7 /
Kunstwegen 20 jaar
Een kleine geschiedenis van Kunstwegen
De koningin zag dat het goed was Door een Nederlandse en een Duitse kunstroute aan elkaar te knopen werd twintig jaar geleden in het Vechtdal de basis gelegd voor ‘het grootste grensoverschrijdende openluchtmuseum van Europa’. De uitdaging bleef in al die jaren dezelfde: hoe houd je het op de kaart? Een kleine geschiedenis van Kunstwegen.
Langs dreven waar doorgaans landbouwverkeer de dienst uitmaakt verplaatste zich op 21 juni van het jaar 2000 een koningsblauwe DAF-touringcar. Boven het dak stak een oranje vlaggetje uit. Het was een woensdag met typisch Hollands zomerweer: 20 graden, afwisselend zonnig en bewolkt met tussendoor soms pittige buien. Wie niet beter wist vroeg zich af wat er zo interessant kon zijn aan de plekken waar de bus halt hield, in het stille grensgebied van de Nederlandse provincie Overijssel en de Duitse graafschap Bentheim. Maar koningin Beatrix nam bij elke stop de tijd om de unieke verzameling kunst te aanschouwen die langs de rivier de Vecht tot een lint aan elkaar was geregen. De Telegraaf zou de volgende dag melden dat de vorstin Kunstwegen had geopend; de verslaggever van het Dagblad van Noorden hield het op een bezoek. Hoe dan ook: hier was iets groots verricht en het had een koninklijk tintje gekregen. Beatrix was er als erkend kunstliefhebber zelfs niet voor teruggedeinsd in de stromende regen het off the road-parcours af te leggen naar het werk Wortlos van het Russische kunstenaarspaar Ilya en Emilia Kabakov: een mannen- en een vrouwenfiguur, gevlochten uit draadstaal, elk aan een oever van de Vecht. De tweedelige sculptuur Wortlos behoorde tot de vijftien nieuwe landschapskunstwerken waarmee Kunstwegen in 2000 onder die vlag van start ging. Met deze werken werden twee al bestaande
routes op elkaar aangesloten: Kunstlijn aan Nederlandse kant en de Skulpturenweg Nordhorn aan Duitse zijde. Kunstlijn verbond sinds 1987 kunstwerken op en rond de stations aan de spoorlijn ZwolleEmmen. In Nordhorn was de Skulpturenweg vanaf 1977 gegroeid. Voor Kunstwegen werd bovendien een koppeling gemaakt met de zestien werken van Bentheimer zandsteen die bij het klooster Frenswegen herinnerden aan drie beeldhouwerssymposia.
Kroon op het werk Zodoende omvatte de route op het moment dat Beatrix haar inspecteerde al tientallen werken uit decennia van (beeldhouw)kunst in de openbare ruimte. De grensoverschrijdende uitbreiding die Kunstwegen compleet had gemaakt was met recht een kroon op het werk. Een internationaal gezelschap kunstenaars van grote naam en faam had werk gemaakt voor de meest uiteenlopende plekken. Ze waren uitverkoren door een Nederlands-Duits curatorencollectief onder leiding van de gedreven Vlaming Jan Hoet, destijds directeur van het museum voor hedendaagse kunst in Gent. Budget voor het project: een kleine vier miljoen gulden. Bij de koppeling van kunstenaars aan locaties baseerden de curatoren zich op de dossiers die vijf wetenschappers van de universiteit van Osnabrück voor elke plek hadden aangelegd. Ook de kunstenaars konden zo bouwen op even gedetailleerde als betrouwbare informatie over het gebied, van de historische verhalen tot en met de libellesoorten die zich daar ophielden. Site-specific kunst is bij Kunstwegen geen loze kreet. Op Wortlos reageerde de koningin op die junidag in 2000 in elk geval verrukt, registreerde de verslaggever van het Dagblad van het Noorden, die ook wist te melden dat Beatrix vriendschappelijke betrekkingen onderhield met de makers. Hij noteerde bovendien dat ze haar invloed zou hebben aangewend om de tot dan toe moeizaam verlopen plaatsing van het werk een zetje te geven. Iets wat een dag of wat later door Ronald Nachtigäller, toenmalig artistiek voorman van Kunstwegen aan Duitse zijde, in een ingezonden brief ten stelligste werd ontkend.
Kritiek als deel van de kunst Geen kunst in de openbare ruimte zonder ophef, en op die regel is Kunstwegen geen uitzondering. De vermeende bemoeienis van Beatrix was snel vergeten, maar andere projecten hadden meer te lijden van weerstand en kritiek. Zoals Tumulus van de >
Tekst Ingrid Bosman | Fotografie archief Kunstwegen en Dirk Baalman