Grenzen aan het kunnen, de tragiek van tegenslag
sjaak vane
Tegenslag doorbreekt de routine van alledag. Je kunt je begeleiding richten op drie niveaus die je goed van elkaar moet onderscheiden. Soms kan een pijnlijke herhaling door bijscholing worden voorkomen. In andere gevallen leiden uitglijders tot besef van je blinde vlekken. Sommige mislukkingen echter hebben een tragisch karakter. Ze lijken onvermijdelijk. Ook dan ben je als coach niet uitgepraat.
48 • c o a c h l i n k
Binnenwerk CLM7.indd 48
magazine
18-05-17 11:06
J
asper is voor de derde keer een drukkerij gestart. Hij en zijn nieuwe compagnon hebben zich gespecialiseerd in het printen op groot formaat. Een marktsegment waarbinnen zij zich onderscheiden door kwaliteit en dienstverlening, beweert Jasper. Het klinkt alsof hij in gesprek is met een geldschieter in plaats van met een coach. Ik ben dus niet zomaar ergens ingestapt, bedoelt hij te zeggen. Begrijpelijk, want het zakelijke verleden van Jasper is allerminst een succesverhaal. Sterker nog: het ligt voor de hand te denken dat Jasper een brokkenpiloot is. Iemand die al twee bedrijven failliet heeft laten gaan, is ongeschikt als ondernemer, zou je zeggen. Jasper denkt daar anders over. Hij heeft twee keer pech gehad, maar ditmaal gaat het lukken. Jasper wil niet terugkijken, maar verder gaan. Toch is er ook de behoefte aan zelfonderzoek. Jasper klopt niet voor niets bij mij aan.
Welk aandeel had ik? ‘Wat heb je niet gezien?’ is de vraag die ik Jasper stel. Tijdens het coachingsgesprek dat zich ontvouwt, herhaal ik deze vraag in verschillende bewoordingen. Het is niet alleen een vraag waar Jasper mee worstelt. Het is voor velen, zo niet iedereen, de eerste reactie na een ingrijpende gebeurtenis. Blijkbaar maakt het uit of je een aandeel had in de loop der dingen. Dat hangt samen met de betekenis die je toekent aan de tegenslag die je is overkomen – of die je zelf hebt gecreëerd misschien? Was het gewoon domme pech? Of schrijf je het resultaat aan jezelf toe? Is het onervarenheid geweest, waardoor je niet tijdig hebt bijgestuurd? Of was het een schrijnend gebrek aan zelfinzicht? Mislukte het project niet omdat je je vak niet verstaat, maar omdat je jezelf niet kent? Als je valt op een rode skipiste, kun je foeteren op de kwaliteit van de sneeuw. Je kunt ook erkennen dat je techniek tekortschoot op deze steile helling. Wanneer alles op rolletjes loopt, komt de vraag naar het eigen aandeel niet aan de orde. Pas wanneer het misgaat, wordt er tijd uitgetrokken voor zelfreflectie. Tegenslag stelt allereerst de vraag naar het menselijk handelen. Wat heb ik gedaan of niet gedaan dat het fout ging? In sommige gevallen had je geen keus. Tegenvallers zijn onvermijdelijk. De spookrijder op de snelweg, de stroomstoring in de trein en de hagelbui die de oogst verwoest, zijn gebeurtenissen waar je geen invloed op hebt. Met de vraag: ‘Wat heb ik verkeerd gedaan?’ kun je jezelf dan aardig gek maken. In dit geval kun je niet anders doen dan accepteren dat je pech hebt gehad.
Er zijn ook situaties waarbij geen sprake is van overmacht. Gebeurtenissen waarop je invloed had. Of in ieder geval invloed op had kunnen uitoefenen. Zoiets speelde bij Jasper. Hij had tot twee keer toe een inschattingsfout gemaakt. Jasper had voldoende ervaring opgedaan als bedrijfsleider bij een drukkerij. Eenmaal voor zichzelf begonnen, werkte hij keihard voor de zaak en werd hij gewaardeerd door het personeel. De enige fout die hij maakte, was tijdens de oprichting van het bedrijf – een fatale fout bleek later. Tot tweemaal toe was hij belazerd door zijn compagnon. De eerste keer geloofde hij de mooie praatjes van iemand die weliswaar verstand had van drukken, maar niet van verstandig investeren. De tweede keer had hij niet door dat zijn mede-eigenaar geld wegsluisde om zijn gokverslaving te kunnen betalen. Toen hij erachter kwam was het te laat. Was het tweemaal domme pech geweest? Of speelde er iets anders? Die vraag achtervolgde Jasper. Het maakte hem wantrouwig naar zijn huidige compagnon en onzeker bij zijn beslissingen. Het startkapitaal voor zijn nieuwe bedrijf had hij geleend bij zijn schoonfamilie. Zijn vrouw had aangegeven te zullen scheiden als ook dit project zou mislukken. Mogelijk was het een loos dreigement, maar ondanks dat zou een derde faillissement uitdraaien op een persoonlijke tragedie.
Was het gewoon domme pech? Of schrijf je het resultaat aan jezelf toe? Overmoed onder ogen zien Verrassend genoeg grijpen we nog steeds terug op het antieke denkkader – waar de Griekse tragedie de uitdrukking van is – wanneer ernstige tegenslag ons pad kruist. Ik doel hier niet op de kleine pijntjes, maar op de grote gebeurtenissen die het leven een totaal andere wending geven. Wanneer je erachter komt dat je geliefde of je compagnon er een geheim leven op nahield, bijvoorbeeld. Het faillissement van een bedrijf of een huwelijk is een slag in het gezicht waardoor iemand wankelt. Tegenslag verschilt wezenlijk van tegenwind. Het laatste kun je het hoofd bieden door je rug te krommen en met meer inzet te doen wat je deed. Tegenslag wijst in een andere richting. Het stelt nut en noodzaak van de tot nu toe gevolgde strategie aan de orde. Wat de Griekse tragedie spannend maakt voor het publiek is dat iedereen de klap ziet aankomen, behalve de hoofdpersoon. De protagonist is ofwel hopeloos naïef ofwel verblind door coachlink magazine
Binnenwerk CLM7.indd 49
• 49
18-05-17 11:06
geldingsdrang. Meestal dat laatste. In de tragedie zien we de gevolgen van wat de Grieken ‘hybris’ noemden. Een woord dat we het beste kunnen vertalen als ‘overmoed’. Dat gaat verder dan het verkeerd inschatten van je capaciteiten. Wie een te zware taak op zich neemt, heeft een gebrek aan zelfkennis. Maar niet iedere burn-out komt voort uit overmoed. De Griekse tragedie stelt een veel fundamenteler idee aan de orde. Het is het idee dat je het leven volledig kunt beheersen. ‘Wie doet me wat?’ is de levenshouding van de overmoedige. Het is de start-up die met overtrokken prognoses de markt betreedt. Het is de persoon die doorrijdt wanneer alle lichten op rood staan. De beginner die de zwarte piste opzoekt. Niet de man of vrouw die zichzelf uitput om aan de eisen van zijn functie te voldoen, maar de persoon die leeft vanuit het idee dat grenzen niet bestaan. Bijvoorbeeld omdat hij denkt dat alles mogelijk is als je er maar genoeg in gelooft. De overmoedige persoon verabsoluteert het geloof in eigen kunnen. Hij slaat zijn slag en ontkent de mogelijkheid dat zijn omgeving hem een slag kan toedienen. Wanneer het noodlot toeslaat, leidt dit in het Griekse treurspel tot een moment van inzicht. De zelfoverschatting waarvan wij als toeschouwers de gevolgen voorspelden, dringt nu ook door tot de hoofdpersoon. In een meestal langdurige terugblik (de ‘peripetie’ genoemd) overpeinst hij zijn levenswandel. In de klassieke tragedie komt dit moment van inkeer steevast te laat. De ontwikkelingen zijn in gang gezet en niet meer te stoppen. Tegenslag leidt tot bezinning – en vaak is het noodlot daardoor af te wenden. De meeste fouten lopen niet uit op een persoonlijk drama. ‘Wat heb ik niet kunnen inschatten?’ vraagt Jasper zich af. De stap die ik vervolgens zet, is voor de doorsneecoach waarschijnlijk gesneden koek. Vervang het werkwoord ‘kunnen’ door ‘willen’. Wat heb ik niet ‘kunnen’ zien, wordt dan: wat heb ik niet ‘willen’ zien? Ik gebruik deze interventie met mate, bewust van het denkkader dat je hiermee introduceert. Je gaat er namelijk van uit dat er niet zoiets bestaat als onvermogen, maar dat er een onbewust deel verantwoordelijk is voor het mislukken van de handeling. Zonder het te weten, zit je jezelf in de weg. Dat valt op bij mensen die bijvoorbeeld op het zakelijke vlak zichzelf prima kunnen uitdrukken, maar eenmaal thuisgekomen veranderen in een sociale onbenul. In dat geval kún je het wel, maar is er iets wat zich verzet om het ook daadwerkelijk te doen. Wanneer we deze visie zonder voorbehoud toepassen op iedere tegenvaller, ontkennen we het tragische aspect van het men50 • c o a c h l i n k
Binnenwerk CLM7.indd 50
selijke bestaan. Daarmee doel ik op de erkenning dat er soms situaties zijn waarbij we met lege handen staan. Voordat we dit concluderen, is het echter zaak het eigen aandeel in de loop der gebeurtenissen te onderzoeken. Is er misschien iets wat had ik kunnen doen, maar eigenlijk niet wilde? Bij Jasper had ik het vermoeden dat er iets dergelijks speelde. Misschien wilde hij niet wantrouwig overkomen, en nam hij genoegen met een vage afspraak met een compagnon waar hij tegenop keek. Of dit daadwerkelijk zijn inzicht vertroebelde, is waard om uit te zoeken. Hijzelf vindt dat ook, daarom huurt hij mij in om deze ongemakkelijke vraag te stellen. Waarom klampte je je vast aan een compagnon waarvan je ergens wist dat hij niet deugde?
Tegenslag stelt nut en noodzaak van de tot nu toe gevolgde strategie aan de orde. Drie niveaus van tegenslag Gebeurtenissen die we onder de noemer ‘tegenslag’ plaatsen, kunnen dus naar verschillende niveaus verwijzen. De interventies van de coach kunnen zich op drie lagen afspelen, en het is noodzakelijk deze van elkaar te onderscheiden. 1 Het niveau van het handelen. Wat heb ik (niet) gedaan waardoor ik niet heb bereikt wat ik wilde? Komt de tegenslag voort uit onkunde? Als coach kun je de vaardigheden trainen die nodig zijn om de situatie te kunnen beheersen. Oefenen op de beginnerspiste en daarna op steeds steilere hellingen je balans vinden. 2 Het niveau van de persoon. Wat heb ik niet willen zien? Als coach kun je nagaan welke persoon naar voren komt uit het verhaal dat hij vertelt. Misschien is er een gebrek aan identificatie met een succesvolle persoon, waardoor hij telkens faalt. De uitkomst van het coachingstraject is dat de coachee nu anders in het leven staat. Hij geeft veel bewuster vorm aan zijn toekomst. Dit niveau strekt zich uit over die gebieden waarop we invloed hebben. 3 Het bestaansniveau. Hier erkennen we dat sommige dingen blijkbaar onvermijdelijk zijn. Ze gebeuren zoals ze gebeuren en vragen om een nieuwe betekenisgeving. Het begeleidingstraject is nu gericht op rouwverwerking en zingevingsvragen.
magazine
18-05-17 11:06
Met dit derde niveau erkennen we het tragische aspect van het bestaan. Als we dit veronachtzamen, gaan we er bij voorbaat van uit dat er voor ieder probleem een technische oplossing bestaat. Dat alles te repareren is of voorkomen had kunnen worden. Zelfs nu onze cultuur een hoge graad van technologische ontwikkeling heeft bereikt, doen tragische gebeurtenissen zich nog steeds voor. Door menselijk falen, maar evenzogoed door het haperen van het automatische besturingssysteem van het vliegtuig, de trein of (zoals recent) de zelfsturende auto. In de coachingspraktijk worden soms situaties beschreven die niet vragen om een oplossingsgerichte benadering, maar een verkenning van de betekenis van de afgelopen periode. Waarom overkomt mij dit telkens opnieuw? Ook wanneer dergelijke vragen aan de orde komen, ben je als coach niet uitgepraat. Je richt het gesprek op de manier waarop iemand aankijkt tegen wat er is gebeurd. Was het domme pech, gebrek aan
zelfinzicht, karma, noodlot, toeval, een samenzweringscomplot of een wake-upcall?
Zelfs nu onze cultuur een hoge graad van technologische ontwikkeling heeft bereikt, doen tragische gebeurtenissen zich nog steeds voor. In het geval van Jasper wierp ik de vraag op waarom hij zelfstandig ondernemer wilde zijn. Wat wilde hij daarmee demonstreren? En hoe ondermijnde hij zichzelf daarbij? Toen hij daar meer duidelijkheid over had, groeide zijn zelfvertrouwen. De laatste keer dat ik hem sprak, vertelde hij dat de zaken goed gingen en had hij het idee dat zijn mensenkennis enorm was toegenomen. Blijkbaar was een tragedie voorkomen.
MASTER IN EXECUTIVE COACHING? VOOR COACHES OP ZOEK NAAR PROFESSIONALISERING: POSTGRADUATE OPLEIDING EXECUTIVE COACHING (START IN OKTOBER)
POSTGRADUATE OPLEIDING EXECUTIVE TEAMCOACHING (START IN SEPTEMBER)
Voor meer informatie: www.feweb.vu.nl/executive-coaching www.feweb.vu.nl/executive-teamcoaching www.feweb.vu.nl/center-for-executive-coaching
coachlink magazine
Binnenwerk CLM7.indd 51
• 51
18-05-17 11:06