6 minute read

De mensen achter het VOC

Next Article
De eerste keer

De eerste keer

“Het is godverdomme lekker hè”

Door: Wernard Bruining

De organisaties ENCOD, VOC en Trekt Uw Plant steunen op vele vrijwilligers en vaste krachten. Wernard Bruining sprak met een aantal van hen, waaronder Jos Nijsten: “Tot op de dag van vandaag rook ik het graag in een klein pijpje, het is godverdomme lekker hè?”

Derrick Bergman (1971) is journalist, bij onder andere de VPRO en Essensie. Derrick is fotograaf, webmaster en woordvoerder van het VOC. Hij schrijft opiniestukken en

ingezonden brieven naar de politiek en de media. “Ik blow sinds mijn zestiende, dus nu al 24 jaar. Blowen is voor mij meer gaan betekenen door de jaren heen. Je kunt niet anders zeggen dan dat het je bewustzijn verruimd. Of dat de reden is waarom het verboden is? Ik lees daar heel veel over, ik heb een kleine bibliotheek daarover verzameld. Maar voor veel mensen is cannabis gewoon leuk, een beetje kicken, iets voor bij de lm, meer niet! We gaan met het VOC wel vooruit. De

“Opstelten zegt; van blowen word je dom. Ik zou willen zeggen, beledig mij niet.”

Jos Nijsten

Jos Nijsten (1951) schreef het prachtige boek Cannaclopedia en maakt een gelijknamige website waar een schat aan informatie over cannabis en industriële hennep te vinden is. In het verleden was hij lange tijd medewerker van Highlife. Ook maakte hij de eerste nummers van de Franstalige Soft Secrets. “In 1969 ben ik begonnen met cannabis. We maakten muziek met vrienden. Eén van de jongens was daarin wat verder geëvolueerd dan wij. Toen we eenmaal gerookt hadden, merkten we dat we ineens veel beter muziek maakten. Tenminste, dat was onze persoonlijke bevinding. Ik speelde bas en rammelde wat op een gitaar, maar spelen kan je dat niet echt noemen. Ik heb geen expliciet beroep, ik heb van alles gedaan, alleen dingen die ik interessant vond, dat wel. Een beetje muziek en ja, ik heb jaren op een advocatenkantoor gezeten. Daar deed ik de administratie, we werkten daar met zijn tweeën, de advocaat en ik. Ik woonde in Antwerpen en de wiet kwam daar aan met de boot uit Kongo, we hebben elkaar ontmoet en voilà! Tot op de dag van vandaag rook ik het graag in een klein pijpje, het is godverdomme lekker hè? Activisme in België? Ik wil niemand pijn doen, ik spreek dan niet over Encod en Trekt Uw

Plant, dat is een andere zaak, maar het straatactivisme. Je moet al veel doen om een blower van zijn stoel te krijgen, hij gaat al nauwelijks naar de brievenbus als er een Highlife insteekt, haha!”

Freek Polak (1942) is arts en psychiater, en vaste deelnemer aan VOC-vergaderingen en acties. Hij draagt kennis, wijsheid en respectabiliteit aan. Hij is tevens lid van de Stichting Drugsbeleid van Raymond Dufour. Freek treedt regelmatig op als procannabis spokesman op hoog niveau, zoals toen hij Antonio Maria Costa, de UN drugstsaar in Wenen in zijn hemd zette. Hij rookt nog regelmatig zijn wietje, niet iedere dag, maar vaker wél dan niet. Waarom? “Dat is verschillend. Als ik de stad in ga en denk, als ik wat rook dan wordt het nog leuker. Of als ik naar muziek ga luisteren. Of als ik met een vriendin ‘plannen’ heb. Als ik een moeilijk artikel ga lezen dan moet ik het juist niet doen. Aan de andere kant, sommige dingen die ik geschreven heb en waar ik nu nog tevreden over ben, heb ik grotendeels onder invloed gedaan. Maar die teksten heb ik wel de volgende dag gecontroleerd natuurlijk. Ik begon te blowen toen ik 17 was, op het Leidseplein. Daar was in gewone ouderwetse café’s hasj en wiet te koop, Thaise wiet op stokjes. Ik kom nu in coffeeshops: De Noon, De Tweede Kamer, Dutch Flowers, De Rookies. Het VOC? Natuurlijk zou je wat meer willen bereiken, maar er is ondertussen best wel wat bereikt. Het VOC heeft contact met alle lagen van de cannabiswereld, maar meer met de coffeeshophouders en de gebruikers. De growshops blijven op een afstand, die zouden zich meer moeten laten horen, denk ik.”

Derrick Bergman

Telegraaf had laatst een stelling van de dag: de wietpas lost niets op. Daar was 72% het mee eens, dat was enkele jaren geleden ondenkbaar! Het gaat de goede kant op. Uiteindelijk gaat het VOC het winnen. Daar ben ik van overtuigd. Het zal niet vanuit Nederland komen, het komt uit Spanje, uit Amerika, uit Tsjechië, desnoods uit België, maar Nederland zal uiteindelijk volgen.”

Darpan Verkuyk (1958) is de man achter de Canna Embassy. “We informeren het publiek, de media en de politiek over een bewust recreatief en medicinaal gebruik van cannabis. Ik ben 53 en cannabist sinds mijn vijftiende. Cannabis is een medium voor mij. Het ontdekken van zoveel verschillende culturen, mensen en achtergronden heeft mijn leven erg verrijkt. Niet alleen de cannabis zelf, maar het heeft ook gefungeerd als een soort brug, als een verbindend middel. Ik was heel lang werkzaam in de media. Ik ben begonnen als fotograaf, en vanaf 1985 ben ik gaan werken voor de lokale omroep in Den Haag. Daar heb ik camerawerk gedaan en later montages. Nadat ik de Media Academie volgde, ben ik gaan werken als editor voor het journaal en NOVA, voor de politieke redacties in Den Haag. Toen heeft mijn leven een heel andere wending gekregen. Ik had moeite met het gebrek aan inhoudelijke feiten en dat er minder ruimte is voor de onafhankelijke media. Het gaat steeds meer om het effect, niet om de informatie. Het gaat om a eiding en vooral om advertenties te verkopen. Gelukkig hebben we nu de nieuwe sociale media.”

Miranda Bruijn (1964) heeft een coffeeshop. En ze is activiste. “Ik blow al dertig jaar, zonder problemen. Mijn dochter ook, al vanaf haar zestiende. Ze studeert af, cum laude, twee richtingen, dus jongeren kunnen echt wel probleemloos roken. Ik was 17 toen ik begon, maar ik denk dat ik geen minuut dommer ben dan toen, integendeel! Opstelten zegt; van blowen word je dom. Ik zou willen zeggen, beledig mij niet. Nee, ik heb niet geblowd tijdens mijn zwangerschap. Er werd me verteld dat je dieper en langer inhaleert. En omdat tabak nu eenmaal schadelijk is, vooral voor het ongeboren kind, heb ik toen niet geblowd.

Mijn coffeeshop heet Colloseum, ook wel bekend als 123 in Rotterdam. We bestaan nu of cieel 15 jaar. Rotterdam was het proeftuintje van Opstelten. Wat hij hier heeft uitgeprobeerd wil hij nu landelijk invoeren. Wij zijn onze gokvergunning kwijt, onze terrasvergunning, onze drankvergunning, de leeftijd is verhoogd van 16 naar 18 en we moeten nu aan de wietpas. O ja, het afstandscriterium, daar kregen we ook mee te maken. Die maatregelen, de sluiting van 16 coffeeshops hier in Rotterdam, heeft een hoop mensen het illegale circuit in gejaagd, dat weet ik zeker. Wij zaten met zeven op een rij, er zijn er vijf weg en wij hebben het niet drie keer zo druk gekregen. Opstelten zegt dan, zie je wel, ze zijn gestopt. Ik ben er van overtuigd dat mensen al die rare maatregelen zat zijn en voor hun eigen supply gaan zorgen. Dus nu ofwel bij de thuisteler of bij zijn vriendjes kopen. Het VOC vind ik een heel mooie onafhankelijke organisatie waar ik veel tijd in stop. Héél veel vergaderen, organiseren, de Tweede Kamer informeren, maar ook de gemeenteraden. We tonen onze aanwezigheid met het Bevrijdingsfestival en het Cannabis Tribunaal. Het verbod wordt een keer opgeheven, dat weet ik zeker. Actie zorgt voor reactie. Ze zijn nu weer erg repressief bezig, daar komt een reactie op van de mensen. Ik geloof heel erg in het overleven van het fenomeen coffeeshop.”

Darpan Verkuyk

This article is from: