
7 minute read
Tom Trago: mix van disco en house
from High Life 11-04
by SoftSecrets
Tom Trago
Door: Arjan van Sorge
Het geluid van de Amsterdamse dj/producer Tom Trago is een mix van disco en house, en klinkt warm, relaxed en bezield. Geen wonder bij iemand die achter de knoppen graag een joint opsteekt.
Het nieuwe album heet Iris en staat boordevol gloedvolle, mid-tempo en laidback nummers, instrumentaal zowel als met zang. Tom Trago (28) is blij dat het maken van de plaat achter de rug is, het heeft hem toch alles bij elkaar zeker een jaar gekost. Tijd voor optredens, en de boer op met Iris! Te gek om te doen, maar ook weer niet echt iets nieuws: iedere club in Amsterdam heeft hem, na zijn verhuizing naar de hoofdstad zo’n 10 jaar geleden, vast al eens achter de draaitafels gehad. Ook in het buitenland is hij geen onbekende meer, de afgelopen vijf jaar draaide hij o.a. in Berlijn, Londen, Los Angeles en Sydney. En het blijft kicken.
Invloeden
Al jong kocht hij draaitafels van het geld dat hij met een krantenwijk verdiende, en niet veel later dj’de Tom op feestjes en buurtdiscotheken in en rond woonplaats Wijk bij Duurstede. Eenmaal in Amsterdam deed hij een jaar lang een opleiding management voor de non-pro tsector, iets dat al in de richting ging van festivals organiseren. Het dj-en en muziek maken groeide vervolgens uit tot zijn beroep. “Iets waar ik echt voor opsta en zin in heb.” Was het rond z’n vijftiende meer hiphop, soul en disco dat de klok sloeg, later ging het meer naar elektronische muziek toe, vooral de laatste twee jaar. “House en disco zijn voor mij zeker de grote invloeden van de afgelopen jaren, maar eigenlijk haal ik van alles door mijn eigen blender heen.”
“Voor mij is muziek maken een zoektocht naar mijn muzikale zelf. Als ik achter trends aanloop dan leidt dat af van de ontwikkeling die ik zelf door wil gaan als muzikant, om de muziek te vinden die het beste bij mijn oor past, die bij mijn gevoel hoort op dat moment. Mensen die sterk hun eigen koers varen zullen altijd ergens aan het begin van een nieuwe trend staan, en op die manier aanwezig kunnen zijn met hun muziek. Als dj heb ik veel trends zien komen en gaan, en dat maakt je er bewust van dat als je een trend volgt, dat die ook direct weer weg kan zijn. Ik denk dat je beter kan focussen op inspirerende muziek maken, en niet in welk hokje dat valt, of dat het trendgevoelig is. Daar kom je verder mee volgens mij.”
Iris werd 28 maart uitgebracht op het Rushhour label.
Echt los
“Een vriend van mij had MPC2000 van Akai, en ik keek met zulke ogen toe hoe hij stukjes nam uit soulplaten en drumbreaks, hoe hij geluiden inlaadde, en op die manier zijn eigen muziek daarvan maakte. Zo werkt dat dus! Toen was computersoftware nog niet zo voor de hand liggend als nu, je werkte meer met hardware. Het ging met die MPC2000 echt los voor mij! Later leerde ik projecten met mezelf aan te gaan en daardoor elke keer weer voor mezelf grenzen verleggen. Ik bedacht me dat als ik voor de rest van mijn leven verder met muziek wilde, het belangrijk zou zijn dat ik onderlegd raakte in muziek. Ik ging twee dagen per week naar een vooropleiding, dat was goed voor mijn muzikale ontwikkeling.”
“Maar heel goed met een instrument zijn is niet mijn weg, ik wil liever producer zijn, het totaalplaatje zien. Hoe krijg ik meerdere mensen in dat spectrum van geluid, hoe zet je dat mooi neer? Dat zijn allemaal keuzes die een producer moet maken. Het gaat erom wat ik het beste kan doen om goede muzikanten in hun krachten te zetten. En dat is nog steeds een uitdaging, helemaal als je gaat luisteren naar producers die jou al voor zijn geweest. Daar ben ik nog lang niet klaar mee! Producties uit de jaren 70, 80, een hele waslijst - en ik wil geen namen noemen omdat ik dan anderen weer te kort doe. Zelfs slechte producties kunnen heel vet zijn! New wave, rammelende sixties, er is niet zoiets als goed of fout. Het is meer van wat jij leuk vindt of niet.”
“Ik ben, vergeleken met het vorige album, op zoek gegaan naar meer liedjesvormen, naar een toekomstige popvorm. Je hoort nu meer refrein en couplet, en ik heb voor het eerst met zangers gewerkt - dat was niet zo op het vorige album. Er zitten nu teksten op. Sommige liedjes zou je in een ander format kunnen spelen, bijvoorbeeld akoestisch uitvoeren. Of afbreken en ontleden, dat als ik live speel sommige nummers uit hun context getrokken zullen worden. Op het album hoor je dan een liedje, maar live is het meer een technotrack die helemaal ontleed wordt tot iets minimaals. Of een sessie met muzikanten die dat dan interpreteren.”
Elke dag blowen
“Als ik muziek maak dan blow ik. En dat doe ik bijna elke dag, dus... Alleen als ik op reis ben blow ik meestal niet. Maar als
ik hier in Nederland ben, ontspannen in de studio, dan hoort een stukkie hasj er wel bij. Vroeger rookte ik veel meer wiet, maar op een gegeven moment werd dat te zwaar. Ik vond hasj ook altijd lekkerder van smaak, maar ik rook af en toe ook nog wel wiet hoor. Meestal als ik echt uitga of een lm ga kijken – dus als er van mij niet echt heel veel verwacht wordt. Het maakt me wat passiever. Maar ik heb ook wel eens dat ik er heel hyper van word, dat het juist zo werkt. Hasj is wel eerder wat ik rook dan wiet. Ik sta er trouwens niet mee op, ik heb wel echt m’n ochtend nodig, dat ik allemaal shit regel en zo, maar zodra dat allemaal gedaan is ga ik wel een jointje roken. Ermee ontspannen, of er juist muziek mee maken.”
“Het is niet zo dat als ik blow tijdens het produceren ik zo de weg kwijt kan zijn dat ik niet meer weet wat goed of slecht is. Het is wel zo dat je je af en toe op iets heel kleins focust, dan kun je naar een loopje zitten luisteren en er heel diep inzitten. Maar hoe langer je muziek maakt en hoe meer je blowt, hoe sneller je erachter komt, nee, dat is het niet. Ik moet hier niet teveel trippen, maar verder met de goeie shit. Het is wel soms jn om zo’n uitstapje te doen; door blowen word je vaak sneller door dingen gegrepen, ergens ingetrokken: als ik nou dat doe dan gebeurt dat – maar dat is tegelijkertijd ook een valkuil. Want op zo’n moment kun je je niet op het geheel van een liedje focussen. Je moet het inzetten waar nodig... Ik blowde af en toe al vanaf mijn vijftiende, maar sinds ik volledig voor muziek ben gegaan blow ik wel redelijk dagelijks. Ook dagen niet, trouwens.”
Polm of Ketama
“Het is niet zo’n levensbehoefte dat ik me er echt voor ga stressen om wat te regelen. Als het op m’n pad komt vind ik het heerlijk, helemaal als je op het strand bent, of dat soort plekken. Maar als ik moet gaan stressen om wat te halen dan is de lol er eigenlijk al af. En als je in het buitenland bent heb je vaak al zoveel impressies en zijn er al zoveel invloeden, dat blowen minder belangrijk wordt. In Amsterdam is alles al zo bekend voor me. Het is jn om je grid, je geest los te krijgen, maar dat gebeurt al automatisch in het buitenland, die prikkels zijn er al sneller.”
“Als wat ik rook maar goeie hasj is. Ik vind van alles op z’n tijd wel lekker, als het maar geen sterke of juist heel slappe hasj is. Ik heb meestal wel Polm of Ketama, een beetje mid-range hasj. Mellow. Vooral de smaak vind ik belangrijk! En ik houd meer van zachte hasj dan van dat gruisachtige, maar misschien is dat ook alleen maar omdat het lekker voelt. Het wisselt waar ik het haal, ik ben niet zo kieskeurig dat ik altijd een bepaalde soort wil. Juist die afwisseling is goed. Ik heb wel een stuk of tien shops in Amsterdam waar ik het liefst haal, zoals De Supermarkt, Siberië en De Republiek. Ik heb heel lang in De Rokerij gedraaid, daar heb ik nog wat vrienden om de hoek van m’n studio zitten.”