Keerpunt. 10 | 06 | 2016
'Ik mocht hem niet meer zien, want ik zou zijn dood worden' p. 4
Naar het klooster: 'Ik denk dat dit is wat ze roeping noemen' p. 10
We waren op vakantie en dachten: als we dit nou eens kunnen doen' p. 12
vers van de pers .3
Namens de redactie
‘Ik mocht hem niet meer zien, want ik zou zijn dood worden.” p.4
relaties& gezin
Beste lezer, Misschien was het u de vorige keer niet opgevallen. Misschien had u geen tijd om het te lezen Geeft niets, hier is er nog een. Inmiddels is het niet meer nieuw, maar de verhalen die erin staan wel. De redactie van het Algemeen Dagblad Utrecht presenteert u graag de tweede uitgave van de maandelijkse bijlage: Keerpunt. Met deze bijlage hopen wij u te blijven verassen. Het is immers een cadeautje wat u eens per maand gratis bij het Algemeen dagblad krijgt. Iedere eerste zaterdag van de maand ontvang u deze bijlage waarin u verhalen kunt lezen van inwoners uit de provincie Utrecht. Deze mensen hebben het roer omgegooid en zijn een heel ander leven gaan leven sinds dat keerpunt. Sommigen hadden geen keus, omdat voor hen het roer om is gegooid. Dat betekent niet dat de verandering niet goed is geweest. De verhalen zijn aangrijpend, mooi en bovenal inspirerend. Wacht niet langer en gooi zelf dat roer om! Doe wat je gelukkig maakt en begin bij jezelf! Er zijn waargebeurde verhalen en interviews te lezen over relaties & gezinnen, over buitengewone mensen en over hen die hun droom waargemaakt hebben. In de bijlage kunt u die categorieën rechts bovenin terugvinden met al herkenningspunt de
pijl. De verhalen gaan over mensen die al een hele carrière erop hebben zitten, of juist over hen die nog moeten beginnen. Elke uitgave zullen er ook verschillende columns te lezen zijn. Deze zijn geschreven door bekende columnisten, die schrijven met “verandering” als hoofdthema. Verandering kan eng zijn, maar hoeft niet slecht te zijn! Heeft u weleens aan verandering gedacht? Het moment in je leven dat je denkt: Nu ga ik doen wat ik altijd al heb willen doen. Je verhuist voorgoed naar Italië, omdat daar altijd de zon schijnt. Je zegt je baan op, want zo spannend was het inderdaad niet meer en begint je eigen Bed & Breakfast. Wat heb je te verliezen of wat houdt je tegen? Misschien heb je dat moment al gehad. Misschien hoopt je nog dat het gaat gebeuren, of juist helemaal niet. Maar waar wacht je nou eigenlijk op? Wij, de redactie van het Algemeen Dagblad Utrecht, hopen u te inspireren. Niet denken maar doen! Niet twijfelen, maar doorzetten. Het is nooit te laat om te doen wat je leuk vindt. Maak jezelf gelukkig! Bent u geïnspireerd geraakt door onze eerste uitgave, of door deze? Laat het ons weten en wie weet kunnen we anderen met uw verhaal inspireren.
carriere
‘Ze wilden niet zo’n ‘oude man’ achter de bar hebben staan’ p.6
‘Ik denk dat dit is wat ze roeping noemen’ p.10
Droom
buitengewoon
‘We waren op vakantie en we dachten: als we dit nou eens kunnen doen’ p.12
Met inspirerende moed, De redactie van Keerpunt. Bijlage van het AD Utrecht
Voor vragen en opmerkingen kunt u terecht bij: ad-redactiekeerpunt@utrecht.nl 24II BB, Vredenburg, 3511 Utrecht 088 050 5050
‘ik kan nergens duidelijk zien waar ik heen moet’ p.19
Column
Geboren in Utrecht en gestudeerd in Arnhem. Gefietst naar Damascus en vervolgens weer terug naar Nederland gekomen om weer verder reizen naar China. Tenminste, dat was het plan. Sophia Anastasia (54) wilde de wereld zien en liet haar door niets en niemand tegenhouden. Nooit. Door Karlijn Boddeus
Liefde voorbij grenzen “Ik heb gestudeerd aan de kunstacademie in Arnhem. Niet dat ik zo van kunst hield, maar ik hield wel van knutselen, tekenen en schilderen. Blijkbaar had ik talent en dat werd gezien door mijn moeder en mijn kunstdocent van de middelbare school. Ik had er nooit aan gedacht om iets met kunst te studeren, maar mijn moeder nam me aan de hand naar de kunstacademie. Toen ik eenmaal aangenomen
was en er studeerde was het verschrikkelijk. Dan heb ik het over de jaren ’80 en dat was een dieptepunt voor de kunst. Je was namelijk pas een echte kunstenaar als je door een diep dal was gegaan en als gevolg frustratiekunst maakte. Ik zag die studie dus echt niet meer zitten. Gelukkig kwam ik Jacob tegen op school. Een hele leuke jongen die van reizen hield. Het leek mij ook fantastisch om meer van de
Lorne, Sophia en hun dochter in Bali.
wereld te zien en weg te gaan van de academie, dus nam hij me mee. Elke vakantie gingen we samen liftend de wijde wereld in. We reisden gratis de wereld over, sliepen nooit in hotels, maar bij vreemden en zorgden ervoor dat we er iets voor terug konden doen. Van Frankrijk tot Turkijë. Van tekeningen maken als betalingsmiddel tot entertaining. Reizen was echt mijn ding.”
Op de fiets naar Afrika “Het reizen met Jacob was fijn. Voor een schoolproject besloten we om naar Afrika
“Ik mocht Lorne niet meer zien, want ik zou zijn dood worden”
te fietsen. We zijn niet verder gekomen dan Damascus en toen zijn we teruggekeerd. We waren een paar maanden weg en voor we het wisten kwamen we weer terug op de kunstacademie. We keken elkaar aan en zeiden tegen elkaar: Wat een vergissing zeg, dat we naar Nederland zijn terug gegaan! We wilden weer weg, maar nu voor altijd. Voor het gemak en de praktische redenen trouwde ik met Jacob. Onze families waren gek op ons en dachten dat we echt verliefd op elkaar waren, maar we wilden ons huwelijk zo stil mogelijk houden. Het is nou eenmaal veiliger om getrouwd te zijn als je samen reist. We hadden een Chinees visum in ons paspoort en al liftend gingen we er weer vandoor. We kwamen door Turkije, Pakistan, Iran en India. Er was van alles gaande, maar we bleven nooit lang. Tot we in Nepal kwamen, wat grenst aan China. We zaten bij de grens van Tibet, wat destijds een bezet gebied was. Ik had de behoefte om te blijven en te rusten in Kathmandu, maar Jacob dacht daar anders over. Er werd gezegd dat je vanuit Nepal niet in Tibet kon komen, maar daar trok Jacob zich niets van aan. Hij besloot om het te proberen en het lukte. Twee weken later kwam hij me weer halen in Kathmandu. We besloten om beide onze eigen weg te gaan. Ik reisde naar Singapore en bleef daar nog zo’n acht maanden. Waar Jacob heen ging weet ik niet, maar we kwamen elkaar weer op Bali tegen. Vanuit daar zouden de vliegtickets naar Nederland goedkoper zijn. Bali is namelijk echt een toeristeneiland. We zijn terug naar Nederland gegaan en daar ben ik van Jacob gescheiden. Dat hadden we namelijk al afgesproken voordat we gingen
relatie & gezin .05
Sophia laat haar reis naar Bali zien.
niet mijn schuld. Na acht maanden ben ik weer teruggekeerd naar Bali met onze dochter. Ik wilde best ergens anders wonen, maar Lorne had al een huis voor ons gekocht vlakbij dat van hem. Elke dag kwam hij langs en ons contact herstelde. Ik kwam erachter dat Lorne nooit wilde dat ik weer naar Nederland vertrok, maar dat zijn hele familie slecht over mij praatte. We ontdooiden en werden weer een gezin met zijn drieën. Tot Lorne bijna vijftig werd. Deze dag zou een vervelende dag worden met zijn familie, die niet wist dat ik weer terug op Bali was. Lorne zei: Ik sla die verjaardag gewoon over hoor, dan ben ik er niet. Drie weken voor zijn vijftigste verjaardag brak hij zijn been en kwam hij in het ziekenhuis terecht. Daar overleed hij en niemand weet waarom. Die vijftigste verjaardag is er dus nooit gekomen. Een echte kunstenaar In totaal heb ik veertien jaar
trouwen. In Nederland wilde ik weer terug naar Bali, dus ik ging. Deze keer zonder Jacob” Op Bali kan alles “Op Bali was alles mogelijk wat in Nederland onmogelijk was. Ik kon mijzelf ontplooien en ontwikkelen in de kunst. Het was er geweldig. Het zou mooi zijn als iedereen in Nederland ooit eens twee jaar in een ander land zou
“Reizen was echt mijn ding” wonen. Er is namelijk veel meer dan Nederland, maar voor twee weken naar Spanje vliegen vind ik onnodig en is niet goed voor het milieu. Ik ging weer terug naar Bali en op een dag leerde ik een man kennen die een huis wilde bouwen. Zulke dingen kun je namelijk zomaar doen op Bali. Lorne heette de man en
hij was wel zestien jaar ouder dan ik. Ik had nooit een oogje op zijn uiterlijk, maar zodra ik hem mocht helpen met het bouwen en ontwerpen van het huis begon ik steeds meer op zijn persoonlijkheid te vallen. Hij was zo vriendelijk en we lagen elkaar zo goed. Zo’n man zal ik nooit meer tegen komen. Op de een of andere manier gebeurde het toch dat we geliefden werden en na anderhalf jaar kregen we samen een dochter. Zijn familie stond niet achter onze relatie en dacht dat ik uit was op Lorne zijn geld. Zijn moeder waarschuwde hem dat het foute boel was en dat ik hem kapot zou maken. Niet veel later kreeg Lorne een hartaanval en zijn moeder gaf mij de schuld en vertelde mij dat ik moest gaan. Ik mocht Lorne niet meer zien, want ik zou zijn dood worden. Gedwongen voor zijn leven vertrok ik met onze dochter naar Nederland. Ik wilde niet dat hij dood zou gaan, ook al was het natuurlijk
op Bali gewoond. In het laatste leerde ik een Amerikaanse man kennen die met mij mee naar Nederland kwam, tot ik hem vertelde dat ik zwanger van hem was. Hij vertrok en ik heb hem nooit meer teruggezien. Ik stond er in Ned-
“We wilden weg, maar nu voor altijd” erland weer helemaal alleen voor, maar nu met een dochter én een zoon. Ik werd au pair en nam mijn eigen kinderen mee. Ik had geen tijd meer om te schilderen, ik moest er zijn voor mijn kinderen. Acht jaar geleden ben ik toch weer begonnen met schilderen en huur ik een eigen atelier. Nu de kinderen ouder zijn kan ik schilderen voor een inkomen. Zo vrij als een vogel voel ik me nu. Ik heb ontzettend veel meegemaakt en heb me ook tijden onveilig gevoeld,
Sophia heeft de wereld over gereisd.
waar ook ter wereld. Toch heb ik nergens spijt van. Het zijn mooie ervaringen die ik iedereen kan aanraden. Tegenwoordig zal dit op andere manieren gaan. We vliegen alleen al meer dan dat we nog over land reizen. Reis de wereld over en doe kleine dingen voor een ander. Dat heeft mij en anderen veel goeds mogen bezorgen. Ik ben door een diep dal gegaan, maar ik maak geen frustratiekunst. Ik ben een echte kunstenaar.
Biografie Wie: Sophia Anastasia (artiestennaam) Leeftijd: 54 (1961) Geboorteplaats: Utrecht Woonplaats: Utrecht Kinderen: 1 dochter (23) en 1 zoon (15) Opleiding: ArtEZ
In de ochtend heeft Jan maar drie dingen nodig: de krant, een kop koffie en een sigaret
“Ik ben gewoon Jan de
barman”
Jan Stellingwerff (65) is inmiddels met pensioen, maar heeft veel van zijn tijd doorgebracht achter de bar. Het kroegleven was hem op het lijf geschreven. Jarenlang stond hij achter de bar van Gasterij, inmiddels Lokaal 9, zijn klanten van drank te voorzien. De overname van Gasterij viel Jan erg zwaar. Door Vick ten Wolde Bij binnenkomst van het appartement van Jan krijg je vrij snel het gevoel dat je een studentenkamer binnenloopt. Het ruikt naar sigaretten en koffie, de piano is omgedoopt tot een tijdelijk bureau en op tafel ligt de krant vlak naast een volle asbak. Het is ook een beeld dat past bij het eeuwige vrijgezellenleven en het leven van een barman. Ofwel, het leven van Jan.
Het begin Op jonge leeftijd verhuisde Jan vanuit Friesland naar Utrecht om diergeneeskunde te gaan studeren aan de universiteit. Dit deed hij twee jaar, maar het was niet echt wat hij zocht in het leven. Hij besloot medicijnen te gaan studeren, maar ook dit maakte hem niet gelukkig. Jan hield niet zo van studeren, maar wel van kroegen, bier en vrouwen. Jan
was een mensenmens, een man die energie krijgt van de mensen om zich heen en het hebben en onderhouden van een groot sociaal netwerk. Hij nam een bijbaantje als barman en kreeg al snel een vaste baan aangeboden. “Het horecaleven ligt mij wel. Je leert zoveel mensen kennen. Je ziet ze komen en gaan. Sommige vaste klanten van vroeger, die dan aan mijn bar kwamen
staan, zijn nog steeds goede vrienden van mij.” De jaren vlogen voorbij. Jan werd een gewaardeerde en bekende Utrechter. Het kroegleven kende Jan, en Jan kende het kroegleven. Maar wie ouder wordt, krijgt ook te maken met fysiek ongemak. Dat maakte Jan hoogstpersoonlijk zelf mee.
Terug aan het werk Op 61-jarige leeftijd werd Jan geopereerd aan zijn nek, een zenuwoperatie. De medische ingreep verliep succesvol, maar daardoor is Jan nu wel slecht ter been en loopt hij mank. De barman heeft lang moeten revalideren. Hij kreeg thuiszorg, ergotherapie en fysiotherapie. Het niet kunnen werken viel hem zwaar. “Ik heb altijd graag gewerkt. En
carriere .7 dat kon nu niet. Ik zat thuis niks te doen. Maar ach, dat hoort misschien ook wel bij ouder worden.” Het waren voor Jan moeilijke tijden, maar hij bleef altijd positief. “Ik heb op dat moment nooit overwogen te gaan stoppen met werken.” En dat deed Jan ook niet. Op het moment dat hij weer zelfstandig door het leven kon gaan zocht hij direct zijn plek weer op: de bar. Voor Jan was een dergelijke operatie, het stilzitten en niet kunnen werken gewoon iets wat bij het leven hoorde. Dat zag hij niet als een keerpunt. Maar toen de Gasterij werd overgenomen leek de klok wel even stil te staan.
“Je ziet wel eens van die reclames op tv, waar oude mensen in hun eentje uit het raam staren naast hun geraniums. Dat kan wel, maar dat wil ik niet” Omslag Toen Jan 53 jaar was werd zijn geliefde kroeg, Gasterij, overgenomen door een aantal jonge ondernemers. Jan was goed bevriend met de eigenaar van Gasterij en had ook interesse om de bar, waar hij al bijna zijn hele leven lang stond te tappen, over te nemen. Zijn baas en goede
vriend besloot echter voor een betere deal te gaan en verkocht zijn zaak aan Lokaal 9. Jan voelde zich verraden. “Vertrouw je vriend niet ook als het je baas is. Je wordt genaaid waar je bijstaat.” Het enige waar Jan op dat moment zeker van was, was dat hij zijn werk achter de bar voort kon zetten. Jan was toentertijd namelijk in bezit van een vast contract. En dat betekende dat zijn nieuwe bazen hem niet konden ontslaan. Zijn nieuwe werkgevers maakte het Jan absoluut niet makkelijk. De 53-jarige barman ging een zware tijd tegemoet. “Ik was 53 en ze wilden mij weg hebben. Ze hebben mij alle leuke dingen ontnomen. Ze wilden niet zo’n ‘oude man’ achter de bar hebben staan. Ze hebben mij een jaar lang het leven zuur gemaakt door mij alle rotklusjes te laten oplossen. Het was een soort pestcultuur. Ik veranderde van het middelpunt naar niets. Dat deed pijn. Ik bracht bijna geen tijd meer door achter de bar. Mijn plek. Ik heb het toen heel moeilijk gehad.” De frustratie is tot op de dag van vandaag nog steeds in zijn ogen te zien. Jan zag dat moment als een omslag in zijn leven. “Ik ben gewoon Jan de barman, ik hoor daar te staan!”, zegt Jan boos. “Iedere lul kan wel een pilsje tappen of een kaasplankje serveren, maar je moet er veel meer van maken. Ik ben erg persoonsgericht, ze kennen mij hier.” De kroeg zat steeds minder vaak vol. Jans’ vaste klanten verdwenen stukje bij
De bar van de zaak waar Jan vroeger de biertjes tapte
De enige echte liefde in Jans’ leven: Lokaal Negen, vroeger Gasterij
beetje en Lokaal 9 had het moeilik. “Mijn werkgever kon niet meer om mij heen en gelukkig zagen ze het belang van mij in. Ik mocht na een jaar lang weer de leuke dingen gaan doen. En daar was ik erg blij mee.” Langzaam verdwenen die ietwat gefrustreerde gelaatstrekjes en veranderde een boze blik weer in een lach. “Ik kan wel echt met trots zeggen dat ik de allermooiste baan van de wereld heb gehad.” Nu Jan met pensioen is heeft hij er vrede mee dat hij niet meer hoeft te werken. Zijn leven veranderde drastisch van een druk kroegleven waar je vaker de maan dan de zon zag schijnen, naar een leven met nieuwe hobby’s zoals
bridgen en tennis. Aanpakken De telefoon gaat. Jan begint Fries te praten. Het is zijn moeder. “Mijn moeder belt mij elke dag, rond 11:00, om te kijken of ik er nog ben”.
‘Vertrouw je vriend niet, ook als het je baas is. Je wordt genaaid waar je bijstaat’ Sinds de zenuwoperatie maakt zijn moeder zich meer en meer zorgen om haar zoon. Maar Jan zit nog steeds vol energie
en lijkt er nog heel wat jaren aan te willen plakken. Het leven is daarentegen wel een stuk minder druk geworden. “Ik heb mijn hele leven gezopen, dus die omslag was wel even wennen ja”, zegt Jan lachend. “Je ziet wel eens van die reclames op tv, waar oude mensen in hun eentje uit het raam staren naast hun geraniums. Dat kan wel, maar dat wil ik niet” Jan heeft volgens eigen zeggen nooit een saai leven gehad en is van plan het niet anders aan te pakken dan hij altijd al heeft gedaan. “Ik bridge twee keer per week en borrel nog vaak met vrienden. Ga vaak op vakantie en bezoek ook vaak het theater, daar kan ik echt van genieten”. Jan draait nog een sigaret en lijkt even in gedachte verzonken te zijn. “Weet je wat het ook is als je ouder wordt. Alles wordt minder”, na een diepe zucht gaat hij verder. “Klanten vallen weg, collega’s vallen weg en je vrienden vallen weg. Ik heb de afgelopen vijf maanden twee vrienden moeten begraven”. Het is even stil. Jan neemt nog een hijs van zijn peuk en loopt richting de keuken en zijn koffiezetapparaat. Inmiddels is hij aan zijn derde kop koffie begonnen als hij zijn verhaal afmaakt. “Je raakt na je pensioen wel afgesloten van de samenleving. Dat ben ik niet gewend. Het wordt financieel moeilijker, je moet je gezondheid steeds beter in de gaten gaan houden terwijl steeds meer mensen uit je directe omgeving overlijden. Dat is wel heftig”.
opinie .9 Ingezonden brief
Sigarettenpakjes Er was een tijd dat roken stond voor kracht, spanning, sportiviteit en glamour. Reclameaffiches toonden cowboys te paard, avonturiers in de jungle, stralende vrouwen in een avondjurk of net terug van de tennisbaan. Op verjaardagen stonden glazen met sigaretten op tafel, binnen een kwartier stond de huiskamer blauw van de rook en jonge kinderen zaten er gewoon bij. In 1958 rookte zestig procent van de Nederlanders. In 1990 was dat nog maar 35 procent en vorig jaar 25 procent. Sinds de gezondheidsschade duidelijker werd, is het aantal rokers gestaag gedaald. Dat is mooi, maar het betekent
Maar als roken zoiets vreselijks is, waarom doet de overheid er dan niet meer tegen? tegelijk dat er een soort harde kern overblijft; het wordt steeds lastiger het percentage verder omlaag te krijgen. Er moeten steeds nieuwe maatregelen worden bedacht. In 1994 kwamen er waarschuwende teksten op de verpakking. Vanaf deze week komen er gruwelijke plaatjes bij van wat roken met je lichaam doet. Dat schijnt iets te helpen, blijkt in landen die er al ervaring mee hebben. Meer mensen willen stoppen met roken en minder mensen willen ermee beginnen. Of ze ook echt hun gedrag veranderen, is minder duidelijk. Het effect op langere termijn – je kunt aan die pla-
tjes wennen – is nog niet onderzocht. Het belangrijkste is of die foto’s jongeren kunnen weerhouden om te beginnen met roken. Nog altijd rookt in Nederland een kwart van de achttien- en negentienjarigen iedere dag. Voor pubers zijn de gruwelijke foto’s niet het effectiefste middel. Bij een plaatje van een verrot gebit of verkoolde longen denken ze: ik poets goed mijn tanden, ik doe aan sport en leef redelijk gezond. Enge ziektes – dat is iets van oudere mensen. Dat worden zijzelf natuurlijk ook een keer, maar jongeren zijn geen kampioenen in vooruitdenken. Om effectief te zijn moeten die plaatjes niet alleen indruk maken op de rokers, maar vooral in hun leeftijdsgroep: wordt erover gepraat, gaan ze het ranzig vinden, komt er iets van groepsdruk om te stoppen? Zo niet, dan wennen ze waarschijnlijk gauw aan de plaatjes. Of ze gaan vrolijke hoesjes voor shag- en sigarettenpakjes kopen. Maar als roken zoiets vreselijks is als die plaatjes moeten suggereren, waarom doet de overheid er niet méér tegen? Uit het buitenland is bekend dat het nog beter werkt als shag en sigaretten in een grauwe, merkloze verpakking zitten – niet met vrolijke kleuren en logo’s. En als ze niet zichtbaar zijn uitgestald in de winkel, zodat je er speciaal om moet vragen. En vooral: als de prijs nog eens flink omhoog gaat. En een overheid die echt wil, kan plannen bedenken om de verkoop geleidelijk uit te bannen. Bij dit kabinet is de weerzin tegen een écht antirookbeleid merkbaar. Een volgende minister of staatssecretaris van Volksgezondheid kan er naam mee maken. Kees Hendriks (54), Houten
Stelling
Moeten pakjes sigaretten nóg enger worden gemaakt? Brent Vleesenbeek (23), student, Utrecht Als je het doet, doe het dan goed. Hoe afschrikwekkender, hoe beter. Maar ik denk niet dat het afschrikwekkende effect nog kan worden vergroot door nóg ergere plaatjes, teksten of wat dan ook. Lekker zo houden dus. Martien Stam (71), gepensioneerd chauffeur, Nieuwegein Gewoon een algeheel rook- en verkoopverbod is een beter signaal. Maar ja, die schatkist hè. Hendrik Blokhuis (53), directeur, Bilthoven De gemiddelde game die onze jongeren spelen laat heftigere beelden zien. Of je verklaart tabak illegaal of je staat ’t toe en bemoeit je er niet mee. Cor Verkade (57), vastgoedbelegger, Amersfoort De overheid moet het waken over de volksgezondheid serieus nemen en daarbij hoort ook het waarschuwen voor gevaarlijk gebruik van overbodige genotsmiddelen als sigaretten, suiker, vetten etc. Wellicht dat de focus
nu te veel op het ene thema ‘roken’ ligt.
Suze de Wolff (37), vrijwilliger, Utrecht Afschrikwekkende reclame op sigarettenpakjes, hoe erg ze ook worden gemaakt, heeft weinig effect. Het is een verslaving. Een grote dosis zelfdiscipline is beter; maar veel moeilijker. Koos de Geest (59), arts, Houten Afschrikwekkender dan de aanblik van een eindstadium van COPD, al dan niet gecombineerd met een kwaadaardige longtumor zal niet gauw lukken. Misschien helft het om te laten zien hoe gerimpeld de huid ervan wordt – die cosmetica helpen echt niet. Tessa Bos (21), student, Utrecht Ik vind het geweldig dat roken steeds abnormaler wordt. Denk allen niet dat nog ergere plaatjes werken. Daar kijken rokers wel overheen
Leven in een klooster: ‘Ik sta dichter
Wanneer je er langs loopt zal het niet meteen opvallen, maar achter de gevels van een gebouw naast de Sint-Jacobskerk leven vrouwen op basis van het geloof samen. Ja, midden in de binnenstad van Utrecht, vlak aan de Oude Gracht staat een klooster. Het klooster van de Zusters Augustinessen van Sint Monica. Een van hen is zuster Corbière (94). Door Denise Kwant
Intreding in het klooster
mezelf daar niet.’’ Toen ze eenmaal toch contact op had genomen met de Op haar 27e komt ze voor het eerst in aanraking met het klooster. ‘’Ik had al Zusters Augustinessen, viel ze ervoor. vier baantjes gehad en was vlak voor ik ‘’Ik vond het meteen zo gezellig in het klooster kwam maatschappelijk en de levenshouding die er heerste paste helemaal bij mij. Ik kan het niet werkster in de Nicolaaskerk in Amsterdam. Een goede baan en ik had uitleggen, maar ik denk dat dit is wat het erg naar mijn zin’’, vertelt ze. Toch ze een roeping noemen’’, vertelt zuster Corbière met een glunderend gezicht. wist zuster Corbière dat ze dit niet haar hele leven vol zou gaan houden. ‘’Toen ik in het klooster kwam werd ‘’Ik zag veel dingen, veel armoede en verdriet. Maar wie was ik om daar echt niet gekeken naar wat ik kon of wat voor opleiding ik gedaan had. Dat vind iets aan te kunnen doen? Ik kon niets doen en dat ergerde mij. Ik wilde echt ik het fijne van onze levensstijl. We zijn ons er bewust van dat wij niet beter of iets kunnen betekenen.’’ slechter zijn dan andere mensen. Om zuster te worden in ons klooster heb Toen iemand haar had gewezen op een nieuw kloostergemeenschap in Utrecht, wilde ze er eerst niks van weten. ‘’Ik had nog echt dat oude beeld van een klooster. Toen ik van de middelbare school kwam ging er een meisje naar het klooster. Dat vond iedereen zo raar en ook ik zag
‘Ik denk dat dit is wat ze roeping noemen’
Boven: Vroeger werd een gedeelte van het gebouw gebruikt als kindercrèche, de schilderingen herinneren hier nog aan. Onder: Een kamer in het klooster is ingericht als kapel.
je enkel een gezond verstand nodig, en natuurlijk moet je de handen uit de mouwen kunnen steken!’’
Midden in de samenleving
Een klooster waar de zusters compleet afgesloten zijn van de samenleving? Nee dat is hier absoluut niet het geval. De zusters hebben zich vanaf de oprichting in 1934 ontzettend ingezet voor de samenleving. ‘’Ik denk dat ik nog dichter in de maatschappij sta dan de meeste mensen van nu. Zo hebben we vroeger Meisjesstad opgebouwd, wat overigens inmiddels niet meer van ons is. In Meisjesstad vingen we alleenstaande dakloze vrouwen op die zwanger waren of een kindje hadden.’’ Ook stond het klooster altijd open voor daklozen en andere mensen die hulp nodig hadden. ‘’Het Christendom is goed doen en vanaf het begin af aan wilden we dienstbaar zijn.’’ Het ideaal van de zusters is duidelijk: iedereen is gelijk en iedereen verdient dezelfde
kansen. Deze kloostergemeenschap wil compleet onafhankelijk zijn van de overheid. De zusters hebben dan ook geen betaalde banen. Toch moest er geld binnenkomen voor het voeden en verzorgen van de daklozen en andere hulpbehoevenden. ‘’Vrienden. We hebben veel vrienden die ons helpen en giften brengen. Toch is dit meestal niet genoeg. Om geld op te halen voor meisjesstad hebben we 50 jaar lang loten verkocht.’’ De zusters reisden het hele land door. ‘’We waren nog jong en duidelijk anders dan de andere zusters toen in Nederland. Zo liftten we wel eens van plek naar plek. Velen
‘Wij deden de dingen een beetje anders dan gebruikelijk’
buitengewoon .11
in de maatschappij dan de meesten’ vonden dit een schande, zusters die aan het liften waren!’’, roept zuster Corbière lachend uit. ‘’Maar wij deden de dingen nu eenmaal een beetje anders dan gebruikelijk. Ja, wij zijn vrij.’’
Leven in een klooster
Een rondje door het klooster, wat voor het grootste gedeelte bestaat uit witte gangen en kamers waar de zusters onder andere samen kunnen eten, lezen en werken. In de kapel komen de zusters elke ochtend om half acht bij elkaar voor het gebed. Er worden stukjes gelezen uit de bijbel en uit de belijdenissen en andere schriften van Augustinus, de grondlegger van het Christendom in Europa. Zoals de naam van de zusters al doet vermoeden, wordt er in de gemeenschap geleefd volgens de idealen van deze bisschop, theoloog, filosoof en kerkvader. ‘’Hij is onze inspiratie en het lezen van zijn stukken verveelt nooit. In zijn belijdenissen beschrijft hij zijn
zoektocht, de zoektocht naar geluk. Het hele leven is een zoektocht. Vanaf het moment dat je uit God’s handen komt totdat je weer terug naar hem gaat, dat is een zoektocht. En blijf vooral zoeken!’’ Zuster Corbière kan uren over praten over het kloosterleven. Ze draait er inmiddels ook al 66 jaar in mee. Alle verhalen gaan gepaard met een lach op het gezicht. ‘’Ik heb echt een ontzettend fijn leven gehad. Een rijk leven ook, niet rijk met geld maar met mensen om mij heen. Nee ik ben niet getrouwd en ik heb ook geen kinderen, maar toch denk ik dat ik minder alleen ben dan anderen. Kijk maar om je heen, al de zusters die hier rondlopen! In de tijd van Meisjesstad hadden we ook nog eens heel veel kinderen hier wonen. Nee ik zal nooit spijt hebben, ik had een droom en heb deze ook nagejaagd.’’ Of in de toekomst andere jonge vrouwen deze droom ook nog zullen najagen is onzeker. Vanuit de Zusters Augustinessen van Monica is een nieuwe gemeenschap opgericht die wat meer de jongeren aan wilt trekken. ‘’Ik ben me er bewust van dat de wereld zo veranderd is dat een jong persoon niet meer kan functioneren op de manier zoals wij hier leven. Maar ik ben me er ook bewust van dat mensen blijven verlangen naar steun en naar het zoeken van een boodschap. Ik denk daarom dat een klooster die Augustines kan vertalen in deze tijd wel degelijk een toekomst heeft.’’
‘Ik had een droom en heb deze ook nagejaagd’
In de zomer dragen de zusters een wit habijt, in de winter een zwarte
Zusters Augustinessen van Sint Monica In 1934 is in Utrecht het eerste klooster opgezet van de Zusters Augustinessen van Sint Monica. Inmiddels heeft de gemeenschap zeven locaties door heel het land gehad en bestaat het uit 52 zusters. Deze zusters zetten zich in voor verschillende dingen, waaronder: Parochiewerk, huisbezoek, ziekenbezoek Hulp bij voedselbank Utrecht Nazorg van contactgezinnen rond de opvang Ontvangen van groepen: jong en oud Vertellen over het leven- en werk, in- en buitenshuis Wekelijks vrijwilligerswerk bij zorginstellingen en zieken huizen in de stad. Casella is in 2001 opgericht als leefgroep en is inmiddels naar Hilversum verhuisd. De groep is opgericht door diverse zusters met als droom om op eigentijdse manier gestalte te geven aan hoe goed het is om als zuster te leven. In Casella is het mogelijk om voor kortere tijd te verblijven. Midden in de bossen is het een stille plaats waar je dichtbij de natuur bent. ‘’Bidden en helpen, dat is kortweg ons leven. Wij geloven dat de wereld daar mooier van wordt. Sterker nog, dat ervaren wij elke dag opnieuw.’’ Bron: zustersaugustinessen.nl
In de kapel zit zuster Corbière elke ochtend voor het gebed
Dromenjagers in het Utrechts
ondernemerschap In het hart van de stad en aan de voet van de Dom bevindt zich het trots van Paul (38) en Sander (34) Haarsma-Bakker: het oude stadspand met daarin hun twee bedrijven en eigen woning. Het stel dat nooit stilzit, opende in december 2014 hun eigen ondernemingen. Paul vertelt hoe het duo samen al hun dromen najaagt. Door Sanne Veldhoven
Love is in the air Sander en Paul leerden elkaar zo’n dertien jaar geleden kennen bij de sollicitatie van Paul om steward te worden: “Mijn oom die piloot was, zei altijd: als je niet weet wat je wilt, dan ga je lekker vliegen. Sander was daar host, die ving mij en alle andere sollicitanten op. Hij kwam binnen en ik dacht: wow!” Paul zat met Sander op zijn tweede vlucht als steward en later zijn de twee samen
naar huis gegaan: “We kwamen er toen achter dat we zoveel raakvlakken hadden en sindsdien is hij nooit meer weg gegaan.”
geweest niet, dat vond ik niet meer leuk”, legt Paul uit. Hij ging terug de zorg in, in een ziekenhuis in Utrecht, waar de twee samenwoonden.
Paul begon zich na anderhalf jaar te storen aan de onvriendelijke vakantiegangers. “Ik kwam uit de zorg voordat ik steward werd. Mensen die je tegenkomt in de zorg, die mogen echt wel zeuren, maar als je net op vakantie bent
Zuid-Franse zon Een half jaar later stopte Sander ook, die de ambitie had om bij de politie te gaan: “Toen ik bijna klaar was met doorleren, begon Sander aan zijn opleiding. Zo waren we altijd samen aan
Sander en Paul in een toen nog lege zaak
het doorgroeien en elkaar daarin aan het ondersteunen”, zegt Paul. Sander heeft bijna acht jaar bij de politie gezeten en Paul werkte tien jaar in de zorg.”Die organisaties zijn beide zo groot, dat we ons op een gegeven moment afvroegen: voor wie ben ik nou aan het werk? Op vakantie in Zuid-Frankrijk zaten we bij een heel schattig horecatentje waar die mensen zelf naast woonden. We dachten: als we dit nou eens zouden kunnen doen”, zegt Paul glunderend. In de Franse zon is hun grootste avontuur begonnen. “We gingen lijsten maken, wat wel, wat niet, prioriteiten, weer een nieuw lijstje, opnieuw brainstormen, huis te koop zetten, tweede auto eruit; we gaan opnieuw beginnen”, somt Paul op. “We zeiden tegen elkaar: als we onze banen niet opzeggen, dan gebeurt er niks en blijft het alleen maar onze droom. Ik kwam thuis en ik zei: nou, ik heb mijn baan opgezegd. Waarop Sander zei: ik zou toch eerst? Dan zeg ik nu ook op!”, zegt Paul lachend. “We hadden nog niks behalve die grote droom. Iedereen verklaarde ons voor gek. Maar je moet op een gegeven moment het lef hebben en tegen jezelf zeggen: we zien wel”.
Na zo’n drie jaar is hun droom werkelijkheid. Anne & Max Het duo was eigenlijk niet van plan om te franchisen, maar compenseren was noodzakelijk: “De bank ziet ons al aankomen: hoi, we hebben geen ervaring maar denken dat we
“Op vakantie zaten we bij een schattig horecatentje waar die mensen zelf naast woonden. We dachten: ‘als we dit nou eens zouden kunnen doen” dit kunnen”, lacht Paul. Daarom keken ze maar naar een franchiseonderneming. “We kwamen binnen, ik keek naar de gele muur en ik dacht oh my god wat een lelijke kleur! Ik vond ook de broodjes hele-
Droom .13 Logo links: silhouet van Sander en Paul. Ook te vinden in hun trouwring
Een schets van de zaak
Foto rechts: de zaak waar het zelden rustig is
maal niet lekker en ik kan niet iets verkopen waar ik niet achter sta”. Het duo wilde toch maar een tentje met ‘vijf tafels en een appeltaart’, totdat ze per toeval Anne & Max ontdekten. Ze trokken de stoute schoenen aan en gingen naar Anne & Max in Leiden: “Het voelde als pure verwennerij. De lunch was een feestje, het interieur was mooi, het was stikdruk, maar we werden toch gezien en de supervriendelijke bediening ging even op een leuke manier door de knieën voor onze zoon Anko”. Een mail werd gestuurd en er volgden heel veel gesprekken. Prachtig pand De makelaar die voor Anne & Max de locaties zoekt, kwam met het pand: “We waren gelijk verliefd. Grote ramen, sfeervol en met die Domtoren erachter: supermooi. Boven zouden ze studentenkamers maken. Toen hebben we gevraagd of wij er niet boven konden wonen”. De franchisegever opperde hierna nonchalant het idee voor een B&B, want ruimte was er genoeg. De aanvraag bij de gemeente werd gelijk goedgekeurd en de aannemer kon eerst beneden en daarna boven aan de slag. “Dan heb je ineens twee bedrijven, dat is gewoon gaan, gaan, gaan. Dag in dag uit ben je bezig”.
Samen aan het roer Door de vele vlieguren samen wist het stel dat ze goed samen konden werken. “We zijn nu op een punt dat we beiden onze eigen maniertjes hebben ontwikkeld en dat mag ook best zo zijn, zolang ze niet te veel verschillen”, legt Paul uit. “Tuurlijk hebben we onenigheden, maar welk stel heeft dat niet? Ik denk dat we veel van elkaar leren en elkaar erg respecteren, dat is een kracht”. Met de komst van warmer weer begeeft de zaak zonder terras zich in rustiger vaarwater: “Het was een lange winter en we hadden op een gegeven moment wel het gevoel dat het gewoon even echt niet meer leuk was. Toen hebben we besloten dat we beter voor onszelf gaan zorgen”.
“Je moet het ook los kunnen laten, wil een ander verantwoordelijkheid kunnen nemen”, zegt Paul. “Het is nu belangrijk dat we ook een keer bij oma op visite kunnen en dat je familie ziet die je misschien wel twee jaar niet hebt kunnen zien. Maar we willen vooral een weekenddag vrij om met z’n drietjes te kunnen zijn”. Aanrader of afrader? “We hebben absoluut geen spijt en het is de beste keuze ooit. Maar als je dit voor jezelf wilt gaan doen, denk er dan heel goed over na. Vrije tijd ga je de eerste twee jaar zo goed als niet hebben. Het kost je heel veel energie. Als je dit als
Loslaten Het duo wil vooral meer tijd gaan steken in hun zoon: “Als de een werkt, dan heeft de ander de kleine en andersom, maar we zijn weinig met z’n drieën. Soms voel je je wel een beetje een alleenstaande ouder”. Dat ze weinig tijd voor zichzelf zouden hebben, was voor heteerste jaar ingecalculeerd. Als volgende stap willen ze nu dat hun team het bedrijf ook zelfstandig kan runnen. Schets van de gang
“Je moet het ook los kunnen laten, wil een ander verantwoordelijkheid kunnen nemen”
partners wilt gaan doen, dan is het een aanrader om het te verdelen; welk stukje is van jou en welke van mij?”, luidt Pauls advies. Maar als je een droom hebt, dan moet je die najagen: “Bedenk je ook wat het ergste is wat kan gebeuren. Je kunt failliet gaan, maar als je de positieve dingen zwaarder laat wegen dan de negatieve, dan moet je alles opzeggen en ervoor gaan”. Als Paul zichzelf en Sander toen in de Franse zon mocht adviseren, dan zou hij zeggen: “Neem de tijd, en laat kleine bommetjes bij familie vallen. Zo kunnen zij zich er ook op voorbereiden dat er wat gaat gebeuren. Dat is het beste advies wat ik kan geven”. Dromenjagers Terwijl hij nadenkt over wat zijn volgende droom is, schiet Paul in de lach: “Ik houd heel erg van auto’s. En al is het een vijfdehands; ik wil ooit een cabrio. Dat vind ik zo’n stukje luxe! Ik ben helemaal niet materialistisch, maar lekker die wind door de haren die ik niet meer heb, dat lijkt me zo tof!” Ook qua ondernemerschap is het duo nog lang niet klaar. Paul zegt dat ze samen regelmatig bedenken hoe ze verder willen uitbreiden: “Een tweede Anne & Max in Utrecht, of alle lege appartementen om ons heen opkopen en een mini hotel met allemaal verschillende voordeuren beginnen. Dat is allemaal nog in het luchtledige, maar vaak weten we wel: als het daar ergens mee begint, kun je de rest zelf wel invullen”.
op stap .15
Ontdek je plekje
De leukste kantine van Utrecht
De voor alsnog lege kantine van Kampong
7.5
Om te beginnen direct een knaller, het ’t Pakhuis van de zondagmiddag: Kampong! De club die haar grote bekendheid te danken aan het hockey. Het is dan ook de enige professionele hockey club van de stad Utrecht. Wanneer zowel de mannelijke als vrouwelijke eerste teams thuisspelen wordt hier de Thé Dansant, kortweg TD, georganiseerd. Alle Kampongers, of gewone hockeyfans, dan wel sportliefhebbers komen de eerste elftallen aanmoedigen, maar het gaat uiteraard om het drankje na de wedstrijd. TD gaat al lang niet meer om het drinken van thee en het wagen van een dansje. Nee tegenwoordig is dat voor de Utrechtse man nog een laatste kansje op een paar lekkere koude rakkers vóór de week afgelopen is en het werken op maandag weer begint. De sfeer is heerlijk, met als hoogtepunt een live-optreden van de officiële Kampong-band. De toon is gezet.
sfeeromschrijving: Concert van André Hazes in je favoriete bruine kroeg Pluspunt: Muziekkeuze Minpunt: Binnen te druk bij slecht weer Bierprijs: 1.85
De Potdeksel in Oranje sferen
sfeeromschrijving: Flashback-gevoel naar de tijden van vroeger
8.0
Minpunt: Gemiddeld redelijk jong volk Bierprijs: 2, 60
Aangekomen bij V.V. Odin. Daar kan je zien wat een echte voetbalkantine is: veel bier, muziek van de eigen bodem, jong en oud, dik en dun, wel of geen tatoeage. Iedereen is welkom. Deze kantine is tevens de plek waar alle die-hard Utrecht-fans voor de wedstrijd een biertje komen nuttigen. De amateurclub ligt immers vlak naast het stadion De Galgenwaard. De staantafels buiten staan vol met bier, iedereen omarmt elkaar en zing mee met ‘krijg toch allemaal de klere’.
De nieuwe kantine van V.V. ODIN
Uiteraard mag de tenniskantine niet ontbreken in deze rubriek. We zijn aangekomen bij TC Domstad. Het is een van de grootste tennisverenigingen van Utrecht met een wachtlijst van ongeveer twee jaar! Dat ligt niet alleen aan de mooie faciliteiten en ligging, maar vooral ook de kantine. Die bevindt zich net een verdieping boven de begane grond, waardoor je een prachtig overzicht hebt op alle velden. Het terras is groot, de bar is schitterend en binnen kan je lekker leuken op een staantafel, zitten in de lounge-ruimte of aan een van de meterslange tafels genieten van een bittergarnituur. De kantine van Domstad heeft alles in huis voor een topkantine: gezelligheid, sportfanaten, eigen barpersoneel, bitterballen, muziek en bier.
sfeeromschrijving: Vakantie-oord in Italië waar je niet weg te trekken bent
Pluspunt: Personeel Pluspunt: gezelligheid, locatie, uitzicht Minpunt: Niet echt een kantine Minpunt: wachtlijst van twee jaar Bierprijs: 2.20 Bierprijs: 1.95
7.5
Pluspunt: Versgelegde broodjes
Het clubhuis van TC Domstad
Café de Potdeksel. Eigenlijk een café, maar voor veel Utrechtse darters is het hun kantine. Aan de muur hangen nogal wat dartbordjes. Achterin het café hangt ook een enorme tv. Daar worden niet alleen voetbalwedstrijden op uitgezonden, maar vooral ook dartwedstrijden. Het barpersoneel bestaat uit jonge studenten en doorgewinterde barmannen. In vergelijking met de andere kantines, is het contact met het personeel ook vele malen prettiger. Een koud biertje, een terras waar de zon op schijnt en met een rustige lounge-muziek op de achtergrond is er voor elke kantineganger wel iets te halen.
sfeeromschrijving: Een gezellig afscheidsfeest van je beste vrienden
Liefde van de man gaat door de maag. Maar de man vindt zijn liefde pas echt terug in de sportkantines. Na een sportieve prestatie wil de man even ontlasten, tot rust komen. Een biertje in de linker hand en een broodje kroket in de ander. Deze editie zoeken wij uit wat de leukste sportkantine in Utrecht is.
8.5
‘Voluntourism’
is niet alleen voor jongeren
Arnout vertrok op zijn toen hij 42 was naar Oeganda om zes maanden lang vrijwilligerswerk te doen.
Vrijwilligerswerk doen in het buitenland is niet alleen weggelegd voor idealistische jongeren. Bij Arnout van Omme begon het idee pas te spelen rond zijn veertigste. Ruim een jaar later hakte hij de knoop door. Hij nam een sabbatical en vertrok voor zes maanden naar het Afrikaanse land Oeganda om daar te helpen bij het leiden van een jeugdorganisatie. door Tijn Roell Vrijwilligerswerk in doen in derde wereld landen is de laatste jaren een ontzettende hype geworden. De vraag naar goedbedoelende vrijwilligers is flink gestegen. Over het algemeen zijn het ambitieuze jongeren tussen de achttien en dertig jaar die de belangrijkste doelgroep vormen voor dit fenomeen. Ze zijn net klaar met de middelbare school of hun opleiding en willen eerst wat van de wereld zien voordat ze
de volgende stap in hun leven gaan zetten. Er is zelfs een nieuw woord ontstaan: ‘voluntourism’, een samenvoeging van de Engelse woorden voor vrijwilligerswerk (volunteering) en toerisme (tourism). Voluntourism is natuurlijk niet alleen weggelegd voor jongeren. Arnout van Omme (52) had jarenlang een goede baan in de designwereld, maar na
ruim tien jaar begon het idee in zijn hoofd spelen om wat anders te doen. “Ik heb in mijn hele leven veel gereisd en op veel plekken zou ik graag wat langer zijn gebleven. Dat idee heb ik vaak gehad maar het is er nooit echt van gekomen. Rond mijn veertigste begon ik langzaamaan te beseffen dat ik wilde weten hoe het zou zijn om voor langere tijd in het buitenland te wonen en werken.” Het duurde nog
even voordat Arnout daadwerkelijk de stap naar het buitenland zou zetten. “Er zijn natuurlijk veel dingen die je tegenhouden, al helemaal op die leeftijd. Je hebt nu eenmaal verantwoordlijkheden. Ondanks alle dingen in mijn leven bleef ik toch het gevoel houden. Elke keer als ik beelden van verre landen op televisie zag werd ik onmiddellijk nieuwsgierig naar de mensen die daar woonden.” Al met al
duurde het ruim een jaar voordat Arnout zijn volgende stap richting het buitenland zou zetten. Uiteindelijk was het een advertentie in de krant die de emmer deed overlopen. “In die advertentie stonden maar een paar dingen. Ze zochten iemand die kon helpen met het verbeteren van een jeugdorganisatie in Kampala, de hoofdstad van Oeganda. Ik reageerde gelijk.
buitengewoon .17
Afrika was immers een deel van de wereld waar ik graag naar toe wou en het werk leek ook belonend. Ik kreeg vrij snel een antwoord en een paar dagen later kon ik al op gesprek komen. Bij dat gesprek was natuurlijk een van de belangrijkste vragen waarom ik op dit punt in leven vrijwilligerswerk wilde gaan doen. Voor mij was dat niet één reden. Natuurlijk wilde ik mijn steentje bijdragen aan een betere wereld maar ik wilde ook ervaring opdoen en misschien nog wel het belangrijkste: mijn leven verrijken. Al met al was het een heel positief gesprek en niet lang daarna boden ze mij de positie aan. Voor het gesprek had ik het er wel eens over gehad met mijn vriendin. Ze wist dat er in mijn hoofd speelde. Na dat gesprek was ineens alles concreet. Gelukkig was mijn vriendin alleen maar blij voor me, ze wist dat ik dit nodig had. Toen was eigenlijk de kogel door de kerk, ik ging voor zes maanden naar Oeganda.” Het is niet zo dat Arnout een week later in het vliegtuig zat. “Ik denk dat mensen zich daarop wel een beetje verkijken want het kost nu eenmaal
heel veel voorbereiding. Als eerste moet je natuurlijk je werkgever inlichten. Ik was van plan om ontslag te nemen maar dat bleek niet nodig. Mijn werkgever wilde graag dat ik terug kwam en daarom nam ik in plaats van ontslag een sabbatical. Daar stond wel tegenover dat ik een vervanger moest zoeken en die ook periode moest inwerken. Verder de standaard dingen zoals het vinden van een appartement en een budget maken om van te leven. Ik kreeg geen vergoeding en al helemaal in deze tijd is dat niet de standaard. Andere dingen zijn bijvoorbeeld een IPod kopen, nu heel gewoon maar toen was dat allemaal net nieuw en je moet ook weten hoe dat werkt. Tot slot was het belangrijk dat ik goede kleding had. Zomerkleding voor zes maanden heeft de gemiddelde Nederlander immers niet in de kast liggen. Al met al ben ik ruim twee maanden bezig geweest met de voorbereidingen. In die tijd had een beetje een apart gevoel. Ik was ontzettend blij dat ik een besluit had genomen maar het was toch ook een beetje eng. Oeganda is niet een land waar je lekker op vakantie gaat. Met je familie
overleggen is daarom ook erg belangrijk. Ik vind niet dat je zoiets moet ondernemen als je familie er niet achter staat. Als
“Expats komen en gaan maar met lokale vrienden om je heen kan je ook echt het lokale leven ervaren. Dat lukt niet iedereen, maar als het wel lukt dan is dat het mooiste wat er is.” er iets gebeurt zijn zij namelijk net zo betrokken als dat jij bent. Bij deze combinatie van gevoelens stak er één emotie
boven alle andere uit: enthousiasme, ik had er ontzettend veel zin in.” Eenmaal aangekomen in ampala begon Arnout met zijn werk. Hij moest er voor zorgen dat je jeugdorganisatie waar hij voor werkte zelfvoorzienend zou worden en minder afhankelijk van subsidies. “Vooral het werken met de lokale mensen vond ik heel leuk dat was ook een van de redenen waarom ik dit wou doen. Ik vond die eerste periode wel gelijk het moeilijkste. Ik miste vooral mijn vriendin heel erg en dat had ik eigenlijk niet verwacht, niet zo heftig in ieder geval. In die tijd heb ik veel steun gehad van andere, voornamelijk Nederlandse expats. In totaal waren er ruim een miljoen expats in Oeganda waarvan zeker driehonderd Nederlanders. Nederlanders hebben in het buitenland een sterke behoefte om elkaar te ontmoeten en in Kampala waren daar hele netwerken voor.” Langzaamaan begon Arnout zich steeds meer thuis te voelen en zich steeds meer te gedragen als een ‘local’. “Mijn leukste periode vond de laatste twee maanden voor mijn vertrek. Ik was toen klaar met mijn werk en had veel
vrije tijd.” Expat vrienden had hij inmiddels ingeruild voor echte lokale vrienden. “Expats komen en gaan maar met lokale vrienden om je heen kan je ook echt het lokale leven ervaren. Dat lukt niet iedereen, maar als het wel lukt dan is dat het mooiste wat er is.” Inmiddels is Arnout al een keer terug geweest naar Oeganda. “Dat was een beetje een tegenvaller omdat ik toen echt als toerist kwam. De mensen daar ruiken dat en gaan zich dan anders gedragen.” “Als ik het met leeftijdsgenoten heb over mijn tijd in Oeganda merk ik wel dat het mensen aanspreekt, maar de stap daadwerkelijk zetten is natuurlijk best heftig. Ik hoor dan ook vaak van mensen dat ze mijn besluit heel dapper vonden.” Voor senioren die wel besluiten om Arnout’s voorbeeld te volgens heeft hij nog wel een advies. “Je moet de juiste combinatie vinden tussen aanpassen aan de lokale cultuur en jezelf blijven, dat is volgens mij het belangrijkste.”
Het Kawempe Youth Centre in Kampala waar Arnout werkte.
“De kogel was toen door de kerk, ik ging voor zes maanden naar Oeganda” Biografie: Geboorteplaats: Gorssel Geboortedatum: 29 mei 1963 Hoogst genoten opleiding: Post-HBO-opleiding voor school leider gevolgd bij mijnIdee.nu Thuissituatie: samenwonend, geen kinderen Werk: ISK Utrecht
column .19
Zelfs station Overvecht ziet er nog gezelliger uit Marieke is jaloers op Rotterdam. Dat heeft wél een pareltje van een nieuw centraal station, waar het vernieuwde Utrecht Centraal een aaneenschakeling van teleurstellingen vormt. Door Marieke Dubbelman Ik ben zó teleurgesteld over het nieuwe station Utrecht Centraal. Sorry. Ik kan gewoon geen andere zin bedenken om deze week mee te beginnen. Na jarenlang vlinderen, boren, kloppen, zagen, storten, stutten, timmeren, lassen, schroeven, dremelen, lijmen, kitten, is het eindresultaat een glazen winkelkas XXL met een ufo-dak van golfplaat, waar toevallig ook treinen onder stoppen en rafelige duiven met een pusoog nog steeds de platgetrapte patat bij de vuilnisbakken wegslepen. Het stationsgebied is een consumptiefuik geworden waar de reiziger amper aan kan ontsnappen. Het stationsgebied is een consumptiefuik geworden waar de reiziger amper aan kan ontsnappen. Zelfs niet via een perrontrap naar de Rabobrug, omdat in Utrecht niet de gemeente, maar een Franse geldmaakmachine het op cruciale plekken voor het zeggen heeft. Onbegrijpelijk en eng dat je in geval van nood niet via de Rabobrug kunt ontsnappen uit het station. Om mijn aanvankelijke teleurstelling te toetsen, zat ik afgelopen week een uur lang op het lege terras van Bar Beton vanwaaruit je een goed overzicht heb over de stationshal. Niks in de hal wijst erop in wel ke mooie stad de bezoeker terecht is gekomen. Nergens
een visitekaartje te bekennen. De tragiek van een overstapstation? Lege terrasstoelen Boven op de winkeltjes staan honderden lege terrasstoelen te wachten op reizigers zonder haast en werkenden uit de omliggende kantoorpanden, die straks een ov-chipkaart nodig hebben om bij hun vrijdagmiddagborrel te komen. Wat opviel tijdens mijn halstudie: ik kon behalve de mooie, houten wachtbanken en de goede daglicht-inval nauwelijks schoonheid ontdekken. Bovendien heb je een haviksoog nodig om je weg te vinden. De letters op de borden van de vele eettentjes en winkeltjes zijn groter dan die van de reisinformatie. Een groot scherm leidt de reiziger nog verder af: koop een staatslot, kom gokken bij Holland Casino en luister naar Beyoncé. Zoals mijn moeder zei: ,,Ik kan nergens duidelijk zien waar ik heen moet.’’ Gelukkig kan ze prima overweg met een smartphone om aan de benodigde informatie te komen. Maar toch, kon dat blauwe klepperbord maar terugkomen. Dat maakte alles in één keer duidelijk. Ik vroeg de ober of hij één ding kon bedenken dat de nieuwe hal een ziel gaf Hij zei: ,,De piano.’’ Ik keek naar beneden. Een jongen stond met gebogen knieën te spelen. Onder zijn billen lag de doormidden getrapte kruk.
Niemand van het NS-personeel besteedde er gedurende dat uur enige aandacht aan. En dan is er nog de asgrauwe en winderige entree aan de Jaarbeurszijde, waar één bak schaamgroen er nog het beste van probeert te maken. Zelfs station Overvecht ziet er gezelliger uit. De stationsklok, normaal gesproken de parel aan of het liefste boven op de stationsgevel, ziet eruit als een exemplaar van de Lidl. Nee, dan het nieuwe Rotterdam Centraal. Nota bene ontworpen door hetzelfde architectenbureau. Beeldschoon Eenmaal de koopsleuf onder aan de perrontrappen uitgelopen, kom je terecht in een beeldschone, open ruimte. In het indrukwekkende houten plafond zit een metersbreed beeldscherm verwerkt dat direct duidelijk maakt, wáár je bent gearriveerd: golven, boten, havenarbeiders: Rotterdam. Eenmaal buiten, valt je mond verder open. Achter je staat het letterlijk schitterende gouden haaivormige gebouw en voor je ligt een evenzo mooi ruim stationsplein met smaakvolle groene vakken.
Marieke Dubbelman
Hoe kon het toch gebeuren dat in (nota bene) de residentiestad van Nederlandse Spoorwegen, het grootste station van Nederland zo’n matige facelift kreeg en ik nu stikjaloers op Rotterdam ben?
Proef nu de drie nieuwe smaken van Pickwick: Caramelised Pear, Smooth Chai en Chocolate Mint. Verwen jezelf!
“Zolang de muziek mij blijft aanspreken, blijf ik het leuk vinden om te gaan”
‘‘Muziek is altijd mijn passie geweest. Maar toen ik zelf een kind kreeg, mijn ouders wat ouder werden en hulp nodig hadden, had ik er eigenlijk geen tijd meer voor’’. Hans Blekkink (64) is een kunstenaar, parttime bioscoopmedewerker en woonachtig in Utrecht. Hij vindt het prachtig om naar muziekfestivals te gaan. Als energieke zestiger valt hij op tussen alle feestgangers die net komen kijken.
Soenda Festival, een van de terreinen waar Hans op 64-jarige leeftijd nog altijd te vinden is.
Door Marijn Pels Rijcken Ga je al lang naar festivals? “Ik doe het al heel lang. Ik heb de hippietijd meegemaakt en vond het altijd heel leuk. Ik ging altijd naar een Hemelvaartsfestival in Lochem, dat was echt legendarisch, maar dat bestaat niet meer. Ik ben ook naar festivals in Duitsland geweest, heb daar grote artiesten gezien, zoals David Bowie. Dat was in Nederland vrij lastig toentertijd”. Wat vindt je er leuk aan, waarom ga je erheen? “Ik ben een muziekliefhebber en ik hield altijd al van drum and bass en elektronische muziek. In de jaren ‘70 bestond dat al met bijvoorbeeld Pink Floyd. Techno en deep-techno, wat tegenwoordig populair is, vind ik heerlijke muziek. Dat ligt ook wel in het verlengde van drum and bass. Ik kom natuurlijk voor de muziek, maar ik hou ook heel erg van de gezelligheid eromheen”. Je interesse heeft ook een tijd lang op een laag pitje gestaan. Hoe kwam dat? “Ik ben opgegroeid in de Achterhoek, mijn ouders zijn daar
altijd blijven wonen. Ik ben enig kind, en toen mijn ouders wat meer zorg nodig hadden ging ik vaak bij ze langs. Omdat ik zelf in Utrecht woonde kostte dat simpelweg veel tijd. Daarnaast had ik zelf ook een dochter. Naast mijn werk had ik hierdoor weinig tijd om me te verdiepen in nieuwe muziek. Ik ben toen voor een hele lange periode niet naar festivals geweest, was er niet meer mee bezig”. Wanneer heb je dat weer opgepakt? “Zes jaar geleden werd er vlakbij waar ik woon een festival (Soenda, red.) opgebouwd. Er stond helemaal niks over in de krant en ik was toch wel nieuwsgierig. Het was zaterdag, ik was vrij dus ik ben toch even gaan kijken. Op afstand hoorde ik al een goeie beat, ik dacht bij mezelf ‘dat klinkt wel lekker’. Ik heb vervolgens ook tips gekregen waar ik techno kon beluisteren, van een collega van mij bij de bioscoop. Hij vertelde me dat ik eens op Soundcloud (een online audioplatform, red.) moest kijken. Dat staat tegenwoordig helemaal vol met
De LP’s die Hans in de loop der jaren verzameld heeft.
techno van over de hele wereld. De laatste tijd ben ik vooral heel erg gecharmeerd van Russische techno”. Sinds die ene zaterdag ben je naar technofestivals blijven gaan? “Ja, sindsdien ben ik naar elke editie van Soenda geweest, al zes jaar op rij. Tegenwoordig krijg ik vrijkaarten. Wanneer ze dan beginnen met opbouwen dan hebben ze nog helemaal niks, zelfs geen koffie. Dus dan loop ik daar rond met een thermoskan. Zo raak je aan de praat en zo ontstaan er warme banden met mensen binnen de organisatie. Ook bezoek ik andere (techno)festivals, wat kleinere dan Soenda. Dat blijf ik toch het leukste vinden”. Is er een verschil tussen hoe en toen was en hoe het nu is? “Ja, vroeger waren de evenementen kleiner, wat intiemer ook. Ik ben vroeger naar North Sea Jazz geweest en naar Pinkpop, die hadden in de beginjaren echt een geweldig programma. Dat werd op een gegeven moment heel massaal en de muziek werd wat
vlakker, toen ben ik afgehaakt”. Voel je je soms oud als je nu op een festival komt? “Nee, ik voel me helemaal niet oud als ik daar ben! Je hebt wel van die typetjes er tussen lopen die dan roepen ‘Hé ouwe!’. Maar daar trek ik me niet zoveel van aan”. Positief bedoeld? “Nou, niet altijd. Normaal gesproken is iedereen positief, maar degene die dat niet is ziet er meestal ook niet helemaal fris meer uit als je begrijpt wat ik bedoel.
Buitengewoon .21
Wat vindt je vrouw ervan? “Mijn vrouw vindt het allemaal wel best. Ze gaat zelf alleen niet mee omdat ze niet zo van die muziek houdt. Ze vindt het allemaal van hetzelfde. Mijn dochter is nu nog wat jong, maar zou in de toekomst misschien wel een keertje met mij mee willen”. Zou je dit een levensstijl van jezelf kunnen noemen? “Jawel. Het is weer onderdeel van mijn leven geworden.
voorspellen. Ik had natuurlijk nooit kunnen weten wat voor muziek nu populair zou zijn en of ik dat ook leuk zou vinden. Dit is weer een nieuwe richting, ik vind het inspirerend”. Heeft u voor zichzelf een grens dat u denkt ‘nu ben ik te oud’ om naar dit soort evenementen te gaan? “Daar geldt eigenlijk hetzelfde voor. Zolang de muziek mij blijft aanspreken zal ik het leuk blijven vinden om te gaan”.
‘Een beetje mensen te kijken, dat is toch iets wat we allemaal wel leuk vinden’
Dat soort lui schaar ik ook meer onder het bouwvakkerpubliek. Ik heb het idee dat er op technofestivals vooral studenten komen, en die stralen meestal wel iets uit wat mij meer aanspreekt. Zij hebben toch een bepaald soort bagage bij zich”. Wat voor reacties krijg je nog meer? “Over het algemeen is iedereen positief. Sommige mensen willen graag een selfie met mij maken, dat soort dingen. Er komen ook wel eens jongeren naar mij toe en die zeggen dan ‘volgens mij heeft u wat geslikt’. Daar moet ik dan wel om lachen, want dat is niet zo”.
Ken je mensen van jouw leeftijd die naar festivals gaan? “Hmm, nee niet direct. Maar er is wel in Amsterdam ene Jan Bakker, die schijnt vrij bekend te zijn. Die is ondertussen in de technoscène een bekende Nederlander. Hij is ietsjepietsje ouder als ik ben (69) en ik heb laatst een interview met hem gelezen op internet. Die gaat ook veel naar feesten ’s nachts en die houdt ook wel pilletje”. Wat vinden mensen om je heen ervan dat je festivals gaat? “Vrienden van mij vinden het wel leuk dat ik het doe, maar willen er zelf niet heen”.
Het is heerlijk om te doen, elke keer weer genieten. Het speelt misschien ook mee dat ik een zorgeloos leven heb. Ik heb m’n hypotheek afbetaald en hoef me nergens meer druk om te maken. Ik kan op zo’n dag echt zorgeloos genieten. Ik heb wel met mezelf afgesproken dat ik het niet te vaak moet doen. Ik doe het drie keer per jaar, dan blijft het speciaal. Het moet niet zo zijn dat op een gegeven moment gewoontjes wordt, dat zou zonde zijn”. Had je pakweg twintig jaar geleden gedacht dat je dit nu zou doen? “Nee dat had ik niet gedacht. Je kan dingen natuurlijk moeilijk
Wat zou u voor advies geven aan mensen van uw leeftijd die dit ook graag willen doen, maar het niet durven, zich ervoor schamen of misschien de drempel de hoog vinden? “Mijn advies is duik in een muziekstijl, ontdek het en leer het waarderen. Naast de muziek is het ook gewoon een heerlijk dagje uit. Je kunt bijvoorbeeld lekker mensen kijken. Als mensen op het terras gaan zitten doen ze dat ook niet altijd omdat de koffie daar nou per se zo lekker is, maar ook om een beetje mensen te kijken, dat is toch iets wat we allemaal wel leuk vinden”.
‘Sommige mensen willen graag een selfie met mij maken’ Hoe komt dat dan denk je? ‘Nou, ik kom wel vrolijk over omdat ik ook echt vrolijk ben op dat soort dagen. Het heeft er misschien ook mee te maken dat tegenwoordig veel jongeren XTC-pilletjes gebruiken en daardoor open-minded zijn en in voor een praatje. Ze zeggen wat ze denken op zo’n moment. Dat ligt mij wel, ik waardeer dat zeer”.
Waarom niet? “Dat weet ik niet zo goed. Mis schien is het schaamte. Vrienden van mij die het niks vinden, die werken veel, zijn een beetje dikkig geworden en hangen dan op zaterdag liever op de bank. Daarnaast heb ik ook vrienden die de muziek simpelweg helemaal niks vinden”. Hans Bekkink (midden) op een festival. Hij wordt regelmatig gevraagd voor een foto.
Bij
schrift
De fotograaf van deze week, Jordi de Jong (22), schoot deze foto met zijn macrolens in een Bilthovense achtertuin. “Deze bezige bij kwam bij de eerste dag zon de tuin ingevlogen en ging meteen aan het werk�, zegt Jordi. Hij greep zijn kans en schoot dit zomerse plaatje.
In beeld .23
Anja was tien jaar lang mantelzorger Verzorgings- en verpleeghuizen verdwijnen en er wordt van ons verwacht dat we zelf voor onze naasten zorgen. Anja van Woerdekom (53) was tien jaar lang mantelzorger voor haar ouders. Maar hoe is het als de zorg van je ouders op jouw schouders komt te liggen? Door Merel Driessen Anja groeide op in Veenendaal met haar ouders en haar broer. Ze herinnert zich haar moeder als een vrouw die altijd al een slechte gezondheid had. Vanaf kinds af aan zorgde Anja voor haar: “Mijn moeder ging ziekenhuis in, ziekenhuis uit. Ze heeft veel operaties gehad.” ‘Ik voelde mij meer de moeder van mijn ouders’ In 1994 verhuisde Anja naar Driebergen, samen met haar man Guido. Hier kregen zij Maaike, een dochter van inmiddels 19 jaar oud en student aan de School voor Journalistiek. “Toen Maaike een jaar of vier was, heeft mijn moeder een zware val gehad. Door deze val kreeg zij chronische rugklachten en was ze niet meer in staat om het huishouden zelf te doen.” Vanaf toen werd Anja mantelzorger voor haar moeder. “Je bent mantelzorger wanneer je dingen doet voor een ander die meer tijd in beslag nemen dan gemiddeld. Zo voelde ik mij op een gegeven moment meer de
Dochter Maaike
moeder van mijn ouders in plaats van hun dochter”, aldus Anja. Naast de chronische rugklachten van Anja’s moeder, had zij ook nog last van COPD. Ondertussen werd bij de vader van Anja in 2005 de diagnose stembandkanker vastgesteld. Dit betekende dat Anja vaak naar het UMC moest, waar haar vader lag. Hier had ze gesprekken met artsen en diëtisten. Haar moeder belandde op de Intensive Care in het UMC met een gecompliceerde longontsteking. Anja’s vader kreeg veel last van de bestralingen die hij had tegen de stembandkanker. Op een gegeven moment kon hij niet meer eten of drinken en kreeg hij sondevoeding. Hij belandde op de afdeling Neurologie. Anja: “Op deze afdeling werd mijn vader erg slecht verzorgd. Hij werd er verdrietig van en ik maakte me zorgen. Je wilt gewoon dat de zorg goed voor hem is.” Anja’s vader revalideerde
vervolgens in Sparrenheide in Driebergen. Haar leven draaide om de zorg van haar vader. In 2007kwamen vader en moeder dan eindelijk weer bij elkaar. Ze gingen samenwonen in een zorgappartement in Zeist. “Maar ook dit liep anders dan verwacht. Na drie maanden samenwonen, kreeg mijn vader een maagperforatie. Hij overleed in het verpleeghuis in Zeist.” In 2010 overleed Anja’s moeder, zeer waarschijnlijk aan de gevolgen van COPD. Uit school naar opa en oma “Vooral de laatste vijf jaar draaide mijn leven om de mantelzorg voor mijn ouders. Elke dag was er wel iets en ging ik naar het ziekenhuis.” Niet alleen Anja’s ouders had den een slechte gezondheid, ook haar broers gezondheid is niet helemaal op orde. “Mijn broer is verstandelijk gehandicapt en blind. Wanneer hij mijn ouders wilde zien, kon hij er niet zelf naar toe. Dat betekende dat ik hem moest
‘Je bent mantelzorger wanneer je dingen doet voor een ander die meer tijd in beslag nemen dan gemiddeld.’
Paspoort: Anja van Woerdekom Geboortedatum: 9 augustus 1962 Komt uit: Veenendaal Woont nu in: Doorn samen met haar man Guido en dochter Maaike.
brengen en ophalen, wat een hoop tijd in beslagnam.” De mantelzorghad ook een grote invloed op Maaike’s leven, de dochter van Anja. “Uit school ging ik eigenlijk altijd naar mijn opa en oma. Ik vond het lastig om te zien dat hun gezondheid achteruitging. Mijn vriendinnetjes begrepen het niet altijd als ik daarom verdrietig was. Zij waren bezig met andere dingen.” Als het gezin op vakantie wilde, regelden ze eerst dat er mensen in die tijd langskwamen bij Anja’s ouders. Vervolgens was het nog maar de vraag of de vakantie wel door kon gaan. Anja: “Onze vakanties zijn
Moeder Anja
Werk: Na de dood van haar vader is Anja hormoonverpleegkundige geworden. Ze werkt voor de franchiseorganisatie Care for Women. In 2010 heeft Anja samen met een collega van Care for Women een praktijk opgezet, genaamd De Hoofdzuster. Hier behandelt ze mensen met ernstige hoofdpijn, door middel van onder andere hoofdmassages. Ook is Anja al jaren oogartsassistente bij Barthimeus.
Relaties&gezien .25
Maaike met haar vader en haar moeder, Anja
vaak verzet. Soms werden we zelfs de ochtend voordat we gingen opgebeld met de melding dat één van mijn ouders weer in het ziekenhuis lag.” Het gezin boekte regelmatig hun vakantie op een camping vlakbij het UMC, zodat ze altijd snel bij Anja’s ouders konden zijn. Voor andere leuke dingen was er ook niet veel tijd in het leven van Anja, Guido en Maaike. “We probeerden het heel erg om leuke dingen te doen. Maar als we dan de tijd hadden, waren we veel te moe daarvoor”, vertelt Anja. Dochter Maaike heeft het altijd begrepen dat er niet veel tijd was voor leuke dingen. Ze heeft dan ook niet het idee dat ze wat gemist heeft: “Ik heb zelf scoliose, wat betekent dat er een soort bocht in mijn wervelkolom zit. Ik had dus vaak ook niet de energie om een dag in een pretpark rond te hangen.”
Een waardevolle periode Volgens Anja en Maaike is hun band als gezin erg sterk geworden door de afgelopen jaren. Maaike: “We hebben alles altijd met z’n drieën gedaan. Ik werd er altijd bij
‘Mijn vader werd op de afdeling Neurologie erg slecht verzorgd.’ betrokken, ook al was ik nog een kind. Dat vond ik heel fijn.” Het gezin kijkt terug op een waardevolle periode waarin niet alleen hun band met elkaar, maar ook de band met Anja’s ouders sterk werd. “Ik zie het niet als een ellendige tijd. Zo’n type ben ik niet. Het is een periode wat me veel heeft opgeleverd. Zelfs mijn huidige baan”, vertelt Anja.
Alles is anders Het leven van Anja, Guido en Maaike is ontzettend veranderd nadat Anja’s moeder in 2010 overleed. Anja: “Het heeft een paar jaar geduurd voordat we helemaal hersteld waren. Ik vond het erg moeilijk om tijd voor mezelf te nemen.” In het begin heeft Anja een lange periode gehad waarin ze heel moe was. Ze was alleen in staat om de hoognodige dingen te doen. Ook had ze veel last van nekpijn. “In de St. Maartenskliniek heb ik een zenuwblokkade gehad. Dat was een keerpunt voor mij waardoor ik meer rust kon nemen en meer energie had.” Ook Maaike merkte dat ze meer tijd en rust had. Ze maakte zich minder zorgen om dingen. “Ik vroeg mezelf vaak af: ‘Wat nou als ik ergens ben en er gebeurt wat?’” Ze heeft veel geleerd van de periode waarin haar ouders mantelzorgers waren. “Die periode heeft me
sterker gemaakt als persoon. Ik merk dat ik daardoor wat volwassener ben dan leeftijdsgenoten. Maar ik kan me ook goed inleven in andere mensen. Vriendinnen komen vaak naar mij toe als ze met iets zitten. Ik vind het heel fijn om er zo voor andere mensen te kunnen zijn.”
‘Elke dag was er wel iets en ging ik naar het ziekenhuis.’ Anja vindt niet dat je van iedereen kan verwachten dat ze mantelzorger worden: “In de tijd dat ik mantelzorger was, werkte ik maar heel weinig. Dat betekende dat er minder geld binnenkwam. Wij konden dat hebben als gezin, maar een hoop andere mensen niet. Ook kostte het een hoop tijd om te zorgen voor mijn ouders en ook dat
heeft niet iedereen. Bovendien heeft niet elke oudere familie of andere contacten die voor hem of haar klaar staan.” Aan de andere kant vindt Anja dat ook de zorg niet helemaal in orde is. Volgens haar kan de zorg wel wat beter worden. “Maar ook een mantelzorger weet niet alles van de zorg”, voegt Maaike daaraan toe.
UIT-AGENDA Vrijdag 17 juni - vrijdag 24 juni
De maaltuin De Maaltuin is een 8-daags pop-up restaurant in de Botanische Tuinen van Utrecht. Midden in de tuinen verrijst De Maaltuin. Een lange eettafel met plaats voor iedereen, een open keuken en vooral een hele bijzondere en intieme sfeer. In de keuken wordt door The Colour Kitchen ter plaatse een 4-gangen diner bereid. Maar daarvoor wordt er eerst een inspirerende wandeling door de Botanische Tuinen gedaan. Diner-tickets zijn 39,95 euro p.p. Daarbij zijn inbegrepen: een welkomstdrankje, 4-gangen diner, koffie en een exotische wandeling.
Zondag 12 juni - zondag 19 juni
Utrechtse waterweek Samen met Utrechtse partners organiseert Utrecht Natuurlijk de Waterweek. Van zondag 12 t/m zondag 19 nu zijn er verspreid over de stad allerlei waterweekactiviteiten voor jong en oud te beleven. Ontdek alles over gezond en zuiver water in Utrecht en geniet van verfrissende waterweekactiviteiten. De officiĂŤle start van de Utrechtse Waterweek is op zondag 12 juni tijdens het symposium over klimaatverandering in de stad.
Zaterdag 18 juni
fatu Vaderdagspecial Op 18 juni leiden cabarateries Rayen Panday, JĂśrgen Raymann en Jeffrey Spalburg Vaderdag in met een sterk staaltje stand-upcomedy in de Stadsschouwburg in Utrecht. Ze vertellen lachwekkende herkenbare situaties uit het gezinsleven van henzelf. Vanaf 19:00 uur kunnen vaders zichzelf (laten) verwennen in de Escherfoyer. Moeders zijn ook welkom! De voorstelling begint om 20:30 uur en kaartjes zijn beschikbaar vanaf tien euro.
Vrijdag 17 juni - Zondag 19 juni
Festival het havikconcert Drie dagen lang muziek op de oudste gracht van Amersfoort, het Havik. Een uniek muziekfestival met klassieke en hedendaagse muziek. Festival het Havikconcert slaat een brug tussen musici en publiek. Er komen topmusici uit binnen- en buitenland. De toegang van het muziekfestival is gratis.
ontspanning .27 S1nlge
Wist je dat: De eerste krantenstrip in Nederland in 1921 werd gepubliceerd? Suske en Wiske in 27 talen vertaald is, onder andere het Zweeds, Swahili en Esperanto?
Dokter Sigmund
Zweedse Puzzel
Sudoku