Bb201606

Page 1

B&B Brand&Brandweer

junI 2016

• Brancherichtlijn duiken moet zorgen voor kwaliteitsimpuls • Brusselse brandweer deelt de ervaring van de aanslagen • Vooruitblik op het brandweercongres

vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

Brand papieropslag Scheemda duurt tien dagen

B&B Brand&Brandweer

www.brandenbrandweer.nl

6

jaargang 40


Weet u hoe u een binnenbrand effectief en veilig kunt bestrijden?

Brandbestrijding: → Wanneer kies je voor HD, en wanneer vooral niet? → Ventilatie: wanneer is het zinvol, wanneer gevaarlijk? → Waarom is verkennen zo belangrijk? → Wat is nog veilig en gezond, waar liggen grenzen, hoe verloopt herstel?

Bestel direct op sdu.nl/brandbestrijding


INHOUD

nummer 6 juni 2016

Coverstory 10

32

Zeer grote brand bij papieropslag Scheemda woedt tien dagen

Midden- en West-Brabant laat gemeenten zelf acties bedenken voor Brandveilig Leven. De gedeelde verantwoordelijkheid zorgt voor meer activiteiten.

Tien dagen houdt een zeer grote brand bij een papieropslag de gemoederen in Scheemda en omgeving bezig. De langdurige brand zorgt ervoor dat de eenheden kunnen experimenteren met alternatieve blusmiddelen. 36

Artikelen 14

16

18

40

Snelle en hevige brandontwikkeling door dichtbouwen open parkeergarage Het dichtbouwen van een van oorsprong open parkeergarage zorgt ervoor dat de rook en hitte bij een brand niet wegkunnen. En dat kan leiden tot spannende inzetten, zo hebben brandweerlieden uit Bergen op Zoom ervaren.

42

Het juiste moment, de juiste plek

Incidenten City laat het brandweerwerk zien’ Met Incidenten City willen Evert de Graaf en André Overeem laten zien wat de brandweer allemaal doet. De LEGO-rampenstad is een groot succes.

‘Het was een apocalyptisch beeld met veel bebloede slachtoffers’ Brandweerlieden in Brussel krijgen het op 22 maart flink voor hun kiezen als2 in ruim een uur tijd twee aanslagen worden gepleegd. Tangey du Bus de Warnaffe blikt terug op die bewuste dag.

27

Vijftien jaar na cafébrand Volendam: ‘Het leven houdt niet op’ Het Brandwonden Benefiet is dit jaar in Volendam. Bij het gala vertelt brandwondenslachtoffer Lou Snoek zijn persoonlijke verhaal.

Hoe kun je voertuigen zo (her)positioneren dat de opkomsttijd optimaal is? Guido Legemaate van Brandweer Amsterdam-Amstelland ontwikkelde hiervoor een wiskundig model. 20

Brandweercongres: even stilstaan en genieten van het moment Het brandweercongres staat dit jaar in het teken van ontwikkelingen. Voorzitter Olav Strotmann blikt alvast vooruit op het programma.

Brancherichtlijn moet zorgen voor impuls in vakbekwaamheid duikers Duikers en duikploegleiders moeten volgens de nieuwe brancherichtlijn voor de hercertificering naast een logboekcontrole ook een examen afleggen. Yvette Smits en Jaap Molenaar lichten de brancherichtlijn toe.

‘Gedeelde verantwoordelijkheid zorgt voor meer brandveiligheid’

AED-inzetten, een dankbare maar mentaal zwaardere taak Steeds meer korpsen rukken uit met een AED om mensen bij een hartstilstand te reanimeren. Wat zijn de ervaringen? Op de cover: Grote hoeveelheden papier zijn op 3 mei bij Virol in Scheemda in brand

Rubrieken 5 6 23 31 35 38 44

Van de redactie Actueel Brandweer Nederland Brandweer Buitenland Oproep vakantiefoto’s Geschiedenis Gespot in de Markt

gevlogen. Fotografie: Ginopress

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

3


f n e a t e i s v s d a h w h n d d d c e w o i a n c n r l d n a a r a u r e e r u e l B m AAgUitg Bde ieantd&ctue c N a A r a B V Speciaal voor abonnees: · Nieuws en achtergronden · Brand&Brandweer-online (24/7 te raadplegen op iPad en tablet) · Brand&Brandweer-archief (2008 – heden) · Agenda en alertering

www.brandenbrandweer.nl


VAN DE REDACTI E

Vragen voor de brandweer

V

orig jaar was hij er ineens: de Nationale Wetenschapsagenda. Iedere krant, nu.nl en uiteraard De Wereld Draait Door besteedden aandacht aan dit initiatief van de bewindslieden van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap Jet Bussemaker (PvdA) en Sander Dekker (VVD). Zij wilden de wetenschap transparanter maken. Iedere Nederlander werd door de (toenmalige) voorzitters van de wetenschapsagenda Beatrice de Graaf en Alexander Rinnooy Kan opgeroepen om de vragen die zij aan De Wetenschap wilden stellen, in te sturen. Veel Nederlanders (soms op individuele basis, soms verenigd) deden dat: er kwamen bijna twaalfduizend vragen binnen. Die vragen waren erg divers: over ziekte en dood, energie en duurzaamheid, van vragen over het complete universum tot vragen over Majoranadeeltjes. Omdat in de brandweerwereld zelden of nooit het woord onderzoek zo vaak en hard heeft rondgezongen als nu, is het interessant eens te kijken of er ook brandweervragen zijn gesteld. Dat is vrij makkelijk na te gaan, omdat op wetenschapsagenda.nl alle vragen terug te vinden zijn, reeds geclusterd en enigszins gefilterd door een stuurgroep. De brandweervragen zijn divers. Er zijn opvallend veel vragen over de veiligheid van hulpverleners ten opzichte van agressieve burgers. Een van de vraagstellers doet zelfs een suggestie voor een antwoord: zou onze kleding een rol kunnen spelen bij het oproepen van agressie? Er zijn ook technologische vragen, zoals die over geografische binnenhuisbepaling: kan GPS niet zo gemaakt worden, dat de brandweer er ook binnen iets aan heeft? Een repressieve vraag komt van een man die het opvalt dat als er een groot gebouw in brand staat, hij op tv meestal maar lullige straaltjes ziet. Is het niet mogelijk, zo vraagt hij, om een grote hoeveelheid blusmiddel als een soort bom in de brandhaard te schieten, waarna met behulp van een lichte explosie het blusmiddel zich over de brandhaard moet verspreiden?

bereikbaarheid het best verzameld, geanalyseerd en gedeeld worden? En hoe kan die kennis niet alleen voor bereikbaarheid, maar voor incidentmanagement in het algemeen ingezet worden? Een laatste voorbeeld dat ik wil aanhalen richt zich ook op kennis, maar dan tussen de brandweerlieden onderling. Hoe krijg je brandweerlieden zo ver dat ze bij iedere uitruk niet alleen het incident zelf oplossen, maar ook de kennis van hun collega’s serieus meenemen in hun oordeel én zelf hun kennis weer delen met hun collega’s? De vraagsteller (overigens afkomstig van het ministerie van Veiligheid en Justitie) wijst alvast een richting aan: door het inzetten van verandermanagementmethodes en –technieken. De Wetenschapsagenda is nu overal en van iedereen. Bij allerlei gelegenheden grijpen mensen ernaar terug en nieuwe onderzoeksprojecten zijn erop geïnspireerd of gericht. Wellicht is bij het beantwoorden van de brandweervragen een mooie rol weggelegd voor het brandweerveld zelf. Er worden door Brandweer Nederland en het IFV al veel nuttige onderzoeken gedaan en een deel van de vragen is al onderwerp van discussie. Daarnaast zijn er ook regionaal mogelijkheden: veel veiligheidsregio’s hebben onderzoeksinstellingen als een universiteit in hun gebied, waarmee het ongetwijfeld goed samenwerken is. En ook lokaal kan de handschoen worden opgepakt, door mee te doen als test- of experimenteergroep. De resultaten van dat soort samenwerkingen vinden dan vast hun weg naar de wetenschappelijke journals waar zij thuis horen, maar ik zou het mooi vinden als (be)denkers en deelnemers ook hun ervaringen delen via dít vakblad; op naar de eerste inzending! Gerard Bouwmeester

Opvallend is dat er meerdere teamgerelateerde vragen zijn waarin de brandweer een rol speelt. Bijvoorbeeld bij de vraag: Wat zijn de beste manieren om een optimaal team samen te stellen? De vraagsteller redeneert dat teams (of het nou een voetbalteam is of een peloton brandweerlieden) vaak ad random of intuïtief worden samengesteld. Hij wijst erop dat er ook wetenschappelijke methodes zijn (of zijn te ontwikkelen) om tot een beter beredeneerde samenstelling te komen: ‘denkbaar is dat een deelnemer met mindere kwaliteiten toch effectiever functioneert, omdat hij beter in het team past.’ Een andere (enigszins gerelateerde) rode draad is kennismanagement. Hoe kan, vraagt iemand, in het kader van incidentmanagement of the future kennis over

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

5


ACTU E EL

Inspectie SZW: duiken gebeurt vaak onveilig De Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) constateert in een onderzoek naar professioneel duiken dat dit vaak onveilig gebeurt. Niet alleen zijn de voorbereiding en instructies onvoldoende, ook het daadwerkelijk duiken gebeurt vaak met risico’s, concludeert de inspectie. Het onderzoek richtte zich op alle professionele organisaties die duiken, waaronder ook de brandweer. Van de in totaal 108 vastgestelde overtredingen waren er twaalf bij zeven brandweerkorpsen. Bij drie brandweerkorpsen ging het om oefeningen. Uit de oefenprogramma’s bleek bijvoorbeeld niet dat duikers gestructureerd voorlichting en training kregen om de kennis en het niveau van de duikvaardigheid te verhogen. De resultaten van de oefeningen waren niet vastgelegd in een persoonlijk oefenplan. Daarnaast werden enkele essentiële onderdelen zoals zelfreddende handelingen en noodprocedures of leiding geven in dergelijke situaties volgens de inspectie onvoldoende geoefend. Deze conclusies zijn in lijn met een eerder onderzoek in 2009 en het gezamenlijk onderzoek van de Inspectie SZW en de Inspectie V&J naar aanleiding van het duikongeval in Koedijk in augustus 2014.

Nominaties Hulpverlener van het jaar bekend De Stichting Hulp voor Hulpverleners heeft de genomineerden voor de titel Hulpverlener van het jaar bekend gemaakt. De jury koos de genomineerden uit ongeveer vijfhonderd inzendingen. De brandweerlieden uit Velsen en IJmuiden zijn één van de gelukkige genomineerden. De jury is onder de indruk van de samenwerking tussen de twee ploegen, een beroepsploeg een een vrijwillige eenheid. Met gevaar voor eigen leven hebben zij vorig jaar alles in het werk gesteld om een hengelaar uit een berg stuifzand te bevrijden. Hij zat al enige tijd vast en was door instortend

6

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

zand met een voet klem komen te zitten onder een steen. Om het slachtoffer te kunnen redden hebben drie brandweerlieden anderhalf uur lang in een manshoog gat, met het gevaar voor instorting, gestaan. Ze moesten voorzichtig het zand weghalen en ondertussen voor het slachtoffer zorgen. Met behulp van een slim geimproviseerde hijsinstallatie is uiteindelijk het slachtoffer uit het zand getrokken. De winnaar van de titel Hulpverlener van het jaar wordt bekend gemaakt tijdens het award gala op 3 juni tijdens de vakbeurs eRIC in Twente.

Brand&Brandweer


Fotografie: Brandweer Groningen

Actueel

Brandweer Groningen oefent in wijk De blusgroep Wehe-den Hoorn van Brandweer Groningen heeft half mei in een leegstaande woning in Kruisweg geoefend. De oefening was onderdeel van Oefenen in de wijk. ‘Dit doen we vaker, ook in andere delen van de regio. Het is een mooie manier om de inwoners van een bepaalde wijk te betrekken bij een oefening en op die manier te vertellen over de gevaren van brand’, aldus een woordvoerder. wijk werd goed bezocht. Na de oefening spraken de brandweervrijwilligers met de buurtbewoners over brandveiligheid in

Fotografie: Brandweer Groningen

De brandweer heeft van tevoren de omwonenden uitgenodigd aanwezig te zijn bij de oefening. De oefening in Kruis-

en om het huis. Veel omwonenden waren nieuwsgierig en vonden het een interessante avond. ‘Ik vond het erg leerzaam. Ik begrijp nu nog beter dat een rookmelder levens kan redden. Vooral voor mijn kinderen is het belangrijk dat ik het goed regel’, laat een inwoner weten.

Brand&Brandweer

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

7


ACTU E EL

Vier speerpunten uit herijking Brandveilig Leven Brandweer Nederland heeft na alle ervaringen van de afgelopen jaren en op basis van nieuwe visies en onderzoeken vier speerpunten benoemd voor de toekomst van Brandveilig Leven. Zo worden risicogroepen gestructureerd geanalyseerd, wordt op Brandveilig Leven gestuurd door beïnvloeders, worden innovaties gestimuleerd en er wordt geïnvesteerd in de kennis en kwaliteit van het eigen personeel. Deze speerpunten staan de komende jaren centraal en worden verder uitgewerkt in concrete acties. De komende jaren gaat Brandweer Nederland zich richten op het gestructureerd definiëren en in kaart brengen van risicogroepen. Per risicogroep wordt geanalyseerd hoe groot het probleem is en wat de oorzaken daarvan zijn. Daarbij wordt gemeten wat het effect is van de interventies. Daarnaast gaat de herijking ervan uit dat de brandweer een goede informatiepositie heeft, maar dat andere partijen de grootste invloed hebben, zoals gemeenten, verzekeraars, zorgaanbieders, woningbouwcorporaties, cliëntenraden en media. Zij moeten volgens de herijking nadrukkelijker worden ingezet. Dit vergt een andere benadering. Bovendien ziet Brandweer Nederland dat alleen gedragsbeïnvloeding onvoldoende effectief is om te komen tot een veilige leefsituatie. Er moet ook worden ingezet

op innovaties die bijdragen aan brandveiligheid. Om dat te stimuleren wil Brandweer Nederland op basis van een

Nieuwe directeur portefeuille Brandweer bij IFV IJle Stelstra wordt per 1 september de nieuwe directeur brandweer bij het IFV. Hij moet ervoor zorgen dat het IFV verder wordt doorontwikkeld als ondersteunende organisatie voor Brandweer Nederland. Stelstra is momenteel nog waarnemend brandweercommandant in Amsterdam-Amstelland. De directeur brandweer binnen het IFV moet de verbinding realiseren tussen de professionele behoeften in het brandweerveld en de mogelijkheden en inzet van het IFV. Als directielid gaat IJle Stelstra ook deel uitmaken van de Raad van Brandweercommandanten.

8

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

risicoanalyse één of twee thema’s per jaar oppakken. Het laatste speerpunt richt zich op het investeren in de kwaliteit en kennis van het eigen personeel. Om effect te kunnen bereiken moet het vak goed worden beheerst. In 2018 wil Brandweer Nederland een inhoudelijk curriculum hebben ontwikkeld voor verschillende rollen binnen Brandveilig Leven.

Congres mentale veerkracht brandweer Het IFV organiseert op 7 juni een congres over mentale veerkracht bij de brandweer. Tijdens dit congres wordt stilgestaan bij het omgaan met de soms heftige situaties waar brandweerlieden in terecht kunnen komen. Het congres is bedoeld voor het hele brandweerveld, van manschap tot regionaal commandant. Het programma draait om bewustwording en het delen van kennis en ervaring. Zo wordt bijvoorbeeld ingegaan op enkele concrete praktijkvoorbeelden, zoals de heftige inzet aan de Marnixstraat van Brandweer Amsterdam in januari vorig jaar. Bij die inzet zijn twee brandweerlieden gewond geraakt en elf bewoners moesten in veiligheid worden gebracht. Daarnaast zijn er ook sprekers van buiten de brandweer en worden verschillende workshops gegeven.

Brand&Brandweer


Actueel

Fotografie: IFV

Zuid-Limburg start campagne veilig reageren op voorrangsvoertuigen In navolging van de regio’s uit OostNederland start ook Veiligheidsregio Zuid-Limburg met de campagne Wat doe jij bij zwaalicht en sirene? De campagne geeft informatie over hoe weggebruikers veilig kunnen reageren op een naderend voorrangsvoertuig.

Cartoon

Uit eerder onderzoek van het Instituut Fysieke Veiligheid blijkt dat weggebruikers vaak onverwacht en ook ongewenst reageren als zij merken dat een voorrangsvoertuig nadert. Dat leidt regelmatig tot gevaarlijke situaties en ongelukken. Veel voorkomende voorbeelden van ongewenst gedrag zijn door rood licht rijden, snelheidsovertredingen, plotseling stoppen of uitwijken en op de vluchtstrook rijden. De campagne Veilig reageren op voorrangsvoertuigen is oorspronkelijk een initiatief van het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Oost-Nederland en het Instituut Fysieke Veiligheid. De campagne geeft informatie aan weggebruikers over het veilig reageren bij naderende voorrangsvoertuigen. Naast een informatiefolder zijn er bijvoorbeeld filmpjes waarin adviezen gegeven worden voor een aantal veel voorkomende onveilige situaties.

Brand&Brandweer

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

9


bran d van de maan d

Zeer grote brand bij papieropslag Scheemda woedt tien dagen

Een zeer grote brand legt vanaf 3 mei de papieropslag van recyclingbedrijf Virol in Scheemda volledig in de as. ‘De aanwezige vuurlast gaf me al snel het idee dat het een langdurige brand zou worden’, vertelt Marcel Lasker, Officier van Dienst (OvD). ‘Ik dacht aan zo’n 48 uur. Achteraf gezien was dat erg optimistisch.’ De brand is uiteindelijk na tien dagen pas volledig geblust. Met een offensieve buitenaanval proberen de brandweerlieden de kantoren te redden.

10

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


bran d van de maan d

Brandweerlieden proberen overslag naar de nog niet brandende balen papier en plastic te voorkomen. Fotografie: Huisman Media

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

11


bran d van de maan d

De balen papier buiten het pand zijn door de hitte aangestraald en ook gaan branden. Fotografie: Ginopress

Door Jildou Visser

H

et is 18.58 uur als Freddy Kruiter als eerste bevelvoerder wordt gealarmeerd. ‘Ik ken het bedrijf goed. We komen er weleens voor een automatische melding, maar deze melding was gedaan door een voorbijganger die rook zag. Dan weet je dat er meer aan de hand is.’ De meldkamer schaalt op naar middelbrand. Twee minuten later wordt ook Lasker gealarmeerd. ‘Het bedrijf is ongeveer vijfhonderd meter van mijn huis vandaan. Ik wist dat er sprake was van grote compartimenten en er veel balen geperst papier lagen opgeslagen.’ verkenning Binnen twee minuten, nog voor de aankomst van de eerste TS, is de OvD ter plaatse. ‘Ik zag op veel plaatsen lichte witachtige rook uit het gebouw komen, maar kon het terrein nog niet op. Het gebouw was goed beveiligd met een inbraakwerend hekwerk. Ik wist ook dat aan de achterkant van het gebouw werd gewerkt aan de dijk. Daar is normaal gesproken de opstelplaats voor onze secundaire waterwinning. Ik ben dus om het gebouw heen gereden om te controleren of we gebruik konden maken van die opstelplaats. Dat was niet het geval, er was net beton gestort. Omdat we dan driehonderd meter verderop de waterwinning moeten opbouwen heb ik opgeschaald naar grote brand’, vertelt Lasker. ‘Vervolgens ben ik een inzetplan gaan maken. Ik zag dat de brand woedde in de grote hal, daar ligt het oud papier en een deel van de archiefopslag. Het aangrenzende kantoor met de bedrijfsvoering brandde nog niet. Dat wilde ik redden. Maar eerst moesten we het terrein op.’ 12

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

Aanrijdend laat Kruiter zijn manschappen de ademlucht omhangen. ‘De eerste opdracht die we kregen was om met een spreider en schaar de toegang tot het terrein te forceren. Die woorden waren nog maar net uitgesproken toen er iemand van het bedrijf met de sleutel aankwam. Op het terrein heb ik direct de aanvalsploeg naar het kantoorpand gestuurd. Voor het binnentreden heb ik ze gewaarschuwd dat ze niet de hal in moesten gaan. De vuurlast was daar zo groot en de hal is enorm. Ze waren nog niet eens binnen toen we een doffe knal hoorden. Ik keek achterom en de brand sloeg aan alle kanten uit het pand.’ offensieve buiteninzet Kruiter geeft zijn manschappen de opdracht om niet meer het pand te betreden en in te zetten op een offensieve buiteninzet. ‘De offensieve buiteninzet was de enige manier om overslag te voorkomen. We moesten de brand iets inperken. Met een heftruck hebben we de overheaddeur geforceerd, zodat we het waterkanon naar binnen konden richten.’ De hoogwerker wordt ingezet op het creëren van een stoplijn tussen de hal en de kantoren. Daarnaast geeft Lasker de eenheden de opdracht om met kettingzagen delen uit de wand te zagen, zodat door de gaten geblust kan worden. ‘De gevels bestaan uit ongeïsoleerde stalen panelen. De warmte straalde daar direct doorheen naar de buitenopslag. Daar stonden ook nog 150 ton plastic in geperste balen en een paar honderd ton papierbalen. We moesten voorkomen dat die ook bij de brand betrokken zouden worden.’ Als Lasker ziet dat het kantoor kan worden behouden, besluit hij te stoppen met de offensieve buiteninzet. ‘Mijn ervaring met strobranden is dat het niet uitmaakt hoeveel water je erop gooit, het lukt toch niet. Bij papier is dat hetzelfde. We hebben toen inge-

Brand&Brandweer


bran d van de maan d

De papierresten worden uit elkaar gehaald, indien nodig afgeblust en afgevoerd. Fotografie: Ginopress

zet op het nathouden van de papier- en plasticbalen die nog niet brandden. Wat brandde hebben we laten branden om een zo heet mogelijke verbranding te krijgen.’ overlast De brand zorgt voor forse rookoverlast en neerdalende asdeeltjes in een groot gebied. Lasker: ‘We hebben, in nauwe samenwerking met de gemeente, de omwonenden steeds geïnformeerd over het verloop van de brand en dat de overlast nog aan zou blijven houden. Ik had zelf het gevoel dat dat wel 48 uur kon gaan duren. In het verleden hebben we in de regio weleens kartonbranden gehad. Ik heb een collega gebeld die daarbij betrokken was geweest. Hij liet me weten dat ik wel erg optimistisch was. Het brandde rustig, er was geen gevaar meer voor verdere overslag en dus zijn we af gaan schalen.’ Eén TS, een dompelpomp en een hoogwerker blijven en de rest gaat terug naar de kazerne. ‘De hoogwerker is uiteindelijk om 1.00 uur die nacht ook teruggegaan en de TS hebben we om 4.00 uur afgelost’, aldus Lasker. ‘Tot woensdagavond heeft de TS van Scheemda er gestaan. Overdracht In overleg met de gebouweigenaar en de verzekeraar wordt die woensdag besloten het nablussen door een particuliere partij te laten doen. ‘We wisten dat het lang ging duren. Als overheidsbrandweer willen we veilig en doelmatig werken. Niks doen was wat ons betreft de beste optie. De verzekeraar wilde echter dat alles snel afgehandeld zou worden. In overleg hebben we toen besloten een particuliere brandweer in te zetten’, vertelt Lasker. ‘Maar je kunt niet zomaar weglopen. Je moet zorgen voor een

Brand&Brandweer

goede overdracht. Wij wilden dat volgens onze standaarden werd gewerkt en dat de effecten in het gebied zo klein mogelijk bleven. Blussen heeft gevolgen voor het riool en het open water. Hierover hadden we steeds overleg met het waterschap. Deze grote hoeveelheden papier met water blussen is lastig, want het dringt niet door in de massa. Schuim is belastend voor het milieu en kan door de waterzuivering niet verwerkt worden.’

‘We hebben zeepsop gemaakt en zijn gaan testen of we het papier ermee konden blussen’ Dan komt een collega OvD van Lasker met de suggestie dat schuim bijna hetzelfde is als zeepsop, maar dat daarbij een milieubelastende stof is toegevoegd die ervoor zorgt dat ook bij hoge temperaturen de bubbels in tact blijven. Lasker: ‘En dus zijn we naar de supermarkt gegaan om afwasmiddel te kopen. We hebben zeepsop gemaakt en zijn het gaan testen. Dat werkte. Deze oplossing hebben we na overleg met het waterschap meegegeven aan het particuliere bedrijf dat de nablusfase voor zijn rekening heeft genomen. Hiermee hebben we veel gedoe met vervuild bluswater voorkomen.’ Het particuliere bedrijf verzorgt de volledige nablusfase, daarbij hebben ze een paar honderd liter afwasmiddel gebruikt. Zij zijn uiteindelijk nog tot 13 mei bezig geweest om alle brandende resten te blussen. ■

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

13


du i ken

Impuls in vakbekwaamheid duikers door brancherichtlijn Brandweerduikers en duikploegleiders moeten voor de hercertificering met ingang van dit jaar naast de logboekcontrole een praktijkexamen afleggen. Bij de logboekcontrole wordt bovendien nadrukkelijker gelet op de branchespecifieke eisen. Dat is vastgelegd in de nieuwe brancherichtlijn Blijvende vakbekwaamheid voor duikers en duikploegleiders. De brancherichtlijn is opgesteld door de landelijke vakgroep Beheersing Waterongevallen van Brandweer Nederland in samenwerking met de Brandweeracademie en de certificerende instelling IFV. De richtlijn is eind april gepubliceerd.

Yvette Smits: ‘Duikongevallen willen we niet opnieuw meemaken.’

Jaap Molenaar: ‘Het hercertificeringsexamen lijkt veel op het initiële examen.’

Door JILDOU VISSER

Examen Het examen voor de duikers in de duiktoren bestaat volgens Jaap Molenaar van de Brandweeracademie, uit vier onderdelen. ‘Het lijkt veel op het initiële examen. Er zit een stukje voorbereiding in, waarbij we letten op de controle van de uitrusting, de buddycheck en de last minute risk analyse. Vervolgens komen de basisvaardigheden zelfredzaamheid aan bod waarbij we iemand confronteren met een storing in zijn of haar uitrusting. Hoe gaan ze daarmee om? Letten ze bijvoorbeeld nog voldoende op het gecontroleerd opstijgen? Het zwaartepunt van het examen is het opbrengen van een duiker in nood. Daarbij letten we onder andere op de gecontroleerde afdaling, het verkennen van de situatie, de communicatie en het gecontroleerd naar de oppervlakte brengen van de duiker in nood’, legt Molenaar uit. ‘Tot slot wordt de nazorg getoetst. Maken ze de uitrusting op een juiste manier in orde en wordt het logboek goed ingevuld?’ Bij het examen kunnen in totaal op twaalf punten voldoendes worden gehaald. Om te slagen dienen minimaal tien voldoendes te worden gescoord. ‘Met name in de voorbereiding en de nazorg kunnen de deelnemers makkelijk voldoendes halen’, aldus Molenaar. ‘Het zwaartepunt, het opbrengen van een duiker in nood wordt gedetailleerder beoordeeld, dit is erg belangrijk.’

B

randweerduikers moeten sinds 2012 eens in de vier jaar gehercertificeerd worden. ‘Sinds dat jaar valt het brandweerduiken onder arbeid met verhoogd risico en is het ondergebracht bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid’, legt Yvette Smits van Bureau Toezicht Examinering en Certificering van het IFV uit. ‘We hebben alle duikers en duikploegleiders toen in vier groepen verdeeld en zijn gestart met de logboekcontroles. Daarbij keken we met name naar het aantal duiken dat een duiker of duikploegleider had gedaan. Dat verandert nu.’ Met de brancherichtlijn Blijvende vakbekwaamheid brandweerduiker en duikploegleider wil Brandweer Nederland landelijk de kwaliteit van de vakbekwaamheid beter borgen. De richtlijn richt zich met name op het bezitten van voldoende beroepservaring. Dat is onderverdeeld in de basiseisen en de regiospecifieke vaardig-heden afgestemd op de risico’s in een gebied. Smits: ‘De basiseisen toetsen we bij de logboekcontroles, eventueel aangevuld met een digitaal registratiesyteem en een regionaal vakbekwaamheidsplan waarin de regiospecifieke vaardigheden terugkomen.’

14

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


du i ken

Duikploegleiders leggen het examen af aan de hand van een computersimulatie. Smits: ‘Zij moeten een volledige inzet draaien. Daarnaast moeten ze een medische casus afhandelen. Op basis van klachten moeten ze kijken welke duikziekte iemand heeft en de eerste behandeling opstarten.’ Logboek Waar voorheen bij de logboekcontroles slechts werd gekeken naar het aantal duiken, wordt bij de nieuwe hercertificering ook het type duiken meegenomen. In de brancherichtlijn is per scenario en type duik vastgelegd hoe vaak deze in een tijdsbestek van twee jaar moet worden gedaan. Daarin is onderscheid gemaakt in de oefeningen voor de basiseisen en de regio-specifieke eisen. ‘De variatie in de duiken die je maakt is belangrijk. Officieel mogen we alleen naar het totale aantal duiken kijken, maar met de komst van de brancherichtlijn hebben we wel afgesproken dat we letten op de duiken in de richtlijn. Wordt daar niet aan voldaan dan kunnen we een aantekening met advies opstellen richting de betreffende regio.’ Toetsing Wordt een examen niet met een positief resultaat afgesloten, dan moet een herexamen worden afgelegd. Smits: ‘Iedereen krijgt de mogelijkheid om volgens de herkansingsregeling van het IFV te herkansen, maar dit moet je wel op de laatste dag van je huidige certificaat hebben gedaan. Is dat niet gebeurd, dan wordt je certificaat geschorst en mag je niet meer repressief duiken of duiken leiden tot je bent gehercertificeerd. Bij schorsingen wordt aangegeven binnen welk tijdsbestek je het gehaald moet hebben.

Lukt dat niet, dan wordt je certificaat definitief ingetrokken.’ Smits verwacht dat de nieuwe brancherichtlijn en de nieuwe manier van toetsen zorgt voor een extra kwaliteitsimpuls. ‘Er zijn nu bijvoorbeeld regio’s die nooit naar de duiktoren toegaan om te oefenen terwijl dat wel belangrijk is. Ik verwacht dat er hier en daar duikers en duikploegleiders zijn die het niet in één keer halen. Voor de certificaathouders in kwestie is dat zuur, maar zij weten wel dat ze stappen moeten zetten om vakbekwaam te worden. Dat is belangrijk. De duikongevallen die we in het verleden hebben meegemaakt willen we niet opnieuw meemaken.’

‘De variatie in de duiken die je maakt is belangrijk’ De brancherichtlijn en de nieuwe wijze van hercertificeren gaat dit jaar al in. De eerste duikers en duikploegleiders worden in het najaar al volgens de nieuwe regels getoetst. Op 1 november moeten zij in het bezit zijn van een nieuw certificaat. ‘Dat is snel’, beaamt Smits. ‘We hebben deze ploegen in een eerder stadium dan de landelijke bekendmaking, meegenomen in de inhoud en organisatie van de examens, zodat ze erop konden anticiperen. Desalniettemin blijft het voor hen spannend. Een examen brengt toch druk met zich mee.’ ■

Met de brancherichtlijn wil Brandweer Nederland de kwaliteit van de vakbekwaamheid van duikers beter borgen. Fotografie: Peter Hofman

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

15


On derzoek

Hevige brandontwikkeling door dichtbouwen open parkeergarage

Met schanskorven vol stenen is de van oorsprong open parkeergarage dichtgebouwd. Hierdoor bouwden de rook en hitte zich snel op.

Bij een brand in parkeergarage Goudbaard in Bergen op Zoom beleven brandweerlieden in oktober vorig jaar hete en spannende momenten. Op meerdere plaatsen in de van oorsprong half open parkeergarage woedt brand. Doordat de parkeergarage met schanskorven vol stenen is dichtgebouwd, stapelen de hitte en rook zich snel op. Welke invloed hebben de gebouwkenmerken gehad op het brandverloop bij de brand in deze parkeergarage? En welke gevolgen hebben de brandweerlieden daarvan ondervonden? Het Team Brandonderzoek van Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant heeft er onderzoek naar gedaan.

Door JILDOU VISSER Fotografie Stadlander, Tonny Presser

E

erste bevelvoerder Ramon Thijs wordt in de nacht van 26 oktober gealarmeerd voor een melding van het Openbaar Meld Systeem (OMS) in parkeergarage Goudbaard. ‘Die kregen we vaker. Het systeem in de garage was vrij gevoelig. Aanrijdend moesten we eerst langs het gebouw om bij de ingang te komen. Toen zag ik lichte rook. Bij de inrit konden we al zien waar de brand woedde. Ik heb de manschappen direct laten blussen, de autobrand was snel onder controle, maar de rook werd alleen maar heftiger. Eén van de mannen zag signalen dat de auto waarschijnlijk bij het achterwiel was gaan branden. Een ongebruikelijke plaats, waardoor wij concludeerden dat de brand mogelijk was aangestoken’, blikt Thijs terug. Dieper in de garage woedt dan nog een brand. ‘Halverwege de garage werd de rook en warmte zo intens. Op de warmtebeeldcamera zagen we zes voertuigen in brand staan. Je vuurbelasting wordt dan een stuk groter. Ik heb opgeschaald naar middelbrand en grote brand. De garage is zo diep dat we met onze worplengte niet bij de brandende voertuigen konden komen. Daarom hebben we besloten om de voertuigen die nog niet brandden te koelen om zo overslag te voorkomen.’ 16

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

Officier van Dienst (OvD) Marco van Eijkeren schaalt later verder op naar zeer grote brand en GRIP1. De van oorsprong half open parkeergarage is vanaf de ingebruikname dichtgebouwd met schanskorven gevuld met stenen, deze hebben de eigenschap rook en hitte maar deels door te laten. De rook en hitte blijven daardoor in de garage hangen en worden steeds intenser. Als Thijs na een korte buitenverkenning weer naar binnengaat treft hij een verergerde situatie aan. ‘Het was zo intens heet dat de plafondplaten en leidingen achterin de garage naar beneden kwamen en banden en airbags spontaan ontploften. Het was net een slagveld. We moesten op onze knieën door de garage, anders was het te heet en we hadden nog geen halve meter zicht door de dikke, zwarte rook. De Officier van Dienst (OvD) had me laten weten dat de constructie twee uur bestand was tegen brand. Op basis daarvan heb ik in overleg met hem besloten dat we tot die tijd er alles aan zouden doen om overslag naar de andere geparkeerde auto’s te voorkomen. Als die ook bij de brand betrokken zouden raken, zou de situatie onbeheersbaar worden en de garage met bovengelegen appartementen mogelijk instabiel worden.’ In het nemen van de beslissing spelen de bovengelegen zestig appartementen een grote rol. ‘We waren nog druk bezig met de ontruiming van die appartementen. De vluchtweg stond vol in de rook. De eenheden van het tweede peloton moesten alle deuren langs

Brand&Brandweer


On derzoek

Door de intense hitte zijn tijdens de brand de plafondplaten en het isolatiemateriaal in de parkeergarage naar beneden gekomen.

en iedere bewoner helpen om veilig te vluchten. Op het moment dat je dan de binneninzet staakt, breidt de brand snel uit en komt de stabiliteit van de constructie in het geding en kun je niet verder ontruimen. We moesten de binneninzet dus wel voortzetten’, aldus Van Eijkeren. Als alle bewoners uit het gebouw zijn, wordt met twee TS’en en het schuimblusvoertuig, gevoed door de droge blusleiding in de garage, nog één laatste bluspoging gedaan. ‘En dat lukte’, vertelt Thijs. ‘Met lef en een enorme inzet hebben we weten te voorkomen dat het pand verloren is gegaan. Het was een heftige inzet. Achteraf hoorde ik dat de brandwerendheid een uur zou zijn. Op basis van de informatie die ik had gekregen, dacht ik dat de jongens binnen veilig konden werken. Achteraf heb ik me wel afgevraagd hoe lang je je best moet blijven doen om dingen te redden. Wanneer ga je te ver? Mensen gaan voor alles. We hebben veel kunnen redden en gelukkig is het goed afgelopen, dit is iets waar met dit soort branden goed over nagedacht moet worden.’ gebouwkenmerken Al tijdens de inzet wordt op basis van het type gebouw en het verloop van de brand besloten om brandonderzoek te doen. ‘Welke preventieve voorzieningen zaten in het gebouw? Wat was de invloed daarvan op het brandverloop? En welke gevolgen had dit voor de inzet van de brandweer?’, vraagt brandonderzoeker Frank Mulders van Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant zich af. Parkeergarage Goudbaard is van oorsprong een open parkeergarage met daarboven appartementen. Tijdens de bouw zijn schanskorven geplaatst en gevuld met stenen. Hierdoor is het open karakter van de parkeergarage veranderd. ‘De parkeergarage was voorzien van een brandmeldinstallatie met doormelding naar de brandweer, een overdrukinstallatie bij het centraal trappenhuis, een droge blusleiding en een zestig minuten brandwerende scheiding tussen de bergingen met de trappenhuizen en de parkeergarage. Die scheiding heeft het goed gehouden’, vertelt Mulders. Doordat de uitvoering anders is dan het ontwerp van de parkeergarage, heeft dat gevolgen gehad voor het brandverloop . ‘Natuurlijk was dit geen normaal brandverloop, omdat er meer-

Brand&Brandweer

dere voertuigen gelijktijdig in brand stonden, maar ook bij een normaal brandverloop hadden de rook en hitte niet weggekund. Er was immers onvoldoende mechanische ventilatie. Met name de rook en hitte hebben grote invloed gehad op de inzet van de brandweerlieden. De verwachting is dat bij een volledig open constructie beide factoren minder intens waren geweest.’ Daarnaast heeft de hitte volgens de brand-onderzoeker ook invloed gehad op de constructie. ‘Die bleek erg aangetast en verzwakt te zijn. plafondplaten en eps Uit het brandonderzoek blijkt ook dat de houtcementwolplaten met eps van de plafondvloerconstructie achterin de parkeergarage naar beneden zijn gekomen. ‘Halverwege de garage hingen ze nog wel, maar was de eps tussen de plafondplaten en het beton weggebrand. Naar alle waarschijnlijkheid is het eps gaan branden. Door de dikke zwarte rook hebben de brandweerlieden dat niet kunnen zien. Je loopt dan dus onder een brand door’, aldus Mulders. ‘Veel betonconstructies worden met eps en houtcementwolplaten geïsoleerd. Er zijn verschillende kwaliteiten eps, maar bij deze intensiteit gaan ze altijd branden. Bij dit type panden moet je er rekening mee houden dat het boven je hoofd kan gaan branden zonder dat je het ziet.’ Leerpunten Eén van de leerpunten van dit incident is het ontbreken van de digitale bereikbaarheidskaart. ‘Hierdoor ontbrak tijdens de inzet essentiële informatie over de brandwerende scheidingen en andere voorzieningen. Een ander belangrijk leerpunt is het gevaar voor de repressieve eenheden bij het gebruik van houtcementwolplaten met eps. Het brandt dan boven je hoofd, zonder dat je het ziet. Daarnaast is ook het gebrek aan voldoende ventilatie door het toepassen van de schanskorven een belangrijk punt’, vertelt Mulders. ‘Met alleen al geforceerde mechanische ventilatie was de inzet een stuk veiliger geweest. De hitte loopt dan minder snel op en je behoudt een beter beeld’, vult Thijs aan. ■

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

17


Risicobeh eersi ng

Het juiste moment, de juiste plek De brandweer nog beter maken; met die missie gaat Guido Legemaate van Brandweer Amsterdam-Amstelland elke dag naar zijn werk. De wellicht enige data scientist binnen de Nederlandse brandweer is dan ook wat blij met zijn wiskundig model voor optimale (her)positionering bij grootschalige incidenten waarbij rekening wordt gehouden met typen voertuigen en risicolocaties in een gebied. Hij ontwikkelde het samen met het Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) en de TU Delft. Het model sluit bovendien goed aan bij de uitkomsten van project RemBrand waarin wordt gepleit voor gebiedsgerichte opkomsttijden. Door Casper Ferwerda

H

et computermodel wordt aan het einde van deze zomer geïmplementeerd bij Brandweer AmsterdamAmstelland. ‘Aan de hand van het model kan de brandweer straks nog beter herbezetten. Als meerdere kazernes betrokken zijn bij een grote brand en zich dan een ander incident voordoet in de regio, moet ook daar opgetreden kunnen worden. Waar moeten de voertuigen van de andere kazernes naartoe om een optimale dekking te realiseren?’ Het herschikken gebeurt al bij de brandweer, weet ook Legemaate. ‘Maar deze wiskundige methode is nieuw. Het is vooral transparant.’ Andere regio’s kunnen het relatief makkelijk invoeren. ‘Zij beschikken over de data waarmee het kan. Maar het is wel afhankelijk van de manier waarop zij die gegevens kunnen ontsluiten.’

Samenwerking Ongeveer een jaar geleden is Legemaate begonnen met het wetenschappelijk onderzoek naar de optimale herpositionering bij grootschalige incidenten. Hij werkte daarbij nauw samen met Pieter van den Berg en Rob van der Mei. Van den Berg is promovendus aan de TU Delft en actief bij het CWI in Amsterdam, het nationale onderzoeksinstituut voor wiskunde en informatica. Van der Mei is daar manager Research & Development, naast een hoogleraarschap aan de Vrije Universiteit. Van der Mei: ‘Dit is een prachtig voorbeeld van hoe het gebruik van wiskundige modellen leidt tot verdere verbetering van de kwaliteit van eerstehulpdiensten, waarmee extra levens kunnen worden gered.’

‘Met dit model kunnen levens worden gered’ Het onderzoek van Legemaate, Van den Berg en Van der Mei bouwt voort op het zogenoemde REPRO-project, een onderzoek van het CWI en de TU Delft naar het ontwikkelen van slimme voorspellings- en planningsmethoden voor ambulancediensten. De follow-up voor de brandweer kwam bij toeval tot stand, vertelt Legemaate. ‘Ik kwam Pieter tegen bij het CWI en we raakten aan de praat over het REPRO-project.’ Er begonnen toen bij Legemaate allerlei radartjes te draaien. ‘We bekeken de mogelijkheden voor de brandweer. Toen ging het balletje rollen.’

Guido Legemaate: ‘We hebben de risicopunten in deelgebieden en de voertuigen in kaart gebracht.’

18

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

Berg data Het reeds ontwikkelde model voor de ambulancedienst is eerst onder de loep genomen. Op welke punten zou er voor de brandweer winst te behalen zijn? ‘Natuurlijk constateerden we de nodige verschillen tussen beide hulpdiensten’, zegt Legemaate. ‘Zo moeten ambulances op een dag veel vaker uitrukken dan brandweerwagens en hebben wij meer verschillende type voertuigen. Maar al snel bleek dat we het model goed konden gebruiken.’ Om de gewenste uitkomst, een optimale dekking, te kunnen bereiken, moesten veel gegevens in het analysemodel gestopt worden. ‘We hebben de hele regio eerst opgedeeld in kleinere gebieden’,

Brand&Brandweer


Risicobeh eersi ng

Met het model kunnen regio’s berekenen wat de meest optimale (her)positionering is om zo snel mogelijk hulp te kunnen bieden. Fotografie: Robby Hiel.

legt Legemaate uit. ‘Vervolgens hebben we in de deelgebieden de risicopunten in kaart gebracht, in totaal 2643 stuks, en een lijst ingevoerd van potentiële locaties voor kazernes voor de brandweer, 2223 in totaal.’ Een andere variabele waarmee voor een goede positionering rekening gehouden moest gaan worden, waren de diverse typen brandweervoertuigen. Legemaate: ‘Elk incident vraagt om andere voertuigen, die weer hun eigen opkomsttijden hebben. Welk voertuig herpositioneer je op welke plek in de regio om de beste dekking te behouden?’ Om die vraag goed te kunnen beantwoorden, zijn aan de risicopunten en de diverse voertuigen waarden gegeven. ‘Hoe belangrijk is het dekken van een bepaalde risicolocatie door een specifiek voertuig? Hierbij hebben we onder andere de afstand naar een risicolocatie en de tijd die ervoor nodig is om met een bepaald voertuig het punt te bereiken, meegenomen. Dit inclusief de noodzakelijke tijd in de alarmcentrale en de tijd die brandweerlieden nodig hebben om na het binnenkomen van een melding om uit te rukken.’ Resultaten Het model sluit goed aan bij de uitkomsten van het projectrapport RemBrand, waarin wordt gepleit voor gebiedsgerichte opkomsttijden en risicoprofielen van het verzorgingsgebied van de kazerne. Een van de doelen van het model is dat er zo min mogelijk voertuigen in de regio geherpositioneerd hoeven te worden. Hiervoor werkt het systeem met strafpunten, legt Legemaate uit. ‘Je kunt in theorie wel continu voertuigen doorschuiven tussen kazernes, maar dat is natuurlijk niet realistisch.’ Gelukkig valt het

Brand&Brandweer

met de strafpunten reuze mee. ‘Uit het model kwam naar voren dat er voor een optimale dekking geen nieuwe locaties bij hoeven te komen. Onze kazernes blijken op strategisch goede plaatsen te staan.’ Met het verplaatsen van drie van de negentien bestaande kazernes zou de dekking beter kunnen worden. Maar gezien de hoge kosten die daarmee gepaard gaan, denken de onderzoekers aan een andere oplossing. ‘Het ietwat aanpassen van het model zodat ermee ook voertuigen en personeel verplaatst kunnen worden naar tijdelijke locaties.’

‘met het verplaatsen van enkele kazernes zou de dekking beter kunnen worden’ Tot aan de implementatie wordt het model nog uitgebreid getest. Hiervoor gebruiken Legemaate en zijn mede-onderzoekers onder meer realistische data van incidenten of gesimuleerde data. Bij de testen kijken ze naar welke algoritmes wel en welke niet naar wens werken. Waar nodig worden bepaalde punten bijgesteld. ‘Want het herpositioneren ging bij ons al heel goed’, aldus Legemaate. ‘Maar het kan natuurlijk altijd beter. Wat ik mooi vind, is dat bij dit model echt sprake is van toegepaste wetenschap. Over dit fenomeen wordt vaak gesproken, maar dit is een mooi praktijkvoorbeeld.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

19


repressi e

‘Het was een apocalyptisch beeld met veel bebloede slachtoffers’

Eén van de gewondennesten bij metrostation Maalbeek.

20 nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


repressi e

De brandweerlieden in Brussel krijgen het op 22 maart flink voor hun kiezen als in ruim een uur tijd aanslagen worden gepleegd op luchthaven Zaventem en het metrostation Maalbeek. 35 personen komen om en ruim tweehonderd mensen raken gewond. Het is een heftige ochtend die bij de brandweerlieden in de hele regio hun sporen heeft nagelaten. Senior officier van wacht (Hoofdofficier van Dienst) Tangey du Bus de Warnaffe blikt terug. Door JILDOU VISSER Fotografie ANP

‘T

oen ik op maandagmiddag 21 mei de dienst van mijn collega overnam zei ik nog: “Het wordt een kalme week.” De terreurverdachte Salah Abdeslam was in het weekend ervoor opgepakt, dus die dreiging was voor een groot deel weg’, zo begint Du Bus de Warnaffe. Iedere dag is om 8.00 uur bij het appel de wachtwissel. ‘Om 8.05 uur kwam het bericht binnen van een ontploffing op luchthaven Zaventem. Eerst denk je nog dat het iets anders is, maar bij het bericht van de tweede ontploffing weet je dat het goed mis is en het waarschijnlijk aanslagen zijn. Twee minuten later zijn ook de brandweerlieden uit Brussel gealarmeerd.’ De luchthaven valt net buiten het verzoringsgebied van de HovD, maar tien minuten na de eerste melding wordt ook hij gealarmeerd. De eerste eenheden zijn dan al op de luchthaven aangekomen, direct is duidelijk dat er veel slachtoffers zijn. ‘Ik luisterde via de radio mee met de zone Vlaams-Brabant. Zij meldden dat het erg was en dat moest worden opgeschaald naar het medisch interventieplan. Dat betekent dat vijf ziekenwagens gaan rijden en drie medische teams. Du Bus de Warnaffe voorziet dat dit niet genoeg is en vraagt de meldkamer om vanuit Brussel ambulances naar de luchthaven te sturen. ‘Dat was niet nodig, zeiden ze.’

‘De alarmcentrale weigerde meer ziekenwagens te sturen’ Als hij om 8.30 uur ter plaatse komt ziet hij iets wat hij zich nooit had kunnen indenken. ‘De voorkant van de luchthaven was volledig weggeblazen. Het was een apocalyptisch beeld. Overal zag je bebloede slachtoffers, er kwam geen eind aan. Veel waren zelf naar buiten gekomen. Anderen werden naar buiten gedragen. De luchthavenbrandweer beschikt over een speciaal groot voertuig met medisch materiaal voor slachtofferverzorging. Met de brancards uit dat voertuig konden veel slachtoffers uit het gebouw worden gehaald. Ik ben gestart met een korte verkenning. Binnen was het een ravage. Het was een mierennest, maar het was vrij stil. Niemand riep. Ik had snel een beeld van de situatie. Dat was natuurlijk niet volledig, want dat is in zo’n situatie onmogelijk.’ Na de korte verkenning zoekt Du Bus de Warnaffe de OvD uit Vlaams-Brabant op. ‘We wisten dat er meer ambulances nodig waren. Ik heb nogmaals aan onze meldkamer doorgegeven dat er sprake was van een groot aantal slachtoffers en we meer ziekenwagens nodig hadden. Ze lieten weten dat er al vijf ambulances opgestuurd waren. Ik wist dat dat te weinig was en dus zijn we zelf onze collega’s gaan alarmeren.’ In België is de brandweer ook verantwoordelijk voor de ziekenwagens, legt hij uit. ‘Het was

Brand&Brandweer

dus niet moeilijk om ze op te trommelen.’ Rond 8.40 uur zijn alle slachtoffers naar buiten gebracht en bezoekt Du Bus de Warnaffe de medische post die is ingericht in de naastgelegen brandweerkazerne. ‘Normaal kunnen er zeker drie voertuigen in deze garage. Nu lag het er vol met ernstig gewonde slachtoffers op brancards. Daar kwam ik tegen 8.55 uur ook de directeur medische hulpverlening tegen die net was aangekomen. Hij liet mij weten dat hij ambulances nodig had voor de afvoer van de slachtoffers naar de ziekenhuizen, waarop ik hem heb geantwoord dat ik de alarmcentrale daar al meerdere keren om had gevraagd maar dat zij weigerden. Volgens de protocollen moet de directeur medische hulpverlening deze opschaling doen. Dat heeft hij toen gedaan.’

‘Ik merkte toen pas dat ik niet meer goed kon praten’ Maalbeek Als Du Bus de Warnaffe bezig is met de coördinatie van de aankomst van de ambulances hoort hij via de portofoon berichten voorbijkomen van een incident in Brussel. ‘Het drong op dat moment nog niet tot mij door. Pas vijf minuten later werd mij duidelijk dat op metrostation Maalbeek ook een aanslag was gepleegd. Ik ben toen zelf ook daarvoor gealarmeerd. Ik ging uit van eenzelfde situatie, maar had, gezien het berichtenverkeer en het type locatie, ook in mijn achterhoofd dat dit weleens nog ernstiger zou kunnen zijn. Een luchthavengebouw is immers groot, daar is meer ruimte om de drukgolf van een explosie op te vangen. Een metrostation is kleiner. Bovendien heb je daar meer mensen dicht op elkaar, zeker op dat tijdstip.’ Om 9.40 uur is de HovD ter plaatse. ‘Ik zag ontzettend veel gewonden op straat en zwaargewonde slachtoffers die naar buiten werden gedragen. Bij de agenten heerste paniek. Ze waren bang voor een derde aanslag gericht op de hulpverleningsdiensten. Andere hulpverleners waren nerveus, maar ik bespeurde geen angst. Wel zag ik bij mijn collega’s de heftige emotie op het gezicht. Ik heb toen eerst de OvD opgezocht. Hij wist me te vertellen dat er direct sprake was van een tiental doden en nog veel meer slachtoffers. Ze waren op dat moment bezig de laatste slachtoffers uit het metrostation te halen.’ Er zijn in de hectiek twee gewondennesten ontstaan. Eén bij de laag gelegen uitgang van het metrostation en één bij de uitgangen op de hoger gelegen weg. Na het eerste gesprek met de OvD gaat Du Bus de Warnaffe het metrostation in. ‘Ik wilde de situatie beneden zien. Een officier stond toen nog op het perron. Overal lagen lichamen en ledematen. Een verschrikkelijk beeld. De officier greep me bij mijn arm en zei: “Voor deze mensen kunnen we niks meer doen.” Toen zijn we naar boven gegaan.’ Brandweerlieden zijn boven bij beide

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

21


repressi e

Brandweerlieden treffen bij metrostation Maalbeek de slachtoffers op straat aan.

gewondennesten druk bezig met het helpen van de slachtoffers. ‘Ik heb contact gezocht met de directeur medische hulpverlening. Hij liet mij weten dat hij de de slachtoffers van beide gewondennesten graag wilde onderbrengen in één vooruitgeschoven medische post. Dat was onmogelijk. We konden niet alle slachtoffers gaan verplaatsen.’ Ook zoekt Du Bus de Warnaffe contact met de brandweerlieden die de laatste inspectie op het metrostation hebben gedaan. ‘Ik wilde weten of zij in beide richtingen de tunnels in waren geweest om te controleren of daadwerkelijk iedereen buiten was. Dat was niet het geval, want de Ontmijningsdienst had hen gesommeerd het station te verlaten. Daarom heb ik twee brandweerteams op pad gestuurd naar de naastliggende metrostations. Daar konden ze de tunnel inlopen om te zoeken naar eventuele gewonden. Gelukkig hebben ze niemand aangetroffen.’ Nafase Rond twaalf uur die middag zijn bijna alle slachtoffers afgevoerd naar ziekenhuizen in de regio. ‘Om 12.45 uur hebben we nog een multidisciplinair overleg gehad en daarna is afgeschaald. Ter plaatse was alleen de politie nog nodig’, blikt Du Bus de Warnaffe terug. Hij gaat terug naar de kazerne voor een psychologische debriefing. ‘De sfeer was bedrukt. Ik merkte toen pas dat ik niet meer goed kon praten. Mijn stem werkte niet en ik begon te bibberen. Tijdens de inzet ben je zo druk bezig dat je niet stilstaat bij wat er is gebeurd. Dat drong pas door toen ik op de kazerne kwam. De hele middag is met het korps nagepraat. Ook voor de dagen erna was er de nodige psychische steun aanwezig. Vier dagen later hebben we opnieuw met de hele groep een debriefing gedaan. Collega’s die daarna nog moeite hadden met alles wat er was gebeurd, konden bij een psycholoog terecht. Daar is gebruik van gemaakt. Een enkeling is nu, bijna twee maanden na de aanslagen, nog met ziekteverlof’, vertelt de HovD. ‘Zelf heb ik de eerste nachten moeite gehad om de slaap te vatten. Ik had het moeilijk 22

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

met het gebrek aan ziekenwagens op de luchthaven. Ik voelde me verantwoordelijk. Ik heb dertig jaar ervaring, maar dit, dit kun je je vooraf niet voorstellen.’ Lessen Terugkijkend is Du Bus de Warnaffe, afgezien van de situatie rondom de ziekenwagens op de luchthaven, tevreden over hoe de inzet verlopen is. ‘We hebben baat gehad bij onze voorbereiding. Na de aanslagen op de metro in Londen in 2005 hebben we interventieplannen gemaakt. Na de aanslagen in Parijs zijn plannen gemaakt om meer medische middelen uit naburige provincies sneller ter plaatse te krijgen. Enkele weken ervoor hebben we bovendien een grote oefening gedraaid in de spoorwegtunnel. En na de aanslagen in Parijs zijn we door dat korps uitgenodigd om van hun ervaring te leren. Dat was zeer waardevol.’ Tegelijkertijd beseft hij ook dat bij dit soort grote calamiteiten niets perfect gaat. ‘Je handelt naar eer en geweten en dat hebben we goed gedaan, maar je hebt nooit je plaatje compleet. En we moeten de aansturing van middelen echt verbeteren. We zijn bezig met een nieuwe procedure waarmee we makkelijker versterkingen van andere provincies kunnen alarmeren. Tijdens de interventie zijn we slecht geweest in het invullen van de logboeken, daardoor weten we niet meer wie waar wat precies heeft gedaan. Dat maakt de reconstructie er niet makkelijker op.’ Tips voor andere korpsen heeft Du Bus de Warnaffe ook. ‘Schaal snel op, ook medisch. Met honderden slachtoffers heb je ontzettend veel slagkracht nodig. Wees je ook bewust van de mogelijkheid van een tweede aanslag gericht op de hulpverleners. Achteraf bleek dat er een derde bom op de luchthaven was. Tijdens de inzet sta je daar niet bij stil, maar als je daar achteraf over nadenkt... Gelukkig is deze niet afgegaan. En ook zeker belangrijk: zorg voor goede psychologische begeleiding in de hele periode die na de inzet volgt.’ ■

Brand&Brandweer


BRANDWEER NEDERLAND Brandweer Nederland is het samenwerkingsverband van alle brandweerkorpsen. Wij staan voor 30.000 brandweermensen die zich met hart en ziel inzetten voor hun medemens. Die 24 uur per dag en 7 dagen per week werken aan een brandveilige samenleving. Wij treden eensgezind en slagvaardig op, met als doel: minder branden, minder slachtoffers, minder schade.

Brandweer Nederland: samen sterk, samen veilig

Vliegveld Twenthe 2, 3 en 4 juni 2016

Ben jij er 2, 3 of 4 juni ook bij? Wij wel! Je vind ons op stand

E67

Lever deze bon in voor een stoere gadget bij onze stand tijdens expoRIC op 2, 3 en 4 juni 2016 Vliegveld Twenthe.

Stand E67 GRATIS TICKETS VIA: WWW.EXPORIC.NL Sdu uitgevers - nummer 6 - juni 2016

Dit katern is tot stand gekomen onder redactie van Brandweer Nederland




STH vanaf 1 juni operationeel! In de afgelopen periode hebben zich in Nederland incidenten voorgedaan waar het Specialisme Technische Hulpverlening (STH) voor ingezet had kunnen worden, zoals het ingestorte pand in Den Bosch (februari 2016), de twee omgevallen hijskranen in Alphen aan den Rijn (augustus 2015) en de gasexplosie in Drachten (december 2015). STH is het eerste specialisme dat landelijk is ontwikkeld en maakt onderdeel uit van het Programma Samen werken aan grootschalig en specialistisch optreden Brandweer Nederland. Het wordt uitgevoerd door vijf regio’s, verdeeld over het land. De STH-uitrusting is geplaatst op de opkomstlocatie van de STH-medewerkers.

Meer weten? Kijk op www.brandweernederland.nl/sth

VR Fryslân, standplaats Drachten

VR IJsselland, standplaats Zwolle

VR Hollands Midden, standplaats Alphen aan den Rijn

VR Gelderland-Zuid, standplaats Beusichem

Wil je 24/7 op de hoogte blijven? facebook.com/NLBrandweer

linkedin.com/groups?gid=3225709

twitter.com/Brandweer_NL

instagram.com/BrandweerNL

pinterest.com/BrandweerNL

brandweernederland.nl

Sdu uitgevers - nummer 6 - juni 2016

VR Midden- en West-Brabant, standplaats Tilburg

Schrijf je in voor de nieuwsbrief van Brandweer Nederland op www.brandweernederland.nl/nieuwsbrief Dit katern is tot stand gekomen onder redactie van Brandweer Nederland


repressi e

AED-inzet, een dankbare maar mentaal zware taak Brandweerlieden worden van oudsher opgeleid om brand te bestrijden. Ook AED-inzetten maken tegenwoordig deel uit van het takenpakket. Steeds meer korpsen rukken uit met een Automatische Externe Defibrillator (AED) om mensen bij een hartstilstand te reanimeren. Wat zijn de ervaringen met deze (relatief) nieuwe taak?

Brandweerlieden krijgen training in het gebruik van de AED.

Door Casper Ferwerda fotografie rob jastrzebski

R

oel van der Hoogt van het korps Loenen aan de Vecht van de Veiligheidsregio Utrecht, kan zich zijn eerste AEDinzet nog goed herinneren. ‘Buiten het dorp was een motorrijder frontaal tegen een auto gebotst. We kwamen gelijktijdig met de ambulance aanrijden en hebben de eerste reanimatie gedaan. Helaas is de motorrijder komen te overlijden.’ De gebeurtenis maakte diepe indruk op Van der Hoogt. ‘Terug op de post hebben we het met elkaar geëvalueerd. Maar we zeiden daarbij meteen: we gaan er mee door. We gooien niet na één tegenslag de handdoek in de ring.’ Loenen aan de Vecht was een pilotpost voor de AED-taken. In 2010 zijn vijf posten van Veiligheidsregio Utrecht met de pilot begon-

Brand&Brandweer

nen. Een jaar later kwamen er nog eens vijf bij, waaronder Loenen aan de Vecht. Voor komende zomer zullen alle 67 kazernes van de regio AED-inzetten doen. Van der Hoogt was samen met Jelke Bakker trekker van de pilot op zijn post. ‘In het begin waren er veel vragen. Eén van de belangrijkste was de tijdwinst: zouden we veel sneller ter plaatste zijn dan de ambulancedienst?’ Dit is tegelijk de voornaamste reden dat de brandweer AED-taken heeft gekregen en er een pilot kwam, legt Van der Hoogt uit. ‘De brandweer kan minuten eerder bij een incident zijn doordat we over meer posten beschikken, zeker in landelijk gebied. Dit is ook gebleken. In ongeveer de helft van de gevallen zijn wij sneller.’ Of de brandweer in staat is om AED-taken uit te voeren en of er ook draagvlak voor is, waren twee andere vragen bij aanvang van de pilot. Van der Hoogt: ‘In beide gevallen zeer zeker. Meedoen met een AED-inzet was bij ons een vrije keus. Negentig procent

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

27


repressi e

wilde het gelijk, een enkeling koos ervoor om niet deel te nemen. Loenen aan de Vecht is een klein dorp; de kans is groot dat je bij een melding een bekende aantreft. Dit is ook gebeurd. Bij een nabijgelegen post ging een bevelvoerder naar een melding van zijn vader. Helaas is hij overleden. Toch heeft dit ons gestimuleerd. We willen zoveel mogelijk mensenlevens proberen te redden. Net als bij de medewerkers van de ambulancedienst. Daarom zijn zij ook erg blij met onze inzet en werken we goed samen. We hebben van de ambulancedienst een training gekregen aan het begin de pilot. Tijdens twee oefenavonden hebben we uitgebreid uitleg gekregen over de AED en zijn er allerlei scenario’s geoefend.’ Ieder zijn taak Nadat de melding is binnengekomen in de meldkamer schakelt de ambulancedienst de brandweer in wanneer nodig. ‘Ieder heeft bij een AED-inzet concrete taken’, vertelt Van der Hoogt. ‘Twee man zijn aan het reanimeren en wisselen elkaar eventueel af. De chauffeur parkeert de wagen en zorgt dat de aanrijdende ambulance er goed bij kan. De ambulance werkt met een specifieke reanimeermachine: LUCAS. Wij gaan door met reanimeren totdat de ambulancedienst LUCAS heeft geplaatst en het van ons overneemt. Verder communiceert de bevelvoerder met de meldkamer en vangt een ander eventuele aanwezige familieleden op.’ Vertrouwd Inmiddels zijn de AED-inzetten vertrouwd in Loenen aan de Vecht. ‘De ene keer is de situatie ter plekke rustig, de andere keer hectisch’, vertelt Van der Hoogt, die als aanspreekpunt van de pilot bij Loenen aan de Vecht alle inzetten nauwkeurig heeft bijgehouden. ‘Natuurlijk is een inzet anders dan een oefening, maar we konden tot nu toe altijd op de trainingen terugvallen.’ De ervaringen van Loenen aan de Vecht en andere pilotposten zijn gebruikt bij de implementatie van de AED-taak bij andere posten in Veiligheidsregio Utrecht. De invoering vindt op dit moment gefaseerd plaats. Bij de evaluatie kwamen veel succesverhalen aan bod, aldus Van der Hoogt. ‘Zo hebben we vorig jaar een vrouw van halverwege de dertig kunnen redden. Dit gebeurde op slechts vijfhonderd meter van onze kazerne. Een paar maanden later was ze op onze nieuwjaarsreceptie. Dat is kicken!’ Gelderland-Midden In Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden wordt al langere tijd uitgerukt voor reanimaties. De regio is in 2000 een pilot gestart en in 2008 is op alle posten in de regio de taak ingevoerd. Evert-Jan Wiggelo van de post Zetten is één van de vrijwilligers die op de AED-taak uitrukt. ‘In 2008 hebben we een korte BLS/AED-opleiding gehad. Vanaf 1 maart dat jaar zijn we voor reanimaties uit gaan rukken. De eerste keer dat onze post daarvoor is ingezet, weten we allemaal nog goed. Dat was op 5 maart. Die man heeft het overleefd. Nog steeds komt hij ieder jaar op die datum bij ons op de kazerne met taart en een paar kratten bier om zijn tweede verjaardag te vieren’, vertelt Wiggelo. ‘Mijn eerste keer weet ik ook nog goed. De buren belden of ik snel wilde komen, want een wielrenner had een hartstilstand gekregen. Ik heb thuis een AED, die heb ik meegenomen en ben er snel naartoe gegaan. Ik weet nog dat ik met de reanimatie bezig was toen een automobilist me vroeg of we het slachtoffer niet even aan de kant konden leggen zodat hij er langs kon. In mijn beleving duurde het lang voordat de ambulance er was. De man is met ritme naar het ziekenhuis gebracht, maar later alsnog overleden. Hij had te veel 28

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

Het MOB van Gelderland-Midden ondersteunt de ambulance op medisch gebied bij onwelwordingen, ongevallen, verstikking en verdrinking.

hersenbeschadiging opgelopen.’ Sinds de start van de reanimatietaak houden de vrijwilligers van de post zelf het aantal reddingen bij. De regio telt de personen die met ritme in de ambulance naar het ziekenhuis worden gebracht, dat is ongeveer vijftig procent. ‘Niet iedereen met ritme overleeft uiteindelijk. Vanwege de privacy van het slachtoffer is het weleens lastig om erachter te komen of iemand het heeft overleefd, maar Zetten is niet ontzettend groot. Het dorp heeft ongeveer twaalfduizend inwoners. Via via kennen we vaak wel een van de familieleden of vrienden die weet hoe het is afgelopen.’

‘Je wordt opgeleid, maar eigenlijk waren we niet goed voorbereid’ Volgens het protocol moeten de brandweerlieden bij een alarmering eerst naar de kazerne om van daaruit uit te rukken, maar dat gebeurt volgens Wiggelo niet altijd. ‘Als het bij mij in de buurt gebeurt, ga ik natuurlijk rechtstreeks naar het slachtoffer. Er moet zo snel mogelijk hulp worden geboden. De collega’s halen de auto wel op. In principe rukken we altijd met drie personen uit, twee voor de reanimatie en een voor de omstanders. Die afspraken hebben we onderling gemaakt en dat werkt prima. Na afloop

Brand&Brandweer


repressi e

keren we met z’n allen terug naar de kazerne om de inzet daar na te bespreken.’ De debriefing met het BOT is belangrijk vindt Wiggelo. ‘Zeker in de beginperiode hadden we dat echt nodig. Je wordt opgeleid voor deze taak, maar eigenlijk waren we helemaal niet goed voorbereid. In de opleiding handel je op een pop en dan lijkt het schoon en simpel. Wat ze er niet bij vertellen is dat slachtoffers hun urine kunnen laten lopen of gaan overgeven. Daar zijn we in de praktijk achtergekomen.’ Ook vindt hij dat voor het sociale aspect in de opleiding meer aandacht mag komen. ‘Hoe ga je om met omstanders en familie? En hoe ga je zelf om met deze extra belasting? In aantallen is het niet vaak, maar deze inzetten maken wel meer indruk.’ Hart4all Volgens portefeuillehouder First Responder Brandweer (FRB) Marrit Yntema van Veiligheids- en Gezondheidsregio GelderlandMidden halen brandweerlieden veel voldoening uit de reanimatieuitrukken. ‘Maar deze zijn mentaal soms wel zwaarder. We merken dat een groot deel van onze brandweerlieden graag wil weten hoe het met het slachtoffer is afgelopen. Daarom gaan we starten met de pilot Hart4All. Bij een reanimatie krijgen zowel burgerhulpverlener als slachtoffer een bandje om, waardoor ze, als dit door beide partijen gewenst wordt, later met elkaar in contact kunnen komen. Deze methodiek kan ook voor de brandweer worden gebruikt’, aldus Yntema.

Brand&Brandweer

Medische Ondersteuning Naast de FRB-taak wordt in Gelderland-Midden in Ede en Arnhem ook uitgerukt voor medische ondersteuning. ‘In 2005 hebben we een aantal criteria opgesteld voor incidenten waarbij de brandweer ons kan ondersteunen. Dan gaat het om onwelwordingen, ongevallen, verstikking en verdrinking’, vertelt Peter van den Berg van Ambulancezorg Gelderland-Midden. ‘Enkele brandweerlieden van deze twee posten hebben een training gekregen waarin enkele basistechnieken zijn meegenomen, zoals het uitvoeren van levensreddende handelingen, het toedienen van zuurstof en het klaarmaken van een infuus. Dat levert veel tijdswinst op.’ Omdat de FRB vooral in buitengebieden veel sneller ter plaatse is, zijn Yntema en Van den Berg aan het onderzoeken of de lokale posten ook extra taken kunnen uitvoeren. ‘Maar voordat we daartoe beslissen gaan we eerst kijken of het daadwerkelijk gezondheidswinst oplevert. Dit heeft ook te maken met de frequentie waarin incidenten zich voordoen. Als je iets nooit tegenkomt, is het vaak veiliger om het niet te doen en te wachten tot de ambulance ter plaatse komt’, vertelt Van den Berg. Aan het einde van het jaar verwacht hij meer duidelijkheid over of de taken verder worden uitgerold over andere posten in de regio. ■

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

29


Lees het in het boek ‘Brandverloop’

Fire dynamics: technical approach, tactical application

N 978-90-12-39661-5

Weet u alles over een brand?

• Wat is een brand eigenlijk? • In welke fase bevindt een brand zich? Fire dynamics technical approach, tactical application

• Hoe kan deze brand het best bestreden worden • In het Nederlands, Engels en Frans te verkrijgen

Karel Lambert Siemco Baaij

Kijk voor meer informatie op www.sdu.nl/brandverloop


Bran dweer BU ITEN LAND

Ervaring uitwisselen bij internationale conferentie over brandweervrouwen Het CTIF, de International Association of Fire and Rescue Service, organiseerde half april de negende conferentie over vrouwen bij de brandweer. Namens het Nederlandse netwerk brandweervrouwen schoof Ellen Buskens voor het eerst aan. In Warschau zijn naast Nederland ook Denemarken, Zweden, Noorwegen, Finland, Duitsland, Frankrijk, Servië, Slowakije, Amerika, Japan, Oostenrijk, Engeland en gastland Polen aanwezig. ‘Het waren leerzame en inspirerende dagen’, aldus Buskens.

Door JILDOU VISSER

D

e conferentie duurt twee dagen. Tijdens de eerste dag geeft ieder land een presentatie over de situatie van de brandweervrouwen in het land. Opvallend is volgens Buskens dat Nederland één van de landen is met de meeste vrouwen in de repressieve dienst. ‘Bij ons is slechts zes procent vrouw. Ik had verwacht en gehoopt dat de Scandinavische landen beter zouden scoren, maar alleen in Servië was het percentage vrouwen hoger. De situatie in dat land kun je niet vergelijken met Nederland. In Servië luiden de kerkklokken als ergens brand is. Iedereen die dan komt wordt meegeteld, ook als je slechts één keer komt helpen. Er is daar dus geen sprake van een georganiseerde brandweer zoals wij die kennen.’ Tijdens de presentaties van de verschillende landen komen ook veel voorbeelden van projecten aan bod waarmee brandweervrouwen worden geworven. ‘De meest opvallende was Japan. Zij organiseren grote evenementen met beroemde Japanners om nieuwe brandweervrouwen te werven. Daarnaast is er in Tokyo een gratis 24-uursopvang voor kinderen van brandweervrouwen’, vertelt Buskens. ‘Hoewel zij veel investeren, is maar twee procent van alle brandweerlieden vrouw. Volgens de Japanse vertegenwoordiger komt dat met name door de cultuur. Vrouwen worden daar vooral nog gezien als geschikt voor de zorg en eventueel kantoorbanen, maar zeker niet voor doebanen.’ Buskens: ‘Een goed voorbeeld vond ik ook de dochterdagen voor brandweermannen in Oostenrijk. Die dagen maakten de dochters geïnteresseerd voor de jeugdbrandweer. Maar liefst tien procent van de jeugdbrandweerleden is daar een meisje. Hoeveel daarvan doorstromen is nog niet bekend.’ Thema’s De tweede dag van de conferentie worden vier thema’s uitgewerkt; werving, fysieke testen, moederschap en carrièremogelijkheden. ‘Hoe landen omgaan met de fysieke testen is erg wisselend. Er zijn landen die niet testen, landen die fitheidstesten doen als opdrukken en klimmen en landen waarin de regionale verschillen in testen groot zijn. In landen waarin wel getest wordt, valt op dat de testen ontworpen zijn voor en door mannen en door vrouwen niet te halen zijn. Uit de themasessie bleek dat iedereen de fysieke testen goed vindt. We waren het er ook over eens dat

Brand&Brandweer

De vertegenwoordigers uit veertien landen bij de internationale conferentie in Warschau.

het goed is dat iedereen voldoet aan dezelfde eisen, omdat het anders tegen je gaat werken. Maar de eisen moeten wel redelijk zijn en in verhouding staan tot het brandweerwerk’, vertelt Buskens. In de themasessie moederschap is de diversiteit tussen de landen groter. Bij de inventarisatie van de situatie in de landen blijkt dat geen enkel land dezelfde richtlijnen of regels hanteert. ‘Mag je zwanger op de uitruk? Krijg je doorbetaald als je niet meer mag uitrukken? Hoe zit het met ouderschapsverlof voor vrouwen en hoe is dit voor mannen geregeld? Kun je parttime werken? Dat waren enkele vragen die in deze sessie voorbij kwamen. We gaan nu inventariseren hoe de situatie in de landen is en hoe erover wordt gedacht. Bij de volgende conferentie hopen we te komen tot een advies op dit thema voor alle landen.’ De volgende conferentie is in oktober in Oslo. ‘Ik hoop dat de programmaraad Mens & Bedrijfsvoering van Brandweer Nederland ermee instemt dat we standaard aanhaken bij deze internationale conferenties. Het heeft zeker meerwaarde.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

31


Bran dvei lig Leven

In de pop-up store kunnen bezoekers met een simulatiebril vol rook op zoek naar een kind. Dat blijkt een lastige opgave.

‘Gedeelde verantwoordelijkheid zorgt voor meer brandveiligheid’ Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant betrekt al enkele jaren gemeenten bij brandveilig leven. Het voordeel? ‘Door ze zelf te laten nadenken en activiteiten te laten ontwikkelen ervaren ze het als een gedeelde verantwoordelijkheid en wordt er meer aan gedaan’, vertelt Louise Schneider uit de regio. ‘Wij zorgen voor de visie en ondersteuning. Zij voor concrete acties.’

Door JILDOU VISSER Fotografie Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

‘W

ij willen zelfredzaamheid en samenredzaamheid in onze regio stimuleren. Vanuit die visie hebben we twee jaar geleden alle gemeenten in de regio’s benaderd met de vraag of zij mee willen werken aan de toolbox brandveilig leven’, aldus Schneider. Inmiddels doen bijna alle 26 gemeenten in de regio mee. ‘De toolbox is een project waarmee we gemeenten ondersteunen in het ontwikkelen van activiteiten. Zo zit er bijvoorbeeld een hand-

32

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

leiding voor een home safety check in en een draaiboek voor het opzetten van een pop-up store. Alle acties die gemeenten bedenken en uitvoeren worden in de toolbox gestopt.’ Dat de gedeelde verantwoordelijkheid niet bij iedere gemeente direct leidt tot een inventieve en actieve houding, spreekt volgens Schneider voor zich. ‘Dat is ook een nadeel van dit project. Wij geven vaak een hogere prioriteit aan brandveilig leven dan gemeenten. Bij hen komen ook andere vraagstukken met soms een hogere prioriteit voorbij. Die krijgen dan voorrang. Bij deze aanpak moet je veel geduld hebben, maar alles begint bij het draagvlak. Als dat er is, komt de rest vanzelf. Ze vinden het ook belangrijk om samen in

Brand&Brandweer


Bran dvei lig Leven

actie te komen. Zo hadden we eind vorig jaar een gemeente die bij alle huishoudens een led-waxinelichtje heeft verspreid om aandacht te vragen voor brandgevaren. Dat is een makkelijk begin.’ Pop-up store Andere gemeenten zijn inventief. Zo bedacht gemeente Tilburg in september vorig jaar de pop-up store om winkelend publiek in aanraking te laten komen met de gevaren van brand. Inmiddels is dat idee ook door andere regio’s overgenomen. ‘Wij waren toen de eerste. De gemeente heeft gezorgd voor een leegstaand winkelpand dat we drie weken mochten gebruiken. Samen met de gemeente hebben we bedacht wat we ermee wilden. In de winkel konden bezoekers met een simulatiebril ervaren hoe lastig het is om in een ruimte vol rook bijvoorbeeld je kind te zoeken. Voor de jeugd was er kleurmateriaal en een spel. En we beschikten over een klein huisje waarin we konden laten zien wat de rook doet als ergens brand ontstaat’, vertelt Schneider. ‘Door het winkelend publiek is wisselend op de pop-up store gereageerd. De één loopt snel voorbij, de ander gaat naar binnen en is oprecht geïnteresseerd. Je bereikt dus een selectief publiek. Maar is dat erg? Ook niet iedereen gaat bij wijze van spreken naar de Hema.’ Ambassadeurs Een ander succesvol project vindt Schneider de ambassadeurs van gemeente Breda. De gemeente heeft bedacht om willekeurige inwoners in te zetten voor voorlichting. ‘Voordat we hiermee zijn begonnen is veel gesproken, zowel binnen de brandweer als met

je wel dat ze dezelfde boodschap uitdragen. Daarnaast zijn we ze inhoudelijk gaan opleiden.’ Het ambassadeursproject loopt nu twee maanden. De eerste ervaringen zijn positief laat Schneider weten. ‘In eerste instantie gaan zij langs bij inwoners, scholen of verzorgingshuizen die informatie of een check aanvragen. Er gaat ook altijd iemand van de gemeente en een brandweerman of -vrouw mee. Wanneer ze iets meer ervaring hebben kunnen ze ook langs de deuren, maar we wilden ze rustig laten wennen. Tot nu toe zijn ze heel positief.’

‘We proberen weleens effecten te meten, maar dat is moeilijk’ Samenwerking Een laatste goed voorbeeld vindt Schneider de samenwerking van de vier gemeenten in het westen vand de regio. ‘Zij hebben de handen ineen geslagen vanuit de gedachte dat ze samen meer kunnen dan alleen. Ze proberen elkaar te versterken in bijvoorbeeld het moment waarop ze een actie doen of in de doelgroep waarop de acties zijn gericht.’ Of de initiatieven van de gemeenten in Midden- en West-Brabant effectief zijn is lastig te zeggen. ‘We proberen weleens effecten te meten, maar dat is moeilijk. We hebben geen nulmeting gedaan,

De ambassadeurs brandveilig leven Breda in aanwezigheid van Burgemeester Depla en Clustercommandant Corné Hagenaars.

De ambassadeurs staan ook met een stand op markten en andere bijeenkomsten.

de gemeente. Want wat voor soort mensen reageren er op een vacature als brandveiligheidsambassadeur? Kunnen zij de boodschap goed overbrengen? En wat mag je van hen verwachten? Uiteindelijk zijn we er wel aan begonnen.’ De gemeente heeft in samenwerking met de brandweer een vacaturetekst opgesteld. Twintig personen hebben daarop gereageerd. ‘Met hen zijn we een gesprek aangegaan. We wilden er zeker van zijn dat het serieuze kandidaten waren. We gaan niet veel tijd investeren in vrijwilligers die het bijvoorbeeld niet waar kunnen maken.’ Vijftien kandidaten zijn overgebleven. Schneider: ‘Met hen zijn we het groepsproces aangegaan. Je zet mensen bij elkaar die in totaal andere levensfases zitten en hele verschillende opvattingen hebben. Ook over wat mensen al dan niet zelf kunnen doen aan het voorkomen van brand. Als het je ambassadeurs worden, wil

waardoor we niet weten of de houding daadwerkelijk is veranderd, nu en op de lange termijn.’ Naast de ondersteuning van de gemeentelijke initiatieven wil Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant ook zelf aandacht vragen voor veiligheid. ‘We zijn bezig een campagne te ontwikkelen, maar die wordt breder dan alleen brand. Dan gaat het ook om bijvoorbeeld de uitval van nutsvoorzieningen en een grieppandemie. We willen risicocommunicatie meer op de kaart zetten en daarmee mensen laten nadenken wat zij zelf kunnen doen.’ Hoe de campagne er precies uit gaat zien, is nog niet bekend. ‘Dat moeten we nog uitwerken. We hopen het halverwege het jaar te lanceren.’ ■

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

33


Voor iedereen die betrokken is bij het vervoer van gevaarlijke stoffen

NIEUWE EDITIE 2015 ADN – Vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren ADR – Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg Met ADN en ADR heeft u de meest actuele versie in handen van de internationale wetgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. ADN en ADR zijn apart te bestellen.

Ga naar sdu.nl en zoek op ADN of ADR


vakanti efoto’s

Stuur uw brandweer vakantiefoto’s in

Dimphy van der Meer Jan Roo Marcel Wervers

Harco van Oorschot

Hans Driessen

Berthil Dijks

De zomer komt er weer aan. Voor iedereen die op reis gaat, de tip: neem uw fototoestel mee. Ook dit jaar publiceren we in het septembernummer weer de leukste brandweer vakantiefoto’s uit het buitenland. Dus ziet u een brandweerauto, brengt u een bezoek aan een kazerne of bent u toeschouwer bij een inzet of oefening, vergeet vooral geen foto’s te maken. Foto’s van minimaal 500 kb kunt u tot 15 augustus sturen naar b&b@sdu.nl. Vermeld er wel bij waar de foto’s zijn gemaakt. Fijne vakantie!

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

35


bran dweercong res

Brandweercongres: even stilstaan en genieten van het moment

Het brandweercongres is dit jaar op 6 en 7 oktober in Enschede waarbij ook een bezoek wordt gebracht aan de Safety Campus op Troned.

Stilstaan is niet altijd achteruitgaan. ‘Het is goed om af en toe stil te staan bij de dingen die we doen’, aldus Olav Strotmann, voorzitter van het jaarlijkse brandweercongres. ‘We zijn altijd geneigd om naar de toekomst te kijken. Die blik is goed, maar niet zonder stil te staan bij nu. Bij de ontwikkelingen die we als organisatie doormaken. Ontwikkelingen waar we trots op kunnen zijn en die we met elkaar moeten delen.’ Het brandweercongres op 6 en 7 oktober in Enschede staat daarvan in het teken.

Door Jolanda Haven

D

e stip op de horizon is een aantal jaar geleden gezet. De afgelopen jaren is druk gewerkt aan de Brandweer over Morgen. En nog steeds is de brandweer volop in ontwikkeling. ‘Het is prachtig om te zien hoe iedereen met zijn vak bezig is’, aldus Strotmann. ‘De mens achter de brandweer willen we meer voor het voetlicht brengen. Het verhaal achter de brandweer.’ Het is één van de thema’s tijdens het congres dat op 6 oktober plaatsvindt in het Wilmink Theater in Enschede en op 7 oktober wordt een bezoek gebracht aan de Safety Campus op Troned. ‘Op de tweede dag is er veel te doen en te beleven. Alsof je een festival bezoekt. Daarom hebben we voor de Safety Campus gekozen. Binnen is in het kader van Brandveilig Leven alles te zien 36

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

en doen wat met brandveiligheid te maken heeft. Buiten op het terrein, dat een voormalig vliegveld is geweest, is veel ruimte voor andere activiteiten. Andere opzet ‘Het congres krijgt een andere opzet dan voorgaande jaren’, vervolgt Strotmann. ‘De brandweerorganisatie is divers. We willen het zo breed en toegankelijk mogelijk maken voor iedereen. De eerste dag zal vertrouwd zijn voor de doorgewinterde congresbezoeker met diverse masterclasses en workshops op het programma gekoppeld aan het hoofdthema: stilstaan bij het moment en genieten van de dingen die we doen. Maar wat anders is ten opzichte van andere jaren, is dat deelnemers zich niet van te voren hoeven op te geven. Bezoekers kunnen op de dag zelf

Brand&Brandweer


bran dweercongres

Congresvoorzitter Olav Strotmann: ‘Bezoekers kunnen zelf kijken wat het aanbod aan sprekers en onderwerpen is en zelf een interessante middag samenstellen.’

Scheidsrechter Björn Kuipers komt spreken. Hij heeft een inspirerend verhaal over hoe hij een wedstrijd beleeft voor het oog van een miljoenenpubliek.

kijken wat het aanbod aan sprekers en onderwerpen is en zelf een interessante middag samenstellen. Zo bouwt iedereen zijn eigen Brandweer Experience.’

doen en een beleving te creëren. Daarbij krijgen we hulp van het theater zelf. Niet alleen inhoudelijk, maar de sprekers krijgen training om voor een groot publiek te spreken. Het communicatienetwerk Cobra verzorgt een actieve workshop over het maken filmpjes die het publiek echt raken.’

Inspirerend Scheidsrechter Björn Kuipers is één van de sprekers: de enige Nederlander die actief deelneemt aan het EK 2016. Hij heeft volgens de congresvoorzitter een inspirerend verhaal over hoe hij een wedstrijd beleeft voor het oog van een miljoenenpubliek. Hoe bereidt hij zich voor? Wat is zijn tactiek? ‘Met zijn team sluit hij zich op in een hutje op de hei om een wedstrijd voor te bereiden’, aldus Strotmann. ‘Ze verdiepen zich in de spelers, hun karakters, en kijken beelden van wedstrijden terug om die te analyseren. Het is niet te voorspellen hoe een wedstrijd verloopt, net als bij een brand. Daarom komt het aan op goede voorbereiding. Zijn verhaal straalt trots uit, niet alleen op zijn prestaties als scheidsrechter, maar ook als supermarkteigenaar weet hij de mensen om zich heen te motiveren en waarderen.’ Bouwen aan een gezonde cultuur Daarnaast komt ook organisatie-expert Jitske Kramer spreken. Zij heeft een verhaal over bouwen aan een gezonde cultuur waar mensen elkaar vertrouwen en iedereen zichzelf mag zijn. Haar motto: pas je aan en blijf jezelf. Iedereen is anders. Wat twee mensen nodig hebben om goed samen te werken is vergelijkbaar met wat twee teams, afdelingen, organisaties nodig hebben om samen te werken. Strotmann: ‘Zij heeft de brandweerorganisatie en de cultuur binnen de brandweer uitgebreid geanalyseerd en komt met nuttige tips. Ze laat mensen bij zichzelf ten rade gaan waarom ze werken waar je werkt. En over wat belangrijk is in een samenwerking. Ook over het geven en krijgen van complimenten, daar zijn we binnen de brandweer niet goed in.’ Sprekers uit Parijs Naast deze sprekers betreden ook veel sprekers uit het brandweerveld het podium. Sprekers uit eigen land die hun persoonlijke verhaal vertellen, maar er komen ook brandweerlieden uit Parijs die betrokken waren bij de aanslagen op 13 november vorig jaar hun verhaal vertellen. Hoe is het om ingezet te worden in een gebied dat getroffen is door terreur. Wat tref je aan? Is het veilig voor jezelf? Wat kun je doen? Wat wordt van je verwacht? ‘We verwachten dat deze verhalen veel indruk zal maken’, aldus Strotmann. ‘We gebruiken het hele theater om ‘ons’ verhaal te

Brand&Brandweer

Beleven en ervaren Op de tweede dag draait het congres volgens de voorzitter om beleven en ervaren. ‘Het Safety Campus biedt veel om brandveilig leven te ervaren, maar we hebben ook de regio’s nodig bij de invulling van het programma. We willen graag demonstraties laten zien van nieuwe en bijzondere ontwikkelingen. Dingen waar we als brandweer trots op zijn.’ Diverse regio’s en programma’s komen langs voor een demonstratie bijvoorbeeld over brandonderzoek of mythburners over brandweerpakken. Er zijn drone- en roboticademonstraties om te laten zien wat ze kunnen en wat voor meerwaarde ze hebben voor de brandweer. Uit België komt expert Karel Lambert langs om de nieuwste blustechnieken te demonstreren. Ademhalingstraining Bezoekers kunnen ook een ademhalingstraining volgen gekoppeld aan een kou-training. Strotmann: ‘Hoewel we bij de brandweer warme temperaturen gewend zijn, leer je door middel van een kou-training hoe je moet ademhalen. En dat is van belang voor het lopen met ademlucht. Wat doet ademhaling met je en wat zegt het over een situatie waar je je op dat moment in bevindt?’ Christo Motz komt hier een training over geven. Zelf is hij opgeleid door Wim Hoff, beter bekend als de Iceman. Motz was brandweervrijwilliger. Toen hij bij de brandweer begon, werd hem geleerd hoe hij met ademlucht moest lopen, maar niet hoe hij moest adem-halen. Daar valt volgens Strotmann veel winst te behalen. ‘Wanneer je op je ademhaling let, ben je opmerkzamer en alerter. Een zeer interessante training, niet zweverig maar functioneel.’ Uitgebreid congres Strotmann: ‘Hoewel we nog druk bezig zijn met het programma is wel duidelijk dat het een divers en uitgebreid congres wordt. Beide dagen verschillen van elkaar. En de dagen zijn daardoor ook los van elkaar te bezoeken. We hopen dat iedereen zich welkom voelt en dat we zeker op vrijdag een breed publiek bedienen.’ ■ Voor meer informatie: www.brandweercongres.nl

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

37


Gesch i eden is

‘Pas op bij meterkastbranden’

De brandweerlieden staan klaar in dekking achter de muur om de aansluitleiding af te gaan dichten. Fotografie: Flashphoto

In deze nieuwe geschiedenisrubriek gaan we in op incidenten en gebeurtenissen uit het verleden. In hoeverre is ervan geleerd? Is er sindsdien iets veranderd? We trappen af met twee meterkastbranden. In augustus 2012 ontstaat aan Het Hoge Licht in Maassluis in korte tijd brand in de meterkast bij twee relatief nieuwe woningen. De eerste brand escaleert snel en zorgt voor een gevaarlijke situatie. Wat is er gebeurd? En zou het opnieuw kunnen gebeuren? Door Jildou Visser

D

e woningen aan Het Hoge Licht zijn twee jaar oud als de branden uitbreken. Als de brandweerlieden bij de eerste brand ter plaatse komen, treffen ze al een uitslaande brand aan. Tevens blijkt sprake te zijn van een flinke gaslekkage in de aansluitleiding van de woning. ‘De situatie was oncontroleerbaar. Buiten op straat was al sprake van explosiegevaar’, weet Remco van Werkhoven, brandonderzoeker bij Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Twee dagen later ontstaat in een tegenoverliggende woning ook brand in de meterkast. Dit keer is geen sprake van een snelle escalatie. ‘Vanwege de unieke situatie en het grote gevaar bij de eerste brand zijn we brandonderzoek gaan doen. Dit trok de aandacht van de buurtbewoners. Toen we met hen in gesprek raakten,

38

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

hoorden we steeds meer verhalen van storingen in elektrische apparatuur en piepende rookmelders die op het elektriciteitsnet waren aangesloten. Met het elektriciteitsbedrijf zijn we alles gaan nalopen en nameten. Uiteindelijk bleek dat beide branden waarschijnlijk zijn ontstaan door een slecht contact in de schroefaansluiting van de aardlekschakelaar.’ Daarnaast concentreert het brandonderzoek zich op de snelle brandescalatie bij de eerste woning. Het Team Brandonderzoek ontdekt dat de kunststof binnenleiding van de gasinstallatie in de meterkast is doorgebrand waardoor gas is ontstnapt. Door deze brand is ook de PVC-mantelbuis van de dubbelwandige aansluitleiding onderin de meterkast verweekt en naar beneden gezakt. Hierdoor zijn in minder dan tien minuten na ontdekking van de brand twee lekkages ontstaan in de aansluitleiding voor de gasmeter. ‘Het gas dat onder hoge druk wegspoot zorgde

Brand&Brandweer


Gesch i eden is

voor de snelle brandescalatie en de gevaarlijke situatie voor de brandweerlieden’, vertelt Van Werkhoven. ‘Volgens de bestaande normen mogen kunststof binnengasleidingen alleen worden toegepast als ze weggewerkt zijn in de grond, vloer, muur of onbereikbare ruimte of als ze zijn weggewerkt in een mantelbuis, maar voor de meterkast is een uitzondering gemaakt. Bij brand in de meterkast kan dat leiden tot ongewenste situaties. Waar in het buitenland veelal de gas- en elektriciteitsmeters gescheiden zijn, brengen we ze in Nederland samen in één meterkast en gebruiken we deze ruimte ook vaak als opslagruimte. Dat betekent dat je risico’s samenbrengt die elkaar kunnen versterken. De normen houden daar geen rekening mee en de effecten ervan zijn onvoldoende in samenhang met elkaar onderzocht. Wij hebben het probleem gesignaleerd en aangekaart. Netbeheer Nederland is vervolgens gaan kijken wat deze conclusies betekenen voor de systeemveiligheid van de Nederlandse meterkast, maar vooralsnog levert dat vooral veel discussie op tussen de verschillende partijen.’

de brand buiten de meterkast ontstaat. Wanneer brand in de meterkast ontstaat krijg je, zeker als deze ook nog eens is volgebouwd met paraplu’s, schoenen en andere spullen, een compleet andere gevaarsetting. Daar houden de normen geen rekening mee. Daarnaast moeten we voorzichtig zijn met het introduceren van allerlei apparaten in de meterkast waarvan we de kwaliteit niet kennen, zoals routers en opladers. We weten niet wat de consequenties daarvan kunnen zijn en hoe deze apparaten het elektriciteitsnet in een woning kunnen beïnvloeden. Dit geldt overigens ook voor apparatuur zoals led-verlichting, zonnepanelen en warmtepompen die in toenemende mate in nieuwe woningen worden toegepast. Hier zou meer onderzoek naar moeten worden gedaan.’ Daarnaast adviseert de brandonderzoeker andere brandweerlieden om bij meterkastbranden voorzichtig te zijn. ‘Als de aansluitleiding bij de brand betrokken is geraakt, kan in no time de hal vol komen te staan met gas. Met een ademluchtmasker op ruik je het niet, maar het zorgt voor gevaarlijke situaties. Bij de brand in de woning aan Het Hoge Licht hoorden de brandweerlieden het gas blazen, waarna de explosiegevaarmeter op straat al alarm sloeg’, legt hij uit. ‘En informeer het Team Brandonderzoek als je wordt ingezet bij een meterkastbrand. Als we meer gegevens hebben over hoe vaak branden in de meterkast ontstaan, kunnen we misschien patronen ontdekken en staan we sterker richting de branches.’ ■

Een vergelijkbare meter met rechts de kunststof aansluitleiding met buitenmantel. Links de enkelwandige binnenleidingen. Fotografie: Team Brandonerzoek.

Normen Arie de Jong is projectleider van de projectgroep Brandveiligheid meterruimte van NEN Standards Bouw & Installatie. De projectgroep is na het rapport van het brandonderzoeksteam opgericht. ‘Wij zijn met de betrokken normcommissies bij elkaar gaan zitten om te kijken of het hier ging om een incident doordat zaken verkeerd zijn aangelegd, of dat er iets fout was in de normen en we die dus zouden moeten aanpassen. Over dat vraagstuk hebben we lang gediscussieerd. Een conclusie was dat de aansluitleiding ondeugdelijk was bevestigd, waardoor een deel van de bescherming weg is gevallen en de aansluitleiding snel bezweek. We zijn bezig met het formuleren van betere prestatie-eisen voor de gehele gasvoorziening in de meterruimte inclusief de binnengasleidingen. Efectis gaat binnenkort onderzoek doen of de eisen die we willen stellen (dertig minuten weerstand tegen een beginnende brand) voldoende zijn. Die resultaten worden verwerkt in de normen. Geleerde lessen Hoewel een soortgelijk incident naar weten van Van Werkhoven nog niet weer is voorgekomen, waarschuwt hij voor de huidige situatie van de Nederlandse meterkasten. ‘In de scenario’s waar de normen op zijn gebaseerd, wordt ervan uitgegaan dat

Brand&Brandweer

Wat overbleef van de aansluitleiding. De twee lekkagegaten in de binnenbuis zijn duidelijk te zien. Fotografie: Team Brandonderzoek.

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

39


voorl ichti ng

Vijftien jaar na de cafébrand Volendam:

‘Het leven houdt niet op’ 178.200,- euro is de opbrengst voor de Nederlandse Brandwonden Stichting tijdens het Brandwonden Benefiet. Het gala is dit jaar, ruim vijftien jaar na de cafébrand, in Volendam. Bij die nieuwjaarsramp kwamen veertien personen om het leven, nog veel meer raakten gewond. Lou Snoek is één van hen. Tijdens het gala vertelt hij zijn persoonlijke verhaal. Hij is dankbaar dat hij op deze manier een steentje kan bijdragen aan het werk van de Nederlandse Brandwonden Stichting. Door JILDOU VISSER

‘W

at een fantastische avond met een bijzonder mooie opbrengst, echt een flink bedrag’, blikt Snoek de dag na het Brandwonden Benefiet terug. ‘Het was de eerste keer dat ik aanwezig was. Ik vond het bijzonder dat ik als ervaringsdeskundige zelf een klein woordje mocht spreken. Het is prachtig om te zien dat er zoveel steun is voor het werk van de Nederlandse Brandwonden Stichting. Tijdens de avond werd ook goed duidelijk gemaakt dat met de opbrengst het onderzoek van Dafydd Visscher wordt gesteund.’ Hij doet onderzoek naar de mogelijkheden om neuzen en oren met een 3D-printer te printen voor mensen die als gevolg van brand hun neus of oor zijn kwijtgeraakt. ‘Ontzettend belangrijk’, weet Snoek. Zelf liep hij ruim vijftien jaar geleden ernstige brandwonden op.

onzekere en nare periode geweest. Ik was er slecht aan toe, maar meerdere andere vrienden ook. Zelf heb ik daar niks van meegekregen’, vertelt hij. ‘Toen ik goed bij kennis was, is me verteld dat ik voor 67% verbrand ben, dat ik drie vingers mis en nooit meer haar krijg. Daarnaast kreeg ik te horen welke vrienden bij de brand waren betrokken en wie het niet hebben overleefd. Dat was een ontzettend zware periode. Je eigen situatie is al een klap in het gezicht, maar de combinatie met alle andere ellende was verschrikkelijk. Waarom moest dit ons overkomen? Die vraag heeft vaak door mijn hoofd gespookt.’ Ook lichamelijk is het voor Snoek een heftige periode. ‘Je wilt zoveel, maar kunt niks. Ik was mijn grip kwijt, was niet mobiel en kon niet praten. Ik had toen nog een buisje in mijn keel om mijn luchtwegen te ontzien. Dat ontnam me de mogelijkheid om te spreken, enorm frustrerend. En de verbandwisselingen waren erg pijnlijk.’

Cafébrand Op 31 december 2000 wil de zestienjarige Snoek met zijn vrienden in Café De Hemel het jaar uitzitten. De avond draait uit op een ramp als kort na middernacht de kerstversiering vlam vat. ‘Ik ben zelf uit het pand gekomen en ben aan de achterzijde op het plat dak gaan staan, ongeveer tien meter boven de grond. Ik moest wachten op een ladder. Gek genoeg was ik nog voldoende bij kennis om te beseffen dat de brandweer vanzelf zou komen’, blikt Snoek terug. ‘Toen ze aankwamen hebben ze me natgespoten. Daarna ben ik naar een café in de buurt gebracht. Daar was een eerste hulppost ingericht. We moesten wachten op de ambulances die ons naar het ziekenhuis konden brengen. Ik had geen pijn en had totaal geen idee hoe erg het was. Ik was in shock.’ Na een tijd wachten wordt de Volendammer naar het VU medisch centrum gebracht. ‘De rit ernaartoe weet ik nog. Bij aankomst heb ik mijn naam en adres genoemd en daarna ben ik platgespoten. Vanaf dat moment weet ik niks meer.’ Brandwonden Een paar dagen later wordt Snoek overgebracht naar het brandwondencentrum Neder Over Heembeek in Brussel. Hij ligt in coma. Pas na zeven weken komt hij langzaam bij kennis. ‘Die anderhalve maand is voor mijn familie en vrienden een erg 40

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

Fotografie: Suzan van de Roemer

Brand&Brandweer


voorlichti ng

Met het Brandwonden Benefiet in Volendam haalt de Nederlandse Brandwonden Stichting het mooie bedrag van 178.200,- euro op. Fotografie JudithCapponFotografie

Revalidatie Na drie maanden in het brandwondencentrum in Brussel te hebben gelegen, mag Snoek naar huis. Vanaf dat moment draait zijn leven om fysiotherapie en ergotherapie. ‘Ik heb bijna een jaar lang iedere dag intensieve therapie gehad om alles opnieuw te leren. Ik kon niet meer lopen en kon niets meer vasthouden. In die periode heb ik me vaak een peuter gevoeld. Om het vol te houden moet je continu goed in gedachten houden waarvoor je het doet.’ In die periode heeft de jonge Volendammer ook veel last van de constante jeuk van de helende brandwonden. ‘Ik kreeg er pilletjes voor, maar het hielp niks. We hebben van alles geprobeerd, maar er was geen oplossing voor. De continue jeuk heeft anderhalf jaar geduurd. Om gek van te worden.’

‘het heeft me geleerd om op een andere manier naar het leven te kijken’ Het is de fysiotherapeut in het ziekenhuis die Snoek uiteindelijk een doel geeft. ‘Hij vertelde me dat hij de Mont Blanc had beklommen. Hij zei dat ik daar uiteindelijk ook toe in staat zou zijn. Als zestienjarige denk je helemaal niet aan bergbeklimmen, maar jouw lot ligt in zijn handen. Dus je zegt ja en hebt geen idee wat het inhoudt. Gaandeweg is het idee van die bergbeklimming steeds meer gaan leven. Het is een rode draad geworden in mijn herstel. In 2004 heb ik bijna op de top gestaan. Het is dat het weer het niet toeliet om verder te gaan, maar ik weet zeker dat ik het had gehaald.’

Brand&Brandweer

Steun De Volendammer is blij met de steun die hij en de vele andere slachtoffers uit het dorp hebben gekregen. ‘In onze revalidatieperiode werden we gestimuleerd om weer de straat op te gaan en dingen te doen. Die steun en de saamhorigheid hebben echt een enorm positief effect op je herstel. Ik heb mijn leven weer opgepakt, mijn middelbare school afgemaakt en heb een baan gevonden. Daarnaast geef ik al vijf jaar lezingen over wat ik heb meegemaakt’, aldus Snoek. ‘Ik zal niet zeggen dat het goed is geweest dat dit is gebeurd, maar het heeft me wel geleerd om op een andere manier naar het leven te kijken. Het heeft me positief beïnvloed. Ik heb een breder interessegebied ontwikkeld en sta sterker in mijn schoenen.’ Nederlandse Brandwonden Stichting Vanuit zijn ervaring weet Snoek dat het werk van de Nederlandse Brandwonden Stichting belangrijk is. ‘Ze stimuleren bijvoorbeeld onderzoek naar het verfraaien van brandwondenlittekens en nu dus naar 3D-printing, zetten campagnes in om brandwonden te voorkomen en ze organiseren activiteiten voor lotgenoten. In Volendam is voor deze bijeenkomsten nooit veel animo geweest. Hier waren zoveel leeftijdsgenoten die in hetzelfde schuitje zaten, maar als je er alleen voor staat dan zijn die bijeenkomsten erg waardevol. Ik ben blij dat ik zelf mijn plaatsje in de maatschappij weer heb weten terug te vinden en nu mijn steentje kan bijdragen aan het werk van de Brandwonden Stichting. Brandwondenpatiënt blijf je, maar het leven houdt niet op. Vanuit mijn ervaring hoop ik andere mensen te kunnen inspireren.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

41


voorl ichti ng

Incidenten City laat het brandweerwerk zien Ze toeren er heel Nederland mee door: Incidenten City, de grootste mobiele rampenstad van Nederland. Opgebouwd uit meer dan honderdduizend LEGO-steentjes. Voor Evert de Graaf en André Overeem is het een hobby én een missie. ‘Bouwen! En laten zien wat de brandweer allemaal doet.’

Met Incidenten City willen Evert de Graaf en André Overeem toeschouwers kennis laten maken met het werk van de brandweer.

Door Marco van der Leest Fotografie Incidenten City

I

ncidenten City herbergt 23 uiteenlopende Nederlandse incidenten waarbij de brandweer te hulp is geschoten, vertelt De Graaf. ‘Het zijn vooral actuele gebeurtenissen, die landelijk bekend zijn geworden en ook in het Jeugdjournaal zijn geweest. We richten ons namelijk, naast volwassenen, op kinderen. Zij hebben allemaal de vallende kranen in Alphen aan den Rijn gezien. Of het treinincident in Dalfsen, de brand bij ChemiePack of de Rotterdamse vrouw die uit haar gips werd verlost.’ Spelenderwijs wijs Actueel zijn betekent ook dat de mannen constant blijven bouwen. Vrij recente incidenten maken daardoor soms snel weer plaats voor nieuwe. ‘De binnenstadsbrand in Leeuwarden uit 2013, waarbij vijftien panden werden getroffen, waaronder

42

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

het geboortehuis van Mata Hari, hebben we ingeruild voor het ingestorte Pearle-gebouw in Den Bosch’, verklaart Overeem. ‘Zeker voor kinderen is het belangrijk om bij de tijd te blijven. Hun herinneringen gaan nog niet ver terug.’ Aan de rampenstad is ook een spel verbonden, gaat Overeem verder. ‘Zowel kinderen als volwassenen moeten aan de hand van een vragenlijst alle 23 incidenten opsporen. Daaruit volgt een slagzin met een educatief karakter, die heeft een relatie met brandveiligheid. Zo maken we kinderen en hun ouders bewust van hun eigen gedrag, maar brengen we ook jongeren op originele wijze in contact met de verschillende taken van de brandweer. Zij zullen immers de broodnodige brandweermannen en -vrouwen zijn waar wij in de toekomst van afhankelijk worden. De winnaars krijgen een prijs. Meestal een doos met brandweer LEGO, maar het kan ook iets anders zijn. De organisatie mag zelf de hoofdprijs bepalen. Dat zijn ook weleens zes iPads geweest.’

Brand&Brandweer


voorlichti ng

Hoogste kwaliteit Zo trekken de mannen al twaalf jaar met hun aanhanger en de incidentenstad door Nederland. Langs brandweerkorpsen vooral, maar zij komen ook bij de politie, de reddingsbrigade en soms zelfs bij Defensie. In het begin was het allemaal nog wat kleiner. Aanvankelijk zelfs maar één plaat van 1 bij 2,25 meter met een paar kleine incidenten, herinnert De Graaf. ‘Eén daarvan was het duikincident in Utrecht, waarbij een brandweerduiker om het leven kwam. Dit incident hebben we al die jaren laten staan. Uit eerbetoon aan onze collega’s. Bovendien willen we ook de donkere kant van de brandweer laten zien.’

‘HET MOET ER ZO REALISTISCH MOGELIJK UITZIEN’ Want dat is het doel van de mannen, die zich bij Veiligheidsregio Utrecht al jaren bezig houden met preventie, oefenen en opleiden: de werkzaamheden van de brandweer op een originele manier uitdragen. Met LEGO dus! Daar zijn beiden van jongs af aan gek op. Ze zien zichzelf dan ook als bescheiden LEGO-architecten, die uitsluitend gaan voor de hoogste kwaliteit. Overeem: ‘We willen het maximale resultaat: het moet er zo realistisch mogelijk uitzien. Voor ons is dat de kick. Zo hebben we echte bewegende delen bij de molenbrand in Zuilen en zwaailichten op brandweer- en politievoertuigen. Het vuureffect geven we weer met lichtjes en verkoolde steen met zwarte legoblokjes.’ Tijdrovend Onder andere dat perfectionisme maakt van Incidenten City een tijdrovende aangelegenheid, aldus De Graaf. ‘Omdat we alleen maar niet-bestaande bouwwerken maken, moeten we vaak op zoek naar bouwstenen die standaard niet verkrijgbaar zijn. Echt een speurtocht over internet. Zo halen we onderdelen uit zo’n beetje de hele wereld. Neem de molenbrand. Hoe kom je aan die schuine molenkap? In het assortiment van LEGO bestaan geen molenonderdelen. Uiteindelijk kwamen we bij een Star Warsvliegtuigvleugel uit. De oranje kraan in Alphen? Die maakten we van allerlei verschillende oranje onderdelen.’

De molenbrand in Zuilen.

Ook het reizen zelf neemt veel tijd in beslag. Overeem: ‘We gaan heel Nederland door. Van Groningen tot Zeeuws-Vlaanderen. Tien tot twaalf keer per jaar. Het opbouwen van de stad kost twee uur, afbouwen 2,5 uur. Het bouwen van de incidenten zelf neemt ook de nodige tijd in beslag. Dat doen we thuis, in de avonduren. Of in het weekend. Soms zijn we wel een maand bezig met één incident.’

‘WE WILLEN OOK DE DONKERE KANT VAN DE BRANDWEER LATEN ZIEN’ Verrast door succes De Graaf krijgt vaak de vraag of LEGO misschien hoofdsponsor van Incidenten City is. ‘Helaas niet! We moeten de meeste spullen gewoon kopen. Net als iedereen. Gelukkig krijgen we ook weleens wat oude LEGO van mensen die komen kijken. Daarmee blijft het mogelijk om nieuwe incidenten te kunnen bouwen. Rijk worden we er dus niet van. Als je ziet wat we aan het eind van het jaar overhouden, dan kun je beter een krantenwijk nemen. Maar het is prima, het gaat ons om de passie en het doel. En we hadden nooit gedacht dat het zo groot en zo succesvol zou worden!’ ■

Het kraanincident in Alphen aan den Rijn.

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

43


gespot i n de markt

Complete set voor snelle watervoorziening over lange afstand Hytrans heeft zes trucks van in totaal achttien sets aan thailand geleverd. De trucks zijn voorzien van een haakarmsysteem waarmee de Combicontainer 6500 eenvoudig op- en afgezet kan worden. Het slangencompartiment van de Combicontainer is gevuld met een 6� slang, de voorkast is voorzien van een slangopnemer en uitgevoerd met schuiflades waarop diverse Y-stukken en armaturen geplaatst zijn. Op de combicontainer is naast het slangencompartiment een Hydrosub150 geplaatst. Deze set heeft alle benodigde spullen aan boord om in zeer korte tijd een complete watervoorziening over lange afstand operationeel te hebben. Door de bijgeleverde overstromingspompen aan te sluiten kan er ook voor gekozen worden om in geval van hoogwatersituaties tot 50.000 liter per minuut te verpompen.

HydroSub 1400

Blushandschoen 2.0

Hytrans heeft de nieuwste pomp unit Hydrosub 1400 aan een grote tank farm in Singapore afgeleverd. Deze pomp heeft een vermogen van 1400KW wat resulteert in een pomp capaciteit van 46.000 LPM bij 12 bar. De inlaat van deze pomp gebeurt met behulp van drie dompelpompen. Via het Touch screen bedienpaneel is de unit op eenvoudige wijze te bedienen. Een van de toepassingen van de HydroSub 1400 bij de tank farm is het voeden van het hydranten netwerk.

De handschoen 2.0 van Fire Defender is zo dun dat er hulpverleningsactiviteiten mee kunnen worden uitgevoerd, maar is tegelijkertijd ook geschikt om te dragen bij het blussen van brand. Je krijgt er bovendien geen natte handen in. Ze hebben een uitstekende pasvorm, zijn vingergevoelig, uiterst sterk, hittebestendig en rondom snijbestendig.

44

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

Materialen: OutDry: ademend, waterdicht en houdt diverse vloeistoffen tegen Aerogel: ultradun en hittebestendig Sofiguard & Nomex: bescherming tegen chemicaliĂŤn

Deze pagina is tot stand gekomen met bijdragen uit de markt


B&B REGISTER

B&B Brand&Brandweer

vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

Vaste adverteerders (contract­ houders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.

Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop: I.S.-acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com

Adviesbureau

Brandveiligheid

Geboorde brandputten

Stickers

Nieman Raadgevende Ingenieurs Postbus 40217 3504 AA Utrecht Tel. 030 2413427 Postbus 40147 8004 DC Zwolle Tel. 038 4670030 info@nieman.nl www.nieman.nl

P&G Safety Burgerstraat 26 5311 CX Gameren Tel. 0418 561761 info@pengsafety.nl www.PenGsafety.nl

Raaijmakers Bronbemaling Erfstraat 8 5408 SJ Volkel-Uden Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl

Letas Stickerservice Postbus 32016 6370 JA Landgraaf Tel. 045 5312580 Fax 045 5691700

Hulpverlenings­gereedschappen

Nooduitgang.nl Doezastraat 37 2311 HA Leiden Tel. 071 3611628 Fax 071 3611869 info@nooduitgang.nl www.nooduitgang.nl

Adviesbureau brandpreventie Floriaan B.V. Postbus 220 5300 AE Zaltbommel Tel. 0418 573800 Fax 0418 573801 info@floriaan.nl www.floriaan.nl

Droogkasten & reinigingsmachines Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 ZG Klaaswaal  Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 laundry@laundry.nl www.laundry.nl

Holmatro Rescue Equipment Postbus 33 4940 AA Raamsdonkveer Tel. 0162 589200 Fax 0162 522482 www.holmatro.com

Vluchtdeurbeveiliging

Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer Gewenste rubrieken

o per rubriek, per uitgave € 45,o per rubriek heel jaar (10 uitgaven) € 355,Prijzen exclusief BTW Datum

Handtekening

B&B Brand&Brandweer

U kunt deze bon inscannen en mailen naar: info@is-acquisitie.com. Voor deze en andere advertentiemogelijkheden in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a.: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 6 juni 2016

45


Brandweer redt drijvend houtblok Medewerkers van de Groningse dierenambulance riepen eind april de hulp in van de brandweer om een dier uit het water te redden. Tijdens de reddingsactie, waarbij een duiker werd ingezet, bleek het echter niet om een dier, maar om een stuk hout te gaan. Bij de dierenambulance was een melding binnengekomen dat er een dier in het water was beland. Eenmaal ter plaatse konden zij niet bij het vermeende dier in de buurt komen. Daarop riepen zij de hulp van de brandweer in, die uitrukte met een duikeenheid. Een brandweerduiker ging het water in en kwam er na een kort stukje zwemmen achter dat het niet om een dier ging maar om een stuk hout. Het stuk hout is wel aan wal gebracht. Bron: nu.nl

BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding, en het communicatiemagazine van Brandweer Nederland. Juni 2016 - nummer 6 jaargang 40 REDACTIE-ADRES

Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE

Ing. Stephan J.M. Wevers, commandant brandweer Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Gelderland-Midden Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek Marcel van Galen, hoofd risicobeheersing Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Frank Huizinga, woordvoerder Brandweer Nederland Lucas de Lange, Vernieuwde repressie Veiligheidsregio Haaglanden Gerard Bouwmeester, vrijwilliger Veiligheidsregio Utrecht EINDREDACTIE

Brandweer bevrijdt jongetje uit boom Meestal zijn het katten die van grote hoogte gered moeten worden. Maar de brandweer in Almelo werd half mei gealarmeerd voor een jongen in de boom. De jongen was erin geklommen en durde niet meer naar beneden te komen. Met een hoogwerker werd de jongen uit de boom gered. Binnen een half uur stond hij, zonder kleerscheuren, weer met beide benen op de grond.

Wij van PS: Ingrid Spijkers, Jildou Visser e-mail: info@wijvanps.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE

Gerard Bouwmeester, Ginopress, IFV, Veiligheidsregio Twente, Brandweer Groningen, Huisman Media, Peter Hofman, Stadlander, Casper Ferwerda, Tonny Presser, Robby Hiel, Rob Jastrzebski, Ellen Buskens, Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, Jolanda Haven, Flashphoto, Team Brandonderzoek Rotterdam-Rijnmond, Suzan van de Roemer, JudithCapponFotografie, Marco van der Leest en Incidenten City. ONTWERP EN OPMAAK

SD Communicatie, Rotterdam DRUK

Wilco BV - Amersfoort

Bron: tubantia.nl

UITGEVER

Sdu Uitgevers: Roel W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl BLADMANAGEMENT

Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl ADVERTENTIE-ACQUISITIE

Lijst van adverteerders Laundry BV 4 Raaijmakers en Zn 4 Saxion 4 SDU C2, 4, 30, 34, C3, C4

46

nummer 6 juni 2016 - Sdu Uitgevers

Tarieven, reserverings- en sluitingsdata voor (combinatie)advertenties in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a. op aanvraag beschikbaar bij: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, e-mail: info@is-acquisitie.com www.is-acquisitie.com Aanlevering van advertentiemateriaal bij loap@sdu.nl SLUITINGSDATA ADVERTENTIES EN BIJSLUITERS 2016

nummer Nr. 7/8 Nr. 9 Nr. 10 Nr. 11

verschijning sluiting 02-07 07-06 03-09 09-08 02-10 06-09 05-11 11-10

Termijn van inzending:

3 weken voor verschijningsdatum ABONNEMENTEN

Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Het abonnement op Brand&Brandweer (10 nummers) kost 89 euro excl. BTW (94,34 euro incl. BTW). Deze prijs is inclusief verzendkosten. Prijs los nummer: 10 euro (incl. BTW). Een abonnement op B&B geeft tevens toegang tot B&B-digitaal, nieuwsdossiers, forum en het archief van B&B via www. brandenbrandweer.nl. Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Prijs online-abonnement los: 74 euro excl. BTW (89,54 euro incl. BTW). Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2016 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs­ rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redac­teuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvol­komenheden. ISSN 01656-4675

TERMIJN VAN ANNULERING:

6 weken voor verschijningsdatum

Brand&Brandweer


Veilig werken ligt in uw handen

Bestel nu de 31ste editie Chemiekaarten® Werken met chemische stoffen brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. De veiligheid van u en uw collega’s ligt letterlijk in uw handen. Met de nieuwste versie van Chemiekaarten® beschikt u over de meest complete en actuele informatie om veilig te kunnen werken met chemische stoffen en heeft u geactualiseerde kaarten met de meest recente etiketteringsgegevens bij de hand. Ook zijn de voor Reach noodzakelijke veilige grenzen (DNELs en PNECs) toegevoegd aan de nieuwste editie.

Meer informatie of bestellen? www.sdu.nl/chemiekaarten


85% van de CEO’s weet niet welke chemische stoffen aanwezig zijn in hun bedrijf Dat levert een groot gevaar op voor de gezondheid van uw medewerkers. En is bovendien zeer schadelijk voor de continuïteit van de onderneming. Temeer omdat ondernemingen en hun leveranciers die niet voldoen aan een deugdelijke administratie van chemische producten door de komende gewijzigde Aanbestedingswet uitgesloten worden van deelname aan tenders. En dat terwijl een goede administratie niet veel tijd en geld hoeft te kosten. Tenminste, wanneer u werkt met Toxic. DOWNLOAD DE WHITEPAPER VAN TOXIC OVER DE NIEUWE AANBESTEDINGSWET OP TOXIC.NL

ALLES ONDER CONTROLE


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.