JUNI 2020, NO. 5 – DE BESTE BRON VOOR FILOSOFISCHE BOEKEN
Het uur van de waarheid
Met het essay van de Maand van de Filosofie, Daan Roovers en Simone de Beauvoir
BKFILOSOFIE
JUNI 2020– PAGINA 2
HET UUR VAN DE WAARHEID
Annelies Verbeke ALEX SALINAS
ARTIKEL
Het menselijke van de leugen Het is het uur van de waarheid, of eigenlijk de maand van de waarheid, want dat is het thema van deze Maand van de Filosofie. Alicja Gescinska en Annelies Verbeke schreven een essay en kinderboek bij het thema en laten daarin zien hoe belangrijk het streven naar waarheid is, zonder daarbij de menselijkheid van de leugen uit het oog te verliezen. Door Antal Giesbers
D
e leugen lijkt alomtegenwoordig in ons huidige maatschappelijke klimaat. Fake news is een fenomeen waar we rekening mee houden, we vertrouwen nog maar nauwelijks
pleidooi voor waarachtigheid, oprechtheid en authenticiteit, met name in de politiek. Heel anders benadert Annelies Verbeke het thema in haar kinderboek Patrick, over de zoektocht naar een imaginaire aap. Hoofdpersoon Katinka bedenkt de aap Patrick om interessant gevonden te worden door buurkinderen Mauro en Mira. Haar leugen loopt flink uit de hand als zij de aap echt willen zien en Katinka zegt dat die net ontsnapt is. Verbeke neemt de lezer mee op een reis door de stad én op een emotionele reis. Ze geeft haar lezers volop de ruimte om zelf te bepalen voor wie ze de meeste sympathie hebben – de leugenaar of degene die voorgelogen wordt. En daar komen beide boeken samen: bij de menselijkheid van de leugen. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat we allemaal veel meer liegen dan we denken. Liegen lijkt er dus gewoon bij te horen: we geven de hele dag door de waarheid duwtjes in de richting waar wij hem willen hebben. Maar Verbeke toont ons de impact die liegen op relaties kan hebben, en Gescinska onthult de desastreuze gevolgen ervan voor onze maatschappij. Beide auteurs erkennen dat leugentjes bij het mens-zijn horen en tonen tegelijkertijd het belang aan van het streven naar waarheid. Gescinska: ‘Zeldzaam zijn zij die aan waarheid geen belang hechten in hun persoonlijke levens of in de maatschappelijke context waarin ze zich bevinden. Wij zijn er ofwel naar op zoek ofwel menen we haar reeds gevonden te hebben, maar steeds is de mens een wezen van waarheid.’
op bestaande autoriteiten en er zijn genoeg mensen die verkondigen dat de aarde plat en de maanlanding nep is. Toepasselijk dus dat in deze Maand van de Filosofie de focus ligt op het thema ‘Het uur van de waarheid’. Het is prachtig om te zien hoe breed zo’n thema benaderd kan worden. Neem het essay van de maand. In Kinderen van Apate neemt filosofe Alicja Gescinska ons mee in een persoonlijk onderzoek naar de aard en impact van waarheid. Zij ontleedt zowel de verschillende aspecten van de leugen als van de waarheid, en opteert in dat verband liever voor de term waarachtigheid. ‘Waarheid is een neutrale term. Waarachtigheid is een morele term,’ schrijft zij. Meer lezen over Kinderen van Apate? ‘Niet elke leugen valt moreel te Blader dan door naar het interview met veroordelen, maar als algemene Alicja Gescinska op pagina 4. regel geldt wel vaak dat waarachtigheid MAAND VAN DE FILOSOFIE moreel prijzenswaardig is en misschien Juni is de Maand van de Filosofie, met dit zelfs een cruciale jaar een vanwege het coronavirus aangedeugd genoemd kan paste online programmering rondom het worden.’ Daarom cul- thema ‘Het uur van de waarheid’. Kijk voor mineert haar essay meer informatie over de evenementen op: uiteindelijk in een www.maandvandefilosofie.nl.
Beide auteurs erkennen dat leugens bij het mens-zijn horen.
Annelies Verbeke, Patrick, uitgave van Stichting Maand van de Filosofie i.s.m Uitgeverij Querido, 88 pagina’s (€ 9,99)
Alicja Gescinska, Kinderen van Apate. Over leugens en waarachtigheid, uitgave van de Stichting Maand van de Filosofie i.s.m. Uitgeverij Lemniscaat, 76 pagina’s (€ 4,95)
BKFILOSOFIE
JUNI 2020– PAGINA 3
IN DEZE EDITIE REDACTIONEEL
PRIKBORD
IN DEZE KRANT
Een nieuwe realiteit
Moet je altijd de waarheid spreken? En wanneer is het toegestaan om te liegen? We vroegen het aan drie denkers.
WAARACHTIGHEID
4
SATIRE
7
SIMONE DE BEAUVOIR
8
Daan Roovers, Denker des Vaderlands: ‘Als er niets op het spel staat, bijvoorbeeld als het gaat om een spelletje, dan vind ik het totaal niet erg om anderen om de tuin te leiden. Leuk zelfs. En ik kan me ook voorstellen, dat als er juist heel veel op het spel staat, als het gaat om ziekte, gezondheid, leven en dood, dat ik mezelf zou toestaan te liegen. Die twee uiteinden: heel belangrijk of juist onbelangrijk, legitimeren de uitzondering. In vrijwel alle communicatie daartussen, en dat is 95 procent, vind ik dat je je zonder te liegen moet kunnen redden.’ RUUD POS
Marli Huijer, Hoogleraar publieksfilosofie: ‘Als de waarheid zout strooit in jouw wonde, als mijn schaamteloze eerlijkheid je onaangenaam treft, als de leugen voorkomt dat ik je verraad, als het doen-alsof jou het gevoel geeft dat je geweldig mooi bent, of verschrikkelijk lief, als het boven water halen van de feiten het leed niet verzacht maar erger maakt, als je me leuker vindt als ik je niet alles over mezelf vertel – dan zou ik liegen als ik zou zeggen dat ik je altijd de waarheid vertel. Maar geloof me, als ik lieg, doe ik het zo snel dat de waarheid het niet achterhalen zal.’ MOHAMMAD-ABDULAZEZ
Ezra Hakze Redacteur BKFilosofie
Stine Jensen, auteur van Ik lieg dus ik ben: ‘Ik sta mezelf toe te liegen als ik denk dat de schade van de waarheid spreken groter is dan de opbrengst. Ik ben dus geen Kantiaan die louter principieel denkt: liegen is fout. Als iemand die ziek is geweest bijvoorbeeld vraagt: ‘Zie ik er goed uit?’ dan roep ik altijd: ‘Ja, heel veel beter dan eerst!’ Ook als ik vind dat dit niet zo is. Ik denk dat je er meteen van opvrolijkt als je hoort dat je er goed uitziet, dat de taal de werkelijkheid ten goede komt en je er dan ook werkelijk beter uit gaat zien.’ JAN REINIER VAN VLIET
Toen wij als BKFilosofie-redactie begonnen na te denken over deze editie, leefden we in nog in een andere wereld. Van maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus was nauwelijks sprake, politici gingen nog jolig op de foto terwijl ze de ‘ellebooggroet’ deden en persco’s heetten nog gewoon persconferenties. Inmiddels leven we in een totaal andere maatschappij. Het thema van de Maand van de Filosofie is des te toepasselijker: dit is inderdaad ‘het uur van de waarheid’. Alle politieke beslissingen die nu gemaakt worden hebben immers grote gevolgen voor onze toekomst. Daarom is het ook essentieel dat we het nepnieuws en de leugens in het publieke debat bestrijden. Gelukkig heeft filosoof Alicja Gescinska wat dat betreft een hoopgevende boodschap: in het interview in deze krant legt zij uit waarom zij vertrouwen heeft in het zegevieren van de waarheid (p. 4). Daarbij is het van belang dat we blijven luisteren naar experts en ruimte bieden aan verschillende perspectieven, zo blijkt uit de artikelen over Simone de Beauvoir en Plato (p. 8 en p. 16). En over experts gesproken: op pagina 21 vind je ook een interview met Denker des Vaderlands Daan Roovers, over het omgaan met angst. Deze eindigt met een positieve noot: volgens Roovers biedt deze crisis ook kansen voor een rechtvaardigere samenleving. Laten we de filosofie inzetten om van deze nieuwe realiteit ook een betere realiteit te maken.
Niet de waarheid, maar waarachtigheid is cruciaal voor het publieke debat, zegt filosoof Alicja Gescinska. Zij schreef met Kinderen van Apate het essay voor de Maand van de Filosofie.
Journalist en classicus Peter Wierenga maakt met zijn boek Raak! een wereldreis door de geschiedenis van de satire en laat zien hoe zij floreert in een democratie.
De belangrijkste denker van de tweede feministische golf is ook nu nog relevant, tonen de boeken die dit jaar over haar verschijnen aan. HET KWAAD
13
PLATO
16
CORONACRISIS
21
BKFILOSOFIE TIPT
23
Jurist Klaas Rozemond onderzoekt of de klassieke opvatting over het menselijke kwaad moet worden herzien en schreef daarmee een boek met grote maatschappelijke relevantie. Wie heeft de waarheid in pacht? Naar welke experts moet je luisteren? De antieke denker Plato dacht daar heel anders over dan zijn tijdgenoten.
Kan de filosofie ons helpen omgaan met angst tijdens de crisis? Denker des Vaderlands Daan Roovers geeft antwoord.
De redactie maakte een keuze uit het aanbod aan nieuwe en actuele filosofieboeken. EN VERDER
Agenda Column Paul van Tongeren Prijsvraag Colofon
25 27 27 27
BKFILOSOFIE
JUNI 2020– PAGINA 4
‘De waarheid is niet knock-out geslagen’ INTERVIEW
‘Misschien zou de wereld er beter van worden als politici zich wat vaker door filosofen en wat minder door spindoctors lieten begeleiden.’
Alicja Gescinska, Kinderen van Apate. Over leugens en waarachtigheid, uitgave van de Stichting Maand van de Filosofie i.s.m. Uitgeverij Lemniscaat, 76 pagina’s (€ 4,95)
De waarheid staat in deze tijd van nepnieuws misschien onder druk, zij is niet daadwerkelijk verslagen, schrijft Alicja Gescinska in haar essay voor de Maand van de Filosofie Kinderen van Apate. Wij spraken de Belgisch-Poolse filosofe over hoe we de leugens in het politieke debat moeten bestrijden. Door Ezra Hakze
S
ocial media heeft de verspreiding van fake news een impuls gegeven en leugenachtige politici betreden mondiaal steeds vaker de machtsposities. Ook tijdens de coronacrisis werd al meermaals duidelijk hoe snel nepnieuws zich verspreidt. Volgens sommige opiniemakers zouden we daarom in een posttruth-tijdperk leven, maar dat is een term waarmee Gescinska in haar essay zegt moeite te hebben. ‘De term “post-truth” lijkt mij niet heel geschikt,’ vertelt ze. ‘Een truth-tijdperk heeft bijvoorbeeld nooit bestaan. Zoals Hannah Arendt ook opmerkte: de leugen is altijd deel van het politieke leven geweest. Dat is nu niet anders dan vroeger. Anderzijds zitten we door de technologische ontwikkelingen, sociale media en de opkomst van het populisme wel met een kwantitatieve explosie van leugens en desinformatie in
het publieke debat. Daar moeten we bezorgd om zijn.’ Toch zie jij het niet pessimistisch in als het aankomt op de status van waarheid in het politieke debat. ‘Aan pessimisme doe ik liever niet. Waarheid zit in de hoek waar de klappen vallen, maar is niet knock-out geslagen. De democratie beleeft moeilijke tijden. Maar je moet de democratie niet ten grave dragen voor ze gestorven is. Ik geloof met andere woorden dat een revitalisering van de democratie en het publiek debat mogelijk is. En daartoe is een herwaardering van die oude nobele deugd nodig: waarachtigheid.’ Waarachtigheid is een cruciale term in het essay, die duidt op het streven naar waarheid en oprechtheid. Waarom wilde je zo de nadruk leggen op dit streven? ‘Om de morele dimensie van de crisis van het politieke debat ten volle te vatten. Waarheid is grotendeels een eigenschap van een bewering en in die zin een neutrale term. Waarachtigheid is een eigenschap van mensen; een morele term. Niet enkel de feitelijke onjuistheid van een bewering, maar de malafide intenties waarmee die gesteld wordt, moet ons werkelijk zorgen baren.’ Heb je het idee dat we waarachtigheid tegenwoordig minder nastrevenswaardig vinden? ‘Ik denk dat er een grote discrepantie is tussen theorie en praktijk. Veel mensen die in theorie erkennen dat waarachtigheid waardevol is, tonen daar in hun handelen weinig van. Geen
enkele politicus verkondigt openlijk dat hij leugenachtig is. Maar mocht iedereen waarachtig zijn, dan zaten we nu niet in deze verwarrende post-truth-tijden. Ik denk ook dat het een kwalijke bijwerking is van het feit dat we de voorbije jaren alsmaar weer hebben gehoord hoe leugenachtig politiek als stiel is: zo devalueer je waarachtigheid en legitimeer je de leugen. Zoals de Tsjechische oud-president Václav Havel ooit zei: “Zij die zeggen dat politiek een smerige stiel is, dragen ertoe bij dat politiek een smerige stiel wordt.”’ Wat is het grootste gevaar als we, burgers en politici, geen waarachtigheid meer nastreven? ‘In mijn essay probeer ik vooral aan te tonen dat de sociale tol groot is wanneer we die individuele deugd niet nastreven. Waarachtigheid is een voorwaarde van vertrouwen. Harmonieuze sociale interactie is enkel mogelijk wanneer we eerlijk van gelaat tot gelaat aan elkaar verschijnen. Zonder die waarachtigheid staat niet enkel de sociale harmonie, maar ook de vrijheid op het spel. Individuele en maatschappelijke vrijheden brokkelen af in tijden waarin wantrouwen en onwaarachtigheid regeren.’ Je put in je essay uitgebreid uit het werk van bekende filosofen. Welke filosoof moet je echt gelezen hebben om je te verdiepen in het thema van deze Maand van de Filosofie? ‘In mijn essay komt Emmanuel Levinas nadrukkelijk aan bod. Ik heb het motto van mijn essay aan hem ontleend: “Het wezen van het spreken is ethisch.”
BKFILOSOFIE
JUNI 2020– PAGINA 5
WAARACHTIGHEID
Alicja Gescinska STEVEN LEPEZ
De verruwing van het politieke discours, de polarisatie, de verspreiding van leugens en desinformatie: het is geen kwestie van louter politieke tactiek of communicatiestrategie. Het is een morele kwestie. Een crisis van woorden is een crisis van waarden, zo schrijf ik aan het
einde van mijn essay. Het allerlaatste woord van mijn essay herinnert ook aan Levinas: het Hebreeuwse hineni. Dat betekent: hier ben ik, zoals ik wérkelijk ben. Zoals Abraham voor God verscheen. Levinas was dé filosoof van de oprechtheid. Onze tijd en het politieke discours
hebben precies daar nood aan: meer oprechtheid. Dus roep ik allen op nog maar eens Levinas lezen. Misschien zou de wereld er beter van worden als politici zich wat vaker door filosofen en wat minder door spindoctors en communicatiestrategen lieten begeleiden.’
Maand van de Filosofie B I J U I TG E V E R I J
€34,99 Simone de Beauvoir Een leven
Filosoof, schrijver en feministisch icoon – Simone de Beauvoir was het allemaal. Kate Kirkpatrick had voor het eerst toegang tot nooit eerder beschikbare dagboeken en correspondentie. Het resultaat is een echte pageturner: diepgravend, verrassend en ontroerend.
Kate Kirkpatrick | 9789025907693
€20,99 Kan lego denken?
De leukste inleiding in de filosofie Tjeerd van de Laar biedt met ‘Kan lego denken?’ een vermakelijke introductie tot de filosofische denkwijze. Onder ogenschijnlijk triviale vragen als ‘Kan lego wel of niet denken?’ liggen diepe gronden verborgen. Filosofie blijkt een middel dat ieder gesprek kan veranderen in het leukste gesprek ooit!
Tjeerd van de Laar | 9789025907754
BKFILOSOFIE
JUNI 2020 – PAGINA 7
RAAK! RECENSIE
Satire als spiegel
Door satire raken religieuze leiders hun aureolen kwijt en worden ze gewone mensen.
Peter Wierenga, Raak! Een wereldreis door de satire, Uitgeverij Boom, 224 pagina’s (€24,99)
De Iers-Engelse priester en schrijver Jonathan Swift beweerde ooit dat satire een spiegel is, waarin mensen ieders gezicht ontdekken behalve dat van henzelf. Dat er na drie eeuwen nog weinig is veranderd, wordt duidelijk na het lezen van Raak! Een wereldreis door de satire van journalist en classicus Peter Wierenga. Door Hugo Jager
E
erst is er een curieuze man met grijze lange jas in het park, die als je beter kijkt veel weg heeft van de Vieze Man. Dan een bebaarde vent die er stevig de pas in heeft en daardoor wel oud-leraar Duits O. Den Beste moet zijn. Hoewel Keek op de week van Van Kooten en De Bie al een eeuwigheid niet meer op tv te zien is, zal ik vast niet de enige zijn die de typetjes uit het satirische programma nog vaak tegenkomt. Ik moest eraan denken tijdens het lezen van Raak! van Peter Wierenga. Hij bespreekt satire in brede zin. Van blijspelen uit de klassieke oudheid, het boek Utopia van Thomas More uit 1516, de Mohammedcartoons van Charlie Hebdo tot het humoristische tv-programma van Arjen Lubach. De schrijver schiet als in een achtbaan door de tijd en van het ene naar het andere land. Jammer genoeg krijg je het idee dat er door die snelheid van alles in de lucht blijft hangen. De geschiedenis van satire begint hij in 411 voor christus, en hij gaat
MARLIES LAGEWEG
Peter Wierenga direct door naar het jaar 1511. Wat is er in die tussenliggende 2000 jaar gebeurd? Verdieping mist het boek vaker en de lezer wordt maar weinig uitgenodigd onderlinge verbanden te zien. Na een vijf pagina’s tellende samenvatting van de novelle De psychiater van de Braziliaanse schrijver Machado de Assis is de voornaamste conclusie dat het verhaal grappig is. Wierenga had zoveel meer over deze novelle kunnen zeggen, waarin het normale als afwijkend voorgesteld wordt. Dat had hij in verband kunnen brengen met de eerdergenoemde Jonathan Swift. In A Modest Proposal neemt hij kannibalisme op jonge kinderen serieus en daardoor presenteert hij het afwijkende als iets normaals. Het boek laat wel goed zien dat
satire floreert in een democratie. Daar heerst de vrijheid om leiders en heersende moralen op de hak te nemen. Bij absolute machthebbers ligt dat toch ingewikkelder. Wierenga sprak met meerdere satirici in ballingschap. De komiek Ahmad Al-Basheer bijvoorbeeld, die voor zijn leven moest vluchten uit Irak door zijn satirische show. De Irakees weet het treffend te omschrijven: ‘Door satire raken religieuze leiders hun aureolen kwijt en worden ze gewone eenvoudige mensen. Daarom is het zeer gevaarlijk voor ze.’ Het boek laat je met een andere blik naar satire kijken, als strijd tegen de absolute waarheid. Zo is de humor vooral een serieus middel om het kritische denken aan te wakkeren.
BKFILOSOFIE
JUNI 2020– PAGINA 8
SIMONE DE BEAUVOIR
Het leven van een pionier ARTIKEL
34 jaar na haar dood zijn we nog altijd niet uitgepraat over feminist en filosoof Simone de Beauvoir. Dat mag blijken uit de dit jaar verschenen biografie én het brievenboek Waarom ik van Simone de Beauvoir houd. Hoezo is de denker van de tweede feministische golf ook in het tijdperk van #metoo en genderneutrale wc’s relevant? Door Ezra Hakze
‘T
oen ik schrijvers benaderde om een brief te schrijven voor het boek heb ik geen enkele keer gehoord: “Nee, met Simone de Beauvoir heb ik niks,” vertelt literair agent Regine Dugardyn, de samensteller van Waarom ik van Simone de Beauvoir houd. Hierin schrijven verschillende vrouwen, varierend in leeftijd van 28 tot 70, een brief aan De Beauvoir. Het leverde vijftien liefdesbrieven op, vaak met kritische bedenkingen, en één afscheidsbrief. Dugardyn: ‘Ik wilde dat de bundel zo divers mogelijk was, met ook kritische stemmen en vrouwen van verschillende leeftijden en kleuren.’ Dat De Beauvoir door al die schrijvers, ook de kritische, nog gelezen wordt is opvallend. De filosoof schreef haar meer dan duizend pagina’s tellende standaardwerk De tweede sekse al in 1949. Ze beschrijft daarin hoe de huiselijke rol van vrouwen onherroepelijk voor ongelijkheid zorgt. Is dat beeld in een tijd dat vrouwen meer bewegingsvrijheid hebben niet wat gedateerd? ‘Als je ziet dat in Nederland de meeste vrouwen
nog deeltijd werken, dan besef je dat de zorgtaken toch nog vooral op vrouwen neerkomen,’ zegt Dugardyn. ‘Ik denk dat die boodschap nog steeds actueel is. Zij vond dat je biologie niet je lot mag bepalen. Het moet niet zo zijn dat je omdat je kunt baren ook automatisch de meeste zorgtaken krijgt. Zij was de eerste die dat schreef en dat was heel schokkend, met name voor mannen maar ook voor veel vrouwen.’ Geslachtsbesef Nadia de Vries (28) is de jongste schrijver die een bijdrage leverde aan het boek en verdiepte zich ter voorbereiding in de memoires van De Beauvoir. Haar trof de beschrijving van de ontluikende
puberteit, waarin meisjes volgens De Beauvoir leren zichzelf door de ogen van mannen te bekijken. ‘Als meisje merk je vanaf de puberleeftijd ineens dat je anders bekeken wordt door mannen, dat komt ook naar voren in mijn brief. Maar op die leeftijd ben je nog aan het leren over ongelijkheid en politiek, je hebt helemaal geen vocabulaire om de situaties te begrijpen waarin je nageroepen of uitgescholden wordt omdat je een korte rok draagt.’ Ondanks die herkenning, benadrukt De Vries dat feministen sinds De Beauvoir niet stilgezeten hebben. ‘Als je De Beauvoir actueel wilt noemen, ligt het er maar aan hoe gul je naar haar kijkt. Je kunt stellen dat de tegenstelling THIMON DE JONG
Regine Dugardyn
BKFILOSOFIE
man-vrouw gedateerd is, omdat feministen nu meer aandacht hebben voor wat er tussen het man- en vrouw-zijn in zit, voor queerheid. Wat dat betreft is de titel De tweede sekse problematisch, omdat die weer de positionering man-vrouw benadrukt. Maar als je guller naar De Beauvoir kijkt, dan heeft ze wel voor een geslachtsbesef gezorgd en het gesprek over vrouwelijke identiteit op gang gebracht. Dat is de rol die ze speelt in de filosofiegeschiedenis.’ In de filosofische canon valt wat dat betreft nog wel wat te winnen. ‘Ik vind het jammer dat iemand als De Beauvoir niet in het rijtje met historische denkers wordt geplaatst,’ vervolgt De Vries. ‘Bij mijn studie
JUNI 2020– PAGINA 9
‘Haar denkbeelden waren heel schokkend, met name voor mannen’ behandelden we De tweede sekse als onderdeel van het thema feminisme en gender. De rest van het jaar lazen we dan weer alleen maar mannen. Alsof vrouwelijke denkers alleen maar iets over het vrouw-zijn kunnen zeggen.’ Pionier in theorie en praktijk Dugardyn benadrukt dat De Beauvoir niet alleen in haar werk maar ook in haar levensstijl een pionier was. Ze bleef bewust kinderloos, had polyamoureuze verhoudingen met zowel mannen
als vrouwen en deed niet onder voor haar partner. Best indrukwekkend, aangezien zij een relatie met de bekende existentialist Jean-Paul Sartre had. Dugardyn: ‘Sartre en zijn vrienden benaderden haar toen ze begin twintig was vanwege haar grote kennis, bijvoorbeeld van de filosoof Leibniz.’ En nu is er behalve het brievenboek dus ook een nieuwe biografie van De Beauvoir, waarin staat te lezen hoe zij zich als jong katholiek, bourgeois meisje wist los te scheuren van de traditionele rol. Dugardyn: ‘Ik las haar biografie tijdens een vakantie en had het plan om het alleen ’s ochtends te lezen. Ik heb het boek vervolgens geen seconde meer weggelegd.’
Diverse auteurs, Waarom ik van Simone de Beauvoir houd, samenstelling: Regine Dugardyn, Uitgeverij Ten Have, 96 pagina’s (€ 9,99) Kate Kirkpatrick, Simone de Beauvoir. Een leven, Uitgeverij Ten Have, 400 pagina’s (€ 34,99)
Waar mannen eeuwenlang het filosofisch discours domineerden, zijn het nu vier vrouwelijke denkers die de toon zetten in deze Maand van de Filosofie waarin het om ‘WA A R H E I D ’ gaat.
ISBN
978 90 477 1241 1 | € 24,95
Voor HANNAH ARENDT is morele waarheid iets wat je moet onderzoeken door met jezelf in gesprek te gaan: ‘Als je niet met jezelf in harmonie bent, is het alsof je wordt gedwongen met je eigen vijand samen te leven en dagelijks met hem om te gaan. Als je kwaad doet, leef je samen met een boosdoener, en al geven velen er de voorkeur aan ten eigen bate kwaad te doen in plaats van kwaad te ondergaan, niemand zal er de voorkeur aan geven met een dief, een moordenaar of een leugenaar samen te leven.’ Niet alleen de machtige politicus maar juist ook degene die aanwijzingen van anderen opvolgt, heeft volgens Arendt de verantwoordelijkheid om te blijven nadenken over deze morele waarheid. – Verantwoordelijkheid en oordeel SUSAN NEIMAN plaatst kritische kanttekeningen bij het postmodernisme dat
ISBN
978 90 477 0999 2 | € 9,95
zij verantwoordelijk houdt voor de devaluatie van het waarheidsbegrip en voor de politieke crisis van dit moment: ‘Als niets waar is en alles slechts als een verhaal wordt opgevat, dan hoef je alleen maar een nieuw dominant verhaal te creëren om de huidige politieke orde te ondermijnen.’ In plaats daarvan is Neiman een hartstochtelijke pleitbezorger van de ideeën van Kant en andere verlichtingsfilosofen: ‘Voor Verlichtingsdenkers is de rede het vermogen gebruik te maken van universele waarden, vooral waarheid en rechtvaardigheid, als oriëntatiepunten voor het denken.’ Zij roept iedereen op om deze universele waarden te verdedigen: ‘Verzet of berusting: de keus is aan ons.’ – Verzet en rede in tijden van nepnieuws STINE JENSEN kiest een ander perspectief: ‘In dit boek verkondig ik een op
ISBN
ISBN
978 90 477 0394 5 | € 15,00
het eerste gezicht tegenintuïtief standpunt over liegen: de leugenachtige hel, dat zijn we zélf. We doen het namelijk allemaal. Sterker nog, liegen is noodzakelijk voor je identiteitsontwikkeling. Wie altijd de waarheid spreekt, eindigt eenzaam, zonder vrienden. Leren liegen is nodig om je privacy en individualiteit te ontwikkelen. En zonder de kunst van het liegen is er geen fatsoenlijke samenleving mogelijk. Over onze dubbele natuur gaat dit boek: wij willen graag alles van anderen weten en streven naar een ‘eerlijke’ samenleving, maar hoe eerlijk zijn we zelf? Hoeveel waarheid kunnen we verdragen?’ – Ik lieg, dus ik ben
978 90 477 0354 9 | € 19,95
De schrijver van het essay van de Maand van de Filosofie, ALICJA GESCINSKA , werd geboren in communistisch Polen en heeft aan den lijve ondervonden wat een halsstarrig geloof in de eigen waarheid teweeg kan brengen: ‘de overtuiging dat mijn waarheid alle andere meningen overschreeuwt, [is] het ultieme kenmerk van alle vormen van fundamentalisme, radicalisme en totalitarisme – en daarmee is die overtuiging dus misschien wel de grootste vijand van de moderne democratie.’ Daarom roept zij iedereen op om bescheiden te zijn en naar de ander te luisteren: ‘Mijn waarheid is niet dé waarheid en ik ben niet de maat van alle dingen. Die houding nodigt uit tot een respecteren en waarderen van mijn medemens.’ – De verovering van de vrijheid LEMNISCAAT
FILOSOFIE
BKFILOSOFIE
JUNI 2020– PAGINA 11
BOEKFRAGMENT: CORONASTORM Voormalig Denker des Vaderlands René ten Bos (60) stelt voor dat wij allemaal stormjagers worden. Daarbij staan twee vragen centraal: hoe ontstaat deze ziekte en wat veroorzaakt onze hyperreactie erop?
René ten Bos, Coronastorm. Hoe een virus ons verstand wegvaagde, Boom uitgevers, 152 pagina’s (€ 17,50)
I
k wil met dit kleine filosofische corona-alfabet aansluiten op een oude, bijna vergeten filosofische traditie, te weten, die van de dictionnaire. Toen Voltaire in 1764 zijn geruchtmakende filosofische woordenboek publiceerde, wilde hij dat alle filosofische kennis beknopt, als het ware in zakformaat, toegankelijk was. Het woordenboek moest de lezer amuseren en ergeren, iets waar Voltaire als groot satiricus uitstekend toe in staat was. Maar het moest de lezer in tijden van crisis ook enig houvast bieden. Die grip werd op een verraderlijk simpele en niet-filosofische manier gegarandeerd: structureer de bijeengebrachte kennis naar de letters van het alfabet. Voltaire was zeker niet de eerste die met dit idee kwam, maar waar denkers voor hem aan de hand van dat alfabet een soort encyclopedische kennis samen wilden brengen, wilde Voltaire dat nadrukkelijk niet. De leek kan niet met die encyclopedische kennis uit de voeten, maar kan wel in beweging worden gezet en tot eigen denken worden aangezet. Uiteindelijk werd het project veel groter dan hijzelf wenselijk achtte, maar dat mocht de pret van het schrijven niet drukken. Het publiek waardeerde het woordenboek, ook al hadden veel serieuze filosofen er geen goed woord voor over. Dat laatste neemt niet we dat het idee veel navolging zou krijgen. In Nederland heeft Cornelis Verhoeven (1928-2001) ermee geëxperimenteerd. In Canada schreef de politiek filosoof John Ralston
Saul (geb. 1947) ooit een woordenboek waarmee hij beoogde het gezonde verstand van mensen aan te zetten tot meer agressie en kwaadheid. Voor mij is dit corona-woordenboek juist door zijn alfabetische structuur een soort gereedschapskist die me in staat moet stellen me enigszins te verhouden tot de veelkoppige dimensie van de crisis. Hopelijk is dit ook een aanzet voor anderen – wetenschappers, filosofen, juristen maar ook leken – om het in tijden van de huidige crisis verder uit te bouwen. Het liefst zou ik willen dat de tekst niet alleen in boekvorm verschijnt, maar ook op het internet geplaatst word. Lezers zullen zich ergeren aan wat ik onder sommige lemma’s schrijf en ik nodig ze van harte uit er op te reageren. Onenigheid hoort immers bij de onzekerheid die crisistijden oproepen. Deze onenigheid moet echter geen vrijbrief zijn om klinkklare idiotie in te brengen. Mensen die denken dat het coronavirus een Chinese conspiratie tegen het westen is of een ongeluk in een Chinees laboratorium zouden evenmin toegang moeten hebben als degenen die denken dat het virus verspreid wordt door G5-zendmasten, door democraten (iets wat werd geopperd door republikeinen in de Verenigde Staten) of zelfs door de lucht. Ik heb ook niet veel behoefte aan mensen die denken dat het virus van buitenaardse komaf is of die een en ander zien als de straf van God. Het denken dat ik hier wil samenbrengen, alleen of met anderen, is weliswaar ongedetermineerd en ongedisciplineerd, maar niet zonder bepaalde filosofische en wetenschappelijke eisen. Het is moeilijk om precies aan te geven wat dat laatste betekent, maar ik stel me ongeveer het volgende voor. Indachtig Voltaire, zijn satire, humor en polemiek meer dan welkom.
Ik hoop ook op bijdragen uit diverse disciplines, want filosofie kan niet zonder iets wat van buiten de filosofie komt. Ik hoop tot slot dat mensen na willen denken over de complexiteit van de huidige vraagstukken. Het woordenboek dat ik hier aanbied zie ikzelf als een caleidoscoop dat die complexiteit vanuit verschillende invalshoeken laat zien. We leven in historische tijden. Pas over een tijd gaan we echt zien wat de gevolgen zijn. Nu is het nog te vroeg. De crisis is als een vloeibare legpuzzel waarvan de stukjes geen duidelijke contouren en beeltenissen hebben. Toch moeten we iets bij en in elkaar zien te leggen en een woordenboek is mogelijk een begin.
‘Als risico’s viraal gaan.
elementaire deeltjes
€19,50
DRING DOOR TOT DE KERN
Welke wereld na corona?’ van professor en socioloog Dirk Geldof (Universiteit Antwerpen) verschijnt in juni bij Acco. Welke lessen trekken we, nu we nog geruime tijd met het coronarisico moeten leven? Het boek ‘Als risico’s viraal gaan’ analyseert de sociale en maatschappelijke impact van de coronacrisis, maar vooral: het KIIJX IIR IIVWXI VI¾IGXMI ST HI impact voor morgen.’
ISBN 9789463799041
Scan de code voor meer informatie en (voor)bestellen
€9,99 www.accouitgeverij.nl
BKFILOSOFIE
JUNI 2020– PAGINA 13
HET MENSELIJKE KWAAD RECENSIE
Beesten van mensen Aan de hand van de strafzaak tegen SS’er Adolf Eichmann (1961) onderzoekt jurist Klaas Rozemond of de klassieke opvatting over het menselijke kwaad moet worden herzien. Dat antwoord raakt aan de strafrechtelijke actualiteit. Door Robert Snel
W
Klaas Rozemond, Het menselijke kwaad. Hannah Arendt, Adolf Eichmann en het oordelen over het kwaad, Uitgeverij Boom, 272 pagina’s (€ 24,50)
at te doen met terugkerende IS-gangers? Mensen met bloed aan hun handen, verdacht van genocide, slavernij, misdaden tegen de menselijkheid. Of terroristen als Anders Breivik, Brenton Tarrant, Gökmen T. en andere ‘strijders’ die de rechters in het gezicht uitlachen? Kun je mensen straffen die zich van geen kwaad bewust zijn, maar vanuit het verpletterende eigen gelijk eerder in de anderen, in ons, het kwaad zien? Dat is een vraag die juristen in verlegenheid brengt, maar ook een sociale, morele en filosofische dimensie kent. Wil je wraak, vanuit jouw ‘gelijk’, of zoek je rechtvaardigheid vanuit een meer verheven menselijk perspectief? En waar vinden we zo’n hogere, objectieve norm? Rozemond zoekt in zijn boek Het menselijke kwaad voor dit filosofische probleem vooral praktische aanknopingspunten. Hij vindt die in het werk van de DuitsAmerikaanse filosofe Hannah Arendt, die onder andere in haar boek over SS’er Adolf Eichmann ‘het radicale kwaad’ van het naziregime analyseert en daarbij gereedschappen aanreikt
Klaas Rozemond voor de analyse van het kwaad in onze tijd. Rozemond stelt vast dat de ethiek van Immanuel Kant (de ‘standaardtheorie’) niet meer voldoet. Kantiaanse begrippen als ‘schuld’, ‘geweten’, ‘moreel besef’ en ‘menselijkheid’ zijn niet toepasbaar op de uitvoerders van de holocaust, en ook niet op de ingezetenen van het kalifaat. Eichmann, die verantwoordelijk was voor de logistiek van de deportatie naar concentratiekampen, stelde zichzelf geen morele vragen, maar voelde zich een functionaris die slechts ‘de regels’ volgde en opdrachten uitvoerde voor een hoger doel. Zoals communisten dat deden ten tijde van de goelag, of terroristen zullen doen voor hun ‘heilige zaak’. Arendt sprak in dit verband van de ‘banaliteit van het kwaad’. Het kwaad is van alle tijden, maar het doel heiligt nooit de middelen als het om mensen gaat, laat Rozemond zien. Er
passeren daarbij heel wat zaken de revue. Van het kwaad van Kaïn, de ‘herenmoraal’ van Callicles bij Plato, Hobbes’ brute wilde, de beklemmende F-schaal experimenten van psycholoog Milgram tot en met de ideologie van de ‘omvolking’. In de stijl van een rechtbankverslag worden alle feiten op een rij gezet, de argumenten pro en contra. Er is geen ontsnappen aan. Welke vormen het kwaad ook steeds aanneemt: we kunnen en moeten gewetenloze misdadigers veroordelen om hen daarmee de menselijkheid terug te geven die zij zichzelf en anderen trachten te ontnemen. We noemen het soms ‘beestachtigheid’, maar onterecht. Het kwaad bestaat enkel omdat wij morele wezens zijn. Er is geen ander dan het menselijk kwaad – misschien een suggestie voor de tweede druk.
Abonneer je op
Krijg toegang tot het beste over filosofie, voor u geselecteerd en bijeengebracht. Meld u nu aan via filosofie.nl/abo of bel 088 - 700 2790
Totaal
)LORVRÞH QO
)LORVRÞH QO
€6,99
€5,99
€4,99
)LORVRÞH 0DJD]LQH [ SHU MDDU LQ KXLV )LORVRÞH 0DJD]LQH RS XZ WDEOHW 9ROOHGLJH WRHJDQJ WRW ÞORVRÞH QO
3ULMV SHU PDDQG
BKFILOSOFIE
JUNI 2020– PAGINA 15
BOEKFRAGMENT: METEOROLOGIE VAN HET INNERLIJK In dit boek neemt Kris Pint de lezer mee op een meanderende tocht door de verbeelding van het weer. Een boek voor wie het in zijn hoofd voelt waaien.
Kris Pint, Meteorologie van het innerlijk, Boom uitgevers, 152 pagina’s (€ 20,-) www.boom.nl
E
en plotse aantrekkingskracht, wat in het Frans een coup de foudre heet, een bliksemschicht. Een onverwachte ontmoeting tussen blikken, gebaren, lichamen die een heel innerlijk woud in lichterlaaie zet. Onweer is het weerfenomeen bij uitstek dat je doet beseffen dat je een speelbal bent van atmosferische krachten: de donderslag davert door je lichaam, de lichtflits verlicht heel de kamer, en als je buiten bent en niet kunt schuilen, raak je binnen de kortste keren helemaal doorweekt. Sommige van die bliksems komen in slow motion, ze vertakken zich traag en aarzelend, op zoek naar het hoogste punt om in te slaan. Af en toe, in een absurde omkering van de natuurwetten, hoor je het eerst in de verte rommelen, om pas later te worden neergebliksemd door een aanraking, een zin. Er zijn trouwens mensen die écht neergebliksemd worden en het desondanks kunnen navertellen. Soms laat die inslag dan een tijdelijke tattoo na, de rode vertakkingen van de bliksemschicht die zich door het lichaam een weg baande en voor bloeduitstortingen zorgde langs de vertakkende lijnen van de stroomstoot: bliksembloemen. Een bliksembloem balt de kracht van het lenteseizoen samen in de intensiteit van één enkel moment. Geen wonder dat de overweldigende, onmenselijke kracht van het onweer aanvankelijk vergoddelijkt werd. Van de Griekse Zeus die met een bliksemschicht wordt afgebeeld, tot Donar, de Germaanse dondergod met de hamer, en Wotan, die met
zijn dodenleger uitrijdt tijdens nachtelijke stormen. Ook in het Oude Testament vinden we sporen die erop wijzen dat Jahweh oorspronkelijk als dondergod werd aanbeden: ‘Luister, luister naar zijn daverende stem, naar het rommelen dat uit zijn mond komt./Hij laat het rollen langs de hemel, zijn schichten lichten tot het einde van de aarde./Dan horen we zijn donder bulderen, zo is het geluid van zijn majesteitelijke stem, en doet hij eenmaal van zich spreken, dan laat hij steeds meer bliksems volgen. Dat onweer werd beschouwd als de uitdrukking van een goddelijke toorn, heeft te maken met een eigenaardigheid in de hersenen, die voor elk waargenomen fenomeen een concrete veroorzaker veronderstellen. Omdat een dergelijke manier van denken onmiskenbaar een evolutionair voordeel had – het is veiliger om steeds een oorzaak te vermoeden achter bijvoorbeeld geritsel in de struiken, zoals een roofdier – raakte dat ingebakken in de menselijke ervaring van de werkelijkheid. Nietzsche stelt dat dezelfde manier van denken zelfs verantwoordelijk is voor het idee van het ‘ik’: net zoals we achter de donder de stem vermoeden van een hoger wezen, zoeken we ook voor de uiteenlopende krachten, emoties en affecten die ons doorkruisen en zich in ons vertakken, een consistent individu dat ze veroorzaakt. Maar dat is volgens Nietzsche een illusie, en het idee van het zelf is niet meer dan een ‘hebbelijkheid om een herinneringsteken, een verkortende formule als essentie op te vatten en ten slotte als oorzaak, bijvoorbeeld van de bliksem te zeggen: “Hij licht.” Of erger nog, het woordje “ik”. Een soort van perspectief bij het zien weer als oorzaak van het zien zelf te poneren: dat was de truc bij de uitvinding van het “subject”, van het
“Ik”!’ Het is alsof een wiskundige formule zich als de oorzaak zou beschouwen van de natuurwet die ze samenvat. Ik ben niet de baas van mij eigen gevoelens en emoties, niet de god van mijn diepste gedachten. Vertakkingen van affecten zoeken de kortste weg naar ontlading, en als die weg door jou gaat, heb je pech: met een knal en een lichtflits lijkt de atmosfeer rond jou aan diggelen te gaan. Plots neemt iets in jou een beslissing die zich dwars door je hele leven scheurt als een bliksemschicht tegen een donkergrijze achtergrond – de bevrijdende koele stormwind na een hittegolf, of de stortregen die de oogst vernielt. In beide gevallen tonen ze je hoe weinig je hier zelf bij te bepalen hebt. Deze paradox vatte ook Hadewijch in haar dertiende mengeldicht: ‘Het zoetste van de minne zijn haar mooie stormen. In haar donkerste afgrond is ze het mooist.’
BKFILOSOFIE
JUNI 2020– PAGINA 16
Vrouwen door Plato’s bril ARTIKEL
Als we het hebben over waarheid, is het niet alleen belangrijk na te denken over de vraag wat waarheid is, maar ook aan wie waarheid toebehoort. Wiens claims op de waarheid nemen we sneller serieus? Plato neemt als antiek denker bij het beantwoorden van deze vraag een bijzondere positie in: hij sluit vrouwen niet uit van de waarheidsvinding. Door Eveline Groot
Plato, Platoonse liefde, het Symposium en de Phaedrus, vertaling: Charles Hupperts, Uitgeverij Damon, 304 pagina’s (€ 32,90)
Plato, Het bestel, vertaling: Hans Warren en Mario Molegraaf, Uitgeverij Bert Bakker, 456 pagina’s (€ 27,50)
D
e experts die wij op televisie zien, bijvoorbeeld tijdens deze coronacrisis, zijn vooral witte mannen. Dat is opvallend, maar niet echt verassend: onze denkgeschiedenis is ervan doordrenkt dat de expert een man is. Van vrouwen werd zelfs lang gedacht dat ze niet dezelfde rationele vermogens zouden hebben als een man. Van Kant tot Rousseau, Hegel tot Darwin: allemaal beschrijven ze de ‘emotionele’ neigingen en het ‘inferieure’ intellect van de vrouw. Een bijzondere vermelding verdient de misogyne denker Schopenhauer. Hij beweerde dat alleen de man een echte mens is en ontneemt daarmee de vrouw niet alleen haar vermogen om te denken, maar ook haar menselijkheid. In zijn boek Er is geen vrouw
die deugt worden vrouwen als bedrieglijk en corrumperend weggezet. Vrouwen moet je absoluut niet serieus nemen. Sterker nog: dat is gevaarlijk! Vrouwen zullen de ondergang van de man betekenen. Hoewel niemand deze woorden nog echt serieus lijkt te nemen – behalve dan de alt-right-beweging, bepaalde religieuze fanatici en sommige reactionaire politici – is onze denkgeschiedenis doorspekt van deze stellingnames. Te beginnen bij de antieke denker Aristoteles; de filosoof die een stevige stempel heeft gedrukt op het christelijke gedachtengoed en daarmee de westerse cultuur. Een ‘onvolledige’ man Aristoteles wordt geroemd om zijn grote bijdragen aan de wetenschap, maar is ook berucht om zijn theorie over de inferioriteit van de vrouw. In zijn Politica stelt hij dat een vrouw een ‘onvolledige’ man is: ze zou niet in staat zijn haar emoties te bedwingen en is daardoor minder geneigd tot het maken van rationele afwegingen. Daarnaast beschrijft Aristoteles dat de functie van de vrouw in de voortplanting het ontvangen van het zaad van de man is. De man is leidend en vormend. Omdat bij een vrouw deze mogelijkheid tot ‘het vormen’ ontbreekt, is een vrouw onvolmaakt, komt haar ratio niet tot
bloei en heeft ze niet de autoriteit van de man. Hoe anders dacht Plato, Aristoteles’ leermeester, over de vrouw. In zijn beroemde Socratische dialogen laat Plato op de meest cruciale momenten vrouwelijke experts uitleg geven. Het zijn de vrouwen die voor het eerst inzicht geven in Plato’s beroemde ideeënleer. Met deze waarheidstheorie legt Plato uit dat alles wat wij denken te weten over de werkelijkheid, slechts een afspiegeling is van ideeën die buiten onze waarneembare werkelijkheid liggen. Hiervoor gebruikt hij de bekende metafoor van de grot. Wij mensen zitten met de rug naar de opening van de grot toegekeerd en wat wij zien zijn slechts schaduwen van de werkelijkheid. In zijn Symposium haalt Plato de woorden van Diotima aan, een wijze vrouw uit Mantinea, op het moment suprême van de dialoog. Diotima toont hoe iemand waarheid kan vinden door op een specifieke manier lief te hebben. Waarheid toont zich niet door vanuit geslachtsdrift een mooi lichaam te begeren. Maar iemand die ‘op weg is naar het eindpunt van de inwijding in de geheimen van eros’, die het niet-belichaamde schone zelf liefheeft, zal plotseling ‘iets wonderbaarlijk aanschouwen’: de pure vorm van schoonheid, een waar idee. Het mooiste voorbeeld vinden
BIJ NADER INZIEN Dit artikel is een samenwerking met filosofisch webzine Bij nader inzien. De illustratie is van Marc van Dijk en Sander ter Steege, de makers van Becky Breinstein, een grappige, filosofische graphic novel-serie voor kinderen van 8 tot 12 jaar. Na het eerste deel De gifbeker van Socrates verschijnt in maart 2021 het tweede deel Het ravijn van Nietzsche bij uitgeverij Ten Have.
BKFILOSOFIE
JUNI 2020– PAGINA 17
PLATO
MARC VAN DIJK EN SANDER TER STEEGE
we in Plato’s Het bestel. Plato beschrijft hier dat er in principe geen onderscheid bestaat tussen het intellectuele vermogen van mannen of vrouwen. De leiders vanDaan een staat (en dat zijn voor Roovers Plato de meest wijze mensen) kunnen zowel man als vrouw zijn: ‘Aanleg is gelijk over beide geslachten verdeeld en van nature komen man en vrouw voor alle taken in aanmerking.’ Hoewel er fysieke verschillen zijn tussen
mannen en vrouwen, hebben ze evenveel intellectuele potentie en kunnen ze net zoveel inzicht vergaren van de ware ideeën. Een nieuwe bril Dit biedt ons een nieuwe bril om naar onze geschiedenis te kijken. Door Plato’s bril zien we ineens de expertise van de antieke Diotima. Lezen we over de deskundigheid van de eerste vrouwelijke hoogleraar, Laura
Bassi, in de zeventiende eeuw, ontdekken we dat ook grote denkers als Descartes gecorrigeerd werden door slimme dames – in zijn geval door Elisabeth van Bohemen – en leren we dat Simone de Beauvoir niet de eerste feminist in de geschiedenis was. Waar dan ook, wanneer dan ook leefden er wijze vrouwen. Laten we vooral Plato blijven lezen om ons dat goed te beseffen.
26 JUNI VERSCHIJNT
DE CORONASTORM VAN RENÉ TEN BOS
Juist nu dient de filosoof zich aan als de onmisbare parasiet die viraal wil denken.
Verkrijgbaar vanaf 26 juni in de boekhandel en op boomfilosofie.nl
BKFILOSOFIE
JUNI 2020– PAGINA 19
BOEKFRAGMENT: VERANTWOORDELIJKHEID EN OORDEEL Een selectie uit de nieuwe inleiding van Hans Achterhuis bij de herziene editie van Verantwoordelijkheid en oordeel van Hannah Arendt.
Hannah Arendt, Verantwoordelijkheid en oordeel, vertaling: Marjonlijn Stoltenkamp, Uitgeverij Lemniscaat, 274 pagina’s (€ 24,95)
I
n The Origins of Totalitarianism bespreekt Hannah Arendt de slachtingen uit de Eerste Wereldoorlog en de gruwelijkheden van het nazisme en het stalinisme die hierop volgden. ‘De moraal verviel tot louter een reeks mores – gewoonten, gebruiken, conventies die naar believen konden worden veranderd – niet bij misdadigers maar bij gewone mensen, die nooit hadden kunnen bevroeden dat ze datgene wat ze geleerd hadden te geloven ooit in twijfel zouden trekken.’ Hier doemt het probleem van ‘de banaliteit van het kwaad’ op. Het slaat niet zozeer op de persoon van Eichmann, als wel op de houding van grote groepen mensen tegenover de verschrikkingen van het totalitarisme. Die houding was voorbereid door hoe de Europese bevolking omging met de gruwelijke wreedheden van kolonialisme en imperialisme. Hoe kun je als individu een morele houding aannemen wanneer de vanzelfsprekende morele vastigheden zijn verdwenen? Het antwoord dat Arendt in haar colleges geeft, draait om het denken van Socrates. Centraal staat diens stelling uit de Gorgias: ‘Het is beter kwaad te ondergaan dan te verrichten.’ In de genoemde dialoog slaagt Socrates er niet in om zijn gesprekspartners met rationele argumenten van de waarheid van deze uitspraak te overtuigen. Het blijkt dus onmogelijk om deze morele regel aan anderen voor te schrijven. Enerzijds erkent Socrates volmondig dat hij in
zijn argumentatie gefaald heeft. Anderzijds blijft hij persoonlijk in zijn stellingname volharden. Hij kan niet anders. Zijn uitleg, die Arendt uitvoerig weergeeft, komt erop neer dat hij niet met zichzelf als een moreel slecht mens kan leven. Het proces van het denken, waarin ik met mijzelf verkeer, leidt zo tot het ontstaan van het geweten. Dat heeft niets met een superego van Freud te maken, maar alles met de samenspraak met jezelf die in het denken plaatsvindt. Zo zijn we – ik ga met zevenmijlslaarzen – weer terug bij haar oorspronkelijke observatie dat de bureaucratische taal van Eichmann liet zien dat hij ‘gedachteloos’ was. ‘Kan het denken ons voor het kwaad behoeden?’, was de uitgangsvraag waarmee Arendt haar onderzoekingen naar het leven van de geest begon. Ja, luidt nu haar antwoord, in crisissituaties kunnen we erop terugvallen om het kwaad te vermijden. Dat betekent niet dat we er een uitgewerkte moraal op kunnen bouwen. Dat beseft Socrates ook. De dialoog op het marktplein met zijn medeburgers levert niet direct iets positief inhoudelijks op. Maar het denken, dat zeker niet iets exclusiefs van filosofen is, maakt het wel mogelijk om als een moreel wezen voor de spiegel te staan en het gesprek met jezelf te blijven voeren.
Nu in de boekhandel ‘‘De maatschappij raakt tegenwoordig regelmatig geïnfecteerd met viraal nepnieuws. Dit boek is een hoognodig vitaminesupplement voor het maatschappelijk afweersysteem.’’ Robbert Dijkgraaf Als je het nieuws en de sociale media van de laatste jaren mag geloven, staan democratieën wereldwijd onder druk door stromen van nepnieuws, alternatieve feiten en andere post truth-perikelen.
€ 19,9 9
In Doen, durven of de waarheid? Democratie in digitale tijden leggen jonge wetenschappers uit wat we écht weten over politieke misinformatie op internet en sociale media. De Raad voor het Openbaar Bestuur en De Jonge Akademie van de KNAW hebben de handen ineengeslagen en jonge talenten uit verschillende disciplines uitgenodigd om verslag te doen van hoe het ervoor staat met waarheidsvinding in onze democratie.
goed leven|beter denken
ISVW.NL SUMMERSCHOOLS Vier de zomer op Landgoed ISVW met een filosofische Summerschool en ontmoet gelijkgestemden in een bosrijke omgeving. Geniet van een ontspannen verblijf met een goed glas en een goed gesprek tijdens heerlijke maaltijden. Kijk op isvw.nl voor ons volledige aanbod.
ALLE SUMMERSCHOOLS 2020 6-10 juli T.S. Eliot. The Four Quartets. Met Florian Jacobs 6-10 juli In de wereld. Met Jan Flameling en Renate Schepen 8-12 juli Hersenbeest. Met Marjan Slob 8-12 juli Tao & Qigong. Met Woei-Lien Chong en Robert-Jan Schippers 13-17 juli De politieke Spinoza. Met Maarten van Buuren
@ info@isvw.nl
15-19 juli Nietzsche, Foucault, Agamben. Met Ype de Boer 20-24 juli Veerkracht. Met Serv Wiemers 27-31 juli De stoicijnse week. Met Dennis de Gruijter 27-31 juli Vrij zijn en inspiratie. Met Rogier Huffnagel 3-7 aug Socratisch gesprek. Met Sandra Aerts en Ine te Rietstap
@isvwijsbegeerte
ISVW
3-7 aug Vrijheid, waarheid, liefde. Met Jannah Loontjens 10-14 aug Religie en filosofie. Met Dries Boele 10-14 aug Leven in overvloed. Met Karim Benammar 12-16 aug Griekse mythologie. Met Moïra Müller
ISVW
17-21 aug Ecologisch denken. Met Jan Flameling 17-21 aug Foucaults De woorden en de dingen. Met Laurens ten Kate 24-28 aug Foute denkers. Met Hans Achterhuis, Arnold Heumakers, Maarten van Buuren en vele anderen
@isvwijsbegeerte
033-465 07 00
BKFILOSOFIE
JUNI 2020– PAGINA 21
CORONACRISIS INTERVIEW
Filosofie van de angst Kan de filosofie ons helpen om te gaan met angst tijdens de coronacrisis? Volgens Denker des Vaderlands Daan Roovers laten de grote filosofen uit het verleden ons zien dat angst een fundamentele emotie is die niet altijd bezworen hóéft te worden. Door Laura Molenaar
H
et is niet vreemd dat we in deze tijd wat angstiger zijn, met het virus als onzichtbare vijand waar we maar weinig invloed op hebben. De overheid vertelt ons wel hoe we ons in het dagelijks leven moeten gedragen – afstand houden! – maar niet hoe we met de angst om moeten gaan. Kunnen we hiervoor te rade gaan bij filosofen? Ligt eraan wie je het vraagt, zegt Roovers. Niet elke filosoof vindt dat we onze angst moeten bestrijden, legt ze uit aan de telefoon. Neem bijvoorbeeld de beroemde Duitse filosoof Martin Heidegger, een van de belangrijkste denkers over angst, zegt Roovers. Hij schrijft in Zijn en tijd over een fundamentele angst die een basale ervaring is van de mens. Angst voor het coronavirus zou je kunnen zien als een uiting of een concretisering van deze diepere angst. Die fundamentele angst is angst voor het bestaan of de dood, of de angst dat je leven niets voorstelt. ‘Het is, aldus Heidegger, heel moeilijk om die diepe angst onder ogen te zien en te verdragen. We vluchten gemakkelijk in afleiding en sociale contacten. Heidegger noemt dat oneigenlijk, of inauthentiek.’ Een andere filosoof die nu bijzonder relevant is, meent Roovers, is de Franse existentialist Albert Camus. ‘Hij zegt dat er een spanning bestaat tussen de
John Rawls, Een theorie van rechtvaardigheid, vertaling: Frank Bestebreurtje, Uitgeverij Lemniscaat, 664 pagina’s (€ 39,95)
Daan Roovers RUUD POS
betekenisloosheid van de natuur en onze wil naar betekenis. We willen maar wat graag dat deze tijd betekenis heeft, dat we er iets van kunnen leren.’ Maar het zoeken naar betekenis is volgens Camus tevergeefs. ‘De wereld is onverschillig ten aanzien van ons. Net als de natuur heeft het virus heeft geen doel.’ In De mythe van Sisyphus en natuurlijk De pest beschrijft Camus die spanning. Een vrolijke boodschap is het dus niet: we hebben een fundamentele angst en betekenis kunnen we ook al niet ontlenen aan de coronatijden, als we Heidegger en Camus mogen geloven. Maar er zijn ook filosofen die een meer positieve boodschap hebben, zoals de Amerikaanse filosoof John Rawls. Op het moment ligt zijn Een theorie van rechtvaardigheid op het nachtkastje van Roovers. Dat boek is belangrijk om te lezen
nu we de samenleving weer opstarten, zegt ze. ‘Je drukt niet zomaar op een paar knoppen om de samenleving weer te laten draaien, er zitten in dat opstarten allemaal keuzes verscholen. Bijvoorbeeld als het gaat om de keuze wie het eerst naar buiten mogen en welke bedrijven weer open kunnen.’ Die keuzes zeggen iets over wat we waardevol vinden, aldus Rawls. ‘In Een theorie van rechtvaardigheid doet de auteur een gedachtenexperiment. Als je nu vanuit het niets een samenleving zou ontwerpen die rechtvaardig is, welke principes zou je dan hanteren? Gelijke kansen, bijvoorbeeld. Maar zo’n ideaal rechtvaardige samenleving hebben we nu niet. Normaliter kunnen we wel proberen om de koers een beetje te wijzigen, maar dat is best moeilijk. In deze tijden hebben we misschien wel een kans om een wat grotere duw te geven in de goede richting.’
Albert Camus, De mythe van Sisyphus, vertaling: C.N. Lijsen en Hannie Vermeer-Pardoen,Uitgeverij IJzer, 206 pagina’s (€ 19,50)
Martin Heidegger, Zijn en tijd, vertaling: Mark Wildschut, Uitgeverij Boom, 559 pagina’s (€ 39,90)
12 juni verschijnt
Meteorologie van het innerlijk van Kris Pint
Een boek voor wie het in zijn hoofd voelt waaien.
“Kris Pint toont hoe we aan onszelf kunnen ontsnappen.” – NRC Handelsblad Verkrijgbaar vanaf 12 juni in de boekhandel en op boomfilosofie.nl
BKFILOSOFIE
JUNI 2020– PAGINA 23
ACTUEEL TIPS
Vers van de pers Het aanbod aan nieuwe en interessante filosofieboeken is groot en dan zijn er ook nog al die boeken die ineens weer actueel zijn in deze roerige periode. Om je op weg te helpen maakten wij een keuze uit het recente aanbod, met boeken die relevant zijn in deze Maand van de Filosofie, je helpen filosoferen met kinderen of uitdagen om vastgeroeste ideeën te herzien.
DOEN, DURVEN OF DE WAARHEID?
DE MACHT VAN NIETSDOEN
STERVEN ALS EEN STOÏCIJN
WAT IS GOED, WAT IS KWAAD?
SOCRATES OP SNEAKERS
Door nepnieuws, filterbubbels en politieke manipulatie op sociale media lijkt het internet steeds meer een plek die de waarheidsvinding bedreigt. Wat voor effect heeft dat op onze democratie? In Doen, durven of de waarheid? schijnen jonge wetenschappers uit verschillende disciplines hun licht over dit onderwerp en bieden ‘een hoognodig vitaminesupplement voor het maatschappelijk afweersysteem,’ om met Robbert Dijkgraaf te spreken, die het voorwoord schreef van dit boek.
In een tijd waarin een constante nieuwstroom, social media, werk en privé voortdurend om onze aandacht vechten is niets kunnen doen bijna een prestatie. Kunstenares Jenny Odell onderzoekt in dit boek wat de waarde van nietsdoen is en waarom het steeds schaarser wordt. Haar inzichten over nietsdoen als een vorm van verzet en recept voor betekenis en geluk, zijn een verademing in deze tijd.
In onzekere periodes is het stoïcisme een stroming waar vaak op teruggegrepen wordt, zo blijkt ook tijdens deze pandemie uit de adviezen van filosofen in de media. Je laten inspireren door de stoïcijnen is alleen zo makkelijk niet. Sterven als een stoïcijn biedt een nuttige inkijk in de stoïcijnse omgang met ziekte, verdriet en sterven door het proces van de ernstig zieke Paul en zijn vrouw Marja te volgen. De grote vragen die in het boek aan de orde komen, zijn juist nu relevant.
Wil je deze Maand van de Filosofie filosoferen met je kinderen? Dan is Wat is goed, wat is kwaad? een geschikt beginpunt. In het boek staan zes (grote) kindervragen, zoals: ‘Mag je stelen om te kunnen eten?’ En: ‘Moet je altijd je ouders gehoorzamen?’ Een ideaal boek voor kinderen van acht tot tien jaar die hun ouders de oren van het hoofd vragen en moeders en vaders die weleens verlegen zitten om een antwoord.
Wie op zoek is naar praktische filosofie, zit goed bij dit boek van Elke Wiss. Echt luisteren en praten zijn we volgens de filosofe in onze tijd verleerd en daarom biedt Socrates op sneakers een gids voor het voeren van goede gesprekken. Hoe stel je in elke situatie vragen die leiden tot een interessant gesprek waarvan je echt wat leert? Een stoomcursus vragen stellen aan de hand van Socrates en andere beroemde denkers.
Oscar Brenifier en illustraties van Clement Devaux, Wat is goed, wat is kwaad? Filosofie voor kinderen, Standaard Uitgeverij, 96 pagina’s (€ 15,99)
Elke Wiss, Socrates op sneakers. Filosofische gids voor het stellen van goede vragen, Uitgeverij Ambo| Anthos, 256 pagina’s (€ 20,99)
Jeroen de Ridder, Rens Vliegenthart en Jasper Zuure, Doen, durven of de waarheid? Democratie in digitale tijden, Amsterdam University Press, 294 pagina’s (€ 19,99)
Jenny Odell, De macht van nietsdoen. Een radicaal verzet tegen de aandachteconomie, vertaling: Menno Grootveld, Uitgeverij Ten Have, 240 pagina’s (€22,99)
Marja Havermans, Sterven als een stoïcijn. Filosofie bij ziekte en dood, Uitgeverij Damon, 157 pagina’s (€ 19,90)
BKFILOSOFIE
JUNI 2020– PAGINA 24
BOEKFRAGMENT: WAT WE VAN DE DUITSERS KUNNEN LEREN Filosoof Susan Neiman schreef een urgent boek over de verwerking van de Holocaust en het slavernijverleden. Zij stelt dat de stammenmentaliteit een doodlopende weg is.
Susan Neiman, Wat we van de Duitsers kunnen leren, Uitgeverij Lemniscaat, 400 pagina’s (€ 39,95)
G
edurende vijf jaar van mijn leven heb ik de stammenmentaliteit ook geprobeerd. Kort na de Osloakkoorden van 1995 verhuisde ik met mijn drie kinderen naar Israël. Er waren redenen om dat te doen: Israëlische vrienden in New Haven verzekerden me dat ik in Tel Aviv thuishoorde, en het einde van mijn eerste huwelijk maakte dat ik voor mijn kinderen de grote familie wenste die ik dacht dat het land ons zou bieden, als alternatief voor het kerngezin dat ik ze niet langer kon geven. Daar ontdekte ik dat de stammenmentaliteit steeds nauwer en nauwer wordt. (Luister gewoon maar eens naar hoe Mizrachi en Asjkenazische Israeliërs over elkaar spreken als de ander er niet bij is.) Dit soort stammenmentaliteit gaat veel verder dan de mix van afkeer en minachting die Joden uit Arabische landen en Joden uit OostEuropa soms tegen elkaar uitspreken. Als bloed de lijm is die mensen bijeenhoudt, wordt elk gezin op zich een stam. Van een stammenmentaliteit wordt je wereld kleiner. Universalisme is de enige manier om je wereld te vergroten. Mijn beslissing om Israël te verlaten was niet direct een politieke: de situatie daar was in 2000 beter dan ze in jaren was geweest. Het land was nog altijd aan het herstellen van de moord op Yitzhak Rabin, en een meerderheid wilde het vredesproces waarvoor hij was gestorven voortzetten. Benjamin Netanyahu werd gezien als een dwaas die in ongenade was geraakt. Hoewel ik Israël heb verlaten vóór het
uitbreken van de Tweede Intifada, zou ik niet willen beweren dat ik die heb zien aankomen. Het is eerder zo dat ik tot het besef kwam dat mijn wereld er niet een van stammen is. Ik ben opgevoed met het universalisme van de vroege burgerrechtenbeweging en geschoold in de theorieën over gerechtigheid van Rawls, en mijn volwassen leven is wat de meeste mensen ‘kosmopolitisch’ zouden noemen. Maar invloeden zijn één ding, overtuigingen zijn iets totaal anders. Door Israëlisch staatsburger te worden, probeerde ik uit hoe het was om voor de stammenmentaliteit te stemmen met mijn voeten. Daar kwam ik erachter dat ik me echt niet meer verbonden kon voelen met een wapenhandelaar die dezelfde etnische achtergrond heeft als ik, dan met een vriend uit Chili, Zuid-Afrika of Kazachstan die mijn fundamentele waarden deelt. Ik heb banden met concrete mensen, niet met genealogieën. Ik kies mijn vrienden en liefdes om redenen. Ik begrijp het verlangen naar de stabiliteit en de troost van het idee van ‘thuis’. Dat heb ik zelf ook jarenlang gedeeld. Zelfs wanneer je weet dat dit thuis nooit een idylle is geweest, oefent het een sterke aantrekkingskracht op je uit. Toch wordt het gevoel van thuis steeds ongrijpbaarder naarmate de decennia verstrijken. Menig dertigjarige heeft inmiddels een veel vloeiender beeld van de wereld dan ik. De genetica heeft laten zien dat etnische zuiverheid grotendeels een mythe is en dat de meesten van ons in biologisch opzicht veel kosmopolitischer zijn dan we denken. Het is niet alleen een kwestie van moraal: historische veranderingen en wetenschappelijke ontdekkingen geven ons alle redenen om een echt universalisme te omarmen. Dit boek is bedoeld als een oefening in universalisme in de hoop dat wanneer we de verschillen
leren begrijpen, we daarmee een gedeelde ziel kunnen vinden. (Gedeeld is niet identiek, zelfs niet voor tweelingen) Om dat te kunnen doen, moeten we de angst voor alles wat op kitsch zou kunnen lijken van ons afzetten – dat is een angst die ten grondslag ligt aan de geleerde cultuur, die veel beter overweg kan met ironie. Maar vóór alles moeten we onze gedeelde kwetsbaarheid erkennen voor de stomste banaliteiten van het kwaad, de neiging om roem of fortuin belangrijker te vinden dan wat we werkelijk geloven of verlangen. Die erkenning maakt het mogelijk om onze eigen geschiedenis kritisch te onderzoeken, zonder stammenmentaliteit of trauma’s. Als we niet inzien dat we meer gemeenschappelijk hebben dan alles wat ons onderscheidt, zullen we nooit in staat zijn tot wat Toni Morrison ‘het menselijk project’ noemde: ‘menselijk blijven en de ontmenselijking en de vervreemding van anderen voorkomen.’
BKFILOSOFIE
JUNI MEI 2020– PAGINA 25
AGENDA JUNI AGENDA
Filosofie vanaf het scherm
Evenementen zijn misschien verboden, maar dat betekent niet dat er niets op het programma staat in de Maand van de Filosofie. Luister naar lezingen, debatteer mee over het thema ‘waarheid’ of ontdek als eerste welke auteur de Socratesbeker wint tijdens deze evenementen. En je hoeft er niet de deur voor uit. 9 JUNI
13 JUNI
21 JUNI
www.ru.nl/radboudreflects/
www.filosofieindenhaag.nl
www.spui25.nl
NIJMEGEN – Het startschot van de Maand van de Filosofie is dit jaar te volgen via een livestream. Filosoof Marli Huijer, voorzitter van de Stichting Maand van de Filosofie, opent het festival samen met de essayschrijfster van dit jaar: Alicja Gescinska. De lezing van Gescinska en het gesprek geleid door filosoof Cees Leijenhorst is vanaf 19:30 uur als livestream te volgen via Radboud Reflects, het universitair podium van de Radboud Universiteit Nijmegen.
DEN HAAG – Wat betekent de coronacrisis voor het politieke en sociale leven? Nu het coronavirus rondwaart en dit grote gevolgen heeft voor ons maatschappelijke leven en de nieuwscyclus, is Alicja Gescinska’s essay voor de Maand van de Filosofie extra actueel. Bij Filosofie in Den Haag zal Gescinska een lezing houden en in gesprek gaan met publiek over haar essay. Er is beperkt plaats in de zaal, daarom kan de lezing ook worden bijgewoond via een livestream.
Ook deze zomer wordt de traditionele Socratesbeker uitgereikt: dé prijs voor het beste filosofieboek van het afgelopen jaar. Op 21 juni maakt de vakjury bestaande uit Bastiaan Rijpkema, Paul Cobben, Mariska Jansen, Marnix Verplancke en Rosan Hollak bekend wie de winnaar is van de ereprijs tijdens een speciale online uitreiking, die via de livestream van academischcultureel centrum SPUI25 te volgen is.
GENOMINEERD
Socratesbeker 2020 De Socratesbeker wordt ieder jaar uitgereikt aan de auteur van het meest urgente, oorspronkelijke en prikkelende Nederlandstalige filosofieboek. Vijf boeken hebben de afvalrace doorstaan en zijn genomineerd voor de Socratesbeker 2020. Dit zijn de kanshebbers.
HAROON
HYDRO POLITIEK Samenwerking en conflict op zeven zeeën HAROON SHEIKH
DE GRENZEN VAN MIJN TAAL
KIJKEN, PROEVEN, DENKEN
Eva Meijer, De grenzen van mijn taal. Een klein filosofisch onderzoek naar depressie, Uitgeverij Cossee, 144 pagina’s (€ 15,50)
Thijs Lijster, Kijken, proeven, denken. Essays over kunst, kritiek en filosofie, Uitgeverij De Bezige Bij, 272 pagina’s (€ 24,99)
OVER VRIENDSCHAP Donald Loose, Over vriendschap. De praktische filosofie van Kant, Uitgeverij Vantilt, 304 pagina’s (€ 23,50)
HYDROPOLITIEK
DISCRETIE
Haroon Sheikh, Hydropolitiek. Samenwerking en conflict op zeven zeeën, Uitgeverij Boom, 304 pagina’s (€ 32,50)
Peter Venmans, Discretie. Essay over een vergeten deugd, Uitgeverij Atlas Contact, 224 pagina’s (€ 19,99)
SENECA WOEDE & CLEMENTIE HISTORISCHE UITGEVERIJ
BINNENKORT VERKRIJGBAAR IN UW BOEKHANDEL
BKFILOSOFIE
JUNI 2020– PAGINA 27
COLOFON COLOFON CONTACT
Boekenkrant Zonnebaan 54 3542 EG Utrecht Nederland Tel: +31 30 223 1718 REDACTIE
redactie@boekenkrant.com ABONNEMENTEN
abo@boekenkrant.com Telefoon: +31 881 102005 ADVERTENTIES
verkoop@boekenkrant.com ONLINE
www.boekenkrant.com facebook.com/deboekenkrant twitter.com/boekenkrant instagram.com/boekenkrant
OPLAGE
19.000
HET TEAM
Eindredacteur Ezra Hakze Redactie Mireille Bregman, Mirjam Mulder Medewerkers Antal Giesbers, Eveline Groot, Hugo Jager, Laura Molenaar, Robert Snel, Paul van Tongeren Cover Andrey Kokorin Vormgeving Titus Vegter Uitgever Jan Louwers BKFilosofie is een uitgave van de Boekenkrant. De Boekenkrant biedt kwaliteit voor een breed publiek. De onafhankelijke redactie van deze maandelijkse krant besteedt aandacht aan literatuur, spanning, jeugd, non-fictie en strips.
COLUMN
Het uur van de waarheid De coronacrisis geeft een onverwachte actualiteit aan het thema van de Maand van de Filosofie. ‘Het uur van de waarheid’ is het moment waarop duidelijk wordt of je wint of verliest en of je het gaat redden of niet. Corona maakte dat we elke dag vol aandacht luisterden naar virologen en epidemiologen en beslist dagelijks de nieuwste cijfers wilden weten. De discussie over feiten en meningen, over ‘alternatieve feiten’ en over dat wetenschap ‘ook slechts een mening’ is, was voor even verstomd. Maar het duurde slechts een maand of de discussie kwam terug. Volgden we niet te zeer de mening van sommige wetenschappers en wat zij belangrijk vonden? Dachten we niet te gemakkelijk dat er maar één waarheid was? Een filosoof die aan de basis staat van deze relativering van de waarheid is Friedrich Nietzsche. In een van zijn aforismen spreekt hij de natuurkundigen aan: ‘Die natuurwetten waar jullie over spreken, dat zijn helemaal geen feiten, maar interpretaties. Jullie verzinnen die wetten volgens welke de natuur zich zou gedragen, omdat jullie democraten zijn. Omdat jullie geloven in het adagium dat iedereen gelijk is voor de wet, projecteer je die wetmatigheid ook op de natuur. Maar ik, Nietzsche, beweer dat de natuur helemaal niet naar wetten luistert. Natuur is niets anders dan een gevecht van machtsaanspraken.’ Interessant is vooral, wat Nietzsche vervolgens schrijft: ‘Jullie zullen slim genoeg zijn, om nu tegen mij in te brengen, dat mijn stelling evenmin kennis van feiten, maar ook slechts interpretatie is. Welnu – des te beter.’ De filosoof verdedigt inderdaad de stelling dat er geen feiten zijn, maar enkel interpretaties. En wie tegenwerpt dat dat ook slechts een interpretatie is, bevestigt de juistheid van die stelling! Volgens Nietzsche is het beslissende moment in de geschiedenis van het denken, het ‘uur van de waarheid’ in de filosofie. Dat is het moment waarop we niet meer vragen naar de waarheid, maar naar de waarde van de waarheid: waarom vinden we waarheid eigenlijk zo belangrijk? Wie die vraag stelt, ontdekt volgens Nietzsche vervolgens iets heel lastigs, namelijk dat hij op die vraag een waar antwoord wil. In het uur van de waarheid ontdekken we dat we niet ontkomen aan het vragen naar waarheid.
Paul van Tongeren Paul van Tongeren is emeritus-hoogleraar filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en de Katholieke Universiteit Leuven. Hij schrijft regelmatig een column voor de Boekenkrant en de BKFilosofie. Kijk voor meer informatie op: www.paulvantongeren.nl.
PRIJSVRAAG
De BKFilosofie mag twintig exemplaren weggeven van het filosofische kinderboek Ergens van Judith Kunkeler.
Wil jij kans maken op dit boek? Beantwoord dan de volgende vraag: Aan welke denker heeft Alicja Gescinska het motto van haar essay Kinderen van Apate ontleend? Stuur je antwoord en adresgegevens voor 13 mei naar redactie@ boekenkrant.com onder vermelding van ‘Prijsvraag BKFilosofie’.
DIT BOEK KUN JE WINNEN In dit fantasierijke prentenboek gaat Eva alleen op onderzoek uit. Omdat ze altijd al nieuwsgierig was naar Nergens, wil ze daar graag naartoe. Ze volgt de pijlen op de weg en komt uit op een plek met allerlei voorwerpen, dieren en mensen die zijn kwijtgeraakt. Was dit dan Nergens? En wat als de spullen weer gevonden worden, zijn ze dan toch Ergens? Dit boek nodigt jonge lezers uit om na te denken over wat thuiszijn en weggaan betekent en is perfect om voor te lezen aan kinderen vanaf vijf jaar. Judith Kunkeler met illustraties van Esther Leeuwrik, Ergens, Uitgeverij De Vier Windstreken, 32 pagina’s (€ 7,25)
‘Politieke kwesties zijn veel te belangrijk om aan de politici te worden overgelaten’
© steven lepez
© vincent mentzel
© bettina volke
‘Laten we idealen niet afmeten aan de realiteit, maar de realiteit beoordelen aan de hand van idealen’
‘De leugenachtige hel, dat zijn we zélf'
‘Een menswaardig leven vergt vrijheid, waarheid en waarachtigheid’
Het uur van de waarheid bij Lemniscaat filosofie Susan Neiman, Hannah Arendt, Stine Jensen en Alicja Gescinska zijn filosofen bij uitgeverij Lemniscaat die met hun werk een rol spelen in het maatschappelijk debat over waarheid en leugen.