TITEL: The Lost Continent of MU AUTEUR: James Churchward UITGEVER: Coronet Communications, N.Y./USA HET VERZONKEN CONTINENT MU HOOFDSTUK 12
YUCATAN TUSSEN DE OUDE BESCHAVINGEN We verlaten Niven’s schatten om verder te gaan naar Yucatan, dat ligt in het zuidoostelijke deel van Mexico. Het is een schiereiland dat zich vanaf het vasteland in oostelijke richting uitstrekt. Aan de noordkant is het begrensd door de Golf van Mexico en aan de oostkant door de CaraÏbische Zee. Yucatan ligt letterlijk propvol met overblijfselen van oude beschavingen, al is geen enkele zo oud als Niven’s verzonken steden. Midden-Amerika en Yucatan behoorden tot de oudste koloniën van het moederland. Uiteindelijk werd het een rijk dat Mayax heette. Ik ga beginnen met de alleroudste ruÏnes. Ze bestaan uit tempels, graven en regeringsgebouwen, alle van steen en meestal met aarde overdekt. Daarna bespreek ik de constructies die geheel bovengronds zijn en waarvan de ouderdom rond de 12.000 tot 15.000 jaar geraamd wordt. Gezien de oude inscripties er op, kunnen deze structuren tenminste 15.000 jaar oud zijn. De muren van deze massieve bouwwerken zijn door vulkanisch geweld gespleten en omgevallen toen de grote gasbel onder Yucatan een uitweg zocht. In grote lijnen is elk gebouw dat afbeeldingen heeft van de gekroonde slang (Kukul Khan) meer dan 15.000 jaar oud. Ze zijn tijdens de Can (slang)-dynastie opgericht. Deze dynastie eindigde met koninin Moo, die leefde in de eerste eeuw van de Egyptische geschiedenis. Dr. Le Plongeon en zijn vrouw Alice waren de eerste archeologische ontdekkingsreizigers die opgravingen verrichtten tussen de ruÏnes van Yucatan. Hun gepubliceerde werk laat vele interessante details zien van hun ontdekkingen. Toch is nog niet eens de helft daarvan gepubliceerd. Veel daarvan heeft hij aan mij gegeven. Het meeste van wat ik over Yucatan schrijf komt daar uit, hoewel ik het meeste door persoonlijk onderzoek kan bevestigen. De eerste opmerkingen over de Yucatan-resten gaan over enkele archeologische vondsten van dr. Le Plongeon. De Tempel van de Heilige Mysteriën. In Uxmal ligt een oude Maya-tempel die Le Plongeon in zijn werk ‘De Tempelvan de Heilige Mysteriën’ noemt. De inscripties op de muren zijn op zichzelf al een hoofdstuk waard. Het verbindt de voorhistorische mens met de vroege geschiedenis van Babylon en Egypte. Dit gebouw, een symbool voor de Landen van het Westen, bestaat uit drie gedeeltes. De deur van de centrale kamer, het heiligste der heiligen, ligt tegenover het westen in de richting van waar eens het Moederland lag. Dit komt overeen met de tempels en beelden in Angkor, Cambodja, die alle naar het oosten zijn gericht. Vanuit de centrale kamer leidt een kleine trap naar een terras dat door het heiligdom wordt gevormd. De deuren van de andere twee kamers kijken uit op het oosten. De plafonds vormen een driehoekig boog. Binnen de driehoek liggen halfbolvormen, Die van de noordelijke kamer, drie stuks, vormen een driehoek. Die in de zuidelijke kamer bestaan uit vijf stuks. Enkele centimeters boven de deklijst van de ingang naar het heiligdom ligt een sierlijst, die om het hele gebouw heenloopt. Daarboven staan vele malen herhaald gebeeldhouwde skeletten met gekruiste beenderen. Het opmerkelijkst van alle symbolen die in de tempel gevonden zijn, is het kosmogonische diagram van Mu, het diagram van de eerste godsdienst van de mens, dat ik al eerder heb laten zien. Deze tempel is meer dan 11.500 jaar oud en deze ouderdom wordt door het volgende bewezen: Plutarchus verhaalt dat de priesters van Egypte aan Solon vertelden dat 9.000 jaar geleden de verbindingen met de Landen van het Westen waren verbroken door het ondergaan van Atlantis, waardoor men door de modder en het zeewier en de verwoesting van het land aan de andere zijde door onvoorstelbare overstromingen, niet meer over de Atlantische Oceaan kon varen.
Solon bezocht Egypte in 600 v.C. Atlantis zonk 9.000 jaar daaraan voorafgaand. Dus komen we op 11.600 jaar geleden. Verdere bewijzen van deze verwoestende overstroming zijn door de Spaanse geschiedschrijver dr. Aguilar gegeven, die verhaalt: “In een boek dat ik van de afgodsdienaren overnam, stond een verhaal van een overstroming, waaraan ze de naam ‘Unuycit’ (overstroming) gaven”, en dit wordt ook geologisch door de lagen rondom deze oude structuren bevestigd. Hoe lang die tempel er toe al stond kan niemand zeggen, maar zeker niet lang, want deze tempel was een gedenkteken ter nagedachtenis van het verlies van de Landen van het Westen en die verdwenen slechts kort voor de verdwijning van Altantis. Le Plongeon vond een inscriptie op de tempelmuren die het volgende inhield: ‘Dit gebouw is een gedenkteken ter nagedachtenis aan de verwoesting van Mu, de Landen van het Westen, waaruit onze heilige mysteriën ontstonden’. Door een inwoner die het Maya-schrift beheerst, werd de juistheid van deze inscriptie bevestigd. Omdat deze tempel een gedenkteken is, werd het na het verdwijnen van de Landen van het Westen opgericht. Le Plongeon vond ook een inscriptie op een van de bouwwerken die zegt dat: “Uxmal driemaal door aardbevingen verwoest en driemaal herbouwd is”. Bij de ontwikkelde inheemsen staat het als de ‘driemaal gebouwde stad’ bekend. Niven’s verzonken steden liggen slechts enkele kilometers van Uxmal vandaan, zodat het mogelijk is, dat ze tegelijk werden getroffen. De meeste gebouwen die opgericht zijn gedurende de PPeu-dynastie, die direct voorafging aan de Can-dynastie, zijn 11.500 jaar of ouder. Bisschop Landa, die de Spanjaarden onder Cortez in de zestiende eeuw begeleidde, was een autoriteit op het gebied van de Yucataanse Maya-ruïnes. Landa schrijft 400 jaar geleden in zijn werk: ‘Relacion de las Cosas’ op pagina 328: “Zij waren vergeten wie het gebouwd hadden en waarvoor het was opgericht. Ze hadden boeken over de vroege geschiedenis van hun eigen land en van andere volken met wie ze goede betrekkingen of oorlog hadden. De Maya-priesters schreven boeken over hun wetenschappen en deelden kennis met anderen die zij waardig achten. De oude gebouwen van de Maya’s waren ten tijde van de komst van de Spanjaarden al ruïnes, onderwerp van ontzag en verering voor de eerste bewoners die in de omgeving leefden. In deze boekdelen stonden volledige gegevens over wat in verschillende tijdperken was gebeurd en over meerdere oorlogen, overstromingen, epidemieën, plagen, hongersnoden en zeer belangrijke gebeurtenissen.” Landa verbrandde duizenden van deze boeken en 27 grote manuscripten op perkament. Hij verwoestte 5000 beelden en 197 vazen. Cogolludo zegt in: ‘Historia de Yucatan’, deel 4, hoofdstuk 3, blz. 177: “Ik ben niet in staat geweest over de vroege geschiedenis van het volk dat het eerst in dit koninkrijk Yucatan heeft gewoond enige andere data te krijgen dan die hier volgt: “De Spaanse kronieken schrijven geen enkel betrouwbaar woord over de manieren en gewoonten van de bouwers van de grote antieke gebouwen die door hen bewonderd werden, zoals nu door de moderne reiziger.” “Het enige antwoord van de inheemsen op informatie van de Spanjaarden wie de bouwers waren, was het onveranderlijke antwoord: “Dat weet ik niet, het is ons niet bekend wie de bouwers waren en de Indianen zelf hebben op dit punt geen overleveringen”. Lizana (‘Historia de Nuestra Senora de Ytzamal’, hfdstk 2):”Toen de Spanjaarden in dit land kwamen en sommige monumenten nieuw leken alsof ze pas twintig jaar daarvoor gebouwd waren, leefden de Indianen daar niet in, maar gebruikten ze als tempels en heiligdommen waar offers gebracht werden, soms mannen en vrouwen en kinderen, en dat hun bouw tot ver uit het verleden dateerde”. Le Plongeon zegt: “Deze gebouwen werden noch door het tegenwoordige ras, noch door hun voorouders gebouwd”.
Pedro Beltram (‘Arte del Indioma Maya’): “In de Maya-beeldhouwwerken, speciaal op de slurven van de mastodont-koppen die de meeste oude gebouwen versieren, is het teken ‘dat wat noodzakelijk is’ geschreven. Le Plongeon: Onder de symbolen die in een ver verleden in de Maya-geschiedenis op de slurven van de mastodonten zijn gebeeldhouwd en die de voorgevels van alle heilige en openbare gebouwen versieren worden deze tekens meestal ook aangetroffen. Over het algemeen betekenen ze ‘Ghaac’ (donder). De grote Maya-bouwwerken wankelden niet en stortten niet in door ouderdom of verval, noch was hun vernieling door mensenhand. Hun verwoesting kwam in de eerste plaats door vulkanische werking en werd door water voltooid. Gedurende de wording van de grote centrale gasgordel onder Midden-Amerika en Yucatan, 11.500 jaar geleden, hebben zich enorm hoge vloedgolven gevormd. Deze rolden het land binnen. Gedurende al die tijd van splijten en scheuren van de gesteenten die de gordel vormden, ‘werd het land door aardbevingen als bladeren aan een boom in de storm door elkaar geschud’, ‘het land rees en rolde als oceaangolven’. Door de schokken en het slingeren van de bevingen werden de Maya-bouwwerken tot ruïnes. De grote golven water die erop volgden, vaagden alle leven weg (de blanke Maya’s inbegrepen). Zodoende werden niet alleen de Maya snijwerk. bouwwerken vernietigd, maar ook de bouwers. De gevolgen van deze vloedgolven zijn te zien aan de vorm van zand, grind en kleine keien rondom en tegen de oude ruïnes. Soms bedekken komplete ingestorte gedeeltes. Enkele oude Egyptische papyri verwijzen naar deze katatrofes die door de Griekse filosofen Plato en Plutarchus worden bevestigd. Na deze cataclysmen was het land voor lange tijd onbewoonbaar. Zodra het land weer geschikt was voor de mens, drongen omwonende volken binnen en namen het in bezit. Dit waren bruine rassen die de Mayataal konden spreken. Ze waren geen deel van de blanke Maya’s. Ze spraken de taal wel, maar waren totaal verschillend en kwamen ongetwijfeld van ver. Het was een nieuwe lichting kolonisten. Dit verklaart waarom er bij hen geen overleveringen zijn in de tijd dat de Spanjaarden het land veroverden. Het waren geen Nahuatls of Azteken. De Nahuatls kwamen uit het zuiden en veroverden het land. De Azteken kwamen ook uit het zuiden en veroverden het op hun beurt. De huidige bruine rassen van Noord-Amerika en Yucatan zijn afstammelingen van deze volken, een vermenging van drie stammen, voornamelijk Mongolen. De voorvaderen van het tegenwoordige volk dat zichzelf Maya’s noemde, waren niet de bouwers van de oude Yucatan-bouwwerken. De belangrijkste bouwwerken in Chichen Itza staan er nog steeds, maar zijn ruïnes. Ze werden tijdens de Can-dynastie en de PPeu-dynastie gebouwd. De bouwwerken van de PPeu-dynastie zijn makkelijk te herkennen omdat ze op belangrijke plekken een olifant of de kop van een olifant afbeeldden: de PPeu-totem. Pedro Beltram in ‘Arte del Idioma Maya’: “In de Maya-bouwwerken vooral op de slurven van de mastodont-koppen die de meeste oude gebouwen versierden”. Op alle gebouwen uit de Can-dynastie werd hun embleem, de gevederde slang, vele malen op de stenen gegraveerd. Dat verklaart de ontelbare gevederde slangen die op de gebouwen in Chichen Itza zijn gevonden. In oorlogstijd en bij bijzondere gebeurtenissen verscheen de gevederde slang op de koninklijke banier. Zoals in figuur 12.2 in de tekening van prins Cob, de jongste zoon van de laatste koning van Can (in oorlog) met het koninklijk embleem dat hem omsluit en beschermt. Dit is een van de muurschilderingen in de dodenkamer van prins Coh, de herdenkingshal in Chichen Itza. In deze kamer is het leven van prins Coh vanaf zijn jongenstijd tot aan zijn dood afgebeeld.
In Yucatan vinden we, tienduizenden jaren later, een gewoonte terug die in Niven’s verzonken steden al was gezien en die hij beschreef als het leven van een ‘herder’. Waar de gevederde slang ook is gezien, gebeeldhouwd of geschilderd, altijd staat het in verband met de konninklijke familie Can. De Can-dynastie was het laatst regerende geslacht van de Maya-monarchie in Mayax. De laatste van de dynastie was koningin Moo. Zij bezocht 16.000 jaar geleden de Maya-Nijlkolonie in Egypte tijdens de eerste eeuw van haar bestaan, zoals in het Troano-manuscript is vermeld. De tegenwoordige inheemsen in Yucatan zijn niet rasecht. Wat er van de Maya-stam was overgebleven nadat de grote vloedgolven het land hadden verwoest, werd door een Mongools ras verslagen. De mannen werden gedood en de vrouwen tot slaven gemaakt en dat bracht Mongools bloed in hun aderen. Maar toen het land na de cataclysmen opnieuw bewoond werd, was dat door rassen die niets afwisten van de bouwers van de kolossale bouwwerken die overal verspreid stonden. Dit is bewezen door het feit dat toen Cortez binnenviel bisschop Landa, die hen vergezelde, de inheemsen vroeg ‘Wie bouwden deze oude ruïnes?” ten antwoord kreeg ‘DeToltecs’. Toltec is een Maya-woord dat ‘bouwer’ betekent. Maar ze wisten niet wie die bouwers waren. In Mexico bestaat een oude overlevering van de Azteken die zegt dat ‘de eerste kolonisten van Mexico van een blank ras waren’. Verder zegt het, dat dit ras werd verslagen door een ras met een donkere huid. Het blanke ras klom toen in hun schepen en zeilde naar een ver gelegen land in het oosten, ‘naar de opkomst van de zon en vestigde zich daar’. Figuur 12.2. Prins Coh in gevecht, Deze overlevering gaat vergezeld van een voorspelling beschermd door de gevederde die luidt: ‘In de toekomst zal dit blanke ras terugkeren, slang. Muurschildering in zijn aanspraak maken op het land en dat veroveren’. dodenkamer in Yucatan. Rider Haggard moet dezelfde overlevering hebben gevonden, want in ‘Montezuma’s Dochter’ zegt hij: “Quetzal of Quetzalcoatl was de godheid, van wie wordt verteld dat hij aan de inheemsen van Anahuac alle nuttige zaken heeft geleerd; die van bestuur en politiek inbegrepen. Hij had een blanke huid en blond haar. Tenslotte voer hij van de kusten van Anahuac naar het legendarische land Hapallan in een bootje van slangenvel”. De Guatemala-overlevering over het blond-blanke ras, de eerste bewoners van Amerika, is ongetwijfeld de duidelijkste van allemaal, want Quetzal’s hoofdstad was Guatemala. De overlevering gaat als volgt: “Toen koning Quetzalcoatl samen met het zeer blanke ras, was overwonnen door het binnenvallende donkere ras, weigerde hij zich over te geven, omdat hij zei, niet in gevangenschap te kunnen leven. Toen zeilde hij, met zoveel mensen als zijn schepen konden dragen naar een veraf gelegen land in de richting van de opkomende zon. Hij bereikte dat verre land en vestigde zich daar. Het ging hen voorspoedig en zij werden een groot volk”. “Gedurende de grote oorlog ontkwamen velen en vluchtten de bossen in. Er is nooit meer iets van hen vernomen. De rest werd gevangen genomen en door de veroveraars tot slaaf gemaakt”. Tegenwoordig is de Quetzal de nationale vogel van Guatemala. De naam Quetzal werd hem gegeven ter herinnering aan hun laatste blanke koning Quetzalcoatl en ook omdat deze vogel in gevangenschap niet in leven is te houden. Het prachtige oude heilige boek van de Quichés, het Popol Vuh, werd in Guatemala geschreven.
De overlevering van de Azteken over het blanke ras is helaas erg verminkt en opgevuld met priesterlijke mythen en verzinsels. Ik zal enkele opvallende verzinsels aantonen. De Azteken begonnen omstreeks 1090 na Christus de Mexicaanse Vallei binnen te vallen. Maar niet voor 1216 n.C. vestigden zij zich ook daadwerkelijk daar. Oorspronkelijk maakten de Azteken deel uit van het Mayax-rijk en was Kukul Khan, de gevederde slang, hun symbool van de godheid. Dat was het ook bij hun buren de Quichés. De nauwkeurige datum van de regeerperiode van Quetzal is niet bekend, want hij werd door het donkere volk, dat wij kennen als de Maya’s, verdreven. Uit bepaalde feiten is op te maken dat hij meer dan 34.000 jaar geleden leefde. Maar andere feiten duiden aan dat hij tot één van de elf dynastieën behoorde. Ik denk dat hij meer dan 16.000 jaar geleden leefde. Een van de Azteekse verwisselingen werd in hun zuidelijke thuis gemaakt voor zij zich in de Mexico Vallei vestigden. Zij lieten een symbool los dat zij voor hun godheid gebruikten en namen de grote blanke koning Quetzal als hun god aan. Vervolgens verzonnen ze een zoon voor hem, die ze Tescat noemden. Deze Tescat zou met zijn vader Quetzal gevlucht zijn. De volgende stap was een voorspelling verzinnen. Een daarvan luidde als volgt: “De geest van Tescat zal terugkeren in het lichaam van een blanke man met een heleboel soldaten. Hij zal overwinnen en het land heroveren, de mannen doden en de vrouwen tot slaaf maken”. Hiermee gingen ze door om het volk los te weken van de koning. Doorlopend werden offers gevraagd om Tescat gunstig te stemmen. Toen de mensenoffers begonnen, was de macht van de priesters volledig, de priesters hadden de absolute macht. Het volk leefde in angst en vrees, want iedereen kon de volgende zijn die geroepen werd om zich op de bloedsteen uit te strekken. Als we de Spaanse schrijvers mogen geloven, was het aantal mensenoffers tussen de 30.000 en 40.000 per jaar, toen Cortez Mexico binnenviel. Deze vonk van barbaarsheid verspreidde zich over alle delen van de wereld, tot in Egypte, India en Phoenicië. De archeologen hebben blijkbaar een of andere Azteken-datering van 1100-1200 n.C. (de periode toen Quetzal tot de god van de Azteken werd gemaakt) gevonden en hebben toen het onjuiste bericht dat Quetzal slechts een paar honderd jaar eerder leefde, gepubliceerd. De naam Quetzal is vaak verweven met de zeer oude geschiedenis van Mexico en MiddenAmerika. Hij bestaat zelfs in de zuidwestelijke staten Arizona en Nieuw-Mexico van de VS, want daar gebruikten de Pueblo Indianen de gevederde of bebaarde slang in hun religieuze ritussen en ceremoniën en noemden hem Quetzalcoatl. De verschillende overleveringen samenvattend en vergelijkend, blijkt dat er in het verleden een blank ras was, dat Mexico en Midden-Amerika overheerste; dat zij een koninkrijk vormden en dat hun laatste koning Quetzal heette. Waarom Quetzalcoatl in hun religieuze ceremoniën en ritussen gebruikt werd, weten de tegenwoordige Pueblo Indianen blijkbaar niet meer. Ieder komt met een ander verhaal. Hoe het werkelijk gebeurd is, is verloren gegaan; het is nu nog slechts een overlevering. Het rijk Mayax bestond uit tenminste zeven verschillende volken die alle uit het Moederland kwamen en kennelijk alle de Mayataal spraken. Alle koningen en koninginnen van Mayax van de twaalf dynastieën waren van het blanke ras. Het laatste blanke ras was de voorloper van de Latijnen. De voorvaderen van de tegenwoordige blanke Polynesiërs, de voorvaderen van de blanke Maya’s in Yucatan en de voorvaderen van al onze blanke rassen waren een en dezelfde.