1 minute read

A. BRAET, Op roverstocht met Jan de Lichte, in Oud Ruysselede, 1985

leveren23 24 25. Uit de Tieltse stadsrekeningen blijkt dat officier Jacobus Verstraete in de periode 1775-1784 instond voor meerdere bedelaars en gevangenen: deze colloqueren ende opbringen in stadts boye, ze montcost en stroot besorgen ende buyten de stadt leeden2â>.

Een ander verhaal waren de edellieden, de stedelijke burgerij en de plaatselijke notabelen die kapitaalkrachtiger werden en investeerden in de opkomende zware industrie (steenkool, ijzer, staal en wapens) in Wallonië. Anderen richtten manufacturen op in Vlaamse steden of kochten onroerend goed op het platteland. In Vlaanderen waren een uitgebreid wegennet en betere waterwegen tot stand gekomen, en er werd volop gebouwd. Lemen hutten maakten plaats voor woningen in steen en het aantal herenhuizen nam snel toe op de Tieltse Markt, in de Kortrijkstraat en de Ieperstraat. Uit 1769 dateert de oudste Tieltse burgerwoning in de Nieuwstraat die toebehoorde aan Petrus Delcambe, griffier van het leenhof van Tielt. In 1773 werd de steenweg Tielt-Deinze in gebruik genomen. De Tieltse binnenstad onderging wijzigingen aan het Stokt, het Rame- en Hulsteplein. Uit het toegenomen weg- en marktverkeer putte de Tieltse stadskas in de jaren 1780 veel meer inkomsten van tollen en accijnzen26.

Advertisement

Keizer Jozef II, zoon en opvolger van Maria Theresia na haar dood op 29 november 1780, oefende meer druk uit om de macht van de bevoorrechte standen en gilden te beknotten. In juni 1781

23 P. DECUYPERE, Het Kortrijkse Correctie- en Onnozelhnys in de Persilstraat XVIIIde en eerste helft van de XlXde eeuw, in De Leiegouw 33 ( 1991) p. 245-246. 24 F. HOLLEVOET, Stadsrekeningen Tielt: 1610-1794, Tielt, 2004, p. 474, 478, 482, 488, 492, 499 en 506. 25 DE PROVINCIE VROEGER EN NU. WEST-VLAANDEREN, Brussel, 1976, p. 20-24. 26 G. CALLAERT en P. SANTY, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Inventaris van het bouwkundig erfgoed. Provincie WestVlaanderen; Gemeente Tielt, Vlaamse Overheid, Agentschap R-O Vlaanderen, Onroerend Erfgoed, Brugge, 2007, deel I, p. 14-17 e.v.; en T. LAMBRECHT en R. OSTYN, Herstel, groei en transitie ( 1 Hdl' eeuw) in .De geschiedenis van Tielt, o.c. p. 144, 155 en 161.

This article is from: