4 minute read

Wow it's Beethoven

Alle concerten leken afgelopen najaar door de coronamaatregelen opnieuw in het water te vallen, maar musici en staf lieten zich niet kisten. Dus werd besloten symfonieën van Beethoven in sneltreinvaart in te studeren. En uit te voeren in… kamermuziekopstelling. Drie initiatiefnemers vertellen over het bijzondere project.

Beethovencyclus online

Het project Wow! It’s Beethoven is niet alleen bedacht vanwege Beethovens jubileumjaar (in 2020 was zijn geboortedag 250 jaar geleden), maar ook omdat zijn veerkrachtige muziek symbool stond - en staat - voor wat we juist in deze tijd goed kunnen gebruiken. Naast vele, vrolijk stemmende filmpjes op social media door de decembermaand heen werden alle negen symfonieën geregistreerd. Die zijn nog steeds terug te kijken op rpho.nl/wow CONCERTMEESTER MARIEKE BLANKESTIJN

‘Dit project was één grote gok, maar we hebben met elkaar een pareltje gemaakt’

‘Half oktober waren we net zes weken aan de slag toen we hoorden dat we weer dicht moesten. Natuurlijk vond ik dat verdrietig, dus besloot ik meteen dat ik wilde onderzoeken of er nog mogelijkheden waren. Ik ben als concertmeester lid van de artistieke commissie en ben naar programmeur Floris Don gestapt met de vraag of kamermuziek een optie was. Binnen een paar uur hadden we een clubje bij elkaar en bedachten we met de verschillende afdelingen via ZOOM het plan om in december de symfonieën van Beethoven te brengen. Het enthousiasme bij het orkest was meteen enorm, uiteindelijk lukte het om er 56 collega’s bij te betrekken. Dit plan was voor het hele orkest een grote gok, er ging ook van alles mis. We kenden lang niet alle bewerkingen en dat we de symfonieën niet in de oorspronkelijke versies speelden was uitdagend. Tegelijkertijd sprak de muziek daardoor op een nieuwe manier tot ons. En kon ik sommige collega’s veel beter horen spelen en aanvoelen omdat ze ineens ‘maar’ op anderhalve meter afstand zaten in plaats van aan de andere kant van het podium. Terugkijkend hebben we met elkaar een pareltje gemaakt, ik ben ontzettend trots op iedereen. Niemand deed moeilijk, iedereen was blij dat we gewoon weer konden spelen. Dat gezamenlijke gevoel is zó onbetaalbaar voor een orkest en het samenspel, ik geloof dus echt dat we hiermee mooie nieuwe banden met elkaar hebben gesmeed. Die ervaring kunnen we straks weer gebruiken op het grote podium of voor nieuwe projecten.’

HOBOÏST ANJA VAN DER MATEN

‘Geen hiërarchie, alleen maar verbondenheid’

‘Wat wij met de Beethoven Maand hebben gedaan, komt nooit meer terug. En vanaf het begin wist iedereen dat we het alleen samen zouden redden. Natuurlijk vind ik de lockdowns heel naar, maar ik vind het prachtig dat we als orkest zo creatief omgaan met deze situatie. Tussen het idee en de laatste opname zaten vijf weken; het uitzoekwerk van de bewerkingen, de repetities en de opnamedagen werden onder grote druk gepland. De registraties in de Doelen stonden er in een paar uur op. We waren opgelucht en trots dat het was gelukt. Maar na de Negende symfonie met koor in Ahoy voelde ik me ook verdrietig. De uitvoering was zo’n kroon op ons werk dat het vreemd voelde toen het voorbij was. Ik bekeek de registraties thuis, maar kreeg het gevoel dat ik er middenin zat. Ineens kon ik van dichtbij zien hoe gepassioneerd iedereen met zijn of haar partij bezig was. Een cellist, die normaal gesproken in zijn groep opgaat, speelde nu de orkestpartij in zijn eentje. En mooi dat het was! Bij een live concert hangt er soms zo’n bijzondere sfeer in de lucht tussen musici en publiek, zo’n gevoel van ‘wij zijn hierbij’. Dat was nu niet, maar het maakte het niet minder bijzonder. Deze ervaring is dus gaan kriebelen, ik spreek collega’s alweer over nieuwe ideeën. Want één ding weet ik zeker: niemand wil thuis zitten wachten op betere tijden, dat zit niet in ons DNA. Wij willen gewoon spelen.’

EERSTE VIOLIST ALEXANDRA VAN BEVEREN

‘Trots dat we creatief en origineel blijven’

‘Nadat we in oktober weer dicht moesten, heb ik meteen mijn stoute schoenen aangetrokken met de vraag of kamermuziek een optie was. Mijn taak in de ‘Beethoven werkgroep’ werd onder andere partituren zoeken via het Beethoven-Haus in Bonn. Heel anders dan mijn werk als violist, maar iedereen hielp waar ’ie kon. Ik speelde mee in Beethoven 4 in een bewerking voor twee violen, twee altviolen, een cello, een contrabas en een dwarsfluit. Dat was de meest aparte bezetting van alle bewerkingen en omdat we maar één blazer hadden, misten we soms andere klankkleuren en stemmen. Wij zijn allemaal goede musici die streng zijn voor zichzelf, wat we afleveren moet goed zijn. Maar kamermuziek vraagt om een andere manier van spelen. Die ervaring was heel mooi, zonder deze omstandigheden hadden we nooit gedaan wat we nu deden. Dat wij als orkest bezig blijven en origineel zijn in deze tijd, vind ik echt iets om trots op te zijn. Maar concerten en tournees geven mij het gevoel dat ik leef, ik speel het liefst voor publiek. Ik kan dus niet wachten om straks weer op dat podium te staan. En alles dan nóg een keer te spelen. Dit keer met het volledige orkest en een volle zaal. Met elkaar.’ ‘Ik kan niet wachten om straks weer op dat podium te staan. En dan met een volle zaal’

This article is from: