TITEL: The Lost Continent of MU AUTEUR: James Churchward UITGEVER: Coronet Communications, N.Y./USA HET VERZONKEN CONTINENT MU HOOFDSTUK 10
AMERIKA TUSSEN OUDE BESCHAVINGEN Twee van de interessantste vragen die zowel leek als wetenschapper tegenwoordig bezighouden zijn: Waar verscheen de mens voor het eerst op aarde en hoe lang is dat geleden. De eerste vraag kan ik beantwoorden en daarvoor redelijke bewijzen aandragen, die bestaan uit geschreven documenten, inscripties op historische ruïnes, en geologische verschijnselen. De tweede vraag kan nu niet, en misschien wel nooit, worden beantwoord. Want de gegevens en de bewijzen daarvan liggen op de bodem van onze diepste oceaan. Misschien dat er met het uitgraven van de ruïnes van de oude Hindu Rishi stadstempels een complete kopie van ‘De Zeven Heilige Geïnspireerde Geschriften van Mu’ wordt gevonden. Het zevende boek of hoofdstuk vertelt het verhaal en geeft de gschiedenis weer van de mens vanaf zijn verschijnen op aarde. Er is een bijbelse verklaring die zegt dat de mens voor het eerst in de Hof van Eden op aarde verscheen. Maar waar die lag weten we niet precies. Ik blijf volhouden dat de bijbelse Hof van Eden de Egyptische Landen van het Westen waren, het Mayaland van Kui en het Moederland van de Hindi. Nu ga ik de wereld rond op zoek naar geschreven gegevens die de vroege mens in vele landen heeft nagelaten. Ze tonen onbetwistbaar de geografische ligging aan van Mu. Ik begin bij de USA omdat Noord-Amerika en Oost-Azië de twee landen zijn waar de mens zich het eerst vestigde vanuit het Moederland. Bij hun opwinding over de ontdekking van oude menselijke botten, zoals van Neanderthalers, Piltdowner en de Heidelbergman, hebben zowel in Amerika als in Europa de wetenschappers volledig de overblijfselen van de vroege mens in Noord-Amerika over het hoofd gezien. De Europese overblijfselen waren door de abmormale vormen van hun schedels duidelijk van idioten en gedegenereerden. Zij waren zonder twijfel uitgestotenen van ontwikkelde gemeenschappen. Uit de Valmiki, druïdische geschriften, de Popo Vuh en andere oude geschriften weten we dat zulke personen het woud werden ingedreven om daar te leven en te steven als dieren. Uit veel oude teksten blijkt dat de gewone manier om lijken op te ruimen de crematie was, zodat er geen enkel spoor van de beenderen overbleef. Alleen een paar botten van een mens geven geen inzicht in de graad van beschaving of de manier van leven – maar zijn werken doen dat wel. Er zijn maar weinig menselijke beenderen van de vroege mens, maar er zijn vele werkstukken. Alle wetenschappers die opgewonden waren over de vondst van oude botten in Europa zijn het er over eens dat ze uit het Pleistoceen stammen, dat is na de geologische IJstijd. Tienduizenden jaren voordat deze idioten en gedegenereerden in Europa leefden, waren de Noordamerikanen al beschaafd en experts in kunsten en wetenschappen. Egypte kreeg toevallig wetenschappelijke aandacht door de bewering dat Egypte de moeder van de beschaving was, terwijl er vele oude documenten zijn die vertellen dat de Egyptische grond eerst werd betreden door kolonisten uit Amerika en India en dat deze kolonisten ‘kennis en beschaving uit het Moederland meebrachten’. Veel van deze documenten waren door de Egyptenaren zelf geschreven. Zoals Schliemann heeft aangetoond, verloederde de Egyptische beschaving door het verlies aan ondersteuning van het Moederland. De evolutieleer heeft stevig vat op onze wetenschappers; een theorie die onmogelijk en onhoudbaar is in het licht van De Heilige en Geïnspireerde Geschriften van Mu. Die vertellen ons wat het leven is, hoe het ontstond en vertellen over de krachten die het besturen. Hoewel het meer dan 50.000 jaar geleden is geschreven, leert het ons over de aard van de kracht die onze wetenschappers ‘elektron’ noemen, zijn oorsprong, hoe het werkt, wat het doet en zijn uiteindelijke aard.
Er zijn overblijfselen van hoogontwikkelde volkeren in Noord-Amerika die van ver voor het Tertiair dateren en van tienduizenden jaren voor de geologische IJstijd. De Heilige Mysteriën van Egypte vertelt ons wat de zogenaamde IJstijd was, wat het veroorzaakte en geeft een wetenschappelijke beschrijving van alles wat ermee verband houdt. Vele Noordamerikaanse overblijfselen gaan terug tot de tijd voordat de grote westelijke bergketens met hun imposante toppen boven de vlaktes uitstaken. In de westelijke staten zijn er aantoonbaar VIER beschavingen geweest die het land bewoonden vóór de Rotsbewoners en de tegenwoordige Indianen. Het is best mogelijk dat ze afstammen van mensen die tijdens het omhoog komen van de bergketens wisten te overleven. Deze vier beschavingen onderscheiden zich door hun verschillende schriften en de resten van hun woningen. Deze schrifturen staan op stenen en rotsen en geven ons een niet uit te wissen geschiedenis van het ras dat ze heeft ingekrast. Het is weliswaar een fragmentarische geschiedenis, maar genoeg om ons te vertellen waar ze vandaan kwamen, hoe ze kwamen en over hun godsdienst en hun ontwikkeling. De sleutel voor deze inscripties komen van het Moederland en bestaan uit een priesterlijk alfabet en een systeem van symbolen of beeldschrift. De tekeningen vormen een alfabet van woorden in plaats van letters en zijn makkelijk te lezen met behulp van de sleutel en kennis van de taal waarin ze zijn geschreven. Hier volgen enkele van de belangrijkste oude beschavingen van Noord-Amerika: OREGON – In Oregon bij Fossil Lake zijn de resten van een zeer oude beschaving opgegeraven. Fossil Lake is de opgedroogde bedding van een meer. Uit de overblijfselen van de prehistorische dieren die daar zijn gevonden, bestond het meer al in het Mesozoïcum. Fossil Lake ligt midden in de grote Oregon-woestijn en was eens een vruchtbaar gebied maar viel droog door het oprijzen van de bergen. Rond de opgedroogde bedding zijn de fossiele resten van dieren ontdekt. In de diepere lagen lagen de botten van dinosauriers en andere mesozoische dieren. In hogere lagen de botten van mastodonten en andere zoogdieren uit het Pleistoceen. Tussen de beenderen van de mastodonten lagen pijl- en speerpunten gemaakt van vulkanisch glas. NEVADA – Een aantal van de waardevolste gegevens omtrent de vroege mens in Noord-Amerika zijn in deze staat ontdekt door archeologen. Duizenden inscripties zijn gevonden op de rotsen en klippen van de westelijke staten, waaronder symbolen, priesterlijke letters en vignetten. Ik heb er een paar uitgekozen. Figuur 10.1. Symbolen van rotsbewoners. a. Een van de symbolen voor Mu, het Keizerrijk van de Zon. Een zon hoog aan de hemel omgeven door stralen. b. Symbool voor de rijzende zon; werd door alle oude volken gebruikt. c. Symbool van de zon in het zenith; gewoonlijk door alle oude volken zo gebruikt. d. De zon verdwenen achter de horizon, ondergegaan. Meestal afgebeeld als een gewone cirkel zonder stralen, hier als zwarte schijf: voor zonnestralen onbereikbaar. e. Mu voor eeuwig in duisternis. Getal 3 voor Mu boven op de schijf. f. (midden in tweede regel): Dit vignet zegt dat Mu in de oceaan ligt in de richting van de ondergaande zon. De slang is Khan, symbool van de oceaan Khanab, de grote wateren. De halve cirkel boven de slang is een teken voor de westelijke horizon. Mu is weer aangeduid met het getal 3. de drie veren op de horizon. g1. Deze hiëroglyf moet gelezen worden als: ‘U-lummil’, het keizerrijk van ... Dit is de centrale figuur op het koninklijke wapen van Mu. h1. De knop van een lotus, de bloem van Mu. g2. Eenkoppige onversierde slang, symbool van de wateren bij alle oude volkeren. h2. Een ander symbool voor water. i. De ouden gebruikten soms een gewoon kruis ipv het gebruikelijke vierzijdige vierkant. Beide tonen de vier kardinale punten.
k. Eerste letter van het alfabet van Mu, uitgesproken als: ‘ah’. Het is ook het getal 1. uitgesproken als : ‘hun’. Betekent ook Koning Ahau, koning der koningen. l. De letter ‘n’ in het priesterlijk alfabet. m. Symbool voor een afgrond of kuil. n. De letter ‘x’ . o. De letter ‘u’, omgekeerd. p. Het symbool van de slang en de boom ontstond pas na de ondergang van Mu. q. Symbool met een gewone en een esotherische betekenis; symboliseert de schepping en het getal 9. r. Een religieus Uighur-Mayasymbool. s. De priesterlijke Uighur-letter ‘h’. t. Een veer of een tak? u. Oud symbool voor 100. v. Symbool voor bergen. w. Een interessant symbool: een landkaart van de westelijke kustlijn van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. x. Deze handtekening vindt men overal op grotmuren; geen speciale betekenis. y. Dit diagonale kruis verwijst naar actieve en Figuur 10.1. Symbolische inscripties van passieve elementen in de natuur. Heeft ook rotsbewoners. een esotherische betekenis. z. Waarschijnlijk een decoratief element. aa. Afbeelding van een dierenhuid. ab. Gelijksoortige koppen zijn in Egypte en elders gevonden. De hoorns zijn versierd, wat betekent dat het dier bedoeld is voor een ceremonie. ac. Driepuntige figuur die een menigte symboliseert. Meestal met de punt naar beneden. ad. Wegwijzer, die de reiziger de richting en de lengte van zijn reis vertelt. Deze rotsinscripties bewijzen dat de makers uit het Moederland kwamen en dat ze in verbinding stonden met de Mayas van Mexico en Midden-Amerika. Hun taal is een dialect van het Maya. Figuur 10.2. Grondplan van de tempel in Grapevine Canyon. Schildering in Grapevine Canyon, Nevada. 1. De plattegrond van een tempel. 2. Het symbool voor overstroming. 3. Het symbool voor de zon die voor altijd is ondergegaan over het ondergegane land. Het bevat de zonsondergang, het levenskruis en de onderdompeling. De onderdelen van dit grondplan (1) zeggen: “Deze tempel is opgericht ter nagedachtenis van Mu, dat is ondergegaan met tienduizenden mensen”. De centrale figuur (4) stelt een schrijn voor. Daarbinnen een M op zijn kop (Mu), toont waaraan het is gewijd. Ze is niet meer. Aan beide zijden van de centrale figuur staan drie tau’s (T) het symbool van wederopstanding. Dit is een gebruikelijke manier om naar het Moederland te verwijzen. Op de maanstenen van Anajarapura op Ceylon staan symbolische dieren in groepjes van drie. Op de grote
monoliet van Tiahuanaco in Peru staan tronen in groepen van drie. Op de hoofden van de figuren in Midden-Amerika staan drie kronen, enzovoort. De drie afdelingen dichtbij de schrijn stellen de drie kamers voor, waar de ingewijde zijn drie graden in religieuze kennis ontvangt. Dit is de gebruikelijke constructie bij oude tempels. De drie kamers worden door de drievoudige poort (5) met elkaar verbonden. Dit is de vorm van de uiteinden van alle kamers die hemel en aarde voorstellen. In de kamer zelf wordt de graad getoond door het aantal sterren in de driehoek. Rechts van het tempelgrondplan staat glyf 2. Dit is een samengesteld symbool dat leest als: ‘ondergedompeld land’. 2a is een symbool dat ‘menigte (mensen)’ betekent. Dus de glyf stelt voor: menigten verdronken mensen. Aan de linkerkant een ander samengesteld symbool (3): a. is de zon, b. is ondergedompeld land. Figuur 10.3. Een andere inscriptie uit Grapevine Canyon. De tweede steen (10.3.) ligt vlak bij de voorgaande. Het toont een offerscene: 1. Het dier op het altaar. 2. Het vuur dat het offer verteert. 3. Het symbool van ondergegaan Mu. Ik heb deze tekening toegevoegd om aanvullend bewijs te leveren dat de tempel aan Mu was gewijd. Voor de ondergang van Mu waren er geen brandoffers. Die werden ingevoerd als religieuze ceremonie om Mu en haar bevolking te herdenken. Gold Gulch, Beatty, Nevada Deze rots is een speling van de natuur en is al duizenden jaren een gids voor reizigers en een monument voor Mu. De rots lijkt ruwweg op een gebogen mens in rouw met de armen om de knieën gevouwen. Bovenop ligt een verweerde steen die op een hoofd lijkt. Op de plek van de ogen zijn twee symbolen geschilderd die betekenen: 1. chi-pe-zi: ‘een mond ging open er kwam vuur en damp uit, het land bezweek en ging ten onder’. 2. dit is het wapen van het Keizerrijk van de Zon, het land van Mu. Een zon met acht stralen. In het midden staat niet: het Keizerrijk van ..., maar 2b: Ahau, de Grote Koning, de Grote Heerser. Vrij vertaald staat er: “een mond ging open, vulkanische vuur en dampen stroomden er uit; het land bezweek en Mu, de grote heerser, het Rijk van de Zon, zonk in die afgrond van vuur”. Op de linkerarm van de figuur is het eerste symbool (3) ‘the-the-ha’, wat betekent: ‘naar het water’ of ‘in... richting van water ‘. Vanuit hetzelfde symbool zijn stromen aangegeven die zich weer samenvoegen. De letters van deze voorstelling zijn alle Uighur-maya. Dit volk was misschien Mongools. Dit is niet meer dan een wegwijzer, die richting water wijst. Het is een ruw getekend gezicht dat in de richting van water kijkt. Het dichtstbijzijnde water is een bron of meertje en verderop een rivier. De bodem is doorgroefd met sporen en de figuur geeft aan welke weg naar het water gaat. De eerste kolonisten in de Verenigde Staten vestigden zich in de zuidwestelijke staten. Deze nederzettingen werden door natuurrampen weggevaagd, gelijktijdig met de nederzettingen in Mexico. Die stamden van een veel vroegere datum, vermoedelijk uit het Plioceen. Een tweede beschaving, en mogelijk een derde, volgden erna. Deze werden ook vernietigd door natuurrampen en het oprijzen van de bergketens. Het oprijzen van de bergen maakte woestijnen van vele vruchtbare gebieden in Colorado, Arizona en Nevada. De Rotsbewoners waren de laatste kolonisten die uit Mu kwamen. De eerste nederzettingen werden gesticht voordat de bergen ontstonden. Maar het is ook mogelijk dat de bergen al ontstaan waren, want we vinden hun huizen in de bergwanden. De rotsbewoners spraken Yucatan-Maya-taal; af te leiden van het gebruik van het Mayapriesterlijke alfabet dat ik in Nevada aantrof. Afgaande op de vondsten, was de monding van de Colorado Rivier hun toegangspoort naar Amerika.
Figuur 10.4. Colorado Rivier. Het is waarschijnlijk dat het hun gelukt is vanuit het Moederland de monding van de Colorado Rivier te bereiken en vandaar uit verder stroomopwaarts te trekken. Uit overblijfselen die in verschillende staten zijn gevonden, blijkt dat ze zich niet beperkten tot de omgeving van de rivier zelf, maar ook via zijrivieren en langs voetpaden, zoals het oude Zuili-pad, over land trokken. Over het algemeen gaven ze toch de voorkeur aan waterroutes. Vanaf de monding van de Colorado Rivier het binnenland intrekkend, trokken ze eerst door Arizona, dat vol ligt met dingen die ze hebben achtergelaten. Hun onderkomens en resten laten zien dat ze tot voorbij Gila, Little Colorado en de Grandrivieren doordrongen. In Nieuw-Mexico ligt ook een overvloed aan materiaal. Ze trokken verder via de Colorado Rivier door Arizona en vervolgens door Utah. Ook Utah is rijk aan overblijfselen. Zijtakken van Colorado-rivier met zijrivieren. de Colorado Rivier lopen door tot in Nevada en Wyoming en ook in die staten vinden we restanten van dit oude volk. Als ze daarna de hoofdrivier verlaten en via de zijrivieren de Grand, San Juan, White en Yampa verder trekken, belanden ze als vanzelf in Colorado. Die staat is ook buitengewoon rijk aan overblijfselen. Als men afgaat op deze waarschijnlijke route, kunnen de grote beschilderde rotsfiguren met hun buitenmaat handen en voeten alleen maar wegwijzers zijn: een zwijgende taal die de reiziger tot gids dient en aanwijzigen geeft voor de reis die nog volgt. Ik weet dit zeker, omdat ik een aantal daarvan heb ontcijferd en vertaald. Alle gebieden om de Colorado Rivier liggen letterlijk vol met werkstukken van de oude Rotsbewoners. Deze overblijfselen bestaan uit rotswoningen, rotstekeningen, rotsinscripties en verschillende gebruiksvoorwerpen en gereedschappen. Het feit dat deze voorwerpen alleen gevonden worden in de nabije omgeving van de Colorado Rivier en haar zijtakken, is het sterkste bewijs dat deze rivier de toegangspoort was waardoor de Rotsbewoners binnenkwamen, en mogelijk ook hun voorvaderen. Wanneer de Rotsbewoners naar Amerika kwamen is echter onzeker. Er is geen enkel positief bewijs; niets geeft enig houvast.Toch waren zij of hun voorvaderen daar al voordat de bergen ontstonden. Dat kan gedateerd worden op 12.500 jaar geleden. Arizona – Dr. Walter Hough van het Smithonian Institution onderzocht de versteende wouden van Arizona en rapporteerde dat hij de overblijfselen had gevonden van VIER verschillende volkeren. Dat komt overeen met mijn eigen ontdekkingen in de westelijke en zuidwestelijke staten en in Mexico. Drie van Hough’s beschavingen bestonden voor de bergen oprezen. Bijgaande illustratie is een kopie van een oude rotstekening, gevonden in de Hava Supai Canyon, Arizona. Het is meer dan 12.000 jaar oud en toont aan dat de mens die in Arizona leefde een tijdgenoot was van de mastodont. Nieuw-Mexico – De geschiedenis van Nieuw-Mexico is de oude geschiedenis van de Puebloindianen. Een van de fascinerendste verhalen ooit verteld over de vroegere mens in Noord-
Amerika. Toen de Pueblo-indianen voor het eerst in Amerika kwamen, waren ze zeer hoog ontwikkeld en een verlicht volk. Hun overleveringen en de gegevens die bij hen gevonden zijn, bewijzen dat. Zij bezitten de oudste inscripties en overleveringen van alle Noordamerikanen die uit het Moederland naar dit werelddeel kwamen. In de westelijke en noordwestelijke staten van de Verenigde Staten zijn veel oude vervallen steden en bouwwerken – rotstekeningen, rotsinscripties, aardewerk en overleveringen bewaard gebleven. Onze beroemdste geleerden en archeologen zijn bijzonder terughoudend geweest over de volken die dit land in die tijd bewoonden. Op zijn hoogst vertellen ze ons dat deze inscripties 3.000 tot 5.000 jaar oud zijn. De bruikbaarste informatie komt van de Hopi en Zuni Pueblo’s. Voor mij zijn deze stammen het meest interessant. Misschien komt dat omdat ik ze beter ken dan andere. Hun relaties met het Moederland zijn bewezen en ook hun overleveringen vertellen ons dat ze oorspronkelijk vanuit Mu naar Amerika kwamen. Al hun religieuze activiteiten komen voort uit de eerste religie van de mens, en hun heilige symbolen stemmen overeen met die van het Moederland. Ik bezit een ceremoniële deken waarop de versieringen heilige symbolen uit Mu zijn. Hun overleveringen zijn interessant en diepgaand. Ze hebben een fascinerende overlevering over de schepping van de eerste man en vrouw – de Adam en Eva uit de bijbel. Het waardevolle is dat de taal van het Moederland terug te vinden is in de esoterische betekenis van sommige woorden. De Zuni en Hopi’s hebben twee speciale goden die de bestemming van de mensheid regelen. Deze goden worden heilig beschouwd – maar ze worden NIET aanbeden. Met andere woorden, ze zijn te vergelijken met onze heiligen. De namen van deze twee goden zijn Ahaiintaen en Matsalema. Zij waren de eerste kinderen van de god van de zon. Deze zin verdient zorgvuldige uitleg: De Hopi-indianen maakten onderscheid tussen de zon, het collectieve symbool van god en God zelf. Zij beweren dat de eerste man en de eerste vrouw kinderen van God zelf waren en niet de kinderen van Zijn symbool de zon. In oude geschriften, speciaal in die van Hindoes en Egyptenaren, heb ik passages gevonden waar de zon de vader van het leven, en de wateren de moeder van het leven wordt genoemd. Ze hebben het wel steeds over de voortbrengselen van de natuur, maar niet over een speciale schepping die mens heet. Ze hebben het ook over krachten van de zon die op aanverwante krachten van de aarde inwerken. De Hopi-indianen houden vol dat de man en vrouw kinderen van God waren, de Grote God die over de zon heerst; daarom zijn ze niet voortgekomen uit de natuur. Een andere bevestiging ligt in de esoterische betekenis van de namen man en vrouw. De namen zijn samengesteld uit de woorden van de moedertaal en hebben, zoals in alle oude religieuze geschriften, een verborgen betekenis. Bijvoorbeeld: Ahaiinta is gevormd door de woorden A-hai-in-taen. Matsailema door Ma-tsai-le-ma. Samengevoegd staat er: “God schiep de eerste man en de eerste vrouw om de aarde te bezitten. Deze eerste kinderen van God waren de ouders van de gehele mensheid”. Zoals ik aantoonde komen in de taal van de Pueblo-indianen veel woorden uit de Moedertaal voor. Veel andere woorden hebben dezelfe oorsprong. Hier volgt een legende: ‘Hun voorvaderen kwamen van over de zee in hun schepen in de richting van de ondergaaande zon naar Amerika’. Zo is bewezen dat zij uit het westen, in schepen, en niet langs de Beringstraat-over-land-weg naar Amerika kwamen. De Pueblo’s waren toen hoogbeschaafd; dat wordt bevestigd door hun wonderbaarlijke geologische kennis, hun ontwikkelde taal en hun gebruik van heilige symbolen. Door en toeval ontdekte ik bij de Pueblo-indianen het volgende: ze hadden zeven heilige steden van Cibola. Dit is een exacte kopie van het Moederland en gebruikelijk bij haar kolonies. Zo had ook het Moederland zeven heilige steden voor religie en wetenschap: Atlantis had hetzelfde en India had haar zeven Rishi’s (heilige steden).
Luitenant Cushing leefde lange tijd onder de Hopi-indianen waar hij de ‘Zuni-mythen vertaalde. Dit waren alleen maar mythen, omdat de de mensen ze niet begrepen. De Pueblo-overleveringen zijn duizenden jaren lang modeling van vader opzoon doorgegeven; maar een overlevering is werkelijke historie, geen mythe. Ik zal enkele uittreksels uit de vertalingen van luitenant Cushing nemen en die met mijn eigen kennis van de Pueblo’s aanvullen. Een overlevering vertelt: ‘Eens was de aarde met water overdekt, nergens was land’. Is dit een mythe? Helemaal niet, want het is bevestigd door de heilige schriften van het Moederland en door de geologie. Een andere overlevering zegt: ‘Vlak voordat de mens op aarde verscheen was de grond zo zacht en waterig dat geen mens er op zou kunnen lopen; zijn voeten zouden in de grond zijn gezakt; daarom kon hij er niet op leven’. Wat voor zonderling schoeisel zou de mens wel niet gehad hebben om over die zachte waterige grond te kunnen voortbewegen. Howel er geen geologisch werk over dit soort grond bestaat, is dit duidelijk te zien aan de vorm van de poten van de vroeg-tertiare dieren, die lange uitgespreide tenen met vliezen hadden, zoals waadvogels. Een andere Zuni-mythe: ‘Vele duizenden jaren geleden kenden de Zuni’s de grote kruipende monsters die de aarde vanaf het Carboon tot het einde van het Krijt bewoonden. De overlevering zegt: ‘Er waren monsters en roofdieren; ze hadden klauwen en vreselijke tanden. Een bergleeuw was er slechts een mol bij. Toen zeiden Zij van Boven tegen de beesten: ‘Gij zult in steen veranderen opdat gij de mensen niet tot onheil zij, maar opdat gij een weldaad voor hen zult wezen. Daarom hebben wij u in eeuwigdurende steen veranderd’. Zodoende was de oppervlakte van de aarde hard geworden en allerlei soorten beesten veranderden in steen. Zo komt het ook dat we ze over de hele wereld vinden. Soms zijn hun vormen groot (nog in goede conditie), soms zijn ze verschrompeld en vervormd. Ik vermoed dat Cushing de juiste vertaling van een aantal woorden niet begreep. Mijn veranderingen brengen in elk geval in de betekenis geen wijziging. Het voorgaande is altijd doorgegaan voor een Zuni-mythe. Toch hoeft men maar door een van onze musea te dwalen om de waarheid van deze overlevering te zien. Ga naar het Museum voor Natuurlijke Historie in New York en kijk naar het fossiel van de gekuifde trachodont; of bezoek het Nationale Museum in Washington en kijk naar het complete en volmaakte skelet van de dinosaurus, of de stegosaurus uit het Jura, dat verpletterd en samengedrukt is. Er zullen mensen zijn die zich afvragen wat dit met de Pueblo’s te maken heeft; zij vinden het niet bewezen dat de overlevering geen mythe zou zijn. Laten we voor de twijfelaars de Hava Supai Canyon in Arizona eens bekijken. Daar is op een rots een afbeelding gegraveerd van een van de verschrikkelijkste vleesetende dinosaurussen die ooit op aarde hebben bestaan, de gruwelijke Tyrannosaurus van het late Krijttijdperk. Waarschijnlijk is deze afbeelding meer dan 12.000 jaar geleden getekend. Pas de laatste honderd jaar is dit soort reptielen bekend. Cuvier vond een gedeelte van een skelet en maakte er een reproduktie van - een grote hagedis op vier poten. Ik denk dat pas de laatste 50 jaar de echte vorm van de tyrannosaurus bekend is, hoewel hij al duizenden jaren geleden door de vroege mens op rotstekeningen is afgebeeld. De Zuni’s hebben ook verscheidene overleveringen over de Zondvloed. Ik citeer de overlevering van de ramp zoals G.W. James ze heeft weergegeven: ‘Heel lang gelden waren de Zuni’s zondig. Ondanks voortdurende waarschuwingen van Hem daarboven bleven zij in hun slechtheid volharden, totdat de mensen van de Schaduw besloten hen van de aarde weg te vagen. Zo werden twee grote waterbronnen geopend: het reservoir van boven, waarvandaan alle regen neerdaalt en het reservoir van beneden, van waaruit alle bronnen, kreken en rivieren hun water ontvangen’.
Toen alle belemmeringen waren weggenomen, stroomde de regen neer en ontstonden er overstromingen totdat de Zuni’s begrepen dat de wraak van de goden op hen neerdaalde. Haastig vluchtten ze naar de top van de Tai-yo-al-la-ne (Donderberg) waar de jongeren de anderen uitlachten om hun angst en ze bespotten om het idee dat zelfs de overstromingen uit de hemel en uit de onderwereld zo hoog konden komen dat het ze kon bereiken. ‘Maar het water steeg langzaam, hoger en hoger kwam het tot zelfs de spotters stil werden en vrees hen beving. De priesters van verschillende sektes dansten, zongen, zegden gebeden en maakten dikke rookwolken, toverformules en offeranden – maar de toorn van Hen daarboven was niet te stoppen. Toen ging de belangrijkste priester naar een stille plek op de bergtop om te mediteren en te bidden. Toen hij terugkwam zei hij, dat de toorn slechts op een manier kon worden afgewend. De voortreffelijkste jongeman en het mooiste jonge meisje moesten worden geofferd en met een passende ceremonie in het water worden gegooid. Dan zou de wraak van de goden zijn bevredigd en de toorn worden afgewend. ‘Bedroefd luisterde het volk ernaar en overlegde wie zou worden geofferd. Tenslotte werd een gezonde atletische en door iedereen beminde jongeman gevonden. Verder gingen ieders gedachten naar de enige dochter van hun vereerde Cacique. Hij riep zijn geliefde dochter, die eerbiedig het hoofd boog. Toen ze naast de jongeling ging staan begrepen de omstanders dat het zoenoffer was beslist’. ‘Ze werden zorgvuldig voorbereid en kregen de mooiste ceremoniële gewaden aan, met versieringen in hun haar, om hun handen en armen’. ‘Daarna werd de doden-klaagzang gezongen, waarna Cacique hen zegende; en terwijl hij om vergeving riep, wierp hij ze in de kokende wateren’. ‘Dat was net op tijd, want het volk stond op een nog klein stukje hoogland, omsloten door water’. ‘In minder dan een uur bereikten de wateren hun hoogtepunt en begon het terug te trekken. Dagen en weken gingen voorbij voor de vallei droog was en de gevluchte bevolking weer naar huis kon’. ‘Niet lang daarna keek een van de jongeren die het ergst had gezondigd toevallig op naar de berg en zag toen duidelijk twee figuren op het vlakke plateau bij de top staan. Hij riep zijn familie en allen staarden in verwondering en ontzag naar de verschijning en begrepen dat Zij daarboven hen dit als een teken gaven. Dit werd bevestigd toen de Cacique hen plechtig verzekerde dat dit de hemels gemaakte beeldtenissen van hun als zoenoffer gebrachte dierbaren waren. De langere was de jongeling en de kleinere het meisje’. Het is een feit dat er zes van deze figuren op de Donderberg stonden, twee grote en vier kleine. Na zijn verteller te hebben bedankt, vestigde James daar de aandacht op. De Zuni antwoordde: “Ah! De jongeman en het meisje riepen naar Hen daarboven dat ze eenzaam waren, waarop de goden hen trouwden. In de loop van de tijd kwamen er vier kinderen, twee jongens en twee meisjes om hen gelukkig te maken”. Het is in deze legende opmerkelijk dat het woord ‘cacique’ gebruikt wordt om de leider van de stam aan te duiden. Cacique is een Quichee-Maya woord, dat ‘het belangrijkste stamhoofd’ betekent. De Quichee’s in Peru die daar oorspronkelijk vanuit Midden-Amerika naar toe kwamen, staan nu bekend als Quichuas en hun woord voor stamhoofd is cacique. Bij de nakomelingen van de Cara-Maya’s uit Midden-Amerika in Venezuela is dat hetzelfde. De Zuni-overlevering van de zondvloed is een bijzonder waardevol stukje geologische inlichting, omdat het bewijst dat de wateren van de laatste magnetische catastrofe zich ver buiten de geologische golfstroom van Amerika uitstrekten. Verscheidene Pueblo-overleveringen, hun taal, hun symbolen en andere aanwijzingen tonen aan dat de Pueblo-indianen uit Mu naar Amerika kwamen. Zoals ik heb aangetoond, werd Mu 12.000 jaar geleden overstroomd. Daarom moeten deze indianen, die rechtstreeks uit Mu kwamen, ten minste 12.000 jaar in Amerika geleefd hebben. De Pueblo’s hebben veel Quichee-woorden in hun taal, waarbij nog komt, dat veel van hun oor-
spronkelijke uitdrukkingen hetzelfde zijn als die van de Quichee’s. Dat toont aan dat zij of in het Moederland of bij hun eerste komst in Amerika geografisch in elkaars nabijheid waren. De Pueblo’s zijn nauwelijks beïnvloed door de blanken en leven nog steeds zoals hun voorvaderen dat eeuwen geleden deden. Ze houden niet alleen de zuiverheid van hun taal zorgvuldig in stand, maar zij leren hun kinderen ook de taal korrekt uit te spreken en dragen ook hun gewoonten, overleveringen en oude riten en cermonies over. Een andere overeenkomst met de Quichee-Maya’s en de oude tijden is hun in het oog springend symbool, de bebaarde slang Quetzalcoatl, die hoofdzakelijk in het Parjaritopark te vinden is. In overeenstemming met het voorgaande, bericht prof. E.L. Hewitt van de Las Vegas University, dat hij in de verblijfplaatsen van een oud volk fossiele resten van de mastodont en de sabeltandtijger heeft gevonden; ook gereedschappen van levend, niet van fossiel, ivoor aldus de Hava Supai Canyon-afbeelding bevestigend. COLORADO WOESTIJN: In de Colorado-woestijn zijn overblijfselen van een vroegere grote beschaving gevonden. Deze overblijfselen zijn voor geleerden een groot raadsel, maar zij bevestigen de verhalen over een vroegere mens en zijn oorspronkelijke natuurlijke omgeving wel. Eens was de Colorado-woestijn, evenals de Oregon-woestijn en de meeste andere woestijnen vruchtbaar land dat door het oprijzen van van de bergen waardeloos is geworden. Het is echter afdoende bewezen dat de bevolking die op die plek leefde daar al was voordat de westelijke bergruggen omhoog kwamen. NEBRASKA: Professor R.W. Gilder van Omaha, Nebrask, heeft een merkwaardige en waardevolle archeologische ontdekkingen gedaan. Zijn ontdekking toont onbetwistbaar aan dat in het tertiaire tijdperk in Noord-Amerika hoog ontwikkelde mensen leefden. Gilder heeft een beschaving ontdekt die door de wateren van het laatste magnetische cataclysme, die de bijbelse zondvloed en het geologische ijstijdperk was, werd vernietigd. Gilder meldt dat “...de bekende buffelpoelen van het westen nooit door buffels gemaakt zijn; in plaats daarvan zijn het de ingangen tot de ruïnes van ondergrondse woonoorden waarin duizenden jaren geleden een ras leefde dat van de aardbodem is verdwenen. Er is geen enkele aanwijzing wie dat volk was of hoe zij vernietigd werd”. Tussen de ruïnes van deze lang geleden gedempte poelen heeft Gilder verscheiden kunstwerken van het verdwenen volk gevonden. 1. Een geglazuurde pijp van klei. 2. Een van been gemaakte vishaak. 3. Een gezicht van klei met uitgesproken scheve ogen. 4. Een klein roze spekstenen hoofd. Gilder zegt daarvan: “Het roze hoofd is in elke gelaatstrek egyptisch. Het is teer en fijngevoelig gesneden en glanzend gepolijst. De hoofdtooi is egyptisch, het heeft zelfs de rechthoekige oorbeschermers die de egyptenaren toen droegen. Het is meer dan alleen egyptisch, het lijkt op het gezicht van Ramses II zelf, als tenminste de marmeren bustes in de oosterse musea van tegenwoordig afbeeldingen van de egyptische koning zijn”. 5. Een schelp gemaakt van ornamenten. 6. Een kam van elandshoorn. “De grond van deze onderaardse poelen is bezaaid met verkoolde stokken, riet, ruwe grassen en mais-kolven. In de vloer van elk hol is een geheime bewaarplaats gevonden waar de meeste van de gereedschappen en andere kostbaarheden werden verborgen. Soms zijn er verscheidene in hetzelfde hol. De openingen van de bewaarplaatsen werden altijd dicht gestopt gevonden met lagen gebakken klei. Daar bovenop is een laag as. Onderaan verwijdt de holte zich als een kruik of fles, vaak in het model van een okshoofd”. Deze kunstmatige holen werden door de bij de overstroming over de laagvlakten voortrazende golven met aarde en drijfhout opgevuld. Na verloop van tijd koekte dit opvulsel en er ontstond een poel bij de ingang die ‘buffelpoel’ werd genoemd. Gilders beschaving werd vernietigd door het laatste cataclysme. Daarom was het een beschaving van het tertiare tijdperk.
KENTUCKY: In Kentucky zijn de overblijfselen gevonden van een beschaving uit dezelfde tijd als Gilder’s beschaving. Vele jaren geleden werd een uitgraving bij Blue Lick Springs gedaan. Twaalf voet onder de oppervlakte stootten werklieden op de beenderen van een mastodont; verder naar beneden vonden zij een gravelweg en onder het gravel een stenen bestrating. De stenen van deze bestrating waren vierkant. De bovenkanten waren uitgesneden en afgewerkt, maar de onderkanten waren ruw. De mastodont die werd gevonden lag boven de grintlaag en behoorde dus tot het Pleistoceen. Het grint was door de wateren van de laatste magnetische cataclysme gevormd en de stenen bestrating die onder het grint lag, bewijst dat deze beschaving, evenals die van Gilder, uit het Tertiair was. George W. Ranck, de historicus uit Kentucky, schrijft in zijn ‘Geschiedenis van Lexington’: De stad die nu Lexington heet, is gebouwd van het stof van een dode wereldstad van een verloren ras, waarvan noch de naam, de taal en de geschiedenis bekend is. Het bestaan van die stad zou nooit aan het licht zijn gekomen als de ruïnes niet door pioniers en avonturiers in de Elandshoornlanden waren ontdekt. Het zijn onbetwistbaar de overblijfselen van een grote stad en een machtig volk. Wie waren die mensen? Waar kwamen ze vandaan:? Hoe was hun religie en hun bestuur? Dat zijn vragen die misschien nooit door de mens zal worden opgelost, maar niemand betwijfelt dat ze eeuwen voor de indianen leefden en tot bloei kwamen. Hier stichtten zij hun cyclopische tempels en steden. Hier leefden, werkten en stierven zij lang voordat het imperialistische Rome het hoogtepunt van haar macht had bereikt. Maar zij hadden geen literatuur en toen zij stierven werden ze totaal vergeten. Het is best mogelijk dat ze een groot volk zijn geweest. Hun grootsheid is nooit opgetekend. Zij vertrouwden op de machtige werken van hun handen. Het is waar dat hun machtige werken gelijk zijn aan Niniveh en Tyrus, maar op de onverwoestbare rotsen hebben ze gegevens achtergelaten waarmee we ze kunnen identificeren als kolonisten uit Mu. Alle voorgaande feiten die ik over ontdekkingen in Noord-Amerika heb vermeld bewijzen dat het gehele westen van Noord-Amerika gedurende het laatste gedeelte van het Tertiair en van de geologische IJstijd bevolkt was door hoog ontwikkelde rassen. Ook honderden rotsinscripties, aangevuld met vele legenden, vertellen ons dat de eerste beschavingen van Noord-Amerika uit het land dat Mu heette, kwamen, en dat Mu ten westen van Amerika ligt achter de horizon van het grote water. Dit is absoluut zeker, want het is nu bewezen dat de Nebraskische en Kentucky-beschavingen gedurende het Pleistoceen bestonden. Oregon, Nevada, Utah, Colorado, Arizona en Nieuw-Mexico tonen ons beschavingen die bestonden voordat de bergen verrezen. Omdat deze beschavingen voorafgingen aan de bergen, behoorden zij ook tot het tertiaire tijdperk. Hoever zij daarin teruggingen is niet bekend, omdat tot nog toe geen datum aan het licht is gekomen die het ons vertelt. Het blijft een open vraag. Deze oude bewoners in de westelijke staten, bekend als de Rotsbewonders, zijn door duidelijk verschillende stammen vertegenwoordigd en het is mogelijk dat het zelfs verschillende nationaliteiten waren. Ik maak dit op uit hun rotsinscripties en rotsschilderingen, die aantonen dat zij verschillende talen spraken. De inscripties zijn ook in verschillende vormen van symbolen en alfabetten. Een nauwkeurig onderzoek laat zien dat sommige rotsinscripties en tekeningen die aan de Rotsbewoners van Noord-Amerika werden toegeschreven, duizenden jaren ouder zijn dan die op een steenworp afstand daarvandaan voorkomen. Deze zeer oude inscripties zijn voor het verrijzen van de bergen uitgevoerd, wat bewezen wordt door het feit dat sommige rotsen gebarsten en verplaatst zijn. In sommige gevallen splijt de barst de inscriptie en in andere zijn tekens gevonden die in tweeen zijn gespleten. De grond werd daar opgelicht. Andere openbaren ook duidelijk dat zij geschreven zijn nadat het land werd opgetild. Als voorbeeld een aantal die twee belangrijke punten bevatten: de ene geeft ongeveer de datum van de beschaving aan; de tweede geeft informatie over de oorsprong van het volk, waar ze vandaan kwamen en hoe ze in Amerika kwamen.
Het is zeer te betwijfelen of allen die als Rotsbewoners zijn ingedeeld werkelijk tot dat volk behoorden; dat betekent dat zekere rotsinscripties die aan de Rotsbewoners worden toegeschreven van een ander volk kunnenzijn. Dat de rotsbewoners uit Mu kwamen is wel zeker, want elk van de tekeningen die als wegwijzer fungeert, draagt een herinnering aan Mu. In feite zijn alle rotsinscripties en tekeningen van de Rotsbewoners, behalve die als artistieke uiting bedoeld zijn, zowel voor als na de ondergang, doortrokken van eerbetuigingen aan Mu. Bovendien gebruikten ze steevast symbolen die in het Moederland gebruikelijk waren. Bij de rotsinscripties heb ik vier verschillende takken van Mayataal, die in gebruik waren, gevonden; en ook het bewijs dat deze oude Amerikanen drie verschillend gerangschikte alfabetten hadden.
Afbeeldingen van wegwijzers van rotsbewoners in drie schrijfvormen. Figuur 1. Arizona: richtingen over een pad over land. Figuur 2. Nieuw-Mexico: richtingen, landpaden. Figuur 3. Utah: richtingen voor land- en waterroute naar een nederzetting; niet hetzelfde volk als dat van 1 of 2.