar tussenin zou het ook hier en daar niet misstaan. In de toekomst zou je kunnen denken aan uitbreiding met bijvoorbeeld slimme tapijten waarover je bezoekers gericht kunt sturen. Die worden momenteel ontwikkeld bij de TU Eindhoven. Je kunt daarop inloggen en vervolgens word je via verlichting over de vloer naar je bestemming geleid. De verschillende kleuren op de verdiepingen bij de liften zouden gecombineerd kunnen worden met vergelijkbare textiele werken van bijvoorbeeld Brabantse kunstenaars Marc Mulders of Kiki van Eijk. Tegelijk moeten we voor de collega’s goed ontsluiten wat er in huis is en dat aanbieden op Brain. Via fascilitor is het binnenkort mogelijk om aan de hand van omschrijving en foto een kunstwerk aan te vragen


voor een bepaalde tijd. Ik zou daarbij pleiten voor een driemaandelijks wisseling. Daar kan op domeinniveau op gereageerd worden. Inspraak daarover moet ook op dat niveau door belanghebbenden worden georganiseerd. Ik wil dat we daarbij niet alleen aangeven wie het gemaakt heeft en waarmee maar ook het waarom ervan duidelijk aangeven. En we hebben best interessant werk in bezit.”

Bij het overlijden van Hans Ketelaar Op 10 november is Hans Ketelaar overleden. Hij was bijna 86. Omdat Hans veel heeft gedaan voor de oud-medewerkers van de provincie wil ik daar graag even bij stil staan.

Gastcurator

Met een aantal partijen in de provincie is gekeken naar wat er op gebied van kunst speelt en wat interessant genoeg is om in het provinciehuis te laten zien. Daar zou een gastcurator voor nodig zijn. “Iemand die ervoor zorgt dat de voor publiek toegankelijke delen van het gebouw worden ingericht met vooral nieuw materiaal, om te prikkelen. Niet overal maar op plaatsen waar dat kan. We zouden daartoe opdrachten aan kunstenaars kunnen geven. Dat zij reflecteren op waar wij hier momenteel mee bezig zijn. Of interessante tentoonstellingen uit Brabant hier tijdelijk exposeren en daarover communiceren.” Ontzamelen

Er ontbreekt momenteel zelfs een minieme folder voor de bezoekers van het provinciehuis waar we voorheen een mooie kunstcatalogus konden meegeven. Die komt er overigens wel weer, afgestemd op verschillende bezoekersgroepen. “We willen ook gaan ontzamelen. Dat is het teruggeven van werk aan kunstenaars of schenkers. En weer andere werken ter beschikking stellen van de Brabantse samenleving; daar waar het meer op zijn plaats is dan hier. Al met al een actief systeem dat tijd nodig heeft om gebouwd te worden. De domeincoaches zijn al ingelicht over de plannen rondom de kunst in huis. Ik ga pleiten om bepaalde ruimtes in te laten richten door collega’s. Zoals nu bij de entree waar prachtige interieurfoto’s van John Claassen hangen. Werk dat zorgt voor een soort huiskamergevoel op een andere plek. Er is ook een idee voor ‘de huiskamer voor Brabant’. We benaderen daarvoor wijken in Den Bosch, te beginnen bij de aan het provinciehuis grenzende Gestelse buurt. We bieden bewoners een ruimte aan waar ze spullen kunnen ophangen. Die expositie gaan we gezamenlijk nog feestelijk openen ook. Ben benieuwd hoe mensen daarop gaan reageren. En absoluut niet om mensen te kakken te zetten, maar omdat we oprecht geïnteresseerd zijn waar zij mee bezig zijn. Ik heb het idee dat daar draagvlak voor is. We hebben een biobased kamer en dat zou kunnen uitgroeien tot bioart. Daar zit een interessant verhaal achter dat ons aan het denken zou kunnen zetten. Kunstenaars vinden het ook interessant om mee te denken en te doen. Veel mensen die ik hier uitnodig na de verbouwing vinden het, in vergelijking met een aantal jaren gelden, een prettig gebouw. Dat kunnen we uitbouwen tot iets heel bijzonders.”

Hans heeft een hele tijd gewerkt bij Rijkswaterstaat. Hij deed aanvankelijk metingen in zeewater en werkte later bij de dienst verkeerskunde. Trots kon hij vertellen over het Prins Clausplein waar hij mede voor verantwoordelijk was. In 1976 werd Hans hoofd van het Bureau Verkeersvoorzieningen van de Provinciale Waterstaat. Hij had het als HTS-er soms moeilijk tussen al die TH-mensen. Hij voelde zich niet altijd serieus genomen. “alsof jarenlange ervaring niet veel belangrijker is dat een ir-titel”, zei hij vaak. Over zijn visvangsten kon hij smakelijk vertellen. En ook tafeltennissen deed hij graag. Hij speelde jarenlang mee in een van de provinciale teams in de bedrijfscompetitie. Hans oogde soms traag. Maar was aan de tafel razendsnel. Hij was fanatiek, bijna onverslaanbaar. Zijn schilderproduktie van boeketten met bloemen kende geen grenzen. Hans kon ook goed dansen. In 1988 ging hij op 58 jarige leeftijd met vervroegd pensioen. Van zijn pensioen heeft Hans dus nog veel jaren kunnen genieten. Hij heeft na zijn vertrek jarenlang - tot 2006- de kar getrokken van de oudgedienden. Hij regelde onze koffieuurtjes. Vier keer per jaar. En ook bij het jaarlijks uitstapje was hij direct betrokken. Zijn vrouw overleed in 2008. In 2010 verhuisde Hans van Rosmalen naar Nijmegen naar het Oud Burger Gasthuis. In 2010 verscheen zijn autobiografie. Nog niet zo lang geleden belde Hans mij op om te zeggen dat hij niet naar het koffieuurtje kon komen. Ik zal niet gauw vergeten dat hij toen zei: “Johan, je moet niet zeuren over wat je niet meer kunt, maar genieten van wat je nog wel kunt”. Een uitspraak die echt bij Hans hoort. Moge hij rusten in vrede. 19


Achterkantel

20


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.