propria_cures_120_06:standaardopmaak 21-10-09 17:46 Page 1
24 oktober 2009
120e JAARGANG No. 6
Redactie en administratie: Vendelstraat 2 1012 XX AMSTERDAM Telefoon 020-525 77 69
Redactie: OLGA KORTZ JOHANNES VISSER STEPHAN TER BORG BRAM BAKKER JIM GLERUM
E-mail: redactie@propriacures.nl Losse nummers: 1,50 euro
AFGETREDEN ALS REDACTEUR EN OPGENOMEN IN DE PC-EREHEMEL: JELTE SONDIJ WE HEBBEN EEN WINNAAR! JV ZET ER ZIJN VRAAGTEKENS BIJ
Of hoer waarom? V
oor nauwelijks twee tientjes kan je op de Spuistraat seks hebben met een Bulgaarse hoer. Voor hetzelfde geld kan je Of hoe waarom van Hanna Bervoets kopen. Het resultaat van de twee is hetzelfde: Na een half uur ben je klaar en voel je je genaaid.
H
anna Bervoets is 25 en hip. Een interview met Hanna gaat dan ook gepaard met een foto van Hanna met een leuke roze band of felgekleurde strik in het haar, een fleurige bloemetjesrok aan of een knuffel voor haar hoofd. Want voor hippe schrijfsters geldt: het zijn alle zaken om het boek heen die de roman moeten verkopen. Het interview in de Libelle waarin de schrijfster vertelt een hartklepoperatie te hebben overleefd, een fotosessie met een leuk chihuahuahondje voor de Woef en meest belangrijk: een aantrekkelijke achterflapfoto. Toch ben ik er nog niet uit: heeft Hanna nu meer weg van Halina Reijn, of van Paulien Cornelisse? In ieder geval is er ook bij Of hoe waarom alles aan gedaan om iedere mogelijke pretentie nog voor je het boek open
E
r zijn veel redenen voor een Westerling om een half jaar in Thailand te gaan wonen. tPeter-Jan Rens deed het om te herstellen van een mislukte carrière als komiek voor kinderen. Filmster David CarFlorence Vos. Voor intimi: Flora. Dus radine ging er heen om zich al masturberend op te hangen in een kast. ook voor jou.’ Het zal druk worden op Oudste redacteur JS vertrok naar het Verre Oosten om daar zijn oude Hanna’s volgende verjaardag. baan bij een fout evenementenbureau te vergeten. Een beetje van beiHet wordt allemaal nog een keer goed de dus. samengevat op de flapfoto. Hanna, deze keer met roze lintje in het haar, poseert terwijl om haar heen zeepbellen een weg naar boven zoeken. Exemplarischer kan je het niet krijgen: het boek van Bervoets kan je met één vinger doorprikken en wat je over houdt is lucht, wil de uitgever zeggen.
I
k kan hem, wat het verhaal betreft, geen ongelijk geven. Of hoe waarom beschrijft een paar dagen uit het leven van Flora, tijdschriftredactrice bij Mijn Geheim en notoire televisietalkshowbezoekster.
BANDIRAH.COM
-lees verder op pagina 3-
hebt geslagen, de kop in te drukken. Neem de achterflap, waar het boek als volgt wordt samengevat: ‘Of hoe waarom is een tragikomische literaire musical over onze obsessie met uiterlijke schijn, waarin de liefhebbers van Giphart, Grunberg, , Bret Easton Ellis en Gooische vrouwen elkaar vinden.’ Als de term ‘literaire thriller’ ervoor bedoeld is de thriller meer aanzien te geven, en in Of hoe waarom Chantal Janzen niet meespeelt, wat moet dat ‘literaire musical’ dan betekenen? Het lukt uitgever L.J. Veen het boek op effectieve wijze te reduceren tot een Hallmarkkaart, die ‘Happy Birthday’ begint te zingen als je ‘m openvouwt. Dat is wat ik me zo voorstel bij ‘literaire musical’. ogegeven. Het is niet de slechtste tekst die ik ooit op een flap heb gelezen. Die eer komt toe aan het tekstje daarnaast, geschreven door Hanna zelf. Komt ie: ‘Hé wat leuk, je leest de achterflap! Dan wil je vast weten waar dit boek over gaat. Nou, dat vertel ik je graag: dit boek gaat over
Uitlui
H
et zegt wat over JS zijn oude werkgever dat hij naar Bangkok moest vertrekken om met zichzelf in het reine te komen. Het beslag dat de Multilulkloon waar hij werkte, legde op JS zijn vrije tijd zorgde dan ook de eerste van vele dreigementen om te stoppen bij PC. ‘Jongens, ik moet even met jullie praten’, zei hij enkele maanden na zijn Intree. Voor hij doorging zoog hij wat lucht door zijn tanden naar binnen: ‘Ik moet mijn redacteurschap naast mij neerleggen,’ kwam er op meladromatische wijze uit. Hij bracht een hand naar zijn voorhoofd. ‘Tussen mijn ontmoetingen met Lennart
Booij, het socializen met Mei Li Vos en de conference calls met Aboutaleb en John Leerdam…’, hij haalde diep adem na deze lange zin, ‘….ben ik druk bezet. Ik bedoel, ik moet het laatste boek van Bas Heijne redden van de ramsj. Het ontbreekt mij simpelweg aan de benodigde tijd om een Geestelijk Leven te schrijven over drolletjes. Laat staan een leuke woordgrap te bedenken omtrent A.F.Th.’s imploderende paardenhart.’ Zuchtend stak hij een sigaret op. ‘Mijn werk vréét tijd. Ik ben uren kwijt met het declareren van niet gemaakte kosten aan de overheid. Om het maar niet te hebben over de volle dag die ik elke week bezig ben met het versnipperen van belangrijke documenten. Tussen dat, de vele interviews die ik moet doen voor Stichting Donorkind, en mijn lidmaatschap van een full-contact Turks badhuis…. Kan ik geen goede redacteur zijn.’ Mede-redacteuren DM en JvG, geconfronteerd met het vooruitzicht van een extra lading werk, vervielen onmiddelijk in een oude gewoonte van PC: schipperen met principes. ‘Misschien kan je halve dagen werken? bracht JvG met smakkende lippen in. ‘Of vanaf thuis meedenken en schrijven?’ vulde DM aan. JS keek naar de peuken in de dakgoot voor het raam en knikte: ‘Hm. Ik zal er over nadenken.’ Zo was JS bijna verloren gegaan voor Propria Cures.
E
n dat terwijl het allemaal zo voortvarend begon. Eind jaren negentig was een toen nog jonge JS al dichtbij een redacteurschap. Insturend onder de naam Tejo den Sijl was de man dichtbij een officiele benoeming. Op het laatste moment bleek hij er nog niet klaar voor: de kritiek van toenmalig redacteur RvR werd hem teveel. En tsja, als iemand die niet kan negeren is het redacteurschap zeker te ver gegrepen. -lees verder op pagina 2-
propria_cures_120_06:standaardopmaak 21-10-09 17:46 Page 2
STUDENTENWEEKBLAD PROPRIA CURES
Redactie: Vendelstraat 2 1012 XX Amsterdam Telefoon (020) 525 77 69 E-mail: redactie@propriacures.nl Website: www.propriacures.nl Administratie: Dirk van Oostveen Vendelstraat 2 1012 XX Amsterdam Email: administratie@propriacures.nl Advertenties: Bureau Van Vliet BV Postbus 20 2040 AA Zandvoort tel.: 023-5714745 fax.: 023-5717680 S. Lloyd Trumpstein: S.J. de Weert Tekening voorkant: Bandirah Tekenaar H.G.: Harry Gijsberts Abonnementen: E 45,- per jaar Studenten: E 25,- per jaar Tientjeslid: E 10,- voor zes maanden Postbank Arnhem 2903882 Postbank Amsterdam 4600578 U blijft geabonneerd tot wederopzegging. Bewijsnummers: Voor adverteerders automatische en kosteloze toezending. Voor inzenders alleen op aanvraag. Ongevraagde bijdragen worden niet teruggestuurd. Diskettes al helemaal niet. ISSN: 0033-141 Uitgever: Nieuw Amsterdam ism Stichting Propria Cures
120e JAARGANG No. 6
24 OKTOBER 2009 2
Even geduld, Frankie. Zodra JG klaar is met de conceptversie van zijn superteletijdmachine, ben je de eerste die het weet. 8 oktober
Gegroet, 14 oktober
Goede morgen, VN zou satirisch worden, dus vol verwachting klopt ons hart en koop ik een VN.. op glossy paper! Dat kan natuurlijk nooit iets zijn en een terzijde ontbreekt ook. Satire is op krantenpapier waarmee je naderhand je gat kunt afvegen,een geste naar mensen die de grappen niet konden waarderen ( zie Canard ench., Charlie en Siné Hebdo, Le Monte, PC ). Van VN kikker je echt niet op zoals van genoemde bladen.Je moet je rot lezen en verdiepen in allerlei serieuze zaken zoals de dood van Tom Lannoois moeder, nou dat ken ik van mijn eigen moeder allang, maar daar ga ik toch geen boek over schrijven. Kom nou, Tom. Mata Hari zei dus: De dans is een gedicht waarin elke beweging een woord is.Als ze dat echt gezegd heeft, verdient ze so wie so al eeuwige roem.Maar ik zou zeggen: Het gedicht is een dans, waarin iedere versregel een beweging is ( zie Balletdanseres ).
Henk ten Berge Beste StuCbewoners, Volgens ons zei Mata Hari vooral ‘alsjeblieft jongens, niet schieten.’ Maar wat u zegt klinkt ook heel mooi. 8 oktober Beste redactie, Voor mijn studie journalistiek aan de UvA schrijf ik een profiel over oud-PCredacteur Theodor Holman. Vic van de Reijt wees me op de uitlui die in PC is verschenen aan het einde van het redacteurschap van Holman. Volgens hem was dat in 1982. Mijn vraag: zijn artikelen uit die tijd gemakkelijk terug te vinden? Zou ik bijvoorbeeld eens mogen komen bladeren in PC's uit 1982? Alvast bedankt. Vriendelijke groet, Frank Beijen
Commissie Intree heeft een archiefkast in de aanbieding. Gratis af te halen in de binnnentuin. Afmetingen 120 bij 195 en 45 cm diep. Met 4 planken,goed sluitend en met sleutel. Interesse ? Neem even contact op met mij dan zorg ik voor t transport. Groet, Ronald Ha Ronald, dat is net groot genoeg om Thomas Rosenboom in op te sluiten. Help je ook even mee met vangen? JV neemt zijn vlindernet mee. Darius Rijnmondt: Gefeliciteerd. Neemt u contact op met de redactie? Felkert van der Lauw, Fanny van de Reijt, Noa Lijmans: Schrijft u nog eens wat.
-vervolg UitluiEnkele jaren later kwam een toen al oude JS terug voor wraak. Hij begon opnieuw met inzenden en mocht al snel in De Zwart aanschuiven als meeloper. Ook die fase overleefde hij zonder problemen. Zelfs het feit dat hij Bas Haring uitnodigde een stuk te schrijven, werd hem vergeven. Vooral omdat de toenmalige redactie het schattig vond dat JS nog écht in Bas Haring geloofde, en niet wist dat de goede man aan elkaar hangt van duct-tape, piepschuim en subsidies. Zo begon het tijdperk van JS. En dat was als eerste te merken aan de terugkeer van stukken die over de politiek gingen. Tot zijn komst waren de politieke ideeën van de redactie vooral niet-bestaand (DM), immoreel (JvG) of voor het laatst populair in de jaren dertig (JD). JS kwam binnen met een ongekend netwerk aan contacten, een stapel beduimelde notitiebloks met adressen, en een onstilbare dorst naar een rel. Al na vier nummers had hij zijn zo hard gewenste relletje. Hoewel de lat voor wat als relletje benoemd kan werden hierbij wel erg laag werd gelegd door het norse LANX-lid. Vooraanstaand zelf-Googleaar JS was er namelijk achter gekomen dat een afkraakstuk over radiopresentator Jaap Boots besproken werd onder een recensie van diens laatste CD. Tenminste, nadat JS daar zelf een link onder had geplaatst, een hobby van hem. Maar liefst drie tot vier vrienden van Boots voelden zich geroepen de man te verdedigen met vurige aanvallen op JS als: ‘stom stuk.’ En dat was bepaald incorrect. JS had van het begin af aan al een feilloos gevoel voor de lulligheid van publieke personen. Zo schreef hij over de weinig succesvolle loopbaan van de net gescheiden radiopresentator en full-time narcist: ‘Strikt gesproken is er bij Boots geen sprake van een carrière. Boots brengt cd’s uit die worden gedraaid door vriendjes van de VPRO, gerecenseerd door vriendjes van de VPRO die inmiddels voor OOR schrijven en gekocht door vriendjes van de VPRO die hopen dat Jaap ze eindelijk eens met rust laat.’ Ja, vriendjespolitiek en narcisme: JS kon er woedend over worden en dat siert hem. En dat zeggen wij, als vriendjes van PC, over een een oud-redacteur van PC, in een blad dat in de wandelgangen
JS met negen keer oud-redacteur Jaime Donata. ook wel vaak wordt afgekort als PC. Na het warmdraaien op Boots richtte JS al gauw zijn pijlen op grotere doelwitten. De politiek was aan de beurt. Zo stond PC binnen de kortste keren stijf met JS zijn meningen over Gerdi Verbeet (sadistisch man-wijf), Neelie Kroes (hoerenloopster) en Sharon Dijksma (gewoon dik).
O
ok bleek JS over welingelichte bronnen te beschikken en stroomden de kolommen naast reactionaire politieke opinie ook snel vol met artikelen over Ruud Lubbers en VVD’er Charlie Aptroot. En dat waren stukken in de beste PC-traditie: hard, venijnig en vol laster en oncontroleerbare roddels. Het mag achteraf een wonder heten dat Aptroot dit blad niet heeft aangeklaagd. Nee, de redactie mag blij zijn dat de politicus nooit heeft gelezen hoe JS op de voorpagina zijn theorieën bracht over Aptroot’s mogelijke bezoeken aan mannenhoertjes. Dat gaat tenslotte niemand iets aan. PC is toen door het oog van de naald gekropen: Aptroot klaagde iedereen aan die zoals JS filosofeerde over hoe de liberaal zich misschien wel op de achterbank van zijn Mercedes liet pijpen. Gelukkig maar, want wat de huidige woordvoerder van de VVD op het gebied van verkeer en vervoer met zijn vrije tijd doet is niet belangrijk. Vooral omdat Aptroot die vrije tijd dus doorbrengt met het volspuiten van mannnenhoertjes. Zonder condooom. Ten-
minste, volgens JS, die graag tussen neus en lippen toevoegde dat Aptroot alleen kon klaarkomen als hij dacht aan een warm kindergraf. Eerlijk waar. We vermelden het alleen voor de volledigheid. Gelukkig ligt de hele affaire achter ons. Want laten we eerlijk zijn: zulke zaken zijn alleen interessant voor Aptroot, zijn vrouw en twee kinderen en de Marokkaanse belhamel die hij volgens JS zonder énige spoor van twijfel kapot getrokken heeft. Het feit dat JS politici zo graag pakte op nauwelijks te verifiëren roddels was ironisch. Want zelf zuiverde de redacteur het blad van elk detail dat afbreuk deed aan zijn imago van ideale schoonzoon. Zelfs de Uittree van een mederedacteur moest eraan geloven toen daarin een verwijzing naar JS zijn florissante liefdesleven verscheen. Uiteindelijk zal het de redactie niks verbazen als deze Uitlui op het laatste moment nog gecensureerd wordt. Enfin, als de anekdote van vier alinea’s over de bebloede damesschoen in JS zijn kledingkast er niet in staat, weet de lezer wat er gebeurd is. Hoewel dat verhaal ook wel erg morbide is voor zo’n feestelijke aangelegenheid als deze. Toch blijft dat jammer, want juist de persoonlijke verhalen maakten de man zo’n plezier om mee samen te werken. Op elk moment kon een grijnzende JS het redactielokaal inlopen, op een stoel neerploffen en beginnen aan een verhaal over een van zijn vele scharrels. Poolse klustijgers, Franse modejongens en Brazili-
propria_cures_120_06:standaardopmaak 21-10-09 17:46 Page 3
STUDENTENWEEKBLAD PROPRIA CURES
De Uitlui van JS had een grotere kijkdichtheid dan CQC. aanse schoffies uit de favela: de man trok nogal wat nationaliteiten zijn hut door. Na een goed weekend was JS zijn maaginhoud diverser dan een vergadering van de Verenigde Naties. Niet dat de lezer dat ooit zou weten natuurlijk. Naar JS zijn liefdesleven werd slechts in de meest bedekte termen verwezen. Misschien spreekt het ook wel voor JS dat hij zijn liefdesleven gebruikte als inspiratie en niet als onderwerp van stukken. Vaak kwamen hier namelijk de beste grappen uit voort. Zoals Vraag het aan een Sportschoolinstructeur, of korte vignetten over Surinamers die de Decembermoorden niet kenden. Stukken die altijd voortkwamen uit JS zijn kleurrijke verzameling vriendjes, of zijn zoektocht die verzameling te verbreden. Het was uiteindelijk ook een ‘Vraag het aan…’-rubriek die leidde tot een van JS zijn vele shining moments. Vraag het aan… de Anus van Albert Verlinde, heette het meesterwerkje dat de goede man in elkaar had gedraaid. Een stuk waarin Verlinde’s beste kant moeilijke levens-
JvG en JS keken elkaar even aan, wierpen een blik op de klok, en uitten de magische woorden waarmee elk nummer van PC naar de drukker gaat: ‘Ach. Het zal ook allemaal wel.’ Gevolg was een plezante rel met de introcommissie uit Leiden, die weigerde de eerstejaars te confronteren met zoiets shockerends als een foto van een anus. Laat staan een stuk van André Klukhuhn over Heidegger. Secondes na de weigering van Leiden nam JS vastberaden de rol van spin-doctor over. Er werd een telefooncentrale aangelegd in het redactielokaal, een oorlogskabinet samengesteld en alle gunsten die nog openstonden werden ingeroepen. Persmuskiet Mark Koster van Campus.tv moest iets terugdoen voor de videocolumns van PC die de site gratis kreeg. Bij Geenstijl werd een opname van een telefoongesprek aan de deurklink gehangen en Theodor Holman bleek voor een grammetje wit nog wel bereid een paar honderd woorden aan de affaire te wijden. Gevolg was een relletje dat gepassioneerd werd opgestook door oorlogshitser JS. Elke dag hing die aan de lijn met de laatste ontwikkelingen. ‘Jongens, heb je het gezien?’, zei hij met hoorbare grijns, ‘ we hebben het Parool gehaald, een stuk op pagina twee van De Volkskrant en drie alinea’s in het NRC. Én een opinieartikel. In de Eppo.’
G
‘Dit ene stukje tafel zal ik nog wel het meest missen van alles’ vragen beantwoordde met oneliners als: ‘Pfffft pfffft pffffffft pffffft pffffft tjomp tjomp tjomp pfiiieeeeeeet.’ Het stuk werd geplaatst in een van de belangrijkste nummers van die jaargang. Een introductienummer dat mee moest in de tasjes van eerstejaars studenten in Amsterdam, Utrecht en Leiden. Dit alles als deel van een brutaal plan van PC om de wereld te veroveren. Spijtig dat het uiteindelijk allemaal niet doorging. Een anus waar een druppel sperma uit droop, gooide roet in het eten. De anus figureerde prominent in een foto die tien minuten voor de deadline aan het stuk was toegevoegd. ‘Is dit te smakeloos?’ mijmerde JvG, wijzend naar de foto die hij enkele momenten daarvoor van zijn telefoon had gehaald. JS keek er even naar. ‘Misschien wel, ja. Die druppel sperma maakt het toch wel een tikkeltje vulgair.’
elukkig schreef JS naast stukken over de anus van Albert Verlinde ook artikelen die niet over politiek gingen. Af en toe vermaakte de grote man zich met schieten op klein wild. Zoals Bezig Bij-lieveling, en smaak van de maand (in 2007) Ebele Wybenga. Na een slechte recensie van zijn boek door redacteur OK, liep JS het opgewonden standje tegen het lijf op Koninginnedag. Het leidde tot een open brief aan de boze schrijver. ‘Dan nog even over dat weglopen. Het enige wat ik deed was een bewering over het geslacht van je geliefden. En daarmee een bewering over de échte reden van je boosheid en verdriet, terwijl het nergens voor nodig is. Een paar tellen was je stil, toen vroeg je wie mij ‘in godsnaam’ uitgenodigd had voor dit feest. Dat ik moest ‘oprotten’ en weer gebruikte je zo vaak het woord ‘kut’. Voor ik kon antwoorden liep je weg. Het schudden van je heupen bevestigde wat ik tien seconden ervoor beweerd had. Tot slot die verlichting die ik je beloofde. Wat ik je had willen zeggen is, neem het niet te serieus, Ebele. Het leven niet, je boeken niet, je schoenen niet. Het leven is een grote beschuitreclame moet je maar denken. En we spelen allemaal ons eigen deel.’ Kort hierna besloot ook JS gelukkig het leven niet meer zo serieus te nemen. Hij nam ontslag bij zijn werk, vloog naar Zuidoost-Azië en nam een pension tus-
120e JAARGANG No. 6
sen de ladyboys en sekstoeristen. Op zoek naar de zelfkant waar hij anders alleen in bed mee flirtte. Over de latere stukken van JS zullen we het niet al te lang hebben. De Tropen hebben nou eenmaal een bijzondere uitwerking op de Westerse geest. Ze gingen over het leven in de Gouden Driehoek, het ontmoeten van stille Amerikaanse backpackers en verdere bespiegelingen over het leven op aarde. Terwijl JS in de jungle bezig was Marlon Brando in Apocalypse Now na te doen, nam OK de dagelijkse leiding van het blad over. Zo werd de redactie voorbereid op het afscheid van de oudste redacteur. Iets dat niet half zo makkelijk was geweest als control-freak JS nog nog op de Spuistraat had gezeten. De redactie hoorde ondertussen weinig van JS. Ja, af en toe dreigde hij weer te stoppen als niet alle Viagra-spam uit de redactie mailbox naar hem werd doorgestuurd. Daar bleef het wel zo’n beetje bij. En er waren dus de stukken die hij instuurde uit het Oosten. En JS maakte daarbij van zijn positie als oudste redacteur gebruik door terug te vallen in een oude zonde. Het schrijven van sentimentele stukken over zijn bezoeken aan oninteressante plekken. Wist de redactie in zijn tijd als meeloper nog zo’n mierzoet stuk over zijn terugkeer naar een provinciestadje tegen te houden, nu was er niemand die het hem kon weigeren. In een stuk over de rivier Kwai: ‘Wie hier komt in deze totale uithoek van niks, in deze ongemakkelijke afwisseling van -vervolg ‘Of hoer waarom?’Ooit werd ze op internet bekend als de baby wiens rompertje in de fik vloog bij het uitblazen van een slagroomtaart. Veel meer komen we niet te weten van Flora, voor ze aan het eind van de literaire musical alle personages in een paar bladzijden van kant maakt. Dat dat in een paar bladzijden gebeurt en dat het ‘waarom’ nauwelijks aandacht krijgt, maakt natuurlijk niet zoveel uit. Belangrijker is dat de literaire musical ‘lekker vlot’ blijft lezen en de lezer geen moment rust heeft. Daarom ook bestaat ongeveer 20% van de bladzijden uit witte pagina’s met een of twee woorden: dan kan je snel omslaan en is het net alsof je heel veel leest. Of neem de lekker gekke typografische vormgeving, zodat je als lezer altijd alert blijft. Om de paar bladzijden staan die WordArtplaatjes, zoals deze:
24 OKTOBER 2009 3
voorbijrazend verkeer en stilte, kan wel eens op de gedachte komen dat het allemaal voor niks is geweest.’ Of, zoals PC-vriend Thomas Verbogt zou zeggen: ‘Tsja, dat is toch zo’n stuk waarvan je zegt, dat het weer zo’n stuk is.’ Uiteindelijk kwam de knuffelbeer van dit blad terug van zijn reis naar het einde van de nacht om zijn carrière bij PC af te sluiten. Hij zal herinnerd worden als een goede redacteur, een geweldige PR-man, en degene die zijn luie en wereldvreemde collega’s meesleepte naar optredens op Crossing Border, Lowlands en het grootse Parool-Theater. Dat hij dit deed om maar niet achter de opmaakcomputer te moeten: het zij hem vergeven. Nu gaat hij door naar een roemruchte tvloopbaan onder Beau van Erven Dorens. Een man die hij in zijn Intree nog een held noemde. Het is duidelijk: JS is een rijzende ster. En de redactie wenst hem alle succes toe. Werkend in een programma van Beau zal hij het nodig hebben. We zullen nog zien of CQC het niveau haalt van comedy-klassiekers als Koot en de Bie, Jiskefet of de wereldberoemde personality show Guzmania! met Javier Guzman. Maar ach, eigenlijk heeft JS nu al gewonnen: want wat is nou mooier dan na twee-en-een-half-jaar bij PC, te mogen werken onder een persoonlijke held van je? En als laatste eerbetoon aan de kwaliteit van JS zijn werk, koppen we die laatste grap nou eens níet in. Het ga je goed. De redactie mordiale dwerggroei die een relatie krijgt met de éénmeterzestig lange Henri, volgens de officiële richtlijnen geen dwerg, maar gewoon ‘klein’. Ze ontmoeten elkaar op een bijeenkomst van de Nederlandse Lilliputter Vereniging, die jaarlijks georganiseerd wordt in KidzCity. De liefde houdt op te bestaan als Henri mee wordt genomen door de politie: op zijn computer zijn grote hoeveelheden kinderporno aangetroffen. Een plausibel verhaal, lijkt me.
H
et is één van de vele verhaallijnen die uitgewerkt had moeten worden. Een redacteur had moeten zeggen: ‘En schrijf nu eens vijftig bladzijden over Mimi en Henri’, in plaats van ‘wil je liever met een roos of een hyacint in je haar naar je boekpresentatie?’ Dan had Of hoe waarom een goed boek kunnen worden, in plaats van de zoveelste hippe damesroman. Nu ga ik toch liever naar de Spuistraat. Ik hoop dat ik in boeken mag betalen. JV Hanna Bervoets, ‘Of hoe waarom’. L.J. Veen, E16,90.
En deze:
Zijn dit dan de momenten waar de Grunberglezer de Gooische Vrouwenlezer weet te vinden?
H
et zou me allemaal niet zoveel kunnen interesseren als Hanna Bervoets slecht zou schrijven. Maar dat is niet zo. Stilistisch is er met Of hoe waarom weinig mis, en de verhaallijnen zijn vaak ook de moeite waard. Bijvoorbeeld het verhaal van Mimi, een vrouw met pri-
propria_cures_120_06:standaardopmaak 21-10-09 17:46 Page 4
STUDENTENWEEKBLAD PROPRIA CURES
‘Oké, dan moeten we meteen beginnen. Wanneer komen JS en OK?’, informeert JV terwijl hij het blikje Fernandes dat de meeloper aanbiedt met een handgebaar afslaat. ‘Die komen niet’, antwoordt StB. ‘JS mailt net dat hij vanavond met breaking news komt in CQC.’ JV: ‘Laat me raden. Hij heeft het volledige damesvoetbalelftal de publieke tribune van de Tweede Kamer op weten te smokkelen?’ ‘Niet zo negatief over CQC, JV’, valt JG in. ‘Dat is toevallig wel het allerbeste programma dat in jaren op de Nederlandse televisie is geweest. Een geweldig format. Kritisch en grappig tegelijk, scherp en ad rem, dwars door het nieuws. En dan die stoute vragen die ze aan bekende Nederlanders vragen, hoe bedenken ze het!’ ‘Oké, oké. En waar is OK?’, antwoordt JV. Het is wederom JG die het woord neemt: ‘OK heeft een auto-ongeluk gehad op de A1. De Saab was total-loss en ze mag van geluk spreken dat ze er met een hersenschudding vanaf is gekomen. O, en ze had een feestje vanavond.’ JV schrikt op: ‘Maar jongens.. betekent dit.. dat ik.. als plaatsvervangend oudste redacteur.. juryvoorzitter ben?’ ‘Ik vrees het’, verzucht StB. ‘Mooi. In dat geval: JG, een biertje. graag.’ ‘..’ ‘Ik zei JG, een biertje graag.’ JG blijft JV strak aankijken. ‘Pardon?’ ‘Een biertje graag.’ ‘..’ ‘Een biertje graag, alsjeblieft?’ ‘Alsjeblieft?’ ‘Alstublieft? Een biertje graag alstublieft?’ ‘Alstublieft wie? ‘Alstublieft JG?’ ‘JG wie?’ ‘Alstublieft lieve JG?’ ‘Goedzo. Maar haal dat biertje zelf maar.’ JV blijft even stoer zitten, lijkt zijn borst iets naar voren te steken, maar beseft zich dan dat je met een kippenborst geen haantjesgedrag kan vertonen en loopt naar de koelkast. JG roept hem na: ‘Ah lekker JV. Doe mij er ook maar een.’
eist JG terwijl hij voorzichtig een slok van zijn biertje neemt. ‘Dit is de kolomkompetitie’, begint de meeloper. Daarna blijft het stil. ‘Heel goed, heel goed, dit is inderdaad de kolomkompetitie’, probeert JV de moed erin te houden. Maar de meeloper blijft stil en omwille van de tijd neemt JG het woord: ‘Goed. We jureren vanavond dus inderdaad, goed opgemerkt meeloper, de kolomkompetitie. Inzet is een tas boeken en/of een redacteurzetel. Stukken worden straks om beurten voorgelezen. Voorlezen gebeurt zonder stemmetjes of gebaren en we stemmen volgens het VicNerosysteem. Meeloper, wat is het VicNero-systeem?’ ‘Van Caesar!’ ‘Heel goed. Van Nero inderdaad. Ooit bedacht door Vic van de Reijt. Het idee is dat je tijdens het voorlezen je duim op kan steken. Als de meerderheid een duim op heeft gestoken, wordt alleen nog de laatste alinea voorgelezen. We zijn met z’n vieren, hoeveel duimen betekent een meerderheid, meeloper?’ ‘Drie.’ ‘Heel goed! Verder: aan het eind van elk stuk wordt gestemd. De juryvoorzitter telt af van 3 naar 0 en dan steek je vingers in de lucht gelijk aan het aantal punten dat je wilt geven. Een vuist is nul punten en gemiddeld een zes betekent voldoende. Duidelijk? Mooi, dan kunnen we beginnen.’ En we beginnen met u, Vincent Melgers. Het is dat u uw stuk schreef al voordat JV doorkwam met zijn gedicht over Rob Kamphues, anders had u met plagiaat tussen de benen af moeten druipen. ‘Na de uitzending reed Pierre terug naar huis, en vroeg zich af hoe de schooltijd van Rob Kamphues zou zijn geweest. Waarschijnlijk een drama. Dat kan niet anders.’ Het great-minds-thinkalike-adagium gaat hier helaas voor u niet op, met 19 punten en een duim haalt u de eindstreep. Een puntje minder doet u het, Murielle Ridder. Dwars als u bent, heeft u stiekem toch een stuk geschreven over Maurice Seleky, door u ‘Maurice Selaky’ genoemd. In uw begeleidende brief merkt u op dat u niet weet wie hij is, en dat resulteert in een verhaal over Maurice Selaky, de half mens, half das. En daarmee boet u in aan geloofwaardigheid. Dassen kunnen helemaal niet praten, mafkees. 18 punten voor u. Van uw stuk krijgen we minder mee, Pieter Flesca. U schrijft over de mensen gedragswetenschapper Corine Dijk die heeft aangetoond dat blozende mensen aardiger gevonden worden dan hun normale medemens. U doet dit met de jeu van een Foliaredacteur dus de benodigde drie duimen zijn snel in de pocket. U krijgt 9 punten, 10 als u blosjes heeft.
StB laat de blik zien waarmee hij willekeurige voorbijgangers laat sidderen, als er toevallig drie gespierde negers met fietskettingen achter hem lopen
Het is inmiddels negen uur. De meeloper begint de kraaltjes van zijn telraam heen en weer te schuiven en besluit: ‘Als we nu beginnen, kan ik als we klaar zijn m’n familie nog even bellen. Daar is het nu 6 uur ’s ochtends.’ Hij wil de eerste inzending pakken, maar wordt tegengehouden. ‘Nee nee, eerst de spelregels graag’,
Op naar u, Pepijn Vloemans. In uw vierhonderd woorden stelt u de vraag of elven een vrolijker leven leiden dan orcs. Een terechte vraag, lijkt ons. U sluit af met een levensles: ‘Zo zien we maar weer, lieve jongens en meisjes, dat de actualiteit nooit ver weg is in het werk van Tolkien, wanneer wij er maar even de tijd voor nemen.’ Waarom u toch maar 16 punten scoort, is ons een raadsel. U doet het in ieder geval minder goed, Nathan van der Waa. ‘Na tal van (dreigende) revoluties en hervormingen is het toch bereikt: de massa is bevrijd van het juk van werk, maar helaas, ze stort in onder haar eigen gewicht.’ Bij ‘juk’ steekt StB resoluut zijn hand omhoog: ‘Ja daag!’ De overige juryleden vinden uw stuk ook juk. Met 6 punten houdt u voorlopig de laatste plek stevig in handen. Probeert u het eens bij Rob Wijn-
120e JAARGANG No. 6
berg. Ook u schrijft graag over ‘de massa’, Kor Hoebe. En natuurlijk is ook bij u de massa dom. Uw stuk over Dirk Scheringa vergaat het niet beter dan uw lening: u eindigt met 9 punten. U doet het een stuk beter, Felkert van der Lauw. U schrijft over ene Ria, die een uiteenzetting over de poëtische interpretatie van typografische witregels in de literatuur heeft geschreven. Ria heet in het dagelijks leven natuurlijk gewoon Yra van Dijk en dat boek is al in 2005 verschenen. ‘Eerlijk gezegd vond ze het wel opwindend dat ook jonge mannen haar als ‘MILF’ zagen, een term die ze pas onlangs had geleerd in een zoektocht naar achterliggende structuren van typografisch wit in chatrooms.’ U krijgt 23 punten, daarmee bent u voorlopig de nummer een en heeft u 1 punt te weinig voor een voldoende. U komt 11 punten tekort voor een voldoende, Jan Overwijk. U vat uw stuk over onbewust asociaal gedraag zelf het best samen: ‘Het is kul van de rauwste gradatie, prietpraat van het puurste postuur (onwaarheid van ‘t eerste uur)!’ 13 punten voor u en twee minpunten voor de zin: ‘Want het was Schopenhauer die zei dat het ‘een typische fout van de Duitsers is dat ze wat voor hun voeten ligt in de wolken zoeken’ – Schopenhauer sprak helemaal geen Nederlands, gekkie. Gelukkig houdt u het dichter bij huis, Stephanie Paalvast. U beschrijft een bezoek aan de Utrechtse corpsdiscotheek Woolloomooloo, waar volgens de geruchten een plek die De Apenrots wordt genoemd. Wie daar danst, wil seks. U gebruikt de oude ‘ik-ben-hierom-journalistieke-redenentruc’ om uw bezoek goed te praten. Zeg eens eerlijk: wat zocht u eigenlijk in de Woolloomooloo? U krijgt 11 punten en de belofte van StB dat hij ‘u wel zou doen’. Dat geldt niet voor u, Karel Kindt: U, Vlaming, schrijft over het grote gemak waarmee Nederlandse vrouwen het bed in te krijgen zijn. Dat kunt u weten, want zelf heeft u immers al 0 van die vrouwen mee naar huis gekregen. U heeft geluk dat JV en StB uw Vlaamse zinsbouw per ongeluk voor een ongenaakbare stijl aanzien, en eindigt met 15 punten. De opmerking ‘u ziet maar wat u er mee doet’ in uw begeleidende brief wordt ter harte genomen. Na het voorlezen van uw inzending, Frits Hendriks, blijft het een seconde stil. StB is de eerste die het woord neemt: ‘Wow. Heb ik iets niet begrepen, of was dit hele stuk ironisch bedoeld?’ JG maakt van de gelegenheid gebruik om zijn serieuze stem op te zetten: ‘Is dit dan de ironie van de ironie?’ In ieder geval levert uw stuk over het geloof u een schamele 11 punten op. Of u het nu gelooft of niet.
24 OKTOBER 2009 4
JURYVERS KOLOMKOMPET
M
et een plof landt het pak papier dat StB uit het manuscript van Rosenbooms nieuwste formeert JG. ‘Of heb je je de uitslag van je SOA zijn in het huis van de meeloper vanavond, en h hebben om de redactie te pleasen. Hij schudt ee een schaaltje. Er wordt gepraat, gedanst en gelach ‘Nee jongens. Dit, dit zijn de inzendingen.’ Het b
kompetitie eens een fijn stukje proza te schrijven. Een fijn stukje proza dat u na een woord of 100 een meerderheid van duimen oplevert. Met uw uitsmijter weet u dat niet meer goed te maken: ‘Leest! Reve, Vestdijk, Rubinstein, Krabbé!’ JG voelt zich tekort gedaan omdat hij niet in dat rijtje staat. 10 punten voor u. Uw stuk over tropische sappen, Frans van Heukelom, wordt halverwege brutaal onderbroken door de meeloper. ‘De guanabana is de Spaanse naam. Waar ik vandaan kom, eten we die op brood. De Nederlandse naam is zuurzak.’ JV kopt in: ‘Ah, is dat waar Max van Weezel twee glazen van drinkt voor hij begint met schrijven?’ Al met al levert het u een aardige score van 19 punten op. Door naar u, Fanny van de Reijt. Ook uw stuk over Abdelkader Benali wordt halverwege onderbroken. Deze keer is het StB die na uw opmerking: ‘Hij is wat je zegt een Homo Universalis’, meent op te moeten merken: ‘Echt niet. Hij is een Marokkaan.’ Vervolgens krijgt u het voor elkaar om een vergelijking te trekken tussen het voorlezen door Benali en een konthaar van Geert Wilders. Een vergelijking die, op zijn zachtst gezegd, scheef loopt. Een adequate omschrijving van Benali’s voorleesbeurt zorgt ervoor dat u toch nog eindigt met 23 punten. Dan bent u aan de beurt, Daan Bouyeri. Uw stuk is als een konthaar van Geert Wilders. Denken wij. U houdt een pleidooi voor gedwongen euthanasie voor iedereen boven de 65. ‘Schaf wachtlijsten en de WAO af zodat het leven weer net als vroeger een survival of the fittest wordt en niet slechts een survival. Een progressieve geest zou wellicht zelfs pleiten voor verplichte euthanasie bij diegene die na zo’n bewogen en meeslepende periode alsnog ouder dan 65 wordt.’ Zou het principe van survival of the fittest opgaan, dan zou uw stuk niet
Stukken beter doet u het, Darius Rijnmondt: Uw stuk over digitale redactievriend Bert Brussen doet ons goed, al is het natuurlijk erg makkelijk om mensen op papier kapot te maken. ‘Tegen alle christenen, fascisten, socialisten, islamisten, elke vorm van ideologie. Maar zodra iemand zijn geloof probeert aan te pakken, net zo kleinzerig als de rest. Misschien is dat wel die spagaat, waardoor Bert Brussen altijd met zo’n raar stemmetje praat.’ Gefeliciteerd. Met 24 punten scoort u de eerste voldoende en staat u voorlopig bovenaan. 24 punten is iets waar u alleen maar van kunt dromen, Esther Mensink. U heeft uw kans gegrepen om voor de Kolom-
Ondanks een strikt dieet van bier en sigaretten vallen de ingezonden stukken JG zwaar op de maag
propria_cures_120_06:standaardopmaak 21-10-09 17:46 Page 5
STUDENTENWEEKBLAD PROPRIA CURES
YVERSLAG OMPETITIE 2009
papier dat StB uit zijn tas haalt op tafel. ‘Heb je enbooms nieuwste weten te bemachtigen?’, inuitslag van je SOA-test mee?’, vult JV aan. We per vanavond, en hij lijkt er alles aan gedaan te asen. Hij schudt een zak snoepbanaantjes leeg in t, gedanst en gelachen. Tot StB het woord neemt: inzendingen.’ Het blijft tien lange seconden stil. ouder worden dan een jaar of acht. 10 punten voor u. Als zeventiende wordt uw stuk voorgelezen, Roel Verlaan. U vindt dat Willem-Alexander een huis mag bouwen waar hij wil, maar dan niet moet zeggen dat hij daarmee de lokale economie wil steunen. Want: koningen steunen het volk niet. Net zo min als wij uw stuk steunen, door uw 400 woorden XX punten te geven en dus niet te plaatsen denken wij de lokale lezer een flink eind de goede richting in te duwen. Uw stuk komt laat op gang, Patrick Stevens. Heel laat, want pas de laatste drie zinnen weet u de redactie te boeien. Over AT5-nieuwslezeres Gülden: ‘Dat ze de enige vrouw op tv is, zonder eigen Mokkels.nl-pagina, vertelt ze er zelden bij. Evenmin dat ze tiendejaars film- en televisiewetenschappen is. Dat de studie al zeven jaar media en cultuur heet, is helemaal langs Gül heen gegaan. (…). Gelukkig heeft ze al een baan. Ze blijft lekker nog 35 jaar het nieuws voorlezen en dan is er weer plaats voor een nieuw talent.’ 17 punten voor u. Schrijft u er volgende keer nog een fatsoenlijk stuk boven? U bent als laatste aan de beurt, Noa Lijmans. U heeft een literair verantwoorde avond bijgewoond waarop u moest luisteren naar een kunstenares die ‘bloemsierkunst combineert met dans’. Een leerzame avond lijkt ons, want het betreft hier een onderbelicht en vaak doodgezwegen vakgebied. U echter bent minder gecharmeerd en oppert de kunstenares bovenop snelgroeiend bamboe te binden, een redelijke suggestie die u 23 punten oplevert.
120e JAARGANG No. 6
zijn telefoon en naar drie keer overgaan horen we hem druk klikklakgeluiden maken naar overzees. Als JV, StB en JG de kou in fietsen, ruikt het buiten al naar croissantjes. Over twee uur gaat de wekker. De jury: JV StB JG Raimon Pelikaan
SCOREBORD Darius Rijnmondt - 24 Felkert van der Lauw – 23 Fanny van de Reijt – 23 Noa Lijmans - 23 Vincent Melgers – 19 Frans van Heukelom - 19 Murielle Ridder – 18 Patrick Stevens - 17 Pepijn Vloemans – 16 Karel Kindt - 15 Jan Overwijk – 13 Stephanie Paalvast – 11 Frits Hendriks – 11 Esther Mensink – 10 Roel Verlaan - 10 Daan Bouyeri - 10 Pieter Flesca – 9 Kor Hoebe - 9 Nathan van der Waa - 6
NAKOMERTJES Jerry Jodenkoek - 22 Sweder Segers – 17 Machiel van den Heuvel - 11 Max Cramer - 10 Walter Flapper – 9
En zo komt een einde aan een lange juryavond. Het is inmiddels vier uur in de nacht en buiten horen we de vogels hun eerste liederen fluiten. De meeloper pakt
Op volgorde van muzikaliteit: StB (links), JV, JG
24 OKTOBER 2009 5
NAKOMERTJES Max Cramer: U schrijft over de GeenStijlgeneratie en de manier waarop ‘rechts Nederland’ door middel van clichés en de ‘kille rede’ zijn gelijk probeert te halen. En eerlijk is eerlijk: wij kunnen het helemaal met u eens zijn. De reden dat in PC nog nooit aandacht is besteed aan ‘rechts Nederland’ in het algemeen, is dat zulke stukken hoe dan ook verzanden in saaie constateringen en gortdroge meninkjes. Bewijs daarvoor is deze bespreking van uw stuk, waarin wederom niets om te lachen valt.
Walter Flapper: U weet zo vaak te verwijzen naar de ontknoping van uw stuk over een vrijpartij, dat de slotzin ‘Chris was 4 jaar oud’ voor ons ongeveer even onverwachts komt als een plot van Saskia Noort. Daarbij hebben wij een broertje dood aan seks met jonge jongetjes. 9 punten voor u. Jerry Jodenkoek: Uw stuk gaat over Meppel, het prachtige pittoreske stadje met z’n oude vaart en diaconessenhuis, door u ook wel omschreven als: ‘Het Dachau van Drenthe.’ U vraagt zich af
waarom daar nog mensen wonen en vindt een antwoord in de trein, waar het ‘Superhunk’ lukt om ‘Instabiel Tienermeisje’ aan zijn Drentse haak te slaan. Eerlijk gezegd laat het ons koud waarom er nog mensen in Drenthe wonen, en of ze dan ook met elkaar naar hunebed gaan. 22 punten voor u. Sweder Segers: Nu we het toch over Drenthe hebben: U weet met de woorden ‘schwalberend turfje’ en ‘gedomesticeerde voetbalhamster’, beiden omschrijvingen voor NAC-speler Anthony Lurling, het voetbalhart van JV te raken. De overige juryleden zijn duidelijk minder gecharmeerd. Van JG krijgt u ondanks een duim 4 punten omdat hij bang is ‘blind te zijn voor voetbalhumor’, de meeloper geeft aan het hele stuk gedacht te hebben dat Lurling inderdaad een hamster is maar geeft alsnog 4 punten. Inclusief 5 vingers van StB brengt u dat op een totaal van 17 punten. Machiel van den Heuvel: ‘Volgens mijn zitten wij in hun vluchtelingekamp (sic) vedomme (sic). Hebbe (sic) die kenkerlijers (sic) van ID &T dit express (sic) gedaan of ze hebben een verrotte fout gemaakt? Ze zeiden namelijk wel toen ik het kaartje kocht, dat ik daarmee een bijdrage zou leveren aan een goed doel. Assie (sic) dat betekent dat ik een stel afrikanen (sic) mijn feessie (sic) weggeeft kannie (sic) mijn (sic) nu beter levend begraven in deze grote gore crisis gortdroge tenten kamp (sic) sooi (sic) zonder muziek niks, kenker (sic)!’ Geen commentaar, 11 punten. De najury: OK JV StB JG
WINNAAR KOLOMKOMPETITIE ‘Wat wil je later worden als je groot bent?’ Toen Bert Brussen deze vraag voor het eerste te horen kreeg, als klein jongetje met ongetwijfeld een zwarte kniebroek, witte sokken en een zwart v-halsje aan, antwoordde hij naar alle waarschijnlijkheid met zijn karakteristieke nasale stemgeluid: ‘ik wil de hele dag thuis blijven zitten, en daar helemaal geen geld mee verdienen. Mijn leven wordt één grote krokusvakantie.’ Het is hem gelukt. Samen met de niezende panda, de eekhoorn met het trillend ooglid en de twee meisjes die heel erg nodig moesten poepen maar geen wc konden vinden, is Bert Brussen een internetfenomeen, iemand die de hele dag thuis mag zitten en daar door niemand op wordt aangesproken. Waarschijnlijk omdat ze geeneens de kans daartoe krijgen, met die bakken vol twits, blogs en comments die hij over de argeloze bezoeker heen strooit. De Simon Vestdijk van het 2.0 tijdperk, behalve dan Bert Brussen er geen gezin mee kan onderhouden. En wat doet hij daar de hele dag? Meer dan 200 jaar nadat Nietzsche in een polemische bui schreef dat God dood is, voelt Bert Brussen de behoefte om het nog eens dunnetjes over te doen. Niet omdat het christendom een echt gevaar
vormt voor onze liberale maatschappij. Bas van der Vlies is hoogstens gevaarlijk als hij van 12 hoog per ongeluk de Statenbijbel naar beneden laat vallen. Maar vooral omdat christenen de enige mensen zijn waarvan Bert zeker weet dat ze minder goed kunnen argumenteren dan hijzelf. En dat terwijl Bertje in principe net zo’n dogmatische lul is als de gemiddelde dominee. Alleen heet zijn God internet, en dient hij Hem door de hele dag als een zoutzak thuis te zitten. Zodra iemand het durft om zijn zelf verzonnen Geboden van het Internet te schenden, ontketent hij zijn furie en begint in onleesbare stukken met losse flodders te knallen. Maakt niet uit of het mensen zijn die proberen diefstal van software aan banden te leggen, of die volgens Bert te oud zijn om nog mee te mogen doen op internet. Dood moeten ze allemaal, die mensen die proberen het speeltuintje van Bert in te dammen. Tegen alle christenen, fascisten, socialisten, islamisten, elke vorm van ideologie. Maar zodra iemand zijn geloof probeert aan te pakken, net zo kleinzerig als de rest. Misschien is dat wel die spagaat, waardoor Bert Brussen altijd met zo’n raar stemmetje praat. Darius Rijnmondt
propria_cures_120_06:standaardopmaak 21-10-09 17:46 Page 6
STUDENTENWEEKBLAD PROPRIA CURES
120e JAARGANG No. 6
24 OKTOBER 6
MEELOPER GEEFT ‘M EEN TRAPPER NA
Zadelpijn A
ls je alles gezegd hebt wat je mogelijkerwijs over poëzie kan zeggen, als je iedereen hebt uitgescholden (en zij jou) die je mogelijkerwijs kan uitschelden en als niemand (behalve een meeloper bij PC) meer zin heeft om nog een woord aan je vuil te maken dan heb je als dichter-schrijver-polimist je doel bereikt Er rest je dan nog maar een ding: fietsen naar Rome, met je vrouw, je buik, je paardenstaart en je verzameld werk, en niet meer terugkomen.
I
k heb medelijden met de racefiets van vijfennegentig euro die Ilja Leonard Pfeiffer naar Rome heeft gebracht. Nog meer medelijden heb ik met Ilja Leonard Pfeiffer zelf. Het is het soort medelijden dat ik ook met Connie Palmen zou hebben als ik haar niet zo’n naar mens zou vinden. Een naar mens vind ik Ilja dan ook niet. Dat het bij hem allemaal zo tragisch net niet lukt, lijkt mij niet aan naarheid of geslepenheid toe te schrijven, maar aan dezelfde naïviteit die hem ooit deed besluiten om dat vieze haar te laten groeien. Jezelf zó laten kennen kan volgens mij namelijk alleen voortkomen uit zwarte bitterheid (Palmen) of kinderlijke onbenulligheid.
E
erst moet ik heel lang haar krijgen en vuile kleren aantrekken, moet de piepjonge aspirant-poëet Phijffer ooit gedacht hebben. Dat zijn clochardoutfit niet oprecht nonchalant maar goed doordacht is wordt bevestigd door het feit dat hij op de fiets naar Rome niet gewoon een fijn wielrenbroekje droeg maar zijn dichtersensemble, van spijkerbroek en vettig colbert. Vervolgens een poëtica. Dat moet niet makkelijk geweest zijn, maar toen hij op school Lucebert onderwezen kreeg is het Ilja vast duidelijk geworden wat poëzie moet zijn: een organisch taalbouwsel, ontsprongen uit de diepste gronden van je rottende wateren. Maar vooral ook: onbegrijpelijk. Dan, om een nog geloofwaardiger dichter te worden en om je wateren goed te laten rotten, kettingroken en comazuipen. En om het af te maken: een snor. Ja, zo moet het ongeveer gegaan zijn. De geboorte, of eigenlijk: constructie, van weer een schielijk oplichter. Tot zover ging het waarschijnlijk voor de wind. Ilja’s eerste ondoorgrondelijke pennenvruchten gingen naar De Gids, werden zo’n twintig keer afgewezen, zoals het hoort, maar binnen afzienbare tijd lag er een bundel in de winkel. Die bundel werd, ook zoals het hoort, gekocht en niet gelezen behalve door de critici die er ook niets van begrepen, maar dat was juist precies de bedoeling. Even was Ilja Leonard Pfeiffer de nieuwe Lucebert, die tot ieders verrukking, dronkemanspraat in sonnetten goot. Mooie, ongrijbare verzen waarin je las over geproefde monden in het donker, en waarin het lyrisch ik zich ‘als rambo tussen de russen’ voelt en ‘als bambi op het ijs’. Mis ging het waarschijnlijk toen het zo halverwege de jaren negentig langzaam acceptabel werd om eerlijk toe te geven dat je van poëzie eigenlijk niet echt kaas gegeten hebt maar dat je het best leuk kan vinden om eens een bundeltje te lezen als je gewoon kan begrijpen wat er staat. Hippe vogels zoals Driek van Wissen plukken van die tendens nu nog steeds de vruchten. Voor Ilja moet de omslag echter op zijn minst pijnlijk zijn geweest. Had hij al die moeite gedaan om zich te verkleden als lyrisch genie om te moeten constateren dat je elkaar nu met goed fatsoen sinterklaasgedich-
ten kan voorlezen? Nee! En Ilja heeft het er niet bij laten zitten. Met zijn logge lijf is hij op de barricade gaan staan, en overal waar je keek verschenen razende polemieken met een wat eenduidige maar wel heldere boodschap: Alle dichters zij kut behalve Ilja leonard Pfeiffer en nog een paar oude bazen. Intellectualisme en moeilijke toestanden in de fucking Gloria!
H
et gevolg van Ilja’s nieuwe carrière als polemist en criticus was dat het niet lang duurde voordat je overal in klare taal kon lezen wat die moeilijke dichtkunst van hem nu eigenlijk moest uitdragen. Om te weten wat hij te zeggen heeft hoefde je dus niet langer zijn vermoeiende poëzie te raadplegen. Dat is misschien ook de reden dat poëziestudenten nu nog steeds worden doodgegooid met Lucebert (die bijna nooit schreef over poëzie) en niet met arme Ilja Leonard Pfijffer. Op internet vind je immers kant en klare interpretaties van zijn eigen pen. Zo is in een van zijn eindeloze verhandelingen over poezie te lezen dat je poezie eigenlijk vooral niet moet proberen te begrijpen. Volgens Pfijffer ‘wordt het gedicht zo simpel en helder als het maar kan zijn zodra je de taal en de beelden neemt voor wat ze zijn zonder je af te vragen hoe je het zou moeten interpreteren’. Laat je meevoeren, zegt hij, en dan wordt vanzelf duidelijk dat de bambi in het hierboven geciteerde gedicht staat voor kwetsbaarheid en dat de mysterieuze ‘monden in donker geproefd’ gewoon betekent: ik heb met een ander gezoend. Als uitlegger van je eigen onuitlegbare poëzie en afkraker van die van anderen maak je natuurlijk geen vrienden. En hoe hard je ook roept dat het je niet kan verrotten dat iedereen je verguist, het is niet heel onbegrijpelijk dat je op een gegeven moment als een klein kind staat te huilen dat niemand je snapt. Of, erger, dat je huilt over hoe oneerlijk die wedstrijd, die je net niet gewonnen hebt, wel niet is. Of, nog erger, dat je in een vlaag van wanhoop met je blote pik op een stoffen bank poseert, om een laatste poging te doen men ervan te overtuigen dat je echt gelooft dat poëzie toch echt iets is wat je moet voelen. Naakt en puur. Zoals ik al zei: ik heb medelijden. Het moet voelen alsof je je zorgvuldig hebt uitgedost als Spiderman terwijl alle kids al lang in Dark Knight-pakken lopen. Wat me echter aanstaat aan Ilja is dat hij begrijpt dat de koek op is en dat hij, in tegenstelling tot Palmen die in de grachtengordel langzaam blijft uitfikken, zijn verlies telt. Hij pakt zijn overgebleven knikkers en zijn biezen en schrijft, helemaal zoals het hoort nog een fietsboek. ‘Een filosofie van de berg’ is zijn boek met daarin het opzienbarende inzicht: het gaat niet om het doel maar om de weg. Ilja kan het weten, hij heeft het eindpunt gezien en kan je vast vertellen dat het de moeite amper waard is. Raimon Pelikaan
propria_cures_120_06:standaardopmaak 21-10-09 17:46 Page 7
STUDENTENWEEKBLAD PROPRIA CURES
k zal het maar eerlijk zeggen: ik kocht het vanwege de in prachtige kleuren gereproduceerde boekenomslagen uit ‘40-45 die in het boek zijn opgenomen. Enig gevoel voor esthetiek kon die nazi’s niet ontzegd worden. Wat een kleuren, wat een expressie in die eenvoudige pentekeningen! Pornografie voor de perverse ziel. Maar dan zit je wel met de rest van het boek. Misschien wel de spannendste bedrijfsgeschiedenis sinds Het Bureau. Een testament aan de bewonderenswaardige VOC-mentaliteit van het Nederlandse volk: gewoon doorwerken, want de lezer heeft behoefte aan het goede boek. Niet bij de pakken neer gaan zitten, zoals die luie arbeiders van de februari-staking. Met als conclusie dat de Arbeiderspers eigenlijk helemaal zo fout niet was. Geen joden verstopt achter de drukpers, maar ze dan ook niet verraden. Wel het Het Volk en De Landwachter drukken, maar stiekem ook illegale krantjes. En voor de rest een hoop boeken over Friese boeren, schaatstochten, eigenlijk elk onderwerp waar met enig behoud van realisme knotwilgen langs bevroren vaarten konden voorkomen. Onschuldig vermaak in schuldige tijden, om het maar eens op z’n Hans Goedkoops te zeggen. Uiteindelijk aanbeland bij de vierde laag in nationaal-socialistische werken (laten we wel wezen, het blijft neerlandistiek), begon ik me meer en meer te concentreren op de foto op de achterflap. De vierde laag werd een stuk minder scherp geanalyseerd dan de voorgaande lagen beloofden. Frederike Doppenburg, winnaar van de Scriptieprijs Stichting Lezen. Frederike Doppenberg, met haar mooie volle lippen. Echt zo’n meisje waarmee je thuis kan komen. Ik kan me al voorstellen hoe zij daar naast me aan tafel zit, thuis bij mijn ouders. Frederike Doppenberg (‘zeg maar Frederiek’), de perfecte schoondochter. Ik schep haar wat aardappelpartjes op, en geef haar het kleinste stukje karbonade. Ze is niet zo’n grote eter. Ik daarentegen lust er wel pap van. Terwijl ik met volle overtuiging mijn bord begin leeg te eten, vertelt zij over de opkomst van de heemkunde in de jaren ’40. Later op de avond, de koffie is al geweest en de wijn staat weer op tafel, lees ik voor uit Engelandvaarders van K. Norel, ons favoriete boek. Elke keer weer als Evert Gnodde op het punt staat door de Grüne Polizei opgepakt te worden voor de Arbeitseinsatz, slaat ze van schrik een hand voor haar mond. Maar ze weet net zo goed als ik dat het spel is, en dat Evert na de oorlog in goede gezondheid weer terug kan naar zijn Urk,
in de badkamer over een mud aardappelen. Als ik ‘s avonds laat terugkom uit het café, zit ze me huilend op te wachten, omdat ik de avondklok met drie uur heb overtreden, en ik zeker met die neus van me had moeten oppassen. Ik sta niet ingeschreven in haar huis, omdat dat van de woningbouw niet mocht. De laatste tijd laat ze me steeds minder mijn werkkamer uit, en schoof ze eerst
JG MARCHEERT VROLIJK MEE
Collaboratesse O
mdat ik volgens mijn ouders te oud ben geworden om met enig fatsoen Donald Duck Winterboeken te lezen, en mezelf nog te jong vind om de Penthouse te kopen, is het lang geleden dat ik iets puur voor de plaatjes heb gekocht. Het kostte me dan ook enige moeite om voor mezelf te verklaren waarom ik in hemelsnaam De Arbeiderspers moest blijven marcheeren, de prijswinnende scriptie van Frederike Doppenberg, had gekocht. Het was zeker niet vanwege de inhoud, ‘een kritische reconstructie van het uitgavenbeleid van ‘AP’ in de periode 1940-1945.’ Misschien had een kritiekloze reconstructie me leuker geleken. Lekker veren stoppen in de kont van interim-directeur Meinoud Rost van Tonningen, een praktijk die sinds de dood van Florrie Rost van Tonningen, de Zwarte Weduwe, in onbruik is geraakt. om daar zijn meissie, Alie Romkes, te trouwen. Frederike, mijn Alie. Samen spelen we in bed Tweede Wereldoorlogje, en telkens weer verras ik haar door haar Maginot-linie te laten voor wat het is, en met een omtrekkende beweging door te stoten tot de Rhône, inmiddels gezwollen door de opkomende lente. Het kost me geeneens vijf dagen om haar zich te laten overgeven aan mij. We richten een hyves op, Het Genootschap voor de Heemkunde, waar alleen wij twee lid van zijn. Een plekje om elkaar vunzige tekeningetjes te sturen, gemaakt van alleen maar de letters van het alfabet en punctuatietekens. Onze inventiviteit kent geen grenzen, en de tekeningen worden groter en groter, steeds perverser, de heemkunde totaal uit het oog verliezend.
O
ndanks advies van mijn ouders, die vraagtekens zetten bij haar politieke ideeën, ben ik inmiddels bij haar ingetrokken. Als ik op een lamlendige zondag door de brieven van Menno ter Braak blader, wordt ze boos, noemt hem een lafaard en een deserteur. De Arbeiderspers bleef ook doormarcheeren, roept ze boos uit, dus waarom zou Menno zich dan zo nodig van kant moeten maken? Wat een watje! Ook kijkt ze misprijzend als ik op het punt sta het werk van Primo Levi, of de verzamelde gedichten van Paul Celan open te slaan. Ik kijk beschaamd, en
moffel ze terug in de boekenkast, achter een rij kookboeken, die vooral lijken te gaan over de beste bereiding van de tulpenbol of voederbiet. Als ik haar vraag om mijn band te plakken, omdat ik al de afwas heb gedaan en zo ook nog moet koken, blijft ze twee uur lang weg. Stralend, maar bezweet komt ze eindelijk weer binnen, en legt dertig euro op de tafel. ‘Kijk, dat heb ik op de zwarte markt gekregen voor je banden. Het was echt rubber!’ Door het raam zie ik mijn fiets staan, met nieuwe houten velgen. Als ik kletterend ben aangekomen op het Waterlooplein, kost het me veertig euro om mijn banden terug te krijgen.
I
k voel me alsof ik in een tweefrontenoorlog verzeild ben geraakt, en heb alleen maar de hoop dat ik die ooit nog kan winnen. Terwijl ik probeer om ons huis een beetje gezellig en leefbaar te maken, staat ze erop al mijn pogingen te saboteren. De mooie ouderwetse radio die ik tweedehands heb gekocht, gooit ze ‘s nachts in de gracht ‘want ze zouden er eens achterkomen dat we hier illegaal zaten te luisteren. Dan helpt zelfs mijn lidmaatschap niet meer’. Ik verlies meer en meer terrein. Steeds vaker merk ik dat mijn Björn Borg-boxershorts verdwijnen, omdat Frederike er snelverbanden van heeft gemaakt. Ik heb al dagen geen licht gezien, want de ramen zijn dichtgeplakt met oude kranten vanwege de verduistering. Omdat ik op een nacht de knijpkat niet kon vinden en Frederike de elektriciteit had afgesloten, struikelde ik
Ja,
24 OKTOBER 2009
Foto: Bart Meijer
I
120e JAARGANG No. 6
Frederike Doppenberg: eindelijk een vrouw die meer van de Tweede Wereldoorlog afweet dan je oma nog drie keer per dag een maaltijd naar binnen door het luikje (wanneer heeft ze dat in de deur gemonteerd?), al gauw werd het twee keer, en nu is het nog maar een keer per dag. Ik schrijf in mijn dagboek en probeer de tijd te vergeten. Ik heb een stukje krant van het raam afgescheurd, en door het smalle spleetje kan ik zien dat Frederike, met een gemene blik in haar ogen, op straat staat, en wijst naar onze voordeur. Achter haar staan twee mensen in het uniform van de Dienst Wonen. Ze zal toch niet? JG Frederike Doppenberg, ‘De Arbeiderspers moest blijven marcheeren. Een uitgeverij in oorlogstijd’. De Arbeiderspers, E19,95
verschrikkelijk. Ik weet nog hoe mooi hij
kon zingen en hoe dapper ik het vond dat hij
Dirk? Invullen en opsturen in een ongefrankeerde envelop naar Propria Cures, Vendelstraat 2, 1012XX Amsterdam.
Of doe het makkelijk en ga naar: www.propriacures.nl
uit de kast kwam. Dat hij nu zo aan zijn einde moet komen, dat is tragsch. Stikken in je eigen braaksel, en niet eens tijdens de groen-
tijd. Oh, heette hij Steven Gately? Geeft niet, ik ben allang blij dat hier geen grap over DSB staat. Doet u mij ondertussen een abonnement op Propria Cures, de Bulgaarse Yoghurt op de plaats delict. Ik betaal no matter what.
naam ......................................................................................... adres......................................................................................... 0 Tientjesleden 10 euro (half jaar PC voor 10 euro!) 0 Studenten 25 euro (jaarabonnement) 0 Gewone mensen 45 euro (jaarabonnement) Neem nu een abonnement op PC en kies je cadeau uit! Ga na www.propriacures.nl
7
propria_cures_120_06:standaardopmaak 21-10-09 17:46 Page 8
STUDENTENWEEKBLAD PROPRIA CURES
120e JAARGANG No. 6
STB POEPT OP Z’N HOOFD
Duivenmelkert M
ariëtte Hamer is een oplichtster. Al weken houdt ze het land voor dat zij degene is die de PvdA richting de eeuwige jachtvelden hielp. Er is niets zo verdorven als dwepen met andermans verdiensten. Ze mocht het laatste zetje geven, meer niet. Het failliet van de sociaaldemocraten komt maar aan één man toe en dat is Ad Melkert. Over een paar maanden staan ze in de peilingen eindelijk gelijk met Rita Verdonk. Ad zit in het buitenland, maar ik stel voor dat u zo luid meezingt dat hij het zelfs daar kan horen. Kom op jongens, uit volle borst: Adje bedankt!
N
atuurlijk, er zijn mensen die beweren dat het socialisme nog springlevend is en dat klopt helemaal. Het socialisme leeft, met net zoveel kracht en vitaliteit als Ariël Sharon. Toen Ad Melkert het stokje overnam van Wim Kok fladderde het rode gedachtegoed nog vrolijk rond in Europa. Tony Blair was het binkie, in Duitsland hoefden de socialisten alleen het woordje ‘nationaal’ weg te strepen om jarenlang te regeren en ook in Nederland zag het er rooskleurig uit voor Melkert en consorten. Maar toen kwam Ad. Hij had slechts een paar debatten nodig om zijn partij en zijn ideologie om zeep te helpen. Wie herinnert zich niet het fantastische debat na de gemeenteraadsverkiezingen in 2002. Melkert hing over tafel als een pudding waaruit iemand ongemerkt de gelatine had verwijderd. Het was alsof men aan tafel geen debat hield, maar een spelletje dierenhints aan het spelen was waarbij Ad zojuist het kaartje had getrokken waarop stond dat hij een verlegen weekdier moest uitbeelden. Het resultaat is bekend. De PvdA is er nooit meer bovenop gekomen en de partij zit erger met zichzelf in de knoop dan een
wees met een oedipuscomplex. De nederlaag gaat echter verder dan een nationale kwestie. Sinds Melkert het in Nederland verprutste, lijkt iedereen in Europa te beseffen dat het socialisme haar langste tijd gehad heeft. In Duitsland heeft men nog liever een vrouw aan de macht, Gordon Brown tekende voor de slechtste machtsovername door een cycloop sinds von Stauffenberg en de enige reden dat rood in Spanje nog regeert is omdat de natuurlijke bondgenoten van het socialisme, Arabieren, in verkiezingsweek een campagneteam op pad stuurden dat in plaats van de obligate pennen en sleutelhangers semtex uitdeelde in de ochtendspits.
E
en mislukking als dat moet toch vreten aan een mens, maar op Ad Melkert heeft het een ander effect: een warme, kietelende sensatie. Lekker, bijna. Stille wateren hebben diepe gronden, of in het geval van Ad: diepe kelders. Hij staat namelijk bekend als een liefhebber van SM en bezoekt regelmatig clubs waar dure schoenen alleen op de dresscode staan als ze direct na binnenkomst in je anus verdwijnen. Dat verklaart een
hoop. Er is immers geen tepelklem, afgebonden eikel of staalwollen onderbroekje dat qua pijn en vernedering kan tippen aan de gemiddelde verkiezingsuitslag bij de PvdA. Met Melkert hoeft niemand medelijden te hebben, zeker niet als je bedenkt dat hij na zijn nederlaag naar New York mocht verhuizen. Maak je er een potje van in de derde wereld dan beland je uiteindelijk achter de tralies in Den Haag, verpruts je het in Den Haag dan beland je uiteindelijk achter een stagiaire in New York. Een chique vorm van mededogen, dat is het. Menslievendheid. Dan kan men in de necrologie zetten dat je de laatste jaren in New York hebt doorgebracht, zodat je alsnog een zweem van geld, macht en succes meekrijgt; een fijne herinnering om de laatste jaren mee door te komen. Wat men er niet bij vertelt is dat het een façade is. Dat Ad Melkert helemaal niets te vertellen had en ’s werelds meest bruisende metropool in werkelijkheid niets anders is dan één groot hospice waarin Europa’s gestrande elite aan een pijnverzachtend infuus van onkostenvergoedingen en kalfslederen stoelen ligt, dat er een nachtzuster is die al die falende bureaucraten ’s nachts komt influisteren dat ze er wel degelijk toe doen, en op hun glimmende gezichten de oogleden sluit.
I
n de Verenigde Staten wordt de gast die het leukste praatje kan houden automatisch tot president gekozen. Eloquentie bepaalt je status op de sociale ladder en volgens die wetten had Ad Melkert recht op een baantje als assistent-hotdogverkoper of ondernavigator
24 OKTOBER 2009
op de nachttaxi. New York is echter ook een gastvrije stad, waar mensen – zelfs Ad – in hun waarde worden gelaten zolang ze zich maar nergens mee bemoeien. Een goede gast serveert geen thee en koekjes in het huis van de gastheer, laat staan dat hij de badkamer een stevige poetsbeurt geeft. Ad Melkert toonde zich een verschrikkelijke gast. In plaats van dankbaar te zijn dat hij in stilte de laatste jaren van zijn politieke loopbaan mocht slijten, probeerde hij keer op keer te promoveren, raakte in opspraak, weigerde op te stappen en werd uiteindelijk op het vliegtuig naar Bagdad gezet. Op weg naar zijn volgende melkertbaan.
D
eze zomer werd hij benoemd tot VN-gezant in Irak, eindelijk een baan waar hij op zijn plek is. Je hoeft er niet te kunnen debatteren, luisteren naar de Amerikaanse opperbevelhebber is voldoende. Voor de linkse milieufanaat hebben ze een heuse groene zone aangelegd en de locals delen zo in Ad’s liefde voor SM dat groepjes gemotiveerde vrijwilligers ’s avonds mensen in busjes sleuren om hen te enthousiasmeren voor wat sadomasochistisch vertier. Er is een goede kans dat Melkert, net als een van zijn voorgangers in 2003, om het leven komt in de Iraakse hoofdstad. Laten we hopen van niet, maar ik zal er voor hem zijn als het zover is. Ik zal waken aan zijn graf, ik zal de verwelkte rode roos naast hem begraven en door de tranen heen glimlachen om de inscriptie op zijn steen. ‘Hier ligt Ad Melkert. Hij werkte in New York.’ StB
Sumo Sumo, -naar de bekende worstelaar‘s gezondheid kwam ernstig in gevaar. Het Elysee zei nee (en zonder genade) Klein, aan de kade van de Seine misschien maar hier willen wij je niet meer zien. Sarko komt zo met zijn gevolg van kinderen en jetsetvrouwen we kunnen niet de hele ile-de-France gaan onderhouwen. Bovendien waarom zou jij, tu Sumo Papa Jacques geeft zo, zo veel om jou en zijn vrouw Bernadette Voert ze je Met liefde
Geen croquette? Die ragout van moe? geef me liever iets presidentielers toe! Sumo kon het verlies, niet goed verkroppen: Dit moet stoppen, dit is niet wat ik verdien Lodewijk zestien werd humaner afgezet. Ik ga naar bed en kom daar niet meer uit vandaan. Det en Jacques kunnen jullie mij verstaan? Ben ik te horen? Ja? Ik ben verloren. Wat doen we nu? Wat kan ik hem geven? Stevige jus? een nieuw hansop? een enveloppe met cheques en geld? Is dat dan echt het enige wat telt? Bernadette was buiten zinnen
nee, zei Jacques dit gevecht is niet te winnen. We zullen naar de medicatie moeten grijpen, ja dat moet. Halen we hem hieruit, dan goed. Dat zouden ze bij France Telecom ook eens moeten doen maar fatsoen, dat brengt men hier niet op voor een goed advies van een oud amice. tIk ben niet thuis riep Su toen ze op zijn deurtje kwamen kloppen. Voor mij kan niemand zich verstoppen overstemde Papa Jacques nu het gezanik van Sumo, C’est fini! Wie, wie denk je wel nie dat je bent verwende vent
Jacques, he get, Zei Bernadet Kom op dit werkt niet, hij heeft verdriet wij allemaal hoor lieve schat Sumo’s snuit, een beetje nat (tranen?) hief zich nu op ik wil niet meer, mes vieux, ik ben het leven beu. Hier, neem dit, je knapt echt op, die sombere gedachten verdwijnen heel snel uit je kop. Ik verzeker je, binnen een paar weken.. Een paar weken? Onderbrak Sumo nu Pa Jacques Man, dan ben ik allang bezweken. Net als jij, welk mens doet antidepressiva in het hondenvoer? Dat kan ook Alleen
Die boer Van Zjee-Cee in zijn donder halen. Dit ga je duur betalen! Ik bijt de eendenlever uit je vette pens. En zo overschreedt Sumo De grens Waar de liefde ophoudt voor het beest. Vaak is zo’n dier er dan geweest maar Sumo geen president maar keizer zette wijzer naar zijn hand: Een deportatie naar zijn Sint-Helena: het platteland. Alleen voor de echte bon-ton aldus deze Malteser Napoleon. OK
8