LENTESCHOONMAAK IN JE LIJF
Recycleer jezelf Beweging is zuiverend: elke sportbeurt jaagt de rommel uit je lichaam naar het recyclagepark. JAN ETIENNE Beweging houdt lichaam en geest jong en gezond, en centraal daarbij lijkt een betere afvalverwerking te staan. Althans volgens onderzoek bij muizen. Elke lichaamscel is als een klein industrieterrein met verschillende productie eenheden(organellen), die verschillende taken vervullen om die vellen te latenwerken. Een van die organellen is het lysosoom, dat instaat voor de afvalverwerking. In onze cellen ontstaat een heleboel rommel, zoals restanten van vernietigde virusdeeltje of bacteriĂŤn, ontaarde eiwitten en overblijfselen van versleten organellen. Dat kan allemaal gerecycleerd worden, want zoals zo vaak in natuurlijke processen gaat er ook in de lichaamscellen nagenoeg niets verloren. Dat proces van afvalverwerking wordt autofagie genoemd. Het verloopt zeer geordend. Rond het afval vormt zich een membraan dat alles naar het lysosoom transporteert. Eiwitten in die opruimfabriek verknippen het tot elementaire moleculen, klaar voor hergebruik in de vel zelf of in andere weefsels van het lichaam. Afhankelijk van de omstandigheden wordt de autofagie opgedreven of afgeremd. Bij sommige mensen lukt dat echter niet en draait ze altijd op eenzelfde niveau stationair dus. Dat kan tot ernstige aandoeningen leiden, zoals spierdystrofie(1). Een gebrekkig draaiende autofagie is vermoedelijk ook een oorzaak van onder meer verouderingsprocessen en kanker. Energiefabriekjes vernieuwd Dat autofagie en lichaamsbeweging een opmerkelijke gelijkaardige positieve invloed op de gezondheid hebben, was onderzoekers al langer duidelijk, maar een verband tussen beide had tot voor kort niemand vermoed. In december rapporteerde een Italiaans team als eerste dat beweging de autofagie stimuleert1, in januari volgde de Amerikaanse onderzoekster Beth Levine van de universiteit van Texas in Dallas2. Levine vergeleek normale muizen met gemuteerde soortgenoten bij wie het autofagieproces altijd stationair draait. Ze keek vooral naar de suikeropname door de spieren. Normaal verhoogt die tijdens fysieke inspanningen, maar bij de gemuteerde muizen verliep dat eerder gebrekkig. Er werden niet genoeg eiwitten naar de celwand gestuurd om de glucose uit het bloed naar de cel te transporteren. Dat was een eerste bewijs dat autofagie een rol speelt in de energieopname van de spiercellen. Vervolgens mestte Levine de muizen 2 maanden vet. De diertjes, die 1 2
Autophogy 2011 Dec 1; 7(12) zie www.bodytalk.be Nature2012; 481:511-515
ondertussen een vorm van diabetes ontwikkeld hadden, gingen daarna in het loopwiel. Bij de gezonde muizen verdween de diabetes als sneeuw voor de zon en zakte ook de concentratie van cholesterol en andere vetten in het bloed weer naar een normaal peil. Maar opnieuw niet bij de mutanten, wat lijkt aan te tonen dat een gebrekkig autofagie een rol kan spelen in het ontstaan van diabetes. Er zijn ondertussen enkele aanwijzingen over hoe dit effect optreedt. Een versnelde vernieuwing van oude mitochondriën, de energiefabriekjes van de cellen, is er vermoedelijk één van. Nieuwe mitochondriën werken efficiënter dan oude en dus levert de vervanging winst op. Pillen in ’t verschiet Enthousiaste onderzoekers dromen ondertussen al van nieuwe geneesmiddelen om het proces van autofagie op te drijven als dé oplossing voor tal van gezondheidsproblemen in onze maatschappij van zittende mensen. Of het ooit zover komt, moet nog blijken. Maar wachten is niet nodig, want gewoon bewegen zorgt daar ook voor. Het is ook veilig, want autofagie is een nauw gecontroleerd proces, terwijl geneesmiddelen vaak ongewenst effecten met zich meebrengen. Levine is uiteindelijk , overtuigd door haar eigen onderzoek, zelf ook aan het sporten 3. Rond het afval in onze cellen (zoals restanten van vernietigde virus-deeltjes) vormt zich een membraan dat alles naar het lysosoom (de opruimfabriek) transporteert. Eiwitten verknippen het daar tot elementaire moleculen, klaar voor hergebruik. Beweging is gunstig voor dit proces.
3
Science.2012.355:281.