5 minute read
Voorwoord
Voorwoord Roma Aeterna 9.II (december 2021)
Op 22 februari 1300 kondigde paus Bonifatius VIII het eerste jubeljaar af: een periode van deemoed en ommekeer moest de toenemende politieke problemen van Rome met onder meer de steeds machtiger wordende republiek Florence het hoofd bieden. Met zijn opmerking dat de Florentijn, naast aarde, water, vuur en lucht, ‘het vijfde element’ is, gaf hij aan dat Rome en Florence rivalen zijn die tegelijkertijd niet zonder elkaar kunnen. Een dergelijke uitspraak kenmerkt de complexiteit waarmee Rome en Florence zich tot elkaar verhouden. Beide kennen zich een antieke herkomst toe, profileren zich als bakermat van het humanisme, en hebben zich politiek erfgenaam van de Romeinse Republiek genoemd. Fysiek gelegen op relatief korte afstand van elkaar, elk voor zich een vooraanstaand brandpunt van kunstzinnig en cultureel werelderfgoed: Rome en Florence staan in dit nummer naast en tegenover elkaar.
Advertisement
We beginnen onze verkenning van deze relatie in de Oudheid, met een vraag naar ontstaansmythes en historische feiten. Raphael Hunsucker begint bij de stichting van Florence als de Romeinse kolonie Florentia, en verkent de vroege verbintenis met Rome. Bronnenonderzoek maakt aannemelijk dat de stad is gesticht door de latere keizer Augustus, maar in de Middeleeuwen en Renaissance gaf men hier een eigen invulling aan: Hunsucker bespreekt de unieke plafondschilderingen in Palazzo Vecchio die Vasari in opdracht van hertog Cosimo I vervaardigde, en laat zien dat Cosimo zich presenteerde als opvolger van Augustus, en zo Florence van een nieuwe stichter en eigen groots verleden voorzag.
In een tweeluik met Hunsucker, toont Eline Verburg aan dat de Florentijnse familie Medici in de Etrusken de perfecte tegenhanger van de Romeinen zag. Ze laat overtuigend zien hoe Florence een Etruskische afstamming centraal stelde om zich af te zetten tegen het machtige Rome, en de eigen expansiedrift te legitimeren. We zijn bijzonder trots een bijdrage te mogen verwelkomen over de Etrusken, het volk dat nog weinig aandacht kreeg in Roma Aeterna, en toch niet weg te denken is uit de geschiedenis van zowel Rome, als die van Florence.
Onmisbaar in de verbeelding van de relatie Rome-Florence is het beeldmateriaal dat Menno Balm vervaardigde voor dit nummer. Balm verzorgde een rijk beeldkatern met royale tekeningen in zwart-wit en enkele schilderijen in olieverf dat beeldend het contrast tussen Rome en Florence vanuit zijn persoonlijke invalshoek laat zien. Daarnaast kunt u genieten van zijn artist’s impressions bij de bijdrage van Klaas Tonckens, die van Jo Janssen en Wim van den Bergh en zijn eigen bijdrage over politieke dieren.
Klaas Tonckens neemt u in woord en beeld mee naar het Palazzo Medici in haar hoogtijdagen. De hedendaagse bezoeker kent het alleen na de grondige renovatie waaraan de familie Riccardi het stadspaleis onderwierp. Dat dit huidige beeld sterk afwijkt van de oorspronkelijke plannen en de wijze waarop bezoekers het palazzo destijds ervoeren is weinig bekend. Een reconstructie van enkele onderdelen van dit vermaarde gebouw, dat ook in Rome haar invloed heeft doen gelden, zal u er voorgoed anders naar laten kijken.
Precies 700 jaar na de dood van Dante Alighieri, brengen architecten Jo Janssen en Wim van den Bergh het Danteum tot leven. Dit herdenkingscentrum voor de dichter had zeer centraal aan de Via dei Fori Imperiali nabij het Colosseum moeten verrijzen, maar in de onrust van het fascistische bewind van de jaren ’30 is het vergevorderde plan nooit gerealiseerd. Janssen en Van den Bergh nemen ons mee voor een rondleiding door dit gebouw waarin Dantes dichtregels in architectuur zijn omgezet; Menno Balm brengt de rondgang tot leven in beeld.
Joep Beijst bevraagt in zijn artikel de oorsprong van de Renaissance. Hij bespreekt hoe de ontdekking van
monumentale resten van een fresco van het Laatste Oordeel leidde tot een fundamentele herziening van de kunstgeschiedenis: is er aanleiding om Giotto, van oudsher vader van de Florentijnse geboortegrond van de Renaissance, van de troon te stoten, en Rome die plek toe te kennen? En wat betekent het eigenlijk om te spreken van ‘Renaissance’, en wat zegt het over de relatie Rome-Florence dat we die oorsprong concreet op een plek willen leggen?
De bijdrage van Warja Tolstoj en Menno Balm (hierin ook als auteur) zal u eveneens een andere blik geven. Dieren en macht blijken een rode draad door de gedeelde geschiedenis van Rome en Florence. Hoewel de inwoners van deze steden exotische dieren als olifanten en een giraf ongetwijfeld met enthousiasme en bewondering hebben gadegeslagen, laat deze bijdrage aan de hand van enkele sprekende voorbeelden zien dat politieke overwegingen ten grondslag hebben gelegen aan de moeite om dergelijke dieren naar Italië te halen.
Florence behoort nu tot de grote Italiaanse publiekstrekkers, maar dat was niet altijd het geval. Hoe komt het dat 18e-eeuwse reizigers tijdens de beroemde Grand Tour Florence meestal oversloegen en direct doorreisden naar de oudheidkundige schatten van Rome? Robin Oomkes onderzoekt het beeld van Florence als bestemming sinds de 18e eeuw aan de hand van zogenaamde vedute (stadsgezichten), reisbeschrijvingen, en een literaire case study. Het blijkt dat de belangstelling voor en het beeld van Florence gelijk opgaan met de 19e-eeuwse ontdekking van de Renaissance als eigen, wezenlijke component van de westerse kunstgeschiedenis – naast de Klassieke Oudheid, waarvan de Renaissance de ‘heropleving’ was.
Tijdens de zoektocht naar archiefdocumenten van Florentijnse 17e-eeuwse patriciërs, kwam Elisa Goudriaan in aanraking met hun nazaten, die vaak hun eigen familiearchieven beheerden. Zo kreeg zij een inkijkje in de wereld van markiezen, baronnen, en gravinnen. Zij kwam zowel in Rome als in Florence op allerlei plekken terecht, omdat de Florentijnse patriciërs brede sociale netwerken hadden, die zich uitstrekten tot banden met kardinalen en andere geestelijken. In haar persoonlijke verslag van haar zoektocht maken we kennis met deze historische en hedendaagse patriciërfamilies en hun archieven.
We besluiten dit nummer met een blik op de toekomst vanuit financieel perspectief. Victor Broers bespreekt de wortels van ons moderne bankwezen, die in de Florentijnse Renaissance liggen, maar ook nauw verbonden zijn met het Vaticaan. Met hun financiële inzichten verbonden de Medici Europa op een ongekende manier. De basisbeginselen van toen staan in nauw verband met de financiële crises van de 21e eeuw, betoogt Broers. Hoe zouden ideeën over geld van vóór de Renaissance en van de kerk een uitgangspunt kunnen bieden voor een toekomstbestendige hervorming van ons financiële systeem?
Het beeldmateriaal – en daarmee dit nummer – had niet tot stand kunnen komen zonder het Nederlands Interuniversitair Kunsthistorisch Instituut (NIKI) in Florence. Een verblijf als artist-in-residence gaf Menno Balm de tijd om de in tekst beschreven onderwerpen zo overtuigend mogelijk tot leven te laten komen in beeld. Veel dank gaat uit naar directeur Michael Kwakkelstein en de staf van het NIKI voor het op genereuze wijze faciliteren van het verblijf. Een tentoonstelling van de tekeningen en schilderijen wordt voorjaar 2022 verwacht – houd romaaeterna.nl in de gaten.
Wij hopen dat u, net als Menno, de ruimte neemt om bij de beelden stil te staan en daarbij nieuwe aspecten van de objecten en een nieuw perspectief op de relatie Rome-Florence zult ontdekken. Kan Florence nog weer eens de hoofdstad van Italië worden? Wij wensen u veel lees- én kijkgenot.
De hoofdredactie