1 minute read

R.A.K., Scabinale annex 86, heerlijkheid Sint-Baafsabdij Gent, folio 126

de werkijver van wevers en spinsters was het plattelandsleven aantrekkelijker dan de stad geworden18. In de tweede helft van de 18de eeuw verdubbelde de Tieltse bevolking en bereikte in de jaren 1790 de kaap van 10 000 inwoners, waarvan 35 tot 36 % in Tielt-binnen resideerde19.

Maar het tij keerde als gevolg van de enorme bevolkingsgroei, de toenemende werkloosheid en de vele prijsstijgingen. In een tijdspanne van amper 30 jaar - van 1760 tot 1790 - kregen de land- en werklieden af te rekenen met verdubbelde bedrijfs- en landpachten20.

Advertisement

De noden van de vele behoeftigen en bezitlozen kon de lokale armenzorg niet meer lenigen en voor de bedelaars was de overheid streng. Een edict van 14 december 1765 stipuleerde dat alleen bejaarden en gebrekkigen met vergunning mochten bedelen, vagebonden en Ledig-gangers waren alle de gene die niet en syn in eenigen dienst ofte ampt, oft die niet en doen eenigen Koophandel o f Ambacht, ofte niet en hebben de middelen om eenigsints te konnen leven. Deze laatsten moesten binnen de 15 dagen het land verlaten21. Het Kortrijkse stadsbestuur kon in 1770 zelfs de toestroom van vele verlaten kinderen niet meer aan22.

Patrouilles werden uitgezonden om vagebonden en deserteurs aan te houden en aan de lokale gerechtsofficieren uit te

ls C. VANDENBROEKE, Sociale geschiedenis van het Vlaamse volk, Beveren, 1981. 19 T. LAMBRECHT, Herstel, groei en transitie (18de eeuw) in De geschiedenis van Tielt o.c., p. 149. 20 K. VANDENBROEKE, Waregem van plattelandsdorp tot regionaal verzorgingscentrum 1440-1789, onuitgegeven verhandeling, Gent, 1989, Deel 1, p. 69.

HEEMKRING DE GAVERSTREKE, Resolutieboek van Waregem 17261784 (copie), fol. 90v-91r (akte dd. 10.8.1740). Zie ook J.BPTE. H. SERRUYS, Derde deel van den zesden Placcaert-boek van Vlaenderen, Gent, 1786, p. 1677-1684.

P. DEBRABANDERE en I. BAUWENS-DE JAEGERE, Jacques Goethals-Vercruysse en zijn tijd. Kortrijk, 1988.

This article is from: