Regionet Magazine #3

Page 7

MAGAZINE Regionet Leuven - derde editie - januari 2023
fietsplannen voor onze regio
uit het buitenland
Ruimte verankert basisprincipes
Leuven
Ambitieuze
Succesverhalen
Beleidsplan
Regionet
1 5 m inuten fietsen 1 5 m inutenwandelen 5 m inutenwandelen 1 m inuutwandelen SUPERMARKT SCHOOL 9 12 4 INHOUD 3 Voorwoord 4 Inspiratie troef 7 Samen met stakeholders 9 Wereldsteden achterna 12 Ambitieuze fietsplannen 14 Speerpunten van fietsbeleid 16 Fietsterminologie 18 Fietssnelweg Leuven-Diest 20 Stadsregionaal fietsnetwerk 24 Beleidsplan Ruimte uitgelegd 30 Naar een 15-minutenregio 32 Regionet Leuven in cijfers 18 24 30

Overal waar mensen iets willen bereiken, is draagvlak nodig. Regionet Leuven heeft daar de voorbije jaren zorgvuldig aan gebouwd. De lokale besturen zijn mee. 31 gemeenten ondertekenden het ambitiekader. Op onze trefdag mochten we naast zestien gewaardeerde sprekers meer dan honderd deelnemers verwelkomen (p. 4). Ons draagvlak strekt zich nog verder uit, want ook belangrijke stakeholders als VOKA en KU Leuven onderschrijven onze ambities (p. 7).

De lokale besturen zijn ook samen aan de slag. Hoe we ruimte en mobiliteit in de toekomst duurzamer kunnen inrichten, is verankerd in ons ruimtelijk beleid in het Beleidsplan Ruimte van onze provincie (p. 24) en in het Regionaal Mobiliteitsplan van de Vervoerregio Leuven. Niet enkel in beleid maar ook voor de uitvoering van al die belangrijke plannen is samenwerking tussen de gemeenten een gouden hefboom. Waar we in het vorige magazine de pijler ‘ruimte’ belichtten, pakken we in dit nummer uit met onze plannen voor mobiliteit, en meer specifiek de lopende fietsdossiers (vanaf p. 12).

Door de krachten te bundelen geven we samen vorm aan onze plannen voor een bereikbare, duurzame regio. De coördinerende rol die Regionet Leuven daarbij opneemt, wordt bijzonder gewaardeerd.

Daarom is het belangrijk om te blijven investeren in die samenwerkingen. Dat kunnen we niet enkel vanuit de regio of de provincie. We nodigen ook het Vlaamse bestuursniveau uit tot concrete engagementen voor onze regio. De medewerking van de Vlaamse administraties is bijvoorbeeld erg belangrijk, en een voldoende hoog budget voor hoogwaardig openbaar vervoer en fietsinfrastructuur ook. Dat tonen ook de voorbeelden in dit magazine.

Veel leesplezier!

Jan Spooren, Gouverneur van Vlaams-Brabant, Voorzitter stuurgroep Regionet Leuven.

De Vlaams-Brabantse gouverneur Jan Spooren is voorzitter van de stuurgroep Regionet Leuven. “Strategische projecten willen een antwoord bieden op complexe ruimtelijke uitdagingen. Afstemming tussen verschillende overheden en partners is hierbij noodzakelijk. Dat is dus een rol die nauw aansluit bij de functie van de gouverneur.”

3
VOORWOORD
“Door de krachten te bundelen geven we samen vorm aan onze plannen voor een bereikbare, duurzame regio.” Jan Spooren

Inspiratie troef

Eind juni organiseerde Regionet Leuven zijn eerste Trefdag met meer dan 100 deelnemers uit lokale besturen, middenveldorganisaties, bedrijven en kennisinstellingen. Zestien sprekers uit binnen- en buitenland deelden hun inspiratie, kritische blik en inzichten over de link tussen ruimtelijke ontwikkeling en mobiliteit, op lokaal en bovenlokaal niveau.

Uit de verschillende sessies konden de deelnemers concrete handvatten halen om toe te passen in de eigen praktijk. Een overzicht van deze trefdag in woord en beeld.

Alle presentaties zijn te vinden op de website van Regionet Leuven. www.regionetleuven.be/trefdag

4

Heel wat deelnemers poseerden enthousiast voor onze fotograaf met hun ultieme Regionet Leuven-wens. Spot jezelf of je collega’s!

Een jaar geleden hebben we een strategische analyse uitgevoerd en die geïmplementeerd in verschillende scenario’s. Interessant om te zien dat onze scenario’s echt voortbouwen op wat Regionet Leuven bedenkt. Wij maken er uitvoerbare projecten van.

Hans Eyssen – Vervoerregio Leuven

Ik denk dat steden en vooral ook dorpen structureel de focus minder op de auto moeten leggen. Dat is echt noodzakelijk als je kijkt naar alle uitdagingen waar we voor staan. Na grondige analyse blijkt dat de auto te veel plek inneemt in onze steden. Er is gewoon geen plek meer voor ‘alles’ en dan moet je keuzes maken.

Paul Gerretsen (Vereniging Deltametropool – Nederland)

Hoe kunnen we verkeer en stedenbouw verzoenen? De vraag is vooral of dat nog nodig is. Verkeer en stedenbouw werken op vele plaatsen al goed samen. En dat begint bij de opleidingen. In de opleidingen verkeerskunde en stedenbouw kunnen we wel nog meer integraal beginnen te denken, zodat mensen meer begrip hebben voor elkaars vakgebied.

Han van de Wetering (Van de Wetering Atelier für Städtebau – Zürich, Zwitserland)
5
Lees meer over de buitenlandse inspiratie op p. 9

DEELNEMERS KOZEN UIT VIER UITEENLOPENDE KEUZESESSIES:

1. De 15-minutenstad (Karel Lhermitte, Julie Mabilde en Eline Aerts)

2. Regionaal samenwerken (Magali Decloedt en Griet Lannoo)

3. De bouwshift (Peter Lacoere en Kristine Verachtert)

Peter Lacoere

In totaal vertegenwoordigen de woonuitbreidingsgebieden 10.000 hectare in Vlaanderen, terwijl er nog veel andere bestemmingen zijn, bijvoorbeeld industriezones. Maar die worden veel te weinig mee opgenomen in de discussie. Vooral in de havengebieden is de aaneengesloten omvang van het ruimtebeslagrisico groot

Kristine Verachtert

Belangrijk is dat gemeenten zich niet laten intimideren door de aanvragen van eigenaars die op de foute plekken willen ontwikkelen. Als je die mensen net wat richting geeft van waar wel en waar niet, dan hou je jouw visie beter in stand.

4. De mental-shift (Arnout Vandenbossche en Karim Cherroud)

Arnout Vandenbossche

Bedrijven en gemeenten overtuigen van de collectieve meerwaarde, is belangrijk. We moeten hen meetrekken in het verhaal van onder andere collectief wonen. Duidelijk proberen om wat vele verschillende mensen willen, te vertalen naar compacte, geschakelde en gezinsvriendelijke woningen in de nabijheid van een centrum.

Karim Cherroud

We praten veel over ruimtelijke ontwikkeling en de mobiliteitscrisis, maar daar zit tegelijkertijd een heel maatschappelijke impact aan vast. Hou er rekening mee dat die shift voor veel mensen hun leven ondersteboven keert. Dat doe je niet van vandaag op morgen. Het is dus noodzakelijk om in de leefwereld van mensen te duiken en te kijken naar wat hen tegenhoudt, maar tegelijkertijd ook te ontdekken wat ze nodig hebben om mee te gaan in die shift.

TOT SLOT

Filip De Rynck (Universiteit Gent) gaf een rake nabeschouwing (zie ook p. 22). Ann Schevenels (Provincie Vlaams-Brabant) en Johan Braet (voor minister Zuhal Demir) kregen het laatste woord. De netwerkreceptie als afsluiter bleek een uitgelezen moment om contacten te leggen.

6

Samen met lokale spelers

Op de Trefdag deelden we de warme steunbetuiging van KU Leuven, VOKA, Leuven MindGate, imec, C-Valley Leuven en ACV voor dit belangrijke regionale project. Hoopgevend dat we zo het netwerk van stakeholders rond het project kunnen verbreden.

Lees hier waarom deze organisaties Regionet Leuven een warm hart toedragen.

KU LEUVEN

KU Leuven is een heel grote kennisinstelling die internationaal is ingebed en die nog steeds groeit. Dat moet ook, want eigenlijk is kennis de enige grondstof die we in Vlaanderen hebben. En zo’n universiteit moet vlot bereikbaar zijn. Dat moet een groene bereikbaarheid worden. We kunnen die bereikbaarheid niet opdrijven met vervuilend autoverkeer. Daarom is zo’n efficiënt regionet heel belangrijk. KU Leuven kan dat netwerk mee helpen uitbouwen. Er is bij ons heel veel expertise rond mobiliteit aanwezig, op vele vlakken. We zetten de uitbouw van het netwerk dus graag mee op poten.

VOKA

Voor onze leden-ondernemers is mobiliteit essentieel op drie vlakken. Voor hun leveranciers en klanten, maar ook voor hun employer branding, om medewerkers op de juiste manier naar de bedrijven te krijgen. VOKA ondersteunt vanuit die drie opzichten de modal shift. Vandaar dat dit project zeker op ons engagement kan rekenen.

Wij brengen de behoeften van onze leden over bij Regionet Leuven. Maar we maken ook samen de brug naar het beleid en politieke stakeholders om te bespreken hoe het project gerealiseerd kan worden met de nodige investeringen.

7
TREFDAG

IMEC

We hebben 4.000 medewerkers op de campus in Leuven, dus bereikbaarheid is voor ons heel belangrijk. Wij zetten in op duurzame innovatie, en dus ook op de duurzame werking van imec zelf. We werken zelf aan fietsmobiliteit met bijvoorbeeld een fietsleaseplan, maar ook veilige fietspaden en infrastructuur zijn voor ons belangrijk. Bovendien komen mensen uit heel Vlaanderen naar hier, waarbij we hen stimuleren om zoveel mogelijk openbaar vervoer te gebruiken. Om vanuit het station naar onze campus in Heverlee te geraken, moeten er nog wel grote stappen gezet worden. Vooral een snelle verbinding is momenteel nog een groot probleem. Om de internationale bezoekers beter naar onze campus te krijgen, zou een duurzame verbinding vanuit de luchthaven van Zaventem ideaal zijn.

LEUVEN MINDGATE

Als wij met onze 350 leden babbelen, komt één centraal thema altijd terug. De druk op ruimte. Onze bedrijven zoeken ruimte om uit te breiden, om labo’s te stichten en meer. De oplossing ligt in de regio, wat betekent dat we met de hele streek moeten samenwerken. Maar ook dat we de mobiliteit die daaraan gelinkt is zeer goed doordacht moet zijn. Daardoor is Regionet Leuven dus een superbelangrijk project. Er zullen wat investeringen moeten gebeuren om de mobiliteit te doen werken in deze regio. Wij zijn ondernemers en wegen ook de baten af. Die gaan zeker positief zijn. Goeie mobiliteit gaat nieuw talent en nieuwe investeringen aantrekken, dus die business case is snel gemaakt.

C-VALLEY

Wij stimuleren onze medewerkers enorm om te fietsen of om met openbaar vervoer te komen. We zijn heel blij met de realisatie van de fietssnelweg aan het Researchpark Haasrode, die al voor een stuk gebruiksklaar is. Veilige, aparte fietspaden zijn belangrijk. Alle investeringen in fietswegen verdienen zichzelf wellicht vele malen terug. Maar niet iedereen woont op fietsafstand, dus goed openbaar vervoer is ook heel belangrijk. Rechtstreekse buslijnen naar ons bedrijventerrein op korte termijn zouden voor ons ook veel meerwaarde hebben. Bovendien is het in de war for talent voor bedrijventerreinen belangrijk dat er bovenop een goede verbinding met fietspaden en openbaar vervoer toch ook nagedacht wordt over een treinstopplaats. Daar zal Regionet Leuven ons zeker in kunnen bijstaan.

ACV VLAAMS-BRABANT

Voor onze leden is veilig en comfortabel woonwerk verkeer heel belangrijk. Een project als Regionet Leuven geniet onze steun omdat mobiliteit vanuit een breder perspectief bekeken wordt. De regio rond Leuven is dichtgeslibd en Regionet Leuven formuleert antwoorden die werknemers én gezinnen ten goede komen.

Meer en beter openbaar vervoer en veel meer kwalitatieve fietsverbindingen zijn daar een onderdeel van. Bovendien zit overleg met verschillende partijen in ons dna. We delen ons netwerk en onze expertise graag met Regionet Leuven voor een betere en duurzamere mobiliteit.

8

Wereldsteden achterna

SUCCESVERHALEN UIT HET BUITENLAND

Stedelijke regio’s wereldwijd, waaronder Vlaanderen, moeten de omschakeling maken van een mobiliteitsbeleid dat op infrastructuur gericht is, naar een beleid dat inzet op nabijheid, bereikbaarheid en leefkwaliteit.

Grote steden als Amsterdam, Barcelona, Freiburg, Kopenhagen, Londen, Stockholm en Zürich kozen al voor een stadsregionale aanpak met de focus op leefbaarheid. Het succes van die steden is een tastbaar bewijs dat die aanpak meerwaarde heeft. Regionet Leuven heeft nabijheid en bereikbaarheid als basisprincipes. De motiverende resultaten uit het buitenland sterken ons om voort te gaan op ons elan.

Tijdens de Trefdag lichtten Paul Gerretsen en Han Van de Wetering toe hoe Nederland en Zwitserland voor inspiratie kunnen zorgen in onze regio.

Han Van de Wetering is stedenbouwkundige. Hij richtte het Van de Wetering Atelier für Städtebau op in Zürich. Die studio legt zich toe op urban design. Hij won in Zwitserland de Stadtlandpreis in 2018, een prestigieuze stedenbouwkundige award die maar om de vijf jaar wordt uitgereikt.

Paul Gerretsen werkt voor Vereniging

Deltametropool. Dat is een Nederlandse onafhankelijke denktank voor stadsontwikkeling. In zijn functie geeft hij richting aan de koers van de vereniging en vragen (buitenlandse) instellingen vaak om zijn advies over stedelijke en ruimtelijke ontwikkeling.

9

NEDERLAND

Paul Gerretsen (Vereniging Deltametropool – Nederland)

Van in de jaren tachtig tot in 2001 zette de Nederlandse Rijksoverheid in op de vernieuwing van grote stations en op de uitbouw en het hogesnelheidstreinnet. Dat ging gepaard met grote investeringen in tunnels en dure projecten. Op een bepaald moment besliste de Rijksoverheid dat de planning voltooid was. Maar in de praktijk zat het nog niet helemaal goed. Nog heel wat stationsomgevingen misten kwaliteit en een geïntegreerde aanpak. Voor het onderhoud op de langere termijn, was er nog geen strategie.

De steden pakten het voortaan verder zelf aan. Ze ontwikkelden knooppunten rond de stations en werkten aan een verstedelijkingsprogramma in de stationsbuurten. Een bekend voorbeeld daarvan is Project Stedenbaan. Dat project bracht het potentieel van de Randstad (gebied in het westen van Nederland) in kaart: hoeveel bebouwd gebied ligt nabij een station? Waar kunnen we gebieden

verder ontwikkelen, en welke soorten knooppunten kunnen we uitwerken? Het resultaat van de studie werd een bestuursakkoord tussen de provincie, zes verstedelijkingsregio’s en de Nederlandse Spoorwegen (NS). De afspraak luidde dat de frequentie van het treinverkeer moest verhogen als er meer woningen bijkwamen. Maar zelfs al waren nog niet alle woningen gebouwd, door de hogere frequentie van de treinen, bleken er vanzelf al meer reizigers voor het openbaar vervoer te kiezen.

Ook in het project ‘maak plaats’ gaat het over een samenwerking van de provincie en gemeenten, met als doel de agglomeratiekracht te versterken door corridors van regionale openbaarvervoerlijnen te voorzien en daar knooppunten aan te koppelen. Voor elke halte werd de knoop- en plaatswaarde bepaald. Ook in dit project was een aanzienlijke stijging in het openbaarvervoergebruik merkbaar.

WIST JE DAT… Project Stedenbaan de inspiratie vormde voor de corridorwerking van Regionet Leuven? En dat we in de studie

‘maak plaats’ heel wat mosterd gingen halen voor het kernenkompas?

10

ZWITSERLAND

Han Van de Wetering (Van de Wetering Atelier für Städtebau – Zwitserland)

Het verkeer en de stedenbouw beter op elkaar afstemmen, is zeker nodig. Alleen zo kunnen we ruimte duurzaam ontwikkelen. Zwitserland ontwikkelde een efficiënt plannings- en sturingsinstrument, Agglomeratieprogramma’s genaamd. De Zwitserse federale overheid verleent via die programma’s tot 50 procent financiële steun aan stedelijke gebieden die de investeringen in openbaar vervoer hand in hand laten gaan met een compacte stedelijke ontwikkeling in hun agglomeratie. Vlaanderen kan daar zeker een voorbeeld aan nemen. In het planningsinstrument staat integraal denken centraal. Het succes van de integrale Zwitserse aanpak van verkeer en stedenbouw laat zich voelen in verschillende lopende projecten voor

stationsgebieden, verkeerspleinen, tramcorridors en invalswegen. Ten noorden van Zürich investeerde de staat 7 miljoen in de Glattalbahn. Een fors bedrag, maar het zorgde voor een toestroom van grote internationale kantoren. Per kilometer spoorlijn wonen er nu 6.000 mensen op minder dan 400 meter van een station. Een ander voorbeeld is de Limmattal-trambaan. Gemeenten verdichten daar langs de invalswegen van het openbaar vervoer. Waar de aanleg van het tramspoor onmogelijk was, rijdt een bus op een eigen rijbaan. In de regio van Basel kwamen er rond de stations nieuwe functies (bv. theater) en leiden ze de tram om naar stations.

WIST JE DAT… het Zwitserse openbaar vervoer even ingenieus in elkaar zit als het beroemde Zwitserse horloge? De dienstregeling van tram, bus en trein sluiten naadloos op elkaar aan. Stations en halteplaatsen zijn aantrekkelijk en maken de overstap tussen vervoersmiddelen heel eenvoudig. De omgeving van haltes is zo ingericht dat voetgangers uit alle richtingen snel de halte kunnen bereiken. Een integrale aanpak van regionale schaal tot in de kleinste details dus.

MEER WETEN?

Herbekijk de presentaties op regionetleuven.be/trefdag.

De regio Leuven heeft met een dicht spoornetwerk, sterke radiale assen en de historische stedelijke ontwikkelingen rond die assen een interessante uitgangssituatie voor een integrale aanpak. Binnen die context is de keuze voor een gelaagd netwerk van vervoerssystemen een slimme keuze.

Han Van de Wetering

11

EEN BLIK OP

Onze ambitieuze fietsplannen

Hoe richten we de ruimte die we hebben leefbaar in? En hoe verplaatsen we ons in diezelfde ruimte op een duurzame manier, met het openbaar vervoer en de fiets? Provincie Vlaams-Brabant zoekt samen met Regionet Leuven naar oplossingen die mobiliteit en ruimtelijke ordening verbinden.

12
FOCUS OP FIETSEN

Enerzijds bouwen we aan duurzame alternatieven voor de auto. Denk aan hoogwaardig openbaar vervoer en veilige fietsverbindingen doorheen onze regio. Anderzijds pakken we de openbare ruimte aan. We bundelen winkels en voorzieningen in de buurt van openbaar vervoer en zorgen ervoor dat korte verplaatsingen vanzelfsprekend worden met de fiets of te voet. Want om naar duurzame mobiliteit om te schakelen tegen 2030 – de modal shift – willen we dubbel zoveel mensen op de fiets krijgen. Zo krijgt de fiets de voorkeur voor korte verplaatsingen en maken we het aantrekkelijker om fiets en openbaar vervoer te combineren.

De provincie Vlaams-Brabant stimuleert die omwenteling en neemt het voortouw om fietssnelwegen uit te bouwen. Een aantal daarvan is al in uitvoering of deels afgewerkt. Zo kan je vanuit Leuven naar Brussel de F3 nemen, naar Mechelen de F8, en binnenkort naar Tienen de F24 en naar Aarschot de F25. Naar Diest en Tervuren waren er nog geen plannen. Op basis van een eerste onderzoek door Regionet Leuven, kwamen de F9 naar Diest en de F29 naar Tervuren ook op de planning.

Welke route die fietssnelwegen concreet zullen nemen, lag nog niet vast. Want routes worden bovenlokaal aangepakt en opgevolgd door Regionet Leuven in samenspraak met de provincie. Intussen konden we al concrete resultaten boeken. De F29 naar Tervuren wordt voorbereid door De Werkvennootschap en er is een consensus bij gemeenten over de doorfietsroute tussen Leuven en Diest.

De resultaten koppelen we telkens terug naar de Vervoerregio Leuven, die ze verankert in beleid. Daarnaast blijft een goede samenwerking tussen gemeenten heel belangrijk. Om de routes vast te leggen, maar ook om de planningen op elkaar af te stemmen.

13
Tom Dehaene, provinciaal gedeputeerde voor mobiliteit

SPEERPUNTEN VAN HET FIETSBELEID

Fiets als voorkeur voor korte verplaatsingen

Directe verplaatsingen over langere afstand

Voor- en natransport voor HOV

In gemengd verkeer

Met aanliggende fietspaden

Met vrijliggende fietspaden

Hoogwaardige fietsinfrastructuur = veilig, direct, samenhangend, comfortabel, aantrekkelijk

NETWERK OP DRIE SPOREN

• Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (BFF): veilig en comfortabel tussen kernen en voorzieningen

• Fietssnelwegen: als ruggengraat van het BFF, snel en conflictvrij fietsen over een langere afstand

• Doorfietsroutes: vlot en veilig tussen dorpen en bezienswaardigheden

14 30 Km/h 50 Km/h 70 Km/h
15 FOCUS OP FIETSEN

EVEN DOOR DE TERMEN FIETSEN

FIETSSNELWEG

Een fietssnelweg is een rechtlijnige fietsroute waarbij vertragingen, stops en hindernissen zoveel mogelijk weggewerkt zijn. Het is een fietspad voor lange afstanden met een breed, effen wegdek zodat je vlot en snel kan fietsen. Een fietssnelweg verbindt steden op 10-15 kilometer van elkaar, vaak langs een spoorweg, kanaal of autosnelweg. Deze fietssnelwegen vormen de ruggengraat van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. De provincie Vlaams-Brabant streeft naar dubbelrichtingsfietssnelwegen van minstens vier meter breed. Fietssnelwegen kan je herkennen aan de uniforme blauwe, driehoekige F-wegwijzers.

Meer weten?

www.fietssnelwegen.be

DOORFIETSROUTE

In Nederland is deze term een synoniem voor een fietssnelweg, maar in Vlaanderen niet. Een doorfietsroute is een vlotte, autoluwe, veilige verbinding die over een langere afstand dorpen, belangrijke attractiepolen en steden linkt. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande wegen. Een doorfietsroute is een product dat verschillende vormen van infrastructuur slim combineert, zoals een fietsstraat, gemengd verkeer in zone 30, fietspaden, trage wegen of fietswegen in eigen bedding. Samen vormen ze als doorfietsroute een gebruiksvriendelijke oplossing die tegemoetkomt aan de behoeften van diverse fietsers. Doorfietsroutes worden zowel voor woon-werkverkeer als recreatief gebruikt.

16

BFF

BFF staat voor Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk. Het is een netwerk van fietsinfrastructuur dat de gemeentegrenzen overschrijdt. De lokale fietsroutes sluiten erop aan. Het BFF bestaat uit fietssnelwegen, functionele routes en alternatieve routes. De functionele (bovenlokale) routes verbinden op een logische manier woonkernen met scholen, bedrijventerreinen, ziekenhuizen, stations en winkels. De alternatieve (bovenlokale) routes vormen een rustigere verbinding tussen twee punten.

FIETSSUGGESTIESTROKEN

Fietssuggestiestroken maken deel uit van de rijbaan. Brede fietssuggestiestroken maken de rijweg voor al het verkeer wel een stuk leesbaarder en veiliger.

FIETSSTRAAT

Aangezien doorfietsroutes niet noodzakelijk over een eigen bedding beschikken en gebruikmaken van bestaande wegen, zijn aangepaste maatregelen nodig om het voor fietsers veilig te maken. Een fietsstraat biedt een aangename en herkenbare fietsroute in een verkeersluwe (meestal lokale) omgeving. (Vracht)wagens zijn er toegelaten, maar ze mogen fietsers niet inhalen en rijden er maximum 30 kilometer per uur.

FIETSZONE

Een fietszone is een aaneenschakeling van fietsstraten.

17

Vlot en veilig fietsen tussen Leuven en Diest

Een kwaliteitsvol fietsnetwerk uitbouwen gebeurt niet van vandaag op morgen. Regionet Leuven timmert aan de weg met het oog op een toekomst waarin we minder afhankelijk zijn van auto’s, waarin we anders wonen en ons duurzamer verplaatsen.

De fietssnelweg F9 tussen Leuven en Diest komt er. Dat is al een ministerieel besluit. Maar waar de fietsroute precies zal passeren, is nog niet bepaald. Om die ‘wenslijn’ te kunnen bepalen, onderzoekt Regionet Leuven de opties in samenspraak met de verschillende gemeenten.

Nood aan verbindingsroute tussen gemeenten Het blijkt moeilijk om een fietssnelweg aan te leggen in deze corridor. Fietssnelwegen moeten voldoen aan verschillende kwaliteitseisen (zie p. 16) en zijn in deze regio niet in te passen. Er is geen spoorlijn of kanaal waarlangs

de fietssnelweg kan lopen. Ook in het landschap kan de fietssnelweg niet aan een bepaalde structuur, zoals een heuvelrug bijvoorbeeld, gekoppeld worden. Langs de gewestweg N2 is er ook niet voldoende ruimte om een fietssnelweg aan te leggen. Bovendien kom je als fietser op die weg te veel kruispunten en conflictpunten tegen om goed te kunnen doorfietsen. In het huidige bovenlokaal functioneel fietsnetwerk (BFF) liggen er geen kansen om de F9 uit te bouwen.

Ons onderzoek toont ook aan dat fietsers vooral nood hebben aan een route die

de dorpskernen met elkaar verbindt, eerder dan een langeafstandsverbinding van Leuven naar Diest. Daarom verleggen we de focus van een fietssnelweg naar een vlotte, veilige, autoluwe ‘doorfietsroute’ van kern tot kern tussen Leuven en Diest.

Wenslijn uitgestippeld

Met die bevindingen en vele gesprekken met de betrokken gemeenten stippelen we een wenslijn uit voor de nieuwe fietsroute Leuven – Sint-JorisWinge – Diest. Die wenslijn is een aaneenschakeling van autoluwe straten en landbouwwegen, aangevuld met een aantal volledig nieuw aan

GLUREN BIJ DE BUREN: VOLLEGAASROUTE

De VolleGaasfietssroute verbindt het hart van het Pajottenland met Brussel. Deze doorfietsroute is in volle opbouw en komt er dankzij de provincie

Vlaams-Brabant, de gemeenten en het strategisch project Opgewekt

Pajottenland. Momenteel zit de route in testfase: de VolleGaaspijltjes wijzen de weg en alle feedback is welkom op www.vollegaas.be

18

te leggen segmenten. Door grotendeels bestaande wegen te gebruiken, is de impact op de omgeving een pak kleiner dan bij een fietssnelweg. De invloed op het landschap, de investeringen en de nodige onteigeningen zijn beperkter. Maar de keuze voor een ‘doorfietsroute’ impliceert ook een andere aanpak en een ander comfort voor de fietsers.

Doorfietsroute met eigen identiteit

Deze nieuwe fietsverbinding dopen we ‘doorfietsroute’ omdat ze niet voldoet aan de

eisen voor een fietssnelweg, maar wel maatregelen neemt waardoor je als fietser vlot kan doorfietsen. Deze route passeert langs een aantal toeristische trekpleisters en is daarom aantrekkelijk voor alle soorten fietsers.

Doorfietsroutes krijgen ook een eigen identiteit, naar analogie met fietssnelwegen, toeristische fietsroutes, fietsknooppunten, internationale euroveloroutes en meer. Op die manier kunnen fietsers de route vlot vinden of er informatie over opzoeken.

Volgende stappen in het proces

De wenslijn voor deze fietsroute ligt nu in de handen van de provincie, de Vervoerregio Leuven en de bevoegde minister. Zij moeten de volgende stappen nog goedkeuren. Daarna volgt de verdere ontwerpstudie en tot slot de uitvoering. Ook voor die stappen is de ondersteuning van de provincie van belang.

19

Stadsregionaal fietsnetwerk in stroomversnelling

20

FOCUS OP FIETSEN

Meer dan ooit zetten we in op fietsen. Het wordt de belangrijkste manier om ons te verplaatsen in de Leuvense stadsregio. Aanvullend op een hoogwaardig openbaar vervoersnetwerk, zorgt Regionet Leuven voor vlotte en veilige verbindingen tussen de woonkernen en de attractiepolen. Zo kunnen we tegen 2030 het fietsverbruik verdubbelen.

Hoogwaardig openbaar vervoer uitbouwen is een proces van lange duur. De fietsinfrastructuur verbeteren is daarom een cruciale hefboom om de vooropgestelde doelen te behalen.

In de stadsregio liggen er vele kansen om het fietsnetwerk verder uit te bouwen. Regionet Leuven wil samen met de gemeenten en de Provincie Vlaams-Brabant verkennen hoe investeringen van gemeenten beter op elkaar kunnen afgestemd worden. Dat moet ervoor zorgen dat het stadsregionaal fietsnetwerk er effectief komt. Het doel is dat de gemeenten de krachten én de middelen bundelen, samen bepalen welke routes ze eerst uitwerken en zo eensgezind hun schouders onder het project zetten.

Veilig netwerk tussen kernen

Zo’n investeringsprogramma ‘stadsregionaal fietsnetwerk’ moet het toekomstig fietsnetwerk in een stroomversnelling brengen. Dat stadsregionaal netwerk bestaat dan uit veilige, comfortabele fietsroutes tussen de stadsregionale kernen, attractiepolen en mobipunten. Regionet Leuven waakt erover dat het fietsnetwerk optimaal afgestemd

wordt op de ruimtelijke structuur en ondersteunt gemeenten bij de samenwerking. Om een consistente kwaliteit uit te bouwen over de volledige route, is routedenken cruciaal.

Op dit moment bekijken de gemeenten welke fietsroutes prioritair uitgewerkt of verbeterd kunnen worden, aan welke kwaliteitsvoorwaarden de bestaande fietsinfrastructuur moet tegemoetkomen en hoe het netwerk als geheel zo ‘leesbaar’ mogelijk wordt. De routes overstijgen de gemeentegrenzen en dus de aanpak ook. Daarbij bekijkt Regionet Leuven met de gemeenten hoe ze samenhangende activiteiten en maatregelen in een gebied kunnen combineren met de uitvoering van het stadsregionaal fietsnetwerk.

Inspirerende voorbeelden

Voor dit project halen we de mosterd onder andere bij Vervoerregio Amsterdam, die een ‘investeringsagenda fiets’ uitwerkte. Ook de stadsregio Turnhout is een goed voorbeeld van hoe vier gemeenten samen een ambitieus plan aanpakken (zie p. 23).

21

KRITISCHE NOOT VAN FILIP DE RYNCK

Een project als Regionet Leuven is gebiedsgericht beleid op maat van de regio, tussen het Vlaamse en lokale niveau. Zo een aanpak vraagt de nodige moed van de betrokken partijen, maar legt ook meteen de pijnpunten van gebiedsgericht beleid in Vlaanderen bloot. Het project daagt de geijkte kanalen conceptueel uit, en dat zorgt natuurlijk ook voor de nodige spanningen met het Vlaamse niveau. De tandem Vervoerregio – Regionet zou een sterkte voor de regio kunnen zijn. Er is het nodige draagvlak in de regio, maar om de stap van ‘beleidsvoorbereiding’

naar ‘beleidsuitvoering’ te zetten, liggen de belangrijke hefbomen bij de Vlaamse overheid. Voor alle grote infrastructuurprojecten komt de financiering vooral van de Vlaamse overheid. De nood aan integraliteit wordt door iedereen erkend. Dat komt er ook uit in de concepten, maar in de uitvoering domineren de geijkte sectorale logica’s en agenda’s. We leren uit dit waardevol experiment dat er nood is aan betere interbestuurlijke afspraken tussen de Vlaamse overheid en lokale besturen rond regionale opdrachten en financiering. Dankzij Regionet beschikt de regio Leuven alvast over een goede basis om daar concreet mee aan de slag te gaan.

22

STADSREGIONAALSAMENWERKEN

Inspirerend voorbeeld in Turnhout

STADSREGIONAALSAMENWERKEN

Inspirerend voorbeeld in Turnhout

De vier gemeenten van Stadsregio Turnhout maakten een gezamenlijk mobiliteitsplan. Tegen 2035 willen Beerse, Oud-Turnhout, Turnhout en Vosselaar dat hun inwoners en bezoekers zich veel meer te voet, met de fiets of openbaar vervoer verplaatsen. Die ambitie maakt hen beter bereikbaar, verhoogt de leefkwaliteit en gezondheid in de centra, creëert meer gezelligheid in de straten en gaat de klimaatuitdagingen aan.

De vier gemeenten van Stadsregio Turnhout maakten een gezamenlijk mobiliteitsplan. Tegen 2035 willen Beerse, Oud-Turnhout, Turnhout en Vosselaar dat hun inwoners en bezoekers zich veel meer te voet, met de fiets of openbaar vervoer verplaatsen. Die ambitie maakt hen beter bereikbaar, verhoogt de leefkwaliteit en gezondheid in de centra, creëert meer gezelligheid in de straten en gaat de klimaatuitdagingen aan.

Zes bouwstenen, verschillende participatiemomenten met inwoners en de inbreng van een team mobiliteitsexperts uit de vier gemeenten resulteerden in het voorjaar van 2022 in dit uitgewerkt mobiliteitsplan. De volledige realisatie van het plan is voorzien tegen 2035. Maar heel wat onderdelen zijn al binnen de drie jaar te realiseren.

Zes bouwstenen, verschillende participatiemomenten met inwoners en de inbreng van een team mobiliteitsexperts uit de vier gemeenten resulteerden in het voorjaar van 2022 in dit uitgewerkt mobiliteitsplan. De volledige realisatie van het plan is voorzien tegen 2035. Maar heel wat onderdelen zijn al binnen de drie jaar te realiseren.

Verkeersluwe buurten en verbindende wegen

Betrouwbaar openbaar vervoer en vlot overstappen

Levendige kernen

Efficiënte logistiek met minimale impact

Comfortabel en veilig fietsnetwerk

Slim ruimtegebruik stimuleert duurzame mobiliteit

We willen onze woonbuurten rustiger en verkeersveiliger maken. Het doorgaand zwaar verkeer leiden we om zodat het niet meer door de dorpskernen of langs de scholen moet. We gaan meer kruispunten conflictvrij maken. De fietsverbindingen in en tussen de gemeenten krijgen extra aandacht zodat dit veilige en vlotte routes worden voor alle fietsers in onze regio. We voorzien dan ook meer fietsparkings. En tot slot zetten we in op meer kwalitatief openbaar vervoer.

We willen onze woonbuurten rustiger en verkeersveiliger maken. Het doorgaand zwaar verkeer leiden we om zodat het niet meer door de dorpskernen of langs de scholen moet. We gaan meer kruispunten conflictvrij maken. De fietsverbindingen in en tussen de gemeenten krijgen extra aandacht zodat dit veilige en vlotte routes worden voor alle fietsers in onze regio. We voorzien dan ook meer fietsparkings. En tot slot zetten we in op meer kwalitatief openbaar vervoer.

Gilles Bultinck, burgemeester Vosselaar en voorzitter van de beleidsgroep mobiliteit

23
23
Gilles Bultinck, burgemeester Vosselaar en voorzitter van de beleidsgroep mobiliteit

Beleidsplan Ruimte verankert nabijheid en bereikbaarheid in beleid

Er wonen steeds meer mensen in de provincie Vlaams-Brabant. Maar de ruimte die we voorhanden hebben, blijft dezelfde. Dat vraagt om een shift op meerdere vlakken. In de toekomst wonen we anders, verplaatsen we ons anders en richten we de ruimte anders in. Want de beschikbare ruimte is ook van belang voor voedselproductie, biodiversiteit, wateropvang en ontspanning.

Hoe we onze ruimte in de toekomst ordenen, lees je in het nieuwe Beleidsplan Ruimte van de provincie. Een uitgebreide nota waar veel studiewerk, intensief overleg met de gemeenten en inspraak door burgers aan voorafgingen. De provincieraad keurde onlangs de ontwerpversie goed.

Daarmee gaat de laatste fase in: het openbaar onderzoek. Na dat breed onderzoek is het Beleidsplan definitief in 2023 en geeft het voor de komende 25 jaar de richting aan bij ruimtelijke ontwikkeling in de provincie.

Wat is het Beleidsplan

Ruimte Vlaams-Brabant?

Het Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant zet de toon voor het provinciale ruimtelijke beleid, tussen het Vlaamse en gemeentelijke niveau in. Het omvat een visie en geeft beleidslijnen aan voor vraagstukken die te maken hebben met hoe we onze ruimte invullen. Waar wonen we, hoe verplaatsen we ons, waar plannen we voorzieningen zoals scholen, cultuur, openbare diensten, ontspanning, zorg, handel …? Hoe zorgen we voor een goede balans tussen open ruimte, ruimte voor bedrijven en ruimte voor landbouw, en wat met onze energievoorziening? We maken de visie concreet door een perspectief te formuleren voor sterkere woonkernen en knooppunten, zoals bedrijventerreinen en stations. Daarnaast vrijwaren we aaneengesloten landbouwgebieden en verbinden we stukken natuur. Zo krijgen we een ruimtelijk wensbeeld voor het wonen, werken en leven in onze provincie.

25
Ann Schevenels, provinciaal gedeputeerde voor ruimtelijke planning en stedenbouw

HET PLAN HANGT OP AAN DRIE BASISPRINCIPES:

1. Efficiënt ruimtegebruik

Natuur, landbouw, economie, wonen, mobiliteit … Al die sectoren vragen meer ruimte. De vraag is zo groot dat we de ruimte niet zomaar eenvoudig kunnen opdelen. Daarom zoeken we naar oplossingen om dezelfde ruimte te gebruiken voor verschillende functies, gebruiken we bepaalde ruimtes maar tijdelijk, doen we inspanningen om open ruimte te vrijwaren en bouwen we compacter door te stapelen en te schakelen.

2. Nabijheid en bereikbaarheid

We evolueren in onze provincie naar goed bereikbare kernen, zodat de behoefte om ons te verplaatsen vermindert en de open ruimte gevrijwaard blijft. In deze kernen plannen we

nieuwe woningen en voorzieningen in elkaars nabijheid, zodat de afstand die we moeten afleggen, kleiner wordt. De kernen maken we vlot bereikbaar met de fiets en openbaar vervoer.

3. De natuurlijke omgeving als basis

Het klimaat, de bodem, het reliëf en de waterlopen hebben een grote invloed op de plaats waar en de manier waarop we kunnen bouwen. Het landschap waarin we leven, is het resultaat van de eeuwenoude wisselwerking tussen de natuurlijke omgeving en menselijke activiteiten. De klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit maken duidelijk dat we de natuurlijke omgeving moeten beschermen en versterken.

26

DE LINK MET REGIONET LEUVEN

Regionet Leuven is een van de gebiedsgerichte projecten waar de provincie nu al sterk op inzet. Maar het Beleidsplan Ruimte verankert ook de ruimtelijke principes uit het strategisch project Regionet Leuven in beleid, met vastliggende doelstellingen en maatregelen. Nabijheid en bereikbaarheid, twee van de speerpunten van Regionet Leuven, zijn de leidende basisprincipes in het Beleidsplan. Op het vlak van wonen, werken en voorzieningen is het Beleidsplan een doorvertaling van waar Regionet Leuven voor staat. Zo focust het Beleidsplan op groei in goed uitgeruste woonkernen, concentreert het woningen in die dorpskernen zonder een sterke toename aan te moedigen en gaat het de versnippering van de open ruimte tegen. De bouwstenen van het regionaal fietsnetwerk, waaronder specifiek de nieuwe doorfietsroutes (zie p. 18), zijn doorgetrokken in het

BELEIDSPLAN RUIMTE

Beleidsplan. En de structuur van hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) die Regionet Leuven uitwerkte, vormt samen met het Gewestelijk Expresnet (GEN) en Brabantnet de kern van het openbaarvervoernetwerk voor onze provincie.

BELEIDSPLAN IN ACTIE

MET DE HULP VAN

REGIONET LEUVEN

Regionet Leuven zet in de toekomst mee zijn schouders onder de uitvoering van het Beleidsplan Ruimte. We ondersteunen gemeenten om de bouwshift samen aan te pakken met een RUP, waarbij wij de praktische uitwerking en coördinatie opnemen. In het vorige magazine gingen we er uitgebreider op in. Bovendien helpen we gemeenten bij verschillende knooppuntontwikkelingen. We zorgen voor studiewerk, onderzoek en coördinatie. Daarnaast stemmen we het beleid af met de vervoerregio Leuven (zie p. 29).

27

DRIE PRIKKELENDE PRAKTIJKVOORBEELDEN

1. Wijgmaal in de steigers

Wijgmaal kiest voor een betere nabijheid en bereikbaarheid. Inwoners konden ideeën indienen over de vernieuwingen in hun dorp. Op de Remysite krijgen sport en cultuur een vaste stek, zodat het er ook na de kantooruren een levendige stek is. Ymeria wordt weer een herkenbaar en aangenaam eiland om te wandelen, fietsen en spelen. Er komt een nieuwe woonwijk aan de Wakkerzeelsebaan. Ook het voormalige stationsgebouw krijgt een andere invulling, als energiezuinige kantoor- en ontmoetingsplek.

3. Oud-Heverlee in transitie

2. Diest pakt stationsbuurt aan

Stad Diest legt met heel wat partners een functioneel, toegankelijk mobiliteitsknooppunt aan in de stationsbuurt. Reizigers schakelen er vlot tussen vervoersmiddelen. Een aantal van de plannen is al gerealiseerd, zoals moderne fietsenstallingen en een nieuw busstation. Momenteel krijgt ook het stationsplein een make-over. Aangepaste perrons en een veilige voetgangersbrug staan nog op de planning. Er komt in de stationsbuurt aan de Demer ook een nieuwe duurzame woonwijk, De Tuilerie, met een mobiscore van 8,3 op 10.

Voor haar deelgemeente Sint-JorisWeert maakte Oud-Heverlee een beeldkwaliteitsplan, met als doel veilige en aangename straten in te richten waar ruimte is voor groen. Een beeldkwaliteitsplan vertrekt van de (soms verborgen) kwaliteiten van de dorpskern en onderzoekt hoe die versterkt kunnen worden. Ook de deelgemeente Haasrode krijgt een plan, een masterplan zelfs. Want Haasrode kent een grote aantrekkingskracht door haar ligging en bereikbaarheid, maar de druk op het dorp is voelbaar. Het nieuwe masterplan schetst een toekomstvisie die verdichting, mobiliteit, leefbaarheid, energie en klimaatadaptatie in elkaar vlecht.

28
2.

Regionaal mobiliteitsplan: een logisch vervolg

Zodra het openbaar onderzoek afgerond is en het Beleidsplan Ruimte definitief is, vormt het de basis voor het ruimtelijke beleid. Tegelijk worden tegen 2023 binnen de Vlaamse vervoerregio’s regionale mobiliteitsplannen opgemaakt. Dat gebeurt onder regie van het Vlaamse Departement MOW en in overleg met de betrokken lokale besturen, AWV, De Lijn, De Vlaamse Waterweg, De Werkvennootschap en de provincie. Een afstemming tussen het Beleidsplan Ruimte en de Regionale Mobiliteitsplannen van de vervoersregio’s Leuven, Vlaamse Rand en Mechelen wordt door alle partijen nagestreefd.

Het is de verdienste van Regionet Leuven dat het uitdrukkelijk de link legt tussen ruimtelijke ontwikkelingen en duurzame mobiliteit. Om een degelijk locatiebeleid uit te werken, is het cruciaal dat ruimte en mobiliteit tijdig samen bekeken worden. En dat duurzame vervoersoplossingen gekoppeld worden aan ruimtelijke knopen waar veel vraag is. Daarbij is openbaar vervoer een belangrijke spil. Uit het Beleidsplan Ruimte van de provincie vloeien vele kansen. Het maakt duidelijk waar wonen verdicht kan worden en waar activiteiten gebundeld kunnen worden. Het mobiliteitsperspectief, uitgewerkt in de Regionale Mobiliteitsplannen van de Vlaamse vervoerregio’s, geeft dan weer aan waar we vervoersmodi kunnen verknopen, hoe we inzetten op beter openbaar vervoer en fietsinfrastructuur en waar zich kansen voordoen inzake verdichting.

29 BELEIDSPLAN
RUIMTE
Mohamed Ridouani, voorzitter Vervoerregio Leuven

de 15minutenregio als kapstok

In de 15-minutenstad wonen alle inwoners op maximum 15 minuten fietsen of wandelen van winkels, kantoren, scholen, gezondheidszorg, sport, cultuur en ontspanning. Internationaal is dat concept al aan een grote opmars bezig. Regionet

Leuven gebruikt dit idee ook als kapstok voor de nieuwe aanvraag van subsidies.

In de 15-minutenstad wonen alle inwoners op maximum 15 minuten fietsen of wandelen van winkels, kantoren, scholen, gezondheidszorg, sport, cultuur en ontspanning. Internationaal is dat concept al aan een grote opmars bezig. Regionet Leuven gebruikt dit idee ook als kapstok voor de nieuwe aanvraag van subsidies.

De Vlaamse overheid erkende Regionet

Leuven als strategisch project voor de uitvoering van het Vlaamse ruimtelijk beleid. De loon- en werkingskosten van de projectcoördinatie werden voor drie jaar gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. Eind december 2022 loopt deze subsidieperiode af, maar we dienen een nieuwe aanvraag in. In de tussentijd verzekert de provincie Vlaams-Brabant dat we het project verder kunnen coördineren.

De Vlaamse overheid erkende Regionet Leuven als strategisch project voor de uitvoering van het Vlaamse ruimtelijk beleid. De loon- en werkingskosten van de projectcoördinatie werden drie jaar gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. Eind december 2022 loopt die subsidieperiode af, maar we dienen een nieuwe aanvraag in. In de tussentijd verzekert de provincie dat we het project verder kunnen coördineren.

We gebruiken het concept van de 15-minutenstad als kapstok omdat we sterk geloven dat de knooppunten die Regionet Leuven ontwikkelt het concept vertalen naar de Vlaamse context. Daarbij pakken we knoopppunten geïntegreerd aan, met oog voor verdichting, groenblauwe dooradering, verweven economische activiteiten of voorzieningen, energietransitie en een gezonde omgeving. Ons doel? Een echte 15-minutenregio!

We gebruiken het concept van de 15-minutenstad als kapstok omdat we sterk geloven dat de knooppunten die Regionet Leuven ontwikkelt het concept vertalen naar de Vlaamse context. Daarbij pakken we knoopppunten geïntegreerd aan, met oog voor verdichting, groenblauwe dooradering, verweven economische activiteiten of voorzieningen, energietransitie en een gezonde omgeving. Ons doel? Een echte 15-minutenregio!

Daarom ondersteunt Regionet Leuven de betrokken gemeenten om concrete knooppunten te realiseren. De inzichten die daaruit groeien, brengen we samen en stromen door naar de hele regio. Wil jij er mee deel van uitmaken of heb je concrete ideeën waar we mee aan de slag kunnen? Laat het ons weten!

Daarom ondersteunt Regionet Leuven de betrokken gemeenten om concrete knooppunten te realiseren. De inzichten die daaruit groeien, brengen we samen en stromen door naar de hele regio. Wil jij er mee deel van uit

30 1 5 m inuten fietsen 1 5 m inutenwandelen 5 m inutenwandelen 1 m inuutwandelen SUPERMARKT SCHOOL 30

COLOFON

Magazine Regionet Leuven, Regionet Leuven - derde editie - januari 2023

Verantwoordelijke Uitgever: Jan Spooren, Provincie Vlaams-Brabant, Provincieplein 1 3010 Leuven regionetleuven@vlaamsbrabant.be

Copyright beelden: © Provincie Vlaams-Brabant/ Toerisme Vlaams-Brabant/Lander Loeckx

Het strategisch project is een initiatief van de provincie Vlaams-Brabant, Interleuven en de stad Leuven.

31
Met de steun van het departement Omgeving

Regionet Leuven in cijfers

118 km spoorlijnen > 28 spoorhaltes

76 km regionale HOV-lijnen (deels in uitvoering) > 52 HOV-haltes

110 km fietssnelwegen

41 km doorfietsroutes 57 km stadsregionale routes

Gebruiksintensiteit ekjiletmiuR txetnoc oonK p w aarde Plaat s w edraa

213 kernenkompassen uitgewerkt

550.000 inwoners in onze regio

1 op 3 woont buiten de kernen

50.000 bijkomende inwoners tegen 2035

8 mobipunten in uitvoering

3.250 ha onbebouwde percelen (85% buiten de kernen)

2.300 ha ontwikkelbare ruimte rond HOV-haltes goed voor:

3.750.000 m² woonoppervlakte

1.500.000 m² economische ruimte (bedrijvigheid, kantoren,…)

600.000 m² met wonen verweefbare voorzieningen (commercieel, publiek,…)

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.