B&B Brand&Brandweer
oktober 2016
• Crash Tesla gaat nieuwe inzichten opleveren • De rookstopper, simpel en effectief • Vaardigheidstoetsen: de manier om te leren
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Drie slachtoffers bij brand zorgcentrum Krabbendijke
B&B Brand&Brandweer
www.brandenbrandweer.nl
10 jaargang 40
Dé HV-Overall met zwarte band
Nieuw bij PWG Bedrijfsveilige Kleding: Sterk, dynamisch en flexibel!
Hulpverlening bij de brandweer is topsport! De brandweerman of -vrouw wordt veelal ingezet bij HV-werkzaamheden. Het bluspak dat bescherming moet bieden tegen extreme temperaturen is veel minder geschikt om HV-taken uit te voeren. Deze HV-Overall is bijvoorbeeld uitermate geschikt om langdurig in te werken bij een verkeersongeval in de zomer. Deze en tal van andere situaties vragen om dé HV-Overall met de zwarte band van PWG Bedrijfsveilige Kleding B.V. Dé HV-Overall met zwarte band van PWG is sterk, dynamisch en flexibel: • Sterk en soepel • Door de flexibele rug minder maten nodig • In combinatie met de jas een volwaardig bluspak. De zwarte band van elastische stof biedt de drager belangrijke voordelen: • Optimale pasvorm • Volop bewegingsvrijheid • Sterk verhoogd draag- en werkcomfort. Meer weten? Eerst zien? Bel: 0113 213 440
PWG BEDRIJFSVEILIGE KLEDING B.V. POSTBUS 103, 4460 AC GOES TEL: 0113 213440 • FAX: 0113 232675 INFO@PWG.NL • WWW.PWG.NL
INHOUD
nummer 10 oktober 2016
Coverstory 10
31
Drie slachtoffers bij binnenbrand in zorgcentrum in Krabbendijke
Er is niet één factor aan te wijzen die ervoor zorgt dat schoorsteenbranden worden veroorzaakt. Diverse factoren beïnvloeden elkaar, blijkt uit het rapport Schoorsteenbrand binnen de VNOG.
Hoewel de brandweer bij een binnenbrand bij woonzorgcentrum Ter Weel in Krabbendijke snel ter plaatse is, komen drie personen om het leven. Zes andere bewoners worden gered. 32
Artikelen 14
18
36
Extreme crash Tesla gaat nieuwe inzichten opleveren
Focus brandpreventieweken: deuren sluiten en hoorbare rookmelders
38
Terrorismegevolgbestrijding, voorbereiden op het onbekende De aanslagen in Parijs en Brussel hebben de Nederlandse hulpverleningsdiensten op scherp gezet. Zowel landelijk als regionaal bereidt de brandweer zich voor op het bestrijden van de gevolgen van een aanslag. Maar hoe doe je dat, als je geen duidelijk scenario hebt voor een aanslag?
Op de cover: Een felle binnenbrand kost drie bewoners van een woonzorgcentrum het leven.
Kennis delen centraal tijdens Brandveilig Leven Innovatie Event Het uitwisselen van kennis tussen marktpartijen, instellingen en de brandweer stond centraal tijdens het eerste Brandveilig Leven Innovatie Event. Een impressie van de dag.
‘Hé doe de deur dicht’, is dit jaar het thema van de Brandpreventieweken. Dit is gebaseerd op het rapport Gebrand op inzicht van de Brandweeracademie van het IFV dat vorig jaar september verscheen. 27
Vaardigheidstoetsen: ‘Een mooiere manier om te leren is er niet’ Het seizoen van de vaardigheidstoetsen zit erop. De organisatie blikt terug en we maken kennis met de winnaars. Hoe hebben zij de vaardigheidstoetsen beleefd?
De hulpverlening bij een zwaar ongeluk met een Tesla begin september was zeer complex. Door een uiteengereten accu kon elektrocutie bij de inzet een aantal uur niet worden uitgesloten. 20
De rookstopper, simpel en effectief De rookstopper voorkomt dat de rook zich verder door een gebouw kan verspreiden en is een makkelijke en effectieve manier om de deurcontrole te doen. Hans Nieling en Eus Heugens delen hun ervaring.
Stephan Wevers: ‘We moeten blijven investeren in innovatie’ Innovatie op de vakinhoud en verbinding met het veld. Dat waren twee belangrijke speerpunten voor Stephan Wevers toen hij vijf jaar geleden aantrad als voorzitter van Brandweer Nederland. Hoe kijkt hij terug op de afgelopen vijf jaar? En wat wil hij de komende jaren doen?
Veel factoren van invloed op ontstaan schoorsteenbranden
Rubrieken 5 6 23 35 41 42
Van de redactie Actueel Brandweer Nederland Onder de Helm Geschiedenis Brandweer Buitenland
Fotografie: Robbert van Beveren.
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
3
Aanbestedingsreglement Werken 2016 NIEUW Procedures en -voorwaarden voor de aanbesteding van Europese en nationale overheidsopdrachten
Het nieuwe Aanbestedingsreglement Werken 2016 (ARW 2016) bevat het Aanbestedingsreglement waarin de standaardprocedures en -voorwaarden voor de aanbesteding van Europese en nationale overheidsopdrachten inzake de uitvoering van werken zijn opgenomen. Dit reglement is, bij de aanbesteding van werken, verplichte stof voor de aanbestedende diensten en wordt van harte aanbevolen voor integrale toepassing bij opdrachten voor werken en aan werken gerelateerde leveringen en diensten. Een breed gebruik van dit reglement verbetert de herkenbaarheid, verlaagt de administratieve lasten en leidt zo tot een verbetering van de aanbestedingspraktijk.
Meer informatie op sdu.nl
VAN DE REDACTI E
Van een warme zomer naar een warmer najaar!
O
p de laatste warme dag van dit jaar (14 september, 31 °C in Zaanstad) vraag ik me af of het juist deze temperatuur is die bijdraagt aan de verhitte discussies en gemoederen die ik overal om mij heen zie ontstaan. En nee, dan bedoel ik niet de discussies die gevoerd worden door en rondom onze collega’s met betrekking tot de onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers over het FLO-overgangsrecht. En nee, ook niet op de vraag of Rusland al dan niet een coup heeft gepleegd op het voorzitterschap van de UEFA ten nadele van Michael van Praag of de door vloggers veroorzaakte maatschappelijke onrust. Ik doel wel op een onderwerp wat de veiligheid van de inwoners van onze regio’s en onze collega’s in de operationele dienst direct raakt: het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen, een onderdeel van het nieuwe omgevingsrecht. Minder zichtbaar, maar met mogelijk zeer grote consequenties. Het nieuwe omgevingsrecht is een van de grootste wetgevingsoperaties die de komende jaren zijn beslag moet krijgen. Grote, met name economische, belangen zijn hiermee gemoeid. De afgelopen jaren is met veel partijen, waaronder onze eigen brandweerorganisatie breed overleg gevoerd. Voor ons van groot belang, omdat het in de voorgenomen regelgeving niet een automatisme is dat bij de bouwaanvraag ons advies wordt ingewonnen dan wel controle op de bouw door ons plaatsvindt. Waarbij dan onmiddellijk twee vragen opkomen. Ten eerste: op welke, afdoende, wijze wordt dan de brandveiligheid voor onze inwoners gegarandeerd? Ten tweede: hoe is het dan gesteld met de voor onze operationele inzet benodigde informatievoorziening? Kunnen we nog veilig optreden of kunnen we er per definitie niet meer vanuit gaan dat een veilig optreden mogelijk is? Waar kunnen we op vertrouwen? Het doel van de wet is de kwaliteit in de bouw te verbeteren. Dat is een mooi streven. Wie kan daar nou op tegen zijn? De markt is verantwoordelijk voor het bouwen conform de regelgeving. De overheid houdt hier toezicht op. Verschillende pilots en experimenten worden momenteel uitgevoerd om te zien in hoeverre het op de tekentafel bedachte eindplaatje in praktijk kan worden uitgevoerd.
de Vereniging Bouw en Woningtoezicht in de stuurgroep kwaliteitsborging. Een bijzonder heet signaal, omdat de vereniging ten principale nog steeds voorstander is van een stelsel waarbij de markt zelf de kwaliteit gaat organiseren, waarbij de overheid deze controleert. Iets dat ongetwijfeld de komende maanden nog hard door zal klinken in het wetgevingsproces. Het knetterde dus even in alle hevigheid. Op hetzelfde moment lijkt het erop dat het maken van afspraken over de verplichte adviesrol van de brandweer dan wel veiligheidsregio bij, kort gezegd, complexe objecten en de borging hiervan in de regelgeving niet vanzelfsprekend is. Veel overleg, gesprek en discussie blijkt tot op het allerlaatste moment noodzakelijk om de veiligheidsbelangen van onze inwoners en onze eigen collega’s hoog op de agenda te houden. Dit terwijl er de afgelopen jaren tal van voorbeelden zijn geweest waarbij gebleken is dat integrale afstemming tussen bevoegd gezag en veiligheidsregio, versterkt kan worden. Zal dit ook leiden tot een heet signaal? Wie zal het zeggen. Natuurlijk zijn beide cases van verschillende orde van grootte. Maar duidelijk wordt dat bij omvangrijke wetgevingsoperaties, of het nu gaat om bovengenoemd omgevingsrecht of bijvoorbeeld de op 1 januari 2015 in werking getreden decentralisaties in het zorgdomein, de belangen groot zijn en een constante alertheid van partijen vereisen. Ik ga er vooralsnog vanuit dat het goed komt met de hiervoor genoemde noodzakelijke borging. De komende maanden zal dit duidelijk moeten worden. Wellicht dat dit de (gevoels)temperatuur ten goede komt! Marcel van Galen
Vanuit deze praktijktoetsen komen nu de eerste resultaten. Op z’n zachtst gezegd blijkt het allemaal niet zo mooi als bedacht. Grove fouten in de bouw, noodmaatregelen genomen door Bouw- en Woningtoezicht vanwege constructieve onveiligheid en oppervlakkige toetsing van constructieve veiligheid, bouwfysica en gebruiksveiligheid. Zo kan ik nog wel even doorgaan. In antwoord op Kamervragen gaf de minister aan dat Bouw- en Woningtoezicht al jarenlang niet functioneert en dat daarom een ander stelsel nodig is. Een vreemde redenering. Dit antwoord heeft vervolgens weer geleid tot (voorlopige?) intrekking van de deelname van
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
5
ACTU E EL
Vervolging vanwege nalatigheid in brandveiligheid De verhuurder van het pand aan De Kelders in Leeuwarden, waar in 2013 als gevolg van een brand een jongeman om het leven is gekomen, wordt vervolgd voor dood door schuld. Volgens het gerechtshof in Leeuwarden is de verhuurder aanmerkelijk nalatig geweest in zijn verplichting om toe te zien op de veiligheid van de door hem verhuurde appartementen. Eerder bleek uit onderzoeken van de Inspectie Veiligheid en Justitie en Brandweer Nederland dat de constructie van de panden op een aantal punten niet voldeed aan de minimale eisen van het Bouwbesluit 2012 en evenmin aan de vergunningsvoorwaarden. ding voldeed niet aan de huidige eisen doordat oude openingen dichtgemetseld waren of met hout dicht waren gemaakt. Er waren toegangen en openingen in de wand waar de rook doorheen kon komen. Dat in de bouwvergunning zowel op de tekening als in de tekst stond dat de brandwerende muur een voorwaarde was voor het verlenen van de bouwvergunning, was de verhuurder niet bekend. Deze brandwerende scheiding had het slachtoffer tenminste veertig minuten de tijd moeten geven om veilig te vluchten. De verhuurder ging ervan uit dat het pand in orde was, omdat hij bouwkundig nooit iets had veranderd. Het gerechts-
De brand Op 19 oktober 2013 brak in een kledingwinkel in het centrum van Leeuwarden brand uit. Bij aankomst van de brandweer was de brand al uitslaand en breidde zich snel uit. De brandweer had veel moeite met het bestrijden van de brand. ‘Het was ongelooflijk hoe snel deze brand en ook de rook zich uitbreidde’, stelde Officier van Dienst Marko Fennema in Brand&Brandweer 11/12 2013. ‘We hadden verwacht dat het langer zou duren voordat het over zou slaan naar naastgelegen panden.’ In totaal zijn vijf winkels en elf woningen door de brand verwoest. Fotografie: Jochem Schuiling
De verhuurder heeft, sinds hij het pand in 1997 kocht, geen enkele verbouwing laten uitvoeren en heeft de destijds in 1985 verstrekte bouwvergunning nooit gezien. Enkele weken voor de koop is hij met de toenmalige bouwinspecteur van Gemeente Leeuwarden door het pand gegaan. De bouwinspecteur had daarbij geen opmerkingen en heeft bovendien geen wijzigingen geconstateerd sinds de verbouwing in 1985. Pas na de brand las de verhuurder dat er een brandwerende scheiding had moeten zitten tussen de trap naar de woning en de bergruimte van de kapsalon aan de Kelders 33 die door de brand is verwoest. Deze schei-
hof vindt dat de verhuurder door niet te controleren of zijn pand voldeed aan de brandveiligheidseisen, aanmerkelijk nalatig is geweest in zijn verplichting om toe te zien op de veiligheid van de door hem verhuurde appartementen. Hiermee heeft hij het leven van de huurders in gevaar gebracht, daarom wordt hij vervolgd voor dood door schuld.
6
nummer 10 oktober 2016 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
Fotografie: Ginopress
Actueel
VNG en vakbonden hervatten onderhandeling FLO-overgangsrecht De vakbonden en de werkgevers in de Brandweerkamer hervatten de onderhandelingen over het FLOovergangsrecht. De onderhandelingen zijn voor de zomer stil komen te liggen, omdat beide partijen er niet uitkwamen. ‘Het rapport van verkenner Kees Vendrik biedt voldoende aanknopingspunten om het overleg te hervatten’, aldus Bert de Haas van FNV Overheid. Vendrik prestenteerde zijn rapport begin september. De achterbannen van beide partijen hebben zich geschaard achter het rapport, waardoor de vakbonden en werkgevers weer om tafel gaan. De vakbonden gaan door met acties tot een resultaat is bereikt, maar de acties zullen volgens de FNV niet verharden zolang de werkgevers niet korten.
Brand&Brandweer
Koning bij opening Brandweercongres Bij de opening van het Brandweercongres op 6 oktober houdt Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander een speech. Aansluitend brengt hij een bezoek aan de Twente Safety Campus. Het Brandweercongres heeft dit jaar honderd jaar samenwerkende brandweer als thema. Het werkbezoek aan de Twente Safety Campus van Brandweer Twente staat in het teken van Veiligheid Denken, Doen en Beleven. Bij de Risk Factory Twente ervaren kinderen van groep acht en kwetsbare senioren in nagebootste praktijksituaties (on)veiligheid en leren ze door middel van interactieve veiligheidsscenario’s hoe ze moeten handelen. De Koning kijkt mee bij een schoolklas die enkele scenario’s beleven. Bij het Safety Field Lab en Troned praat de Koning ook met experts over het trainen van veiligheidsprofessionals en het belang van samenwerking met bedrijven, het onderwijs, kennisinstituten en andere veiligheidspartners. Ook worden diverse demonstraties gegeven over hoe een brand verloopt, hoe deze kan worden geblust en hoe onderzoek wordt gedaan naar oorzaken van brand.
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
7
ACTU E EL
Brandweeracademie publiceert casuïstiek ondergeventileerde branden De Brandweeracademie van het IFV heeft het afgelopen jaar diverse casussen over ondergeventileerde branden in woningen en bedrijfsgebouwen verzameld. De casussen zijn gebundeld in Casuïstiek ondergeventileerde branden. Met de publicatie wil de Brandweeracademie het gesprek over ondergeventileerde branden op gang brengen. Uit de analyse van de casussen blijkt dat het niet altijd eenvoudig is om vast te stellen of een brand smoort door zuurstofgebrek of door een gebrek aan brandstof. In slechts vijf van de 26 casussen is met enige zekerheid te zeggen dat ze ondergeventileerd zijn. Opvallend is volgens de Brandweeracademie dat in de woningen de branden meestal niet tot een flashover komen en in de woningen de meeste branden zijn geblust met een HD-straal. Ook valt op dat door het binnentreden van de woning of door het ventileren meestal een snelle branduitbreiding optrad. Verschillen zijn er in de hoogte van de rooklaag en de temperatuur en in de mate waarin vlammen al dan niet te zien zijn. Casuïstiek ondergeventileerde branden is te downloaden via www.ifv.nl.
IJle Stelstra gestart als directeur brandweer IJle Stelstra is op 1 september gestart als directeur brandweer binnen de directie van het IFV. Het is een nieuwe functie die moet bijdragen aan de versterking van het IFV als ondersteunende organisatie voor de veiligheidsregio’s. ‘Het is mijn drive om het brandweerveld nog meer te verbinden met de kennis en inzet van het IFV. Doel is dat het IFV echt wordt gezien als de landelijke ondersteuningsorganisatie voor Brandweer Nederland’, aldus Stelstra. ‘Ik ga mij ook richten op het versterken van de samenwerking tussen de brandweer en de andere kolommen. De werkervaring die ik in de afgelopen jaren binnen de brandweer heb opgedaan, kan ik hierbij goed gebruiken.’
Staatsbosbeheer intensiveert samenwerking met hulpdiensten De boswachters van Staatsbosbeheer met een handhavingsbevoegdheid gaan intensiever samenwerken met de brandweer, politie en andere hulpdiensten. De boswachters worden aangesloten op C2000 om de communicatie te verbeteren. Staatsbosbeheer investeert bovendien ook op organisatorisch vlak en in de opleidingen in de samenwerking met de hulpdiensten. ‘Net als in stedelijk gebied, kom je in de natuur ook weleens zaken tegen waarbij assistentie van brandweer, politie of ambulance vereist is. Met dit systeem en de intensievere samenwerking kunnen we adequater en sneller handelen’, aldus boswachter Erik van der Spek van Staatsbosbeheer.
8
nummer 10 oktober 2016 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
Actueel
Fotografie: Ginopress
Schoolbrandweerwedstrijden laten jeugd kennismaken met brandweer Brandweer Maasland heeft in september de jaarlijkse schoolbrandweerwedstrijden georganiseerd voor de groepen acht van de drie basisscholen in de gemeente. ‘Het is ontzettend leuk om te zien hoe enthousiast de kinderen reageren op de cursusavonden en de wedstrijden’, vertelt Carsten Alsemgeest van de brandweer Maasland. De teams worden in drie avonden getraind voor de wedstrijden. Ieder team bestaat uit een bevelvoerder, pompbediende en de nummers een, twee, drie, vier, vijf en zes. ‘Op de eerste twee avonden leggen we uit wat de taakverdeling is en wie welke spullen moet meenemen naar de wedstrijd. Daarnaast leggen we de spellen uit’, aldus Alsemgeest. ‘Tijdens de derde oefenavond leren we ze het spuiten in de praktijk. Dat is natuurlijk het mooiste onderdeel.’ Tijdens de wedstrijd moet het team in drie spellen zoveel mogelijk punten zien te scoren. Voordat aan de spellen begonnen kan worden, moeten de kinderen eerst zorgen dat ze water op de slang krijgen. ‘Ze moeten zelf hun watervoorziening vanaf de TS aanleggen. Vervolgens krijgt ieder koppel een opdracht. De nummers één en twee moeten een set huisjes blussen. De nummers drie en vier moeten in een schuine balk ballen omhoog spuiten en de nummers vijf en zes moeten blokken op een balk omver spuiten. Op de balk staan allerlei blokken met en zonder letters. De kinderen moeten ervoor zorgen dat de letters van het woord Maasland blijven staan. Tijdens de hele wedstrijd moet de bevelvoerder de juiste commando’s geven en de pompediende krijgt vragen over de pomp.’ De leden van de jeugdbrandweer ondersteunen de instructeurs zowel tijdens de cursusavonden als tijdens de wedstrijden. ‘Ze controleren bijvoorbeeld of alle slangen goed zijn gekoppeld.’ Ieder jaar opnieuw zorgen de wedstrijden voor veel strijd tussen de scholen, laat Alsemgeest weten. ‘Het enthousiasme spat ervan af. Er zijn zelfs kinderen die het zo leuk vinden dat ze zich aanmelden bij de jeugdbrandweer.’
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
9
bran d van de maan d
Drie slachtoffers bij binnenbrand in zorgcentrum in Krabbendijke
Het Zeeuwse dorp Krabbendijke wordt op 28 augustus opgeschrikt door een binnenbrand in woonzorgcentrum Ter Weel. Hoewel de brandweer snel ter plaatse is, komen uiteindelijk drie personen bij de brand om het leven. Zes andere bewoners worden gered door hen eerst in hun appartement te laten zitten tot de vluchtweg is geventileerd.
10
nummer 10 oktober 2016 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
bran d van de maan d
Via het plat dak kunnen de brandweerlieden makkelijk de binnenbrand bestrijden. Fotografie: HV Zeeland
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
11
Fotografie: ANP
bran d van de maan d
De slachtoffers worden met behulp van de hoogwerker naar beneden gehaald.
Door Jildou Visser
E
erste bevelvoerder Maarten van Rossum wordt die middag even voor half 5 gealarmeerd voor een automatische melding van het OMS in het woonzorgcentrum. ‘Ik zat bij een verjaardag. Ik was in de veronderstelling dat het loos alarm was, dus ik riep nog “Tot zo!”. Dat bleek anders uit te pakken.’ Aanrijdend krijgt de bevelvoerder van de alarmcentrale te horen dat er brand is en dat is opgeschaald naar middelbrand. Ook Officier van Dienst (OvD) Tonny van de Borgt wordt dan gealarmeerd. Tijdens het aanrijden schaalt hij op naar grote brand en GRIP1. ‘Je weet dat er mogelijk slachtoffers zijn en het een multidisciplinaire inzet wordt. Bovendien zorgt brand in een woonzorgcentrum voor behoorlijk wat publiciteit, dus ook communicatie is nodig.’ Van Rossum: ‘Aanrijdend had ik nog net tijd om vier man ademlucht om te laten hangen en toen waren we er al. De bhv stond bij de hoofdingang te wijzen dat we beter een stuk door konden rijden naar de zijkant van het gebouw. Daar zagen we op de tweede verdieping de rook uit een appartement komen. De nummers een en twee heb ik naar de hoofdingang gestuurd om daar bij de bhv informatie te vergaren. De nummers drie en vier zijn via de brandtrap omhoog gegaan naar de tweede verdieping. Zij kwamen al snel terug met de melding dat ze via het plat dak waar de brandtrap op uitkwam, bij de brandruimte konden komen. Zij hebben een HDstraal mee naar boven genomen om een eerste blussing te doen. Ik heb de nummers vijf en zes ook ademlucht laten omhangen om voorbij drie en vier te gaan verkennen.’ De eerste TS is met negen 12
nummer 10 oktober 2016 - Sdu Uitgevers
man aangereden en heeft daardoor drie extra mensen beschikbaar. ‘Die konden we goed gebruiken.’ De nummers één en twee horen al snel van de bhv dat op de tweede verdieping tot halverwege de gang alles vol staat met rook en de bhv de woningen dus niet kan ontruimen. De overige verdiepingen worden door de bhv ontruimd. ‘De nummers één en twee zijn daarop de situatie op de tweede verdieping verder gaan verkennen. Ik heb zelf ook ademlucht omgehangen en ben via de brandtrap naar boven gegaan’, aldus Van Rossum. Hij ziet op de tweede verdieping dat het gaat om een ver ontwikkelde brand. ‘De rook was zwart en de temperatuur hoog. Drie en vier waren binnen bezig met rookgaskoeling, maar moesten zich vanwege de hitte terugtrekken. Aan de zijkant vanaf het plat dak konden ze een raam intikken, om zo de hitte en rook te verdrijven en van daaruit te blussen. Daarna konden ze weer naar binnen.’ Inmiddels is ook de tweede TS ter plaatse. Zij worden door Van Rossum ingezet op een vluchtige verkenning van de eerste verdieping. Terwijl vijf en zes zich gereed maken om naar binnen te gaan, besluit de bevelvoerder op de tweede verdieping alvast een vluchtige verkenning te doen met de warmtebeeldcamera. ‘Ik liep de brandruimte voorbij en zag in de woning ernaast twee mensen liggen. Ik heb hard geroepen dat ik slachtoffers had gevonden. De nummers vier en vijf zijn gekomen om de vrouw mee naar buiten te nemen. Vervolgens hebben de nummers vier en zes de meneer nog mee naar buiten genomen. Daar hebben ze, samen met de collega’s die vanwege het nakomprotocol zijn gekomen, geprobeerd beide slachtoffers te reanimeren.’ Van Rossum gaat dan weer terug naar binnen om verder te verkennen, samen met de bemanning van de tweede TS, want op de eerste verdieping is niets aan de hand. Zijn nummers een en
Brand&Brandweer
bran d van de maan d
gevonden. Dat heb ik ter plaatse met de collega’s gedeeld. Dan vallen er veel dingen op z’n plek.’ In de verschillende nabesprekingen is ook extra aandacht voor de nummer vier van de eerste TS. ‘Hij is nog een aspirant en was net geslaagd voor het onderdeel brand. Tijdens de inzet heeft hij twee slachtoffers naar buiten gebracht. Dat is heftig. Daarna gaf hij ook direct aan dat hij graag wilde stoppen met de inzet, die ruimte hebben we hem gegeven.’
De plattegrond van de tweede verdieping met daarop de rookverspreiding.
twee hebben in de tussentijd in drie appartementen in totaal zes personen aangetroffen. ‘Die hebben we eerst in hun woning laten zitten, daar was het veilig, de vluchtweg stond nog vol rook. Verder zaten veel deuren op slot. We kregen het vermoeden dat deze niet bewoond waren. Dat is later ook bevestigd. In het appartement schuin tegenover de brandruimte troffen de nummers een en twee een vrouw bewusteloos in haar stoel aan. Ze hebben haar naar buiten gebracht. Ze had nog hartritme en heeft zuurstof toegediend gekregen. Beide vrouwelijke slachtoffers zijn met het redvoertuig naar beneden gebracht en met de ambulance vervoerd naar het ziekenhuis.’ Tijdens de verkenning is de brand al onder controle en wordt gestart met de ventilatie. In het appartement zijn nog wat kleine vuurhaarden die worden afgeblust. De vierde TS neemt de nabluswerkzaamheden van de eerste TS over, zodat de bemanning van de eerste TS ter plaatse tijd heeft voor een korte nabespreking en kan terugkeren naar de kazerne. Het duurt dan nog een tijd voordat OvD Tonny van de Borgt het sein brand meester durft te geven. ‘Dat heb ik pas om 19.24 uur gedaan, de brand was toen al even uit. Ik wilde zeker weten dat er geen vuurhaarden meer tussen de plafonds of op andere verborgen plaatsen zaten. Met name vanwege de aard van het gebouw waarin kwetsbare ouderen wonen, ben je extra voorzichtig.
Valkuil De brand in het woonzorgcentrum heeft volgens Van Rossum iedereen weer op scherp gezet. ‘Het is een grote valkuil als je meerdere keren achter elkaar een loos OMS-alarm hebt op hetzelfde adres. In Krabbendijke hebben we niet zoveel meldingen per jaar, een deel van de meldingen is ook nog eens loos. Het is lastig om dan scherp te blijven. Ik ben in die valkuil getrapt. Desondanks heeft de inzet er niet onder geleden’, vertelt Van Rossum. ‘Ik zit ook bij de beroepsbrandweer van de luchtmacht, bij vliegtuigbrandbestrijding hebben we een wettelijke aanrijtijd van twee minuten. Daar leer je om ontzettend snel te schakelen. Maar we moeten ons wel realiseren dat we scherp moeten blijven op OMS-alarmeringen. 99 keer tref je een loos alarm, maar de honderdste keer is het echt.’ Ook Van de Borgt heeft een leerpunt overgehouden aan dit incident. ‘Ik vind dat ik te laat heb gecontroleerd of de ontruiming van alle andere verdiepingen door de bhv goed is gegaan. Ik hoorde wel in de berichten voorbij komen dat het goed liep, maar heb het niet persoonlijk gecontroleerd.’ ■
Conclusies brandonderzoek Brandonderzoeker Rinus Corbijn van Veiligheidsregio Zeeland wordt anderhalf uur na het uitbreken van de brand gealarmeerd. ‘Ter plaatse ben ik begonnen met het interviewen van de bevelvoerder en het uitlezen van de brandmeldinstallatie. Ik was verrast door de hoge temperaturen en de rookverspreiding. Binnen vijf minuten stond de hele afdeling vol rook.’ Uit de analyse van de brandmeldinstallatie blijkt volgens Corbijn dat als eerste de brandmeldinstallatie in het appartement van de bewoonster is afgegaan. Via de open deur heeft
Nazorg Diezelfde avond wordt op de kazerne Krabbendijke een nabespreking gehouden waar ook de centralist en het ambulancepersoneel aanschuiven. ‘Het is erg fijn om ook die kant van het verhaal te horen en met de tijden erbij het beeld compleet te maken’, aldus Van Rossum. ‘We zijn 55 seconden na het OMS-alarm gealarmeerd, in 3.55 minuten waren we weg en anderhalve minuut later waren we ter plaatse. Dat kan niet veel sneller. Toch waren we niet in staat om de mensen te redden. Hoewel je weet dat je niets meer voor de slachtoffers kon betekenen, doet het toch zeer. Daarnaast lieten de ambulanceverpleegkundigen weten dat de twee zwaar gewonde oude dames een zwaar inhalatietrauma hadden opgelopen.’ Ook de avond erna, wordt het incident nog eens nabesproken. Van Rossum: ‘Behoefte aan het BOT was er niet. We hebben een oud-brandweerman die nog steeds betrokken is, maar geen lid meer van de blusploeg is. Hij ligt goed in de groep en voelt situaties goed aan. Ik heb hem gevraagd om die avond aan te schuiven. Die avond kwam vanuit de groep de wens om nog eens ter plaatse te kijken. Dat heb ik de dinsdag geregeld en woensdag zijn we er met de groep nog geweest. De recherche had toen ook de brandoorzaak
Brand&Brandweer
de rook zich verspreid naar de hal. Doordat ook de deur van de buurman openstond, heeft de rook zich ook uitgebreid naar die woning. ‘Daarna heeft de rook zich naar de zusterspost aan het einde van de gang, verspreid. Hoe dat kan, weten we niet. Waarschijnlijk is dit door een openstaand raam gebeurd. We konden ook zien dat de kamer schuin tegenover de brandruimte twee minuten na de eerste melding volledig in alarm is gegaan. Dat betekent dat mevrouw de deur heeft geopend. Zij heeft toen vermoedelijk hete rook ingeademd, waardoor ze een inhalatietrauma opliep.’ In samenwerking met de recherche doet Corbijn ook onderzoek naar de brandoorzaak. ‘Door de intense brand, hebben we de precieze oorzaak niet kunnen achterhalen. We weten dat het vuur laag is ontstaan en dat het dus is veroorzaakt in een stekkerblok in combinatie met een ventilator. Wat de precieze oorzaak is, weten we niet. Wat we ook niet weten is in hoeverre de ventilator een rol heeft gespeeld in de snelle rookverspreiding, want op een zeker moment is de elektrische groep eruit gesprongen. Duidelijk is wel dat de open deuren bepalend zijn geweest. Als mevrouw de deur had gesloten, waren er waarschijnlijk minder drie slachtoffers te betreuren.’
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
13
I ntervi ew
Stephan Wevers: ‘Ik houd graag vast aan de koers die we hebben uitgestippeld.’
Stephan Wevers: ‘We moeten blijven investeren in innovatie’ Innovatie op de vakinhoud en verbinding met het veld. Dat waren twee belangrijke speerpunten voor Stephan Wevers toen hij vijf jaar geleden aantrad als voorzitter van Brandweer Nederland. Hoe kijkt hij terug op de afgelopen vijf jaar? Wat heeft hij op deze speerpunten bereikt? En wat wil hij de komende jaren doen? Door JILDOU VISSER Fotografie John Voermans
Hoe kijkt u terug op uw eerste vijf jaar als voorzitter van Brandweer Nederland? et was een drukke en boeiende periode waarin veel is veranderd. Als je terugkijkt, kun je je bijna niet meer voorstellen hoe onze organisatie er vijf jaar geleden voor stond. In 2011 waren er 460 korpsen en bestond de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) nog. Nu hebben we het instituut Brandweer Nederland dat de 25 korpsen verbindt en de brandweer op een hoger niveau wil brengen. Ook gelieerde organisaties als Jeugdbrandweer Nederland en het Algemeen Brandweer Wedstrijd Comité (ABWC) voelen zich steeds meer thuis bij Brandweer Nederland. De regionalisering, het bouwen van 25
‘H
14
nummer 10 oktober 2016 - Sdu Uitgevers
korpsen, was een flinke operatie. Dat we die met z’n allen goed door zijn gekomen is een grote prestatie. Natuurlijk zijn daarin ook dingen niet goed gegaan, maar al met al is het redelijk soepel verlopen. Daar ben ik trots op. Ook op vakinhoudelijk gebied hebben we resultaten behaald. Bij mijn aantreden stond Brandveilig Leven in de kinderschoenen, daarin zijn flinke stappen gezet. Het project Versterking Brandweeronderwijs is opgezet en afgerond en brandonderzoek heeft een ontwikkeling doorgemaakt.’ Hoe kijkt u aan tegen de rol en de positie van de brandweer binnen de veiligheidsregio’s? ‘De brandweer heeft een sterke rol binnen de regio’s, daar hebben we weleens last van. Soms lijkt het alsof de regio’s van de brandweer zijn, dat is niet zo. Tegelijkertijd biedt onze sterke positie ook voordelen. De veiligheidsregio’s zijn ontstaan vanuit een netwerkgedachte waarin alle hulpverleningsdiensten vertegenwoordigd
Brand&Brandweer
I ntervi ew
zouden zijn. De politie, meldkamers, GHOR en brandweer zouden allemaal eenzelfde schaalgrootte krijgen. Dit zou de samenwerking makkelijker maken. De Nationale Politie en de Landelijke Meldkamerorganisatie zijn nu anders ingericht. Dat is een realiteit waar we mee te maken hebben.’ Hoe ziet u vanuit de sterke positie die de brandweer in de regio heeft, de samenwerking tussen de Raad van Brandweercommandanten (RBC) en de Raad van Directeuren Veiligheidsregio (RDVR)? In hoeverre is op termijn een integratie van beide te verwachten? ‘De brandweer is een herkenbaar en sterk instituut. We zijn een belangrijke speler in de regio, maar de regio en dus de RDVR heeft ook andere taken. De samenwerking tussen de RBC en de RDVR is prima. Ik geloof dat dat ervoor zorgt dat we een sterker geluid kunnen laten horen richting de ministeries. Dat is belangrijk. We zijn er niet bij gebaat om structuren fors te veranderen. Het gaat altijd om de manier waarop je samenwerkt, niet om de structuur.’ De regio’s bestaan nu een aantal jaar. In hoeverre werken zij onderling voldoende samen? ‘De samenwerking gaat beter dan vijf jaar geleden, maar kan nog veel beter. De vraag is hoe hoog je de lat legt. De brandweer kun je vergelijken met topsport. Iedere topsporter ziet mogelijkheden waar het beter kan. Ik ook. Het is als een elastiek dat je steeds verder oprekt, daarin staan we aan het begin. In bijvoorbeeld de Faciliteit Landelijke Inkoop Brandweer Nederland (FLIB) gaat de samenwerking goed. Daarin hebben de regio’s samen al veel bereikt. Op andere vlakken staat het nog in de kinderschoenen, zo leren we te weinig van elkaar. Dat is met de vorming van de regio’s en de introductie van de leerarena’s fors verbeterd, maar we kunnen nog veel meer van elkaar leren. Ook in de markt is veel kennis beschikbaar. Maak daar gebruik van. We hebben de neiging om eerst naar onszelf te kijken, maar kunnen de kennis soms makkelijker elders opdoen.’ Wat waren de minder leuke momenten in uw eerste vijf jaar als voorzitter van Brandweer Nederland? ‘Het meest trieste dat we in ons werk mee kunnen maken, is het overlijden van een brandweercollega als gevolg van het werk. 4 augustus 2014, de dag dat John Impink omkwam tijdens een duikinzet in Koedijk, is de meest zwarte dag van de afgelopen vijf jaar. Verder probeer ik altijd zoveel mogelijk om van bedreigingen kansen te maken. Dat is niet altijd makkelijk. Als er flink op de brandweer wordt bezuinigd, is dat slecht nieuws. Als je 100 tot 150 miljoen in moet leveren en de kwaliteit hetzelfde wilt houden, moet je een aantal dingen anders doen. Innovatie kan daarbij helpen. Juist als je met de rug tegen de muur staat, moet je innoveren. Dat is niet simpel, maar het biedt ook nieuwe kansen. En actueel zijn de acties van de collega’s voor een waardig pensioen. Ik blijf het jammer vinden dat we daar aan het begin van dit jaar niet goed uitgekomen zijn. Volgens mij waren we er bijna. Zo’n conflict is nooit leuk, maar ik ga altijd uit van het positieve. Ook hier gaat een oplossing voor komen. Ook de conclusie van een onderzoek van Een Vandaag dat de afstand tussen het management en de werkvloer te groot is, is natuurlijk niet goed. Enerzijds is het logisch dat met de vorming van de regio’s de afstand tussen de werkvloer en leiding groter is geworden. We zitten immers niet meer allemaal op dezelfde locatie. Anderzijds vind ik dat als mensen die afstand te groot vinden, we dat moeten verbeteren.’
Brand&Brandweer
Hoe zou dat kunnen worden verbeterd? ‘Toen deze resultaten naar buiten kwamen, ben ik me af gaan vragen hoe het kan dat dit zo wordt ervaren en wat we eraan kunnen doen. Leiderschap speelt hierin een belangrijke rol. Je moet er zijn voor je mensen, niet alleen bij minder leuke momenten, maar ook bij bijvoorbeeld feestjes, korpsavonden en het uitreiken van lintjes. Wees zichtbaar en voorspelbaar. Stippel een koers uit, houd daaraan vast en communiceer daarover. Wees altijd eerlijk en ga in gesprek. Daar moeten we actief mee aan de slag. Daarnaast moeten we beseffen dat er de afgelopen jaren veel is veranderd. Veranderingen en vernieuwingen kunnen lastig zijn, daarom moeten we ervoor waken dat we niet te veel tegelijk veranderen. Als we nieuwe dingen opzetten, moeten we de mensen van de werkvloer er nadrukkelijk bij betrekken zodat we het samen kunnen vormgeven. Je moet blijven vernieuwen, stilstand is achteruitgang, maar we moeten het wel op de juiste manier aanpakken. Ik ben ervan overtuigd dat we op deze manier de kloof kunnen verkleinen en de verbinding kunnen maken met het werkveld.’ Bij uw aantreden liet u weten dat u samen met de VBV wilde komen tot één personenvereniging om daarmee de verbinding met het veld te borgen. Hoe kijkt u terug op dat traject? ‘Het traject om te komen tot één personenvereniging was hobbelig en is uiteindelijk niet gelukt. Brandweer Nederland en de VBV hebben beide een eigen achterban en eigen belangen, dat kun je niet zomaar samenvoegen. Op het moment dat we dat realiseerden, hebben we naar andere wegen gezocht waarbij we toch op een constructieve manier samen kunnen werken. We hebben structureel overleg, ook met de vakbonden. We hebben meer respect voor elkaar en betrekken elkaar bij veranderingen. Als we het om wat voor reden dan ook niet met elkaar eens zijn, bellen we. Je merkt dat het vaak de toon is die de muziek maakt. Je moet hard zijn op de zaak en zacht voor de mensen, niet andersom. Deze manier van samenwerken houdt ons beide bij de les en werkt voor nu prima. Mocht dat in de toekomst veranderen, dan moeten we zoeken naar andere manieren om samen te werken.’ Innovatie op de vakinhoud was een tweede speerpunt. Wat heeft u op dit terrein bereikt? ‘Er wordt volop geïnnoveerd, op alle terreinen binnen de brandweer. In het repressief optreden zijn met bijvoorbeeld het kwadrantenmodel vernieuwingen doorgevoerd, we doen veel onderzoek, we zijn bezig met Uitruk op Maat, er ontstaan lesprogramma’s voor Brandveilig Leven en we innoveren met e-learning op het gebied van onderwijs. Ook de ontwikkelingen op het gebied van arbeidshygiëne zijn een belangrijke vernieuwing. Belangrijk bij alle innovaties is dat de mindset juist is. Er moet ruimte zijn om te innoveren. Nieuwe ideeën ontstaan vaak op de werkvloer. Als leiding moet je daar ruimte voor creëren en op het juiste moment de parels eruit halen zodat die verder kunnen worden ontwikkeld.’ U noemt Uitruk op Maat als een van de innovaties. In hoeverre is dit een goede innovatie? ‘Het variabel uitrukken is een prachtige innovatie. Misschien mogen we het zelfs niet eens een innovatie noemen, want vroeger toen ik in 1987 bij de brandweer begon, was het heel gebruikelijk om variabel uit te rukken. Bij kleine brandjes rukten we met minder mensen uit. Dat is vanaf 1995 langzaamaan verdwenen en komt nu weer terug. Het proces waarmee het is geïntroduceerd, had hier en daar beter gekund. Dat veroorzaakt weerstand. Je ziet
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
15
Trainingen in het omgaan met
elektrische en hybride auto’s bij brand en ongevallen gericht op brandweerpersoneel
info: 073-5210088 info@firstrespondertrainer.nl
f n e a t e i s v s d a h w h n d d d c e w o i a n c n r l d n a a r a u r e e r u e l B m AAgUitg Bde ieantd&ctue c N a A r a B V Speciaal voor abonnees: · Nieuws en achtergronden · Brand&Brandweer-online (24/7 te raadplegen op iPad en tablet) · Brand&Brandweer-archief (2008 – heden) · Agenda en alertering
www.brandenbrandweer.nl
I ntervi ew
dat mensen zo nu en dan een innovatie te snel kopiëren, zonder het gedachtegoed erachter te kennen. Dan gaat het mis. Daarnaast geeft het problemen op het moment dat wordt afgeweken van het landelijk kader Variabele Voertuigbezetting. Dat het een mooie innovatie is, is nu nog vooral gebaseerd op ervaring en vakmanschap. We zijn bezig om dat te onderbouwen met onderzoek. Samen met een aantal brandweercollega’s van verschillende korpsen brengen we alle inzetten met variabel uitrukken in kaart. Daarbij kijken we bijvoorbeeld naar de effectiviteit en de veiligheid. Het feit dat er verschillende uitrukformaties bestaan, maakt dat de resultaten nog even op zich laten wachten. We kunnen alleen dezelfde varianten met elkaar vergelijken en hebben daardoor veel data nodig om conclusies te kunnen trekken. En de geschiedenis leert ons dat we altijd op zoek zijn naar effectieve en efficiënte werkmethoden. Dit is inherent aan het zijn van vakman.’ Hoe kijkt u aan tegen de ontwikkelingen op het gebied van arbeidsveiligheid? ‘Dit onderwerp raakt iedereen. Je ziet dat wanneer je mensen er zelf verantwoordelijk voor maakt en je ze faciliteert, ze het snel oppakken. De tien quick wins voor het schoon en veilig werken zijn al snel nadat de gevaren van rook en roet uit onderzoek bleken, opgezet en door de rest van Nederland opgepakt. Dit is trouwens een thema dat wereldwijd speelt. Ik ben eind augustus twee weken naar Amerika geweest voor een congres over dit thema. Ze doen daar ook onderzoek naar arbeidsveiligheid, maar het is lastig om die resultaten een op een over te nemen. Brandweerlieden hoeven daar bijvoorbeeld geen medische keuring te doen en je ziet ook dat er in Amerika brandweerlieden zijn die tijdens het werk een hartstilstand krijgen omdat ze te zwaar zijn. In Nederland is dat anders, daarom doen we ook zelf en in Europees verband onderzoek naar arbeidshygiëne. Tot die tijd is het goed dat het schoon werken actief wordt opgepakt. Stilzitten heeft geen nut.’ Op het Brandweercongres vorig jaar maakte u de oprichting van het Brandweerhuis bekend. Hoe staat dat ervoor? ‘Daar zijn we druk mee bezig. Vorig jaar tijdens het congres liet ik weten dat ik hoopte voor de zomer al een blauwdruk te hebben van de plannen voor het Brandweerhuis. De praktijk is weerbarstiger. Je moet iedereen mee zien te krijgen in dezelfde denkrichting en dat kost meer tijd dan ik had gedacht. Dat is jammer, maar we nemen de tijd die we nodig hebben. Voor de zomer hebben we IJle Stelstra benoemd tot directeur brandweer binnen het IFV. Hij is op 1 september begonnen. Samen met hem gaan we plannen maken. Ik hoop dat we op 1 januari 2017 meer duidelijkheid hebben.’ Dit jaar bestaat de georganiseerde brandweer in Nederland honderd jaar. Tijd voor een feest? ‘Het is natuurlijk fantastisch dat de georganiseerde brandweer in Nederland honderd jaar bestaat, maar in deze tijd lijkt het me ongepast om een groot feest te organiseren. In plaats daarvan pakken we extra uit tijdens het honderdste Brandweercongres. De commissie heeft een prachtig programma samengesteld en we hebben met koning Willem-Alexander dit jaar een erg bijzondere gast. Daar zijn we trots op. Honderd jaar is een lange tijd. De afgelopen eeuw georganiseerde brandweer heeft ons veel gebracht. De organisatie heeft veel verschillende namen gehad, maar het gedachtegoed is altijd hetzelfde gebleven. We hebben ons steeds verder ontwikkeld, zijn steeds effectiever gaan werken en hebben
Brand&Brandweer
Stephan Wevers tijdens het Brandveilig Leven Innovatie Event: ‘We moeten met samenwerkingspartners zorgen voor minder branden, minder slachtoffers en minder schade.’
ons efficiënter georganiseerd. Er zijn in de loop der jaren met bijvoorbeeld duiken, technische hulpverlening en rampenbestrijding taken bij gekomen. Als je de brandweer nu vergelijkt met die van honderd jaar geleden, dan is het bijna niet te bevatten hoe het toen was. Hoe de brandweer er over honderd jaar uitziet, kunnen we ons ook niet voorstellen. We zijn slechts voorbijgangers, ik ook. Iedere voorbijganger doet zijn stinkende best om de brandweer verder te brengen en dat is een forse kluif, maar wel één van de mooiste jobs die er is.’ Wat worden de speerpunten voor de komende jaren? ‘Eigenlijk zijn die niet wezenlijk anders dan die uit 2011. Ik houd graag vast aan de koers die we hebben uitgestippeld. Dat betekent dat ik wil blijven inzetten op de innovatie van ons vak en de verbinding met het werkveld. Daar komt bij dat we de komende jaren meer zullen focussen op het vormen van allianties met andere samenwerkingspartners om te zorgen voor minder branden, minder slachtoffers en minder schade. Dan kun je bijvoorbeeld denken aan woningcorporaties voor het plaatsen van rookmelders en woningsprinklers, maar ook aan technisch onderwijs dat oplossingen bedenkt voor onze vraagstukken. De komende jaren komt ook Business Intelligence steeds nadrukkelijker om de hoek kijken. We hebben veel cijfers en statistieken. Het wordt tijd dat we die slim inzetten om ons werk makkelijker en veiliger te maken Zonder inzicht heb je geen uitzicht. Dat sluit ook goed aan bij het rapport RemBrand dat vorig jaar is gepubliceerd. Daarnaast zullen ook allerlei thema’s die te maken hebben met de brandweermens een plek krijgen. Arbeidshygiëne en veiligheid, een modern loopbaanbeleid, het binden en verbinden van onze vrijwilligers en een goed pakket arbeidsvoorwaarden voor onze brandweerlieden. Allemaal mensgerelateerde thema’s die voor een goede uitoefening van ons vak belangrijk zijn. Tot slot moeten we zorgen dat we onszelf goed blijven verkopen. Brandweer is één van de beroepen met het beste imago. Daar zijn en mogen we wel wat meer trots op zijn. We moeten ervoor zorgen dat dat zo blijft. Als we proactiever handelen naar zowel burgers als media, denk ik dat er zelfs meer te halen is uit ons sterke imago.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
17
Tech n isch e Hu lpverlen i ng
Extreme crash Tesla gaat nieuwe inzichten opleveren De impact van het ongeval is enorm. Het beschadigde accupakket is duidelijk zichtbaar.
Het zware ongeluk met de Tesla begin september nabij Baarn was zeer uitzonderlijk. Niet eerder had er een ongeval op die schaal met een elektrisch of hybride voertuig in Nederland plaatsgevonden. Doordat een deel van het losgekomen accupakket in de brand stond, kon elektrocutie een aantal uur niet worden uitgesloten. Een complexe inzet voor de brandweer en andere hulpverleners. Door Casper Ferwerda Fotografie Hans Nederhoff, Team Brand Onderzoek VRU
‘D
e bodemplaat waarin veel gevaarlijke onderdelen van een auto zitten, was volledig uiteengerukt’, vertelt Officier van Dienst (OvD) Bas Gul van het brandweerkorps Baarn. ‘Hierdoor waren we lange tijd niet in staat om het accusysteem onklaar te maken en daarmee zekerheid voor onszelf en andere hulpdiensten te garanderen.’ Het ongeval gebeurde op 7 september vroeg in de ochend op de Hilversumsestraatweg (N415) tussen Baarn en Hilversum. Een 53-jarige man verloor op hoge snelheid de controle over zijn Tesla Model S. Hij overleefde de frontale botsing met een forse boom niet. De bestuurder reed vlak voor de fatale klap 155 kilometer per uur. Hij had daarbij de automatische piloot niet ingeschakeld, stelde Tesla Motors naderhand vast. Elektrocutie Om 5.58 uur worden een TS, een hulpverleningsvoertuig en de OvD gealarmeerd. ‘Tijdens het aanrijden begreep ik uit het contact
18
nummer 10 oktober 2016 - Sdu Uitgevers
met de eenheid ter plaatse dat de bestuurder op slag dood was. Dit was samen de politie en het ambulancepersoneel vastgesteld. Ook hoorde ik dat de onderdelen van de Tesla overal verspreid lagen, waaronder de accu’, vertelt Gul. Hij trof ter plaatse een grote chaos aan. ‘Als ware het vuurwerk schoten onderdelen bij de brandende auto weg, tot ruim honderd meter verderop. We konden daardoor niet ingrijpen, want we wisten niet zeker of er stroom op de auto stond. De kans om geëlektrocuteerd te worden, was aanwezig. Dit heeft Tesla Motors later ook bevestigd.’ Terwijl Gul onderweg was, raadpleegden de aanwezige brandweerlieden het Crash Recovery System (CRS), zoals bij oefeningen ook wordt gedaan. Hierin staat per merk en type voertuig allerhande informatie die cruciaal is voor een inzet. Via een interactieve afbeelding brengt het CRS een voertuig in kaart en wordt duidelijk waar bijvoorbeeld veiligheidscomponenten zich bevinden, waaronder accu’s. Ook zijn deactivatieprocedures beschreven voor alternatieve aandrijvingen. ‘Maar de Tesla lag in dit geval helemaal uit elkaar’, aldus Gul. ‘Deze crash ging een stap verder dan de ongevallen waar het CRS betrekking op heeft. Nog niet eerder is er in Europa zo’n groot ongeval met een elektrische auto gebeurd.
Brand&Brandweer
Tech n isch e Hu lpverlen i ng
Een unieke situatie. Normaal kun je de accu loskoppelen van de aandrijflijn, maar die lag verspreid over de weg. Het CRS bleek dus niet bruikbaar en de risico’s bleven voor ons onbekend.’ Omdat het slachtoffer overleden was, concentreerde de brandweer zich op de eigen veiligheid en die van andere betrokkenen zoals het politieteam verkeersongevallenanalyse. Gul: ‘Wij moesten eerst de omgeving veilig stellen. Omdat het slachtoffer was overleden, had het uit de auto halen van het lichaam minder prioriteit. Was hij nog in leven geweest, dan hadden we er natuurlijk alles aan gedaan om hem eruit te halen en hadden we zelf spanningsmetingen gedaan. Nu kozen we het zekere voor het onzeker.’ Uitzonderlijk ‘Het was een uitzonderlijk incident’, zegt ook Jaap Molenaar, decaan incidentbestrijding bij de Brandweeracademie van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). ‘Het ongeval had een behoorlijke impact op het voertuig. Hoe het kan dat de accu helemaal uiteen lag, is voor mij nog een raadsel. De constructie van een bodemplaat is namelijk erg stevig.’ Rond 7.00 uur heeft Gul contact gezocht met Tesla, dat een aantal deskundigen naar de plek van het ongeval stuurde. ‘Ik wilde een team van experts om mij heen verzamelen’, aldus de OvD. ‘Ook de politie had er belang bij, omdat ze graag over datagegevens van de auto wilden beschikken.’ Tussen 8.00 en 10.00 uur arriveerden Teslamedewerkers van de assemblageafdeling in Tilburg en collega-technici uit Amsterdam. Zij lieten even later ook accuexperts vanuit de Tesla Motors-locatie in Eindhoven overkomen. Tot hun komst is geprobeerd om de verspreide onderdelen die in brand stonden te blussen, zegt Gul. ‘Van alles hebben we geprobeerd, waaronder blussen met water, poeder en schuim, maar het vuur wilde niet uit. Uiteindelijk hebben we aarde uit de berm over de brandende brokstukken gebracht. Hierdoor stopte weliswaar de brand, maar toen begonnen de onderdelen flink te roken. Doordat het nagenoeg windstil was, bleef deze rook hangen.’ Om die reden schakelt Gul ook een Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) in. ‘Hij wees ons op het gevaar van het vrijkomen van gevaarlijke gassen zoals waterstoffluoride.’ Ondertussen waren de Teslamedewerkers met volt- en ampèremeters en warmtebeeldcamera’s aan het kijken waar de brandweer te werk kon gaan. ‘Er werd ons precies aangegeven waar we wel en niet konden knippen. De onderlinge communicatie was constructief.’ Lesmateriaal Ter plekke waren ook leden van het Team Brandweer Onderzoek (TBO) aanwezig. ‘Ik heb hen laten komen zodat zij waardevolle data konden verzamelen, wat kan dienen als studiemateriaal’, aldus Gul. Het ongeluk met de Tesla gaat inderdaad een waardevolle case vormen, voorziet Molenaar. ‘Sinds ongeveer het jaar 2000 zijn we bij de Brandweeracademie bezig met het maken van lesstof over dit soort voertuigen. Hierdoor zijn brandweerlieden voorbereid en wordt de angst voor een inzet bij een modern voertuig weggenomen. We gebruiken de aanduiding modern voertuig, omdat het in het lesmateriaal en bij de oefeningen niet alleen gaat om volledig elektrische of hybride voertuigen, maar ook om auto’s die rijden op gassen, waterstofcellen en andere alternatieve brandstoffen. Het onderstreept dat de wereld waarin de brandweer acteert, steeds complexer wordt.’ De Brandweeracademie verzamelt alle beschikbare informatie over moderne voertuigen. Hiervoor wordt samengewerkt met onderzoeksinstellingen, fabrikanten, importeurs en partners als
Brand&Brandweer
de ANWB en de politie. ‘We bekijken een eventuele inzet vanuit alle invalshoeken’, aldus Molenaar. ‘Zo maakt elke fabrikant een rescue guide voor een auto met daarin belangrijke informatie. Naar deze documenten wordt trouwens goed gekeken, want sommige veiligheidshandelingen blijken alleen door experts van een fabrikant te kunnen worden uitgevoerd.’ Vier stappen Ten behoeve van een eenduidig handelingsperspectief ontwikkelde de Brandweeracademie de instructievideo Optreden bij incidenten met moderne Voertuigen. Hierin wordt duidelijk dat wanneer vier stappen genomen worden om ervoor te zorgen dat een modern voertuig niet meer kan bewegen en om hem spanningsvrij te maken, er geen verschil meer is met een normaal voertuig: het voertuig in de P-stand zetten, de handrem activeren, de motor uitzetten en de sleutel op vijf meter of meer van het voertuig bewaren. Speciale apparatuur of beschermingsmiddelen zijn niet nodig. Ook de cruciale rol van het CRS, bijvoorbeeld om zekerheid te krijgen dat er geen spanning meer op de auto staat, komt naar voren. Door de video en het andere lesmateriaal zijn brandweerlieden goed voorbereid op een ongeval met moderne voertuigen, aldus
Het losgekomen brandende accupakket dat met aarde is afgedekt.
Molenaar. ‘Belangrijk is wel dat we het lesmateriaal blijven updaten, want de ontwikkelingen gaan snel. Het is steeds een momentopname. Daarom gaan we nu ook direct aan de slag met het ongeval met de Tesla. Het is een incident zoals we nog niet eerder hebben meegemaakt en daar willen we van leren. De opgedane kennis delen we met de regio’s.’ Stroomversnelling Na de zorgvuldige inzet van de brandweer kon het slachtoffer aan het begin van de middag uit de auto worden gehaald. Het wrak en onderdelen zijn onder begeleiding van de brandweer naar een onderzoeksdepot van de politie gebracht. ‘We gaan nu met alle betrokken partijen om tafel’, vertelt Molenaar. ‘De aandacht voor moderne voertuigen nam al toe, met dit incident komt het in een stroomversnelling. Dit jaar is nog te vroeg, maar het zou in 2017 zomaar een thema kunnen zijn op het Brandweercongres. Binnenkort verschijnt er eerst een nieuwe publicatie Moderne Voertuigen.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
19
Bran dvei lig Leven
Focus brandpreventieweken: deuren sluiten en hoorbare rookmelders De Brandpreventieweken zijn van start. ‘Hé doe de deur dicht’, is dit jaar het thema, gebaseerd op het rapport Gebrand op inzicht van de Brandweeracademie van het IFV dat vorig jaar september verscheen. Uit het onderzoek blijkt dat de vluchttijd aanzienlijk wordt vergroot als de binnendeuren gesloten zijn. Veiligheidsregio Drenthe is zeer actief tijdens de Brandpreventieweken en won dit jaar de Gouden Rookmelder voor de workshop Langer veilig thuis wonen.
HÉ DOE
DE DEUR
DICHT! Test jezelf op verkleindekansopbrand.nl
+
Fotografie: IFV
Binnendeuren dicht bij slapen
= Hoorbare rookmelders
Minder slachtoffers bij brand
Deze actie van de Nationale Brandpreventieweken wordt mogelijk gemaakt door:
First Alert
®
Protecting people since 1967
Hagen. ‘Daarom is de hoorbaarheid van de rookmelder het tweede uitgangspunt van de campagne. Door ervoor te zorgen dat je rookmelders hoort en indien nodig gekoppelde rookmelders te plaatsen, voorkom je dat probleem. Wanneer een rookmelder afgaat, gaan de anderen ook.’ Deze twee uitgangspunten zijn gebaseerd op twee belangrijke conclusies uit het onderzoeksrapport Gebrand op inzicht dat gaat over de effectiviteit van rookmelders. Op basis van een literatuurstudie en praktijkonderzoek zijn verrassende conclusies naar voren gekomen. Hagen: ‘Er zijn praktijkvoorbeelden uit onder andere Amerika waar de brandweer mensen heeft kunnen redden, doordat de ruimte waar de mensen zich in het huis bevonden, was gesloten.’
Rene Hagen: ‘Uit onderzoek blijkt dat je bij gesloten binnendeuren vaak nog minimaal tien minuten hebt om te vluchten, in plaats van drie minuten bij open deuren.’
Door Jolanda Haven
O
p 28 september is de aftrap gegeven voor de Nationale Brandpreventieweken op oefencentrum Crailo. Belangstellenden en pers konden bij twee gesimuleerde woningbranden met eigen ogen zien wat bij brand het effect is van gesloten binnendeuren op de vluchttijd. ‘In plaats van drie minuten heb je bij gesloten binnendeuren vaak nog minimaal tien minuten om te vluchten’, aldus Lector Brandpreventie René Hagen, eveneens voorzitter van de Adviescommissie Brandpreventieweken. ‘Een aanzienlijk verschil dat mensenlevens redt.’ Twee uitgangspunten Het sluiten van deuren is één van de twee uitgangspunten voor de Brandpreventieweken. ‘Vaak laten mensen deuren openstaan, ook omdat ze anders de rookmelder misschien niet horen’, vervolgt 20
nummer 10 oktober 2016 - Sdu Uitgevers
Gewenste effect Het rapport is vorig jaar aangeboden bij het ministerie, maar de conclusies worden niet opgenomen in de wet- en regelgeving. Hagen: ‘Hun devies is dat voorlichting beter werkt. Wat mij betreft doen we beide: we passen de wetgeving aan én gaan intensief voorlichten. De Brandwondenstichting en Brandweer Nederland zijn met de voorlichting aan de slag gegaan. Maar hoe breng je je boodschap over? Dat is belangrijk, want je wilt wel het gewenste effect.’ Er is onder andere gekozen voor deurhangers. Volgens Hagen een effectief en toepasselijk middel. ‘De deurhanger communiceert de twee boodschappen en vraagt aandacht voor rookverspreiding in de verblijfsruimte en tijdige alarmering van de daar aanwezige mensen.’ Regio’s hebben campagnemateriaal gekregen om de boodschap kracht bij te zetten. Werkende rookmelder De afgelopen jaren waren de Brandpreventieweken voornamelijk gericht op senioren. ‘We hebben het dit jaar breder getrokken, omdat iedereen gebaat is bij het sluiten van deuren’, vervolgt de lector. ‘Het redt mensenlevens. Bovendien blijven we het belang van het hebben van een werkende rookmelder op de juiste plaats onder de aandacht brengen. De hoorbaarheid komt daar nu bij. Uit het onderzoek is namelijk naar voren gekomen dat in zeventig procent van alle woningen een rookmelder is geplaatst, maar
Brand&Brandweer
Bran dvei lig Leven
Workshops Veiligheidsregio Drenthe schonk vorig jaar tijdens de Brandpreventieweken al aandacht aan de hoorbaarheid van rookmelders en het sluiten van deuren, met name bij ouderen. Minder zelfredzame senioren hebben meer tijd nodig om te vluchten. De tijdwinst die gesloten deuren opleveren is voor hen extra belangrijk. Tijdens de Brandpreventieweken in 2015 werden maar liefst
heid op de markt. We zagen de meest geavanceerde producten, hulpmiddelen en diensten om langer zelfstandig thuis te kunnen wonen, maar informatie over brandveilig wonen was niet te vinden. Degene die ons aansprak was de accountmanager van ledenvereniging Espria.’ Deze organisatie richt zich onder andere op kwetsbare burgers. De vereniging heeft 350.000 leden. Espria is de overkoepelende organisatie waar bijvoorbeeld ook zorggroep Meander, Icare en Evean onder vallen. ‘Daar lagen genoeg kansen. Een afspraak was snel gemaakt.’ Brandveiligheid belangrijke aanvulling ‘Begin 2015 zijn we om tafel gaan zitten’, vervolgt Hulshof. ‘De accountmanager vond aandacht voor brandveiligheid een belangrijke aanvulling op hun programma aanbod voor senioren. Zo kwamen we op het idee om workshops te geven aan ouderen waarbij de brandweer, de ledenvereniging en de thuiszorgwinkel Medipoint, vanuit de eigen expertise een bijdrage leveren.’ De workshops zijn breder dan brandveiligheid. Tijdens de brandpreventieweken vorig jaar zijn veertien workshops gegeven in zeven veiligheidsregio’s. ‘We hebben voor andere regio’s en organisaties Fotografie Veiligheidsregio Drenthe
slechts 45 procent van die rookmelders werkt. Van alle rookmelders is slechts 35 procent op de juiste plek geplaatst én werkt. Het uitsluitend plaatsen van rookmelders in de verkeersruimte heeft maar beperkt effect als het slachtoffer zich in de brandruimte bevindt. Rookmelders dienen dus geplaatst te worden in ruimten waar brand kan ontstaan, zoals op slaapkamers.’ Volgens Hagen kunnen burgers zelf testen met de mobiele telefoon of ze een rookmelder horen als de deur gesloten is. ‘Er is een app om het geluid te meten. Bij 75 decibel word je wakker van een rookmelder. Haal je dit percentage niet, dan moet je ervoor zorgen dat je een extra rookmelder plaatst of dat je de rookmelders koppelt.’
Veiligheidsregio Drenthe ontwikkelde de workshop ‘Langer Veilig Zelfstandig Thuis Wonen’ voor senioren. Daarmee wonnen ze dit jaar de Gouden Rookmelder.
veertien workshops Langer Veilig Thuis Wonen aan senioren aangeboden. ‘Door een bezoek aan een informatiemarkt voor senioren eind 2014, georganiseerd door ledenvereniging Espria, is dit ontstaan’, aldus Annet Hulshof van Veiligheidsregio Drenthe. Nu, bijna twee jaar later, is er nog steeds veel belangstelling voor de workshops. Voor hun activiteiten op het gebied van Brandveilig Leven vorig jaar, ontving Drenthe dit jaar de Gouden Rookmelder. ‘Een mooie erkenning. En een bewijs wat het effect is van samenwerking met andere partijen’, aldus Hulshof. Brandveilig wonen? Samen met een collega stapte Hulshof twee jaar geleden nietsvermoedend in uniform de seniorenmarkt binnen. ‘De organisatie dacht dat we een brandveiligheidscontrole kwamen doen. “Ik houd het aantal mensen goed in de gaten en de nooduitgangen zijn vrij”, zei een dame bijna verontschuldigend’, aldus Hulshof. ‘We kwamen om te kijken of er aandacht was voor brandveilig-
Brand&Brandweer
een video gemaakt over de workshop en hoe deze tot stand is gekomen. De reacties op de workshop waren zeer lovend’, vervolgt Hulshof. ‘De workshops zijn laagdrempelig en de boodschap komt aan. We hebben naderhand diverse mensen gesproken. Het blijkt dat ze daadwerkelijk in actie zijn gekomen om de (brand)veiligheid in huis te verbeteren. ’ Het samenwerken met de ledenvereniging heeft bovendien een sneeuwbaleffect tot gevolg gehad. Zij zijn gesprekspartner van veel organisaties die een kwetsbare doelgroep bedienen. Ook die organisaties gaven aan geïnteresseerd te zijn in de workshop. Hulshof: ‘We hebben de workshop ook gegeven aan een gehandicaptenorganisatie en aan mantelzorgers. Wat veel mensen niet weten is dat er ook een speciale rookmelder is voor dove mensen. Ook het belang van het koppelen van rookmelders wordt onder de aandacht gebracht en of de buren iets kunnen betekenen in geval van nood. Vaak is daar niet over nagedacht. Dus ons advies is: maak afspraken met elkaar en help elkaar.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
21
HONDERD JAAR SAMEN-
WERKENDE BRANDWEER
De brandweercommandanten van Den Haag en Leiden nodigden beleefd maar dringend de gemeentebestuurders en brandweercommandanten uit het hele land uit om persoonlijk deel te nemen aan de op vrijdag 27 oktober 1916 te Utrecht houdende Algemeen Vergadering tot oprichting van een ‘Nederlandsche Brandweervereeniging’. Brandweerhistoricus Gerard Koppers vertelt in het kort over honderd jaar samenwerkende brandweer in Nederland. “Hoewel de brandweertaak voor veel commandanten in 1916 maar een neventaak was, bestond door de snelle technische ontwikkelingen toch de behoefte om het vakmanschap te bundelen. In het jaar richtten de commandanten van de brandweer in Den Haag en Leiden, Tuckermann en Stam, de Nederlandsche Brandweervereniging (NBV) op tijdens het eerste nationale brandweercongres. Vele tientallen brandweercommandanten meldden zich aan. In 1920 kreeg de NBV zelfs het predicaat ‘Koninklijke’. Het brandweercongres werd een jaarlijks terugkerend verschijnsel, met uitzondering van de oorlogsjaren.”
Samenwerking na 1945 Koppers vervolgt: “In de Tweede Wereldoorlog had de brandweer een grote uitbreiding en professionalisering ondergaan. Vanaf 1945 kwamen er meerdere verenigingen binnen het vakgebied, voor bestuurders, commandanten, bevelvoerders en lager personeel. Veel verschillende organisaties die vanaf 1948 echter steeds meer samenwerking zochten.” Wat in ieder geval hetzelfde bleef, waren de jaarlijkse congressen, vaak met tentoonstellingen, op brandweergebied. “Uiteindelijk ontwikkelden de verschillende verenigingen zich en gingen er verschillende in elkaar op. Zo vormden de Nederlandse Vereniging van Brandweerkorpsen (NVBK) en het College van Commandanten van Regionale Brandweren (CCRB) de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR), de voorloper van Brandweer Nederland. Waar vroeger de samenwerking gezocht werd in tal van commissies of afdelingen, wordt tegenwoordig veel samen gedaan in programmaraden en netwerken. Het belang van de samenwerking is dan ook niet veranderd.”
WWW.BRANDWEERC ONGRES.NL
INSCHRIJVEN OF MEER INFOMATIE? KIJK DAN SNEL OP... INS
TIJDENS DE CONGRESDAGEN.
STOERE GADGET BIJ ONZE STAND G
LEVER D DEZE BON IN VOOR EEN
GESC HIEDENIS BRANDWEER EN BRANDWEERHISTORIE.
OPTREDEN, HE T NE T WERK ROZEROOD, BRANDWEERVROUWEN,
ONS IN GESPREK. OF KOM MEER TE
WETEN OVER ONZE COLLEGA’S VAN:
ELEKTRONISC HE LEEROMGEVING, PROGRAMMA GROOTSC HALIG
& ERKENNING BRANDWEER, LOKE T BRANDVEILIG LEVEN, (ELO)
FELIXFONDS, STEUNPUNT BRANDWEER, STIC HTING WAARDERING
ABWC, BRANDWEER SPOR TBOND NEDERLAND, STIC HTING HE T
KOM NAAR ONZE STAND EN GA MET
HET CONGRES.
JE GRAAG TIJDENS
WE ONTMOETEN
VERHALEN VAN DE BRANDWEER
Vijftien collega’s, oud en jong, man en vrouw, met veel en weinig dienstjaren vertellen hun verhalen in het boek ‘Verhalen van de Brandweer. Schrijfster Mariëtte Middelbeek reed de afgelopen maanden van Assen naar Arnemuiden en van Friesland naar Brabant om overal de mooiste, heftigste, grappigste en meest bizarre verhalen van brandweermensen te horen. Mariëtte: ‘Door de verhalen heb ik een heel mooi beeld gekregen van wat de brandweer allemaal doet. Het is veel meer dan ik had vermoed. Enorme branden en grote ongevallen, maar ook 97 kalveren in een gierput of een man die niks weg kon gooien, met alle gevolgen van dien.’ Schrijfster Mariëtte schreef naast romans en jeugdthrillers ook bundels met waargebeurde verhalen van hulpverleners. Bijvoorbeeld ‘Verhalen uit de Ambulance' en ‘Verhalen uit de Reddingsboot'. Tijdens het congres ontvangt iedereen een exemplaar van het boek ‘ Verhalen van de brandweer’. Deze kun je afhalen bij onze stand! Op donderdag staat schrijfster Mariëtte Middelbeek bij onze stand om de boeken te signeren.
Wil je 24/7 op de hoogte blijven?
Preparati e
Terrorismegevolgbestrijding, voorbereiden op het onbekende
Na een afgeblazen terreuroefening worden de brandweerlieden van de kazernes Laak en Centrum uit Den Haag meegenomen naar een locatie in de wijk. Daar bespreken het TEV en de EOD de scenario’s met de bemanning van beide posten.
De kans dat in Nederland een terroristische aanslag wordt gepleegd, is volgens het dreigingsniveau van de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV) reëel. De aanslagen in Parijs en Brussel hebben de Nederlandse hulpverleningsdiensten op scherp gezet. Op alle lagen bereidt de brandweer zich voor op het bestrijden van de gevolgen van een aanslag. Maar wat is een terroristische aanslag? Waarin verschilt het van normale grote incidenten? En hoe bereid je je erop voor? Door JILDOU VISSER Fotografie Veiligheidsregio Haaglanden
T
errorisme is sinds de aanslagen in Parijs en Brussel een belangrijk agendapunt bij de programmaraad Crisisbeheersing & Rampenbestrijding van Brandweer Nederland. ‘We zijn in kaart gaan brengen waarin een aanslag verschilt van reguliere rampen’, begint programmaleider Paul Verlaan. ‘Allereerst is er vaak onduidelijkheid over de aard van de eerste melding, simpelweg omdat niet altijd duidelijk is of het om een terroristische aanslag gaat. Vervolgens is het delen van informatie lastig in verband met de vertrouwelijkheid ervan. Daarnaast heb je te maken met verschillende opschalingsstructuren. De politie schaalt op via de Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden (SGBO) en met de driehoek van politie, de burgemeester en een officier van justitie. Wij schalen op via de GRIP-structuur. Ook de inzet van speciale eenheden is een belangrijk verschil. Wij zijn niet altijd bekend met de inzet van de Dienst Speciale Interventies (DSI). Zij kunnen een belangrijke rol vervullen bij het uitschakelen van mogelijk nog aanwezige terroristen. Het is
Brand&Brandweer
belangrijk te weten dat onze hot, warm en cold zone anders is dan die van de politie. Wanneer zij spreken van een hot zone, moeten wij maken dat we uit de voeten komen. Bij aanslagen kun je te maken krijgen met schietgevaar en mogelijk volgende aanslagen. Tot slot zijn wij ook niet bekend met de hoge aantallen slachtoffers met verwondingen vergelijkbaar met oorlogstrauma’s. Die verschillen zijn we nu aan het duiden.’ Denktank Om de samenwerking tussen de verschillende kolommen te bevorderen, is een denktank opgericht. Hier zitten alle kolommen en het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum (LOCC) van de NCTV aan tafel. Verlaan: ‘Arjen Littooij, directeur van de regio RotterdamRijnmond, schuift namens de Raad van Directeuren Veiligheidsregio bij het NCTV aan. Daar hebben we een nauwe samenwerking mee. Bij de aanslagen in Brussel is hij geïnformeerd. Zo weten we of wij extra rekening moeten houden met aanslagen.’ Daarnaast is de denktank nadrukkelijk bezig met het leren van de ervaring in België. ‘Situational awareness is belangrijk. We moeten letten op dingen die afwijken van het normale. Dat helpt om
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
27
Preparati e
zo vroeg mogelijk te constateren dat het geen gewoon incident is. De Belgen gaan hiermee aan de slag. Ik ben benieuwd hoe ze dat vormgeven. Op dat gebied kunnen we in Nederland ook nog een slag slaan’, vertelt Verlaan. Een andere belangrijke les uit België is om na het ter plaatse komen even stil te staan en een extra moment te nemen voor de verkenning. ‘Ook multidisciplinair. Neem tijd voor het motorkapoverleg om alles wat je ziet te delen, wees scherp op dingen die niet kloppen. Het is belangrijk dat alle diensten hetzelfde beeld hebben, voordat tot actie wordt overgegaan’, aldus Verlaan. ‘Daarnaast komt het advies uit België om te werken met meerdere motorkapoverleggen en dit zo goed mogelijk te ondersteunen. Dit is bij vervolgaanslagen flexibeler dan een CoPI-bak’, vult programmacoördinator Wendy Kiel aan. Spelregels Bij terrorisme is alles mogelijk. Dat maakt het volgens Verlaan ook lastig om eenheden erop voor te bereiden. ‘We moeten oppassen dat we de aanslagen uit Parijs en Brussel niet gaan zien als standaardscenario. Terrorisme kent geen spelregels’, waarschuwt de programmaleider. ‘Zij bedenken continu nieuwe typen aanslagen. Dat maakt de voorbereiding met behulp van scenariodenken lastig. Eén ding staat vast: terroristen hebben als doel dat er zoveel mogelijk bloed moet vloeien, letterlijk.’ Bij de aanslagen in Brussel was het verwoestende karakter bij de slachtoffers duidelijk terug te zien. ‘Je krijgt te maken met zware a-typische verwondingen. De witte kolom is daarmee bezig, maar dit kan ook voor de brandweer gelden. Wij zijn opgeleid om levensreddend te handelen, maar niet voor dit type gewonden’, aldus Kiel. ‘In België onderzoeken ze in hoeverre de brandweer een rol kan spelen bij het verbinden van slachtoffers en het stelpen van heftige bloedingen. Hoe veiligheidsregio’s hiermee omgaan moeten zij zelf bepalen, maar zorg dat binnen de regio bekend is wie welke taak heeft. Kennen en gekend worden is een belangrijk uitgangspunt.’ Dat de inzet bij terrorismegevolgbestrijding ook bij hulpverleners zijn sporen nalaat mag duidelijk zijn. De casus in Brussel leert dat er ook aandacht moet zijn voor teams die op de kazerne achter de hand worden gehouden. ‘Zij ontwikkelden psychische klachten, omdat ze niet konden helpen. Daar moeten we aandacht voor hebben.’ Haaglanden: ‘Terreur is van alledag’ Veiligheidsregio Haaglanden is al lange tijd bezig met de voorbereiding op het optreden bij terroristische aanslagen. ‘Twee jaar geleden is ons Team Brandweerzorg Centrum-Laak uitgenodigd voor een sessie over radicalisering en jihadisme. Dit werd georganiseerd door politie, gemeente en de NCTV. Zo konden ketenpartners meer kennis opdoen over radicalisering en uitreizigers’, zo begint Jeffrey Schamper van Brandweer Haaglanden. ‘De informatie was interessant en hebben we gedeeld met de bevelvoerders en motorrijders van de kazernes Centrum en Laak in Den Haag. Zo is tijdens de bijeenkomst de vergelijking getrokken met andere groeperingen met extreme ideologieën.’ Enkele maanden na de bijeenkomst volgt de aanslag op Charlie Hebdo in Parijs. Schamper: ‘Toen ontstond discussie op een aantal kazernes. Wat doen wij als het bij ons gebeurt? De terreurdreiging is gevoelsmatig groter geworden naarmate meer aanslagen volgden. In een volgende bijeenkomst hebben we een overzicht gemaakt van aanslagen die in het verleden in het Haagse zijn gepleegd om zo meer gevoel te krijgen bij de bijzondere locaties, de risico-objecten en terreur. Zo heeft de Revolutionaire Anti Racistische Actie (RARA) in 1993 28
nummer 10 oktober 2016 - Sdu Uitgevers
een bomaanslag gepleegd op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en is er ooit een raket afgeschoten op de ambtswoning van de Spaanse ambassadeur. Terreur is van alledag, alleen de ideologie en de uiting is steeds anders. Daar hebben we mee te maken. Voor ons is de vraag waar en wanneer het gebeurt. Naast de eerdere bijeenkomst hebben we voor een aantal bevelvoerders een gesprek georganiseerd met het Team Explosieven Verkenning (TEV) van de Politie Eenheid Den Haag en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD).’ Aandachtskaart en oefeningen Samen met Operationele Voorbereiding is er een concept aandachtskaart opgesteld voor incidenten waarbij moedwillig geweld wordt toegepast. Op die kaart wordt aandacht gevraagd voor een overbelast communicatienetwerk, het bedenken van een veilige vluchtroute zowel voor brandweerlieden als voor de TS, het eerder hanteren van meetapparatuur en het scherp zijn op afwijkingen in de omgeving. ‘Een aantal van die punten hanteren we bij inzetten tijdens oud en nieuw al. We proberen zo dicht mogelijk bij de bestaande procedures te blijven’, vertelt Schamper. Naast de aandachtskaart heeft Team Centrum-Laak in samenwerking met het TEV en de EOD ook vier oefenscenario’s uitgewerkt. ‘Eind vorig jaar hebben we die acht keer onaangekondigd als echte alarmering laten afdraaien op de kazernes Laak en Centrum. Via de MDT hebben we extra informatie ingeschoten. Dat moest brandweerlieden triggeren om te denken dat er meer aan de hand was. Op het moment dat ze de kazerne uit wilden rijden, hebben we de uitruk afgeblazen en de bemanning van beide kazernes meegenomen naar een locatie in de wijk. Daar hebben ze samen met het TEV en de EOD hun scenario doorgenomen. Welke risico’s zijn er? Wat kun je aantreffen? Je merkte dat de ploegen door de echte alarmering getriggerd waren’, aldus Schamper. ‘We hebben inmiddels goede contacten met het TEV, de EOD, DSI en het Hoogrisico Beveiligings Eskadron van de Marechaussee. Dat is waardevol. Als je elkaar kent en van elkaar weet hoe je opereert, kun je daar rekening mee houden. Nu zijn we bezig om van elke dienst waar we mee te maken kunnen krijgen, een infographic te maken.’ In Haaglanden is besloten om kazerne Laak in te richten als speciale eenheid die bij terreurdreiging kan optreden. ‘Zij hebben ook het specialisme IBGS en kunnen dus ingezet worden bij situaties waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. Maar ook alle andere kazernes moeten in de basis voorbereid zijn op een aanslag’, vertelt Schamper.
‘In gesprek gaan met andere diensten is belangrijk. Als je elkaar kent en van elkaar weet hoe je opereert, kun je daar rekening mee houden.’
Brand&Brandweer
Preparati e
daarvan organiseren we bijeenkomsten waarin we AGS’en laten kennismaken met de teamleiders van het TEV en we hebben koffietafelgesprekken met de werkvloer georganiseerd. Je ziet dat iedereen praat vanuit zijn eigen beleving. Er zijn collega’s die het groots en meeslepend maken, maar ook die denken dat het niet gebeurt. De grootste fout die we kunnen maken is om net te doen alsof terrorisme niet bestaat.’ In de planningsstaf is ook aandacht voor de communicatie. Een aantal kernboodschappen wordt in alle rust voorbereid. ‘Als je haast maakt als je tijd hebt, heb je tijd als je haast hebt’, aldus Lenssen. ‘Daarbij moet nadrukkelijk aandacht zijn voor de interne communicatie.’
Bij de bijeenkomst van brandweerlieden van de posten Laak en Centrum uit Den Haag met het TEV en de EOD is ook aandacht voor de menselijke kant.
Rotterdam-Rijnmond: planningsstaf ingericht Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond heeft eind vorig jaar een planningsstaf contraterrorisme ingericht. ‘In onze regio gebruiken we de planningsstaf voor de multidisciplinaire voorbereiding op bijvoorbeeld grote evenementen of andere grote multidisciplinaire inzetten. Het is een soort ROT, maar dan zonder dat een incident heeft plaatsgevonden. Hierin zitten politie, brandweer, GHOR, gemeente, communicatie en het Havenbedrijf, maar ook Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid en Defensie’, zo begint Maikel Lenssen van Rotterdam-Rijnmond. ‘In de planningsstaf kijken we naar wat ons kan overkomen, of we daarop zijn voorbereid en we hebben een incidentbestrijdingsplan terrorisme gemaakt. Als je alle werkwijzen tegen het licht houdt, ontdek je zaken die niet goed geborgd zijn. De kans is bijvoorbeeld groot dat er bij een aanslag problemen ontstaan met het verbindingsnetwerk. Dat weten we, maar er zijn geen afspraken over gemaakt. Ook is de kans groot dat we door grote aantallen slachtoffers te maken krijgen met een tekort aan ambulances. Dan moet je keuzes maken tussen welke slachtoffers je wel en niet helpt. Daar moet je over spreken. Je merkt dat het lastig is, want niet iedereen wil die discussie aan.’ Al snel na de inrichting van de planningsstaf valt Lenssen het niveauverschil tussen de diensten op. ‘Na de aanslagen in Madrid en Londen in 2004 en 2005 zijn al afspraken gemaakt, maar die zijn naar de achtergrond gezakt. We zijn dus eerst aan de slag gegaan met het delen van informatie, zodat iedereen op dezelfde vlieghoogte opereert. Ook het werken aan vertrouwen tussen de diensten staat centraal. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor de liaison van beide veiligheidsregio’s. Zij zijn het aanspreekpunt voor de politie bij het delen van gevoelige informatie. Dit is een redelijk unieke constructie die is voortgekomen uit de voorbereiding op de Nuclear Security Summit (NSS) twee jaar geleden. Vertrouwelijke informatie kan en wil je niet met iedereen delen.’ Gesprekken Vanuit de planningsstaf is ook aandacht voor gevoelens die leven bij hulpverleners. Lenssen: ‘Na Brussel merkten we sterk dat het gevoel ontstond dat het ons ook kan overkomen. Het is niet meer de vraag of, maar wanneer en waar in Nederland een aanslag wordt gepleegd. Dat roept vragen en gevoelens op. Je moet erover spreken. In het najaar organiseren we voor alle OvD’en en HovD’en informatiebijeenkomsten. Daarin gaat het onder andere over de operationele afspraken, het ringenmodel van de politie en overige diensten die we tegen kunnen komen. In het verlengde
Brand&Brandweer
Amsterdam-Amstelland: bijscholingsprogramma Bij Brandweer Amsterdam-Amstelland is Mark van Barreveld bezig met het uitrollen van een bijscholingsprogramma terrorismegevolgbestrijding. Het programma bestaat uit planvorming, casuïstiek, een stuk mentale weerbaarheid, het handelen bij schiet- en steekincidenten en het omgaan met specifieke middelen voor het levensreddend handelen, zoals een tourniquet. Hiermee kunnen ernstige bloedingen worden gestopt. ‘In ons bijscholingsprogramma hebben we gekeken naar de ervaring van de brandweer in Brussel. Onze bedrijfsmaatschappelijk werker heeft de Belgische collega’s op camera geïnterviewd over wat de aanslagen met hen hebben gedaan en over wat ze collega’s mee willen geven. Daaruit kwamen veel bewustwordingsaspecten’, vertelt Van Barreveld. ‘Om onze collega’s bewust te maken van het fenomeen aanslagen, hebben we in het bijscholingsprogramma groepsgesprekken georganiseerd. Veiligheid is daarin een belangrijk thema. Maar ook: hoe denk je dat je gaat reageren? Hoe ga je om met collega’s die niet op willen treden? Hoe ga je om met individueel optreden? Wij zijn gewend om in een team de klus te klaren, maar in Zaventem wees de praktijk uit dat ploegen door omstandigheden uit elkaar zijn getrokken en individuele hulpverleners leiding moesten geven aan helpende burgers.’ Een tweede leerpunt van de aanslagen in Parijs en Brussel is dat het scenario voor een terroristische aanslag zou lijken op een vlieg- of treinramp plus, niet langer klopt. Van Barreveld: ‘Aanslagen kennen een ander type verwondingen. Bloedverlies is het grootste probleem. Dat moet snel worden aangepakt, daarom leren we brandweerlieden om een tourniquet aan te leggen. We hebben samen met de ambulancedienst een speciale kit samengesteld die op iedere TS komt te liggen. Met die middelen kunnen in het eerste kwartier vier tot vijf slachtoffers worden geholpen. Met deze kit gaan wij geen medische handelingen verrichten, maar we kunnen de ambulancedienst nood wel ondersteunen.’ De bijscholing heeft volgens Van Barreveld ook te maken met de liquidatiegolf die vorig jaar in Amsterdam gaande was. ‘Onze eenheden werden gealarmeerd voor een reanimatie, maar geconfronteerd met slachtoffers met steek- en schotwonden. Met deze bijscholing zijn ze daar ook beter op voorbereid.’ Het belangrijkste is volgens Van Barreveld om vooraf goed over het onderwerp na te denken. ‘Sinds de aanslagen op 11 september 2001 weten we allemaal dat de kans erin zit dat er eens een aanslag plaatsvindt, maar niemand hield er rekening mee dat het kon gebeuren tijdens zijn of haar dienst. Brussel heeft dat veranderd. Het kwam dichterbij. Het is goed dat we er nu aandacht aan besteden, want er is een kans dat het gebeurt tijdens jouw dienst.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
29
Veiliger met
Kingspan QuadCore systemen Kingspan Panels
Isolatie oplossingen van Kingspan Insulation
QuadCore dak- en gevelpanelen voldoen aan de strengste normen zoals FM 4882
Kooltherm K115 Vliesgevelplaat heeft Euroklasse B-s1, d0 op het product
Schuimtechnologie met superieure bescherming tegen brand
Meer weten over hoogwaardige hardschuim isolatieoplossingen? Ga naar www.kingspan.nl
On derzoek
Veel factoren van invloed op ontstaan schoorsteenbranden
Er zijn veel factoren aan te wijzen die invloed kunnen hebben op het ontstaan van schoorsteenbranden. Bovendien kunnen de factoren elkaar onderling versterken. Dat blijkt uit het onderzoeksrapport Schoorsteenbrand binnen de VNOG van Sander Bloemberg. Hij deed het onderzoek in het kader van zijn opleiding Integrale Veiligheidskunde aan de Saxion Hogeschool in Enschede. Door JILDOU VISSER Fotografie Henry Wallinga
‘I
n de Oost5-regio’s zijn we bezig om iedere vijfde woningbrand te onderzoeken en alle woningbranden na te bellen. We ontdekten dat bij één op de drie woningbranden sprake is van een schoorsteenbrand. Dat was voor ons aanleiding om dit onderzoek te laten uitvoeren’, zo begint projectleider Hubert Weitenberg van Veiligheidsregio IJsselland. ‘Voordat ik begon met mijn onderzoek dacht ik dat je met vegen een schoorsteenbrand kunt voorkomen, maar dat is niet zo’, aldus Bloemberg. In zijn literatuuronderzoek ontdekt hij vier factoren die van invloed zijn op de opbouw van creosoot. Wanneer dat zich ophoopt in het rookkanaal, kan brand ontstaan. De factoren zijn het stookgedrag, de constructie, het onderhoud en externe factoren, zoals het weer. ‘Iedere factor is weer onderverdeeld in een aantal indicatoren. In totaal zijn er 53 verschillende indicatoren aan te wijzen, die invloed op elkaar uitoefenen’, aldus Bloemberg. ‘Het is lastig om vast te stellen welke indicator de grootste invloed heeft op de opbouw van creosoot.’ Bijzonderheden Voor zijn onderzoek heeft Bloemberg 108 enquêtes verspreid onder mensen die tussen 1 oktober 2015 en 31 maart 2016, een schoorsteenbrand hebben gehad. Uit de 69 ingevulde exemplaren trekt de onderzoeker enkele opvallende conclusies. Ruim
Brand&Brandweer
63 procent van de ondervraagden gaf aan dat zij stoken met gedroogd loofhout, de houtsoort die zorgt voor zo weinig mogelijk creosootopbouw. Van alle ondervraagden hebben maar twee personen aangegeven de schoorsteen niet te vegen. Bijna negentig procent laat het zelfs doen door een erkende veger en 68% laat dit minstens één keer per jaar doen. ‘Met alleen vegen kun je dus geen brand voorkomen.’ Wel is er volgens het onderzoek nog winst te halen in de ontsteekmethode. ‘Ruim 88% van de ondervraagden gaf aan dat zij een voorkeur hebben voor piramidevuur of de traditionele stookmethode. Dat zijn de methodes die bekend staan om de vuilere rook’, aldus Bloemberg. ‘Het onderzoek geeft veel informatie, maar roept ook veel vragen op. Het is blijkbaar niet zo simpel als het gebruiken van de juiste houtsoort en het jaarlijks vegen van de schoorsteen’, vertelt Weitenberg. ‘Op basis van deze resultaten is het lastig om te komen met een eenduidig brandveiligheidsadvies. We gaan met de projectgroep kijken hoe we nu verder invulling kunnen geven aan dit onderwerp. Duidelijk is wel dat we nog zeker niet uitgeleerd zijn en het goed is als we hier een onderzoeksprogramma aan koppelen, zodat we structureel kunnen leren. In de tussentijd zijn we ook landelijk met het IFV aan het kijken of we in gesprek kunnen met de haardbranche en verzekeraars. Daar zit veel kennis die we mogelijk kunnen gebruiken om een oplossing te vinden voor het terugdringen van het aantal schoorsteenbranden.’ ■ Het volledige onderzoek is te downloaden via www.vnog.nl.
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
31
I nnovati e
De rookstopper, simpel en effectief De rookstopper is bij veel Duitse brandweerkorpsen al jaren een zeer gewaardeerd en veel gebruikt middel. Het is eigenlijk niet meer dan een gordijn dat met een frame in een deurpost kan worden geklemd. Zo wordt voorkomen dat de rook zich verder door het gebouw verspreidt. Bovendien is het een makkelijke en effectieve manier om de deurcontrole te doen, zodat de zuurstoftoevoer naar de brandruimte beperkt kan worden. De eerste korpsen in Nederland experimenteren met de rookstopper. Door JILDOU VISSER Fotografie CFBT-NL
H
ans Nieling van het Compartment Fire Behaviour Training Nederland (CFBT-NL) en tevens brandweerman in Sittard, Zuid-Limburg, komt in 2010 voor het eerst met de rookstopper in aanraking. ‘Ik was in Duitsland voor een training toen ze het me lieten zien. Het is een dik geweven brandvrij doek dat aan de bovenkant in een frame is gespannen. In een handomdraai kun je het frame vastdraaien in een deurpost. Ik weet nog dat ik onder de indruk was, maar daarna is het me weer ontschoten’, vertelt Nieling. ‘Twee jaar geleden ontmoette ik Michael Reick van de brandweer in Stuttgart en de bedenker van de rookstopper, op een conferentie. Het ging me niet nog eens gebeuren dat het me zou ontschieten, dus heb ik twee exemplaren van hem gekocht.’ Gebruik Nieling legt uit dat de rookstopper makkelijk is in het gebruik. ‘Je haalt hem uit de tas, schuift de stang uit en draait hem aan de bovenkant tussen de deurpost vast. Meer is het niet. Het effect is groot. De rookstopper kun je bij bijna alle binnenbranden gebruiken’, vertelt hij. ‘Ik zie vooral veel winst in het gebruik van de rookstopper als vervanger van de deurcontrole. Daar ben je altijd één persoon mee kwijt, dat kan het gordijn overnemen.’ Het doek hangt ongeveer tien tot vijftien centimeter boven de grond en sluit de opening daardoor niet volledig af. Nieling: ‘Reick is universitair geschoold in stromingstechnieken en heeft berekeningen losgelaten op hoe groot de opening aan de onderkant mag zijn om de zuurstoftoevoer naar de brand zo klein mogelijk te houden. Het gordijn geeft bovendien een fijner en veiliger gevoel, je kunt er te allen tijde onderdoor. Het frame waarin het gordijn gespannen is zit tot de helft vast, daaronder zorgt een loodkoord ervoor dat de rookstopper strak blijft hangen. Door dat deel kun je dus makkelijk de brandruimte in en uit.’
De rookstopper is gedemonstreerd tijdens de experimenten voor de offensieve binneninzet op Troned.
32
nummer 10 oktober 2016 - Sdu Uitgevers
Rookverspreiding voorkomen In Duitsland wordt de rookstopper vooral gebruikt om rookverspreiding te voorkomen bij branden in portiekwoningen, flats en andere gebouwen waar via een gedeelde gang moet worden gevlucht. Eus Heugens van de brandweer Rotterdam-Rijnmond
Brand&Brandweer
I nnovati e
experimenteert juist vanwege deze eigenschap met de rookstopper. ‘In ons verzorgingsgebied hebben we veel portiekwoningen. Als beneden in een appartement of kelder brand ontstaat, trekt de rook, zodra je de deur naar de brandruimte opent, het trappenhuis door. Vluchten wordt dan onmogelijk’, aldus Heugens. ‘Twee jaar geleden hebben we een zwangere vrouw gehad die naar beneden is gesprongen, omdat ze niet door de rook kon vluchten. Je zit altijd in de spagaat tussen zo snel mogelijk blussen of eerst de bewoners laten vluchten. Met de rookstopper kun je beide tegelijk doen. Doordat je, voordat je de deur opent, de rookstopper in de deurpost plaatst, voorkom je dat de vluchtweg vol rook komt te staan.’ arBEIDSHYGIËNE Als de rookstopper wordt gebruikt als afsluiting naar de brandruimte, raakt deze vervuild met rook en roet. ‘Aan de ene kant houd je alle viezigheid in de brandruimte, waardoor de mensen buiten de brandruimte schoner kunnen werken. Aan de andere kant, wordt hij vies en zul je hem dus moeten schoonmaken’, legt Nieling uit. ‘Ik heb die van ons laatst gebruikt tijdens een oefening in een container. De rookstopper was flink verkleurd, zowel door de hitte als door rook en roet. Na afloop heb ik hem afgespoten met de HD-straal en op de kazerne nog eens gewassen met shampoo en de hogedrukreiniger. Volgens mij is hij nu schoon. Ik zou hem niet gebruiken als tafellaken, maar voor het doel is hij schoon. Bovendien, als je de rookstopper gebruikt, heb je ademlucht op.’
Ervaring Zowel Heugens als Nieling hebben de rookstopper pas korte tijd op de TS liggen, omdat ze eerst de directe collega’s er tijdens oefeningen kennis mee wilden laten maken. Nu is het tijd om er ervaring mee op te doen. ‘Hoewel we de rookstopper nog niet veel in de praktijk hebben gebruikt, ben ik ontzettend enthousiast. Het enige nadeel dat ik kan bedenken is dat de aanvalsploeg het mee moet slepen. Daar staat tegenover dat je de zuurstoftoevoer beperkt, je veilig vluchten mogelijk maakt en rookschade beperkt’, besluit Nieling. ‘Eigenlijk vind ik dat verzekeraars deze rookstoppers aan brandweerkorpsen zouden moeten geven, gratis. Met het gebruik van de gordijnen besparen we hun veel kosten. Van één keer een trappenhuis laten verven vanwege rookschade, kun je zo’n vijf rookstoppers kopen die we vaak kunnen gebruiken. Een win-winsituatie.’ ■
Ricardo Weewer: ‘Ik volg de rookstopper met veel belangstelling’ ‘Twee jaar geleden heb ik voor het eerst een artikel gelezen over het gebruik van de rookstopper in Frankfurt. Toen lag de nadruk op het voorkomen van de rookverspreiding. Interessant, maar ik had de werking ervan nog niet helemaal helder voor de geest’, vertelt Ricardo Weewer, Lector Brandweerkunde aan de Brandweeracademie van het IFV. ‘Hans Nieling heeft het me laten zien en eigenlijk ben ik nu erg enthousiast.’ Dat Weewer veel potentie ziet in de rookstopper heeft met name te maken met het tweeledige doel ervan. Het kan rookverspreiding voorkomen en daardoor veilig vluchten mogelijk maken, maar de rookstopper zorgt er ook voor dat er minder zuurstoftoevoer naar de brand is. ‘Met name dat laatste vind ik erg belangijk. Bij de praktijkexperimenten in Zutphen hebben we gezien dat veel moderne branden ondergeventileerd zijn. Deurmanagement is erg belangrijk, zo kun je voorkomen dat de brand veel zuurstof krijgt en zich snel kan uitbreiden. De rookstopper maakt dat makkelijker’, legt Weewer uit. ‘Het gordijn geeft bovendien een veiliger gevoel dan een dichte deur. Je kunt zo weer naar buiten.’ Hoewel Weewer positief is over de experimenten die met de rookstopper in de regio’s worden gedaan, is hij niet van plan om er een groot landelijk onderzoek aan te koppelen. ‘Vanuit de Brandweeracademie willen we meer focussen op het verzamelen van praktijkcassussen in plaats van het opzetten van grote landelijke experimenten. Van het goed evalueren van echte incidenten en het begrijpen waarom dingen op een bepaalde manier zijn gegaan, kun je veel leren. Daarom volg ik de ervaringen die in de praktijk met de rookstopper worden opgedaan op de voet.’
Brand&Brandweer
Hans Nieling: ‘De rookstopper is een effectieve vervanger van de deurcontrole.’
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
33
on der de h elm
‘Alle tijd dat je binnen bent, loop je het risico dat je schade oploopt’ Het is ruim tien jaar geleden dat bevelvoerder Roelof Vos van Brandweer Twente is ingezet bij een brand op een operatiekamer van het Twenteborg Ziekenhuis in Almelo. Bij die brand valt één slachtoffer. Zowel het incident als de nasleep ervan maken indruk op de dan nog redelijk onervaren bevelvoerder. ‘De aanblik van het slachtoffer was afschuwelijk. Het jaar erna was door alle onderzoeken naar ons handelen een jaar vol onzekerheid. Dat is killing.’ Door JILDOU VISSER
V
os wordt op 28 september 2006 gealarmeerd voor een OMS bij het ziekenhuis. ‘Die kregen we vaker. Toentertijd zeker vier of vijf per week. Hoewel ik OMS-meldingen altijd benaderd heb als brand, veranderde er toch iets toen we wegreden en de centralist vertelde dat er echt brand was op de operatiekamer (OK). Daar was een slachtoffer’, vertelt Vos. ‘Bovendien liet de centralist weten dat er mensen vastzaten achter stalen deuren. Dat zijn nooddeuren die automatisch sluiten, maar die je wel kunt openen om te vluchten. Waarom deze mensen niet wegkonden, snapte ik niet. Achteraf bleek dat niet te kloppen.’ Vos zet de procedures weg bij zijn bemanning en laat hun weten dat moet worden ingezet op redding van alle aanwezige slachtoffers. ‘Ik was nog redelijk onervaren. Onder de vorige bevelvoerder was ik bovendien nooit ingezet op een redding. Op dat moment gaat er veel door je heen. Juist omdat het een ziekenhuis betreft, wordt het maximale van je verwacht, dat is behoorlijk belastend.’ Oefenpop Ter plaatse staat de bhv’er de brandweer op te wachten. ‘Hij liet weten dat we beter via de zijkant naar binnen konden. Dan hadden we een kortere aanvalsweg. Het was de laatste OK aan de linkerkant. Ik was blij verrast door de informatie die hij ons gaf, maar moest tegelijkertijd ook mijn inzetplan bijstellen. Alle procedures konden overboord. Ik heb mijn ploeg naar binnen gestuurd. In twee minuten stonden ze op de OK en hadden ze de brand gesmoord. Wat ik toen hoorde, snapte ik niet. Ze zeiden dat ze een oefenpop gevonden hadden. Ik was onderweg naar binnen, maar ben direct weer naar buiten gegaan om de operatieassistent te zoeken om te verifiëren of dat klopte’, vertelt Vos. Die vertelt hem dat het waarschijnlijk gaat om het slachtoffer. ‘Ik ben naar binnen gegaan en op dat moment was de ploeg er zelf ook achter. De persoon op de operatietafel was volledig verbrand, glad en opgezwollen. Een afschuwelijk gezicht. Ons is geleerd dat we moeten redden. We zijn verplicht om slachtoffers naar buiten te brengen, maar deze persoon lag gefixeerd op de tafel. Ik zag direct dat het slachtoffer overleden was, maar wij mogen de dood niet constateren. Omdat het lastig en onnodig was het slachtoffer naar buiten te brengen, hebben we een arts ademlucht omgehangen, zodat hij naar binnen kon om de dood te constateren. Ik heb geprobeerd de tijd binnen zo kort mogelijk te houden, want alle tijd op de OK
Brand&Brandweer
loop je het risico dat je schade oploopt door de beelden die je ziet. Die staan op je netvlies gebrand.’ Door dit incident is Vos zich gaan realiseren dat je als brandweerman of -vrouw een modus moet vinden om met heftige inzetten om te gaan. ‘Ik doe bewust zo weinig mogelijk beelden op van slachtoffers. Ik beperk het contactmoment en dek zo snel mogelijk af. Alles wordt namelijk bijgeschreven op je harde schijf en als die crasht, kan je carrière weleens voorbij zijn. Ook bij mijn ploeg houd ik dat altijd goed in de gaten. Voorkomen is beter dan genezen.’ Onderzoeken Vrijwel direct realiseert Vos zich dat onderzoeken gaan volgen. ‘Er is iemand overleden, de politie gaat dan onderzoeken wat er is gebeurd. Daarnaast deed ook de inspectie onderzoek. We kregen veel vragen: Wat is er gebeurd? Waarom heb je geen reddingspoging gedaan? Is het optreden goed geweest? Ik wist dat we niets meer voor het slachtoffer konden betekenen en dat we dus juist gehandeld hadden, maar de onzekerheid door de onderzoeken is belastend’, vertelt Vos. ‘Tijdens het onderzoek ontdekte ik dat ik veel over het hoofd had gezien. Op foto’s lieten ze me dingen zien die ik tijdens de inzet heb gemist. Al met al heeft het zeker een jaar geduurd tot het inspectierapport er was. Dat was het zwaarste jaar uit mijn brandweercarrière.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
35
Vaardigh ei dstoetsen
Vaardigheidstoetsen: ‘Een mooiere manier om te leren is er niet’
Fotografie: ABWC
Zeshonderd teams toetsten dit jaar tijdens de vaardigheidstoetsen van het Algemeen Brandweer Wedstrijd Comité (ABWC) hun vakbekwaamheid. De beste teams zetten zich in september met hart en ziel in tijdens de landelijke finales in de verschillende klassen. De scenario’s zijn niet alleen realistisch, maar ook steeds dynamischer. Het leereffect is daardoor groter.
Tijdens de landelijke finale in de klasse TS-HD moeten de brandweerlieden een huwelijksvoltrekking op het gemeentehuis onderbreken.
Door Ellen Schat
H
et ABWC organiseert al zeventig jaar de vaardigheidstoetsen. Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden de wedstrijden vanuit de behoefte van elkaar te leren, weet voorzitter Jan van Amerongen van het ABWC. ‘Dat is nog steeds zo. Wel is de inhoud en uitvoering van de vaardigheidstoetsen altijd in ontwikkeling geweest, parallel aan de ontwikkelingen bij de brandweer. Vakbekwaam blijven is een belangrijk thema binnen de brandweer. Daaraan dragen wij, samen met de organiserende korpsen, een steentje bij.’ Om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de dagelijkse brandweerpraktijk zijn de scenario’s van de vaardigheidstoetsen zo realistisch mogelijk. Zó realistisch, dat deelnemers soms even vergeten dat het om een geënsceneerde situatie gaat. ‘In de finale TS-HD in Bilthoven ging het om een brandmelding in het gemeentehuis. Een paar keer excuseerden brandweerlieden zich aan het aanwezige bruidspaar, omdat ze dachten dat er echt een huwelijk werd 36
nummer 10 oktober 2016 - Sdu Uitgevers
voltrokken.’ Ook worden de scenario’s steeds dynamischer, het past zich aan aan de inzet van het team. ‘De brand wordt bijvoorbeeld groter of kleiner, of we ensceneren een flashover wanneer de inzet onjuist is.’ Veilig, verantwoord en snel Duidelijke feedback op de vaardigheidstoets is van belang om het leereffect zo groot mogelijk te maken. ‘De laatste jaren hebben we veel aandacht besteed aan de beoordeling’, aldus Van Amerongen. ‘Waar een team eerder weleens extra handelingen verrichtte omdat dat meer punten opleverde, werkt dat nu niet meer. De beoordelaar kijkt in breed verband of de inzet veilig, verantwoord en snel is. We geven persoonlijke feedback, waarin de goede punten en leermomenten worden besproken. Vervolgens is er een schriftelijke uitslagenlijst met tips en tops.’ Dit najaar krijgen de beoordelaars een training om de feedback op de formulieren beter te beschrijven. ‘Het vergt oefening om precies te verwoorden wat beter kan. Ook gaan we ervoor zorgen dat de
Brand&Brandweer
Fotografie: Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Fotografie: ABWC
Vaardigh ei dstoetsen
De gedrevenheid van Oeffelt betaalde zich uit in de klasse TS-HD.
Post Oude Tonge, de trotse winnaars in de klasse Oppervlakteredding.
feedback zo wordt verwoord dat iemand er ook iets mee kan. De uitslaglijsten kunnen beschikbaar worden gesteld aan de regio’s. Hierdoor is het voor regio’s mogelijk het oefenbeleid aan te passen op de behaalde resultaten.’ Dit seizoen kwamen veel burgers een kijkje nemen tijdens de toetsen. Via social media en de eigen website communiceert het ABWC meer dan voorheen. Burgers zijn daardoor beter op de hoogte. ‘We vinden het belangrijk om te laten zien wat we als brandweer doen, ook om de meer onbekende taken als een incident met gevaarlijke stoffen of oppervlakteredding onder de aandacht te brengen.’ Vakbekwaam blijven staat voorop, maar plezier en teambuilding maken ook onderdeel uit van de vaardigheidstoetsen. ‘Het is een ontmoetingsplek. Teams kijken naar elkaars inzet en leren daarvan. Het is een mooie uitdaging om mee te doen. Als je landskampioen wordt, is dat een goede prestatie!’
de finalisten zich over mochten buigen. Overwegingen die meespeelden in de inzet waren onder andere de volgorde van slachtoffers, de stroming en de hoge walkant. ‘Ik was dit jaar niet zo zeker van onze overwinning’, vertelt bevelvoerder Marinus van Loon, die zelf niet in de finale meedeed, maar wel in de voorrondes. ‘Ik zag de mannen van Vinkeveen in actie en die waren goed bezig. Zij werden vorig jaar eerste en nu tweede.’ Het puntenverschil tussen de eerste en laatste in het klassement van de Oppervlaktereddingsklasse is volgens Van Loon flink verminderd de laatste twee jaar. ‘Daaraan kun je zien dat de kwaliteit van oppervlakteredding omhoog is gegaan.’ Het team hoopt dat de komende jaren meer oppervlaktereddingsteams mee doen. ‘Je leert veel, een oefening kan daar niet aan tippen. Daarbij hebben we in de afgelopen drie jaar geen grote daadwerkelijke inzet op open water gehad. De vaardigheidstoetsen zijn bovendien fantastisch als teambuilding. Een pluim voor het ABWC, die meteen na de inzet iedereen apart neemt voor feedback. Dat werkt goed.’ ■
Oeffelt: ‘Het was grandioos’ Wedstrijd-minded. Zo noemt postcommandant Henk van den Hoogen van de Brabantse post Oeffelt zijn korps. Die gedrevenheid heeft ervoor gezorgd dat het korps sinds 2007 ieder jaar hoger is geëindigd en dit jaar kampioen is geworden in de klasse TS-HD. Heel wat bekers kwamen in de prijzenkast. ‘Maar een nationale titel hadden we nog niet. We hebben er alles aan gedaan om die ook binnen te slepen. En we hebben het voor elkaar gekregen. Het was grandioos’, vertelt Van den Hoogen. Naast de eer is ook het vakbekwaam blijven een belangrijke motivatie om mee te doen. ‘Er is geen mooiere manier om iets te leren.’ Het team was volgens Van den Hoogen, die zelf ook jurylid is bij de ABWC, communicatief sterk en reageerde juist tijdens bepalende momenten. Het scenario was een automatische melding in het gemeentehuis waar een huwelijksvoltrekking aan de gang was. In de kelder waren criminelen met een snijbrander bezig de kluizen open te breken. ‘Het was zeer realistisch.’ Niet alleen de zes deelnemers, maar de hele ploeg van zeventien man heeft volgens Van den Hoogen gewonnen. ‘We hebben twee keer in de week geoefend en veel extra uren gemaakt.’
Portretten van de winnaars in de andere twee klassen leest u op www.brandenbrandweer.nl.
Realistische scenario’s in vier klassen Het ABWC organiseert de vaardigheidstoetsen in vier klassen: − TS-HD: in de klasse TS-HD wordt een brandscenario geënsceneerd dat met hogedruk bestreden moet worden. Ook kunnen voertuigen met een drukluchtschuim worden ingezet. − Klasse 112: in deze klasse krijgen de teams een scenario voorgeschoteld, waarbij het onderwerp onbekend is. Zij kunnen dus een inzet krijgen met brand, hulpverlening, een incident met gevaarlijke stoffen of een waterongeval. Op basis van de informatie die de ploeg krijgt kan zij specifieke bijstand aanvragen. − Hoofdklasse: de hoofdklasse wordt op dezelfde wijze opgezet als de Klasse 112. Het grootste verschil is dat er in de hoofdklasse altijd sprake is van een incident waar minimaal twee eenheden
Oude Tonge: ‘Trots op nipte overwinning’ De post Oude Tonge van Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond is trots op de nipte overwinning in de klasse Oppervlakteredding. Twee jaar geleden heeft de ploeg de vaardigheidstoets ook gewonnen en vorig jaar zijn de brandweerlieden tweede geworden. Vijf slachtoffers zijn er gevallen bij een aanvaring van een speedboot met waterskiërs met een sleepboot. Dat is het scenario waar
Brand&Brandweer
betrokken zijn en een Officier van Dienst de coördinatie heeft. − Oppervlakteredding: in deze klasse moet een oppervlaktereddingsteam een waterongeval bestrijden. Mogelijk moet het team samenwerken met een duikteam of een brandweereenheid. Ook in deze klasse wordt het scenario complexer naarmate het team promoveert.
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
37
Bran dvei lig Leven
Kennis delen centraal tijdens Brandveilig Leven Innovatie Event
Burgemeester Pieter Broertjes van Hilversum geeft het startsein voor het Loket Brandveilig Leven.
Bij het eerste Brandveilig Leven Innovatie Event stond half september het uitwisselen van kennis tussen marktpartijen, instellingen en de brandweer centraal. In het ochtendprogramma spraken onder meer burgemeester Pieter Broertjes van Hilversum, lector Brandpreventie René Hagen van de Brandweeracademie en bestuurder Ben Hammer van een ouderenzorgorganisatie over het belang van brandveiligheid bij senioren. In de middag was er tijd voor een kennismarkt, waar veel partijen en projecten met een stand vertegenwoordigd waren. Ook waren er demonstraties van woningbranden met en zonder verschillende soorten sprinklers. Door JILDOU VISSER
‘W
e gaan vandaag vooral netwerken, van elkaar horen en leren en nieuwe innovatieve dingen zien’, zo trapte dagvoorzitter Elie van Strien het Brandveilig Leven Innovatie Event af. ‘De focus ligt op innovaties die het mogelijk maken om langer thuis te wonen. Brand is een absolute sluipmoordenaar. Dat geldt voor iedereen, maar in het speciaal voor kwetsbare senioren. Mijn tante is 86 en doet er vijf minuten over om uit haar stoel te komen en naar de deur te lopen als de bel gaat. Moet je nagaan wat daar gebeurt als er brand is. We moeten hiervoor oplossingen bedenken en dat moeten we samen met andere partijen gaan doen. Dat
38
nummer 10 oktober 2016 - Sdu Uitgevers
gaan we vandaag doen, zodat we morgen hier al mee aan de slag kunnen.’ Na deze vlammende opening haalt Van Strien Stephan Wevers, voorzitter van Brandweer Nederland naar voren. Hij benadrukt hoe belangrijk Brandveilig Leven is, met name bij senioren. ‘We moeten een beweging in gang zien te krijgen door gesprekken te voeren, met burgers en het bedrijfsleven. Netwerken is meer dan alleen een biertje drinken. Ik geloof dat wanneer we ruimte geven aan de mensen op de werkvloer en we niet verzanden in dikke beleidsplannen, we prachtige innovaties neer kunnen zetten. En we hebben meer data nodig. Zonder inzicht in het probleem, hebben we geen uitzicht op een oplossing.’
Brand&Brandweer
Bran dvei lig Leven
René Hagen: ‘Snel handelen is bij ouderen nodig.’
Ben Hammer: ‘Wij voelen ons ook verantwoordelijk voor thuiswonende senioren.’
Loket Brandveilig Leven Burgemeester Pieter Broertjes van Hilversum ziet bij brandveiligheid een grote rol weggelegd voor gemeenten. ‘Wij zijn een schakel in de keten. We moeten samenwerken met de brandweer in het mensen bewust maken van de gevaren van brand. De gemeente is verantwoordelijk voor de wmo. Brandveiligheid staat daar onvoldoende op de agenda, terwijl dat makkelijk te realiseren is. Het moet een vast agendapunt worden. Het is bovendien goed om samen informatie en projecten te ontsluiten.’ En met die woorden geeft Broertjes het startsein voor het Loket Brandveilig Leven.
mogen senioren bij brand geen lift gebruiken? De kans dat ze via de trap beneden komen is een stuk kleiner dan de kleine kans dat de lift niet functioneert.’
‘Het loket moet een soort zoekmachine worden voor Brandveilig Leven’ Het loket is bedoeld om alle projecten op het gebied van brandveiligheid te verzamelen. Hiermee kan iedereen die een activiteit wil starten, makkelijk putten uit al bestaande en bewezen projecten. ‘Het loket moet een soort zoekmachine worden voor Brandveilig Leven. Wat in het noorden gebeurt, zien we in het zuiden niet altijd. Met dit loket kan dat wel. Daarvoor is het wel noodzakelijk dat er meer projecten in komen. Heb je dus een project dat in jouw regio succesvol is, deel die met ons’, roept Nick Boersma, één van de projectleden, op. Het Loket Brandveilig Leven is te vinden via: www.loketbrandveiligleven.nl. Brandveiligheid bij senioren Na het feestelijke startsein van het loket, gaat lector Brandpreventie René Hagen van de Brandweeracademie dieper in op de problematiek van brand bij senioren. ‘Bij ouderen moeten we, mede door de fysieke beperkingen die ze vaak hebben, meer doen dan alleen een rookmelder ophangen. Snel handelen is nodig’, vertelt Hagen. ‘Rookmelders moeten gekoppeld worden aan alarm opvolging, de brand moet automatisch geblust worden en we moeten zorgen voor ondersteunende middelen. Daarnaast moet de bouwregelgeving passend worden gemaakt. Senioren kunnen niet dertig meter in dertig seconden door de rook afleggen. Dat geldt misschien voor ons, maar niet voor ouderen. En waarom
Brand&Brandweer
Zorgorganisatie en langer thuiswonen Ben Hammer, bestuurder bij ouderenzorgorganisatie HilverZorg, licht toe wat het voor een zorgorganisatie betekent als senioren langer thuis blijven wonen. ‘Wij voelen ons ook verantwoordelijk voor de mensen die nog niet bij ons wonen, daarom bewegen we ons naar buiten toe. Ik geloof dat sociale controle een belangrijke rol kan spelen in brandveiligheid. Met het programma wijk en buurtgericht werken, organiseren we activiteiten in de wijk. Zo zorgen we voor meer verbinding en sociale controle’, aldus Hammer. Ook technologische innovatie kan volgens hem een grote rol spelen. ‘Dat hoeft niet moeilijk te zijn. Tachtig procent van de infrastructuur van zorgtechniek is dezelfde als die van bijvoorbeeld de slimme elektriciteitsmeter. We kunnen verbindingen leggen om zo gegevens te ontsluiten. Als we via het zorgsysteem de brandmelding binnen krijgen, kunnen we er eerder op anticiperen. Samen kunnen we ervoor zorgen dat ouderen veilig, gezond en gelukkig thuis kunnen blijven wonen.’ Communities bouwen De laatste spreker van de ochtend is cultureel ondernemer Floor Ziegler. Zij probeert mensen bij elkaar te brengen en samen creatieve activiteiten op te zetten. Essentieel daarbij is dat er een goede kwartiermaker is en een locatie beschikbaar is. ‘De kazerne kan ook zo’n locatie zijn, maar je moet je wel openstellen en verbinding zoeken. Dat vraagt veel energie en je moet uit je comfortzone stappen. Als je dat doet, levert het veel op. Door op een open manier in de samenleving te staan, kun je veel bereiken.’ Kennismarkt Na de sprekers in de ochtend is er in het middagprogramma tijd om kennis te maken met verschillende organisaties en projecten op de markt. Zowel marktpartijen als veiligheidsregio’s zijn vertegenwoordigd. Veiligheidsregio Drenthe en Sprue Safety Products, producent van rook- en koolmonoxidemelders, staan gebroederlijk naast elkaar. ‘Bewust’, vertelt Gerrit-Jan Ruesink van Brandweer Drenthe. ‘Wij zijn samen bezig met het ontwikkelen van een pratende rookmelder. Kinderen horen de hoge toon van
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
39
Bran dvei lig Leven
in gesprek met de burger, maar soms gaven we tegengestelde adviezen. De politie adviseerde bijvoorbeeld de sleutel uit de deur te halen, wij juist om hem erin te laten zitten’, vertelt Alex van der Vegt van Brandweer Fryslân. ‘We zijn in gesprek geraakt en hebben de voorlichting op elkaar afgestemd. De boodschap is nu eenduidig. Bovendien merken we dat wanneer we samen op een evenement staan, we meer aandacht trekken. Wij zijn nog bezig met de ontwikkeling van een container met een quiz. Die hopen we in het voorjaar klaar te hebben, zodat we nog meer aandacht kunnen trekken van het publiek.’
Bij de woningbranden met een waterleidingsprinkler, woningsprinkler en watermistinstallatie blijft de brand beperkt tot de hoek van de bank.
de rookmelder vaak niet. Leerlingen van een technasium hebben een pratende knuffel bedacht die waarschuwt bij brand. Met de bijbehorende app kun je als ouder of verzorger zelf een bericht inspreken. Het prototype hebben we aangeboden aan Sprue Safety Products. Zij zijn aan het kijken of ze het in productie gaan nemen.’ Ruesink benadrukt dat de pratende rookmelder ook een uitkomst kan zijn voor senioren of verstandelijk beperkten die bij brand niet altijd weten wat ze moeten doen. ‘Deze melder vertelt het ze stap voor stap.’ Op het buitenterrein staan Brandweer Fryslân en de Nationale Politie naast elkaar. ‘Wij staan vaak op markten en braderieën, de politie doet dat ook met hun preventietruck. Beiden gaan we
Effect van sprinklers In de middag worden ook meerdere woningbranden geënsceneerd. Hiermee wordt het verschil getoond tussen woningbranden zonder sprinkler en woningbranden met een waterleidingsprinkler, woningsprinkler of een mobiele watermistinstallatie. Duidelijk is dat de verschillen groot zijn. Bij de demonstratie zonder sprinkler slaat de brand al snel over van de bank naar omliggende meubelen en knappen binnen enkele minuten de ramen. Bij de demonstraties met de verschillende soorten sprinklers wordt de brand in de hoek van de bank gesmoord. Ook in de overleefbaarheid is er een groot verschil, zo laat lector Brandpreventie René Hagen van de Brandweeracademie weten. ‘Bij de branden met sprinkler of watermist kun je op een laag niveau het zonder adembescherming nog wel even uithouden. Ook de temperatuur blijft een stuk lager dan wanneer er geen sprinklers in de woning zitten.’ ■
Zonder sprinkler brandt de bank volledig af en slaat de brand tot de brandweer ingrijpt over naar omliggende meubelen.
40
nummer 10 oktober 2016 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
Gesch i eden is
Meer aandacht voor G-RSTV na brand Marconistraat Harlingen Het onderzoek naar de brand in een bedrijfshal aan de Marconistraat in Harlingen in de nacht van 16 op 17 maart 2012 leverde een aantal aanbevelingen op. Ook landelijk was er veel aandacht voor de brandbestrijding. Niet alle getrokken conclusies waren terecht, volgens eerste bevelvoerder Ronald Wouda van de brandweer in Harlingen. Toch heeft ook hij veel van de brand en het onderzoeksrapport geleerd. ‘Er is nu veel meer aandacht voor het G-RSTV-model.’
Door JILDOU VISSER Fotografie Joachim de Ruijter
D
e aanbeveling om te stoppen met het koelen van een brandend pand met One Seven, stuit Wouda tegen de borst. ‘Wij hebben nooit de intentie gehad om het brandende pand met schuim te koelen, maar zijn wel bezig geweest met het blussen door te spuiten op naden en kieren. Naderhand zijn we nooit geïnterviewd over onze inzet. De conclusie dat we zouden koelen, is getrokken op basis van fotomateriaal.’ Oefenen Toch is er volgens de eerste bevelvoerder veel van het rapport geleerd. ‘Ik wist destijds een beetje van het G-RSTV-model. Sindsdien hebben we veel bijgeleerd en is er meer aandacht voor. In 2012 had ik nog geen weet van brandstof- en ventilatiegecontroleerde branden. Er wordt gehamerd op het herkennen van de brandstadia, maar je moet ook de middelen hebben om het te kunnen oefenen. In Harlingen hebben we toevallig een container en pallets van de Maritieme Academie die we bij oefeningen mogen gebruiken. Daarnaast gaan we één keer per jaar naar Wijster om te oefenen. Daar leer je veel van. Juist omdat je daar de stof met behulp van een instructeur oefent. Hij kan uitleg geven en je wijzen op de verbeterpunten.’
‘je moet ook de middelen hebben om het te kunnen oefenen’ Een ander punt waar op moet worden geoefend is volgens Johan Cnossen, Officier van Dienst (OvD) bij deze brand en tevens schrijver van het onderzoeksrapport, het herkennen van kantelpunten bij een brand. ‘Als je openingen gaat maken in een pand, moet je er bewust van zijn dat je een brand daardoor beïnvloedt. Je voegt zuurstof toe, waardoor een brand zich vanuit een ventilatiebeheerste fase sneller kan ontwikkelen. Daar moet je op voorbereid zijn met voldoende slagkracht. Je moet vooruit denken.’ Met name op dat punt heeft Wouda veel geleerd, zo geeft hij toe. ‘Met weinig middelen kun je bij dit soort grote branden beter eerst inzetten op de gevaren en het beperken van de branduitbreiding. Twee jaar
Brand&Brandweer
Bij de brand aan de Marconistraat in Harlingen in 2012 zorgen de gemaakte openingen er door de zuurstoftoevoer voor dat de brand kantelt.
later hebben we in Harlingen een grote brand bij de kringloopwinkel gehad. Dat heb ik bewust anders aangepakt. Ik heb toen eerst ingezet op het koelen van de naastliggende silo’s met dierlijk vet, tot we voldoende slagkracht ter plaatse hadden.’ Daarnaast concludeert Cnossen dat het soms zelfs beter is om niet te blussen. ‘In Friesland hebben we niet vaak grote branden. Bij brand zie je nog vaak dat de manschappen willen blijven bestrijden. Het effect daarvan is niet groot. Er komt altijd meer energie bij de brand vrij dan je aan slagkracht kunt leveren. Ik denk dat we net als de collega’s in het land, vaker moeten zeggen dat we de boel gecontroleerd laten uitbranden. Dan krijg je een schonere verbranding en minder nevenschade door bluswater. Bovendien houd je dan meer capaciteit vrij om in te zetten op het stoppen van de brand bij brandwerende scheidingen en het behouden van naastliggende panden.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
41
bran dweer bu iten lan d
Vakbekwaamheid op Bonaire, Sint Eustatius en Saba
De bevelvoerders hebben in april in Woensdrecht een training vliegtuigbrandbestrijding gevolgd.
Vakbekwaamheid speelt niet alleen in Nederland. Ook het Brandweerkorps Caribisch Nederland (BKCN), dit betreft Bonaire, Sint Eustatius en Saba, werkt hard aan vakbekwaamheid. De in totaal tachtig brandweerlieden op deze drie eilanden worden volgens Nederlandse vakbekwaamheidsnormen, maar dan aangepast naar het risicogebied, opgeleid door eigen instructeurs. De BOGO levert de basis voor de leergangen op maat en verzorgt een trainde-trainer programma.
Fotografie BOGO
BKCN bestaat sinds 10 oktober 2010 en valt onder het ministerie van Veiligheid en Justitie.
In 2011 kwam de BOGO in contact met Hoofd Opleidingen en Vakbekwaamheid Julius Melaan van BKCN. In eerste instantie werd de vraag gesteld om te ondersteunen bij het organiseren van een leergang instructeur. ‘Uitgangspunt is en was een trainde-trainer principe. De BOGO leidt de brandweerlieden dus niet zelf op. ‘Vanuit onze organisatie hebben we een aantal creatieve geesten bij elkaar gezocht die in samenspraak met het brandweerkorps, volgens de Nederlandse normen leergangen, hebben opgesteld’, vertelt regionaal opleidingsmanager en docent Jim Tukker van de BOGO. ‘Niet alleen de instructeurs, maar ook leidinggevenden zijn door de BOGO opgeleid. Wij treden voornamelijk op de achtergrond en zijn meer een coach voor de instructeurs.’ Het
Uitbesteden Naast het opzetten van de leergangen helpt de BOGO ook bij het inrichten van de vakbekwaamheidsorganisatie voor Caribisch Nederland. ‘Door de kleinschaligheid zijn wij niet in staat om als korps een goede en betaalbare vakbekwaamheidsorganisatie op te zetten’, aldus Algemeen Commandant Jair Tromp van Caribisch Nederland. ‘Daarom besteden we dat uit. BKCN is een jong korps met nog veel achterstanden uit het verleden. De vakbekwaamheidsorganisatie bestond uit één functionaris. Het staat nu bij ons hoog in het vaandel. De meeste leidinggevenden bij ons zijn nauw betrokken bij de vakbekwaamheidsorganisatie. En de focus ligt op het wegwerken van de achterstanden op het gebied van vak-
Door Jolanda Haven
42
nummer 10 oktober 2016 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
bran dweer bu iten lan d
bekwaamheid. Het is een grote uitdaging om het personeel vakbekwaam te maken en straks te houden voor de verschillende en uiteenlopende taken die we hebben op de eilanden.’
Sinds 10 oktober 2010 vormen de brandweerlieden op deze eilanden één organisatie onder leiding van Algemeen Commandant Jair Tromp. Vóór deze datum was elk eilandsbestuur verantwoordelijk voor zowel
Ondersteuning Sinds 2014 krijgt het korps ondersteuning van specialist Opleiden & Oefenen Chiel Crul, die vanuit Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden voor een periode van drie jaar is gedetacheerd. ‘Met het ministerie van Veiligheid & Justitie zijn we in gesprek om te komen tot een nieuwe inrichting van de organisatie. We hopen dan de vakbekwaamheidsorganisatie beter in te bedden’, aldus Tromp. Chiel Crul is ook voor de BOGO een belangrijk aanspreekpunt.
de brandweerorganisatie als de zorg. Nu is de minister van Veiligheid en Justitie in Den Haag de korpsbeheerder van het Brandweerkorps Caribisch Nederland (BKCN). Maar elk eilandsbestuur is wel verantwoordelijk voor de brandweerzorg op de eilanden. Dit is wettelijk geregeld in de Veiligheidswet BES. Behalve de Veiligheidswet BES is er ook een apart Besluit brandweer BES voor de brandweer in Caribisch Nederland. Er is ook een eigen functiehuis voor de brandweer in Caribisch Nederland waarin de kwalificatieprofielen voor de functies binnen het korps worden vastgelegd. In het Besluit brandweer BES is bijvoorbeeld geregeld dat de minimale bezetting van een tankautospuit vier is.
Beroepskorps BKCN telt ongeveer tachtig brandweerlieden. De verdeling is vijftig op Bonaire, twintig op Sint Eustatius en tien op Saba. In totaal zijn er vijftien gediplomeerde instructeurs, waarvan dertien opgeleid door de BOGO. Tromp: ‘Conform ons functiehuis is de functie van bevelvoerder bij ons een gecombineerde functie van bevelvoerder en instructeur. Alle bevelvoerders worden bij ons opgeleid als instructeur. Daarnaast zijn de meeste OvD’en, dat heet bij ons Vak-OvD’en, ook opgeleid tot instructeur.’
‘Onze werkelijkheid is compleet anders dan de Nederlandse’ De brandweerlieden zijn allemaal beroeps. Met de scherpe ‘response time’ op een luchthaven is het moeilijk om met vrijwilligers te werken. Op Saba kost het veel tijd om van de luchthaven naar de hoofdplaats The Bottom te rijden. ‘Daarom zijn we van plan om daar met een pilot te starten met vrijwilligers, maar dat doen we pas als we klaar zijn met het vakbekwaam maken van het huidige personeel’, aldus Tromp. Saba En Sint Eustatius hebben beide één kazerne op de luchthaven. Op Bonaire zijn twee kazernes. De brandweerlieden zijn gestationeerd op de luchthaven of in Rincon. Kwalificatienormen Ook het IFV is betrokken geweest bij het inrichten van de leergangen en de examinering. Op basis van het verzorgingsgebied en de risico’s op de eilanden is gekeken naar de inrichting van de leergangen. ‘Maatwerk is belangrijk’, aldus Tukker. ‘Ook de kwalificatienormen en de toetswijzers zijn aangepast aan de situatie van Caribisch Nederland.’ Sinds 1 juli is het wettelijk geregeld dat er een OEBO-BES is. Dit is een eigen systeem, maar komt sterk overeen met het EuropeesNederlandse. ‘Onze werkelijkheid is compleet anders dan de Nederlandse’, vult Tromp aan. ‘Het is altijd zomer, de bebouwing is anders en er rijden bijvoorbeeld geen treinen. We beschikken niet over dezelfde middelen als in Nederland, maar dat is ook niet ons doel. We willen vooral genoeg en de juiste middelen hebben in relatie tot het risicoprofiel van de drie eilanden. Hoewel we één korps zijn, opereren we op drie totaal verschillende eilanden met elk een eigen taal en cultuur. Papiaments op Bonaire en Engels op Saba en Statia. Tijdens MT-vergaderingen hoor je meestal drie talen.’
Brand&Brandweer
Het feit dat lesstof en examens nog in het Nederlands zijn, is voor de brandweerlieden een grote uitdaging. ‘We faciliteren daarom zoveel mogelijk bijscholingen Nederlands voor het personeel ter voorbereiding op het volgen van een leergang en er wordt samen met het IFV kritisch gekeken naar de formulering van examenvragen’, aldus Tromp. De eerste brandweerlieden hebben inmiddels de leergang Manschap A CN en bevelvoerder CN afgerond. Straks worden ook de leergangen Chauffeur/ voertuigbediende CN en Manschap B CN aangeboden. Risico’s De grootste risico’s voor de BES eilanden zijn voornamelijk de luchthavens, de haven waar veel cruiseschepen komen, twee actieve vulkanen en de olieterminals. BKCN is ook de lucht-havenbrandweer op de drie eilanden. Tromp: ‘We focussen ons ook nadrukkelijk op deze taak.’
‘Hoewel we een korps zijn, zijn de eilanden totaal verschillend’ Daarnaast hebben Bonaire en Sint Eustatius een olieterminal. Ook deze organisaties zijn bezig achterstanden uit het verleden weg te werken. De brandveiligheid van Bopec, de olieterminal op Bonaire, is na de brand in 2010 aanzienlijk verbeterd. Dit is gerealiseerd door een goede vergunningverlening en een intensief handhavingstraject. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond ondersteunt ons in dit traject. Zelf hebben we veel geïnvesteerd in de relatie met beide olieterminals. Gezamenlijk oefenen is geen uitzondering meer.’ Oefening ‘In april hebben elf bevelvoerders een realistische training gehad voor het onderdeel Brand in Weeze’, aldus Tukker. ‘Aangezien ieder eiland een vliegveld heeft, zijn de bevelvoerders voor het onderdeel vliegtuigbrandbestrijding in Woensdrecht geweest. Hoewel de voertaal Papiamentu is, spreken de meeste brandweerlieden ook goed Nederlands. Erg knap. Dat maakt de communicatie een stuk makkelijker.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2016
43
gespot i n de markt
Elektronisch geregelde airpack voor luide tweetonige pneumatische hoorn De Airpack-MH4 van W&G maakt het mogelijk een voertig te voorzien van een pneumatische hoorn met een maximaal en constant volume, onafhankelijk van het voertuig luchtsysteem. Deze Airpack is speciaal ontwikkeld voor brandweervoertuigen.
Diverse componenten van de set bestaan uit zeer hoogwaardige materialen. Uitgevoerd met twee complementaire motoren en in tegenfase geschakelde zuidgers. Het geheel is spatwaterbestendig. De Airpack kan het beste worden gemonteerd in de motorruimte. Specificaties: Vermogen: max. 680 Watt (56A/12V 28A/24V) Luchtopbrengst 80 liter per minuut, bij maximaal 6 Bar, ingebouwde sensor Spanning: 12 Volt (24 Volt = optioneel) Signaal: tweetonig Versneller: Ja, via claxoningang
Reinier de Graaf ziekenhuis opent eigen trainingscentrum Het Reinier de Graaf ziekenhuis heeft haar eigen trainingscentrum op het gebied van brand- en bedrijfsveiligheid. Hiermee is het Delftse ziekenhuis het tweede ziekenhuis in Nederland dat over een eigen oefenlocatie beschikt. In het centrum trainen jaarlijks tweeduizend medewerkers met realistische scenario’s op het gebied van brandveiligheid, ontruiming en preventie. Hiermee vergroot het ziekenhuis de veiligheid van patiënten, de bezoekers en medewerkers. In drie containers is een state-of-the-artoefencentrum ingericht. De oefensituaties die in de containers nagebootst worden, sluiten volledig aan op de praktijk van het ziekenhuis. Hierdoor zijn medewerkers goed voorbereid op brand en de gevaren van rook. Daarnaast ervaren zij ook de werking van de watermistinstallatie. Deze verbruikt minder water dan een sprinklerinstallatie en geeft weinig waterschade. Reinier de Graaf is het eerste ziekenhuis in Nederland dat volledig uitgerust is met dit unieke systeem. 44
nummer 10 oktober 2016 - Sdu Uitgevers
Prof.dr. Carina Hilders, directievoorzitter van Reinier de Graaf verrichte dinsdagmiddag op originele wijze de officiële opening. Zij arriveerde samen met Jan Bron, directeur Brandweerzorg Veiligheidsregio Haaglanden in een brandweerauto uit 1930 en wist door middel van vakkundig bluswerk een oefenbrand te doven. ‘Kwaliteit en veiligheid zijn speerpunten van Reinier de Graaf. Ik ben trots dat wij
onze medewerkers nu in huis kunnen trainen en hiermee de veiligheid van ieder nog meer kunnen vergroten’, aldus Carina Hilders. Jan Bron noemt het initiatief van Reinier de Graaf een voorbeeld voor alle zorginstellingen. ‘Met goed getrainde medewerkers hoeft de brandweer minder vaak in actie te komen. Een win-winsituatie dus.’
Deze pagina is tot stand gekomen met bijdragen uit de markt
B&B REGISTER
B&B Brand&Brandweer
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Adviesbureau brandpreventie
Floriaan B.V. Postbus 220 5300 AE Zaltbommel Tel. 0418 573800 Fax 0418 573801 info@floriaan.nl www.floriaan.nl
Vaste adverteerders (contract houders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.
Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop: I.S.-acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com
Brandveiligheid
Geboorde brandputten
Stickers
Vluchtdeurbeveiliging
P&G Safety Burgerstraat 26 5311 CX Gameren Tel. 0418 561761 info@pengsafety.nl www.PenGsafety.nl
Raaijmakers Bronbemaling Erfstraat 8 5408 SJ Volkel-Uden Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl
Letas Stickerservice Postbus 32016 6370 JA Landgraaf Tel. 045 5312580 Fax 045 5691700
Nooduitgang.nl Doezastraat 37 2311 HA Leiden Tel. 071 3611628 Fax 071 3611869 info@nooduitgang.nl www.nooduitgang.nl
Droogkasten & reinigingsmachines Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 ZG Klaaswaal Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 laundry@laundry.nl www.laundry.nl
Hulpverlenings gereedschappen Holmatro Rescue Equipment Postbus 33 4940 AA Raamsdonkveer Tel. 0162 589200 Fax 0162 522482 www.holmatro.com
Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer Gewenste rubrieken
o per rubriek, per uitgave € 45,o per rubriek heel jaar (10 uitgaven) € 355,Prijzen exclusief BTW Datum
Handtekening
B&B Brand&Brandweer
U kunt deze bon inscannen en mailen naar: info@is-acquisitie.com. Voor deze en andere advertentiemogelijkheden in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a.: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 10 - oktober 2016
45
ABONNEMENTEN
Afgekeurd voor brandweer om timmeren vogelhuisje De brandweer in de Belgische plaats Ruiselede heeft een grote kans laten liggen om aan broodnodige vrijwilligers te komen. Een broer en zus die zich hadden aangemeld mogen niet aan de bak. Niet omdat ze geen brand kunnen blussen, maar omdat ze geen vogelhuisje kunnen timmeren. Om toegelaten te worden moesten de kandidaten onder andere binnen vijf minuten een vogelhuisje timmeren. Dat lukte ze niet. De proef is volgens de Vlaamse brandweer nodig om te kijken of de kandidaten technisch inzicht hebben. Bron: Nos.nl
Brandweer schiet vissen te hulp
BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding, en het communicatiemagazine van Brandweer Nederland. Oktober 2016 - nummer 10 jaargang 40 REDACTIE-ADRES
Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. 06-30695542, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE
Ing. Stephan J.M. Wevers, commandant brandweer Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Gelderland-Midden Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek Marcel van Galen, hoofd risicobeheersing Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Frank Huizinga, woordvoerder Brandweer Nederland Lucas de Lange, Vernieuwde repressie Veiligheidsregio Haaglanden Gerard Bouwmeester, vrijwilliger Veiligheidsregio Utrecht EINDREDACTIE
Brandweerlieden in Kootwijkerbroek zijn half september uitgerukt voor een levensreddende handeling bij een stel vissen in een singel. Door het warme weer was er te weinig zuurstof in het water. De brandweerlieden hebben met meerdere HD-stralen water in de singel gespoten om zo extra zuurstof in het water te krijgen. Bron: Barneveldsekrant.nl
Wij van PS: Ingrid Spijkers, Jildou Visser e-mail: jildou@wijvanps.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE
Marcel van Galen, Robbert van Beveren, Jochem Schuijling, Ginopress, Patrick van Gerner, HVZeeland, ANP, John Voermans, Casper Ferwerda, Hans Nederhoff, Team Brand Onderzoek Veiligheidsregio Utrecht, Jolanda Haven, IFV, Veiligheidsregio Drenthe, Veiligheidsregio Haaglanden, Henry Wallinga, CFBT-NL, ABWC, Ellen Schat, Joachim de Ruijter en BOGO. ONTWERP EN OPMAAK
SD Communicatie, Rotterdam DRUK
Wilco BV - Amersfoort UITGEVER
Sdu Uitgevers: Roel W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl BLADMANAGEMENT
Lijst van adverteerders
drs. Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl ADVERTENTIE-ACQUISITIE
Dräger 22 FRT Trainer 16 Kingspan 30 Laundry BV 16 Letas Stickerservice 16 P2000Shop Alarmeringsystemen C4 PWG Bedrijfsveilige Kleding BV C2 Raaijmakers en Zn 16 SDU 4, 16, 34, C3
Tarieven, reserverings- en sluitingsdata voor (combinatie)advertenties in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a. op aanvraag beschikbaar bij: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, e-mail: info@is-acquisistie.com www. is-acquisistie.com Aanlevering van advertentiemateriaal bij loap@sdu.nl SLUITINGSDATA ADVERTENTIES EN BIJSLUITERS 2016
nummer Nr. 11 Nr. 12
Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Het abonnement op Brand&Brandweer (10 nummers) kost 89 euro excl. BTW (94,34 euro incl. BTW). Deze prijs is inclusief verzendkosten. Prijs los nummer: 10 euro (incl. BTW). Een abonnement op B&B geeft tevens toegang tot B&B-digitaal, nieuwsdossiers, forum en het archief van B&B via www. brandenbrandweer.nl. Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Prijs online-abonnement los: 74 euro excl. BTW (89,54 euro incl. BTW). Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2016 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. ISSN 01656-4675
verschijning sluiting 05-11 11-10 03-12 08-11
TERMIJN VAN ANNULERING:
6 weken voor verschijningsdatum Termijn van inzending:
3 weken voor verschijningsdatum
46
nummer 10 oktober 2016 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
Volledig op de hoogte met Brand & Brandweer
B B&B &B Brand
Bra
nd&
&Bran
B&B Brand&Brandweer
JUNI 2016
B&B d voor lad bla kb vak va
en erlening hulpv weer, brand
d voor
brand weer, hulpv erlening en
• Brusselse brandweer deelt de ervaring van de aanslagen
5
voor dacht j bi op aan • Vol idshygiëne arbe vakblad v tra voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding nakblad AN G 40 JAA RG oefence er ers ov ernem • Ond dveiligheid bran
ing nbestrijd rampe
6
• Brancherichtlijn duiken moet zorgen voor kwaliteitsimpuls va v ak kb bla lad
6 ME I 201
dweer &Bran Brand
dweer
rampe40 JAARGANG nb
estrijd ing
Brand papieropslag Scheemda duurt tien dagen
• S te bij unpun kla psych t voo cht oso r hu cia en • V le lp er Ma nieuw n d s feit cha e op pA leid is e i • L en ng es wo sen va Hel ningb n de f a lev ran oet d tale slu in is
7/8 STU S
201 6
v va akb • Rob lad voo ots, r bra ndw van de het materie toekom el eer, hulpver len st ? ing • Blu en JAA RG ram AN spakk G 40 pen en bes afgest trij din emd op g de klu s
B&B Bra
nd&B
LTR_
P001
B&B Brand
&Brandwe
01_LTR
er
SE
PT EM
9 JA AR
G AN
B ER
20 16
G 40
Spe kw len m bij adran et cen brand ten tru mZ utp hen
om Zorgen ingen d verbin d n bij bra ren o t zend
B&B
JUL I / AU GU
ndw eer
• Vooruitblik op het brandweercongres
tie oriënta kamer • Her elijke Meld Land ie at is Organ
LTR_P0
• Red gere sterker edschap: kleiner , lichter en
Bra
_LTR
-BR-
ran
dw eer
09-2
016
ww w.b ran den bran dw eer. nl
1
www.b randen brandw eer.nl
-BR-07-
2016 1
Brand&Brandweer
www.brandenbrandweer.nl 23-6-201
6 9:54 :23
LTR_P001_LTR-BR-06-2016 1
25-8
-201
6 9:3 6:24
19-5-2016 11:03:20
6:21 6 11:3
28-4-201
B&B er
&Brandwe
Brand
eer.nl brandw randen www.b
2016 1
-BR-05-
01_LTR
LTR_P0
Brand & Brandweer houdt u volledig op de hoogte van alle ontwikkelingen in het brandweer en rampenbestrijdingsvak via de brand online. U vindt in Brand & Brandweer elke maand boeiende artikelen over de brandweer in al zijn facetten: repressie & preventie, rampenbestrijding & crisisbeheersing, bestuur & organisatie en actueel nieuws uit de korpsen. Neem nu een abonnement en u ontvangt maandelijks het blad en u heeft toegang tot brandenbrandweer.nl, waar u naast het nieuws over uw vakgebied, gratis toegang hebt tot de archieffunctie van Brand&Brandweer.
Ga naar sdu.nl/brandweer
PreCom
Next Generation Pagers
Met PreCom kan eerder actie worden ondernomen, is de betrouwbaarheid van directe inzet van vrijwilligers beter gegarandeerd en wordt de efficiëntie van een alarmering verhoogd. PreCom Pager Next Generation is sneller en efficiënter én heeft meer functies dan de huidige generatie alarm ontvangers. Met een druk op de knop bevestigt de ontvanger na een alarm direct zijn beschikbaarheid. Het systeem waarschuwt bij onderbezetting en schaalt automatisch op waar nodig. Bovendien geeft PreCom een helder overzicht wie wanneer beschikbaar is. Dankzij de ingebouwde kalender met aan- en afwezigheidsfunctie kan onderbezetting tijdig worden voorkomen. PreCom als totaal oplossing heeft zich reeds over meerdere jaren succesvol bewezen.
el derde m on 0 PreCo ging P200 n a v r e v
• Realtime terugkoppelen van beschikbaarheid; • via agenda op pager beschikbaarheid opgeven; • mobiele applicaties voor Android / iPhone / Windows Phone • door een druk op de knop ad-hoc beschikbaarheid afmelden; • beschikbaarheidsinformatie op IP67 pager via PreCom berichtgeving; • LCD kazerne bezetting en opkomst display; • meldkamer applicatie; • gevanceerd beschikbaarheid systeem. Wilt u meer informatie? Kijk op onze website www.p2000shop.nl of bel 013-21 34 104. We helpen u graag.
P2000 Alarmeringsystemen B.V. De Waterlaat 15, Postbus 15, 5571MZ Bergeijk 5563ZG Westerhoven Nederland Tel : +31 13 2134104
www.p2000shop.nl E-mail: info@p2000shop.nl Fax: +31 13 7113018