sdo nr2

Page 1

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein

Thema: Horen

Slim opereren in een bijzonder krachtenveld Akoestiek sporthallen schadelijk voor gezondheid Nieuwbouw Faculteit Management en Bestuur in Twente

jaargang 23 november 2010

2


Gezonde akoestiek in sporthallen

met Ecophon Super G™ Plus

De sporthal is een dynamische omgeving waar het gonst van de activiteiten. Joelende en rennende sporters, stuiterende ballen en aanmoedigingen vanuit het publiek zorgen voor hoge geluidsniveaus. Uit onderzoek is gebleken dat dit schadelijk kan zijn voor de gezondheid van de sportleraar. Deze kampt met klachten als hoofdpijn, stress en gehoorschade. Het Ecophon Super G™ Plus plafondsysteem is speciaal ontwikkeld voor ruimtes waar een goede akoestiek in combinatie met een hoge stootvastheid vereist is. Voor extra absorptie aan de wand wordt Ecophon Wall Panel™ C Super G aanbevolen. Ecophon Super G™ systemen: voor een goede én gezonde akoestiek in sporthallen.

Voor meer informatie kijk op www.ecophon.nl of mail guus.klamerek@ecophon.nl

Saint-Gobain Ecophon BV, Parallelweg 17, 4878 AH Etten-Leur, Nederland tel. 076 502 00 00, fax 076 501 74 00, www.ecophon.nl, plafonds@ecophon.nl


schooldomein outplacement

24-08-2010

11:28

Pagina 1

CareerHandling Outplacement

CareerHandling begeleidt u naar een nieuwe baan binnen of buiten het onderwijs. Wij beschikken over gespecialiseerde outplacementconsulenten voor het Onderwijs op het gebied van Facilitair- en Logistiek management, ICT en de FinanciĂŤle administratie. Wij coachen, trainen en bemiddelen naar passend werk en werken in geheel Nederland. U kunt ons vertrouwelijk bereiken op 0251 259 124 of via; info@careerhandling.nl

Welkom bij

0251 259 124 info@careerhandling.nl www.careerhandling.nl

LOOPBAANMANAGEMENT EN COACHING


Kunst maakt het verschil

Misschien wel de mooiste uitspraak in dit nummer werd gedaan door Ton Wennink, directeur bedrijfsvoering TU Twente over de nieuwbouw van de faculteit Management en Bestuur: “Wat je ziet gebeuren is het effect van subjectieve beleving.” Hij doelt daarmee op het feit dat je prachtige gebouwen kunt ontwerpen, heel erg lang kunt nadenken over de inrichting ervan en sluitende aannamen over de benutting en de bezetting kunt doen. Maar pas op het moment dat de gebruikers bezit van het gebouw hebben genomen, kun je echt ervaren wat gebouw en omgeving met gebruik en beleving doen. En daarvoor moet je rustig de tijd nemen. Menselijk gedrag laat zich moeilijk vooraf sturen. Hoogstens kun je in je ontwerp zoveel mogelijk op dat gedrag anticiperen, door toekomstige gebruikers te betrekken bij het nadenken erover en gebouwen te maken die kunnen meebewegen met de vraag. In feite gaat de expertmeeting in dit nummer ook over de noodzaak om dynamisch te ontwerpen en het hele visie-, bouw- en beheerproces ook dynamisch in te richten. Geef maar aan welke eindkwaliteit je verlangt en prikkel de marktpartijen om met creatieve oplossingen te komen. We besteden in dit nummer ook aandacht aan de akoestiek in gebouwen. Dit mede naar aanleiding van klachten van sportdocenten, die blijvende gehoorschade ondervinden in akoestisch slechte gymlokalen en sporthallen. Interessant aspect is daarom ook hoe je vraaggestuurd ontwerpen kunt koppelen aan flexibiliteit en akoestische kwaliteit. De oplossing ligt in het zoneren in de ontwerpfase, door bepaalde typen activiteiten te clusteren en daar ook het technisch programma op te richten. Ook binnen het facilitair bedrijf vormt vraaggestuurd en integraal denken een issue: “De services lijken te zijn terechtgekomen in een technocratische beheeropdracht, los van de onderwijsdoelen.” Het is de conclusie die deskundigen met elkaar trekken in een discussie op hyves. Er moet weer gezocht worden naar shared values en onderwijs moet weer opdrachtgever worden. Ten slotte: onlangs werd ik uitgenodigd door Kunst en Bedrijf om met een groep architecten, kunstenaars en ontwikkelaars toegepaste kunst in de stedelijke omgeving te bekijken. En dan ervaar je wat kunst met een omgeving doet. Los van het esthetisch effect neemt de omgeving in waarde en waardering toe. Kunst stimuleert absoluut ondernemerschap en tilt gebouwen en omgevingen op een hoger niveau. Daarom deze oproep: betrek het nadenken over kunst al in de visie- en ontwerpfase. Deze Schooldomein laat een mooi voorbeeld zien bij de nieuwbouw van ROC Aventus in Zutphen. Kunst maakt het verschil en draagt direct bij in het creëren van betekenis­ volle omgevingen en gebouwen. Kortom: weer een inspirerende School­domein met kritische noties en mooie praktijkvoorbeelden. Veel leesplezier gewenst! Sibo Arbeek Hoofdredacteur

4

schooldomein

november 2010

Coverfoto ROC Aventus Zutphen. Foto: Hidde Benedictus (ICSadviseurs).

Onze visie Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

Het netwerk Schooldomein wordt zes keer per jaar en in een oplage van 17.000 exemplaren gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland en een groot aantal onderwijsinstellingen in Vlaanderen. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

Uw mening Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar info@schooldomein.nl. U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

Internet Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.


20 THEMA

08

Slim opereren in een bijzonder krachtenveld

Horen!

12

De Vijver onder de loep

14

Over huiskamer, dorpsplein en hotspot

28

Samen staan we sterker!

30

Kunst maakt het verschil

34

“Ik wou dat ik op school was...”

40

Nieuwbouw Regenboogcomplex Schaijk

42

Akoestiek sporthallen schadelijk voor gezondheid

44

Ventileren, maar dan wel goed!

46

Het effect van de subjectieve beleving

48

Onderwijs en bedrijfsvoering. Van reparatie naar innovatie

50

Oudbouw in nieuwbouw

52

Samen inspelen op eigenbelang

54

Eigendom en beheer multifunctionele accommodaties

60

PPS in onderwijshuisvesting. Kansen en obstakels

De thema’s van Schooldomein staan deze jaargang in het teken van zintuigen. Hoe actueel het thema ‘horen’ is, bleek onlangs uit diverse media. Gymnastiekdocenten op een school in Holten klaagden over gehoorbeschadiging. Leerlingen en docenten droegen oordoppen tijdens de gymles. Hoe zit het eigenlijk met de decibellen in sportaccommodaties en scholen? Zijn er oplossingen te vinden in ontwerp, bouw of materialen? En wie betaalt dat?

Rubrieken 7

De verbeelding: Petra Sijpesteijn

17 Kort nieuws 19 Nota bene: Jacob Kohnstamm 27 Kort nieuws 32 Architectuur 39 Het idee 62 De etalage 64 Het atelier: RK Daltonschool St. Plechelmus 65 Column: Linda den Ouden

CvB-lid Frank van Esch van INOS Breda laat zien hoe hij zijn bedrijf voert.

Blik op een Scholenbouwprijswinnaar na enkele jaren gebruik.

De weerbarstige praktijk van het rubriceren van MFA’s.

Innovatieve ontwikkeling in Delft Buitenhof

Kunst geeft nieuwbouw ROC Zutphen een integrale meerwaarde.

Imposante nieuwbouw voor OBS De Venen in Reeuwijk

Een groot complex voor een kleine gemeente.

Hoe creëer je een aangename sportomgeving voor sporters en docenten?

Stevig advies Gezondheidsraad rond het gezonde binnenklimaat.

Dynamisch proces stuurde nieuwbouw TU Twente naar een spannende leeromgeving.

Hoe professionals in facilitaire dienstverlening hun beroep weer zinvol kunnen maken.

Kunst, sport en cultuur zijn basiswaarden in VMBO-school ’t Venster.

Kansen voor de provincie bij het realiseren van betekenisvolle omgevingen.

Het Service Centrum Scholenbouw heeft varianten in modellen uitgewerkt.

PPS-netwerk toont lessen die leiden tot een kansrijke propositie.

schooldomein

november 2010

5


SBO De Vogelhorst

‘leren met uitzicht’

‘We gaan uit van gelijkwaardigheid van mensen. Ieder mens is immers uniek. Zo ontwikkelt elk kind zich op zijn eigen persoonlijke manier.’

Locatie: Ds. E. Fransenlaan 1 3772 TX Barneveld

BRTArchitecten W A T VOND JIJ NOU ZO LEUK OP SCHOOL? De kleur van de gevel refereert aan het omringende agrarische landschap. De detaillering verwijst naar een Greyhound bus. Een bus die de kinderen door het educatieve landschap leidt.

Wendelaarstraat 58 Postbus 1800 AK Alkmaar T 072 5 122 420 F 072 5 150 246 E info@brta.nl www.brta.nl


In de rubriek de verbeelding vertellen bijzondere mensen over hun inspiratiebronnen. Foto Kees Rutten

“Een gesprek met een collega, een historisch document dat ik opeens kan lezen, of een vraag van een student kunnen mij de islamitische wereld, waar ik mij in verdiep, van een totaal nieuwe kant laten zien. Niets is zeker en stabiel in de wetenschap, je moet voortdurend je inzichten en opvattingen aanpassen aan nieuwe informatie en inzichten. Het is die dynamiek, de zekerheid van de veranderlijkheid, waar ik me iedere dag weer op verheug en die mij inspireert bij mijn werk en in mijn leven.”

Petra Sijpesteijn schooldomein

Petra Sijpesteijn is hoogleraar Arabische taal en cultuur aan de Universiteit Leiden. Zij studeerde in Leiden Oude Geschiedenis en Arabisch. Eind jaren negentig vertrok ze naar de Verenigde Staten, waar ze een jaar studeerde aan Cornell en vervolgens haar dissertatie schreef aan Princeton. Zij promoveerde in 2004 en vertrok daarna naar Oxford, waar ze als junior research fellow verbonden was aan Christ Church College. Sinds januari 2007 heeft zij bovendien een vaste aanstelling aan het Institut de Recherche et d’Histoire des Textes, van het Centre National de la Recherche Scientifique in Parijs.

november 2010

7


Slim opereren in een bijzonder krachtenveld

Ondernemerschap basis voor kwaliteit Een dag op stap met Frank van Esch, lid College van Bestuur van INOS, een groot schoolbestuur primair onderwijs in Breda met 26 basisscholen, drie scholen voor speciaal onderwijs (REC 3) en twee speciale basisscholen. Van Esch heeft vooraf de kaart uitgeprint waarop alle scholen van INOS staan, in Breda en omgeving. Schooldomein gaat op reis.

Tekst Sibo Arbeek

V

an Esch: “Een modern schoolbestuurder moet vooral ondernemend zijn en dus ook risico’s durven nemen. Wet- en regelgeving dekken allerlei soms tegenstrijdige belangen af en dat kan tot verdeeldheid tussen verschillende directies en instanties leiden. Leg de verantwoordelijkheid dus daar neer waar de pijn van een verkeerd besluit zit. Denk eens aan al dat geld dat weglekt via bijvoorbeeld noodlokalen. Vaak het gevolg van een lange en slepende discussie over vele schijven, waarbij na ellenlange vergaderingen uiteindelijk miljoenen worden uitgegeven voor een tijdelijke huisvesting. Terwijl je met dat geld veel mooiere dingen voor de samenleving had kunnen doen. Ik kom uit het bedrijfsleven en draai nu drie jaar mee als schoolbestuurder. Iets moet resultaat opleveren, anders moet je er niet aan willen beginnen.”

Doordecentralisatie Om die reden gelooft Frank van Esch in doordecentralisatie, omdat het de kwaliteit van het onderwijs direct verhoogt. Breda wil, in navolging van building Breda, ook het primair onderwijs doordecentraliseren. “Natuurlijk is doordecentralisatie naar het

8

schooldomein

november 2010


Personeelsruimte Sinte Maerte Foto: Antonissen interieurbouw (www.antonissen.nl)

primair onderwijs totaal anders dan naar het voortgezet onderwijs”, zegt Van Esch. “Bij het voortgezet onderwijs gaat het vooral over een beperkt aantal gebouwen, binnen het primair onderwijs kijk je naar omgevingen en dan vooral de wijk waarin de school staat. Zo hebben we scholen in achterstandswijken waar als gevolg van krimp ik misschien liever zou huren van een woningbouwcorporatie, en wijken, waar ik zoveel kansen zie en de partners zo ondernemergericht zijn, dat ik graag als eigenaar het ondernemersrisico zou willen nemen. Basaal in mijn denken is dat we een heldere uitgangssituatie creëren voor alle scholen primair onderwijs in Breda. En dat we vanuit die situatie een aantal specifieke variabelen gaan benoemen, zoals de wijk, de ligging en staat van het gebouw, de mogelijkheid om met andere partners arrangementen aan te gaan. De rol van de gemeente zou daarin faciliterend moeten zijn.”

Maatschappelijk ondernemerschap In september is de vernieuwbouw van Sinte Maerte geopend. Een brede school concept, waarbij een verdieping op het bestaande gebouw is gezet. Trots laat Van Esch, samen met de nieuwe directeur Paul

Kerkhofs, de personeelsruimte zien; een prachtige verblijfs- en werkruimte: “Personeel maakt 85% van de exploitatie uit en de samenleving verwacht steeds meer van ze. Dan mag je er wel voor zorgen dat ze onder goede omstandigheden hun werk kunnen doen.” Om die reden stimuleert Van Esch ondernemerschap bij zijn directeuren. “Op de winkel passen is er niet meer bij. Wij sluiten arrangementen bij kinderopvang, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang zonder dat altijd alles al is geregeld rond instroom, goede plekken in het gebouw en onderlinge afstemming. We verwachten van onze directeuren

schooldomein

november 2010

9


dat ze lef tonen, mee denken en hun nek uit durven steken. Maatschappelijke ondernemers dus!”

Kansen in Breda

“Partners moeten samen voor een goed exploitatie­ model zorgen met een duurzame visie op het gebruik. Daar heb je de gemeente niet voor nodig.”

10

schooldomein

Rijdend door Breda schetst Van Esch de mogelijkheden die de stad biedt: “Er wordt de komende jaren weinig meer perifeer gebouwd, maar we hebben voldoende inbreidingslocaties. Rond het spoor komt een hele strook met hoogwaardige voorzieningen. Daar kunnen de aanpalende wijken goed op aansluiten.” Hij wijst stroken braakliggend terrein aan in de wijk Belcrum, waar De Spoorzoeker ligt; een functioneel sterk verouderd gebouw, dat in combinatie met andere voorzieningen heel goed een brede school zou kunnen vormen, maar op welke locatie? De John F. Kennedyschool is ook in een oud pand gehuisvest, in een strook waar ook een tandarts is gevestigd en even verderop de dependance van een openbare school ligt. “Een prachtige kans om iets samen te doen, waarbij een deel van de locatie vrij komt en vast aantrekkelijk is voor ontwikkelaars omdat in de directe omgeving een grote Albert Heijn met een ondergrondse garage wordt gebouwd.”

Pappen en nathouden Rijdend door de buurten en wijken van Breda schetst Van Esch de typische kenmerken. “Mensen uit Princenhage kun je niet vergelijken met bewoners uit Heuvel of Tuinzigt. In Princenhage zijn we met twee projecten bezig; Sinte Maerte en De Eerste Rith. In het geval van Sinte Maerte moesten we zelf snel handelen, omdat onze leerlingen in tijdelijke noodbouw zaten. Samen met de gemeente hebben we een plan ontwikkeld, waarbij wij als bestuur onze nek uitgestoken hebben. De marktpartij Kober die kinderopvang en bso aanbiedt, neemt een aantal jaren ruimten af, zodat we meer konden bouwen dan waarop we volgens de verordening recht hadden. Het resultaat is een prachtige brede school. Eenzelfde plan hebben we voor De Eerste Rith, waar we zowel onderwijs, kinderdagverblijf als TSO en BSO kunnen gaan aanbieden. Het huidige gebouw met daarnaast een oud gymlokaal is eigenlijk functioneel verouderd. Volledige sloop en nieuwbouw is eigenlijk de beste optie, maar omdat dat er niet inzit kiezen we voor het spoor waarbij een deel van de school wordt gebruikt door Kober, een deel blijft onderwijs en een deel wordt nieuwbouw. Daarbij vervallen de fysieke grenzen tussen ruimten voor onderwijs en kinderopvang. Je weet nu al dat we over een aantal jaren problemen met de oudbouw krijgen, maar dat neem

november 2010

je dan maar voor lief. De eigendom- en beheerconstructies maken het soms complex om tot synergie te komen. Je weet en voelt dat je kansen laat liggen, maar je moet ook door en daarom kies je soms voor een suboptimale oplossing.” We rijden door de wijk Geeren-Noord, waar een nieuwe brede school wordt gebouwd voor het katholiek en openbaar onderwijs. “We hopen dat in de toekomst ook het buurtcentrum intrekt in de brede school.” Opvallend is dat veel gebouwen oud zijn en technisch in een slechte staat. Dat geldt eigenlijk voor veel gebouwen in het speciaal onderwijs, die onder het bestuur vallen. “Het zijn overwegend oude basisschoolgebouwen, die vervolgens aan het speciaal onderwijs zijn toegekend. Maar eigenlijk kun je er deze doelgroep leerlingen niet bedienen en ik schaam me als ik er ouders moet rondleiden.” Het is duidelijk waarom Frank van Esch voor doordecentralisatie is: technisch verouderde gebouwen met een hoge exploitatielast en over het algemeen lage boekwaarden, die vaak niet meer geschikt zijn voor de doelgroep. “Dan moet je dus niet pappen en nathouden, zoals nu teveel gebeurt, waardoor er enorm veel kansen blijven liggen.” Iets verderop ligt De Weerijs in de wijk Haagpoort, die een behoorlijke leegstand kent en hard werkt om het eigen profiel positief in de markt te zetten: “Hoe kun je nu, in het samen met het voortgezet onderwijs ontwikkelen van een brede schoolconcept, op de langere termijn anticiperen en tegelijkertijd de leegstand in De Weerijs terugdringen?”

Randvoorwaarden creëren Tenslotte rijden we door de wijk Zandberg, waar INOS een brede schoolconcept rond De Zandberg ontwikkelt met een grote muziekvereniging en kinderopvang. “Daar kunnen we een prachtig brede schoolplein realiseren, waarbij Kober ook meedoet om een arrangement voor 0-12 jarigen mogelijk te maken. Dat illustreert onze visie op brede schoolontwikkelingen: partners moeten samen voor een goed exploitatiemodel zorgen en een duurzame visie op het gebruik. Dat kan ook zonder dat je de gemeente in een regierol dwingt. Maar de gemeente kan wel heel goed de randvoorwaarden creëren en daarom is doordecentralisatie zo’n goed middel om op de juiste plekken de juiste ingrepen te doen. Breda, het onderwijs en overige partners in de wijken vragen erom.” Voor meer informatie kijkt u op www.inos.nl of www.breda.nl waarop u het Collegeprogramma van de gemeente Breda voor de komende vier jaar kunt vinden.


dankzij 50 jaar ErvarinG, in 8 wEk E n GEbouwd duurzaam • optimale energieprestaties • gezond binnenklimaat

ROC Mondriaan

Meer zien? Kijk op de website, bel 0800 - 348 0 348 voor informatie of vraag om de inspirerende tour langs 8 schoolprojecten.

Goed geregeld. En snel!


De onderwijskundige kwaliteit is goed

maar het gebouw vertoont gebreken

In 2002 won Daltonschool De Vijver in Den Haag de Scholenbouwprijs. “De jury is van mening dat de opdrachtgever zijn onderwijskundige visie goed heeft weten te vertalen in het gebouw en de omgeving waarin het gebouw staat,” luidde het oordeel toen. Maar hoe presteert het gebouw op dit moment? Schooldomein in gesprek met directeur Irene Lemmers–van der Gaag. 12

schooldomein

november 2010


Tekst Sibo Arbeek

W

anneer we het gesprek afsluiten vraag ik Irene Lemmers–van der Gaag een rapportcijfer te geven na tien jaar actief gebruik. “Veel scholen die sinds de prijs zijn komen kijken, zijn enthousiast over de binnenkant van het gebouw”, antwoordt ze, “maar over de kwaliteit van het gebouw zelf en de inrichting van de buitenruimte gaan ze met ons voortschrijdend inzicht naar huis. Dus overall scoort het gebouw wat mij betreft een 7, omdat onderwijskundige kwaliteit de basis vormt en klachten over het gebouw te verhelpen zijn.” Wat overheerst zijn de onderwijskundige mogelijkheden die het gebouw volop biedt; van de koppeling van de twee speellokalen tot de mogelijkheid een podium te maken, de wijze waarop de gangen worden gebruikt als expositieruimten en werkruimten, de warme sfeer en het kleurgebruik. “Ik merk dat ouders worden afgeschrikt door het gebouw, maar als ze even binnen zijn, vinden ze dit toch de school waarop ze hun kind graag plaatsen.”

Constructiefouten Lemmers–van der Gaag was ten tijde van de prijsuitreiking leerkracht aan de school. Sinds 1 augustus is ze directeur van de Vijver, die onder het bestuur van De Haagse Scholen valt. “Vorige week is er nog contact geweest met het bestuurskantoor in verband met het verbeteren van het binnenklimaat. Per lokaal wordt een ventilatiesysteem geplaatst, omdat we niet willen dat er grote buizen over het dak gaan lopen. Onze ramen kunnen namelijk niet goed open. Dat is een constructiefout in de bouw geweest. De ramen zijn geplaatst en later zijn de plafonds verlaagd, zodat ze niet open kunnen. Ook de deuren vormen een probleem. Die sluiten niet goed, zodat het nooit helemaal stil is in de school. Omdat veel onderwijsruimten naast elkaar liggen, moeten leerkrachten echt rekening met elkaar houden, omdat ze anders geen les kunnen geven. We proberen nu met isolatiestrips de geluidsbelasting wat te verminderen.”

Hekken In het juryrapport van 2002 staat nog het volgende: “Het is een school die past binnen het karakter van een nieuwbouwwijk, waarbij van een school meer wordt verwacht dan alleen het aanbieden van een onderwijskundig programma. Dat is vertaald in het kunstwerk; het glooiende schoolplein dat voor de school en de wijk dient als een paradijs voor skatende en spelende leerlingen. De markante tribune biedt een openluchtpodium voor zowel de school als de wijk.” Lemmers–van der Gaag geeft aan hoe snel dat beeld al na de opening is aangepast: “Er was sprake van veel vandalisme en dat leidde tot ongewenste situaties en dus ook schade. We heb-

ben dus hekken rond de school moeten plaatsen. ‘s Middags na schooltijd kunnen jongeren uit de wijk, met toestemming van de BSO, hier wel terecht. Aan het einde van de middag wordt het plein afgesloten. Een ander probleem wordt juist veroorzaakt door het glooiende schoolplein. Gevaarlijk voor onze jongste kinderen van de PSZ, die lelijk kunnen vallen. Die spelen er dus niet. Omdat het glooit, concentreren kinderen zich op de vlakke delen, zodat juist daar meer toezicht nodig is.”

“Dus overall scoort het gebouw wat mij betreft een 7.”

Zachte ballen “Wat verder sterk opvalt, is de slechte staat van de materialen van gebouw en podium na nog maar tien jaar gebruik ervan. De traptreden van het buitenpodium zijn vermolmd of deels afgebroken, de houten gevelelementen in de muurpartijen zijn deels kapot. “Dat laatste komt weer vanwege dat glooiende schoolplein”, stelt de directeur. “Deze wanddelen worden als doel gebruikt en het materiaal is niet duurzaam, met deze gevolgen. Vandaar dat de kinderen nu alleen nog maar met zachte ballen mogen spelen”. De school is wel erg blij met het markante buitenpodium, dat driftig wordt gebruikt voor bijvoorbeeld feesten en optredens. Hoewel de treden bij nat weer spiegelglad zijn en dus gevaarlijk om te betreden. “Maar het podium wordt niet door de wijk gebruikt, omdat er altijd toezicht moet zijn.” Bijzonder en in het oog springend onderdeel vormt ook het sportveld op het dak van de school; “Daar maken we bij mooi weer veel gebruik van en vormt een prachtige aanvulling op het gymonderwijs binnen. Wanneer het echter hard waait, is het niet te gebruiken, want dan waai je er weg.” Tenslotte geeft Irene aan dat met subsidie van de gemeente de verkeerssituatie rond de school is verbeterd. “Straat, trottoirs en parkeerplaatsen liepen in elkaar over en dat was voor overstekende kinderen onduidelijk. Met subsidie hebben we paaltjes en blokkades kunnen plaatsen.”

Samenwerking Een laatste onderdeel vormt de samenwerking met de andere partners in het gebouw, waar ook meervoudig gehandicapte kinderen onderwijs volgen. “Dat loopt prima, hoewel het gescheiden onderdelen zijn, dus in dat kader is het geen brede school concept. Wat ik in dat verband nu anders zou doen, is het groter maken van de lesruimten. Nu zie je dat zowel klasruimten als BSO-ruimten veel leeg staan. Zou je de ruimten groter hebben gemaakt, dan had je makkelijker activiteiten kunnen clusteren. Maar dat is wijsheid die we toen nog niet hadden.”

Voor meer informatie surft u naar www.daltonschooldevijver.nl.

schooldomein

november 2010

13


Over huiskamer, dorpsplein en hotspot In het MFA Lab is het afgelopen jaar actief gezocht naar de archetypes van multifunctionele accommodaties. Het aanvankelijke idee om MFA’s te ordenen naar de inhoud van activiteiten en programma’s heeft het lab laten varen. Het combineren van deze activiteiten en programma’s heeft zo’n vlucht genomen dat veel MFA’s zich niet meer in zo’n hokje laten duwen. Bovendien kwam naar voren dat de inhoudelijke aard van MFA’s niet bepalend is voor de wijze van exploitatie, dé focus van het MFA lab. Ook een ordening van MFA’s naar leefstijlen liep stuk, wederom omdat de weerbarstige praktijk zich niet laat opsluiten in hokjes. Tekst Marc van Leent

U

iteindelijk is gekozen voor een drieluik dat primair gebaseerd is op de grootte van het verzorgingsgebied. Die ordening blijkt namelijk wél van invloed op de wijze van exploitatie; zaken als organisatie, personele invulling, communicatie en verdienmodel wijken principieel van elkaar af.

Buurtcentra – Huiskamer Het archetype buurtcentrum is als een huiskamer van de buurt. Het kan een generieke doelgroep bedienen, alle bewoners van de buurt, maar ook een specifieke, denk aan een rol als jongerencentrum, moedercafé of ouderensoos. Kenmerkend van dit archetype zijn de nabijheid, kleinschaligheid en lage inloopdrempel. De bezoekers bepalen zelf wat er gebeurt. Ook het beheer wordt door de mensen zelf gedaan. Zij worden op afstand gecoacht door professionals. Dus geen

14

schooldomein

november 2010

opbouwwerkers meer achter de bar. De communicatie is grotendeels gebaseerd op mond-tot-mond reclame. Financiële succesfactor is het lage kostenniveau. Veel gaat met gesloten beurs. De gemeente of corporatie doet niet veel meer dan het beschikbaar stellen van de ruimte; dat gebeurt gratis of tegen een lage huurprijs. De gebruikers(groepen) werken samen in een vereniging en zijn op die manier als groep aanspreekbaar. Intrinsieke spanning bij dit archetype is die tussen het streven naar een brede toegankelijkheid en de toe-eigening van een specifieke gebruikersgroep.

Voorzieningencentra – dorpsplein Dit archetype is als het dorsplein van de wijk. Ontmoeting en gemak staan centraal. Verschijningsvormen zijn onder andere die van brede school, kulturhus of breed gesorteerd diensten- en zorgcentrum. Kenmerkend zijn de centrale ligging, de synergie tussen gebruikers en de toeloop. De schaal van het voorzieningencentrum vraagt om een professionele organisatie van beheer en exploitatie. Deze kan ondersteund worden door mensen die daar werken in het kader van stage, arbeidsre-integratie of dagbesteding. Ook de communicatie is professioneler dan die van een buurtcentrum. Met website, nieuwsbrieven en berichten in de lokale pers worden bezoekers en deelnemers voortdurend op de hoogte gehouden. Eén van de financiële succesfactoren is het meervou-


dig gebruik van ruimten en faciliteiten. De exploitant zorgt voor een optimale bezettingsgraad. De rol van de gemeentelijke overheid is cruciaal omdat veel dienstverleners hiervan financieel afhankelijk zijn. Intrinsieke spanning bij dit archetype zit in de balans tussen de identiteit van de afzonderlijke dienstverleners en die van het centrum als geheel.

Thematische centra – Hotspot De thematische centra hebben het grootste verzorgingsgebied. Ze hebben een regionale functie maar zijn ook sterk gericht op de directe woonomgeving. Het centrum moet in de regio concurreren met andere centra. Dat betekent kleur bekennen. Het centrum moet opvallen en spraakmakend zijn; vandaar het begrip hotspot. Dergelijke centra hebben doorgaans een duidelijk speerpunt; dat kan cultuur zijn maar bijvoorbeeld ook film, sport of design. Essentieel is de eigen programmering; dat is immers de sleutel naar succes. Bij de hotspot bestaat geen organisatorisch onderscheid tussen inhoud en exploitatie. Er is één onderneming die alle touwtjes in handen heeft, zodat het beoogde concept optimaal in de markt kan worden gezet. Die onderneming heeft een professionele kern die omgeven is door een ‘community’ van vrijwilligers en stagiairs. Als het gaat om de communicatie wordt veel gebruik gemaakt van free publicity; de hotspot ‘maakt’ immers nieuws. Beschikbare ruimten en horeca worden ook commercieel benut.

“Over multifunctionele accommodaties wordt doorgaans zeer generalistisch gesproken.” Autonomie is belangrijk en daarom kan exploitatie nooit te afhankelijk zijn van gemeentelijke subsidie. Intrinsieke spanning is die tussen sociaal en commercieel gebruik van het centrum. Wat is het nut van deze ordening? Over multifunctionele accommodaties wordt doorgaans zeer generalistisch gesproken. Hierdoor worden wezenlijke verschillen genegeerd en verkeerde standaardoplossingen gekozen. Behandel een hotspot dus niet als dorpsplein en maak er ook geen huiskamer van. Ontsporing verzekerd!

Over het MFA Lab Het MFA Lab is een platform voor het ontwikkelen en uittesten van exploitatieformules voor maatschappelijke centra. Kernwaarden zijn gastvrijheid, ondernemerschap en verbinding met de wijk. Het lab is in 2009 gestart door Tom de Haas en Marc van Leent. In Schooldomein wordt periodiek van de ontwikkelingen in het lab verslag gedaan. Zie voor meer informatie: www.mfa-lab.nl.

schooldomein

november 2010

15


Vindingrijk & Inspirerend ihp/iap • projectbegeleiding • huisvestingsverordening • brede school • beheer en exploitatie • maatschappelijk vastgoed Bezoekadres Schepen Bierwischstraat 5-21, 6831 HZ Arnhem Postadres Postbus 318, 6800 AH Arnhem Telefoon (026) 320 08 40

Fax (026) 323 22 32

E-mail info@ens.nl www.ens.nl

e&s duurzame organisatieontwikkeling in onderwijs, overheid, welzijn & zorg ENS0673 adv schooldomein 2010.indd 1

22-3-10 10:52

Learn and play

Voor al uw professionele PVC projectvloeren

Tel: +31 (0)40 266 17 00 Fax: +31 (0)40 257 46 89 E-mail: gerflornl@gerflor.com www.gerflorbenelux.com


kort nieuws Wecycle De basisscholen die zijn aangesloten bij Wecycle hebben het afgelopen jaar meegedaan aan een actie voor kinderen in Afrika. Naast het sparen voor schoolspullen, doneerde Wecycle voor iedere 50 ingeleverde elektrische apparaten een zogenoemde Elephant Toilet. Het doel om 1.000 van deze sanitaire voorzieningen op scholen te plaatsen, is bereikt. Wecycle-school Zuiderenk in Wijster heeft hier in bijzondere mate aan bijgedragen, omdat zij de meeste apparaten

in één keer inleverde (7.500) en daarmee in één klap 150 toiletten mogelijk maakte. Als beloning voor hun geweldige bijdrage kreeg de school onlangs diverse watermerken op het schoolplein, waaronder een hinkelbaan en het Wecycle-logo. Wecycle wil iedereen ervan bewust maken dat gebruikte kleine elektrische apparaten (mp3-speler, spelcomputer, föhn, boor, radio, broodrooster, enzovoort) en spaarlampen niet thuishoren in de afvalbak maar apart

moeten worden ingezameld. Kostbare grondstoffen worden dan teruggewonnen. Recycling maakt hergebruik mogelijk van 70 tot meer dan 90 procent. ‘Gooi nooit weg, maar lever in!’ is daarom de centrale boodschap van Wecycle, die aangeeft dat het heel normaal en nuttig is ook kleine apparaten en spaarlampen in te zamelen. Wecycle biedt de scholen lesmaterialen, inzamelmiddelen en een speciale ophaalservice. Meer informatie: www.wecycle.nl/scholen.

Green Good Design Award 2010 Bronckhorst heeft de Green Good Design Award 2010 gewonnen. Het gemeentehuis was zo duurzaam en groen en toch architectonisch verantwoord, dat het uit duizenden inzendingen uit 46 landen is verkozen voor de prijs. Het Bonckhorstse gemeentehuis was al verkozen tot duurzaamste van Nederland en kan daar nu de Green Good Design Award aan toevoegen. Het gebouw gebruikt 36 procent van de energie die een standaard gebouw van deze grootte gebruikt en is daarnaast duurzaam als het gaat om isolatie, maar ook de bouw zelf was duurzaam. “Voor ons heeft duurzaamheid twee elementen”, zegt Barbara de Leeuw, projectleider van de bouw van het gemeentehuis. “Ten eerste is het zo mooi dat het niet wordt afgebroken. Ten tweede willen we geen energie verspillen. Dat heeft niet eens zozeer met de energetische opwekking zelf te maken, maar met bijvoorbeeld isolatie, ontwerp, duurzaam en snel bouwen. In Oostenrijk en Duitsland wordt deze manier al veel vaker toegepast, maar dan zie je vaak nog dat de gebouwen heel lelijk zijn. Wij gaan voor duurzaamheid met gezond boerenverstand.”

Er is eerst gekeken naar de standaard duurzaamheidnormen en vervolgens waar nog meer geoptimaliseerd kon worden. Dat betekent luiken die de zon tegenhouden en dichtgaan wanneer het gebouw niet in gebruik is. Drielaags dubbel glas in plaats van tweelaags, maar ook de tijdsspanne is belangrijk in het duurzaamheidproces. Het hele proces, van aankoop

van grond tot de oplevering kostte slechts drie jaar. Daarnaast was niet alleen het ontwerp van architectenbureau Atelier PRO duurzaam, maar heeft ook de aannemer meegedacht over een zo duurzaam mogelijk bouwproces. ICSadviseurs voerde de regie op het totale proces en heeft de bouw van het prijswinnende gemeentehuis begeleid. Foto: Arjen Schmitz.

Trek naar de stad zal verhevigen “Er is weer sprake van een trek naar de stad als gevolg van de voortgaande transformatie naar een postindustriële, internationaal georiënteerde kenniseconomie.” Aan het woord is Jan Latten, hoogleraar demografie aan de Universiteit van Amsterdam. Volgens Latten trekken niet alleen steeds meer twintigers en dertigers naar de steden als gevolg van het hogere vereiste opleidingsniveau van nieuwe generaties, de aanhoudende internationale immigratiestroom richt zich ook nog eens voornamelijk op de stedelijke gebieden. Overigens blijft de Nederlandse bevolking als geheel ook groeien: de komende decennia zullen er nog een miljoen

mensen bij komen. Deze zullen echter niet netjes verdeeld worden over het hele land. Volgens Latten klonteren talent en banen samen in de Randstedelijke bevolkingscentra. Vooral Amsterdam en Utrecht zullen nog sterk gaan groeien, maar ook stedelijke regio’s als Eindhoven en Groningen zullen veel arbeidsimmigratie

kennen. Latten signaleert dan ook een Nederland van twee snelheden met grote contrasten tussen de metropoolregio`s en het achterland. Overigens is het niet alleen een kwestie van economie: ook toenemende individualisering stuwt de trek naar de stad. Bron: Real Estate Magazine.

Rectificatie Bij het artikel op pagina 18 van de vorige Schooldomein (nummer 1) stond per abuis de naam van de fotograaf niet juist vermeld. De foto van ROC Aventus, genomen vanaf het NS-station, is gemaakt door fotograaf Ben Vulkers. Meer informatie: www.vulkersfotografie.nl.

schooldomein

november 2010

17


LIAGnieuws LIAG presenteert boek

LIAG architekten en bouwadviseurs heeft het boek ‘Naar school in 2040’ uitgegeven, waarin wij onze visie uiteenzetten over de scholenbouw in de toekomst, gebaseerd op ervaring en verwachtingen binnen de onderwijshuisvesting. Daarbij wordt rekening gehouden met de ontwikkelingen en trends in de maatschappij en het onderwijs. Het beeld dat wij schetsen past bij een onderwijsvisie die leerlingen stimuleert tot zelfstandige, creatief denkende individuen.

LIAG heeft in de loop der jaren meer dan 100 scholen gerealiseerd, zowel nieuwbouw als renovatie. Wij ontwerpen vanuit een onderwijsvisie en realiseren interessante scholen waarin leerlingen en docenten een geluksgevoel ervaren, zich thuis voelen en goed functioneren. Onze scholen getuigen daarvan. LIAG architekten en bouwadviseurs laat u graag de mogelijkheden zien die ook voor bestaande gebouwen tot een geweldige verbetering kunnen leiden.

Interesse? Voor scholen gratis te bestellen. Neem contact op met afdeling Public Relations 070-3507272 / pr@liag.nl Kijk ook op onze website: www.liag.nl


nota bene

In elke Schooldomein maakt u op een bijzondere manier kennis met een bijzonder mens in een bijzondere functie. In deze editie: Jacob Kohnstamm, sinds 1 september – als nevenfunctie - de nieuwe voorzitter van het Mediafonds. Jacob Kohnstamm (Wassenaar), studeerde rechten aan de Universiteit van Amsterdam en was aansluitend advocaat. In 1981-1982 en van 1986-1994 was hij lid van de Tweede Kamer voor D66. In het eerste Paarse kabinet (1994-1998) was hij Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken. Na een sabbatical jaar, waarin hij met zijn geliefde zeilde naar en op de Middellandse Zee, werd hij tot 2004 lid van de Eerste Kamer. Sinds 2004 is hij full time voorzitter van de Nederlandse Data Autoriteit (College bescherming persoonsgegevens). Foto Kees Rutten

Jacob Kohnstamm Leukste opleiding Anti slipcursus samen met de chauffeurs van Binnenlandse Zaken.

fonds is; ontroerendste Nederlandstalige boek van de afgelopen 20 jaar!

Website

Eerste baan

Buienradar.

Tolk Frans-Nederlands en assistent inkoop buitenland voor een handelsfirma in plaatmaterialen gevestigd in Hardinksveld/Giessendam.

Televisieprogramma

Doelstelling in nieuwe baan Ondanks het gure politieke klimaat er aan bijdragen dat er veel cultuur op televisie en radio wordt uitgezonden. “Dat wat goed is populair te maken”, aldus de toenmalige staatssecretaris van Cultuur, Rick van der Ploeg.

Luister meer naar de radio dan dat ik naar de tv kijk en zoek gericht programma’s uit zoals enkele seizoenen geleden ‘In Europa’ of deze zomer ‘In Therapie’ en natuurlijk naar voetbalwedstrijden nu Ajax eindelijk weer in de Champions league speelt (geen best begin gemaakt, trouwens!)

Krant

Werkweek

Volkskrant, Parool en NRC.

Wisselend, exclusief reistijd tussen de 50 en 65 uur per week; maar wel met lekker veel vakanties!

Tijdschrift

Beste eigenschap

Auto

Zo lang mogelijk redelijk blijven.

Ik ben een wandelende reclamezuil voor Greenwheels (Vrijheid, Blijheid op Wielen!) maar wil – als ik groot en sterk wordt – weer een Volvo Amazone hebben.

Slechtste eigenschap Zo lang mogelijk redelijk blijven.

Muziek Celloconcert van Dvorak, Ramses Shaffy, Beatles, Bach en Mendelssohn.

De Groene (als ik daar gegeven de vuistdikke weekendkranten aan toe kom!)

Eten en drinken

Film

Eten: oesters. Drinken: 12 jaar oude Rutte (jenever).

Monsieur Hulot en vacances.

Avond uit

Boek

Aan het einde van de middag eerst een partijtje tennis spelen én winnen; daarna samen met mijn geliefde lekker uit eten en vroeg naar bed (??).

Over het Water van Hans Maarten van den Brink die nu ‘mijn’ directeur van het Media-

Restaurant Niet voor verfijnd eten, wel voor het altijd weer adembenemende uitzicht: “de Walvis” op West Terschelling met zicht op Vlieland en het groene strand.

Opmerkelijk Opgegroeid in Luxemburg en Brussel ben ik desalniettemin aan zeezeilen verslingerd geraakt.

Ergernis Het is waar dat draagbare telefoontjes steeds kleiner worden; maar het is een ergerniswekkend en wijdverbreid misverstand dat het nodig is - om voor telefonische gesprekspartners verstaanbaar te zijn persoonlijke ontboezemingen in openbare ruimtes (bijvoorkeur in stiltecoupés) haast schreeuwend aan de draagbare telefoon toe te vertrouwen!

Inspirerende persoonlijkheid Tijdens mijn lange gang door de Nederlandse politieke instituties was Hans van Mierlo mijn inspiratiebron bij uitstek. Nu van Mierlo jammer genoeg dit voorjaar is gestorven, is – op een ander niveau - Obama nu voor mij de meest inspirerende persoonlijkheid.

Ambitie Bij alle dingen die ik doe mijzelf steeds recht in de ogen te kunnen blijven kijken.

schooldomein

november 2010

19


20

schooldomein

november 2010


THEMA

Horen

Op zoek naar slimme oplossingen I

Foto Kees Rutten

n het onlangs gesloten regeerakkoord staat letterlijk: “Het kabinet streeft naar meer sportlesuren in basis-, beroeps- en voortgezet onderwijs. Het kabinet zal met de VNG (Vereniging van Nederlandse gemeenten) bevorderen hoe sport en sportvoorzieningen bij wijkplannen een integraal onderdeel kunnen worden van het verbeteren van de leefbaarheid.” Het kan dan ook niet anders dan dat op onderwijsinstellingen een beroep wordt gedaan om te onderzoeken of de bestaande gymzalen, sportzalen en sporthallen kunnen bijdragen aan de leefbaarheid in de wijk of dat wellicht een nieuwe accommodatie gewenst is. Daartegenover staat dat de budgetten laag zijn, dan wel dat erop bezuinigd moet worden. Het wordt dan van essentieel belang dat gemeenten en onderwijsinstellingen meer moeten zoeken naar een samenwerkingsverband waarbij sportaccommodaties van zowel scholen als gemeenten efficiënter worden benut. Sportaccommodaties bij onderwijsinstellingen moeten dan buiten de onderwijsuren geschikt zijn om te exploiteren aan bijvoorbeeld sportverenigingen, muziekverenigingen en evenementen. Hetzelfde geldt voor activiteiten op het gebied van cultuur, waar subsidies onder druk staan. Ook daarvoor geldt dat het slim clusteren van activiteiten en vastgoed ervoor kunnen zorgen dat aanbod in stand kan blijven. Het vergt een hele andere manier van kijken naar mense-

lijk handelen en maatschappelijk vastgoed. Kortom: hele mooie aanleidingen om met een groep experts uit het primaire en ondersteunende proces te stoeien aan de hand van een aantal stellingen, zoals: •H oe kun je een optimale leer- en leefomgeving voor de toekomst plannen, waarbij aspecten als rust, concentratie en ontmoeten geborgd zijn? •H et wordt steeds moeilijker om de gebruiker te definiëren en het ontwerp daarop aan te passen. •B elevingsaspecten als zien en horen moeten vroeg in het proces betrokken worden. •D oor meer vanuit de exploitatie te denken kun je minder m² bouwen. •B ovenstaande stellingen geven aan dat de professionele opdrachtgever niet meer bestaat, omdat de vraag te complex wordt. Er is veel te doen: veel maatschappelijk verouderde gebouwen en een noodzaak om activiteiten te versterken, maar dan wel in samenhang. Dat vraagt om inventiviteit en creativiteit bij alle partijen: financiers, opdrachtgevers en marktpartijen.

Voor meer informatie kunt u bellen met het ICSkenniscentrum: 06-22 26 77 95.

schooldomein

november 2010

21


Minder basketbal, meer jiu-jitsu De thema’s van Schooldomein staan deze jaargang in het teken van zintuigen. Hoe actueel het thema ‘horen’ is, bleek onlangs uit diverse media. Gymnastiekdocenten op een school in Holten klaagden over gehoorbeschadiging. Om aandacht te vragen voor de problematiek droegen leerlingen en docenten oordoppen tijdens de gymles. Hoe zit het eigenlijk met de decibellen in sportaccommodaties en scholen? Zijn er oplossingen te vinden in ontwerp, bouw of materialen? En wie betaalt dat? Een geanimeerde discussie over kickboksen, respect en de afwachtende ambtenaar.

Tekst Anje Romein Foto’s Kees Rutten

Eerst even een begrippenkader. Er zijn drie soorten accommodaties voor bewegingsonderwijs: de gymzaal, de sportzaal en de sporthal. Deze laatste kan vaak worden opgedeeld in drie delen. Omdat het vanuit de exploitatie interessanter is om groot te bouwen – er kunnen meer scholen en verenigingen gebruik van maken en het biedt ook ruimte aan evenementen of examens – worden steeds meer grote hallen gebouwd ten koste van de kleinere, akoestisch prettiger gymzaal. “De problematiek van geluidsoverlast heeft ook te maken met het veranderende sportonderwijs”, zegt Jeroen Neggers. “Waar vroeger een hele klas in een gymzaal volleyballes kreeg, vinden in een sporthal verschillende sporten naast elkaar plaats. Het zijn multifunctionele ruimtes

22

schooldomein

november 2010

waarin instructie wordt gegeven in kleine groepen.” Al die activiteiten naast elkaar, maken de sportles vaak tot een akoestisch drama. Judith Chin Kwie Joe wijst op een aanvullend probleem, namelijk de didactische lessen voor aanstaande sportleraren. “Naast conditie en sport bestaan deze lessen uit instructies. Daarbij moet de docent over het lawaai en de galm heen zien te komen. In veel sporthallen zijn wel scheidingswanden, maar doordat deze veel geluid doorlaten is er overal veel galm.”

Zonering Het lijkt Harry Vedder geen goed idee een hele sporthal akoestisch geschikt te maken voor instructie. “Dan krijg je een dooie hal”.

De oplossing ligt volgens hem in zonering van een sporthal, met verschillen in akoestische niveaus. Dat dit niet altijd haalbaar is heeft alles te maken met geld. “Goede tussenwanden, zoals je bijvoorbeeld ziet in Papendal, zijn niet te betalen en het kost bovendien veel tijd ze te verplaatsen.” De oplossing hangt inderdaad af van de investeringsbereidheid, valt Mariëlle van Reenen hem bij. “Er zijn oplossingen mogelijk met flexibele panelen die geluid absorberen als het nodig is. Maar je moet daar extra geld voor willen uitgeven.” Volgens Neggers valt het met de kosten wel mee. “Een nieuwbouw sporthal die akoestisch goed is hoeft niet perse duurder te zijn.” Arjen Huiden ziet in de praktijk nog een ander verschijnsel: in sporthallen die in drie compartimenten zijn verdeeld willen docenten vaak niet in het middelste deel lesgeven. “De zalen aan de kopse kanten zijn populair, de middelste blijft vaak ongebruikt. Dit kun je ondervangen door andere vormen van sportonderwijs in te voeren. Bewegingsdocenten moeten hieraan wennen, zij zijn vaak traditioneel ingesteld.” Chin Kwie Joe wijst op de bekende stan-


THEMA

Horen

vlnr: Godfried Wahl, George van den Top en Harry Vedder

Deelnemers expertmeeting HOREN daardoplossing: ieder zaaldeel heeft een eigen materiaalhok met precies dezelfde toestellen die nooit gelijktijdig worden gebruikt. “Binnen het mbo-sportonderwijs zetten we in op differentiatie: naast een sportzaal ook een klimwand, een fitnessruimte en een dojo voor oosterse vechtsporten. Het voortgezet onderwijs – waar wij vaak faciliteiten mee delen – denkt nog niet in aanvullende mogelijkheden. Terwijl de kosten niet hoger zijn en het sportaanbod interessanter wordt.” Ieder mens heeft een natuurlijke weerstand tegen verandering, zo ook de bewegingsdocent, stelt Vedder vast. Hij ziet mogelijkheden om de bewegingssectie binnen de school meer te betrekken in het projectmatig onderwijs. “Ik denk bijvoorbeeld aan de opdracht om een eigen voetbaltraining te organiseren. Daar komen heel veel vaardigheden bij kijken. Helaas houden docenten vaak vast aan hun traditionele rol en zijn ze huiverig voor de ballast van projectonderwijs.”

Buitensport Waarom richten we de blik niet meer op buitensport, in plaats van steeds hogere

Sibo Arbeek | hoofdredacteur Schooldomein (gespreksleider) Judith Chin Kwie Joe | directeur Facilitair Bedrijf Zadkine Arjen Huiden | adviseur ICSadviseurs Jeroen Neggers | projectleider ISA Sport Nederland Mariëlle van Reenen | coördinator bouwfysica en regelgeving Bureau Bos Michaela Stegerwald | architect Stegerwald architecture & research George van den Top | accountmanager projectenmarkt Forbo Flooring Godfried Wahl | sportspecialist accountmanager Nederland Gerflor Harry Vedder | directeur M3V en voorzitter Platform Onderwijshuisvesting

eisen te stellen aan binnenakoestiek, vraagt Michaela Stegerwald zich af. “Geef scholen meer buitenruimte. Zorg bijvoorbeeld voor dubbel grondgebruik en verbindt sportvelden aan scholen in plaats van aan sportverenigingen. Dan spelen akoestische eisen een veel kleinere rol.” Chin Kwie Joe werpt in haar omgeving ook regelmatig de discussie op voor meer buitensport, maar het kwartje valt zelden. Ze merkt op dat het gymonderwijs ook wel zwaar verwaarloosd is de afgelopen jaren. “Voorheen was het een relevant onderdeel, nu is er minder aandacht voor. Vooral in het

voortgezet en beroepsonderwijs was sport jarenlang geen issue. Sinds kort zien we weer meer interesse. Dat heeft alles te maken met de maatschappelijke bewustwording dat kinderen meer moeten bewegen.” Uitdieping van de maatschappelijke discussie over de positie van sport biedt volgens haar volop kansen. “Daarmee wordt het arsenaal van mogelijkheden groter. De functie van sport is heel belangrijk, ook voor het opnemen van kennis. Even je hoofd leegmaken om het daarna weer te kunnen vullen. Als je dat voor het voetlicht brengt krijg je een andere discussie.” Goed

schooldomein

november 2010

23


vlnr: Harry Vedder, Jeroen Neggers en Judith Chin Kwie Joe

“Ieder mens heeft een natuurlijke weerstand tegen verandering, zo ook de bewegingsdocent.”

24

schooldomein

november 2010

Michaela Stegerwald (l) en Mariëlle van Reenen

idee, vindt Huiden, onder één voorwaarde: “Partijen zoals scholen, sportverenigingen en gemeenten moeten dan wel over hun schutting kunnen kijken.”

Afwachtende houding Terug naar de bouw van sportaccommodaties en het financieringsvraagstuk. Probleem is dat het geld uit verschillende potjes komt en dat er twee gemeentelijke loketten zijn: sport en onderwijs. Elk met hun eigen regels. Vedder: “Voeg die potjes samen en geef scholen meer vrijheid voor invulling met andere sportvoorzieningen.” Stegerwald ziet dat veel gemeenten sinds de kredietcrisis de hand op de knip houden. Ter ondersteuning van haar stelling haalt ze een artikel tevoorschijn. Kop en ondertitel zijn veelzeggend: ‘Budget gebouwen onbenut. Hoe gul is mijn gemeente?’ “Er ís wel geld, maar het wordt niet altijd op de juiste plek uitgegeven.” Ook Godfried Wahl bespeurt een afwachtende houding bij de gemeenten. “Gemeenten bouwen liever iets voor minder geld, om wat over te houden voor later. Met die reserveringen kunnen ze inspringen op toekomstige veranderingen. Toch zou ik zeggen: laat je niet door de laagste prijs leiden en kijk beter naar de exploitatie.” Daar raakt hij een bekend pijnpunt. Gemeenten willen zo goedkoop mogelijk bouwen, terwijl scholen belang hebben bij een lage exploitatielast waarvoor soms juist duurdere investeringen verstandig zijn. Vedder: “Leg daarom de investeringsbeslissing bij de school en voeg geldpotjes samen, dan krijg je wijze beslissingen. Nu bepaalt de gemeente hoeveel investeringsgeld de

school krijgt, zonder verantwoordelijk te zijn voor de exploitatie.”

Duizendpoot Sibo Arbeek ziet ook goede ontwikkelingen. Bijvoorbeeld omnisportverenigingen waarbij mooie combinaties ontstaan van buitenschoolse opvang, scholen en sportverenigingen. “Als je visie hebt, kán het wel”. Sommige aanwezigen zijn wat pessimistischer. Chin Kwie Joe: “Die mogelijkheid wordt zwaar onderbenut. Je moet ook maar net de juiste persoon treffen.” Huiden valt haar bij: “Het is ingewikkeld omdat je te maken hebt met de wet op het onderwijs én de wet op de kinderopvang. Je hebt een soort duizendpoot nodig. Je kunt ook niet de tennisleraar even op de kinderen laten passen.” Vedder ziet een paradox: “Je ziet op dit gebied te weinig lerend vermogen in het onderwijs. Men leert weinig van elkaar. Ik ken goede voorbeelden van samenwerking tussen de buurt, het onderwijs en sportverenigingen.” Ook in dit soort samenwerkingsverbanden is de gemeente vaak afwachtend en stellen verenigingen zich proactief op, constateert Chin Kwie Joe. Volgens haar begint nieuwbouw van een sportaccommodatie altijd met een visie op sport, nog vóór het programma van eisen. Als voorbeeld noemt ze een school in Rotterdam Zuid waar samen met sportverenigingen, docenten, de gemeente en zelfs bewegingswetenschappers is gekeken wat er gebouwd moest worden. “Allerlei vragen zijn besproken. Hoe denk je over bewegingsonderwijs? Hoe past dat in de wijk en bij de school? Wat wil je precies?


THEMA

Als je er zo over praat krijg je heel andere oplossingen dan als je over normeringen begint.”

denken vanuit minimale eisen, maar vanuit kwaliteit. Daarbij moeten we deskundige leveranciers laten meedenken.”

Akoestisch adviseur

Feestje

De discussie spitst zich weer even toe op de problematiek van de akoestiek. Deze speelt niet alleen in sporthallen, maar ook in schoolgebouwen. Makkelijk oplosbaar is het niet, zegt Vedder, zeker niet voor wie afwisseling beoogt tussen rust en dynamiek. “Elke activiteit vraagt om een andere akoestiek. Om goed in te spelen op zaken als nagalm, verstaanbaarheid en absorptie heb je een akoestisch adviseur nodig. Kennis hierover is heel specifiek.” Ook de keuze voor een vloer speelt daarin een belangrijke rol. De meeste scholen kiezen uit oogpunt van hygiëne voor harde vloeren en niet voor tapijt, dat geluid beter absorbeert. George van den Top: “Er zijn wel mogelijkheden met minder nagalm. Nu zien we in de meeste scholen in vrijwel alle ruimtes hetzelfde. Je kunt veel meer variëren en inspelen op gestelde eisen.” Kortom, een perfectie leer- en beweegomgeving creëren is een complexe taak. Misschien is het wel te veel gevraagd voor een facilitair manager of een schooldirecteur. Vraagstukken als binnenklimaat, akoestiek en materiaalkeuze vragen om een multidisciplinair bouwteam. Vedder: “Binnen een bouwteam is meer dialoog mogelijk. De opdrachtgever is meer een maatschappelijk ondernemer die van marktpartijen kwaliteit eist. We zijn nu meestal op zoek naar de goedkoopste oplossing. We moeten niet

Binnen een bouwteam zoeken alle partijen samen naar oplossingen en een integraal ontwerp, met ruimte voor creativiteit en dialoog, vat Arbeek samen. Helaas is de praktijk vaak minder ideaal, zegt Neggers. “Ik kom vaak tegen dat externe adviezen niet worden opgevolgd. Het ontwerp is vaak niet het gevolg van een samenhangend advies. De opdrachtgever heeft de kennis en kunde niet en vertrouwt op de projectmanager en de architect.” Communicatie is daarbij een cruciale factor, meent Van Reenen. “Kijk naar de oplossingen die je zoekt voor akoestiek. Als daarop bezuinigd moet worden, moet de opdrachtgever goed weten wat hij kan verwachten.” Behalve communicatie is ook vertrouwen een belangrijke vereiste, brengen diverse experts in. Leg niet alles vast, maar vertrouw elkaar en toon respect voor elkaars vak. Stegerwald pleit daarbij voor nieuwe bouwteams met daarin onder meer de gebruiker, het schoolbestuur, de architect, de constructeur, de installateur, de gemeente en de aannemer. “Ik ben voor synergie die voortkomt uit multidisciplinaire samenwerkingsverbanden, waarin je alles goed doordenkt en samen naar innovatieve oplossingen en werkwijzen zoekt. Dan kan zo’n project echt een feestje zijn, waar je veel energie en plezier en een duurzaam gebouw voor terugkrijgt.”

Horen

“Leg niet alles vast, maar vertrouw elkaar en toon respect voor elkaars vak.”

Arjen Huiden

schooldomein

november 2010

25


VORMGEVEN VANUIT VISIE De bouwstenen van uw huisvesting zijn niet van steen of beton.

De ĂŠchte bouwstenen bestaan uit de ontwikkelingen die u verwacht in uw primaire proces en organisatie samen met de maatschappelijke ontwikkelingen. Met onze visie en werkwijze brengen we dit tot uitdrukking in een passend gebouw. M3V brengt uw huisvestingsvraagstukken terug tot de essentie. Van daaruit ontwikkelen we moeiteloos creatieve en vernieuwende huisvestingsconcepten, die altijd in relatie staan tot het door u gewenste primaire proces. M3V is niet alleen deskundig en ervaren in huisvestingstrajecten, maar ook in gemeentelijk en bestuurlijk beleid zoals doordecentralisatie, integrale gebiedsontwikkeling en stedelijke vernieuwing. We ondersteunen onze opdrachtgevers in beleid & organisatie, huisvesting en procesmanagement in onderwijs, cultuur, welzijn en sport. Meer weten? Bel ons voor een gesprek 026 - 482 25 20 of kijk op www.m3v.nl.

m3v adviespartners l Postbus 221 l 6860 AE Oosterbeek l 026 - 482 25 20 l info@m3v.nl l www.m3v.nl l Fotografie DigiDaan


kort nieuws Architecten moe van aanbestedingen Architecten zijn ‘aanbestedingsmoe’. Dat constateert het Steunpunt Ontwerpwedstrijden op basis van de aanbestedingen in het derde kwartaal van 2010. Hoge bewijslasten en veel weinig zekerheid lijken tot minder aanmeldingen voor Europese aanbestedingen te leiden. In veel gevallen bleef het aantal aanmeldingen in

de afgelopen zomermaanden onder de twintig, zegt het Steunpunt. “In een enkel geval moest er zelfs heraanbesteed worden wegens gebrek aan belangstelling.” Door deze ontwikkelingen zitten ook opdrachtgevers met hun handen in het haar, aldus het Steunpunt. Het zijn niet zo zeer de omzeteisen die tot minder aanmeldin-

gen leiden. Deze zijn weliswaar iets hoger dan in het tweede kwartaal van dit jaar, maar ruim onder de gemiddelden van 2009. Het zijn volgens het Steunpunt vooral de vele financiële bewijsmiddelen en onzekerheden die architecten flauw maken van het aanbestedingencircuit. Meer informatie: Architectenweb.nl.

Vervolg EU-schoolfruitregeling 2010/2011 In januari 2011 wordt de gratis fruitverstrekking aan basisscholen in het kader van de EUschoolfruitregeling vervolgd. Twee sponsors, The Greenery en Freshweb.nl zorgen ervoor dat dit schooljaar meer kinderen op scholen gratis groenten en fruit krijgen dan vorig jaar. In totaal is er voor de regeling ruim vier miljoen euro beschikbaar, waarvan de helft onder andere door de sponsoren en de andere helft door de EU wordt betaald. The Greenery en Freshweb.nl zijn de eerste sponsors; met enkele andere kandidaatsponsors is het Productschap Tuinbouw (PT) in gesprek. Bij de EU-schoolfruitregeling krijgen schoolkinderen voor een periode van maximaal 10 weken een gratis gezonde groente en fruitsnack. Met het nu beschikbare budget kan een kwart van het totaal aantal van circa 8.000 basisscholen worden voorzien. Deelnemende scholen moe-

ten ook een actieve rol spelen bij deze actie en bij vervolgactiviteiten, door het promoten van schoolfruit bij ouders en kinderen. De EU-schoolfruitregeling heeft immers als doel

te bevorderen dat kinderen na deze kennismaking structureel groenten en fruit gaan eten zoals via het programma SchoolGruiten. Meer informatie: www.tuinbouw.nl

Trek naar de stad zal verhevigen Er is weer sprake van een trek naar de stad als gevolg van de voortgaande transformatie naar een postindustriële, internationaal georiënteerde kenniseconomie. Aan het woord is Jan Latten, hoogleraar demografie aan de Universiteit van Amsterdam. Volgens Latten trekken niet alleen steeds meer twintigers en dertigers naar de steden als gevolg van het hogere vereiste opleidingsniveau van nieuwe generaties, de aan-

houdende internationale immigratiestroom richt zich ook nog eens voornamelijk op de stedelijke gebieden. Overigens blijft de Nederlandse bevolking als geheel ook groeien: de komende decennia zullen er nog een miljoen mensen bij komen. Deze zullen echter niet netjes verdeeld worden over het hele land. Volgens Latten klonteren talent en banen samen in de Randstedelijke bevolkingscentra. Vooral Amsterdam en Utrecht

zullen nog sterk gaan groeien, maar ook stedelijke regio`s als Eindhoven en Groningen zullen veel arbeidsimmigratie kennen. Latten signaleert dan ook een Nederland van twee snelheden met grote contrasten tussen de metropoolregio`s en het achterland. Overigens is het niet alleen een kwestie van economie: ook toenemende individualisering stuwt de trek naar de stad. Bron: Real Estate Magazine.

1 op 5 mbo’ers verlaat voortijdig school De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) vindt het belangrijk dat duidelijk wordt waarom er zoveel schooluitval is. ”In niveau 1 en 2 is er veel begeleiding, maar misschien toch niet altijd de juiste begeleiding”, aldus JOBvoorzitter Luuk Visser maandag. Hij vindt dat het ministerie van Onderwijs moet proberen te voorkomen dat er zoveel uitval is. Er zijn veel goede projecten die schooluitval hebben

gereduceerd. Het is natuurlijk wel belangrijk dat deze projecten continueren. Hij reageert daarmee op de onlangs naar buiten gebrachte cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over schooluitval in het middelbaar beroepsonderwijs. Het blijkt dat een op de tien leerlingen in het middelbaar beroepsonderwijs de opleiding binnen een jaar verlaat. 18 procent van de studenten verlaat het mbo na vier

jaar zonder diploma. De uitval is het hoogst bij het laagste mbo-niveau, de assistent-opleiding. De MBO Raad nuanceerde de cijfers van het CBS door te benadrukken dat vier op de vijf mbo’ers dus wél een diploma halen en de uitval op het hbo hoger is. “Die cijfers vallen absoluut niet mee. Zonder mbo-diploma kom je nauwelijks aan de slag op de arbeidsmarkt.”, aldus Luuk Visser. Meer informatie: www.job-site.nl.

schooldomein

november 2010

27


Innovatieve ontwikkeling in Delft Buitenhof

Samen staan we sterker! De wijk Buitenhof in Delft is een typisch voorbeeld van de stadsvernieuwing uit de jaren zestig; een moderne stadsuitbreiding om te voorzien in de grote woningbehoefte. De typeringen ‘functionalisme’ en ‘modernisme’ staan synoniem voor de inzichten van die tijd. Met bijna abstracte scheiding van functies zoals wonen, werken en recreëren. Licht, lucht en ruimte, belangrijke levensbehoeften staan als waarden centraal in de ontwikkeling van de nieuwe steden. Kan het nog beter? Tekst Tom Haagmans

V

eertig jaar later hebben diezelfde modernistische steden van toen veel aan charme ingeboet. Voor de wijk Buitenhof in Delft, met haar kenmerkende CIAM-gebouwen, geldt niets minder. In die wijk staat op de hoek Buitenhofdreef en Martinus Nijhofflaan de sporthal ‘Buitenhof’, gebouwd in de jaren zestig en netjes in haar eigen functionele vlak. Niet meer van deze tijd en ernstig verouderd maar qua gebruik nog midden in de maatschappij. Sporthal ‘Buitenhof’ is voor de gemeente Delft in 2006 aanknopingspunt om te komen tot stadsvernieuwing, een impuls voor de

28

schooldomein

november 2010

leefbaarheid van de wijk. Waar hebben we dat eerder gehoord? In dat jaar schrijft de gemeente Delft een ontwikkelselectie uit - gebaseerd op de spelregels van een Europese aanbesteding - met als belangrijkste doel sporthal ‘Buitenhof’ te vervangen door een moderne sporthal die voldoet aan alle eisen van vandaag, te stellen vanuit de wedstrijdsport (NOC*NSF) en het onderwijs (KVLO). Tevens is de ontwikkeling van die sporthal aanleiding om het gebied rondom de sporthal - de wijk - een nieuwe impuls te geven.


Hierbij wordt - in tegenstelling tot de functionalistische scheiding uit de jaren zestig van de vorige eeuw - juist gedacht aan het verknopen van functies. Aan het bijeenbrengen van wonen, werken, sporten en recreëren, zoals dat in de 24-uurs economie van de 21e eeuw gebruik is geworden. De nieuwe sporthal dient daarbij als stedelijke knoop die de nieuwe wijkontwikkeling via de Stadsboulevard moet verbinden met het nabijgelegen winkelcentrum ‘de Hoven Passage’; een lint van activiteiten waaraan mensen dag en nacht voorbijkomen; de stad (her)leeft.

Effectieve combinatie In een biedboek formuleert de gemeente haar wensen en eisen met als doelstelling het vinden van de meest geschikte partner om deze eigentijdse knoop op te lossen. Hierbij wordt bewust gekozen voor een innovatieve wijze van aanbesteden (Finance, Design & Build), waarbij de ontwikkeling van maatschappelijke voorzieningen, zowel in functionele als financiële wijze, wordt vervlochten met de commerciële ontwikkeling van woningen en winkels. VORM Ontwikkeling, ziet wel iets in de uitdaging in Delft. Van huis uit ervaren in de ontwikkeling van woningen en commercieel onroerend goed onderkent VORM het specifieke probleem van de sporthal, het hart van de knoop. Hiervoor roept zij de hulp in van sportbouwspecialist Vaessen. In consortiumverband wordt samen gewerkt aan de ultieme oplossing waarbij elke partij zich specifiek richt op zijn eigen sterkte. Vaessen ontwikkelt een eigentijdse sportvoorziening en VORM richt zich op de financiering en eigendomsverwerving en de invulling van de woonbehoefte in de wijk. Het plan voorziet uiteindelijk in de gefaseerde, risicodragende ontwikkeling van in totaal 240 woningen, verdeeld over 3 bouwblokken. De sporthal maakt onderdeel uit van de eerste fase en blijft in eigendom van de gemeente. Naast de hal zijn ook 88 studentenwooneenheden opgenomen, die gezamenlijk zijn gerealiseerd op een overdekte parkeergarage (71 plaatsen), gelegen op straatniveau. Via bemiddeling van Syntrus Achmea Vastgoed wordt Stichting Rabobank Pensioenfonds aangetrokken als eindbelegger voor de studentenwoningen. De eerste fase is in maart 2010 succesvol afgerond.

Beeldvorming De sporthal wordt letterlijk ingekapseld tussen het woonblok dat maximaal 7 bouwlagen bestrijkt bovenop de maatschappelijke plint van 2 bouwlagen. De hal zelf hangt als het ware tussen de woningbouwblokken en is - als normalerwijze minder aantrekkelijk architectonisch element - grotendeels onttrokken aan het zicht. In de beeldvorming valt direct het contrast op tussen de volledig glazen plint op straatniveau, ontsluiting van de sportaccommodatie en de gemetselde bovenbouw waarin de wooneenheden

“In consortium­verband wordt samen gewerkt aan de ultieme oplossing waarbij elke partij zich specifiek richt op zijn eigen sterkte.” zich bevinden. Het beeld is eigentijds, transparant en vooral licht. De sporthal kent een afmeting van 48 x 28 x 7 meter, is met twee scheidingswanden en 6 wasen kleedruimten opdeelbaar in 3 volwaardige onderwijscompartimenten, beschikt over een tribune op de verdieping met een capaciteit van 450 zitplaatsen en is te bekijken vanuit een aantrekkelijke horecavoorziening met uitzicht op de straat. De sporthal wordt overdag gebruikt door scholen in de directe omgeving en ’s avonds door de sportverenigingen uit de wijk. Uniek is de combinatie met de afgesloten parkeergarage onder het gebouw.

Communicatie sleutelwoord Zoals voor veel processen gold ook hier dat communicatie het sleutelwoord was. En dan niet alleen communicatie tussen de bouwers, maar ook communicatie met de omgeving en buren; zo waren er de bestaande sporthal, die in gebruik moest blijven tot de oplevering van de nieuwe hal, de Sultan Ahmed moskee, waar rust en sereniteit dagelijkse routine zijn en het Christelijk Lyceum Delft, waar zonder geluidsoverlast van heipalen examens moesten worden afgenomen. Met het innovatief aanbesteden van de sportvoorziening Buitenhof heeft de gemeente Delft niet alleen een nieuwe sporthal gekregen, maar is de sporthal onderdeel geworden van het nieuwe hart van de wijk. Een hart waarin wonen, werken, sporten en recreëren elkaar 24 uur per dag ontmoeten. Dit nieuwe hart draagt bij aan het welbevinden alle mensen in de wijk; een duidelijk voorbeeld van een ‘win, win situatie’. Kijk ook voor meer informatie op www.vaessenbv.nl.

schooldomein

november 2010

29


30

schooldomein

november 2010


Kunst maakt het verschil

ROC Aventus, locatie Zutphen, stra­ te­­gisch gelegen naast het station, is sinds het voorjaar van 2010 gehuisvest in een expressief gebouw naar een ontwerp van RAU Architecten. En bij een nieuw gebouw hoort ook een kunstopdracht, zo vindt de opdrachtgever. Om die reden heeft het ROC zich gewend tot Kunst en Bedrijf om gezamenlijk een kunst­ opdracht te ontwikkelen. De aanpak was consciëntieus, zoals kort daarvoor bij de locatie in Apeldoorn, waar markante interieuropdrachten, ontworpen door Nederlandse topontwerpers, de opleidingen sieren.

Tekst Gabi Prechtl Fotografie Jannes Linders

O

ok voor Zutphen wilden opdrachtgever én architect dat de kunst een zichtbare plek in het gebouw zou innemen. De speciaal samengestelde kunstcommissie verkende de mogelijkheden onder leiding van Kunst en Bedrijf, wikte en woog en kwam tot de conclusie dat het kunstwerk voor dit gebouw een eigenzinnige ruimtelijke choreografie zou moeten zijn. En de ontwerpers die overtuigend bij dit concept passen, vormen het duo Kaptein Roodnat. Ze zijn beiden opgeleid aan de Design Academy in Eindhoven en hun werk kenmerkt zich door een goed ontwikkeld gevoel voor ruimtelijkheid, functionaliteit en inpassing in de architectuur. Maar bovenal zijn ze speels en eigenzinnig en uitmuntende ‘vertalers’ van hun conceptuele gedachten, waarbij ze evenwel nuchter met beide benen op de grond blijven staan. Het ontwerp dat zij presenteerden, verwoordde Karin Daan, de begeleidend adviseur van Kunst en

Bedrijf als volgt: “Het betreft een rood plaatstalen structuur die zich als een eigenzinnig orgaan plooit in het knikkende gebouw, groot beginnend als loper in de entree en van daaruit uitwaaierend over de hal, de balie naar omhoog als balustrades, de kantine in als catwalk en en passant diverse aftakkingen makend. In één materiaal, één kleur en één techniek; signaalrood plaatstaal gevouwen als origami.” De kunstcommissie, inclusief de architect, reageerde zeer enthousiast op het heldere ontwerp en koos unaniem voor verdere uitvoering. Dat ook het architectenbureau zich in dit ontwerp kon vinden, was natuurlijk essentieel omdat het kunstwerk zich brutaal verbindt met de architectuur. En het siert RAU dat zij deze rode loper vrij baan heeft gegeven in het door hen ontworpen gebouw. De symbiose die hierdoor heeft kunnen ontstaan, biedt ROC Aventus in Zutphen een beeldbepalend kunstwerk dat tot in de haarvaten van het gebouw doordringt.

schooldomein

Kunst maakt het verschil Nu nog tot 60% aanvullende subsidie voor een kunstopdracht mogelijk. Lees meer op: www.kunstenbedrijf.nl/ nieuwsberichten Of bel Kunst en Bedrijf: (020) 623 02 71

november 2010

31


architectuur

Flexibele wensen stellen bijzondere eisen aan akoestiek Grote open ruimten - vormgegeven in glas, staal en beton - domineren het beeld van een scholengemeenschap in Amstelveen. Bedoeld om heel flexibel in te richten en te gebruiken. In Goes daarentegen zijn achter een deels bakstenen, deels felgroene gevel juist alleen kleine lokalen te vinden. Twee zojuist opgeleverde schoolgebouwen met opvallende verschillen, voortgekomen uit bewuste keuzes. Tekst Theo van Oeffelt Illustraties Snelder Architecten (Jeroen Musch), Archikon Architecten & Constructeurs

F

Het robuuste interieur van scholengemeenschap Panta Rhei in Amstelveen

32

schooldomein

november 2010

lexibiliteit binnen schoolgebouwen vraagt steeds meer aandacht. Dat wordt voor een belangrijk deel bepaald door de wens naar zo variabel mogelijk in te delen leerruimten. Het beeld van een school met een rij lokalen van zo’n 48 vierkante meter omvang, achter elkaar gelegen aan een gang, is allang verdwenen. In hedendaagse onderwijsopvattingen spelen naast de leraar ook het teamwork en de zelfstudie een belangrijke rol. Die vergen eigen, specifieke ruimtelijke oplossingen. Grote leerdomeinen, die naar behoefte kunnen worden gesplitst in kleinere ruimten, bepalen nu het karakter van het schoolgebouw. Daarnaast neemt de zorgfunctie binnen scholen toe. De regelmatige aanwezigheid van bijvoorbeeld logopedisten en remedial teachers is een andere oorzaak voor de vraag naar flexibele werkplekken. Wensen die hun weerslag vinden in eisen aan de akoestiek. “Scholengemeenschap Panta Rhei in Amstelveen had een tamelijk technisch Programma van Eisen opgesteld”, vertelt architect Michiel Snelder van Snelder Architecten. “Voornamelijk eisen aan onderhoud en en passant de melding dat het gebouw ook geborgenheid moest uitstralen. Dat laatste is natuurlijk een containerbegrip, dat door betrokkenen volstrekt verschillend wordt geïnterpreteerd.” Het verleidde hem ertoe de nieuwbouw “heel basic” te houden, zodat leerlingen en leraren zelf invulling aan de inrichting kunnen geven. Hij creëerde veel overmaat en transparantie, “grote ruimten


Het Auris College Goes, een cluster 2 school

“We worden geacht een paleis te bouwen, maar zonder middelen.”

met veel licht en doorzicht, waarin van alles kan gebeuren en waarop men niet snel uitgekeken raakt.” Het materiaal is hard; veel beton en glas. “Om te voorkomen dat dit zou leiden tot een kakofonie aan geluiden, zijn de plafonds extreem geluidsabsorberend.” Algemeen directeur Bert de Weerd spreekt van een bijzonder geslaagd ontwerp. “Zo hadden we binnen een jaar na oplevering, meer dan voorzien behoefte aan kleine spreekkamers. Die bleken heel simpel, als kiosken, in een van de grote ruimten te plaatsen.”

Slim plannen Aan flexibiliteit en akoestiek werden in Goes geheel andere eisen gesteld. Johan Dieleman van Archikon Architecten & Constructeurs kreeg opdracht om voor twee scholen een gezamenlijk onderkomen te bouwen. Voor het Auris College Goes, een zogenoemd cluster 2 school, met ruim tachtig leerlingen met een auditieve en/of communicatieve beperking. En voor De Wissel, een school voor praktijkonderwijs met circa 140 leerlingen. Directeur Marcel Provoost van het Auris College wilde zijn leerlingen vooral veel praktijkervaring laten opdoen. “In de praktijk leren zij het meeste, zowel vakinhoudelijk als in het omgaan met hun auditieve beperking.” Om hen die kans te bieden, zocht hij samenwerking met praktijkschool De Wissel. “Het nieuwe gebouw heeft beneden de praktijkruimten, boven de theorielokalen. De flexibiliteit zit in het slim organiseren en inroosteren van de lessen”, zegt hij. Behalve de combinatie van twee scholen zag architect Johan Dieleman zich ook geplaatst voor een grote akoestische opgave. “Door bijvoorbeeld hun gehoorprotheses reageren kinderen heel anders op

geluid. Voor hen kan het schuiven van een stoel of het zoemen van een TL-buis buitengewoon storend zijn.” Zo koos Dieleman onder meer voor een speciale open betonsteen, die hij telkens voor twee wanden van elk lokaal toepaste. “Steeds in de richting van het spreken door een docent. Dat was, in combinatie met de membraamvormige plafonds, voldoende om de andere wanden uit glas of een ander hard materiaal op te bouwen.” Anders dan Panta Rhei bezit het Auris College geen enkele grote, vrij indeelbare ruimte. Ook de samen met De Wissel gedeelde ‘zorgplaza’, voor de maatschappelijk werkers, orthopedagogen en logopedisten, is verdeeld in kleine, in functie onderling verwisselbare kamers, waarbinnen de akoestiek optimaal is.

Inefficiënt en onproductief De beide directeuren Bert de Weerd en Marcel Provoost geven tijdens de gesprekken aan hoezeer de normbekostiging hun mogelijkheden drukt. De Weerd spreekt over “het bouwen van een paleis, zonder middelen, terwijl dit over twintig, dertig jaar nog steeds een paleis moet zijn. Een absurde opgave”, stelt hij. Gertjan van Midden, adviseur bij de PO-

Raad in Utrecht, valt hen bij. “De reeks klachten over de wijze van financiering, zowel voor nieuwbouw als voor onderhoud, is enorm. Is voor een kantoorgebouw tweeduizend euro per vierkante meter de norm, voor een PO-school is dat ongeveer veertienhonderd euro, voor een VO-school is dat een fractie meer.” Maar het gaat hem niet alleen om de budgetten, ook het beheer ervan is hem een grote zorg. “Om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren – en een flexibel schoolgebouw kan daaraan substantieel bijdragen – is het noodzakelijk dat het schoolbestuur zelf de beschikking krijgt over alle geldstromen, voor zowel huisvesting, personeel, onderwijs als materiële instandhouding, en deze koppelt aan de leerling. Vraaggericht dus, in plaats van de huidige aanbodgerichte benadering.” Hij geeft aan dat de hierover uitgebrachte nota ‘Een fris alternatief voor de huisvesting van kinderen’ het perspectief biedt voor schoolbesturen om écht als opdrachtgever, samen met een architect, te werken aan de kwaliteit van de huisvesting. Om, zoals hij het noemt, “samen life-cycle te denken, een voorwaarde voor goede schoolgebouwen, flexibel indeelbaar, want tijdbestendig, en met onder meer een goed binnenklimaat en dito akoestiek.”

BNA Onderzoek BNA Onderzoek, waarin onder andere is opgegaan de Stichting Architecten Research Onderwijsgebouwen (Staro), bundelt de studie- en onderzoeksactiviteiten van de Bond van Nederlandse Architecten. De kennis en expertise van de BNA-leden betreffende onderwijshuisvesting en de activiteiten rondom dit thema komen hierin terug. BNA Onderzoek is een platform voor verdieping en collegiale kennisuitwisseling van alle BNA-leden, waar verschillende expertises worden samengebracht en kruisbestuiving mogelijk wordt gemaakt. Het programma is zeer divers, zowel thematisch als in vorm. Meer informatie: www.bna-onderzoek.nl.

schooldomein

november 2010

33


Nieuwbouw OBS De Venen in Reeuwijk

“Ik wou dat ik op school was …” Ik ben onder de indruk als ik mijn auto parkeer voor het nieuwe gebouw aan de Hooiweg 2 in Reeuwijk. Ik heb een afspraak op een nieuwe basisschool maar het gebouw waar ik nu naartoe loop, voldoet helemaal niet aan het beeld dat ik heb van een schoolgebouw voor basisonderwijs. Imposant is het eerste woord dat me te binnen schiet.

34

schooldomein

november 2010


I

Tekst Paul Voogsgerd Foto’s Marko BV

k ben vroeg in Reeuwijk, de schooldag gaat net beginnen. Vlak voor ze het lokaal binnen gaat, drukt leerling Pien meester Ron een pakje in handen. Ze heeft een prachtig schilderij gemaakt met daarin de tekst: Het is herfstvakantie Ik zit me te vervelen Ik wou dat ik op school was Dan kon ik samen spelen Een beter bewijs van hoe goed het nieuwe schoolgebouw bevalt, kun je niet bedenken. Meester Ron is oprecht blij en belooft het kunstwerkje een mooie plek te geven op zijn kantoor. Meester Ron is Ron de Bruijn, directeur van OBS De Venen. Hij heet me welkom in het nieuwe gebouw en leidt me rond.

Een feestje “Het is niet alleen ons gebouw”, verklaart De Bruijn de enorme omvang. “Het is een multifunctionele accommodatie die we delen met de rooms katholieke Gerardus Majella School, de protestants christelijke basisschool De Regenboog, een peuterspeelzaal, kinderdagopvang, buitenschoolse opvang en een consultatiebureau. Bovendien zijn helemaal boven appartementen gebouwd.” We lopen rond, in en om het gebouw en ondertussen vertelt De Bruijn enthousiast. Hij is enorm trots op zijn gebouw. “Het is echt een feestje. De overgang was ook erg groot. We wisten al jaren dat dit gebouw eraan zat te komen en in die jaren heeft de gemeente niets meer geïnvesteerd in de drie oude gebouwen waarin we zaten. Uiteindelijk ging het zover dat we op verschillende plaatsen emmers hadden staan om het water van het lekkende dak op te vangen.” De Bruijn bedoelt het allerminst als kritiek op het gemeentebestuur. “Ik heb enorm veel waardering voor de keuze die de gemeente heeft gemaakt voor dit gebouw en de investeringen die daarbij horen. Als er al bezuinigd is, tijdens het proces, dan was dat op heel kleine dingen. Duurzaamheid en kwaliteit hebben steeds voorop gestaan.”

Flinke investering En dat is overal te zien. Binnen en buiten, boven en beneden. En zelfs onder de grond. Want daar hebben de leerlingen hun eigen fietsenkelder en is er voor docenten, appartementbewoners en bezoekers en grote parkeergarage. Ron de Bruijn laat me de afstands­bediening zien waarmee hij vanuit zijn auto eenvoudig de deur kan openen. “We zijn echt van

alle gemakken voorzien”, vertelt hij. “De lokalen zijn aanzienlijk groter dan de geldende norm, ieder lokaal heeft een eigen digibord, we hebben zonwerend glas en bovendien automatische werkende screens die zo nodig ook met de hand bediend kunnen worden. Door het hele gebouw ligt een cat. 5-netwerk, de verlichting kan centraal bij de ingang worden geregeld en het klimaatsysteem kan zelfs op afstand worden bestuurd.” Voor het klimaat maakt de MFA gebruik van Warmte Koude Opslag. “Een flinke investering

schooldomein

november 2010

35


Betrokken ondernemend! Zoeken naar fysieke oplossingen voor maatschappelijke vragen. Met oog voor een duurzaam rendement. ICSadviseurs vertaalt samen met u een brede visie in samenhangende plannen, integrale ontwerpen en een innovatief architecten- en aanbestedingtraject. Waarbij we op zoek gaan naar partijen die kansrijke plannen helpen realiseren. Onafhankelijk, kritisch en slim. Maar altijd samen met u! ICSadviseurs: uw partner van visie tot beheer, van planvorming tot en met bouw en realisatie!

Amsterdam, Orlyplein 10, 1043 DP | Zwolle, Grote Voort 207, 8041 BK | (088) 235 04 27 | www.icsadviseurs.nl

ICS schooldomein 201x271mm 8.indd 1

17-12-2009 11:26:25


van de gemeente”, weet De Bruijn. “Maar wel heel duurzaam en uiteindelijk verdien je het terug.”

Schip Vanaf de vide op de eerste etage kijken we uit op de grote aula van de school. De Bruijn wijst op een bijzondere gebogen vorm, in een hoek van de ruimte. Ik herken direct de romp van een schip. “Een bijzondere vondst van de architect”, zegt de directeur. “Van de hoofdentree van het gebouw heeft hij een schip gemaakt met een knipoog naar de vele boten die varen op de Reeuwijkse plassen. Eenmaal buiten, op het schoolplein, springt de romp nog meer in het oog. Er staat een heus schip op het schoolplein. Daarnaast vallen daar allerlei spelelementen in bontgekleurde vormen op. “We maken gebruik van het Zoneparcsysteem”, vertelt De Bruijn. “Het systeem gaat uit van drie zones; de gele zone om te chillen, de blauwe zone voor activiteiten zonder competitie-element en de rode zone voor competitieve sportactiviteiten.”

Ongelooflijk precies Ook in het gebouw is flink geïnvesteerd in de aankleding. Overal warmgekleurd marmoleum en prachtig meubilair in steeds de drie zelfde kleuren. Ron de Bruijn: “Ons schoolbestuur, de Stichting Klasse, is bij de inrichting niet zuinig geweest. Het enige oude meubilair dat is meegekomen, staat als opslagruimte

in de fietsenkelder. Alle meubilair in de school is nieuw en allemaal geleverd door inrichter Marko. Ik ben zeer onder de indruk van de service die Marko levert. Ze staan permanent voor je klaar en zijn ongelooflijk precies. Als één van hun medewerkers ergens een krasje zag, soms zo klein dat ik het niet eens ontdekte, stond de tafel alweer apart. Ze staan echt voor kwaliteit.” In één van de lokalen laat hij een handig voorbeeld van maatwerk zien dat Marko heeft gemaakt. “We wilden door het hele gebouw tafels van dezelfde hoogte. Dat is praktisch en geeft een veel rustiger beeld. Voor de kleinere kinderen zijn tussen de stoelpoten verstelbare steunbalkjes aangebracht waarop ze hun voeten kunnen zetten. Het inmeten, kostte even tijd maar dan heb je ook wat.”

Projectinformatie: Project Nieuwbouw OBS De Venen

Opdrachtgever Gemeente Reeuwijk

Eigen haventje

Architect

Tot slot lopen we nog even naar de appartementen boven. Deze hebben voor hun deur een brede boulevard, waardoor zij het lager gelegen schoolplein niet eens zien; ze kijken uit over de nieuwe woonwijk erachter. De kleuterklas die beneden speelt, horen we nauwelijks. “Aan de achterkant hebben ze allemaal hun eigen haventje van waaruit ze rechtstreeks naar de Reeuwijkse plassen kunnen varen”, vertelt De Bruijn. Het moet mooi wonen zijn daar. Misschien wel net zo mooi als Pien het vindt om naar haar nieuwe school te gaan.

A50 Architectencombinatie, Uden

schooldomein

Aannemer Bontenbal Bouw BV, Reeuwijk

Inrichter Marko BV, Veendam (www.marko.nl)

Oplevering 5 juli 2010

november 2010

37


TIJDELIJKE HUISVESTING IN EEN MOOI JASJE Unilux Flexibele Bouwsystemen* levert maatwerk in tijdelijke huisvesting voor scholen. Of het nu een noodoplossing betreft of een representatief schoolgebouw, ieder Unilux-product kenmerkt zich door het gebruik van hoogwaardig en duurzaam materiaal. Unilux kent als geen ander de wensen en behoeften van scholen op het gebied van tijdelijke huisvesting, ook in financieel opzicht. Vraagt u naar ons gratis informatiepakket of neemt u contact op met de Unilux Specialist voor het maken van een vrijblijvend concept. *Handelsnaam van BUKO Bouwsystemen BV

Unilux Flexibele Bouwsystemen B.V. • Waaldijk 64 • 4214 LB VUREN • Postbus 39 • 5300 AA Zaltbommel • T. 0418-573300 • F. 0418-573334 • info@unilux.nl • www.unilux.nl

BOUWTECHNIEK

Procesmanagement Business cases Programma’s van eisen en LTHP’s Contractmanagement en aanbestedingen BIM management Bouwdirectievoering Realisatiemanagement Contractbewaking en uitvoering Bouwkostenmanagement Investeringskosten, haalbaarheid Budgetteren en bewaken tijdens alle fasen Advisering prijs- kwaliteitsverhoudingen Exploitatie en levensduurkosten / MJOB Projectmanagement Bewaking procedures Integraal projectmanagement Coördinatie van de uitwerking

technische insPectie en digitalisering Inspectie en rapportage Digitaliseren van gebouwen (CAD en BIM) Bouwkundige uitwerking Bouwkundige tekeningen in alle fasen (CAD en BIM) Elementenomschrijvingen en bestekken Bouwplantoetsing en bouwbesluitberekeningen Veiligheids- en gezondheidsplannen Bouwvergunningen en ontruimingstekeningen toezicht oP de Bouw Controle nakoming contracten Kwaliteitscontrole Begrotingen Elementenramingen en directiebegrotingen Inschrijfbegrotingen Meerjarenonderhoudsbegrotingen

Waddinxveen T 0182 - 39 43 44 info@Toposfields.nl www.toposfields.nl

BOUWADVIES


het idee In de rubriek het idee belicht iedere editie van Schooldomein een initiatief dat een positieve bijdrage levert aan de samenleving. In dit nummer het idee van Wecycle.

Wecycle is een initiatief van de producenten en importeurs van elektrische apparaten en spaarlampen. Via inzamelacties en campagnes wil Wecycle meer elektrische apparaten en spaarlampen inzamelen en recyclen. Wecycle bundelt hiervoor de krachten met scholen, verenigingen, gemeenten, detaillisten en consumenten. Uitvoeringsorganisatie is de NVMP.

Waarom is Wecycle nodig?

Teveel elektrische apparaten en spaarlampen worden niet gerecycled. Ze verdwijnen in de afvalbak of komen terecht in een ontwikkelingsland, waar weinig rekening wordt gehouden met mens en milieu bij de inzameling en recycling. Terwijl recycling veel waardevolle grondstoffen oplevert, die kunnen worden gebruikt in nieuwe producten. Daarnaast komen bij verwijdering via de afvalbak schadelijke stoffen in de leefomgeving terecht.

Wat wil Wecycle bereiken? Wecycle wil via gezamenlijke acties meer ge-

bruikte elektrische apparaten en verlichtingsapparatuur inzamelen en recyclen. Wecycle wil iedereen daarbij bewust maken dat recyclen een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. Goed voor het milieu, goed voor de toekomst van ons allemaal.

Hoe wil Wecycle dit bereiken? Onder de vlag van Wecycle zijn er verschillende acties, bedoeld om zoveel mogelijk mensen mee te laten doen. Dat zijn bijvoorbeeld inzamelacties met winkels en scholen, promotieacties, een grote landelijke campagne met radioen TV-spotjes en activiteiten met gemeenten en winkeliers die Wecycle ondersteunen.

Doet u ook mee met Wecycle? In veel huizen slingeren kleine oude apparaten rond die vaak in de kliko belanden, ieder jaar maar liefst 2 kg per persoon! Zonde, want die kunnen prima gerecycled worden. Wecycle wil hier samen met basisscholen en bso’s verandering in brengen. Helpt u mee? Goed

voor het milieu, onze toekomst én direct een opgeruimd huis!

Hoe werkt het?

1. Meldt u aan via het aanmeldformulier op www.wecycle.nl. 2. Wecycle brengt inzamelbakken op school. Verzamel zoveel mogelijk apparaten. 3. Organiseer een inzamelactie met behulp van het lesmateriaal, de promotietips en de tools van Wecycle. 4. Laat de bakken weer ophalen door Wecycle, voor elk apparaat krijgt u 1 Wecycle-punt. 5. Bestel met de gespaarde punten mooie spullen in de webshop. Bijvoorbeeld een digitale camera of leuke sport- en spelmaterialen.

Meer weten? Op www.wecycle.nl vindt u alles wat u weten wilt.

schooldomein

november 2010

39


Een school als buur, Nieuwe (brede) scholen worden regelmatig ondergebracht in multifunctionele complexen waarin niet alleen de school is gehuisvest, maar ook de kinderopvang, buitenschoolse opvang, een bibliotheek of andere welzijnsfuncties. De nieuwe Regenboogschool in Schaijk heeft andere buren gekregen. Een woongroep voor negen verstandelijk gehandicapten, een kantoor voor de thuiszorg en huurappartementen vormen de directe buren binnen hetzelfde complex. Ieder heeft zijn eigen plek met een eigen buitenruimte gekregen. In het ontwerp zijn de eisen van de één in een voordeel voor de ander omgezet. Tekst Ronald de Rooij Fotografie: Peter de Ruig

D

e locatie aan de Runstraat in Schaijk, waar voorheen Basisschool De Regenboog stond en een oud apparte­ mentencomplex van de woningbouwvereniging, huisvest een gevarieerd programma. Naast het programma

40

schooldomein

november 2010

voor de 17-klassige school, bestond het wensenlijstje van de opdrachtgever uit 20 huurappartementen met een parkeergarage, een woongroep met een eigen tuin en een thuiszorgkantoor voor de wijk. Omdat voor de


een last of een lust? school in de toekomst een kleine krimp wordt verwacht, is lang getwijfeld of er 16 of 17 groepen gerealiseerd moesten worden. Uiteindelijk is er voor gekozen één groep als schoolwoning te realiseren.

Geen pottenkijkers De locatie is optimaal benut en de nieuwbouw is goed ingepast in de bestaande omgeving. Omdat de appartementen van de woningbouwvereniging gedurende de bouw nog bleven staan om later plaats te maken voor het schoolplein, diende de nieuwbouw compact vormgegeven te worden. Verschillende gebruikers hebben verschillende eisen en wensen. De overlast, die zij van elkaar zou kunnen krijgen als ze dicht op elkaar werden gezet, moest vroegtijdig goed onder ogen worden gezien. Buitenspelende schoolkinderen kunnen voor de bewoners van de huurappartementen geluidsoverlast veroorzaken. De busjes, die bewoners van de woongroep dagelijks ophalen en thuisbrengen, zijn een factor om rekening mee te houden. De verstandelijk beperkte bewoners van de woongroep willen graag wat privacy, ook in de tuin en geen schoolklas als pottenkijkers. Het thuiszorgkantoor wil graag herkenbaar zijn binnen het geheel, zodat ze vindbaar zijn.

Ruime patio In eerste instantie is goed gekeken naar de plek van de verschillende buren in het geheel. De ordening is zodanig gekozen dat wederzijds overlast zo veel mogelijk is voorkomen. Door de school in twee bouwlagen uit te voeren, zijn korte looplijnen in de school gerealiseerd rondom één centraal trappenhuis. Het schoolplein is aan de voorzijde van het complex gelegd, waardoor het afstand houdt van de buren in het complex en daarmee geluidsoverlast beperkt. De woongroep ligt centraal in het complex op de begane grond. De bewoners hebben naast een verstandelijke beperking veelal ook een lichamelijke handicap, waardoor het onderbrengen van de woongroep op de verdieping geen optie was. Een ruime patio achter de school vormt de privétuin van de woongroep. Deze brengt daglicht in de school en in het thuiszorgkantoor zonder de privacy van de woongroepbewoners te schaden. Het thuiszorgkantoor is tussen de school en de woongroep in geplaatst. Het achterste gedeelte van het complex is voorzien van een parkeergarage voor de woningen. Boven het parkeerdek en op de verdieping zijn huurappartementen voor de woningbouwvereniging gerealiseerd.

hoogte, die scholen nodig hebben ten opzichte van woningen, effectief ingezet. In de woongroep is deze hoogte benut om alle installaties weg te werken en ter plaatse van de woningen is de extra hoogte benut door de woningen op de begane grond wat op te tillen en onder de woningen een parkeergarage te leggen. Op deze manier is de privacy van de woningen op de eerste woonlaag beter gegarandeerd en kon een natuurlijk geventileerde parkeerkelder worden gerealiseerd. Het niveau van de eerste verdiepingvloer ligt over het hele complex op hetzelfde niveau. Het grote voordeel hiervan is dat de galerij van de huurappartementen ingezet kan worden als vluchtweg voor de klaslokalen op de eerste verdieping. Noodtrappen zijn voor de school overbodig geworden.

“De buren vormen geen last maar een uitdaging om tot nieuwe samenwerkingsverbanden te komen.” Samenhangend gebruik Het programma van het thuiszorgkantoor bestaat uit een aantal kantoorruimten, kamers voor een arts en een verpleegkundige voor het consultatiebureau en een boxenruimte. Door het thuiszorgkantoor tegen de school aan te plaatsen en de twee met elkaar te verbinden, is het voor beide mogelijk geworden elkaars ruimten te gebruiken. De school kan de boxenruimte af en toe benutten voor een zorgklas en het thuiszorgkantoor kan het speellokaal voor bijvoorbeeld zwangerschapsgym gebruiken. Op de verdieping ligt de school tegen de huurappartementen. Ter plaatse van één huurappartement is de tussenwand open gehouden en is het appartement ingericht als klaslokaal met voorruimte. Mocht de school in de toekomst krimpen, dan zal het huurappartement worden afgestoten en als woning worden ingericht. Het Regenboogcomplex in Schaijk biedt voor de gebruikers mogelijkheden om samenwerkingsverbanden in de toekomst naar wens uit te breiden. Wellicht kunnen bewoners van de woongroep iets voor de school betekenen of andersom. De buren vormen geen last maar eerder een uitdaging om te komen tot nieuwe samenwerkingsverbanden.

Divers programma

Ronald de Rooij is architect directeur van Topos Architecten

In het Regenboogcomplex is slim omgegaan met de diversiteit van het programma. Zo is extra verdiepings-

in Waddinxveen. Kijk voor meer informatie op

Projectinformatie: Opdrachtgever: Mooiland Vastgoed Grave

Architect: Topos Architecten

Aannemer: Nieuwenhuizen Daandels Bouw BV

Bouwkosten: € 6.097.692,-

www.toposarchitecten.nl.

schooldomein

november 2010

41


Akoestiek sporthallen schadelijk voor gezondheid

Het kan beter! Onlangs was er in de landelijke media aandacht voor een ludieke actie van gymdocenten in de gemeente Rijssen-Holten. Van het team van 15 docenten hebben 3 docenten gehoorklachten als gevolg van het werken in een ruimte met een slechte akoestiek. De gemeente wenste echter geen budget vrij te maken voor de oplossing van dit probleem. De docenten besloten dat het tijd was voor actie.

D

e docenten bedachten de ludieke actie om les te gaan geven met gehoorbescherming voor zowel docenten als leerlingen. De landelijke pers pikte het op en reageerde met diverse onderwerpen in het Jeugdjournaal en RTL nieuws. Deze aandacht is alleszins terecht. Dat het triest gesteld is met de akoestiek in veel sporthallen is al langer bekend. Zo was er in 2008 landelijke aandacht voor gymdocenten die een financiële compensatie eisten van hun werkgever omdat ze gehoorschade hadden opgelopen als gevolg van het werken

42

schooldomein

november 2010

in een akoestisch slechte omgeving. Voor Ecophon was dit destijds een van de redenen een bijeenkomst te organiseren in een sporthal in Vleuterweide. Bijna 100 geïnteresseerden bezochten deze bijeenkomst Concept Developer Education. Guus Klamerek van Ecophon heeft de problematiek in de tussentijd niet uit het oog verloren. “We hebben geregeld contact met diverse deskundigen rondom dit thema, bijvoorbeeld met Jeroen Neggers van ISA Sport, Len van Rijn van de Koninklijke Vereniging van Leraren Lichamelijke


Opvoeding, Hennie Nieberg van de Gemeente Utrecht en lid van de Orde van Medisch Specialisten, met Lau Nijs van TU Delft en met Peter van de Velde van Teensma Geluidbeheersing. Maar ook bij akoestisch adviseurs komt het thema geregeld ter sprake. Ecophon zal dit najaar nogmaals een bijeenkomst organiseren om te kijken hoe het staat met de ontwikkelingen rond de akoestiek in sportruimten.

Waarom hebben voetbalcoaches geen vergelijkbare klachten? Dat is heel eenvoudig volgens Guus Klamerek. “Zij werken in de buitenlucht. Hier wordt het geluid goed geabsorbeerd en zijn er weinig reflecties. Het geluid bereikt het oor op de manier zoals het hoort. Het menselijk gehoor is sinds de Cro Magnons niet meegeëvolueerd. De buitenlucht is de natuurlijke omgeving voor het menselijk gehoor, met veel absorptie en mogelijk veel diffusie. Denk aan een bos waar de bomen behoorlijk diffuse elementen zijn. Mensen waren vroeger jagers en hun gehoor moest dus perfect afgestemd zijn op hun jachtomgeving. In feite is dat nog steeds zo en ons gehoor is dus afgestemd op het ontvangen van dezelfde soort auditieve prikkels. Tegenwoordig verblijven we echter 90% van de tijd binnenshuis. Ga maar eens bij jezelf na hoeveel tijd je vandaag buiten bent geweest. Binnenshuis heb je te maken met allerlei afbakeningen en harde afwerkingen die zorgen voor allerlei reflecties en andere akoestische verschijnselen.”

Probleem sporthallen “Aan de hand van dit uitstapje in de tijd hebben we meteen het probleem in sporthallen geschetst. Dit zijn vaak grote ruimtes met hoge plafonds en grote parallelle wanden die ook nog eens bal- en stootvast moeten zijn. Maar de auditieve prikkels die de gebruikers krijgen, zijn niet vergelijkbaar met de prikkels die onze voorouders in de oertijd kregen. Alle vorm van diffusiteit ontbreekt en ook aan voldoende absorptiemateriaal ontbreekt het vaak. En dat is dus niet gunstig voor de akoestiek. Wat ontbreekt zijn diffuse elementen waardoor de geluidsgolven hinderlijk op en neer kunnen blijven kaatsen tussen de wanden en/of de vloer en het plafond, de zogenaamde flutterecho’s. Bovendien sterft het geluid niet snel uit als het kan blijven galmen: de nagalmtijd is te lang zeggen we dan. Daarnaast zijn de geluidsniveaus vaak behoorlijk hoog. Met name de lage frequenties zijn hinderlijk en veroorzaken veel klachten. De oplossing? Het aanbrengen van voldoende absorptie aan de wanden en het plafond. De lage frequenties zijn het lastigst te absorberen. Dit komt doordat deze geluidsgolven veel energie hebben. Hoge frequenties worden vrij eenvoudig geabsorbeerd omdat ze weinig energie hebben.”

het plafond zo goed mogelijk moet absorberen. Daarnaast zouden twee aaneengesloten wanden bekleed moeten worden met diffusoren en absorbers. Op die manier creëer je een aangename geluidsomgeving voor zowel sporters als docenten.

Goed voorbeeld doet volgen

Hoe ziet de akoestisch ideale sporthal eruit?

De gemeente Enschede is een gemeente die vooruitloopt op dit gebied. De gemeente heeft de afgelopen jaren een groot aantal sporthallen gerenoveerd en akoestisch verbeterd. Projectleider Technisch Beheer Rob Nengerman van het Vastgoedbedrijf van de gemeente Enschede geeft aan wat de resultaten van de renovatie zijn: “Doordat de sporthallen akoestisch van een betere kwaliteit zijn geworden na het aanbrengen van akoestische materialen in het plafond en op de wanden, zie je dat docenten en leerlingen met meer plezier lesgeven en sporten. Voor docenten is dat logisch, omdat het hun dagelijkse werkomgeving is, voor leerlingen is het prettig en functioneel, omdat instructie en sport beter op elkaar afgestemd kunnen worden. Het geluidsniveau in de zaal is duidelijk verbeterd. Een goede investering dus, die het gebruik van de zaal ten goede komt.”

De situatie die we buiten hebben, zouden we eigenlijk zoveel mogelijk moeten nabootsen. Dat wil zeggen dat

Voor meer informatie kunt u surfen naar www.ecophon.nl.

schooldomein

“Het mense­ lijk gehoor is sinds de Cro Magnons niet mee­ geëvolueerd.”

november 2010

43


Ventileren!

Maar dan wel goed Een goed binnenklimaat op school is van belang voor de gezondheid en de leerprestaties van de leerlingen. Dan gaat het niet zozeer om de concentratie kooldioxide (CO2), maar vooral om allerlei andere ‘vervuilers’, zoals fijn stof, ziektekiemen en vluchtige chemische stoffen. Ook temperatuur en geluid spelen een rol. De Gezondheidsraad heeft onlangs een advies uitgebracht met maatregelen om een gezond binnenklimaat op scholen te bevorderen. Scholen zelf kunnen daar veel aan doen.

Tekst Gezondheidsraad

A

l jaren geldt de CO2-concentratie in de klas als een maat voor de luchtverversing. Zo hanteert het Bouwbesluit het uitgangspunt dat de CO2-concentratie niet hoger mag zijn dan 1.200 ppm (parts per million, een veelgebruikte eenheid voor het gehalte CO2 in de lucht). Is dat nog steeds een goede indicator voor de ventilatie? De Gezondheidsraad concludeert van wel (zie kader). Punt is alleen dat deze eis vaak niet gehaald wordt: de gemiddelde waarde in Nederlandse

44

schooldomein

november 2010

scholen blijkt eerder rond de 2.000 ppm te liggen. Alle reden dus om werk te maken van goede ventilatie.

Aanpak bij de bron CO2 is zelf niet zozeer de boosdoener in het binnenklimaat van scholen. Andere factoren spelen een grotere rol. De ene leerling is verkouden, de andere heeft thuis nog eventjes de poes geaaid - kinderen brengen ziektekiemen en allergenen mee, waarvan andere kinderen


goede schoonmaak van klaslokalen is een voorbeeld van een bronmaatregel. Aanvullend kan goede ventilatie helpen de blootstelling te verminderen.

Beter ventileren Voldoende aanvoer van verse lucht stelt eisen aan de kwaliteit van de ventilatiesystemen. Is de buitenlucht vervuild, bijvoorbeeld omdat de school vlakbij een drukke weg staat, dan is een filterinstallatie nodig om de schadelijke stoffen weg te vangen. Verder is van belang dat de ventilatievoorziening geen hinderlijke bijeffecten heeft. Al te vaak zetten leerkrachten de installatie uit, of sluiten ze het raam om herrie en tocht tegen te houden. Deze bijeffecten van ventilatie zijn te voorkomen door hiermee al bij het ontwerp van de systemen rekening te houden. De Gezondheidsraad vindt het dan ook nodig dat er eisen komen voor het ontwerp, de installatie en het onderhoud van ventilatievoorzieningen op scholen.

“Alle reden dus om werk te maken van goede ventilatie.”

Toetsingswaarde CO2: wetenschappelijk onderbouwd?

Wat kan een school zelf doen aan een gezond binnenmilieu? • Zorg voor deskundige installatie, gebruik en onderhoud van ventilatiesystemen. Er moet voldoende verse lucht binnenkomen, de lucht moet van goede kwaliteit zijn en de ventilatie mag geen geluids­ hinder opleveren. • Kies bij de bouw en inrichting van de school voor materialen die weinig vluchtige stoffen afgeven. Denk bijvoorbeeld aan vloerbedekking, lesmaterialen en apparatuur. • Zorg voor goede schoonmaak van de klaslokalen.

gezondheidsklachten kunnen krijgen. Verder kunnen bouwmaterialen en inrichtingselementen weekmakers, formaldehyde en andere vluchtige organische stoffen bevatten die nadelige effecten hebben op de gezondheid van vooral leerlingen met astma. Dergelijke ‘vervuilers’ kunnen het best bij de bron aangepakt worden: zo adviseert de Gezondheidsraad bijvoorbeeld het gebruik van materialen waaruit prikkelende stoffen vrijkomen zo veel mogelijk te beperken. Ook

De Gezondheidsraad heeft het advies Binnenluchtkwaliteit in basisscholen uitgebracht op verzoek van de minister van VROM. Een multidisciplinair samengestelde commissie van wetenschappers boog zich onder meer over de vraag of de toetsingswaarde voor CO2 als indicator voor luchtverversing aanpassing behoefde. De raad bestudeerde een twintigtal onderzoeken die sinds zijn eerdere advies uit 1984 zijn verschenen. Het merendeel van de bestudeerde literatuur laat geen nadelig effect zien van CO2 op de gezondheid. Drie onderzoeken geven wel enige aanwijzing voor een nadelig effect van relatief lage CO2-concentraties op astmatische klachten, hoofdpijn en leerprestaties. Er spelen echter diverse onzekerheden bij de interpretatie van de gegevens: CO2 is een zwakke indicator voor luchtkwaliteit, niet duidelijk is bij welke concentratie precies effect begint op te treden en de invloed van het klimaat op school is lastig te onderscheiden van de invloed van de woonomstandigheden thuis op de gezondheid van kinderen. Conclusie van de Gezondheidsraad is dat een CO2-toetsingswaarde als maat voor luchtverversing in klaslokalen kan liggen in een betrekkelijk ruim gebied rond 1.200 ppm. De beschikbare gegevens hebben onvoldoende zeggingskracht om daarbinnen een wetenschappelijk onderbouwde toetsingswaarde aan te geven. Daarom lijkt er geen reden af te wijken van de CO2-waarde van maximaal 1.200 ppm die het Bouwbesluit hanteert als grondslag voor de ventilatie-eisen in nieuwbouw. Wilt u meer lezen over de aanbevelingen van de Gezondheidsraad? Het advies Binnenluchtkwaliteit in basisscholen is te vinden op de website van de raad: www.gezondheidsraad.nl. Wilt u een specifiek advies toegesneden op de situatie in uw school? Vraag het de GGD in uw regio.

schooldomein

november 2010

45


Dynamisch proces stuurt nieuwbouw Universiteit Twente

Het effect van de subjectieve beleving De faculteit Management en Bestuur (MB) van de Universiteit Twente is volop in beweging. De nieuwbouw van de faculteit op de campus in Enschede biedt ruimte om die ambities verder vorm te geven. In een gesprek met decaan Paul van Loon en directeur bedrijfsvoering Ton Wennink spreken we over het creëren van toevallige ontmoetingen, denken vanuit exploitatie en benuttings­graden versus ziekteverzuim.

D

Tekst Ruth van den Heuvel

oor een grote brand op de campus moest de faculteit op stel en sprong buiten de campus gehuisvest worden. Deze oplossing zou van tijdelijke aard zijn. Nu, acht jaar later, is MB terug op de campus met een nieuw gebouw aan het vernieuwde Onderwijs & Onderzoek plein. Het is de bedoeling dat dit plein zal uitgroeien tot het nieuwe hart van de campus. Paul van Loon vertelt: “Gek genoeg heeft de brand ons ook iets goeds gebracht; de twee faculteiten Bestuurskunde en Bedrijfskunde zijn in sneltreinvaart gefuseerd doordat zij samen in één gebouw gehuisvest werden. Toen ik zes jaar geleden aantrad

Ton Wennink (l) en Paul van Loon

46

schooldomein

november 2010

als decaan van deze faculteit miste ik ambitie en een groeidoelstelling. Het eerste wat ik deed was dankzij aantrekkelijke opleidingsprogramma’s en intensieve werving- en voorlichtingscampagnes werken aan een stevige faculteit die er toe doet. Het aantal studenten is sinds die tijd alleen maar toegenomen.”

Samenwonen en –werken “In het oorspronkelijke plan zouden wij verhuizen naar een te renoveren gebouw op de campus waarbij de onderwijsruimten op de begane grond gesitueerd waren en de kantoren voor medewerkers daarboven gelegen zouden zijn. Zeg maar, echt een oplossing voor een technische faculteit. In onderhandeling met het CvB wijzigden we twee belangrijke uitgangspunten voor de nieuwe huisvesting: • Niet langer uitsluitend onderwijs op de begane grond. Studenten en medewerkers gaan samenwonen en –werken in het gebouw en komen elkaar overal tegen. Onderwijsruimten en kantoren voor medewerkers zijn direct bij elkaar gelegen en verspreid door het hele gebouw. • Geen gebouw waar je je colleges volgt en weer weggaat, maar een gebouw waar je langer wilt blijven, bijvoorbeeld doordat er goede zelfstudievoorzieningen en projectruimten beschikbaar zijn. Een goed gebouw heeft een enorm effect op een gemeenschap en dat gebouw wordt alleen goed als je die gemeenschap betrekt bij de plannen. Teun van Wijk en Ruth van den Heuvel van ICSadviseurs


“Ons nieuwe gebouw stimuleert toevallige ontmoetingen.”

hebben de gebruikersgroep meegenomen op inspiratiereis en ook de architect en projectmanager van de vastgoedgroep van de UT waren vanaf de start overal bij betrokken.

Subjectieve beleving De faculteit MB is dit collegejaar gestart in de nieuwbouw op de campus. Ton Wennink: “Wat je ziet gebeuren is het effect van subjectieve beleving. Iedere gebruiker heeft zijn eigen beleving van het gebouw en dat gaat pas spelen op het moment dat het gebouw in gebruik genomen wordt. De reacties lopen dan ook uiteen van ‘te warm’ naar ‘te koud’ en van ‘te open’ naar ‘te dicht’. Het kost zeker een jaar om daar rust en duidelijkheid in te krijgen. Het eerste half jaar doen we in ieder geval geen aanpassingen en als het later in het jaar echt nog nodig is, gaan we alsnog veranderingen aanbrengen.”

Zien en gezien worden Paul van Loon: “Ton is een jaar geleden precies op het juiste moment bij de faculteit binnengekomen. Ton is op een subtiele manier met dit proces omgegaan en heeft niet zomaar top-down van alles opgelegd.” En hij vult aan: “Vanaf de start hebben we met de gebruikersgroep ‘ontmoeten’ als centraal thema voor dit gebouw neergezet. Ons nieuwe gebouw stimuleert toevallige ontmoetingen op twee manieren: allereerst is het gebouw transparant, iedereen ziet elkaar. Het gebouw bestaat uit twee vleugels die worden verbonden door een centraal hart: het atrium. Vanuit dit atrium zie je bijvoorbeeld alle koffiecorners en ook de grotere collegezalen zijn hier gelegen. De studieverenigingen hebben ook een prominente plek in het atrium met hun

front-office en een grote bank waar studenten elkaar ontmoeten. Iedereen die aan het werk is in een kantoorkamer of een overlegruimte kan ook gezien worden door anderen. Ten tweede wordt ontmoeten gestimuleerd doordat we gekozen hebben voor een werkconcept waarbij je niet te lang in je ‘eigen’ kamer blijft zitten. De kantoorruimten zijn kleiner dan we gewend waren en daartegenover hebben we gezorgd voor een overvloed aan goede overlegruimten en andere gezamenlijke ontmoetingsplekken.” Opvallend is trouwens dat de overlegruimten voor medewerkers tevens gebruikt worden als projectruimten voor studenten. Maximaal gemixt dus. Ton Wennink: “We zien de studenten echt overal lopen, zij weten alle plekken in het gebouw te vinden en komen hun docenten daarbij steeds tegen. Overigens zit ons gebouw theoretisch bomvol maar toch zie ik nog te vaak lege ruimten als ik door het gebouw loop. Daarom wil ik binnenkort de benutting gaan meten. Ik heb bij het ROC van Twente ooit eens geprobeerd om koste wat het kost de benutting te maximaliseren. Ik heb een benutting van 68% gehaald maar daar kwam zoveel sores bij kijken dat ik in overleg met het CvB mijn experiment snel gestopt ben. Uiteraard streef ik ook nu naar een optimaal gebruik van ons gebouw maar ik ben wel uit ervaring van de statistieken afgestapt. Liever een wat lagere benutting en een verbetering van arbeidssatisfactie dan veel stress en een hoog ziekteverzuim.” De nieuwbouw van de faculteit Management & Bestuur wordt

Projectinformatie: Project: Nieuwbouw Ravelijn, Faculteit Management en Bestuur, Universiteit Twente

Architect: MAS architectuur

Adviseurs van de faculteit: ICSadviseurs

Opening: november 2010

op 26 november 2010 met een spectaculaire happening geopend

BVO:

tijdens de 49e Dies Natalis; de verjaardag van de universiteit.

13.200 m²

Voor meer informatie surft u naar www.utwente.nl

schooldomein

november 2010

47


Onderwijs en bedrijfsvoering

Van reparatie naar innovatie ‘Beter met minder’ komt steeds nadrukkelijker op de agenda van onderwijsinstellingen te staan. Meer onderwijskwaliteit voor studenten en tegelijkertijd minder kosten voor de organisatie. Hoe kunnen leidinggevenden in onderwijs, bedrijfsvoering en ondersteuning hierin de ideale verbinding met elkaar maken? Hoe kan iedereen vanuit zijn eigen expertise effectief samenwerken aan hetzelfde doel?

Tekst Hidde Benedictus en Judith Chin Kwie Joe Foto Kees Rutten

V

ia het mbo-netwerk op LinkedIn heeft Judith Chin Kwie Joe, directeur a.i. Zadkine Facilitair Bedrijf een discussie over dit thema opgezet, waarbij diverse professionals inmiddels hun bijdrage hebben geleverd. Drie aspecten zijn van belang: • de relationele kant (open houding, helderheid over verwachtingen, elkaars taal leren spreken) • de harde kant (doelen, resultaten en aanpakken formuleren, rollen bepalen) • de veranderkundige kant (innovatief management en leiderschap).

Ontwikkelingen Wat is de aanleiding? Chin Kwie Joe: “Oorspronkelijk hadden mbo-instellingen de ondersteuning dichtbij het onderwijs zelf georganiseerd. Iedere opleiding had zijn eigen ondersteunende taken en medewerkers. De afgelopen jaren zie je bij diverse roc’s een centralisatieslag, waarbij de serviceafdelingen een eigen plek in de organisatie krijgen. Uit functionele overwegingen is dat begrijpelijk. Maar een valkuil is dat de zelfstandige positie - op afstand van het primaire proces - een blokkade wordt voor samenwerken, innovatie, kwaliteitsverbetering en veranderprocessen. Onderwijs en bedrijfsvoering zijn van elkaar vervreemd. Bedrijfsvoering lijkt nu vooral het domein van de servicediensten en is “niet meer van ons allemaal”. Het heeft een meer operationeel karakter gekregen dan dat het met het geheel verweven is. De services lijken te zijn terecht gekomen in een beheeropdracht, los van de onderwijsdoelen. En omdat het vaak over veel geld gaat (bijvoorbeeld huisvestingslasten, ICT investeringen), raakt het wel sterk aan het

48

schooldomein

november 2010

domein van de bestuurders. De focus is in de praktijk helaas veelal op de korte termijn gericht. De strategische en beleidsmatige component krijgt niet de aandacht die het verdient, ook omdat de bestuurders veelal niet materie deskundig zijn. Mede daardoor is er veel ‘macht’ terechtgekomen bij de ondersteuners en is een cultuur van werken in ‘eilanden’ ontstaan, met veel onbegrip door het onderwijs.”

Van reparatie naar innovatie “Het doel is juist onderwijs en services op een hoger plan weer bij elkaar te brengen. Dat kun je doen door onderwijs, bedrijfsvoering, planning en control weer vanuit één visie te verbinden in een samenhangend strategisch beleid. Het doorvertalen naar bedrijfsvoering vanuit visie vindt zelden plaats. Dat betekent dat het herpositioneren van bedrijfsvoering binnen de organisatie en het creëren van shared values echt nodig zijn. De focus zou in die verbinding meer op innovatie en minder op reparatie moeten liggen, zoals helaas nu vaak het geval is.” Tijdens de interactieve bijeenkomst met professionals uit het veld werd vooral gekeken naar mogelijkheden om leidinggevenden in onderwijs, bedrijfsvoering en ondersteuning te verbinden met elkaar. De ‘hoe’ vraag stond nadrukkelijk centraal in het genereren van opties. Wat zijn de opbrengsten van de bijeenkomst?

Collectiviteit en eigenaarschap Beleid en uitvoering dienen een gezamenlijk belang. De randvoorwaarden zijn nooit allemaal in orde, maar het is van belang om duidelijke kaders voor


Judith Chin Kwie Joe

opdrachtgeverschap en opdrachtnemerschap te bepalen. Een belangrijke les: Leg het eigenaarschap daar, waar de urgentie het meeste gevoeld wordt. Van groot belang is een gevoel van ownership te creëren; haal daarom de prikkels niet weg en geef de professional ‘speel- en regelruimte’. Een oproep aan het management en bestuur is dan ook: durf los te laten en koester creativiteit binnen de eigen organisatie. Binnen duidelijke randvoorwaarden is het van belang om een veilige cultuur te creëren, waarin fouten maken mogelijk is en waar men bereid is zich kwetsbaar op te stellen.

De harde kant De professionals zijn het eens: ‘Zorg voor transparantie, want daar ontbreekt het vaak aan. Maak duidelijk waar je als service organisatie staat, door bijvoorbeeld een goede 0-meting en zorg dat er acceptatie is voor jouw referentiekader’. Maar de belangrijkste les is: ‘Communiceer!’ Ook lijdt de bedrijfsvoering nog wel eens aan ad-hocbeleid. De aanbevelingen van de professionals zijn helder: werk projectmatig, stel heldere doelen, werk met een duidelijke opdracht en wees resultaatgericht. Zo is het van belang om doelen te formuleren, de voortgang te volgen en afwijkingen

te bespreken. Heel belangrijk: “Maak van begroten een proces en gebruik stuurmomenten en –middelen om dat proces in te richten. Laat de verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering vooral bij het onderwijs en dus niet bij de bedrijfsvoering zelf”, zo vat Judith Chin Kwie Joe de discussie samen. “Zie het Onderwijs als opdrachtgever voor de services. Daarnaast kan services een strategische adviesrol en signaleringsfunctie richting CvB vervullen. Zo kun je elkaar scherp houden, ieder vanuit een logische eigen verantwoordelijkheid.”

Vier de successen

“De services zijn terecht gekomen in een beheer­ opdracht, los van onder­ wijsdoelen.”

“Het moet zinvol en leuk zijn”, zegt Chin Kwie Joe. Zorg daarom als facilitair bedrijf voor een brede strategische visie, die integraal voor onderwijs als bedrijfsvoering van toepassing is. En werk samen stap voor stap om je doelen te halen, biedt tijd en ruimte om verandering een plek te geven en effecten te laten indalen. Toon lef! En vooral: vier de successen; maak duidelijk dat resultaten zijn behaald; deel positieve prikkels uit en creëer ambassadeurs die de effecten van een samenhangende visie kunnen uitleggen. Kortom: Vergroot de olievlek en dan kunnen er echt mooie dingen ontstaan”.

schooldomein

november 2010

49


VMBO School ’t Venster

Oudbouw in nieuwbouw

De vernieuwbouw van VMBO ’t Venster in Arnhem was voor AGS Architekten en Planners een uitdagend project. De grootste uitdaging zat erin het oorspronkelijk op de locatie aanwezige gebouw voor een zeer groot deel te incorporeren in de nieuwbouw. Het bureau wist hiermee de afdeling Monumentenzorg van de gemeente Arnhem prettig te verrassen. Niemand had het voor mogelijk gehouden dat het bestaande gebouw nog een functie zou kunnen vervullen voor het onderwijs. Architect Peter Zandbergen doet verslag.

Tekst Peter Zandbergen Foto’s B.C.I. Projectinrichting

V

MBO ’t Venster is één van de nieuwe schoolgebouwen die als onderdeel van het IHP Arnhem-Noord januari 2009 zijn gerealiseerd. Deze operatie heeft de gemeente Arnhem uitgevoerd samen met de Arnhemse Quadraam-scholen en het Arentheem College. Veel van de gebouwen in Arnhem-Noord

50

schooldomein

november 2010

zijn vernieuwd en opnieuw ingericht voor modern onderwijs. In sommige gebouwen is gekozen voor sluiting en nieuwbouw. AGS Architekten heeft het proces begeleid dat tot de vernieuwbouw van ’t Venster aan de Thomas à Kempislaan in Arnhem leidde. Het oude deel staat nu letterlijk in de etalage van de


nieuwbouw. Het gebouw toont door de keuze van de te slopen onderdelen en een tweetal verticale doorsnijdingen en sloop van het oorspronkelijke trappenhuis bij de hoofdentree, de constructie van begane grond tot en met het dak. Aanschouwend onderwijs vindt dus plaats in het hart van het gebouw waar het oorspronkelijke torentje op het gebouw de apotheose vormt van de ingrepen die door de glaskap op die plek heel voelbaar zijn. De schoonheid van het verleden combineren met de kansen die de nieuwbouw in zich heeft, vormde een zeer bijzondere uitdaging in dit project en wij hebben deze opgave dan ook graag als zeer inspirerend bestempeld. De liefde voor ons vak krijgt hier een bijzondere kans en uitdaging.

Interieur en kunst Kunst speelt een belangrijke rol in de school. In de gevel is een lichtkunstwerk gemaakt door kunstenaar Jan Hein Daniels. De lichttegels kunnen 1.500 verschillende kleuren krijgen en geven de school aan de buitenkant een spannend en herkenbaar aanzien. Beeldend kunstenaar Petra Hartman en interieurontwerper Ruud-Jan Kokke mochten zich op de hele school uitleven en hebben daar ook leerlingen bij betrokken: “Omdat een deel van de oudbouw afgebroken moest worden hebben we aan de leerlingen gevraagd wat je zoal in de puinhopen van een VMBOschool zou kunnen vinden. Ze hebben prachtige tekeningen gemaakt, die we uitvergroot hebben in cortenstaal. Deze vormen, 76 stuks, zijn bevestigd aan de hoge binnengevel, die na de sloop ontstond. Zo zijn leerlingen op een vanzelfsprekende manier in aanraking gekomen met kunst en design.”

Wereldburgerschap Hans Witt is directeur van VMBO ’t Venster: “De school is voor maximaal 850 leerlingen gebouwd. Het gebouw is zo ingericht dat kleinere groepen een eigen deel van de school bewonen, de zogenaamde thuisbasis. In dit gedeelte blijven de leerlingen het grootste deel van de schoolweek, met een eigen groep docenten en mentoren. Wat voor ons belangrijk is, is dat leerlingen worden gevormd in zelfstandigheid, normbesef en verantwoordelijkheidsgevoel. De omgeving moet een leer- en kenniscentrum zijn waar je je thuisvoelt, uitgedaagd wordt en je verantwoordelijk bent voor je eigen keuzen. Onze leeromgeving sluit aan bij kenmerken als transparant, flexibel, kleinschalig, veilig en zelfstandig. Zo profileren wij ons als cultuurprofielschool. Kunst, cultuur en cultureel erfgoed hebben een duidelijke plek in en om de lessen. Daarnaast neemt sport een grote plaats in binnen het opleidingsprogramma. In de onderbouw kan de leerling kiezen voor sportklassen, in de bovenbouw voor Sport, Dienstverlening en Veiligheid. ’t Venster biedt als LOOT-school topsporters de mogelijkheid om studie en topsport te combineren.” Inmiddels

“De schoonheid van het verleden combi­ neren met de kansen die de nieuwbouw in zich heeft.” Projectinformatie: zitten op het vmbo ‘t Venster en het Beekdal Lyceum ongeveer 120 topsportleerlingen, waaronder in het verleden bekende Vitesse-voetballers zoals Nicky Hofs of Piet Velthuizen. Witt verder: “We zien onze taak breder dan alleen het overdragen van kennis, inzicht en vaardigheden. Bij het leren gaat het om persoonlijkheidsontwikkeling, het voorbereiden op het wereldburgerschap en het kwalificeren voor een vervolgstudie.”

Project verbouwing en nieuwbouw ’t Venster, Arnhem

Bouwbudget € 14.700.000,-

BVO, inclusief gymnastiek 10.142 m²

Peter Zandbergen is architect van AGS Architekten & Planners Arnhem B.V. Voor meer informatie surft u naar www.ags.nl of

Leerlingental 850 VMBO

www.vmbo-venster.nl.

Architect VMBO ’t Venster is ingericht door B.C.I. Projectinrichting. B.C.I. produceert standaard en maatwerkmeubilair, zoals tafels, stoelen, bureaus, keukens, balies en kastenwanden. Daarnaast heeft het bedrijf dealerschappen van enkele gerenommeerde merken. Als totaalinrichter ziet B.C.I. toe op een zorgvuldige inrichting van ruimten. B.C.I. levert door heel Nederland aan scholen, bedrijven en instellingen, sportaccommodaties etc. Kijk voor meer informatie op www.bci.nu.

schooldomein

AGS Architekten en Planners,

Bouwmanagement PRC

Projectinrichting BCI Projectinrichting

Kunsttoepassing Ruud-Jan Kokke

november 2010

51


Rob Meerhof is namens de Partij van de Arbeid gedeputeerde in de provincie Noord-Holland. Ondanks de bezuinigingen, die ook de provincies raken, ziet hij voldoende mogelijkheden om samen met de gemeenten het maatschappelijke domein te bewaken

Samen inspelen op eigenbelang “I

Tekst Sibo Arbeek

k zou zo een half uur zielige verhalen kunnen houden over de plannen van dit nieuwe kabinet, maar ik draai het liever om: het feit dat we dit kabinet hebben gekregen zegt iets over de stemming in de samenleving. De mensen voelen zich niet door de overheid gehoord. Dat bevestigt dat we veel meer naar hen moeten luisteren en ook verantwoording moeten durven afleggen. Daarom geloof ik in de kracht van burgerparticipatie. Mensen betrekken met kennis uit de directe omgeving, die je waardeert en faciliteert.” Gedeputeerde Rob Meerhof denkt altijd vooruit over een periode van 12 jaar: “Hoe ziet onze samenleving er dan uit en welke trends zie ik nu? Dat maakt het beter mogelijk snel in te spelen op actuele ontwikkelingen. Hoe de politiek van nu er uitziet is een variabele in dat proces.”

Meer marktwerking “In het regeerakkoord wordt meer marktwerking in de zorg toegelaten, mede ingegeven door de bezuinigingen. Waar een tekort aan publieke middelen is, kunnen vormen van marktwerking een alternatief

52

schooldomein

november 2010

bieden. Het zou mogelijk moeten zijn voor marktpartijen om winst te halen, mits die winst dan ook weer in maatschappelijk belang wordt geïnvesteerd. Het mag alleen nooit zo zijn dat de winstdoelstellingen boven de toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg worden gesteld. Ook in het sociale domein is het van belang oog te hebben voor de combinatie van maatschappelijke en commerciële doelen. Daar liggen kansen voor multifunctionele accommodaties (MFA’s). Het is een hele uitdaging om met een goede mix aan voorzieningen te komen, die elkaar kunnen versterken. De provincie kan gemeenten daarbij helpen. Wij zitten bovenlokaal met verschillende partijen over verschillende onderwerpen aan tafel en kunnen daar bijvoorbeeld grote regionale zorgaanbieders en welzijnsinstellingen met elkaar in contact brengen en prikkelen. In feite kunnen wij door slim te koppelen die marktwerking stimuleren.”

Interessante combinaties “Slim koppelen betekent ook kijken naar het eigenbelang van mensen. Veel mensen kiezen


op geld moet sturen, maar ook op het creëren van sfeer. Dan kun je maatschappelijke en commerciële doelen combineren.”

Kerntaken De provincie is er traditioneel vooral voor gebiedsgericht ontwikkelen. “Wij hebben een takendiscussie gevoerd die is versneld door de bezuinigingen. We hebben besloten ons vooral te richten op onze kerntaken: het ruimtelijk economisch domein, met aspecten als mobiliteit en toegankelijkheid. Dat betekent niet dat we geen aandacht meer hebben voor het sociale domein. Bij de herontwikkeling van een wijk behartigen wij de belangen die projectontwikkelaars niet direct hebben. Een wijk moet natuurlijk goed bereikbaar zijn, maar ook sociaal-maatschappelijk werken. Daarnaast stimuleren wij de vorming van MFA’s in de gemeenten. Daarvoor hebben we de afgelopen jaren substantieel subsidie gegeven. We hebben nog een beperkt investeringsbudget en ik ben vooral geïnteresseerd in de combinatie van ICT en MFA’s en de mogelijkheden van breedband in de dorpen. Dat zou de ontwikkeling van virtuele MFA’s mogelijk maken, waarbij mensen met elkaar verbonden zijn, zonder dat een fysieke omgeving perse nodig is. Noord-Holland werkt samen met een aantal andere overheden en organisaties aan een project om MKB-ondernemers en instellingen betaalbare breedbandinfrastructuur en –diensten aan te bieden. De zorgsector zou daar natuurlijk bij kunnen aanhaken.” tegenwoordig voor eigenbelang en dat is niet altijd het maatschappelijk belang, hoewel dat idealiter wel zo kan zijn. We moeten ons ook realiseren dat maatschappelijk belang ook eigenbelang is. Mensen zijn bijvoorbeeld prijsbewust, maar ook gevoelig voor gemak. Bij de ontwikkeling van een MFA kunnen we daarmee rekening houden. Neem de dorpswinkel in St. Maarten: die draait volledig op vrijwilligers en bedruipt zichzelf. De vrijwilliger die daar staat, haalt ook bevrediging uit zijn werk en daarmee is dat ook eigenbelang. De overheid kan hierop inspelen. Onderwijs is steeds meer een ‘vrij concept’ geworden, waarbij er allerlei interessante combinaties ontstaan: met welzijn, detailhandel en bijvoorbeeld ouderenzorg. Doel moet zijn dat de combinaties exploitatieverlagend zijn. Ik zie heel mooie voorbeelden ontstaan, zoals in Anna Paulowna, waar het gemeentehuis is gecombineerd met de school en een centrum voor ontmoeting ontstaat. En het Reinaldahuis in Haarlem, waar ouderenzorg en de bibliotheek zijn gecombineerd. En een beetje ondernemer weet dat hij niet alleen

“De hele economie is op eigenbelang gebaseerd.”

Invullen en verdiepen “Ik denk dus niet in termen van ‘ik moet heel erg bezuinigen’, maar veel meer wil ik de samenwerking bovenlokaal-lokaal verder invullen en verdiepen. We hebben ons tientallen jaren met het sociale domein bemoeid, gemeenten ondersteund vanuit onze bovenlokale positie. Daar hebben we veel kennis opgedaan en die kennis- en informatiefunctie moet je juist deze tijd behouden. Gemeenten staan midden in de problematiek. Kijk naar hun belangrijke taak in het kader van de WMO. Zij zullen in hun handelen ook steeds moeten kijken naar het maatschappelijk rendement dat het oplevert. Ik ga bij alle gemeenten langs om te kijken hoe we het sociaal beleid verder vorm kunnen geven, wat er bovenlokaal nodig is en hoe de provincie daarop kan inspelen.” Rob Meerhof (27 april 1956) is geboren, getogen en nog steeds wonende in IJmuiden. Hij heeft als Gedeputeerde onder meer Zorg en Welzijn, Onderwijs en Arbeidsmarkt, Sport en ICT in zijn portefeuille. Voor meer informatie kunt u surfen naar www.provincienoordholland.nl.

schooldomein

november 2010

53


Eigendom en beheer multifunctionele accommodaties De in de onderwijswetgeving opgenomen regels voor eigendom en beheer zijn niet goed toepasbaar voor brede scholen en multifunctionele accommodaties (MFA’s). Daarom zullen de gemeente, schoolbesturen en andere gebruikers van een MFA hun onderlinge rechten en verplichtingen zelf moeten vastleggen. De mogelijke eigendomsverhoudingen zijn in vier varianten uitgewerkt.

Tekst Jan Schraven Foto Kees Rutten

V

erschillende contractsrelaties zijn mogelijk bij een onderwijsvoorziening, die in samenwerking tussen gemeente, schoolbestuur, andere gebruikers, zoals BSO en KDV en met een (semi-) private partij als een woningbouwcorporatie zijn gerealiseerd. Het gaat hier om afspraken over het beheer ná de oplevering, c.q. ingebruikname van de voorziening. In de planningen realisatiefase zullen weer andere afspraken zijn vastgelegd tussen betrokken partijen, zoals een intentieovereenkomst en een realisatieovereenkomst. Er zijn vier eigendomsverhoudingen te onderscheiden: 1. Eigendom bij gemeente (zowel juridisch als economisch), die verhuurt aan gebruikers; 2. Eigendom bij één van de gebruikers, die hoofdgebruiker is (vaak de school) en die verhuurt aan medegebruikers; 3. Splitsing van eigendom in opstal en/of appartementsrechten, waarbij elke gebruiker een eigen deel bezit (eventueel ook in economische zin); 4. Eigendom bij een derde/private partij. In alle situaties is het mogelijk een gezamenlijk beheer te voeren. Bij het splitsingsmodel is van rechtswege sprake van een vereniging van eigenaren met een wettelijke onderhoudsplicht. In de andere twee modellen kan ook gekozen worden voor een aparte rechtspersoon, bijvoorbeeld een stichting, voor ge-

54

schooldomein

november 2010

meenschappelijke inkoop van diensten (onderhoud/ schoonmaak).

Positie eigenaar Wanneer één van de gebruikers als hoofdgebruiker wordt beschouwd, wordt er vaak voor gekozen om de gemeente als eigenaresse aan te wijzen. Deze rolverdeling sluit het best aan bij de wettelijke positie van de gemeente als economisch eigenaar en de in de wet opgenomen bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de gemeente. Daarnaast kan ook een stichting in het leven worden geroepen, die niet als eigenaar maar als vehikel wordt gebruikt voor beheertaken en als fonds voor onderhoudsuitgaven. De gemeente kan ook bijdragen leveren voor het buitenonderhoud van het schoolgedeelte. In de verschillende overeenkomsten tussen gemeente en gebruikers/huurders kan een verplichting worden opgenomen om deel te nemen aan deze stichting. Soms wordt er voor gekozen om deze beheerstichting ook als eigenaar/verhuurder te laten optreden. Het bestuur wordt dan samengesteld uit vertegenwoordigers van de gebruikers/huurders. Deze constructie wekt de valse schijn dat risico’s voor gebreken en exploitatie bij een ‘derde’ worden gelegd. Bij een afzonderlijke rechtspersoon als eigenaar is het niet duidelijk hoe de relatie met de gemeente is. Evenmin is duidelijk hoe de verhouding tussen gemeente en


gebruikers is, wanneer de rechtspersoon optreedt als ingebruikgever in plaats van de gemeente. Moet deze bijvoorbeeld ook zorg dragen voor een uitbreiding van het pand bij een groei van het aantal leerlingen? Sinds de woningbouwcorporaties de wettelijke bevoegdheid hebben om naast sociale woningbouw ook wijkvoorzieningen (‘maatschappelijk vastgoed’) te bouwen en te beheren, kiezen gemeente en schoolbestuur steeds vaker voor de mogelijkheid om een schoolgebouw in eigendom onder te brengen bij een

corporatie. Deze treedt vervolgens als verhuurster op, waarbij zij eventueel ook beheertaken verzorgt. Ook bieden private/commerciële partijen zich aan als het gaat om de bouw en het beheer van onderwijsvoorzieningen (‘Publiek-Private Samenwerking’).

Weergave modellen De vier basisvarianten van eigendomsverhoudingen leiden tot een aantal contractuele relaties. De partij, die als eigenaar optreedt, is blauw gearceerd.

schooldomein

november 2010

55


Bouw een brede school, maar dan anders: Design and build! Brede school “Breeduit” in Bussum is het resultaat van een innovatief realisatiecontract; “finance, design and build”. Op basis van de behoefte van 7 verschillende gebruikers ontwikkelde specialist Vaessen voor eigen risico een ontwerpplan om het vervolgens gebruiksklaar te realiseren. Dit binnen het vooraf overeengekomen budget, een harde deadline en het afgesproken hoge kwaliteitsniveau. Daarnaast maken, als financieringsbron, ook een ondergrondse parkeergarage en 38 woningen onderdeel uit van dit integrale project. Het resultaat: gebruikers die zich herkennen in hun slimme, nieuwe thuis en een opdrachtgever met een glimlach. Hoezo anders? Het dienstenpakket varieert van advisering over beheer, overleg met gebruikers, opstellen van het PvE, het ontwerp, de uitvoering tot zelfs de financiering. Alles in een hand en vastgelegd binnen een integrale ontwikkelingsovereenkomst. Tot en met het ontwerp zelfs op basis van no cure, no pay!

Vaessen ontzorgt u en maakt risico’s beheersbaar! Zien hoe dat werkt? Bel ons, 0162-522120, voor een vrijblijvend bezoek aan “Breeduit” in Bussum of mail ons voor meer informatie naar info@vaessenbv.nl.

MFC Breeduit en 38 woningen te Bussum

Advisering • Ontwikkeling • Bouw • Exploitatie

vaessenduurzaambouwen.nl


Overige

bestuur

School bestuur

Gemeente

Variant 1: Eigendom bij gemeente (zowel juridisch als economisch), die verhuurt aan gebruikers

Gemeente

School Kenmerken: KDV Overige bestuur •N otariële akte tot splitsing/statuten en reglement VVE; • ( Eventueel) verhuurcontract aan incidentele gebruiPrivate V VE Partij kers.

beheerstichting School bestuur

School bestuur

KDV

Overige

Kenmerken: • Contract tot ingebruikgeving tussen gemeente en schoolbestu(u)r(en); • Huurcontract tussen gemeente en eventuele commerciële huurders (KDV); School •Gemeente Statuten beheerstichting bestuur (overeenkomsten van gebruikers verplichten tot deelname aan bestuur); • HGemeente uurcontract tussen gemeente en beheerstichting School KDV Overige bestuur (exploitatie); beheerstichting • (Eventueel) huurcontract tussen beheerstichting en School School KDV Overige bestuur incidentele overige, gebruikers.bestuur

Variant 2: Eigendom bij één van de gebruikers, die hoofdgebruiker is van de school, die verhuurt aan medegebruikers

Gemeente

Gemeente Gemeente

Private Partij

V VE School bestuur School bestuur KDV

School School bestuur bestuur

KDV Overige beheerstichting

School School Kenmerken: KDV Overige bestuur bestuur • Contractuele afspraak over eigendom/verhuur tussen gemeente en schoolbestuur/hoofdgebruiker (toestemming verhuur; voorwaarden ruimtegebruik ten behoeve van derden); • Contract tot ingebruikgeving tussen schoolbestuur/ Private Gemeente hoofdgebruiker en schoolbestuur/inwoner; Partij Private V VE Partij • Huurcontract tussen schoolbestuur/hoofdgebruiker School en commerciële gebruiker (KDV); Gemeente bestuur Schoolincidentele gebruikers. School KDV • Huurcontract met bestuur bestuur Gemeente

School bestuur School bestuur

School bestuur KDV

KDV Overige

Variant 3: Splitsing van eigendom in opstal en/of appartementsrechten, waarbij elke gebruiker een eigen deel bezit (eventueel ook in economische zin). Vaak wordt dit model toegepast als ook private partijen deelnemen, zoals bewoners van appartementen (inPrivate eigendom en/of in huur). School Gemeente Partij Private Partij

bestuur Gemeente

V VE KDV School bestuur Gemeente

School bestuur

School bestuur School bestuur School bestuur

Private Partij KDV KDV

School School Gemeente4. Eigendom Variant bij een derde/private partij KDV bestuur bestuur

Twee subvarianten,V VE afhankelijk van keuze of Private de Partij gemeente dan wel het schoolbestuur als huurder optreedt ten opzichte van eigenaar/private partij: Gemeente

School bestuur

School

bestuur 4a. Gemeente als huurder

Private Partij

KDV

“De regels in de onderwijs­ wetgeving zijn niet goed toepasbaar voor eigendom en beheer van brede scholen en MFA’s. ”

Gemeente

School bestuur

School bestuur

KDV

Kenmerken: Private Gemeente Partij •H uurcontract tussen private partij (corporatie) en gemeente; •C ontract tot ingebruikgeving tussen en School School gemeenteKDV bestuur schoolbestu(u)r(en) en overigebestuur gebruikers; •C ontract tot onderverhuur aan commerciële huurders (KDV); School Gemeente • SPrivate ervice-contract tussen private partij/corporatie en Partij bestuur gebruikers. School

KDV 4b. Schoolbestuur als huurder bestuur

Private Partij

School bestuur

KDV

Gemeente

School bestuur

Kenmerken: • Huurcontract tussen private partij/corporatie en schoolbestuur/hoofdgebruiker; • Budgetovereenkomst (doordecentralisatie) tussen gemeente en schoolbestuur (huurvergoeding voor kapitaalslasten/afspraak economisch claimrecht); • Contract tot ingebruikgeving tussen schoolbestuur/ hoofdgebruiker en schoolbestuur/inwoner (NB: kan natuurlijk in rechtstreekse huurrelatie met private partij); • Huurcontract tussen private partij/corporatie en commerciële huurder (KDV) (NB: kan ook in onderhuur met schoolbestuur). Servicecentrum Scholenbouw heeft een reeks modelcontracten opgesteld. De contractmodellen zijn te vinden op www.scsb.nl. Gebruikers van deze modellen wordt nadrukkelijk gevraagd te reageren, zodat SCS de versies kan updaten.

schooldomein

november 2010

57


De interactieve iPad tafel Het innovatieve ontwerp van de Belgische designer Bram Boo is nu ook beschikbaar met vier geïntegreerde iPads. Door zijn vorm en de combinatie van stoel en werkvlak, nodigt de SALSA uit tot spontane contacten en uitwisseling van kennis. Maar ook individueel bezig zijn op één van de 4 werkplekken behoort tot de mogelijkheden. Interactiviteit staat centraal bij dit ontwerp. VANERUM kiest voor integratie van technologie en design waardoor dit meubel nog meer een middelpunt van communicatie is.

www.vanerum.nl/bramboo

VANERUM Nederland BV │ Duwboot 89 NL-3991 CG Houten │ E info@vanerum.nl │ T +31 30 212 20 10 │ F +31 30 212 20 11


Advertorial

Milieuvriendelijke verlichting op Saltoschool Jan Nieuwenhuizen Een school is meer dan alleen onderwijs. Het is ook een plek waar faciliteiten en onderhoud nodig zijn, zodat er optimaal gewerkt en geleerd kan worden. vb&t facilitair management neemt deze zorg zo’n tweehonderd scholen compleet uit handen. Een nieuw onderdeel van haar dienstenpakket is milieuvriendelijke TL5 verlichting van Memostar Relighting. cieringsprogramma is zo slim en transparant opgezet, dat ik direct overtuigd was van de voordelen.”

Welke besparing levert het dan op?

Vlnr: Jean Pierre van der Weide (directeur Memostar), Rob Bastiaanssen (directeur Jan Nieuwenhuizen school), Suzanne van den Reek (facility Manager vb&t)

S

altoschool Jan Nieuwenhuizen in Eindhoven heeft in april 2010 alle conventionele verlichting laten vervangen door de energiezuinige TL5 oplossing van Memostar Relighting. Een gesprek met directeur Rob Bastiaanssen.

Waarom maakt u gebruik van vb&t facilitair management? “Op de vorige school waar ik werkte, maakten we ook al gebruik van de diensten van vb&t facilitair management. Ik ben zo tevreden over hun persoonlijke aanpak en snelheid van handelen, dat ik ze ook op de Jan Nieuwenhuizenschool heb geïntroduceerd. Ik zou niet meer zonder kunnen. Facilitair management gaat veel verder dan af en toe een lamp vervangen of de stoep vegen. Het gaat ook over inkopen van diensten. Dat is een vak apart dat serieus moet worden uitgevoerd. Als directeur heb ik daar echt geen tijd voor.”

Waarom heeft u gekozen voor milieuvriendelijke verlichting? “Toen ik hier in dienst kwam hing hier een ratjetoe aan armaturen en lampen. Dat moest anders en ik wilde dat professioneel aanpakken. Ik heb dit neergelegd bij vb&t en zij adviseerden me de energiezuinige verlichting van hun partner Memostar. Ik vind het een geweldig systeem. Milieuvriendelijk, erg kostenbesparend en geïnstalleerd zonder enige overlast. Het finan-

“De besparing liegt er niet om: we verbruiken nu 50% minder energie voor verlichting dan vroeger. De investering wordt afgelost vanuit die behaalde besparing. Na aflossing blijft er een besparing over van een kleine € 3000,- per jaar. Naast een kostenbesparing merken we ook een enorme verbetering van de lichtkwaliteit. De lichtopbrengst is groter en het licht is rustiger. Dat is belangrijk voor ons, als Saltoschool. We merken het verschil nu al. Onze leerlingen zijn een stuk rustiger. Ik ben ervan overtuigd dat de nieuwe verlichting daar zeker aan bijdraagt.”

Meer over vb&t facilitair management Voor een vast bedrag per maand biedt vb&t facilitair management een volledige (onafhankelijke) dienstverlening. Denk daarbij aan onder andere: gebouw- en installatieonderhoud, inkoop van onder andere meubilair, drukwerk, energie en telecommunicatie, schoonmaak, terreinonderhoud, het regelen van een veilig speelterrein en evaluatie met leveranciers. vb&t facilitair management garandeert dat het abonnementsbedrag binnen zes maanden na de start van de samenwerking structureel wordt terugverdiend. Alle besparingen die vb&t facilitair management boven dat bedrag realiseert, zijn netto besparingen voor de school.

vbtgroep.nl

Meer over Memostar Relighting Memostar Relighting is gespecialiseerd in energiebesparende TL5 verlichting voor bestaande armaturen. Het TL5 systeem maakt het mogelijk fors te besparen op energiekosten, CO2 uitstoot en vervangingskosten. Memostar biedt een totaalconcept voor verlichting: energiezuinige verlichtingsoplossingen, verlichtingsonderhoud en groepsvervanging. Door het unieke financieringsprogramma wordt dit verlichtingssysteem zonder extra kosten of investering gefinancierd, maar vanuit de gegarandeerde besparing op energiekosten. Kosten worden een besparing en de besparing wordt een aflossing. Na de looptermijn is de afnemer eigenaar van het systeem.

memostar.nl

schooldomein

november 2010

59


PPS in onderwijshuisvesting:

kansen en obstakels PPS Netwerk Nederland organiseerde samen met Het NIC, Strukton Integrale Projecten en Servicecentrum Scholenbouw (SCS) een bijeenkomst over de ervaringen rond Publiek Private Samenwerking (PPS). Welke lessen zijn uit de (nog schaarse) praktijkvoorbeelden te trekken?

Tekst Elte Palm Foto Communicabel

D

e praktijk: nieuwbouwproject Veenendaal In Veenendaal is gebouwd aan een school voor vmbo en ROC. Gekozen is voor een innovatieve aanbesteding om ontwikkelingen te kunnen blijven faciliteren in een gebouw dat flexibel genoeg is om daar in de toekomst op te kunnen inspelen. Gekozen is daarom voor het Living Building Concept (LBC). Bij dit concept worden het ontwerp, de bouw en het onderhoud aanbesteed in één contract. In eerste instantie is een voorlopig ontwerp aan de markt gepresenteerd, waardoor de indruk ontstond dat de markt dit plan moest realiseren. “Het wordt voor betrokkenen als lastig ervaren zich iets voor te stellen bij het nieuwe plan, zonder dat daar nog maar een tekening van is verschenen”, aldus Dick Looyé, rector van de Christelijke Scholengemeenschap Veenendaal en daarmee tevens opdrachtgever. Het vraagt dus een bepaalde visie, kennis en kunde.

Vertrouwensrelatie Een belangrijke succesfactor bij ontwikkeling op deze wijze is een vertrouwensrelatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. “Daarnaast heb je als opdrachtgever nog een aantal verwachtingen van je opdrachtnemer”, zegt Looyé. “Denk aan anticiperend vermogen, oplossingaandragend, creatief en innovatief, in staat een flexibel gebouw neer te zetten, een gebouw dat ook mooi oogt en dat de visie op onderwijs van de school doet uitstralen. Aan de opdrachtgeverskant is het van belang dat je de bestuurlijke laag meekrijgt. Je moet het bestuur informeren over het concept en de gedachtegang erachter. Een degelijk haalbaarheidsonderzoek en

60

schooldomein

november 2010

het aantonen van voldoende marktpotentieel, dragen hieraan bij.” In het geval van Veenendaal was de overdracht van financiële risico’s doorslaggevend.

Lessen Montaigne Lyceum Een project dat al in de exploitatiefase zit, is het Montaigne Lyceum in Ypenburg, Den Haag. Gekozen is voor een DBFMO-contract waarbij de opdrachtnemer niet alleen verantwoordelijk is voor ontwerp en realisatie, maar ook voor financiering en beheer. Uit de PPC (Public Private Comparator) bleek dat meerwaarde gecreëerd kon worden met deze contractvorm. Een kwalitatief voordeel bij de afweging om de ‘F’ mee te nemen, is dat de bank kritisch meekijkt. De banken controleren immers de geleverde prestatie van de opdrachtnemer. Stefan van Offenbeek van Strukton Integrale Projecten is nauw betrokken geweest bij de realisatie van dit project. Uit deze pilot zijn voor alle partijen leerpunten naar voren gekomen. Omdat het Montaigne Lyceum een pilot betrof, het eerste DBFMO-contract voor een school in Nederland, was de kennis nog niet aanwezig en waren de transactiekosten hoog. “De start was weliswaar moeizaam, maar inmiddels loopt de samenwerking naar tevredenheid.” aldus Van Offenbeek. Er is veel geleerd van typisch operationele obstakels. Het betreft een nieuwe contractvorm en de kennis bij betrokken partijen was beperkt. Rector Leo de Kraker kan het contractbeheer inmiddels goed behappen. Ook is geleerd hoe om te gaan met wijzigingen. “Toen het project net van start was gegaan, werd voor elke kleine wijziging een wijzigingsvoorstel ingediend, wat erg veel rompslomp met zich meebracht. Nu kunnen wijzigingen sneller en efficiënter worden doorge-


voerd door het instellen van een zogenaamde klussenpot.” De functionele specificaties bleken niet van voldoende kwaliteit. In het voortraject moet hieraan meer tijd en aandacht worden besteed en dit vraagt om een goede voorbereiding van een project. De school bleek onvoldoende betrokken bij de planuitwerking na gunning, waardoor het ontwerp binnen de school op onderdelen niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Wensen van de school moeten dus nauwkeurig worden geformuleerd en verwerkt door de opdrachtgever. De ervaringen met het Montaigne Lyceum worden verwerkt in de ontwikkeling van standaardcontracten voor het onderwijs. SCS en PPS Netwerk Nederland spelen hierbij een centrale rol en bundelen en verspreiden kennis en ervaringen. Die zijn nodig, want een school stelt immers andere eisen aan beheer dan bijvoorbeeld een kantoorpand.

De conclusies De belangrijkste conclusies zijn dat in de voorbereiding- of bestuurlijke fase kansen liggen in onder andere de ‘fixed-price’, een helder proces en een focus op duurzaamheid. Obstakels worden onder andere gezien in vertrouwen tussen partners, gebrek aan kennis over PPS en het durven loslaten. Voor de operationele fase liggen de kansen voornamelijk in het ontzorgen, het hebben van slechts één aan-

spreekpunt vanuit de opdrachtgeverkant en focus kunnen houden op de kerntaken. “Geïntegreerde contracten kunnen uitstekend in het onderwijs en leveren een betere prijs-kwaliteitverhouding op, met een betere risicoverdeling”, aldus Jacques Reijniers van Het NIC. Obstakels worden vooral gezien in de lange looptijd van het contract in combinatie met de vele ontwikkelingen binnen de sector. De kansen wegen zwaarder en flexibiliteit is geboden. Ook een gebrek aan financiële middelen zorgt voor de noodzaak van andere vormen van projectrealisatie. Samenwerking zorgt voor het beheersbaar houden van een project en de exploitatie en het managen van risico’s. De exploitatie is een zeer belangrijke en tevens de langste fase. Terwijl in het proces nog veel aandacht uitgaat naar de bouw; de aannemer speelt een grote rol en is dominant. Langzaam neemt de exploitant een belangrijkere rol in het proces; integratie is ook noodzakelijk aan de marktkant.

“De school bleek onvoldoende betrokken bij de planuitwerking na gunning.”

Dit artikel kwam tot stand met dank aan Jacques Reijniers (directievoorzitter van Het NIC en hoogleraar inkoopmanagement aan Business Universiteit Nyenrode), Wesley Veekman (projectmanager Servicecentrum Scholenbouw) en Stefan van Offenbeek (Contract Manager Strukton Integrale Projecten). Voor meer informatie mailt u met info@ppsnetwerk.nl.

schooldomein

november 2010

61


Marko helpt scholen uit de brand Op zaterdag 16 oktober jl. is het gebouw van de basisscholen De Vlint en De Hoeksteen aan de Maresiusstraat in de Groningse wijk Gravenburg, volledig door brand verwoest. Bijna 1.000 leerlingen en hun docenten raakten hierdoor hun leslokalen en alles wat zich daarin bevond kwijt. Ook het schoolmeubilair van Marko ging in de vurige vlammen verloren. Op diezelfde zaterdag bood Marko de gedupeerde scholen •

haar hulp aan om voor eventueel tijdelijk meubilair zorg te dragen. In de daar opvolgende gesprekken werd besloten om nieuw meubilair aan te schaffen en Marko heeft aangeboden om dit nieuw meubilair binnen twee weken te leveren. Dit aanbod is kort daarna aanvaard en sindsdien draaien de mensen en de machines in de fabriek van Marko op volle toeren om de nieuwe tafels, stoelen en kasten te produceren. •

Op donderdag 28 oktober vonden de eerste leveringen plaats, gevolgd door leveringen op vrijdag en zaterdag. Op maandag 1 november konden de leerlingen en hun docenten, mede dankzij de goede samenwerking tussen de scholen en de diverse betrokken instanties, in de door Marko volledig ingerichte leslokalen aan de slag.

Go4Green: milieuvriendelijke verlichting Er kan in Nederland nog enorm bespaard worden op verlichting bij scholen en bedrijven. Als het aan Go4Green ligt hoeft dat echter niet te betekenen dat er een enorme investering gedaan moet worden. Het Eindhovense bedrijf komt met een combinatie van milieuvriendelijke TL5-verlichting en een rentevrij, zelfsparend financieringssysteem. Go4Green vervangt conventionele TL-verlichting door een nieuwe techniek: TL5. Hiermee kan er zo’n vijftig procent bespaard worden op energiekosten. De TL5 techniek wordt ook wel hoogfrequent TL techniek genoemd. Er zit minder kwik in de buizen, de lampen zijn dunner en hebben veel meer branduren: 19.000 in plaats van 12.000. Veel milieuvriendelijker dus. Volgens het bedrijf vergt de verandering naar het nieuwe verlichtingssysteem de eerste jaren geen extra kosten of investeringen. Go4Green biedt een uniek, zelfsparend financieringssysteem: het Slim Invest Systeem. Na installatie levert het systeem direct een enorme besparing op, omdat het minder energie verbruikt. Met dat verschil wordt het systeem rentevrij gefinancierd. Uiteindelijk blijft alleen de kostenbesparing over. Scholen en instellingen die willen weten hoeveel energie zij kunnen besparen, •

krijgen van Go4Green een helder overzicht. Er worden vier heldere stappen doorlopen. Er wordt gestart met een scan van het huidige verlichtingssysteem. Een adviseur bekijkt de verlichting op locatie en berekent vervolgens de energieprestatie. Vervolgens wordt er een besparingsadvies op maat gemaakt. Wordt er

besloten over te gaan op het systeem dan vervangt de vaste partner Memostar Relighting de oude verlichting voor het gekozen duurzame TL5 verlichtingssysteem. Het gaat hier alleen om de buizen. De armaturen hoeven niet vervangen te worden. Meer informatie: www.go-4-green.nl.

Deugdenkaarten voor kinderen Om deugden in gedrag van kinderen te leren herkennen, heeft Uitgeverij ACT on Virtues de kaartenset ‘Deugden voor kinderen’ gepresenteerd. De set vrolijke kaartjes besteedt aandacht aan eerlijkheid, geduld, respect en nog veel meer deugden: de goede eigenschappen die ieder kind in zich heeft. Een kaartenset ter inspiratie voor bewust ouderschap. Uitgever Annelies Wiersma: “Steeds vaker kregen we de vraag of we een speciale

62

schooldomein

november 2010

kinderversie van de deugdenkaarten konden uitgeven. Dat doen we nu. Op deze kaarten laten kinderen zelf zien hoe zij hun goede eigenschappen in praktijk brengen. Daardoor spreken ze zowel kinderen als ouders aan.” Oorspronkelijk zijn de deugdenkaarten bedoeld voor thuisgebruik. Intussen werken internationaal kindertherapeuten, (basis) scholen, remedial teachers en coaches enthousiast met de deugden. Er zijn steeds meer

ouders en scholen die voor bewuste opvoeding kiezen. Wiersma: “Een kind dat zijn sterke kanten kent en weet in welke eigenschappen hij kan groeien, kan in de wereld staan en zich redden. De deugdenkaarten bieden concrete handvatten om kinderen in hun deugdenontwikkeling te ondersteunen. Met de set van 52 kaarten kom je het jaar helemaal rond!” Meer informatie: www.opvoedenmetdeugden.nl.


de etalage Schooldomein special: NOT 2011 De NOT is dé vakbeurs voor onderwijsprofessionals. Nergens anders is er zo’n compleet aanbod voor onderwijssegmenten. Van basis tot middelbaar, van Dalton tot vrije school: ruim 500 exposanten brengen u het nieuwste uit de markt. Multimediale ontwikkelingen, nieuwe relevante software, het ‘mediawijs’ maken van peuters en hoe om te gaan met multitaskende leerlingen met infobesitas… De NOT zit boven op trends in het onderwijs en na een bezoek bent u weer helemaal bij. Tal van congressen en workshops verhogen de kennis van uw professie en houden u actueel. Over hoe je educatief gamen bijvoorbeeld in het onderwijs kunt integreren. Bent u werkzaam als professional in de buitenschoolse opvang, primair onderwijs, voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs? Dan mag u de NOT niet missen. Een bezoek aan de NOT is interessant voor docenten en leraren, directieleden en bestuurders, bovenschools management, teamleiders, facilitair managers en ICT-coördinatoren. Op de NOT vinden zij een uitgebreid aanbod aan producten en diensten: algemene leermiddelen, vak- en beroepsspecifieke pakketten, presentatiemiddelen, ICT in het onderwijs, management en organisatie, schoolbouw en schoolinrichting, administratie en automatisering, facilitaire producten en diensten, dagtrips en reizen en overheidsinitiatieven. •

NOT-katern in Schooldomein 3

Adverteren in Schooldomein?

In het kader van de NOT 2011 komt Schooldomein in januari met een extra dikke editie. Daarin bieden we naast redactionele aandacht voor de NOT ook adverteerders graag de ruimte zich aan de lezers van Schooldomein te presenteren. Een buitenkans om uw relaties te bereiken want Schooldomein wordt elke twee maanden in een oplage van maar liefst 17.000 exemplaren in controlled circulation verstuurd. Ontvangers zijn alle gemeenten, alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar- (ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo), alle woningcorporaties en de architecten aangesloten bij de BNA. Daarnaast ontvangt een groot aantal onderwijsorganisaties in Vlaanderen ons magazine. Bovendien wordt van deze extra dikke Schooldomein een grotere oplage gedraaid zodat ook bij de ingang van de NOT de nieuwe Schooldomein volop kan worden uitgedeeld.

De tarieven zijn € 1.100,- voor een halve pagina full colour en € 1.700,- voor een hele pagina full colour. Genoemde bedragen zijn exclusief btw. Naast de advertentie krijgt u als adverteerder de gelegenheid een een kleine redactionele bijdrage te leveren waarin u uw producten en diensten kunt presenteren. In combinatie met een halve pagina advertentie gaat het om maximaal 75 woorden en voor een hele pagina maximaal 150 woorden.

Wilt u er zeker van zijn dat er ruimte voor u is in de komende Schooldomein, reserveer dan vóór 1 december aanstaande. Meer weten? Schroom niet en neem contact op met onze accountmanagers André van Beveren en Ray Aronds, telefoon (020) 330 89 98, e-mail andre@recent.nl en ray@recent.nl.

Kennisseminar Spelen voor iedereen Kompan vindt dat ieder kind het recht heeft om vrij te spelen. Een universeel, toegankelijk speelplekontwerp is daarom van groot belang. Zeker voor kinderen met een handicap. Graag nodigt Kompan u uit om het kennisseminar ‘Spelen voor iedereen’ bij te wonen, georganiseerd voorafgaand aan de Recreatievakbeurs Gorinchem. Het seminar is zeer interessant voor iedereen die betrokken is bij het ontwerp van universele speelplekken die geschikt zijn voor alle kinderen, ook die met een beperking. U leert met welke factoren u rekening moet houden, hoe u speelplekken toegankelijk en uitdagend maakt. Uw deelname is gratis en is inclusief lunch en documentatie. Aansluitend kunt u de Recreatievakbeurs bezoeken. Evenementenhal Gorinchem, dinsdag 30 november, 10.30 tot 13.00 uur en donderdag 2 december, 10.30 tot 13.00 uur. Aanmelden kan via kompan.nl@kompan.com. Meer informatie op www.kompan.nl.

schooldomein

november 2010

63


RK Daltonschool Sint Plechelmus | Hengelo De nieuwe locatie van de RK Daltonschool St. Plechelmus is een voormalige kerk. Het concept is geïnspireerd op het principe van een oosterse Boeddhatempel. Bij de aanblik van het beeld in de tempel vraag je je af; wat was er nou eerder? Het beeld of de tempel? Om op een respectvolle manier met het bestaande gebouw om te gaan, is er voor gekozen om de school en de kerk als 2 aparte entiteiten zichtbaar te laten. Buiten is dat herkenbaar door alle nieuwe ingrepen in het gebouw, die noodzakelijk waren om het als school te kunnen laten functioneren, met een stalen kader te markeren.

Opdrachtgever: Dr. Schaepmanstichting

Architect: Leijh Kappelhoff Seckel van den Dobbelsteen architecten

Binnen in het kerkgebouw zijn twee schoolvolumes geplaatst. Het eerste volume bevindt zich op de plek van het vroegere oksaal, visueel hangend aan het originele cassetteplafond boven de hoofdentree. Het grotere tweede volume is gesitueerd in het oude middenschip van de kerk. Deze twee volumes geven blijk van een soort gebouw in een gebouw; de school in de kerk. De volumes zijn aan de buitenzijde helder wit, om zich duidelijk te onderscheiden van de kerk, maar zijn van binnen kleurrijk oranje of groen, passend bij de wereld van de kinderen.

Oplevering: Ook de kleur van de verlichting draagt hieraan bij; binnen in de school wordt gebruik gemaakt van een helder

medio 2010

64

schooldomein

november 2010

werklicht, terwijl in de kerk juist gekozen is voor een meer sfeervol en warm licht. Waar de kerk zware detaillering kent met robuuste materialisatie en een gedempte kleurstelling, is de school minimalistisch, helder en licht vormgegeven. Dit project toont aan dat herbestemming van oude gebouwen, waaronder kerken, vele mogelijkheden in zich kent. Niet voor niets won het ontwerp eind 2008 de tweede prijs bij de prijsvraag ‘Erfgoed op eigen benen’. Een citaat uit het juryrapport: “Deze prijs gaat naar een project waar door betrokkenen al een aantal jaren met grote overtuiging en liefde aan is gewerkt. De niet monumentale maar wel beeldbepalende kerk krijgt een nieuw leven. Dankzij de nieuwe activiteiten zal het gebouw een bruisend en dynamisch middelpunt van zijn omgeving worden. Het verbouwingsplan voor de nieuwe functie getuigt van een helder architectonisch concept. Het is een project dat laat zien dat samenwerken loont.” De opdrachtgever, de Dr. Schaepmanstichting is bovendien genomineerd voor de Gouden Piramide, de jaarlijkse Rijksprijs voor inspirerend opdrachtgeverschap in de architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuur, infrastructuur en ruimtelijke ordening. De prijs wordt op 27 november 2010 uitgereikt.


2011

De uitblinker ‘Een uitblinker’, vertelde Judith (manager Zadkine Facilitair Bedrijf). Dat is wat ik in jullie naar boven wil zien komen. Ik wil jullie meenemen naar een interessant leerwerkbedrijf, jullie alle nodige middelen aanbieden, om vervolgens jullie volle talent naar boven te zien drijven. Ik wil dat jullie je kennis uitbreiden, initiatief tonen en creatief zijn. Ik weet nog goed dat Zadkine Facilitair Bedrijf zich vorig jaar september voorstelde aan ons. Een leerwerkbedrijf waar wij een schooljaar stage zouden gaan lopen. Vanaf de allereerste kennismaking was ik gemotiveerd, een jaarcontract bij dit bedrijf. Een bedrijf waar je zo binnenkomt en dat je in deze moeilijke tijd een vaste baan aanbiedt. Je leert een bedrijf kennen; de medewerkers, de werksfeer, de werkzaamheden en de werkomgeving.

MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS

PRIMAIR ONDERWIJS

VOORTGEZET ONDERWIJS

De laatste facilitaire producten en diensten in het onderwijs

Om een student zich welkom te laten voelen in een leerwerkbedrijf is het belangrijk dat er voldoende tijd wordt vrijgemaakt om deze te begeleiden. De begeleider moet bereid zijn om zijn kennis te delen met de student. Ook zijn de opdrachten van groot belang, als die een bepaald doel bevatten, krijgen de studenten het gevoel dat ze een aanvulling zijn voor de organisatie. Wat het interessant maakt voor studenten om bij een leerwerkbedrijf hun stage te voldoen is de Stimulering die geboden wordt. Denk bijvoorbeeld aan een bepaalde stagevergoeding. stimulering op langere termijn kan ook het aanbieden van een vaste baan zijn. Als u zorgt dat de student op de hoogte is van de doorgroeimogelijkheden binnen het bedrijf maakt dit de stage zeer aantrekkelijk. De student haalt zijn stage, maakt kans op een vaste baan met een logisch doorgroeitraject.

r nu Registree s i t a r G r o o v et toegang m 01232 code: 100

25-29 januari 2011

Als afsluiting van deze leerzame periode heb ik het jaarcontract binnengehaald. Ik ben nu drie maanden werkzaam bij het Zadkine Facilitair Bedrijf in Rotterdam. De werkzaamheden zijn zeer afwisselend en ik word overal bij betrokken. Men geeft mij alle ruimte me verder te ontwikkelen en met diverse functies mee te kijken. Ik ben erg blij met de mogelijkheid die dit bedrijf mij geboden heeft. Intussen ben ik een deeltijd HBO opleiding Facility Management gestart. Ik hoop dat veel leerwerkbedrijven andere studenten dezelfde mogelijkheden kunnen bieden die ik heb gehad.

Jaarbeurs Utrecht

Linda den Ouden | was student Facilitaire Dienstverlening aan het ROC Zadkine College en heeft na haar stage bij het ROC een baan aangeboden gekregen.

Voor en door het onderwijs

www.not-online.nl schooldomein advNOT-10001232-95x271mm.indd 1

12-10-10 13:43

november 2010

65


Schooldomein Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1985. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever ICSadviseurs. Ruim 50 jaar werkt ICSadviseurs aan stimulerende leer-, leef- en werkomgevingen. Ruimte en draagvlak voor verandering, integratie van activiteiten, multifunctionaliteit en een professionele exploitatie zijn daarbij belangrijke thema’s. ICSadviseurs heeft twee vestigingen. Amsterdam: Orlyplein 10, Postbus 59112, 1040 KC. Zwolle: Grote Voort 207, Postbus 652, 8000 AR. Tel. 088 235 04 27. Schooldomein wordt uitgegeven in nauwe samenwerking met drukkerij Ten Brink, Meppel. Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Kees Rutten (fotografie), Anje Romein, René de Werker, Jos Martens, Jutta Hinterleitner, Theo van Oeffelt, Jan Schraven, Elly Zee Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx Redactieraad Henrico ten Brink, Peter Reijers, Ronalt Schilt, Jan Schraven, Harry Vedder, Tom Haagmans, Edward van der Zwaag, Wik Jansen, Judith Chin Kwie Joe, Theo Fledderus, Peter Overgaauw, Frank van Esch Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adreswijziging kunt u doorgeven aan drukkerij Ten Brink, Administratie Schooldomein, Postbus 41, 7940 AA Meppel, tel (0522) 85 51 75. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar, in een oplage van 17.000 exemplaren en in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar(ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd, alsmede de architecten aangesloten bij de STARO en alle woning­corporaties. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 59,50. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Advertenties

Xxxxxxxxx

3 Duurzame materialisering leidt tot een betere exploitatie Het derde zintuig dat we als thema behandelen is Voelen. In de meest concrete vorm: het kunnen aanraken. Daarnaast roepen een gebouw en de omgeving waarin het staat een gevoel op. Het subthema van Schooldomein 3 is Duurzame materialisering leidt tot een betere exploitatie. Voldoende aanknopingpunten voor weer een aantal mooie artikelen. Bovendien wijden we een flink katern aan de NOT 2011. Half januari ligt de nieuwe editie bij u in de bus. Een vooruitblik: • Nieuwbouw Unic draait: het stond al aangekondigd, maar nu dan toch: een nieuw gebouw voor een zelfstandig schoolconcept in een uitdagende omgeving van het Utrechtse Kanaleneiland: hoe voelt dat? • De ontwikkeling van sportclub naar sportpark: veel sportclubs moeten samen nadenken over vormen van samenwerking om de dienstverlening op peil te kunnen houden. • Kokkewiet Project in Umzamuwethu – Zuid Afrika,; het schilderen van een kaal schoolgebouw leidt tot kleur in het leven van een dorpsgemeenschap. • Evaluatie prijswinnaar Scholenbouwprijs 2000: hoe doet de Vensterschool Oosterpark het na 10 jaar intensief gebruik?

66

schooldomein

november 2010

Voor plaatsing van advertenties of advertorials in het magazine kunt u contact opnemen met Recent, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam, tel. (020) 330 89 98, fax (020) 420 40 05, e-mail info@recent.nl, website www.recent.nl. Voor plaatsing van banners en overige informatie op de website kunt u bellen met FIZZ reclame + communicatie, tel (0522) 24 61 62. De advertentietarieven van Schooldomein staan ook op www.schooldomein.nl. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ reclame + communicatie, Meppel Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door Marko BV, BNA, Servicecentrum Scholenbouw en de adverteerders in Schooldomein


Ruimte voor onderwijs! Heeft u tijdelijk extra lokalen nodig of behoefte aan een compleet nieuw schoolgebouw? De Meeuw biedt veilige en functionele oplossingen voor kinderdagverblijven, scholen en buitenschoolse opvang. De grote kennis van de sector garandeert u kindvriendelijke huisvesting die voldoet aan alle normeringen en actuele wet- en regelgeving. Samen met De Meeuw werkt u aan de toekomst van uw onderwijsinstelling! www.demeeuw.com/onderwijs

De Meeuw Nederland Postbus 18, 5688 ZG Oirschot, T +31 (0)499 57 20 24


Stage Systems

Dansen Zingen Spelen Showen Stralen Dromen

Hal 7 D 112

Normaal gesproken

dat kinderen het zelf in elkaar

vraagt het opzetten

kunnen zetten. Alle onderdelen

van een (tijdelijk) podium

zijn gemaakt van uiterst duur-

veel tijd. Maar niet met Stage Systems van

zame materialen. Ook het

Marko. In een kwartier staat er een echt podium.

opruimen gebeurt in ĂŠĂŠn hand -

Zonder gereedschap. De constructie is zo simpel

omdraai: stapelen en wegrijden.

Een leven lang Marko Marko BV Beneden Verlaat 75 9645 BM Veendam Postbus 7 9640 AA Veendam T +31 598 698 798 F + 31 598 69 88 00 Showroom De Meern Rijnzathe 2 3454 PV De Meern (Kantorenpark Oudenrijn) T +31 30 669 69 69 F + 31 30 669 69 00 info@marko.nl www.marko.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.