6 minute read

Een kleine geschiedenis van Kunstwegen

De koningin zag dat het goed was

Door een Nederlandse en een Duitse kunstroute aan elkaar te knopen werd twintig jaar geleden in het Vechtdal de basis gelegd voor ‘het grootste grensoverschrijdende openluchtmuseum van Europa’. De uitdaging bleef in al die jaren dezelfde: hoe houd je het op de kaart? Een kleine geschiedenis van Kunstwegen.

Langs dreven waar doorgaans landbouwverkeer de dienst uitmaakt verplaatste zich op 21 juni van het jaar 2000 een koningsblauwe DAF-touringcar. Boven het dak stak een oranje vlaggetje uit. Het was een woensdag met typisch Hollands zomerweer: 20 graden, afwisselend zonnig en bewolkt met tussendoor soms pittige buien. Wie niet beter wist vroeg zich af wat er zo interessant kon zijn aan de plekken waar de bus halt hield, in het stille grensgebied van de Nederlandse provincie Overijssel en de Duitse graafschap Bentheim. Maar koningin Beatrix nam bij elke stop de tijd om de unieke verzameling kunst te aanschouwen die langs de rivier de Vecht tot een lint aan elkaar was geregen.

De Telegraaf zou de volgende dag melden dat de vorstin Kunstwegen had geopend; de verslaggever van het Dagblad van Noorden hield het op een bezoek. Hoe dan ook: hier was iets groots verricht en het had een koninklijk tintje gekregen. Beatrix was er als erkend kunstliefhebber zelfs niet voor teruggedeinsd in de stromende regen het off the road-parcours af te leggen naar het werk Wortlos van het Russische kunstenaarspaar Ilya en Emilia Kabakov: een mannen- en een vrouwenfiguur, gevlochten uit draadstaal, elk aan een oever van de Vecht.

De tweedelige sculptuur Wortlos behoorde tot de vijftien nieuwe landschapskunstwerken waarmee Kunstwegen in 2000 onder die vlag van start ging. Met deze werken werden twee al bestaande routes op elkaar aangesloten: Kunstlijn aan Nederlandse kant en de Skulpturenweg Nordhorn aan Duitse zijde. Kunstlijn verbond sinds 1987 kunstwerken op en rond de stations aan de spoorlijn ZwolleEmmen. In Nordhorn was de Skulpturenweg vanaf 1977 gegroeid. Voor Kunstwegen werd bovendien een koppeling gemaakt met de zestien werken van Bentheimer zandsteen die bij het klooster Frenswegen herinnerden aan drie beeldhouwerssymposia.

Kroon op het werk

Zodoende omvatte de route op het moment dat Beatrix haar inspecteerde al tientallen werken uit decennia van (beeldhouw)kunst in de openbare ruimte. De grensoverschrijdende uitbreiding die Kunstwegen compleet had gemaakt was met recht een kroon op het werk. Een internationaal gezelschap kunstenaars van grote naam en faam had werk gemaakt voor de meest uiteenlopende plekken. Ze waren uitverkoren door een Nederlands-Duits curatorencollectief onder leiding van de gedreven Vlaming Jan Hoet, destijds directeur van het museum voor hedendaagse kunst in Gent. Budget voor het project: een kleine vier miljoen gulden.

Bij de koppeling van kunstenaars aan locaties baseerden de curatoren zich op de dossiers die vijf wetenschappers van de universiteit van Osnabrück voor elke plek hadden aangelegd. Ook de kunstenaars konden zo bouwen op even gedetailleerde als betrouwbare informatie over het gebied, van de historische verhalen tot en met de libellesoorten die zich daar ophielden. Site-specific kunst is bij Kunstwegen geen loze kreet.

Op Wortlos reageerde de koningin op die junidag in 2000 in elk geval verrukt, registreerde de verslaggever van het Dagblad van het Noorden, die ook wist te melden dat Beatrix vriendschappelijke betrekkingen onderhield met de makers. Hij noteerde bovendien dat ze haar invloed zou hebben aangewend om de tot dan toe moeizaam verlopen plaatsing van het werk een zetje te geven. Iets wat een dag of wat later door Ronald Nachtigäller, toenmalig artistiek voorman van Kunstwegen aan Duitse zijde, in een ingezonden brief ten stelligste werd ontkend.

Kritiek als deel van de kunst

Geen kunst in de openbare ruimte zonder ophef, en op die regel is Kunstwegen geen uitzondering. De vermeende bemoeienis van Beatrix was snel vergeten, maar andere projecten hadden meer te lijden van weerstand en kritiek. Zoals Tumulus van de >

Italiaan Luciano Fabro, sterkunstenaar uit de Arte Povera (nederige kunst). Dat hij een enorme ankerketting, gevonden in de haven van Ravenna, om een prehistorische grafheuvel op de Spöllberg bijUelsen wilde draperen was voor omwonenden een ongehoorde ingreep in dit cultuurmonument. Twintig jaar later zijn de schakels in de bodem verzonken alsof ze er altijd hebben gelegen.

Hardnekkiger was het verzet in Gramsbergen tegen de Bridge of Bricks van Simone Berti, die als een soort anti-brug in een oude Vechtarm zou komen te staan. De inwoners wilden er niets van weten. Berti’s brug is tot op de dag van vandaag een ontwerp gebleven. Wel is er een automaat, waarmee je de artists impression op een muntje van vijf eurocent kunt laten persen, als souvenir van een kunstwerk dat er nooit kwam. De automaat stond eerst bij de beoogde locatie van de brug maar krijgt naar verwachting binnenkort een plek in Museum Gramsbergen. Het laat mooi zien hoe Kunstwegen alle interactie met de omgeving als onderdeel van het kunstwerk beschouwt, ook wanneer die niet per se positief uitpakt.

Enorme opgave

Dan nog blijft het een enorme opgave om de route levend en in de aandacht te houden. ‘Het grootste grensoverschrijdende openluchtmuseum van Europa’ is een dankbaar marketingframe, maar dan begint het pas. Want ga er maar aan staan, qua organisatie, beheer en publieksbereik. Nog afgezien van de bij vlagen complexe Nederlands-Duitse samenwerking moest de stichting Kunstwegen ook aan Nederlandse kant soms hard trekken aan draagvlak. Hoe groot de attractiewaarde is van toonaangevende kunst, vergroeid met het bijzondere landschap van het Vechtdal, werd niet altijd onderkend. Al waren het in 2009 juist de cultuurwethouders van de Vechtdalgemeenten Zwolle, Ommen, Dalfsen en Hardenberg die zich hard maakten voor een nieuwe impuls.

In 2012 kreeg Kunstwegen bovendien nog een flinke uitbreiding, toen in het kader van het project Raumsichten de route van Nordhorn dertig kilometer werd doorgetrokken tot Ohne (aan de grens met Nordrhein-Westfalen) en daar negen nieuwe

Kunstwegen in het kort

~ 80 kunstwerken verspreid over een route van 180 kilometer ~ 87 kunstenaars uit 12 landen ~ In de Duitse deelstaat Niedersachsen en de Nederlandse provincie Overijssel ~ Door de Nederlandse gemeenten Zwolle, Dalfsen, Ommen,

Hardenberg en de Duitse gemeenten Nordhorn en Ohne ~ Recente aanwinsten: Trials of Gavin in Zwolle (Jason Myers, 2019), Zieleschepen in Zwolle (Cornelius Rogge, 2016), Het

Depot in Dalfsen (Groenewoud/Buij, 2014), Earthly Whispers in Dalfsen (Nathalie Bruys, 2014), GEO-METRIE in

Hardenberg (Paul de Kort, 2012)

kunstwerken werden geplaatst. Daarbij werd kunst gecombineerd met ruimtelijke ontwikkeling, om nieuwe wegen voor een duurzame vormgeving van het landschap te verkennen. Zo toont Kunstwegen ook hoe kunst in de openbare ruimte zich blijft ontwikkelen.

De kunst doet het zelf

Maar vooral is het een toeristisch-culturele attractie van formaat, die een breed publiek overrompelende ervaringen heeft te bieden. Of die bezoeker nou in de eerste plaats voor de natuur komt, of voor de kunst. Precies wat de initiatiefnemers destijds voor ogen stond. Notabene een Braziliaanse filmploeg rukte in 2018 nog uit om de schoonheid van Kunstwegen vast te leggen, voor een reeks documentaires over acht sculptuurparken in de open lucht, verspreid over de hele wereld (foto’s rechts). De trailer op You Tube is nog niet massaal bekeken. Zoals een verslaggever van de Volkskrant in de zomer van 2000 opmerkte: “De kunst moet het zelf doen in het Vechtdal.” Dat doet ze al twintig jaar, en dat zal ze blijven doen. \

This article is from: