maart 2017
• De verkiezingen: de politieke partijen over de brandweer • Lekkage ademlucht door baarden, brillen en balaclava • De uitdaging van de Brandweersportbond vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Inzet drones stap dichterbij
B&B Brand&Brandweer
www.brandenbrandweer.nl
3
jaargang 41
nkel.se
Reddingsgreep maakt het redden van een drager Reddingsgreep maakt hetin nood mogelijk redden van een drager in nood mogelijk
Lichaamsgevormde Lichaamsgevormde schouderbanden enschouderbanden heupriem en optimale heupriem voor voor optimale gewichtsverdeling engewichtsverdeling comfort en comfort
Verplaatsbare Verplaatsbare aansluitingspunten aansluitingspunten voor accessoires voor accessoires
Heupriem enen schouderbanden Heupriem schouderbanden bewegen onafhankelijk bewegen onafhankelijkvan van elkaar voor maximale elkaar voor maximalemobiliteit mobiliteit
Sneldrogende Sneldrogende Kevlar-riemen Kevlar-riemen
Snelkoppeling Snelkoppeling voor reduceereenheid, voor reduceereenheid, geen gereedschap geen gereedschap nodig nodig
Grootte is gemakkelijk aan te Grootte is gemakkelijk aan te passen, zelfs bij het dragen van passen, zelfs bij het dragen van het draagstel het draagstel
™ De Incurve De Incurve™SCBA SCBA
Draag het het voor voor uw Draag uw gezondheid, gezondheid, niet alleen alleen voor niet voor de de veiligheid veiligheid Lang na het verlaten van een brandhaard kunnen brandweerlieden worden blootgesteld Lang het en verlaten van een brandhaard worden blootgesteld aan na giftige kankerverwekkende stoffenkunnen die hun brandweerlieden persoonlijke beschermingsmiddelen aan giftige en kankerverwekkende stoffen die hun persoonlijketebeschermingsmiddelen besmetten. Om het risico van langdurige gezondheidsproblemen verminderen hebben we een SCBA voorlangdurige alle cilindertypes, met een minimumteaan textiel waardoor besmetten. Omontwikkeld het risico van gezondheidsproblemen verminderen hebben heteen minder voorvoor verontreiniging en gemakkelijker schoon teaan maken is. Als een we SCBAgevoelig ontwikkeld alle cilindertypes, met een minimum textiel waardoor toegevoegde bonus:voor het isverontreiniging waarschijnlijk 'senwerelds meest comfortabele draagstel. het minder gevoelig gemakkelijker schoon te maken is. Als een toegevoegde bonus: het is waarschijnlijk 's werelds meest comfortabele draagstel.
interspiro.com
interspiro.com
INHOUD
nummer 3 maart 2017
Coverstory 14
32
Inzet drones stap dichterbij
Baarden, brillen en het onjuist gebruik van de balaclava kunnen zorgen voor lekkage van het ademluchtmasker. Niet alleen lekt lucht weg, er komt ook vieze lucht binnen. Brandweer Nederland stelde een handreiking op.
Na jarenlange voorbereiding lijkt het erop dat dit jaar de laatste grote stappen worden gezet voordat drones landelijk ingezet kunnen worden. Brandweer Midden- en West-Brabant en Twente hebben de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan. Wat is er geleerd? Bij welke incidenten kunnen drones van toegevoegde waarde zijn? En wat moet er nog gebeuren voordat drones landelijk gemeengoed worden? 38
Artikelen 10
18
27
‘Investeer in veiligheidsbewustzijn bij aardgasincidenten’ Aardgas is een van de meest ondefinieerbare risico’s, zo ontdekten brandweerlieden uit Veiligheidsregio Flevoland na de explosie in juni vorig jaar. Eerste bevelvoerder Pieter Pruiksma tijdens die inzet en kennisregisseur Jeroen van Opstal delen hun ervaring.
Koppige geiten en zonnepanelen aandachtspunten bij stalbrand Bij een grote stalbrand in het Noord-Limburgse Leveroy weten de ingezette brandweerlieden in totaal tweeduizend geiten te redden. Dat dit een flinke uitdaging is, ontdekken ze al snel. Ook de zonnepanelen op het deels ingestorte dak zijn een groot aandachtspunt, doordat de bedrading bloot is komen te liggen.
Handreiking voor baarden, brillen en balaclava bij adembescherming
40
De verkiezingen: welke politieke partij wil wat?
Brandweersportbond staat voor grote uitdaging
Wie de diverse verkiezingsprogramma’s erop naslaat, ontdekt niet welke plannen de diverse partijen met de brandweer hebben. Brand&Brandweer heeft ze vier stellingen voorgelegd over onder andere vrijwilligers, de inrichting van de repressieve brandweerzorg en het stellen van wettelijke eisen op het gebied van brandveiligheid.
De Brandweersportbond heeft de afgelopen jaren een enorme ontwikkeling doorgemaakt en staat nu voor een moeilijke opgave. Enerzijds moet het aantal sporters omhoog, anderzijds mogen er minder uren worden gemaakt
Les- en leerstof in beeld en competitieverband: leuk en leerzaam
Rubrieken
Activerende werkvormen zijn populair. Na het artikel in het januari/ februarinummer kregen we nog enkele leuke werkvormen toegestuurd die we jullie niet willen onthouden.
Op de cover: Als het aan Brandweer Twente en Midden- en West-Brabant ligt duurt het niet
5 6 23 30 34 37 43
Van de redactie Actueel Brandweer Nederland Onder de Helm 40 jaar Brandweer Buitenland Geschiedenis
lang meer voordat de inzet van drones landelijk gemeengoed wordt. Fotografie: Ginopress
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
3
000090.pdf 1
1/9/20170000098.pdf 11:25:47 AM1
000094.pdf 1
1/9/2017 11:43:24 AM
12/27/2016 12:54:23 PM
Een uiterst handige leidraad. Het boek biedt overzichten en vergelijkingen, maar het geeft vooral ook inzicht in hoe de wet is bedoeld. Voor iedereen die in het werk te maken heeft/krijgt met de Omgevingswet. prijs â‚Ź 59,50 incl. btw, excl. verzendkosten isbn 978 90 12 39882 4
nieuw
De Omgevingswet toegelicht www.sdu.nl
VAN DE REDACTI E
Samen in een leeromgeving
E
r verandert veel op het gebied van het opleiden van nieuw personeel. Dat was de conclusie toen ik in februari enkele collega’s sprak over dit onderwerp. De aanleiding was de komst van de elektronische leeromgeving voor de brandweer (ELO). Mijn collega’s hebben gelijk. Ja, er verandert veel. De beschikbaarheid van dit nieuwe middel biedt goede mogelijkheden om het onderwijs beter te laten aansluiten bij de behoeften van de cursist. Maar of er juist nù veel verandert? Daar wil ik vraagtekens bij zetten. Laten we eens terug kijken in de tijd. Zelf gaf ik rond 2001 geregeld les aan cursisten van de leergang instructeur. Dat voelt voor mij nog erg recent. In termen van onderwijs is het al lang geleden. In die periode lagen de instructiemiddelen van de jaren tachtig nog in het magazijn, de viltstroken! In de jaren negentig werkten we binnen de brandweer met mappen vol transparante plastic vellen, oleaten. Iedere les weer werden hele stapels langs de overheadprojector gevoerd. Rond de eeuwwisseling waren mijn cursisten al een stap verder, ze printten zelf op een oleaat! De betere knutselaars kregen dat in kleur voor elkaar. En de echte whizzkid? Die ging misschien wel experimenteren met Powerpoint. Met de opkomst van steeds meer computers, vanaf 1997, werd Powerpoint steeds meer gebruikt. Daarna volgde er een lang tijdvak met steeds mooiere presentaties. En toen kwam YouTube, in 2005. Dit was het einde van de videobanden met oude incidenten, het einde van DVD’s, met daarop vaak diezelfde oude video’s. Nu was er een toegankelijk
Brand&Brandweer
medium waarin we nog beter dan voorheen informatie konden delen. Inmiddels zijn we tien jaar verder. YouTube is groter dan ooit en heeft zijn eigen helden. De hele manier van informatie delen en ontvangen is drastisch veranderd. Mensen bepalen zelf wat ze kijken en wanneer ze kijken. In deze context is het een passende en logische stap dat ook de brandweer overgaat naar een elektronische leeromgeving. Even terug naar het begin. Ja, het klopt wat mijn collega’s zeggen. Er verandert veel. Maar als ik terugblik is dat niet alleen het geval bij de brandweer, maar juist ook in de wereld om ons heen. En kritisch beschouwd, het duurt vaak even voordat de brandweer deze ontwikkelingen een plaats geeft. We zijn geen koploper. Reden te meer om trots te zijn als onze organisatie een stap zet. Een stap die aansluit bij de ontwikkelingen in de maatschappij. Wij hebben vanaf nu een omgeving, een virtuele wereld, die ruimte biedt om de laatste ontwikkelingen met elkaar te delen. Een plaats waar we informatie sneller kunnen actualiseren dan via boeken. Een plek om te leren van elkaar. En natuurlijk een mogelijkheid om samen te werken. Want dat past bij ons vak en ons karakter. Samen werken en samen leren. Ik ben dan ook zeer benieuwd wat we allemaal gaan beleven in de nieuwe leeromgeving. En hoop dat jullie samen en nieuwsgierig deze stap zetten. Albert-Jan van Maren
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
5
ACTU E EL
Fotografie: Marcel van Saltbommel
Nieuwe brandweerboten met duikapparatuur voor IJsselland
Veiligheidsregio IJsselland heeft drie nieuwe brandweerboten, waarvan twee met geïntegreerde SSE-duikapparatuur aan boord. ‘Uniek, we zijn de eerste in Nederland die de duikapparatuur permanent aan boord heeft’, vertelt projectleider Henk Houwer. ‘Dat is een groot voordeel, want met deze nieuwe boten kunnen we sneller uitrukken. De duikers zijn direct inzetbaar.’ De oude boten voldeden niet meer, daarom is eind 2015 een project gestart voor de aanschaf van drie nieuwe brandweerboten, legt Houwer uit. ‘Tijdens het traject kwam de lang gekoesterde wens
van de duikers uit Zwolle en Deventer naar voren om de SSE-duikapparatuur in de boot te integreren. Bij de vorige boot hadden ze dit zelf aan boord gebracht, maar dit was niet helemaal conform
alle eisen en wensen. Dit was een flinke investering, die oorspronkelijk niet was begroot. Er moest veel water door de IJssel voordat we dit er bij het bestuur doorheen hadden, maar het is gelukt.’ De twee nieuwe vaartuigen voor Deventer en Zwolle zijn uitgerust met een DPU voor het SSE-duiken en een vaste luchtlijn. De brandweerboot voor Olst is dit niet, want zij hebben geen duikteam. Houwer: ‘Deze boot is ook een slag kleiner en is met name bedoeld voor oppervlakteredding en indien nodig voor de ondersteuning van de duikers uit Zwolle of Deventer. Voorheen moesten de duikers de DPU uit de auto eerst aan boord brengen. Met de nieuwe vaartuigen hoeft dit niet meer. Ze kunnen direct instappen en al varend omhangen en aansluiten op de SSE-apparatuur. Dat scheelt minuten. Alle slangen en leidingen zijn bovendien in de bodem van de boot weggewerkt, zodat de looprouters vrij zijn van slangen en kabels.’ De projectleider hoopt dat alle vaartuigen begin maart gereed zijn en ingezet kunnen worden. ‘Zwolle en Olst zijn al met de nieuwe boot aan het oefenen. Deventer nog niet, want die boot gaat eerst naar de Hiswa van 8 tot en met 12 maart.’
Inspectie Veiligheid en Justitie start twee onderzoeken naar brandweer De Inspectie Veiligheid en Justitie (IV&J) start dit jaar een onderzoek naar de inrichting van de repressieve brandweerzorg en naar het brandweerduiken. Dat blijkt uit het Werkprogramma 2017 van IV&J. Daarnaast gaat de inspectie ook onderzoek doen naar de aansluiting tussen de veiligheidsregio’s en de nationale crisisorganisatie, naar de integrale aanpak van jihadisme, de inrichting en taakuitovering van de meldkamers en anar de kwetsbaarheden en mogelijkheden van de crisisorganisatie burgerluchtvaart. Het onderzoek naar de inrichting van de repressieve brandweerzorg richt zich met name op de vraag in hoeverre de inrichting van de repressieve brandweerzorg 6
nummer 3 maart 2017 - Sdu Uitgevers
voldoet aan de geldende wet- en regelgeving. Daarbij kijkt de inspectie onder andere naar de vastgestelde tijdnormen voor de opkomsttijd, de toepassing van
variabele voertuigbezetting, de beschikbaarheid van personeel, de registratie en analyse van de gerealiseerde opkomsttijden en in hoeverre het brandweerpersoneel veilig de repressieve taak kan uitoefenen. Met het onderzoek naar het brandweerduiken hoopt de inspectie te komen tot een actueel beeld over het brandweerduiken. Dit doet de inspectie onder andere door te kijken naar de resultaten van de zelfscan en eerdere aanbevelingen.
Brand&Brandweer
Actueel
CBS: Brandweer vorig jaar minder vaak gealarmeerd
Van de 222 duizend meldingen van incidenten in 2016 leidden 141 duizend meldingen tot het daadwerkelijk alarmeren van de brandweer. Dat zijn ruim tienduizend minder dan een jaar eerder. Bij de meldkamer kwamen 124 duizend brandmeldingen binnen, waarvan 79 duizend vanuit brandmeldinstallaties.
BRON: CBS
Bij de meldkamers van de brandweer kwamen vorig jaar bijna 222 duizend meldingen binnen van incidenten. Dat zijn er twaalfduizend minder dan een jaar eerder. De afname komt met name door een forse terugloop in het aantal hulpmeldingen vanwege noodweer. Daarnaast daalde het aantal brandmeldingen met een procent. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over het afgelopen jaar.
Dit leidde tot 41 duizend alarmeringen, waarvan het in bijna vier op de tien gevallen niet nodig was om ter plaatse
te komen. Bij de telefonische meldingen kwam de brandweer in meer dan negentig procent van de gevallen ter plaatse.
CBS: Uitgaven gemeenten aan brandweer gedaald De uitgaven van de Nederlandse gemeenten aan de brandweer zijn in vijf jaar tijd met 68 miljoen euro gedaald, een daling van ongeveer zes procent. De uitgaven namen tussen 2010 en 2015 af nadat ze in de vijf jaar daarvoor sterk waren gestegen. Aan de brandweer in Nederland werd door de gemeenten in 2015 ruim een miljard euro uitgegeven. Dat komt neer op 63 euro per inwoner. Dat meldt CBS op basis van de definitieve cijfers over 2015. De gemeentelijke brandweeruitgaven verschillen per veiligheidsregio en lopen uiteen van 19 miljoen euro in Gooi en Vechtstreek tot bijna 90 miljoen euro in Rotterdam-Rijnmond. Per inwoner waren de uitgaven daar met 70 euro echter niet het hoogst, maar in AmsterdamAmstelland (79 euro). Ook in de kleinste regio met de laagste uitgaven, Gooi en Vechtstreek, werd per inwoner met 77 euro meer uitgegeven dan het landelijke
Brand&Brandweer
BRON: CBS
gemiddelde van 63 euro. De uitgaven van de gemeenten aan de brandweer stegen tussen 2005 en 2015 het meest in de veiligheidsregio Twente, van 19 miljoen naar 43 miljoen euro. Ook berekend per inwoner was hier met een ruime verdubbeling sprake van de
grootste groei. Wel lagen de uitgaven in Twente in 2015 op nagenoeg hetzelfde niveau als in 2010. In de veiligheidsregio Friesland stegen de totale uitgaven het minst (25 procent), maar per inwoner was de kleinste toename te zien in Amsterdam-Amstelland (14 procent).
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
7
ACTU E EL
Mythburners onderzoeken twee gasvragen Haaglanden Brandweer Haaglanden rukt gemiddeld tien keer per maand uit voor incidenten met gas en liep daarbij tegen twee vragen aan. Ontsteekt bij gaslekkages in de woning de gaswolk door aanbellen, het gebruik van portofoons en de lichtschakelaar? En, kan aardgas zich horizontaal verplaatsen in de grond, vervolgens ophopen en ontsteken in ruimten onder huizen? De Mythburners zochten het uit en kwamen tot opvallende conclusies. Bij het onderzoek voor de eerste vraag laten de mythburners een dichte bak vol gas lopen om vervolgens een voor een de apparaten te testen. In de testopstelling ontsteekt het gebruik van de lichtschakelaar het gas. Bij het gebruik van de deurbel, de mobiele telefoon en portofoon gebeurt dit niet. Voor het onderzoek naar de tweede vraag hebben de myth-
burners een testopstelling in een bak zand gemaakt met daarop een schaalmodel woning met een ontsteker. Na enige tijd ontsteekt het gas in de woning. In de testopstelling blijtk het dus mogelijk dat gas van een gaslekkage buiten de woning, horizontaal verplaatst en kan ontsteken in ruimten onder huizen. De Mythburners plaatsen hierbij een waarschuwing: waarnaartoe het gas verplaatst bij een lekkage is afhankelijk van de locatie, het gaslek, de buizen en de ondergrond. De Mythburners onderzoeken op een toegankelijke manier of verhalen waar zijn of niet. Het is wetenschappelijk verantwoord onderzoek, maar laagdrempelig gepresenteerd in een video en zonder dikke rapporten op te leveren. De video is te bekijken via ww.ifv.nl.
Fotografie: Ginopress
Nieuwe Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen Brandweer De Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen Brandweer is vernieuwd. De nieuwe brancherichtlijn treedt op 1 juni in werking. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op de prioritering van de meldingen, de snelheid op de vluchtstrook, de snelheidsoverschreiding ten opzichte van reguliere verkeersdeelname en de opleiding, herhaling en aanwijzing. In de nieuwe brancherichtlijn is prioritering 3 niet meer van toepassing. De snelheid op de vluchtstrook is gelijkgetrokken met die van de politie en ambulance en wordt vastgesteld op 50 km per uur, ongeacht de snelheid van het overige verkeer. Ook de snelheidsoverschrijding ten opzichte van reguliere verkeersdeelname is in de nieuwe brancherichtlijn gelijkgetrokken met die van de politie, ambulance en Defensie. In de nieuwe situatie geldt dat kleine voertuigen 40 km per uur harder mogen rijden dan gewone verkeersdeelnemers. Tot slot is in de brancherichtlijn opgenomen dat chauffeurs voorbereid dienen te zijn op het rijden 8
nummer 3 maart 2017 - Sdu Uitgevers
met het specifieke voertuig. Het is niet langer verplicht om minimaal drie jaar rijervaring met een personenvoertuig te hebben of om drie jaar uitrukervaring te
hebben als manschap. De aanwijzing van chauffeurs gebeurt in de nieuwe richtlijn per voertuigtype.
Brand&Brandweer
Fotografie: Maarten Feenstra
Actueel
Landelijke Veiligheidsdag in teken van samenwerking De vierde editie van de Landelijke Veiligheidsdag op 13 mei staat in het teken van de samenwerking. De brandweer, politie, Defensie, GGD en de Reddingsbrigade laten in Almere zien hoe zij onderling samen optrekken bij calamiteiten. Doel van het evenement is het publiek kennis te laten maken met de wereld van veiligheid. Welke partijen werken hieraan en wat doen ze precies? En wat kunnen mensen zelf doen bij calamiteiten in en rond het huis?
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
9
bran d van de maan d
Koppige geiten en zonnepanelen aandachtspunten bij stalbrand
Bij een zeer grote brand in een geitenstal in Leveroy op 10 februari weten de brandweerlieden uit Veiligheidsregio Limburg-Noord alle tweeduizend geiten te redden. Dat dit geen simpele klus is, blijkt als de geiten die veilig buiten staan weer terug de stal in lopen. ‘Die dieren waren nogal koppig’, aldus Guido Frenken, bevelvoerder van het Snel Interventie Voertuig (SIV). Als de brand achterin de stal uit het dak slaat, vormen ook de zonnepanelen op het dak een groot aandachtspunt.
10
nummer 3 maart 2017 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
bran d van de maan d
De brand woedt in het achterste deel van de stal. De wind komt uit de goede richting, waardoor de rook naar buiten trekt.
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
11
Fotografie: Nederweert 24
bran d van de maan d
Medewerkers van het bedrijf en buurtbewoners helpen bij de evacuatie van de stallen.
Door Jildou Visser
F
renken wordt die ochtend om 10.34 uur gealarmeerd voor een brand gebouw overig. Tegelijkertijd wordt ook de eerste TS gealarmeerd. ‘Aanrijdend heb ik contact gezocht met de meldkamer. Zij wisten me te vertellen dat er een flinke brand woedde in een stal met stro. Er waren waarschijnlijk geen mensen of dieren binnen. Je weet dat je te maken hebt met een grote vuurlast’, aldus Frenken. Onderweg ziet hij de rookwolken en schaalt hij op naar grote brand. Ter plaatse wordt hij opgevangen door een medewerker. ‘Hij vertelde me dat er tweehonderd binnen waren, waarop ik vroeg: tweehonderd wat? Dat bleken geiten te zijn. Uiteindelijk waren het geen tweehonderd, maar tweeduizend.’
‘Als een geit terug de stal in liep, ging een hele groep erachteraan’ Frenken start de rondom verkenning en ziet dat de stal bestaat uit een grote ruimte met twee nokken. De stal is volledig geventileerd door grote openingen aan de zijkanten. Aan de achterkant van de stal staan het stro, een verreiker, een heftruck en enkele machines in brand. ‘Ik wist direct dat een brandinzet met het SIV niet 12
nummer 3 maart 2017 - Sdu Uitgevers
mogelijk was en dus zijn we gestart met de redding van de geiten. In enkele hokken had het stro tussen de geiten al gebrand. Toen de TS ter plaatse was heb ik de inzet met de eerste bevelvoerder besproken. Hij is gaan helpen met de evacuatie van de geiten en zijn aanvalsploeg is de brand gaan afschermen. In totaal zijn we zeker een uur bezig geweest om de dieren uit de stal te krijgen. Vak voor vak hebben we ze naar buiten gedreven, maar sommige vlogen ook weer terug de stal in. Als een geit terug de stal in liep, ging direct een hele groep erachteraan.’ ontbranding dakplaten Tijdens de reddingsoperatie houdt de bevelvoerder van het SIV het dak goed in de gaten. ‘De wind stond gelukkig de goede kant op. Het waaide van voor naar achter door de stal, waardoor de rook het pand uittrok. Wel zag je dat het isolatiemateriaal in de nokken begon uit te dampen.’ Bert Supheert, bevelvoerder van de eerste TS vult aan: ‘Overslag door de hitte in de dakpunten was mijn grootste angst. Met name aan de voorkant liep de temperatuur in de nokken hoog op. Daar begonnen de dakplaten te smelten en zagen we kleine brandjes ontstaan, maar blussen konden we niet. De geiten moesten er eerst uit.’ Als dat is gelukt begint de ladderwagen van buitenaf met het loshalen van de dakplaten en het blussen van de kleine brandjes. Van binnenuit wordt dat gedaan met twee hoge drukstralen. ‘Daarmee konden we de temperatuur naar beneden brengen. Vervolgens hebben we twee ventilatoren in de deuren geplaatst om meer luchtdruk te creëren, zodat we de brand in het achterste deel van de stal konden houden. Hoewel we aan de voorkant nog
Brand&Brandweer
Fotografie: Nederweert 24
Fotografie: Nederweert 24
bran d van de maan d
De zijkanten van de stallen zijn open.
Terwijl de brandweerlieden aan de achterkant van de stallen de waterwinning opbouwen, komt een deel van het dak naar beneden.
zeker twee tot drie uren bezig zijn geweest met het blussen van de brandjes en het slopen van de dakranden, lukte dat.’
waterwagens gevraagd, maar al met al konden we het met de geboorde putten prima redden.’
Zonnepanelen Als Officier van Dienst (OvD) Iwan Stultiens ter plaatse komt, zet hij de derde TS in op de stoplijn in de stal en de vierde op het blussen van de brand. De eerste twee TS’en en het SIV zijn dan nog bezig met de brandhaarden in het dak aan de voorkant van de stal. Daarnaast ziet Stultiens dat het dak van de stal van voor tot achter is voorzien van zonnepanelen. ‘Via de meldkamer heb ik een elektricien laten alarmeren. Hij heeft de spanning van de omvormers afgehaald. Helemaal stroomvrij zijn ze nooit, want ze blijven natuurlijk stroom opwekken. Met name waar het dak was doorgebrand en de bedrading bloot was komen te liggen, moesten we goed opletten’, legt de OvD uit. ‘Bovendien vreesde ik dat de panelen aan de achterkant van de stal, waar de brand uitslaand was, naar beneden zouden komen. Daardoor konden we de brand alleen van buitenaf bestrijden.’
Leerpunten De drie brandweerlieden kijken terug op een geslaagde inzet. ‘De dieren zijn allemaal gered en we hebben de brand in de stal weten tegen te houden’, aldus Stultiens. ‘Voor de eigenaar was het belangrijk dat we de melkmachines aan de voorkant van de stal konden behouden. De dieren moesten aan het einde van de dag gemolken worden, anders zouden ze alsnog komen te overlijden. Dat is gelukt. Natuurlijk heb je ook altijd leerpunten. Zo ben ik zelf tijdens de inzet vaak naar de bevelvoerders gelopen, dat waren grote afstanden. Een volgende keer kan ik beter alle bevelvoerders op een centraal punt bij elkaar roepen, dat werkt efficiënter. Tegelijkertijd geeft het je ook een beter beeld van waar de bevelvoerders mee bezig zijn.’
‘Helemaal stroomvrij zijn
gehad van de geboorde putten
zonnepanelen nooit, want ze
op het erf’
blijven stroom opwekken’ Zodra de dakbranden onder controle zijn en ook duidelijk is dat de brand bij de stoplijn gehouden kan worden, weet Stultiens dat de inzet is geslaagd. ‘Vanaf dat moment was het een kwestie van het hooi uit elkaar trekken en afblussen. Met een kraan hebben we dat stukje bij beetje gedaan. Daar zijn we nog lang mee bezig geweest.’ Waterwinning Waar normaal de waterwinning bij veel branden in het buitengebied een probleem op kan leveren, was dat bij deze brand niet het geval. ‘De eigenaar had twee geboorde putten laten aanleggen. Daar hebben we veel profijt van gehad’, vertelt Stultiens. ‘Daarnaast was op het erf ook een brandkraan. Ik heb nog wel twee
Brand&Brandweer
‘we hebben veel profijt
Frenken en Supheert hebben onder andere geleerd hoe ze geiten kunnen evacueren. ‘Dat was nog een hele klus. Op een gegeven moment hadden we door dat we dat het beste vak voor vak konden doen. De dieren die alleen terugliepen hebben we eerst met rust gelaten. De boer vertelde dat die vanzelf wel zouden volgen. Daarnaast ontdekten we dat we beter voor de geiten uit konden lopen in plaats van ze van achter op te jagen’, besluit Supheert. ‘Een ander groot leerpunt was dat het goed is om gebruik te maken van collega’s van andere diensten en van de buurtbewoners die in grote getalen kwamen helpen. Dit ontlast je eigen manschappen’, vult Frenken aan. ‘Zij hebben niet alleen met de evacuatie van de geiten geholpen, maar ook met het rollen van de slangen.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
13
I nnovati e
Met het gebruik van een daglichtcamera en een warmtebeeldcamera kan de drone een meerwaarde leveren aan de beeldvorming en informatievoorziening tijdens de brandbestrijding.
Inzet drones stap dichterbij Na jaren voorbereiding lijkt het erop dat dit jaar de laatste grote stappen worden gezet voordat drones landelijk ingezet kunnen worden. Brandweerregio’s Midden- en West-Brabant en Twente konden de afgelopen jaren, met dank aan een uitzonderingspositie in de wet, in pilotvorm oefenen en experimenteren met drones. Daarnaast hebben ze het vertrouwen gewonnen van externe partijen en leveren ze dit jaar concrete producten op, zodat straks dit onbemande vliegtuig landelijk kan worden ingezet. Twente heeft tijdens repressieve inzetten ervaring opgedaan. Hoe is dit verlopen? Door Jolanda Haven
A
ls alles volgens plan verloopt, krijgt Brandweer Nederland dit jaar de status Landelijke Luchtvaartorganisatie, wordt de laatste hand gelegd aan de landelijke beleidslijn, wordt een klap gegeven op het handboek waarin de inzet van drones wordt omschreven en moet het opleidingsplan klaar zijn. Het is wachten op de landelijke vergunning om drones overal in het land in te kun14
nummer 3 maart 2017 - Sdu Uitgevers
nen zetten. ‘Als de kogel eenmaal door de kerk is, kunnen we snel doorpakken. Er is veel voorwerk gedaan’, aldus landelijk deelprojectleider Drones, Wilbert Kleijer van Brandweer Midden- en West-Brabant. ‘Als de vergunning er is en het handboek definitief wordt vastgesteld kunnen we de inzet van drones landelijk uitrollen.’ Het meest unieke binnen dit project is dat de brandweer onder de vlag van Brandweer Nederland een eigen Landelijke Luchtvaartorganisatie krijgt. ‘Als de inzet van drones landelijk gemeengoed wordt, valt de inzet en coördinatie
Brand&Brandweer
I nnovati e
ervan niet onder de regio waar de drone op dat moment wordt ingezet, maar onder deze landelijke organisatie. Dat vraagt om een andere manier van kijken, denken en doen. Op dit moment wordt hard gewerkt aan de inrichting ervan’, aldus Kleijer. Vertrouwen Kleijer is een man met geduld. Dat moet ook als het op drones aankomt. ‘Het is een gevoelig dossier, omdat het gaat over vertrouwen krijgen van en geven aan de luchtvaartautoriteiten. Wij vallen met dit dossier onder een andere wetgever en daardoor een ander bevoegd gezag. Met 25 autonome regio’s zijn we een lastige partner. Vandaar dat zij het verzoek hebben gedaan om vanuit de brandweer met één stem te spreken en één landelijke vliegorganisatie in te richten. Het is aan ons om het vertrouwen te winnen van het bevoegd gezag en te laten zien dat wij een serieuze partner zijn. Dat vraagt om geduld. Ook uit het land. Het is een kwestie van veel praten en netwerken. Dan komen we steeds een stap dichterbij.’
‘Het gaat niet om de drone zelf, maar om de sensoren die je eronder hangt’ Samen met Brandweer Twente draait Midden- en West-Brabant al een aantal jaar een pilot om ervoor te zorgen dat dit unieke hulpmiddel straks landelijk gemeengoed wordt. Brandweerlieden zijn tijdens de pilot bij erkende opleidingsinstituten opgeleid tot piloot. De regio’s hebben praktijk- en fabriekstrainingen met drones gevolgd en er is een operationeel handboek geschreven waarin staat hoe de operaties worden voorbereid en uitgevoerd, inclusief de procedures die gelden tijdens repressieve inzetten.
Project Drones Brandweer Nederland De kennis en ervaring die Midden- en West-Brabant en Twente de afgelopen jaren tijdens de pilot hebben opgedaan, zijn als project
Martijn Zagwijn van Brandweer Twente heeft met zijn droneteam diverse operationele inzetten gedaan tijdens de pilot.
Legio mogelijkheden De drone is volgens Kleijer voor de brandweer van onschatbare waarde. ‘De mogelijkheden zijn legio. The sky is letterlijk the limit. Het gaat niet om de drone zelf, maar om de sensoren die je eronder hangt. De ontwikkelingen op dit gebied gaan hard. In het project richten wij ons voornamelijk op het gebruik van optische - en daglichtcamera’s en warmtebeeldcamera’s. Met het gebruik van deze twee sensoren leveren wij een grote meerwaarde aan de beeldvorming en informatievoorziening tijdens brandbestrijding, hulpverlening, ongevallen gevaarlijke stoffen en SAR-activiteiten op land en water.’ Maar dat niet alleen. De drone kan volgens Kleijer ook bij brandonderzoek, de operationele voorbereiding en als ondersteuning bij het vakbekwaamheidsprogramma of bij risicobeheersing van meerwaarde zijn.
Drones Brandweer Nederland ondergebracht bij het project Logistiek & Ondersteuning van het landelijke programma Samen werken aan grootschalig en specialistisch optreden Brandweer Nederland. De regio’s vormden het aanspreekpunt voor onder andere het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de inspectie voor Leefomgeving en Transport. Dat wordt nu vanuit het project geborgd. Er is een klankbordgroep gekoppeld aan de projectgroep, met daarin (districts) vertegenwoordigers uit de regio’s. De stuurgroep Samen werken aan grootschalig en specialistisch optreden Brandweer Nederland is, onder voorzitterschap van Anton Slofstra, verantwoordelijk. Regio’s wordt met klem verzocht zelf geen activiteiten te ontplooien op dit gebied. Kleijer: ‘Daarmee kan het proces waarin we zitten worden gefrustreerd en dat willen we niet. We zijn landelijk bezig om het zo goed mogelijk voor iedere regio te kunnen organiseren. Laat ons het wiel uitvinden, zodat we aan het bevoegd gezag kunnen laten zien dat de brandweer een betrouwbare en integere partner is in het luchtruim.’
Brand&Brandweer
Operationele inzetten ‘Het afgelopen jaar hebben we onze drone, genaamd Argus, een aantal keer ingezet’, vertelt Zagwijn. ‘We zijn gestart met een waterongeval in januari vorig jaar. Er kwam een melding binnen dat een persoon te water was geraakt in het Twentekanaal, bij Almelo. Het primaire inzetdoel was om met behulp van de optische en warmtebeeldcamera te zoeken naar het slachtoffer. Met name de rietkragen die door duikers lastig te inspecteren zijn, zijn vanuit de lucht goed in kaart gebracht. We hebben vier vluchten uitgevoerd, maar niets gevonden.’ Ook is de drone bij twee grote industriebranden ingezet om een beeld te krijgen van de aanwezige hittebronnen. Op basis van deze informatie is een repressieve inzet gedaan. Eén van de branden woedt in een garagebedrijf waar ook gasflessen liggen opgeslagen. Het is te gevaarlijk om het pand te betreden. Op basis van de (warmte) beelden vanuit de lucht heeft de brandweer toch een goede indruk van de brandontwikkeling gekregen, waardoor door-
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
15
Fotograaf: Sander van Egmond
Foto-oproep aan alle lezers van Brand&Brandweer In het kader van het 40-jarige bestaan van uw Vakblad Brand&Brandweer, treft u als extraatje een door een B&B-lezer ingezonden foto op posterformaat aan. Ook voor het komende nummer zijn wij op zoek naar uw mooiste brandweeractiefoto’s!
bepaalt - zonder verdere correspondentie daarover – welke foto voor vermenigvuldiging in aanmerking komt. • Alleen foto’s met een resolutie van minimaal 300 dpi komen in aanmerking. • De foto dient haarscherp te zijn.
Heeft u recentelijk een prachtige actiefoto gemaakt en vindt u het leuk om die foto in posterformaat gedrukt te zien en naar alle B&B-abonnees verstuurd te krijgen? Stuur dan uw foto direct in en maak met uw inzending kans op een afdruk op A2-formaat!
Als u onder deze voorwaarden mee wilt doen, mail dan onder vermelding van ‘Posterfoto’ uw actiefoto naar b&b@sdu.nl en schrijf daarbij: • door wie de foto is gemaakt (naam van de fotograaf); • waar de foto is gemaakt (plaatsaanduiding); • wanneer de foto is gemaakt (datum).
De condities zijn bij inzending als volgt: • U verleent Sdu (uitgever van Brand&Brandweer) zonder verdere voorwaarden het publicatierecht voor het plaatsen en/of afdrukken van uw actiefoto; • Sdu maakt maandelijks een keuze uit de inzendingen en
Kijk voor meer informatie op www.sdu.nl
We zien uit naar uw inzending(en)! Roel W. Roos, Sdu Uitgevers Uitgever Brand&Brandweer
I nnovati e
Politiehelikopter versus drones Hoe zit het dan met de inzet van een politiehelikopter? Die kan toch ook beelden maken uit de lucht? ‘Klopt, maar wij gaan niet over de inzet van een politiehelikopter’, vertelt Kleijer. ‘Je kunt altijd een aanvraag indienen, maar je hebt geen invloed op de beschikbaarheid. Hij kan in gebruik zijn of kan misschien niet opstijgen vanwege slechte weersomstandigheden op de locatie waar de helikopter op dat moment is gestationeerd. Een helikopter kan bovendien niet overal vliegen, zoals tussen objecten. En wanneer de brandstof opraakt moeten zij terug, wij kunnen snel de accu vervangen. Daarnaast kun je straks met drones bijvoorbeeld door rook- of gaswolken vliegen voor metingen. Dat doe je niet met een bemande helikopter. Bovendien is aan de inzet van een helikopter ook een flink kostenplaatje verbonden. Hoe sneller wij de drone in de lucht hebben, hoe eerder wij informatie hebben over de situatie waar we dan op kunnen anticiperen.’
‘Met de drone kun je door rook- of gaswolken vliegen’ Wilbert Kleijer: ‘Het wachten is op de landelijke vergunning, maar die is in zicht. Dan kunnen we drones eindelijk landelijk wegzetten.’
slag naar het naastgelegen pand wordt voorkomen. Het laatste incident waarbij Argus is ingezet, is bij een grote (broei)brand bij een compostverwerkingsbedrijf. Zagwijn: ‘In een grote compostopslag van veertig bij dertig meter en vijf meter hoog broeide het op verschillende plekken, waardoor brand ontstond. Het primaire inzetdoel van Argus was om de verschillende vuurhaarden met behulp van de warmtebeeldcamera in kaart te brengen. Met een drietal vluchten is dit vlot gedaan. Tijdens de inzet is vervolgens dankbaar gebruikgemaakt van de informatie om verdere verspreiding dan wel overslag te voorkomen.’ Enorme efficiëntieslag Iedere inzet wordt geëvalueerd. ‘Deze informatie is belangrijk voor de ontwikkeling van de procedures’, vervolgt Zagwijn. ‘Bij de eerste inzet kwamen we erachter dat veel tijd zit in de vluchtvoorbereiding nadat we ter plaatse zijn. Voordat we alles op orde hebben en dus de lucht in kunnen, zijn we bijna dertig minuten verder. De afgelopen maanden hebben we op dit vlak een enorme efficiëntieslag gemaakt. Op basis van ervaring hebben we de vluchtvoorbereiding na aankomst op locatie terug kunnen brengen naar vijf tot tien minuten.’
Kosten versus baten De pilotregio’s zijn ervan overtuigd dat de inzet van drones de effectiviteit en efficiëntie van de repressieve inzet bevordert. Ook draagt het bij aan het veilig inzetten van hulpverleners en wellicht het eerder vinden van slachtoffers. Maar wegen de kosten op tegen de baten? Kleijer: ‘Dat is een lastige discussie. Als je een drone alleen maar repressief inzet en je maar een paar drone waardige incidenten per jaar hebt, dan wegen de investeringen niet op tegen de baten. Als er echter een leven mee wordt gered, dan staat deze vraag in een ander perspectief. Ofwel, waar leg je als vraagsteller je stip op de horizon? De initiële kosten voor de aanschaf van een drone, de sensoren en opleidingen liggen naar schatting per droneteam op ruim een ton. Daarna zullen de kosten mogelijk terug lopen. De kosten voor regio’s die in de toekomst besluiten ook te gaan vliegen, zullen volgens Kleijer lager zijn dan de kosten die de pilotregio’s inmiddels hebben gemaakt. Het pad is gebaand, de taxi rijdt, je hoeft straks alleen maar in te stappen en de ritkosten te betalen.’ ■
Uitzonderingspositie Als op 1 juli 2013 de wet- en regelgeving met drones wordt aangepast
Essentieel bij deze slag is volgens Zagwijn ook de samenwerking in het Argusteam. ‘Hier zie je het belang van opleiden en oefenen en vastgestelde werkprocedures. De samenwerking tussen het Argusteam en de operationele lijn gaat goed en wordt steeds beter. Vooral in het begin was het wennen en zoeken omdat het allemaal nieuw was, maar je merkt dat we met elkaar goede afspraken hebben gemaakt over de inzet van onze drone. Deze zijn in procedures geborgd.’
Brand&Brandweer
en het luchtruim voor drones op slot gaat, weet de brandweer een uitzonderingspositie te bemachtigen. ‘Daar zijn we trots op’, aldus Kleijer. ‘Op basis van onze wettelijke repressieve taak hebben wij in oktober 2015 van de Inspectie Leefomgeving en Transport een wettelijke uitzonderingspositie gekregen om direct overal het luchtruim in te kunnen’, vult Martijn Zagwijn uit Twente aan. ‘Dit mag alleen als we daartoe opgeleid en getraind zijn. Deze voorwaarden zijn we vanuit het landelijk project aan het beschrijven en aan het uitwerken.’
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
17
verki ezi ngen
De verkiezingen: welke politieke partij wil wat?
De invulling van de repressieve brandweerzorg is een regionale aangelegenheid.
Op welke partij kun je als brandweerman of -vrouw het beste stemmen? Wie de diverse verkiezingsprogramma’s erop naslaat, wordt niet veel wijzer. Bij veel politieke partijen komt de brandweer niet in het verkiezingsprogramma voor. Om toch te achterhalen wat de plannen van de partijen voor de brandweer zijn, hebben we de elf grootste partijen die nu ook vertegenwoordigd zijn in de vaste kamercommissie van Veiligheid & Justitie vier stellingen voorgelegd. De PVV en de Partij voor de Dieren hebben ondanks herhaalde verzoeken niet op de stellingen gereageerd en zijn dus niet in dit overzicht opgenomen.
Stelling 1: De repressieve brandweerzorg in Nederland moet gebouwd blijven op vrijwilligers, ook als dat resulteert in overschrijdingen van de wettelijk bepaalde normtijden voor uitrukken en aanrijden.
ChristenUnie, Gert-Jan Segers, fractievoorzitter Tweede Kamer ‘Eens. Vrijwilligers zijn onmisbaar voor de veiligheid van Nederland. Een brandweer zonder vrijwilligers zou mankracht missen. De wettelijke normtijden moeten gehaald worden. Wanneer dat in de problemen komt, is de politiek aan zet om meer mankracht beschikbaar te maken. Vrijwilligers verdienen meer ruimte en waardering voor het belangrijke werk dat ze doen.’
50PLUS, Henk Krol, fractievoorzitter Tweede Kamer ‘Het is letterlijk van levensbelang dat wettelijk bepaalde normtijden vrijwel nooit worden overschreden. Wat 50PLUS betreft moet er doorlopend worden geïnvesteerd in een goed toegerust brandweerkorps met vrijwilligers en beroeps. Zeker nu het aantal thuiswonende, kwetsbare ouderen stijgt.’
D66, Judith Swinkels, Tweede Kamerlid ‘We moeten zuinig zijn op onze vrijwillige brandweer. Het is een onmisbare groep die zeer professioneel werk verricht. D66 wil kijken hoe we de vrijwillige brandweer zo goed mogelijk op peil kunnen houden. Wij vinden niet dat de kwaliteit hieronder mag lijden. Wettelijk bepaalde normtijden moeten behaald worden.’
CDA, Eugène van Mierlo, kandidaat Tweede Kamerlid, #34 op de kieslijst ‘Vrijwilligers zijn ongelooflijk belangrijk. Ze vormen het fundament van de brandweer en komen uit de lokale gemeenschap. Uiteraard wil ik hiermee de beroepskrachten niet tekortdoen. Op veel plekken in Nederland kan goede brandweerzorg worden geleverd, omdat er zo’n fijnmazig netwerk aan kazernes is, met veel actieve vrijwilligers. Opkomsttijden zijn uiteraard belangrijk, maar het CDA vindt het ook belangrijk dat er aandacht is voor het voorkomen van brand. Als een brand pas laat wordt ontdekt en gemeld, moet de brandweer niet het verwijt krijgen te laat te zijn en dat daardoor het pand verloren is gegaan. De brandweer kan het late ontdekken nooit compenseren met nog sneller rijden. En ook erg belangrijk: heeft de eigenaar of bewoner voldoende aan preventie gedaan? Ik werk inmiddels vijftien jaar bij de brandweer en ken de klappen van de zweep. Eén van de belangrijkste redenen waarom het CDA mij op hun kandidatenlijst heeft geplaatst.’
GroenLinks, Liesbeth van Tongeren, Tweede Kamerlid, #6 op de kieslijst ‘Hier is GroenLinks het gedeeltelijk mee eens. Vrijwillige brandweerkorpsen hebben hun nut bewezen. De lokale verbondenheid, efficiëntie en effectiviteit zijn in belangrijke mate de verdienste van vrijwilligers. Maar snelheid bij calamiteiten blijft geboden. Het blijft zaak er op tijd bij te zijn. Als dat niet is gegarandeerd, moet worden gekeken naar alle mogelijke oplossingen om de inzetbaarheid te garanderen. Daar moet het brandweerkorps een zware stem in hebben. Mogelijke oplossingen zijn stevig inzetten op preventie, de risico-industrie zoals chemische bedrijven verplichten om te voorzien in een effectieve bedrijfsbrandweer en het aanpassen van onveilige wegen samen met de wegbeheerders.’
Door Ellen Schat
18
nummer 3 maart 2017 - Sdu Uitgevers
Partij van de Arbeid, Harm Brouwer, Tweede Kamerlid, #31 op de kieslijst ‘De wettelijke normtijden dienen als maatstaf gehanteerd te worden. Dat hoeft niet tegenstrijdig te zijn met een brandweerzorg
Brand&Brandweer
verki ezi ngen
die op vrijwilligers is gebouwd, zo blijft de brandweerzorg betaalbaar. Vrijwilligers zijn onmisbaar. De normtijden zijn niet in beton gegoten. De regio mag ervan afwijken als dat vanwege de specifieke regionale infrastructuur of het risicoprofiel nodig is. Binnen die marges is een op vrijwilligers gebaseerde brandweerzorg mogelijk.’ SGP, Kees van der Staaij, fractievoorzitter Tweede Kamer ‘Vrijwilligers zijn erg betrokken bij de lokale samenleving en willen zich graag inzetten voor hun dorp of stad. De SGP vindt het niet terecht om vrijwilligers tegenover het halen van de wettelijke normtijden te zetten. Als er te weinig vrijwilligers zijn, is het zaak nieuwe vrijwilligers te zoeken en ook jongeren te interesseren voor de brandweer. Als brandweervrijwilligers niet in de regio werken, dan zijn er wellicht anderen die daar juist wel werken. Kortom: de SGP is voor een professionele brandweer, door vrijwilligers of door beroeps. De kwaliteit moet behouden blijven.’ SP, Ronald van Raak, Tweede Kamerlid, #4 op de kieslijst ‘Het overschrijden van de wettelijke normtijden voor uitrukken en aanrijden zou volgens de SP niet nodig moeten zijn. Het sluiten van posten en bezuinigingen op de brandweerzorg zijn een grote oorzaak. Vrijwilligers zijn onmisbaar om de brandweerzorg op peil te houden. De overheid heeft volgens de SP een belangrijke rol om ervoor te zorgen dat de vrijwilligers zo goed mogelijk hun werk kunnen doen. De SP wil stoppen met de uitholling van de brandweer en dat geen brandweerposten meer worden gesloten als dit ten koste gaat van de kwaliteit van de brandweerzorg.’ VVD, Ockje Tellegen, Tweede Kamerlid, #21 op de kieslijst ‘De brandweer is onmisbaar voor de veiligheid van ons land. De brandweer bestaat voor het grootste deel uit vrijwilligers. Mannen en vrouwen die zich naast hun normale baan inzetten voor de brandveiligheid in hun dorp of stad. Zij helpen ons letterlijk uit de brand en beschikken net als de beroepsbrandweer over veel kennis en inzet. De vrijwillige brandweer bestaat uit mensen die liefde hebben voor het vak. Zonder hen kan de brandweer niet functioneren. Het is zaak dat de veiligheidsregio’s bij de keuzes die ze maken, meer rekening houden met de vrijwilligers.’
Stelling 2: Het is geen probleem dat de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) er niet voor heeft gezorgd dat hulpverlening op uniforme wijze is georganiseerd. 50PLUS, Henk Krol, fractievoorzitter Tweede Kamer ‘50PLUS vindt het belangrijk dat voor behoeften die voor iedereen gelden, uniforme afspraken bestaan. Natuurlijk verschilt de brandweerzorg in de stad en op het platteland. Maar de overheid moet duidelijke kaders stellen en zorgen dat de randvoorwaarden gelijk en op orde zijn.’ CDA, Eugène van Mierlo, kandidaat Tweede Kamerlid, #34 op de kieslijst ‘De Wvr geeft kaders aan en is geen blauwdruk voor de opbouw van elke individuele veiligheidsregio. Er is in het land veel uniform georganiseerd, juist omdat risico’s waar verschillende regio’s mee te maken hebben grotendeels gelijk zijn. Maar het totale risicoprofiel is niet in elke regio gelijk, dat veroorzaakt dat er toch verschillen zijn tussen regio’s. Dat is niet erg. Het CDA vindt het
Brand&Brandweer
belangrijk dat de kwalificatiestandaarden gelijk zijn. Iedere brandweerman of -vrouw moet in elke regio de taken kunnen uitvoeren waarvoor hij is opgeleid en getraind.’ ChristenUnie, Gert-Jan Segers, fractievoorzitter Tweede Kamer ‘Oneens. De Wvr leidt ook tot problemen, bijvoorbeeld bij de opkomsttijden. Regio’s kunnen de normen zelf interpreteren, in sommige regio’s leidt dit ertoe dat opkomsttijden worden opgerekt om kazernes te sluiten. De ChristenUnie is hier geen voorstander van. De opkomsttijden moeten zoveel mogelijk gehaald worden, of je nu in de stad of in de polder woont. Daarom is een nationaal dekkingsplan een beter idee, daarmee kunnen we kazernes open houden en dunbevolkte gebieden voldoende veiligheid blijven bieden. Natuurlijk moet de brandweer in zo’n dekkingsplan zelf kunnen bepalen welke locaties extra risicovol zijn.’ D66, Judith Swinkels, Tweede Kamerlid ‘Veiligheidsbeleid is bij uitstek een lokale aangelegenheid. De aanleiding om tot veiligheidsregio’s te komen was dat gemeenten te klein zijn om zich goed voor te bereiden op allerlei typen rampen en crises. Schaalvergroting was nodig. Door het centraliseren naar nationaal niveau verlies je de ruimte om lokaal maatwerk te leveren. Dat de hulpverlening dus niet geheel uniform is, is een logisch gevolg. Veiligheidsbeleid blijft een lokale aangelegenheid, dus de aanpak daarvan ook. Maatwerk binnen de wet is noodzakelijk.’ GroenLinks, Liesbeth van Tongeren, Tweede Kamerlid, #6 op de kieslijst ‘Veiligheidszorg is geen vast stramien, maar vergt maatwerk. Dat betekent het herkennen van veiligheidsrisico’s. Deze verschillen voor elke regio. Brandweerkorpsen beschikken over de expertise om daarop in te spelen.’ Partij van de Arbeid, Harm Brouwer, Tweede Kamerlid, #31 op de kieslijst ‘Nee, dat is geen probleem. Voor de inrichting van de repressieve brandweerzorg zijn de veiligheidsregio’s zelf verantwoordelijk. De regio kan zich richten op de wensen van de gemeenschap en zelf financiële en beleidsmatige prioriteiten stellen. Dat hoeft geen probleem op te leveren zolang de korpsen onderling goed kunnen communiceren zodat zij elkaar makkelijk kunnen helpen.’ SGP, Kees van der Staaij, fractievoorzitter Tweede Kamer ‘De SGP vindt het belangrijk dat er sprake is van goede samenwerking en afstemming binnen de veiligheidsregio. Of dat precies op dezelfde manier moet, is van minder belang. Elke regio heeft zijn eigen kenmerken en samenwerkingsvormen. Als dat goed werkt en het werk kwalitatief goed gebeurt, dan is het doel bereikt.’ SP, Ronald van Raak, Tweede Kamerlid, #4 op de kieslijst ‘De SP ziet grote onderlinge verschillen tussen regio’s en hoe zij met de brandweerzorg omgaan. Hoewel er wettelijke normen zijn, bijvoorbeeld als het gaat om voertuigbezetting, zien we dat sommige regio’s dit ondermijnen door op variabele voertuigbezetting over te gaan. De SP vindt dit gevaarlijk, voor het brandweerpersoneel en de inwoners. Het is voor gemeenteraadsleden en de Tweede Kamer nu te moeilijk om voldoende democratische controle uit te oefenen. De SP wil stoppen met minder mensen op de brandweerwagens en we starten een campagne om meer vrijwilligers te werven.’
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
19
verki ezi ngen
VVD, Ockje Tellegen, Tweede Kamerlid, #21 op de kieslijst ‘De Wvr heeft als doel om de kwaliteit en de effectiviteit van de rampenbestrijding in Nederland te optimaliseren. Geen enkele veiligheidsregio is hetzelfde en dus moet er binnen het landelijk gegeven kader ruimte zijn voor maatwerk.’
Stelling 3: De invulling van de repressieve brandweerzorg is een regionale (uitvoerings) aangelegenheid en geen landelijk politieke kwestie. Variatie op regionaal en lokaal niveau is dus mogelijk. 50PLUS, Henk Krol, fractievoorzitter Tweede Kamer ‘Brandweerzorg in dichtbevolkt en dunbevolkt gebied verschilt van elkaar. Dat moet per regio adequaat worden ingevuld. Daarbij moet de landelijke overheid zorgen voor voldoende middelen, voor wet- en regelgeving en andere noodzakelijke randvoorwaarden. 50PLUS zal hier vanuit de Tweede Kamer op blijven toezien.’ CDA, Eugène van Mierlo, kandidaat Tweede Kamerlid, #34 op de kieslijst ‘Variatie moet mogelijk zijn, maar wel binnen heldere landelijke kaders waar de regio’s zich aan dienen te houden. Binnen die kaders hebben ze ruimte voor maatwerk bij de uitvoering. Bijvoorbeeld welk voertuig en hoeveel brandweerpersoneel er naar kleine incidenten kunnen worden gestuurd, zoals een containerbrand of een kat in de boom. Maar de kwaliteit van de brandweerzorg en de veiligheid van het personeel moeten altijd gegarandeerd zijn.’ ChristenUnie, Gert-Jan Segers, fractievoorzitter Tweede Kamer ‘Oneens. De landelijke politiek moet zorgen voor voldoende man-
schappen en materieel, zodat de brandweer het werk goed kan uitvoeren. Daarom stemde de ChristenUnie in de Tweede Kamer tegen het terugbrengen van de standaardbezetting van zes naar vier man. Voor ons blijft veiligheid voorop staan, daarvoor moet voldoende personeel en materieel beschikbaar zijn.’ D66, Judith Swinkels, Tweede Kamerlid ‘Variatie moet mogelijk zijn, maar dan moet er vanuit het Rijk wel de ruimte zijn om die variatie mogelijk te maken. Op landelijk niveau de invulling bepalen is niet wenselijk, maar je zult wel richtlijnen moeten hebben waar de brandweer zich aan moet houden. Op lokaal niveau moeten keuzes gemaakt kunnen worden hoe op welk incident wordt gereageerd. Oftewel: met hoeveel mensen uitrukken per voertuig en met welk type voertuig. Het is aan de politiek om ervoor te zorgen dat voldoende maatwerk geleverd kan worden. Invulling mag lokaal en variatie is mogelijk.’ GroenLinks, Liesbeth van Tongeren, Tweede Kamerlid, #6 op de kieslijst ‘Eens. Brandweerlieden zijn professionals en beschikken over de expertise om maatwerk te leveren. We vinden daarbij de mogelijkheden om op te schalen wanneer dat nodig is, wel van belang. GroenLinks vindt dat adequate brandweerzorg onder alle omstandigheden verzekerd moet zijn.’ Partij van de Arbeid, Harm Brouwer, Tweede Kamerlid, #31 op de kieslijst ‘Ja, daar ben ik het mee eens. De landelijke regels dienen als kader waarbinnen regionale variatie mogelijk is en moet blijven. Naast de lokale democratische controle, houdt de Inspectie voor Veiligheid en Justitie toezicht op de veiligheid in de regio.’
De toename van thuiswonende ouderen moet leiden tot aanvullende, wettelijk verplichte eisen op het gebied van brandveiligheid, zoals woningsprinklers.
20
nummer 3 maart 2017 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
verki ezi ngen
SGP, Kees van der Staaij, fractievoorzitter Tweede Kamer ‘De brandweer hoeft niet overal op precies dezelfde manier te functioneren. De hoofdregels moeten op landelijk niveau worden vastgesteld, de precieze invulling lokaal. Wij vinden het van belang dat de veiligheid van de medewerkers is gewaarborgd. Als dat met minder mensen kan en er binnen de wettelijke tijden voldoende mensen op locatie beschikbaar zijn, dan hoeft de kwaliteit van het werk en de veiligheid er niet onder te lijden.’ SP, Ronald van Raak, Tweede Kamerlid, #4 op de kieslijst ‘Bepaalde regionale variatie zou mogelijk moeten zijn. De ene regio heeft immers andere behoeften dan de andere. Maar er zijn minimale veiligheidsnormen die gehandhaafd moeten worden. De SP ziet dat dit niet altijd goed is gewaarborgd. De zeggenschap over deze besluiten moet beter en democratischer. Bij een maatgevend incident zou altijd uitgerukt moeten worden met zes mensen in een TS, maar we zien experimenten waar met minder mensen en kleinere voertuigen wordt gewerkt.’ VVD, Ockje Tellegen, Tweede Kamerlid, #21 op de kieslijst ‘Het is goed om landelijk afspraken te maken en standaarden op te stellen over de voorwaarden waaraan de basisbrandweerzorg moet voldoen. In sommige veiligheidsregio’s is echter behoefte aan maatwerk. Dat moet mogelijk zijn, mits er aan de basisvoorwaarden is voldaan. Ook hier geldt: maatwerk, variatie binnen de kaders moet mogelijk zijn.’
Stelling 4: De toename van thuiswonende ouderen moet leiden tot aanvullende, wettelijk verplichte eisen op het gebied van brandveiligheid, zoals woningsprinklers. 50PLUS, Henk Krol, fractievoorzitter Tweede Kamer ‘Hier is 50PLUS het mee eens. Wij hebben gepleit voor verplichte rookmelders in alle woningen en verzocht om een aanpassing van het Bouwbesluit voor seniorencomplexen en/of zorgwoningen. Bewoners van deze gebouwen voldoen niet meer aan de uitgangspunten van het reguliere Bouwbesluit, bijvoorbeeld wat betreft mobiliteit. Zij kunnen zich niet snel genoeg in veiligheid brengen als brand uitbreekt. Op dit punt valt een wereld te winnen.’ CDA, Eugène van Mierlo, kandidaat Tweede Kamerlid, #34 op de kieslijst ‘Thuiswonende ouderen zijn een kwetsbare doelgroep. Het CDA ziet dat ook terug in de cijfers van fatale woningbranden. Dat is zorgelijk. Er moet goed gekeken worden welke maatregelen daadwerkelijk bijdragen aan meer brandveiligheid. Woningsprinklers zijn een mooie technologische en innovatieve oplossing. Maar of enkel het verplichten van zo’n installatie dé oplossing is, is nog niet duidelijk. Het CDA wil in ieder geval dat de brandveiligheid in heel Nederland aan de orde komt bij de keukentafelgesprekken over de WMO. Daar wordt de zorgvraag bepaald. Daar moet worden gekeken of bijvoorbeeld een doof iemand meer aan een trilkussen heeft. En of er voor die meneer of mevrouw een koppeling van de rookmelders moet komen naar de buren of de mantelzorger. Of dat een (mobiele) woningsprinkler uitkomst biedt.’ ChristenUnie, Gert-Jan Segers, fractievoorzitter Tweede Kamer ‘Neutraal. De ChristenUnie vindt het belangrijk dat ouderen zo
Brand&Brandweer
lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Onderdeel daarvan is dat woningen zo veilig mogelijk zijn en ouderen goed worden voorgelicht. Als blijkt dat hier meer maatregelen voor nodig zijn, wil de ChristenUnie dit overwegen.’ D66, Judith Swinkels, Tweede Kamerlid ‘Veiligheidseisen moeten op nieuwe ontwikkelingen worden aangepast. Verplichte brandmelders kunnen een oplossing zijn, net als woningsprinklers, maar niet altijd zal dit voor iemand die niet zelfredzaam is tot meer veiligheid leiden. Denk aan het verwisselen van de batterij of iemand die geholpen moet worden om de woning uit te komen. D66 wil ook inzetten op een beter brandveiligheidsbewustzijn bij mensen, zodat aanvullende voorzieningen getroffen worden om te kunnen anticiperen op onveilige situaties. Dit kan bijvoorbeeld in overleg met woningbouwcorporaties.’ GroenLinks, Liesbeth van Tongeren, Tweede Kamerlid, #6 op de kieslijst ‘Voorkomen is beter dan genezen. Zeker in het geval van mensen die zichzelf bij calamiteiten onvoldoende kunnen redden, moet steviger worden ingezet op preventieve maatregelen. Sowieso moet iedereen functionerende brandmelders in huis installeren.’ Partij van de Arbeid, Harm Brouwer, Tweede Kamerlid, #31 op de kieslijst ‘Het is bekend dat ouderen meer risico lopen. Dat moeten we zien te voorkomen, maar dat betekent niet dat er nieuwe wettelijke eisen nodig zijn. Woningsprinklers zijn duur en in bestaande woningen niet altijd eenvoudig aan te leggen. Daarmee zouden we ouderen op hoge kosten jagen. Het kan eenvoudiger. Wij zien vooralsnog meer in preventie en advies. Bijvoorbeeld door meer preventiemedewerkers in te zetten. Met bewustwording en het stimuleren om zelf relatief simpele maatregelen te nemen, bijvoorbeeld met (geschakelde) rookmelders, is veel winst te halen.’ SGP, Kees van der Staaij, fractievoorzitter Tweede Kamer ‘De SGP vindt het belangrijk dat ouderen veilig thuis kunnen wonen. Het is belangrijk dat hier bij nieuwbouw rekening mee wordt gehouden. Rekening houden met de veiligheid van ouderen moet worden gestimuleerd, na onderzoek wat het beste is voor de brandveiligheid, zonder dat hier extreem kosten tegenover staan.’ SP, Ronald van Raak, Tweede Kamerlid, #4 op de kieslijst ‘De SP ziet dat er gevaren ontstaan wanneer ouderen langer thuis blijven wonen, maar niet snel en fit genoeg zijn om bij een incident hun huis op tijd te kunnen verlaten. Brandmelders, sprinklers en goede voorlichting zijn belangrijk. De SP is een voorstander van betere wettelijke eisen voor het veilig maken van woningen. Dat leidt ook tot een extra belasting bij de brandweer, terwijl de brandweer steeds minder capaciteit en middelen heeft om dit te doen. Dat moet anders.’ VVD, Ockje Tellegen, Tweede Kamerlid, #21 op de kieslijst ‘Brandveiligheid in huis is belangrijk. De voorlichtingscampagnes van onder andere Brandweer Nederland hebben hierin een belangrijke rol. Het wettelijk verplicht stellen van woningsprinklers in privé woningen vindt de VVD te ver gaan. Maar het is een dilemma met als hoofdvraag wie er in zijn of haar eigen woning verantwoordelijk is voor de brandveiligheid.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
21
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Haal méér uit de Wgr! isbn 978 90 12 39424 6 | auteurs: Els Boers, Douwe Brongers omvang: 380 pagina’s | prijs: ¤ 50,35 incl. btw
De Wet gemeenschappelijke regelingen helder uitgelegd Ω Voor
bestuurders en ambtenaren de mogelijkheden én onmogelijkheden: er kan vaak meer dan u denkt Ω Geen juristentaal, maar begrijpelijk Nederlands Ω Handig om dit boek altijd bij de hand te hebben Ω Ontdek
Meer informatie op sdu.nl/overheid
Brandweer Nederland is het samenwerkingsverband van alle brandweerkorpsen. Wij staan voor 30.000 brandweermensen die zich met hart en ziel inzetten voor hun medemens. Die 24 uur per dag en 7 dagen per week werken aan een brandveilige samenleving. Wij treden eensgezind en slagvaardig op, met als doel: minder branden, minder slachtoffers, minder schade.
Samen sterk, samen veilig
Kennis is macht, delen is kracht!
Kom naar de Incidentonderzoeksdag Tijdens deze dag staat het leren van incidenten centraal. Brandweercollega’s van Risicobeheersing, Incidentbestrijding, Vakbekwaamheid en Onderzoek zijn van harte welkom! We bespreken de voorspelbare afloop van branden en trends, zoals ondergeventileerde branden, langdurige branden, grootschalig optreden, preventieve maatregelen en incidentbestrijding. Daarnaast bespreken we verschillende werkvormen die kunnen helpen bij het leren van incidenten.
Meld je aan op www.brandweernederland.nl/incidentonderzoeksdag
Sdu uitgevers - Brand & Brandweer - nummer 3 - maart 2017
Blussen voordat het b Veel mensen werken bij de brandweer omdat zij houden van avontuur en teamwork. Zij willen zich inzetten voor de maatschappij. Naast het redden en blussen, hoort ook het voorkomen van leed bij ons vak.
Om Brandveilig leven verder te ontwikkelen, is het belangrijk focus te hebben. Op basis van ervaringen van mensen uit het veld, visies en onderzoeken hebben we met elkaar vier speerpunten benoemd. Deze speerpunten vormen de kapstok voor onze activiteiten in de toekomst. Activiteiten die op landelijk en regionaal niveau soms al zijn uitgewerkt en soms nog helemaal ontwikkeld moeten worden.
4 speerpunten
We brengen en houden onze eigen deskundigheid en kennis over Brandveilig leven op pijl. We organiseren bijvoorbeeld kennisdagen in het hele land en ontwikkelen een basismodule Brandveilig leven. Het is belangrijk dat we niet alleen aandacht hebben voor innovatie, maar ook voor Brandveilig leven. We zetten in op bewustwording en gedragsverandering zodat de brandveiligheid verbetert en brand zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Dit katern is tot stand gekomen onder redactie van Brandweer Nederland
brandt ... Door risico- en kansgroepen te benoemen kunnen we richting bepalen en onze kennis, kunde en capaciteit inzetten op de vraagstukken die er echt toe doen.
brandveilig leven
We gaan nog meer samenwerken met partijen die de risicogroepen het beste kennen. Zij weten hoe je ze het beste kunt bereiken en hoe je het meest effectief invloed kunt uitoefenen. Voorbeelden en inspiratie voor samenwerking vind je op het loket Brandveilig leven.
We moedigen innovaties aan die bijdragen aan brandveiligheid. Dit doen we onder meer door samen te werken met onderwijs en bedrijven.
Door deze vier speerpunten maken we samen de maatschappij brandveiliger. Doe je mee? Kijk voor meer info op www.brandweernederland.nl/bvl
Sdu uitgevers - Brand & Brandweer - nummer 3 - maart 2017
Brandweervrouwen in actie tijdens de Marikenloop Samen meedoen aan de Marikenloop. Ons gezicht laten zien en vooral veel plezier hebben! Dat heeft het netwerk Brandweervrouwen voor ogen. Lijkt het je leuk om hier aan mee te doen? Geef je dan voor 20 maart op! Alle vrouwen die bij de brandweer werken zijn welkom!
foto: website Marikenloop
Het netwerk Brandweervrouwen maakt er samen met de Brandweer Sportbond een leuke dag van. Je mag kiezen welke afstand je wilt lopen: 5 km, 7.5 km of 10 km. Een team bestaat uit minimaal 3 personen en maximaal 5. Als team hoef je niet allemaal dezelfde afstand te lopen.
Inschrijven Laat jij zo’n leuk evenement niet lopen? Geef je dan op voor 20 maart! Je inschrijving wordt betaald en je krijgt een leuk t-shirt. Kijk voor meer info en inschrijving op www.brandweernederland.nl/ brandweervrouwen.
Sdu uitgevers - Brand & Brandweer - nummer 3 - maart 2017
oplei den en oefen en
Les- en leerstof in beeld en competitieverband: leuk en leerzaam Activerende werkvormen zijn populair. Dat blijkt uit het aantal inzendingen die de redactie kreeg na de oproep in het decembernummer vorig jaar en het artikel in het januari/februarinummer. In diverse regio’s wordt er volop gebruik van gemaakt. We lichten er nog een aantal uit.
Door Jolanda Haven
Kwadrantenmodel kaartjes
heeft gekozen. Dan gaan we met elkaar in discussie en proberen ze elkaar te overtuigen waarom ze denken dat dat kwadrant het best is’, vervolgt Haasnoot. De volgende dia is een foto van de situatie bij aankomst. De cursisten mogen van kaart wisselen en dus een ander kwadrant kiezen. Dit zorgt er volgens de instructeur voor dat mensen alert blijven, nadenken over de keuze en actief met elkaar aan de gang zijn. Tijdens de les worden uiteenlopende incidenten behandeld. Van een woningbrand tot een gebouwbrand, een flatbrand en een brand in een loods.
RSTV Bord
Benodigdheden: PowerPoint presentatie, kaartjes van het kwadrantenmodel. Groepsgrootte: maximaal twaalf personen. Tijdsduur: naar wens in te vullen. Veiligheidsregio Utrecht brengt op een actieve, speelse maar ook leerzame manier het kwadrantenmodel en het kenmerkenschema onder de aandacht. Instructeur Veilig Repressief Optreden Sjaak Haasnoot heeft dit samen met zijn collega Roel de Graaf ontwikkeld. Deze werkvorm is individueel, maar kan ook in groepsverband worden gebruikt. ‘We maken gebruik van een PowerPoint presentatie. De eerste dia is het uitrukbericht op de pager. Op basis daarvan vragen we de cursisten wat ze al kunnen benoemen. Dan horen we informatie over de gebouw-, omgevings- en menskenmerken.’ Dan vragen de instructeurs de cursisten een inschatting te maken welk kwadrant ze gebruiken bij de inzet. ‘Iedereen heeft vier kaartjes en legt de kaart voor zich op tafel. Iedere kaart heeft een kleur, zodat in één oogopslag goed te zien is wie welk kwadrant
Brand&Brandweer
Benodigdheden: PowerPoint presentatie, flipover of whiteboard en kaartjes. Groepsgrootte: maximaal twaalf personen. Tijdsduur: naar wens in te vullen. Naast de kwadrantenmodel kaartjes maken ze in Veiligheidsregio Utrecht ook gebruik van het RSTV Bord. Dit werkt volgens Haasnoot in principe hetzelfde. ‘Op een flipover of whiteboard staat de RSTV driehoek. Op het scherm worden beelden of foto’s getoond van een brand. We vragen de cursisten, in een groep of zelfstandig,
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
27
oplei den en oefen en
wat ze zien als ze het RSTV model gaan toepassen. Voor R(ook), de S(troming) en de T(emperatuur) zijn er vier kaartjes met een omschrijving van een mogelijke indicatie. Bijvoorbeeld: staat er een deur open naar de brand. Dan heb je te maken met toetreding van zuurstof tot de brand en pak je het kaartje opening gebouw en leg je deze op de S van stroming. Zo gaan we alle letters van RSTV af en kijken we of we alle kaartjes kunnen plaatsen op het bord. De reacties zijn enthousiast. Het activeert en motiveert mensen. Iedereen heeft een rol en moet dus meedoen.’
Na wat komt wat?
nieuw onderwerp of voor het toetsen van een behandeld onderwerp. De deelnemers krijgen een set kaarten over een onderwerp. Een procedure of een handelingsvolgorde bijvoorbeeld. Dit kan het aanrijden zijn naar een incident. Dan volgt een aantal stappen die je doorloopt. De cursisten moeten de kaarten op de juiste volgorde leggen.
De Quiz Benodigdheden: quizmaster jasje, een prijs, veel meerkeuzevragen en een prijs. Groepsgrootte: ongeveer twaalf personen. Tijdsduur: dertig minuten. ‘Als een ware quizmaster in felgekleurd jasje staat de instructeur voor de klas’, vertelt Rood. De Quiz is een van de tachtig activerende werkvormen uit het document Never stop learning. Hollandse spellen zoals Hints, Rad van Fortuin, Domino, Wie of wat ben ik? vertaalde hij tot een vakinhoudelijke brandweerles. Een van de werkvormen die daarin aan bod komt is de quiz. Zelf vindt hij dit een van de meest interessante werkvormen. De groep wordt in vier teams verdeeld. Ieder team geeft zichzelf een naam. In een PowerPoint presentatie staan diverse meerkeuzevragen. Als de tijd is verstreken, steken ze tegelijk de bordjes met daarop A, B of C in de lucht. Per goed antwoord ontvangen de teams een punt. Er wordt volgens Rood altijd fanatiek gestreden. ‘De cursisten kunnen ook iets winnen. Een fles wijn bijvoorbeeld. Er een prijs aan verbinden, doet het altijd goed.’ De quiz biedt ruimte om de antwoorden te bespreken en met elkaar in discussie te gaan. ‘Aan de instructeur is het de taak om de discussie op gang te helpen, waarom een team voor dat antwoord heeft gekozen en dus niet alleen door de vragen heen te lopen’, benadrukt Rood. ‘In korte tijd kun je veel stof op informele en actieve manier behandelen. Het kan dienen als opwarmer in aanloop naar het examen of tussendoor om te kijken waar de cursisten staan. De reacties zijn altijd enthousiast. We horen vaak dat cursisten uitkijken naar de quiz en dan nog maar eens de boeken induiken. Dan heb je je doel als instructeur gehaald.’
Memory Benodigdheden: kartonnen of geplastificeerde kaartjes. Groepsgrootte: acht tot twaalf personen. Tijdsduur: afhankelijk van hoeveel onderwerpen je bespreekt. Per onderwerp vijf tot tien minuten. Na wat komt wat is een van de activerende werkvormen uit het document Never stop learning van Ad Rood, kwaliteitsbewaker Instructeurs van veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Hij houdt zich binnen de afdeling Vakbekwaamheid bezig met de kwaliteit van lesgeven in de regio. De activerende werkvorm Na wat komt wat kan goed bij een beginnersklas worden gebruikt, maar kan ook worden toegepast bij gevorderde brandweerlieden, afhankelijk van het onderwerp. De werkvorm kan worden ingezet bij de introductie van een 28
nummer 3 maart 2017 - Sdu Uitgevers
Benodigdheden: Veertig tot vijftig kartonnen of geplastificeerde kaartjes. groepsgrootte: acht tot twaalf personen. Tijdsduur: vijftien minuten. De naam van het spel zegt het al, de deelnemers moeten twee gelijke kaartjes bij elkaar zoeken. Rood: ‘De kaartjes kunnen bestaan uit twee gelijke foto’s, twee gelijke teksten, maar ook kan op het ene kaartje een symbool of voorwerp zijn afgebeeld en op het bijbehorende kaartje een omschrijving van het symbool. Of een foto van een hogedruk straalpijp die hoort bij een foto van een hogedruk slang. Gevaar etiketten en hun benaming lenen zich ook goed voor memory. Daarmee maak je het spel interessanter en leerzamer.’
Brand&Brandweer
oplei den en oefen en
Domino Benodigdheden: veertig tot vijftig kartonnen of geplastificeerde rechthoekige kaartjes. groepsgrootte: acht tot twaalf personen. Tijdsduur: vijftien minuten. Op de linker en rechterkant van het kaartje staan twee verschillende afbeeldingen, symbolen, een vraag /antwoord, een handeling etc. Net zoals bij Memory. ‘Door de juiste kaartjes naast elkaar neer te leggen maak je eenvoudig het domino spel na. Zoals voor veel spellen en werkvormen geldt, geldt ook hier dat je de cursisten uit moet dagen om zelf met ideeën te komen’, aldus Rood.
Zo wordt het een heuse competitiestrijd. Er worden twee teams gevormd van in totaal zes mensen. Morfovasilis: ‘Iedereen had de taak om de genoemde knoop op een van de tafelpoten uit te voeren.’ Het doel is te toetsen of de leerdoelen zijn gehaald die aan het begin van de les zijn genoemd. De cursisten moesten tijdens het spel en aan de hand van de opdrachten van de instructeur op commando diverse knopen leggen die in de les waren aangeleerd. De combinatie tussen het spel zeeslag en het leggen van de knopen is bij iedereen goed en positief ontvangen.
Rad van Fortuin
Vet Fout Benodigdheden: lijst met meerkeuzevragen, vier antwoordopties. Groepsgrootte: acht tot twaalf personen, verdeeld over twee teams. Tijdsduur: dertig minuten. ‘Bij dit spel gaat het erom dat de cursisten niet het goede, maar juist het foute antwoord geven’, vertelt Rood. De groep wordt in twee teams verdeeld. Team één kiest het in hun ogen meest onwaarschijnlijke antwoord. Als dat goed is, krijgen ze een punt. Team twee maakt vervolgens een keuze uit de drie overgebleven antwoorden en kiest ook het meest onwaarschijnlijke. Als ze dat ook goed hebben gedaan, krijgen ook zij een punt. Team één kiest vervolgens uit de overgebleven twee antwoorden wederom het meest onwaarschijnlijke van deze twee overige antwoorden. Dit levert ook weer een punt op als ze het verkeerde antwoord geven. Wie het goede antwoord noemt, verliest een punt. Volgens Rood staat de waaromvraag hier centraal. ‘Waarom denken de cursisten dat dat het foute antwoord is? Dat geeft een andere kijk op het beantwoorden van vragen. Je moet bovendien uitleggen waarom het fout is en dat valt niet altijd mee.’
Zeeslag in het echt Benodigdheden: twee tafels, twee vlaggen, touwen en het spel op papier uitgetekend. Groepsgrootte: zes personen, verdeeld over twee teams. Tijdsduur: circa dertig minuten. Ook afhankelijk van hoe snel een team het andere verovert. De film Michiel de Ruyter inspireerde Krijn Morfovasilis, instructeur voor de Off Shore bij Falck Safety Services, om het spel zeeslag in het echt uit voeren tijdens een les over het leggen van knopen. Om te overleven op zee moesten Michiel de Ruyter en zijn bemanning goed kunnen knopen. ‘Ook bij de brandweer heb ik in het verleden vaak te maken gehad met het leggen van knopen’, vertelt de brandweerman. ‘Dat valt nog niet mee. In spelvorm en onder tijdsdruk is dat natuurlijk veel leuker. Ik zet het lokaal letterlijk op zijn kop. Alle stoelen en tafels worden aan de kant gezet. Je hebt slechts twee tafels nodig die met het tafelblad tegen over elkaar worden gezet.’ Om er echt een spel van te maken heeft Morfovasilis een Nederlandse en Engelse vlag aan de tafel bevestigd.
Brand&Brandweer
Benodigdheden: ronddraaiend rad, vragen. Groepsgrootte: acht tot twaalf personen. Tijdsduur: zestig minuten. Maak een ronddraaiend bord met verschillende kleuren met een pijl. De kleuren staan voor: een brandvraag, een OGS-vraag, een HV-vraag, een waterongevallenvraag, een algemene vraag en een bonusvraag. Maak kaartjes per kleur en zet daar een vraag en het antwoord van die bepaalde categorie uit de les- en leerstof op. De kaartjes liggen blind op tafel. Als je met teams werkt, draait de instructeur aan het rad en leest de vraag voor aan het team dat aan de beurt is. De instructeur houdt de score bij. De vragen kunnen bestaan uit goed of fout, open vragen of meerkeuze vragen, maar ook een tekenopdracht bijvoorbeeld: teken het symbool of gevarenbord van een vaste brandbare stof. ■
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
29
ON DER DE H ELM
‘Met vier man in de TS terug naar de kazerne, een vreselijk moment’
Fotografie: FlashphotoNL
De inzet bij een zeer grote brand in een bedrijfsverzamelgebouw in juni vorig jaar vergeet eerste bevelvoerder Ruben van der Lans nooit. Tijdens de inzet aan de Ringersstraat in Schiedam doet zich onverwacht een enorme rookgasexplosie voor. Twee manschappen uit zijn team raken gewond door de muren die uit het gebouw worden geblazen. ‘Het moment dat twee collega’s met de ambulance moeten worden afgevoerd en je met vier man terug moet naar de kazerne is een erg slecht moment. Dat voelt vreselijk.’
Bevelvoerder Ruben van der Lans en de twee gewonde manschappen voor de explosie. Door JILDOU VISSER
V
an der Lans wordt in de nacht van 18 op 19 juni gealarmeerd voor een buitenbrand tegen een gevel van een bedrijf. Ter plaatse ziet hij dat de roldeur van de loods van het bedrijf open is en binnen brand woedt. Hij schaalt op naar grote brand en zet in op een stoplijn tussen de loods en de kantoren. ‘In de loods brandde het volop. Buiten lag nog wat materiaal bij de gevel te branden. Tijdens de verkenning zag ik dat uit de twee naastgelegen loodsen ook rook kwam. Deze loodsen beschouwde ik als verloren. Op basis van afbeeldingen op Google Maps, schatte ik in dat er tussen de loodsen en de kantoren een brandwerende scheiding zat. Het leken van bovenaf twee aparte bouwdelen.’ De Officier van Dienst (OvD) schaalt op naar zeer grote brand en de inzet van alle eenheden is gericht op het voorkomen van verdere branduitbreiding, een defensieve buiteninzet. ‘Tot zover was het een inzet zoals we die vaker hadden. 30
nummer 3 maart 2017 - Sdu Uitgevers
We lieten de loodsen gecontroleerd afbranden. Er was helemaal niets aan de hand. Het was alles behalve een spannende inzet.’ Explosie Na ongeveer een uur ziet de hoogwerker die is ingezet op de stoplijn naar de aangrenzende loods, dat de brand toch doorslaat. Hij draait zijn korf weg van de brand. Van der Lans zit op dat moment met twee collega’s van het Team Brandonderzoek (TBO) voor een naastgelegen gebouw. ‘De inzet liep, dus ik deelde met hen alvast de informatie die ik had. Ineens hoorden we een gigantische klap. Samen met een collega van het TBO kon ik nog net wegduiken voor het rondvliegende puin en de glasscherven. Ik schrok enorm. Tegelijkertijd ga je automatisch handelen. Wat heb ik gemist? Die vraag schoot als eerste door mijn hoofd. Direct erna heb ik iedereen bij elkaar geroepen. Gelukkig waren we er allemaal, maar ik zag dat twee collega’s gewond waren. De een had een deel van een muur tegen zijn voet gekregen, de ander tegen zijn kuit. Hij had verschrik-
Brand&Brandweer
kelijk veel pijn.’ Van der Lans roept de OvD en HovD op en er worden twee ambulances gealarmeerd. ‘De OvD stond buiten bij het trappenhuis naast het gebouwdeel met de kantoren. De manschappen van de tweede TS waren ten tijde van de explosie binnen voor een snelle verkenning in het aangrenzende kantoorgedeelte. Door de drukgolf zijn zij omgevallen, maar ze kwamen gelukkig ongedeerd naar buiten. Daarna is de OvD bij ons gekomen. Ik heb direct aangegeven dat wij ertussenuit wilden.’ In overleg met de HovD wordt de bemanning van de eerste TS vervangen en wordt besloten dat een andere OvD naar het ziekenhuis rijdt om de gewonde brandweerlieden op te vangen. Zodra de ambulances ter plaatse zijn worden ze afgevoerd. Van der Lans: ‘Dat is zo’n slecht moment. Je ziet dat je jongens de ambulance ingaan en moet met vier man terug naar de kazerne. We wisten niets van de aard van de verwondingen.’ Op de kazerne wordt de ploeg opgevangen door een andere OvD. Daar rijst de vraag wie de naasten zijn van de gewonde brandweerlieden. ‘De beide gewonden kwamen niet uit onze ploeg. Een van hen had geruild en kwam uit een andere ploeg van onze kazerne. De andere was een invaller uit Spijkenisse. Wij wisten weinig van hen. Waar wonen ze? Hebben ze een gezin? We hebben hun telefoon gepakt, maar kregen deze niet van de vergrendeling af. Hoe kom je dan snel achter iemand zijn persoonsgegevens? Daarna zijn we naar het ziekenhuis gegaan.’ Daar aangekomen blijkt een van de twee gewonde brandweerlieden al onderweg terug naar de kazerne. Hij had een gekneusde voet. De andere collega is vanuit de ambulance direct naar de operatiekamer gebracht. Daar waren ze nog met hem bezig. Hij had een blast trauma. Door de klap van de muur tegen zijn kuit waren de spieren zo opgezwollen dat de bloedtoevoer was afgekneld. Het is zijn redding geweest dat de artsen zo snel hebben gehandeld. Als ze dat niet hadden gedaan, was hij zijn onderbeen kwijt geweest. In het ziekenhuis konden wij niets meer doen, dus zijn we teruggegaan naar de kazerne voor een gesprek met het Team Collegiale Opvang (TCO).’ Beelden Een dag later bekijkt Van der Lans beelden van het incident op internet. ‘Pas toen realiseerde ik dat we allemaal gruwelijk veel geluk hadden gehad. In een soort trance heb ik de beelden bekeken en alles op me in laten werken. De brandweerman in de hoogwerker heeft op tijd zijn korf weggedraaid, anders had hij midden in een vuurbal gezeten. Ik zat met de twee TBO’ers op een goede afstand en de manschappen hebben geluk gehad dat niets hun hoofd heeft geraakt. Langzaam kwam het besef dat het allemaal veel erger had kunnen aflopen. De explosie heeft met een geweldige kracht alle muren en ramen uit het kantoorgebouw geblazen en het dak er volledig afgetild. De ramen waren van een soort veiligheidsglas. Die zijn er in hun geheel uitgesprongen. Een enorme vuurbal schoot de lucht in. Ter plaatse heb ik die niet eens gezien.’ In de dienst na het incident heeft de ploeg opnieuw een gesprek met TCO. ‘We zijn toen ook teruggeweest naar de plek waar het is gebeurd. Je merkt dat je het dan herbeleeft, een vreemde gewaarwording. Bij de kantoren kon je zo naar binnen kijken, alles stond nog op z’n plek. Het pand leek ook kleiner dan toen we er met de brand waren.’ Tijdens de verschillende nabesprekingen en uit het brandonderzoek blijkt dat er een brandwerende scheiding zat tussen de loodsen en het kantoorgedeelte. Dampen en rookgassen afkomstig van de materialen in het dak hebben zich kunnen verspreiden door de cannelures in de dakconstructie. De hitte heeft zich kunnen verspreiden door de cannelures in het dak. ‘Die liepen door, over de brandwerende scheiding heen’, vertelt Van der Lans.
Brand&Brandweer
Fotografie: Joey Bremer, Media TV
ON DER DE H ELM
De explosie heeft alle ramen en muren uit het pand geblazen.
‘Achteraf blijkt dat de manschappen eerder in het incident wat lichte witte rook op de eerste etage hebben gezien, maar dat is ook weer weggetrokken. Echte signalen dat een damp- of rookgasexplosie zich voor zou doen, hadden we niet.’ Arbeidsinspectie Na het ongeval vraagt Van der Lans zich meerdere keren af of hij signalen heeft gemist en of hij de inzet goed heeft gedaan. ‘De Arbeidsinspectie heeft onderzocht of we alle regels hebben nageleefd. Voor mezelf wist ik dat ik goed had gehandeld, ik had geen grote blunders gemaakt. Mijn manschappen stonden op een afstand tot de gevel van anderhalf keer de hoogte van het gebouw. Toch spookt de twijfel weleens door je hoofd. De Arbeidsinspectie gaat grondig te werk en dat is op sommige momenten best confronterend. Toen de brief kwam met de conclusie dat we goed hadden gehandeld, was dat zeker een geruststelling.’ Revalidatie In de week na het ongeval heeft Van der Lans regelmatig contact met zijn gewonde collega’s. ‘Degene in het ziekenhuis voelde zich naar omstandigheden goed en mocht na een week alweer naar huis. Daar ben ik bij hem op bezoek geweest. Hij was voor het ongeval ook een fanatiek sporter en heeft ontzettend hard geoefend. Dat heeft geholpen. De artsen hadden gezegd dat hij zeker een half jaar bezig zou zijn met revalideren, maar na een paar maanden was hij alweer op het werk. Hij heeft nog veel last van zijn been. Duiken mag hij niet meer, maar hij gaat wel weer mee op de uitruk.’ Brandstichting De brand bij de loods aan de Ringersstraat in Schiedam blijkt aangestoken te zijn. Bij het begin van de inzet heeft Van der Lans de brandsporen gezien en zijn foto’s gemaakt. Op basis van die beelden en DNA-sporen heeft de politie de dader aan kunnen houden. ‘Hij had brandwonden aan zijn handen. Wrok koester ik niet. Ik denk dat hij niet geweten heeft dat brand in een loods zich zo snel uit kan breiden. Ik ben wel blij dat ze hem hebben gepakt. Voor brand met gewonden staat een gevangenisstraf van twaalf jaar. Het is gebeurd en het was ontzettend klote. Het voordeel van onze post is wel dat het een drukke post is. De volgende dienst ben je weer druk bezig met allerlei inzetten. Dat is ook goed om het een plek te geven. Dit incident was een super slechte ervaring. Dit hoop ik nooit weer mee te maken.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
31
Person eel & Org an isati e
Handreiking voor baarden, brillen en balaclava bij adembescherming Om duidelijkheid te creëren over de voorschriften en gedragsregels voor het hebben van gezichtsbeharing en het dragen van een balaclava en/of een bril bij gebruik van het volgelaatsmasker heeft Brandweer Nederland een handreiking opgesteld. Alle drie kunnen zorgen voor lekkage van het masker. ‘In tegenstelling tot wat veel brandweerlieden denken lekt de lucht niet alleen weg, maar adem je zelf mogelijk ook schadelijke stoffen in’, vertelt Ellen Buskens van de Vakgroep Arbeidsveiligheid van Brandweer Nederland.
Ook een bril met pootjes kan zorgen voor lekkage uit het ademluchtmasker. Hoe groot deze lekkage is, wordt nog onderzocht.
Door JILDOU VISSER Fotografie Jeffrey Koper
B
ij het opstellen van de handreiking heeft de vakgroep van Brandweer Nederland gekeken naar de les- en leerstof voor de opleiding manschap A, de NENnormering, de gebruiksinstructie van de fabrikanten en de protectiefactorwaarden. ‘Iedere brandweerman heeft aan het begin van zijn carrière geleerd dat een baard bij de brandweer niet is toegestaan. In de les- en leerstof staat duidelijk dat om lekkage van de ademlucht te voorkomen het gezicht vrijgehouden moet worden van baardgroei, bakkebaarden of een grote snor. Dit staat ook in de instructies van de fabrikanten. In hoeverre dat bij alle regio’s wordt nageleefd, weet ik niet. Ik weet wel dat onlangs een 32
nummer 3 maart 2017 - Sdu Uitgevers
brandweerman geen examen mocht doen omdat hij een baardje had’, vertelt Buskens. ‘Maar ook brillen met pootjes en het onjuist gebruik van de balaclava kunnen lekkage veroorzaken.’ Risico’s Lekkage van het ademluchtmasker brengt risico’s met zich mee. ‘De inzettijd wordt verkort. Dat heeft niet alleen invloed op jou, maar ook op je buddy. Daarnaast kan het zo zijn dat er ook lekkage is van rook, roet en andere vieze stoffen van buiten naar binnen het ademluchtmasker’, aldus Maurice Kemmeren van het Kenniscentrum Arbeidsveiligheid van het IFV. ‘Hoe groot dit risico is, weten we nog niet. Aan het eind van dit jaar gaan we dat meten als onderdeel van het onderzoek naar risico’s van blootstelling aan rook. De opname van stoffen via de luchtwegen is vele
Brand&Brandweer
Person eel & Organ isati e
Gezichtsbeharing De Europese norm EN529 geeft aan dat langer dan acht uur niet scheren voor aanvang van de dienst geldt als ongeschoren. Kemmeren: ‘Natuurlijk hangt de hoeveelheid lucht die weglekt ook af van hoeveel haargroei iemand heeft en hoe snel het groeit, dus eigenlijk kun je dit niet generaliserend stellen. Als je je iedere ochtend scheert is dat goed. Een paar dagen oud baardje is absoluut uit den boze, dat kan zelfs erger zijn dan een lange baard.’ Volgens Schilte neemt nog niet iedereen de richtlijn even serieus. ‘Ik ben weleens bij een beroepskorps geweest waar vijf van de zes brandweerlieden een klein baardje hadden. De zesde was een vrouw. Aan de andere kant zijn er ook bevelvoerders die collega’s met een baardje naar huis sturen. De verschillen zijn dus groot’, aldus Schilte. ‘Hoeveel schadelijke deeltjes je precies meer binnen krijgt door een baardje van een paar dagen, verschilt per persoon. Duidelijk is wel dat je al snel vijf keer meer rook- en roetdeeltjes binnenkrijgt. Dat merk je op het moment zelf niet, maar het heeft op de lange termijn wel effect op je gezondheid.’ Bril Ook brillen met pootjes kunnen zorgen voor lekkage van ademlucht uit het masker. Hoe groot die lekkage is, durft Kemmeren niet te zeggen. ‘Het gaat om de brillen met pootjes. Er zijn regio’s die aparte brilletjes verstrekken met een platte zijkant met minimaal reliëf. Doordat het ademluchtmasker daar niet rechtstreeks op de huid zit, kan dit zorgen voor lekkage. Hoe groot dit is, gaan we in samenwerking met TNO onderzoeken. De brillen die in het masker geïntegreerd zijn, zijn sowieso goed. Het nadeel daarvan is dat je niets of slecht ziet, zodra je het masker afdoet. Dat is lastig.’ Brildragers die willen weten hoe groot de lekkage is door de bril die zij tijdens een uitruk gebruiken, raadt Kemmeren aan een face fit test te doen. Dit is een test die regio’s kunnen uitvoeren om de afdichting van het masker op het gezicht te testen. ‘Het is sowieso goed om eens in het jaar te testen of je masker nog wel goed afdicht. De brandweer in Nederland gebruikt overwegend de helm-maskercombinatie. Dit maakt dat het masker door twee beugels met de helm verbonden is, dat luistert nauwer dan een spinmasker dat een vijfpunts bandenstel om het hoofd heeft. Het periodiek testen brengt niet alleen onvolkomenheden aan het licht, maar maakt de gebruiker bewuster van de gevoeligheid voor lekkage’, vertelt Kemmeren.
factor van tienduizend. Zodra het masker op de balaclava wordt geplaatst zien we dat nog maar een factor van honderdvijftig wordt gehaald. Dat is een gigantisch verschil’, legt Kemmeren uit. ‘Alles wat de afdichtingslijn tussen de huid en het ademluchtmasker beïnvloedt, zorgt voor lekkage. We noemen nu de baard, bril en balaclava, maar het kan ook een piercing zijn’, besluit Schilte. ongevallen In hoeverre er ongevallen zijn geweest door het hebben van gezichtsbeharing of het dragen van een bril of balaclava bij het gebruik van een ademluchtmasker, weten de betrokkenen niet. ‘Maar daar moet je ook niet op willen wachten’, vertelt Buskens. ‘Op het moment dat er een ongeluk gebeurt door het niet naleven van de richtlijnen zal de inspectie een onderzoek doen. Daarbij wordt ook gekeken naar wat je hebt geleerd en wat de richtlijnen zijn. Als werkgever hebben we daarin een verantwoordelijkheid. Wij moeten onze mensen wijzen op wat wel en niet kan. Maar de werknemer heeft zelf ook een verantwoordelijkheid.’ ■ Fotografie: NBDC
malen groter dan via de huid, daarom hebben we ook daar aandacht voor.’ Mark Schilte van Dräger Nederland vult aan dat zodra een stroming van lucht naar buiten ontstaat er ook altijd een contra-stroming naar binnen gaat. ‘Dat gaat om kleine beetjes, maar het is er wel. Rook inademen is slecht voor je gezondheid, dat weten we allemaal. De maskers zijn ontworpen op een bepaalde protectiefactor. Zodra je niet aan de voorwaarden voldoet haal je de initiële bescherming niet meer.’
Geschiedenis Gezichtsbeharing is pas een item geworden toen de ademluchtmaskers hun intrede deden, laat brandweerhistoricus Gerard Koppers weten. ‘Vroeger, toen de ademlucht nog niet bestond, hadden veel brandweerlieden een lange baard. Bij een inzet stopten ze die in hun mond. Het diende als filter voor de roet.’ Toen eind jaren zestig de onafhankelijke ademlucht werd geïntroduceerd, verdwenen de grote baarden. ‘Die maakten plaats voor grote bakkebaarden. Dat daardoor het masker niet goed afdichtte bleek al snel toen de brandweerlieden na een inzet een zwart gezicht hadden. In 1974 toonde TNO aan dat
Balaclava Tot slot heeft ook het onjuist gebruik van de balaclava invloed op de afdichting van het ademluchtmasker. Het ademluchtmasker dient op de huid te worden geplaatst en de balaclava eroverheen. ‘Niet andersom, want dan dicht het masker niet goed af. Een ademluchtmasker moet een protectiefactor hebben van tweeduizend. Dat betekent dat slechts een op de tweeduizend deeltjes in het masker terecht mag komen. Bij juist gebruik halen de ademluchtmaskers van tegenwoordig makkelijk een protectie-
Brand&Brandweer
gezichtsbeharing invloed had op het functioneren van de ademluchtmaskers. Baarden en bakkebaarden zorgden voor ernstige lekkage. Een jaar later heeft de Inspectie voor het Brandweerwezen het hebben van een baard of bakkebaard ontraden. Verbieden konden ze het niet, want in de wet stond het recht op vrije haardracht’, vertelt Koppers. ‘De Arbowet uit 1985 maakte het mogelijk om gezichtsbeharing bij de brandweer te verbieden, omdat aangetoond was dat het slecht was voor de gezondheid. Dat is nog steeds zo.’
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
33
40 jaa r
Veertig jaar brandbestrijding: ‘We werken nu veel tactischer’
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
In de veertig jaar dat Brand&Brandweer bestaat is in zowel de brandweerorganisatie als het werk veel veranderd. In dit jubileumjaar blikken we met een aantal jubilarissen terug op veertig jaar brandweer. Hoe zag het brandweervak er toen uit? En hoe verwacht de nieuwe generatie dat de brandweer er over veertig jaar uitziet? In dit eerste verhaal uit de rubriek 40 jaar vertelt oudgediende Wally Delissen uit Nieuwstadt in Veiligheidsregio Limburg-Noord over zijn geschiedenis bij de brandweer en blikt nieuwkomer Sander Gulikers vooruit.
Door JILDOU VISSER
Wally Delissen, brandveilig leven bij post Susteren, Veiligheidsregio Limburg-Noord Hoe zag het brandweerkorps in Nieuwstadt er veertig jaar geleden uit? eer minimaal. We hadden niet eens een TS. We moesten het doen met een auto met aanhanger waarop de slangen en het gereedschap lagen. In het dorp woonden in 1977 ongeveer duizend tot vijftienhonderd gezinnen. Als ergens brand was ging het luchtalarm af, dat was onze alarmering. ‘s Nachts hoorde ik de sirene niet, dan maakte mijn vader me wakker. Het was een compleet andere tijd. Pas vanaf 1982 hadden we een pieper. Eens in de paar maanden was ergens brand en mochten we uitrukken. Meestal waren het schuurbrandjes, kleine stallen of woningen. Autobranden kenden we toen nog niet, pas een paar jaar later werden we gealarmeerd voor onze eerste autobrand. Dat aantal is later explosief gestegen.’
‘Z
Kunt u zich uw eerste brandweeropleiding nog herinneren? ‘Dat kon je nauwelijks een opleiding noemen. Het was simpel. We kregen geleerd hoe we zo snel mogelijk water naar het voertuig konden pompen en hoe we vervolgens zo snel mogelijk het water van het voertuig op de brand konden gooien. Van ademlucht was in die eerste jaren nog geen sprake. We stonden mee te snuffelen met de rook. Natuurlijk wisten we dat het niet gezond was, maar je nam de risico’s voor lief. Er was ook geen andere optie, want de gemeente had geen geld voor apparatuur. Soms kregen we bij grotere branden bijstand van het korps uit Sittard of Susteren, zij hadden wel ademlucht. Dat konden we dan lenen.’ Wat is de grootste verandering die u bij de brandweer heeft meegemaakt? ‘Dat is de verhuizing van onze kazerne uit Nieuwstadt naar Susteren geweest. We gingen toen samen met de brandweer daar. 34
nummer 3 maart 2017 - Sdu Uitgevers
Wally Delissen nadat hij bij een brand in een varkensstal in 1980 enkele biggen heeft gered.
Ineens moest je een auto hebben. Ik werkte bij de post, dus had een auto tot mijn beschikking, maar dat was niet voor iedereen het geval. Er zijn toen een aantal jongens afgehaakt. De brandweer daar was veel verder. Er was meer geld, beter materieel en we konden opleidingen volgen. Er was zelfs een TS en we kregen ademluchttoestellen. Toen we bij Susteren kwamen, kregen we ook een nieuwe post. We hebben met de hele ploeg een gymzaal verbouwd tot kazerne. Het was een echte vereniging. We hadden hart voor alles wat met de brandweer te maken had. In die tijd kregen we ook een nieuw voertuig, een Volvo onderstel met eigen opbouw. We mochten zelf weten hoe we hem ingericht wilden hebben. Het
Brand&Brandweer
40 jaar
daarom ben ik uit de repressieve dienst gegaan. Ik doe nu nog activiteiten in het kader van Brandveilig Leven. Ik geef les op scholen en doe woningchecks bij senioren. Daarnaast help ik met oefeningen, ruk ik met de AED uit en begeleid ik nieuwe chauffeurs.’
Sander Gulikers, manschap in opleiding bij post Susteren, Veiligheidsregio Limburg-Noord Hoe ben je bij de brandweer terecht gekomen? k zag een vacature op Facebook. Mijn leidinggevende op het werk zit ook bij het korps en vertelde me dat het een veelzijdig beroep is. Naast mijn baan miste ik wat uitdaging. Het leek me wel wat om mijn steentje bij te dragen aan de maatschappij. Ik zit nu in de tweede module van de opleiding. Het is leuk en ik heb er geen spijt van, maar naast een fulltime baan met wisselende diensten is het pittiger dan ik van tevoren had verwacht.’
‘I
Het korps in Susteren voor de nieuwe kazerne.
was de duurste, hagelnieuw en supermodern. Daar hebben we in het land wel mee lopen pronken. Vier jaar later volgde een nieuwe reorganisatie. Toen gingen we samen met Echt. Wij gingen toen van Limburg-Zuid naar Noord-Limburg. Toch was de samengang met Susteren ingrijpender.’ Wat is de meest bijzondere uitruk in al die jaren geweest? ‘Dat is een uitruk geweest naar een ongeval. Een personenauto met zes inzittenden was frontaal aangereden door een vrachtwagen. De ouders, schoonouders en een kind waren direct overleden. Een tweede kind hebben we eruit kunnen halen. Die inzet maakte indruk. In die tijd was er nog geen aandacht voor de psychische kant van het vak, we spraken er onderling even over en dan gingen we weer terug naar ons werk. Dat is nu een stuk beter geregeld. Bij die inzet hadden we net de nieuwe Volvo met volledig nieuw redgereedschap. In die tijd gebruikten we de slijpschijf nog om auto’s open te maken. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. De tijd vliegt voorbij. Ik heb zoveel gezien en meegemaakt. De inzet bij de overstroming in 1993 is me ook bijgebleven. Het mooiste vind ik wanneer je bedankjes krijgt van mensen die je geholpen hebt. Of wanneer je slachtoffers redt en die later op straat weer tegenkomt.’
Wat kun je leren van de oude garde? ‘Veel. Zij lopen al lang mee en weten hoe ze adequaat moeten denken en handelen in stressvolle situaties. Ze proberen ons mee te geven dat we onze rugzak niet voller moeten maken dan nodig. Bij dingen die je niet per se hoeft te zien, kun je maar beter wegblijven. Dat is goed. We willen dit vak allemaal nog lang blijven uitoefenen, dan is het belangrijk dat je het ook psychisch volhoudt. Daarnaast vind ik dat we hun ervaring in de repressieve dienst moeten koesteren. Daar kun je altijd wat van leren. Tegelijkertijd krijgen wij bij de opleiding de nieuwste technieken en tactieken aangeleerd. Wellicht dat zij die van ons kunnen leren.’ In hoeverre hoop je ook de veertig jaar vol te maken? ‘Ik ben nu 31 jaar, dus veertig jaar bij de brandweer zal lastig worden. Maar wie weet. Wellicht is het brandweervak dan wel volledig veranderd en worden branden automatisch of met andere middelen geblust waardoor het fysiek minder belastend is. Ik hoop dat ik het zo naar mijn zin blijf hebben als nu en dat ik lang fit blijf.’ ■
In welk opzicht is het brandweervak het meeste veranderd? ‘Vroeger gooiden we water op het vuur. Dat doen we nu nog. Vroeger ging het erom dat we zoveel mogelijk water op het vuur gooiden. Nu gaan we er tactischer mee om. Er wordt beter nagedacht over hoe je een brand te lijf gaat en hoe je uitbreiding kunt voorkomen. Dat is een mooie ontwikkeling. En het schoon werken is nieuw. Vroeger stonden we altijd vol in de rook, in het begin zelfs zonder ademlucht. Er was geen aandacht voor het effect van rook en roet. Tegenwoordig wisselen we zelfs van kleren. Brandweerman zijn is nog steeds een prachtig vak, maar je moet er nu meer voor leren. Als je vrijwilliger bent en een baan hebt, dan is dat pittig.’ Hoe lang blijft u nog bij de brandweer? ‘Ik ben 62 jaar en heb er veertig repressieve jaren opzitten. Vorig jaar ben ik daarmee gestopt. Ik kwam nog redelijk goed door de keuring, maar ik vind het mooi geweest. Het is ook scheef. Beroepsbrandweerlieden mogen op hun zestigste met pensioen, maar ik moet doorwerken tot ik 67 ben terwijl ik er naast mijn baan ook veertig brandweerjaren op heb zitten. Dat vind ik scheef,
Brand&Brandweer
Sander Gulikers, het nieuwste brandweerlid van Susteren.
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
35
Brandweer, GHOR en Veiligheidsregio Almanak
• Veiligheidsregio’s • Brandweren: regio en gemeente • GHOR/Publieke gezondheid
Kijk voor meer informatie op www.sdu.nl/brandweeralmanak
Bran dweer BU ITEN LAND
Kennisuitwisseling tijdens internationaal congres beheerbranden Beheerbranden zijn lange tijd niet toegepast. Kennisontwikkeling van deze techniek heeft jarenlang stilgestaan, waardoor veel landen nu worstelen met de toepassing van de techniek. Dat blijkt tijdens het eerste internationale congres beheerbranden op 1 en 2 februari in Barcelona. ‘Vanuit het IFV werken we aan het natuurbrandverspreidingsmodel dat ook gebruikt kan worden bij beheerbranden en voor/tegen branden’, vertelt Nienke Brouwer, onderzoeker van het team natuurbranden bij het IFV.
Door JILDOU VISSER
B
rouwer noemt het congres, mede doordat Nederland relatief kort bezig is met het onderwerp, interessant. ‘Waar lopen de landen tegenaan? Beheerbranden zijn lang niet toegepast, daardoor is veel kennis verloren gegaan. Nu zien veel landen de waarde van een beheerbrand. Hoe pak je dat goed onderbouwd weer op?’ Bij het congres zijn naast Spanje en Nederland ook Frankrijk, Engeland, Zweden, Denemarken, Polen, Duitsland, Italië, Griekenland, Australië, Nieuw-Zeeland, Amerika en Zuid-Afrika aanwezig. Het programma bestaat uit verschillende deelsessies die tegelijkertijd worden gegeven. ‘De presentaties varieerden van de toepassing van beheerbranden, kennisontwikkeling en voorlichting tot aan onderzoek naar de effecten van beheerbranden. Tijdens zo’n congres zie je dat je veel van elkaar kunt leren als het gaat om kennisontwikkeling over de toepassing van beheerbranden en wat daarbij komt kijken’, vertelt Brouwer. Presentatie Zelf geeft Brouwer een presentatie over het natuurbrandverspreidingsmodel dat het IFV heeft ontwikkeld. ‘Het idee bij de overige landen heerste dat we in Nederland vooral last hebben van overstromingen, niet van natuurbranden. Tijdens de presentatie ontdekten ze dat de samenhang tussen natuur, recreatie en infrastructuur nergens zo sterk met elkaar is verweven als in Nederland en het belang van goed inzicht in het brandgedrag groot is’, aldus Brouwer. Daarbij neemt ze de aanwezigen ook mee in het brandstofonderzoek van de vegetatietypen en hoe dat in het natuurbrandverspreidingsmodel en kaartmateriaal is verwerkt. ‘Je merkt dat in andere landen ook soortgelijke modellen bestaan, maar dat wij veel verder zijn. Ook met de praktische toepassing ervan. Zo zijn we nu bezig om met behulp van satellietbeelden gedetailleerde en up-to-date informatie over de vegetatie te krijgen.’ Cursussen Tussen alle presentaties door spreekt de onderzoeker veel brandweerlieden uit verschillende landen. ‘De situatie is niet in alle landen vergelijkbaar met Nederland. In het gesprek met de Italiaanse vertegenwoordiger kwam ik al snel tot de ontdekking dat zij te maken hebben met hele andere vegetatietypes dan wij.
Brand&Brandweer
De universiteit waar het congres is gehouden.
En in Amerika, Australië en Zuid-Afrika staat men voor compleet andere vraagstukken. Daar speelt met name de schaal van de branden een grote rol. In die landen heb je branden die kilometers natuur in de as kunnen leggen. Als je dat vergelijkt met Nederland, dan zijn de branden bij ons op postzegelformaat.’ Een nuttig en wellicht zeer bruikbaar contact is de Spaanse brandweer. Brouwer: ‘Zij zijn bezig met het ontwikkelen van cursussen op het gebied van beheerbranden. Dat is voor ons ook wel een idee. Juist door ook in de praktijk meer te branden, leer je meer dan alleen van de theorie. Als de vegetatietypen vergelijkbaar zijn met de onze gaan we kijken of we daarbij aan kunnen sluiten. En met de Engelsen hebben we goed contact. Wij kunnen hen helpen bij het in kaart brengen van brandstof. Wij leren tips en trucs over het tactisch voorbranden en tegenbranden van hen. Internationaal kunnen we veel van elkaar leren. Juist bij technieken die jarenlang niet zijn toegepast en nu weer opgehaald worden’, besluit Brouwer. ‘Daarbij is ook cultuurverandering van belang. Van alleen een repressieve aanpak moeten we naar een preventieve aanpak, samen met natuurbeheerders, bewoners en andere betrokkenen bij de natuurgebieden.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
37
repressi e
Pieter Pruiksma probeert vlak na de tweede explosie een beeld te vormen.
‘Investeer in veiligheidsbewustzijn bij aardgasincidenten’ ‘Aardgas is een van de meest onderschatte risico’s. Incidenten hiermee moet je zeer serieus nemen’, vertelt kennisregisseur Jeroen van Opstal van Brandweer Flevoland. Het is een van de leerpunten uit de leertafel die de regio na de gasexplosie op Urk op 3 juni vorig jaar heeft georganiseerd. Bij deze explosie worden meerdere woningen vernietigd en breekt brand uit. Lange tijd is onbekend of er slachtoffers zijn. Van Opstal: ‘Aardgasincidenten staan bij ons in de top drie van warme risico’s. Juist daarom gaan we op dit soort incidenten extra investeren in het veiligheidsbewustzijn van het personeel.’ Door JILDOU VISSER Fotografie urkerland, robert Bontkes
‘G
eeft de pagermelding echt weer naar wat voor incident je uitrukt?’ Die vraag moet iedere brandweerman of -vrouw zichzelf volgens Van Opstal bij iedere uitruk stellen. Pieter Pruiksma, de eerste bevelvoerder bij de gasexplosie op Urk geeft aan dat deze vraag essentieel is. ‘Op mijn pager verscheen de melding van een woningbrand. Het zal wel meevallen, dacht ik eerst. Toen ik de
38
nummer 3 maart 2017 - Sdu Uitgevers
deur uitging, zag ik al een flinke rookwolk. Vanaf dat moment weet je dat je te maken hebt met een serieuze melding, maar achteraf gezien had ik nog geen idee voor wat voor inzet we zouden komen te staan. Een van onze manschappen woont schuin tegenover het getroffen huizenblok en deelde op de kazerne zijn beeld. Toch was dat voor mij geen trigger om me af te vragen of er meer aan de hand zou kunnen zijn dan alleen een woningbrand door een gasexplosie. Als ik nu terugkijk was het plaatje volledig anders’, vertelt hij.
Brand&Brandweer
repressi e
Beeldvorming Ter plaatse ziet Pruiksma dat de weg open ligt vanwege werkzaamheden, dat de eerste woning door de eerste explosie volledig is verwoest en bij de tweede woning een uitslaande brand woedt. Bovendien zijn bij de tweede, derde en vierde woning de ramen gesprongen. Wat hij niet ziet is dat er uit de regenpijp tussen de tweede en derde woning een gasvlam komt. ‘Ik heb een rondom verkenning gedaan, maar dat niet gezien. Ik lette op andere zaken. We wisten niet of er slachtoffers waren, redding was dus mijn hoogste prioriteit. Het was bovendien een surrealistisch beeld, het leek net een oorlogsgebied. Je ziet zoveel dat je niet alles bewust binnenkrijgt.’
‘Je ziet zoveel dat je niet alles bewust binnenkrijgt’ explosie Pruiksma schaalt op naar grote brand en zet met een offensieve buiteninzet in op de brand in de tweede woning. ‘Ik wilde de brand zo snel mogelijk onder controle krijgen. Ik was bang dat anders het hele blok in vlammen op zou gaan, waarmee de overlevingskans van eventuele slachtoffers onder het puin van de eerste woning en in de andere woningen nog kleiner zou worden’, blikt Pruiksma terug. Terwijl de eerste bevelvoerder nog bezig is met zijn verkenningsronde, volgt een tweede explosie. Ook de tweede en derde woning en een deel van de vierde woning worden verwoest. ‘Ik rook het gas wel, maar ging ervan uit dat er geen tweede explosie zou komen. Er volgde zelfs nog een derde, die konden we aan horen komen. Het rommelde en ineens sloegen bij de wegwerkzaamheden de vlammen uit de grond. Het kwam overal omhoog. De vlam uit de wegopbreking kwam boven de huizen uit. Op zo’n moment gaat er wel wat door je heen’, erkent Pruiksma. ‘We zijn daarna de vijfde en zesde woning nog in geweest om te kijken of er slachtoffers waren. Het avondeten stond onaangetast op tafel, maar er was gelukkig niemand te bekennen. In de woningen hing een intense gasgeur en je zag horizontale scheuren in de muren. Toen we zagen dat er niemand binnen was, zijn we direct weggegaan.’
‘Ik rook het gas wel, maar ging ervan uit dat er geen tweede explosie zou komen’ Later in de inzet, als hij bij zijn manschappen staat die de brand blussen ziet de eerste bevelvoerder belletjes uit de grond komen. ‘We stonden er toen al een paar uur. Al die tijd sta je in gevaarlijk gebied. Alles rondom het huizenblok was gevaarlijk. Je neemt risico, omdat je ervan overtuigd bent dat er slachtoffers zijn. Als je er achteraf over nadenkt, hadden eventuele slachtoffers van begin af aan geen kans gehad. De vuurlast was zo hoog, het was er zo heet en de explosie was zo hevig, dat had niemand overleefd.’
Brand&Brandweer
situationele Commandovoering Doordat het incident zo complex was, ontbrak zeker in de beginfase een hiërarchische wijze van commandovoering. ‘De principes uit de nieuwe situationele commandovoering waren hier echt op z’n plaats. Een totaalbeeld vormen was een grote uitdaging. De beginfase was hectisch en door de tweede en derde explosie moest het beeld steeds worden bijgesteld. Dat gold voor mij als eerste bevelvoerder, maar ook voor de eerste Officier van Dienst (OvD)’, legt Pruiksma uit. ‘Het gaat je boven de pet. Er was in de beginfase duidelijk sprake van swarming, iedere eenheid stuurde zichzelf aan en zocht wederzijdse afstemming. Toen de tweede OvD ook ter plaatse was, veranderde dat.’ kennis en ervaring Pas op het moment dat het energiebedrijf het gas volledig heeft afgesloten, verdwijnt het gevaar. ‘Dat heeft bijna drie uren geduurd’, aldus Van Opstal. ‘Al die tijd is in gevaarlijk en onvoorspelbaar gebied gewerkt.’ ‘Vanaf dat moment vallen de puzzelstukjes op zijn plaats. Zeker in de eerste fase neem je in een fractie van een seconde beslissingen’, vult Pruiksma aan. ‘Je handelt op basis van de kennis en ervaring die je hebt. Als die basis goed is, kun je veel incidenten aan, maar bij zo’n groot complex incident als deze is een snel totaaloverzicht vrijwel onmogelijk. Je benoemt de risico’s en denkt erover na, maar tegelijkertijd verandert er al van alles in de situatie. Je handelt op basis van wat je weet, naar eer en geweten en je leert ervan.’
‘Je moet continu letten op of je afwijkingen ziet van wat normaal is’ Dat Pruiksma van deze inzet heeft geleerd, blijkt een week later als zijn ploeg rond hetzelfde tijdstip wordt gealarmeerd voor een gasmelding. ‘We stapten op een compleet andere manier het incident in. We hebben het gebied ruim afgezet en een veilig gebied gecreëerd. Veiligheid stond voorop. Ik weet nu de kracht van aardgas, hoe snel het zich kan verspreiden en hoe onvoorspelbaar het is.’ bewust registreren ‘Kennis is de bril waardoor je kijkt’, stelt Van Opstal. ‘Je moet continu letten op of je afwijkingen ziet van wat normaal is. Dat is tegelijkertijd ook de moeilijkheid waar je tegenaan loopt. Mensen zijn gewoontedieren. Ons primaire systeem is veelal onbewust. Slechts een klein percentage registreren we bewust. Als we dat door oefeningen en het delen van ervaring weten op te rekken, hebben we al een wereld gewonnen. Met de leertafels bijvoorbeeld proberen we collega’s die er niet bij zijn geweest de leermomenten mee te geven, zodat als zij ooit voor een vergelijkbaar incident staan ze weten wat ze moeten doen of moeten laten. Iedereen vult hierbij z’n eigen rugzak met kennis, niet als best practice maar voor de next practice.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
39
Person eel & Org an isati e
Brandweersportbond staat voor grote uitdaging De Brandweersportbond heeft de afgelopen jaren een enorme ontwikkeling doorgemaakt en staat nu voor een moeilijke opgave. Enerzijds moet het aantal sporters omhoog, anderzijds mogen er minder uren worden gemaakt. ‘Een nieuwe visie wijst ons straks de weg’, zegt de recent aangetreden secretaris Arna Spaling. Ze volgt Erwin Bartels op. Hij heeft de afgelopen jaren al veel veranderingen bij de Brandweersportbond meegemaakt.
‘De sporten zijn individualistischer geworden. Minder teamsport, meer krachtmetingen.’
Door Marco van der Leest
‘W
at we in de maatschappij zien, zien we ook in de sport. Het is individualistischer geworden. Minder teamsport, meer krachtmetingen. Daar hebben we als bond op moeten inspelen’, vertelt Bartels. Volleybal en veldvoetbal zijn daardoor van de agenda verdwenen, evenals tennis en tafeltennis. ‘Hardlopen, wielrennen, mountainbiken en de Mud Masters bestonden al, maar heb ik grotendeels laten organiseren.’ Loslaten Maar er is meer veranderd, weet Bartels. Tien jaar geleden begon hij als algemeen bestuurslid en de laatste zes jaar was hij secretaris. ‘Toen ik hier kwam, waren de afdelingen die per sport evenementen organiseerden net opgeheven. Wij hebben toen veel naar ons toegetrokken.’ Vooral Bartels zelf. ‘Er kwamen steeds meer dingen bij waar ik enthousiast in sprong. Op een gegeven moment
40
nummer 3 maart 2017 - Sdu Uitgevers
ging ik zelf evenementen organiseren. Hoewel ik maar vier uren tot mijn beschikking had, draaide ik meer dan het dubbele. Dat vond mijn werkgever, Veiligheidsregio Utrecht, uiteindelijk niet zo leuk en dus was het tijd voor bezinning. Wat zou ik voortaan niet meer doen? Misschien moest ik het helemaal loslaten? Daarvoor heb ik uiteindelijk gekozen. Na tien jaar was het mooi geweest. Ik heb de boel overgedragen, mijn opvolger kan er met frisse energie tegenaan.’ Hoogtepunten Terugkijkend ziet Bartels een aantal hoogtepunten. ‘De oprichting van het Platform Brandweersportinstructeurs is goed geweest, onder meer voor de kennisuitwisseling. Verder heb ik me ingezet voor samenwerking met de Politiesportbond. Er was geen contact. Nu ondersteunen we samen evenementen en leveren we allebei voldoende sporters aan. De informatievoorziening is ook verbeterd, dankzij een digitale nieuwsbrief en een website. En er zijn een aantal nieuwe sporten bijgekomen, zoals darten, waterskiën
Brand&Brandweer
Person eel & Organ isati e
Arna Spaling: ‘We werken aan een visie: hoe kunnen we die doelen het beste realiseren.’
en het NK traplopen. Dat laatste haakt mooi aan bij de PPMOkeuring en de praktijk. Positief is bovendien dat wij inmiddels een volwaardig gesprekpartner zijn van Brandweer Nederland.’ De contributie, betaald door de 25 Veiligheidsregio’s, is door de jaren een paar keer aangepast, maar de Brandweersportbond moet het nog steeds doen met een beperkt budget. Het is goed om te kijken naar de rol en ambities voor de toekomst, vindt Bartels. ‘Wil je doorontwikkelen, dan moeten er nieuwe inkomsten komen, bijvoorbeeld via hogere contributie. Maar daarover ga ik niet meer. Dat is aan mijn opvolger en het huidige bestuur.’ Arna Spaling is sinds 1 januari secretaris en moet nog even wennen in haar nieuwe rol. ‘Bartels heeft een geweldige berg werk verzet en veel taken naar zich toegetrokken. Het is de vraag of wij die allemaal kunnen blijven uitvoeren. En wat ik kan doen, want de uren zijn helaas beperkt. Dan kom je ook op de vraag wat je als Brandweersportbond wilt doen. Er ligt een belangrijke doelstelling, waarin de termen krachtmeting en ontmoeting centraal staan. We werken aan een visie: hoe kunnen we die doelen het beste realiseren? Misschien moeten we het anders aanpakken. Andere dingen doen. Of de dingen anders doen.’ Drempels weghalen De Brandweersportbond staat dus voor een belangrijke uitdaging. Aan de ene kant wil zij meer brandweerlieden laten deelnemen aan evenementen. Aan de andere kant worden taken kritisch tegen het licht gehouden. Wat zijn de mogelijkheden? ‘Je kunt bijvoorbeeld drempels weghalen om deelname aan evenementen te vergroten’, zegt Spaling. ‘NK, dat klinkt nogal pretentieus. Ik kan me voorstellen dat je als recreatief sporter denkt dat dat te hoog gegrepen is. Een nieuwe naam zou kunnen helpen. Ook kun je kijken naar verdere samenwerking met de Politiesportbond. Samen staan we sterker, kunnen we ervoor zorgen dat meer evenementen doorgaan en dus dat meer brandweerlieden meedoen.’ Spaling ziet ook kansen op het gebied van communicatie. ‘Onze nieuwsbrief en website zijn prachtig, maar trekken deze anno 2017 voldoende de aandacht? Mensen zijn tegenwoordig vooral actief op sociale media. Drie van de vier Nederlanders heeft Facebook. Wij doen hier nog niets mee. Het moet natuurlijk ook kunnen, want sociale media vragen om actief beheer. Wij gaan kijken hoe we dit kunnen inzetten, zonder er te veel tijd aan te besteden.’ Meer aansluiten bij de vraag kan ook tot meer animo leiden. ‘Binnen de brandweer is mentale weerbaarheid een belangrijk thema. Hoe kunnen we daaraan bijdragen? Dan kom je bijvoorbeeld bij
Brand&Brandweer
het adviseren over trainingsschema’s en voeding. Niet met oogkleppen op sporten, maar met tips en trucs om verantwoord aan de slag te gaan. Natuurlijk moeten we ook hier oppassen dat we niet te veel werk op de hals halen.’ Het mes Een laatste mogelijkheid is het mes zetten in de ondersteuning van het aantal sporten. ‘Misschien moeten we sommige evenementen niet meer steunen en andere juist wel. We zouden kunnen kiezen voor evenementen die het dichtst tegen het brandweerwerk aan leunen. Of voor steun aan evenementen met grotere deelname.’ Wat het ook wordt, de visie met daaraan gekoppeld een begroting is eind dit jaar gereed. Deze wordt dan voorgelegd aan de Raad van Brandweercommandanten, want het doel is om met brede ondersteuning voortvarend verder te gaan. ■
Erwin Bartels: ‘Er kwamen steeds meer dingen bij waar ik enthousiast in sprong.’
World Police and Fire Games De Brandweersportbond ondersteunt ook de World Police en Fire Games in 2021 in Rotterdam. Handig is dat de voorzitter van de bond in de stuurgroep voor deze spelen zit. ‘We werken er keihard aan om een grote en brede groep brandweersporters op de been te brengen voor de zestig verschillende sporten’, zegt Spaling. ‘Daar zijn we nu al voorzichtig mee bezig. Zo willen we laten zien wat we bij de brandweer in huis hebben.’
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
41
Brand & Brandweer Vakdag De dag voor iedere brandweerprofessional
Voor beroeps en vrijwilligers
zaterdag 10 juni 2017 | soesterberg Aanslag Brussels Airport: het verhaal vanuit de Belgische brandweer Op zaterdag 10 juni vindt de eerste editie van dit fantastische evenement plaats. Een hele dag voor en door brandweerprofessionals, beroeps èn vrijwillig. U hoort deze dag over voorbeelden vanuit verschillende regio’s, raakt geïnspireerd door persoonlijke verhalen en maakt kennis met de nieuwste technieken en materialen. Vanuit België komt brandweercommandant Dirk Keymolen en vertelt zijn verhaal over de ervaringen van de brandweer bij de Aanslag op Brussels Airport. Kom met uw collega’s! De vakdag is de perfecte dag om samen met uw collega’s te bezoeken. Bekijk hiervoor de verschillende kortingsmogelijkheden op ondergenoemde site.
www.brandenbrandweervakdag.nl
Medeorganisator:
Mediapartner:
Risicobeh eersi ng
Menselijk handelen cruciaal bij brand in zorginstellingen In Veiligheidsregio Brabant Zuidoost zijn in 2015 in korte tijd zeven branden in zorginstellingen. De branden worden allemaal relatief snel geblust. Toch kent een aantal branden een dodelijke afloop en bij enkele andere zijn gewonden. Vijf van de zeven branden zijn bij dezelfde zorgorganisatie. ‘Alle branden bij zorginstellingen onderzoeken we. Als er dan in korte tijd zoveel branden zijn onderzoek je natuurlijk hoe dat kan en wat je kunt doen om het te voorkomen’, vertelt Arjan van Beek, coördinator Team Brandonderzoek van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Door JILDOU VISSER
D
e brandonderzoekers komen tot de ontdekking dat de oorzaken en ook de situaties verschillend zijn. Drie van de vijf branden bij dezelfde instelling zijn bij bewoners die zorg op afroep krijgen en twee bij een instelling met permanente zorg. De oorzaken varieren van het niet uitdoen van het vuur na het koken tot roken waarbij de brandende sigaret op de kleding is gevallen en een kersenpitzakje dat te lang in de magnetron is gelegd. ‘De branden ontstonden allemaal door menselijk handelen’, aldus Van Beek. ‘Daarnaast zagen we dat menselijk handelen de situatie kan verergeren, door bijvoorbeeld deuren open te laten staan. In bijna alle gevallen was de brand beperkt, maar bleek de ketting zo sterk als de zwakste schakel. Door openstaande deuren kon de rook zich ongehinderd verder verspreiden. In een geval was sprake van het onjuist functioneren van voorzieningen. De brandwerende deuren die normaal automatisch open gingen als iemand ervoor staat, gingen nu door de rook open terwijl ze dicht hadden moeten blijven.’ Martijn Janson van de afdeling objectadvisering van Veiligheidsregio Brabant Zuidoost vult aan dat bovendien bij gebouwen met zorg op afroep geen wettelijke eisen bestaan om brandveiligheid naar een hoger plan te tillen. ‘Woningcorporaties nemen de gebouwen over van zorgorganisaties. De mensen die erin zitten blijven verminderd zelfredzaam, maar zijn op zichzelf aangewezen. In overleg met de verhuurder en de zorgorganisatie zijn we aan het kijken in hoeverre de brandveiligheidsvoorzieningen aanwezig kunnen blijven. Dat is voor ons ideaal, want rookmelders alleen zijn niet voldoende.’ Oplossing Na de branden kijkt de veiligheidsregio met de directie van de zorginstelling welke oplossingen gevonden kunnen worden om branden te voorkomen en de gevolgen ervan te beperken. ‘Zo hebben ze nu een paar mensen in de organisatie vrijgemaakt die de technische staat van de brandveiligheidsvoorzieningen controleren’, legt Van Beek uit. ‘In overleg met de directie hebben we besloten
Brand&Brandweer
dat we voorlichting na brand geven aan het personeel in plaats van de bewoners, zodat zij weten wat ze wel en wat ze niet moeten doen. Zo kunnen we ze leren niet standaard een ontruiming te starten. Het is gevaarlijker en hinderlijk wanneer alle senioren op de gang lopen als de brandweer ter plaatse komt. Wij kunnen dan geen inzet starten, omdat bij het openen van de deur naar de brandruimte rook de gang op komt. In de gesprekken hebben we dus geprobeerd om elkaar beter te begrijpen.’ Naast de controle van de brandveiligheidsvoorzieningen en de sessies voorlichting na brand, kijkt de brandweer ook welke simpele maatregelen getroffen kunnen worden om brand te voorkomen. Van Beek: ‘De instelling verstrekt nu bijvoorbeeld brandwerende schorten aan bewoners die roken en aanstekers aan alle bewoners die lucifers gebruikten. Daarnaast worden led-lampjes verstrekt in plaats van kaarsen. Het zijn kleine maatregelen die echt bijdragen aan het voorkomen van brand.’ Mindset Ook bij de brandweerlieden moet de mindset veranderen, zo constateert Janson. ‘Senioren wonen steeds vaker zelfstandig. Bij veel van deze branden was dat in een gebouw met zorg op afroep. Het gebouw grensde aan de instelling waar permanente zorg wordt geleverd. Wij kunnen er niet automatisch vanuit gaan dat we bij gebouwen met zorg op afroep worden opgevangen door het personeel.’ Van Beek vult aan: ‘Een aantal posten in de regio heeft nu een rondleiding bij de zorgorganisatie gevolgd om te begrijpen hoe de zorg is opgebouwd. Dat levert begrip op.’ Daarnaast is gebleken dat de brandweer niet altijd zicht heeft op de aanwezige preventieve voorzieningen in de instellingen. ‘We zijn bezig om een digitaal informatiesysteem te ontwikkelen waarop de Officieren van Dienst (OvD) en de bevelvoerders kunnen zien welke voorzieningen aanwezig zijn, hoe het gebouw eruit ziet en waarop ook de bereikbaarheidskaart te vinden is’, vertelt Van Beek. ‘Daarin gaan we onze mensen ook bijscholen, zodat tijdens de inzet gebruik kan worden gemaakt van de voorzieningen ter plaatse.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
43
Volledig op de hoogte met Brand & Brandweer
B B&B &B Brand
Bra
nd&
&Bran
B&B Brand&Brandweer
JUNI 2016
B&B d voor lad bla kb vak va
en erlening hulpv weer, brand
d voor
brand weer, hulpv erlening en
• Brusselse brandweer deelt de ervaring van de aanslagen
5
voor dacht j bi op aan • Vol idshygiëne arbe vakblad v tra voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding nakblad AN G 40 JAA RG oefence er ers ov ernem • Ond dveiligheid bran
ing nbestrijd rampe
6
• Brancherichtlijn duiken moet zorgen voor kwaliteitsimpuls va v ak kb bla lad
6 ME I 201
dweer &Bran Brand
dweer
rampe40 JAARGANG nb
estrijd ing
Brand papieropslag Scheemda duurt tien dagen
• S te bij unpun kla psych t voo cht oso r hu cia en • V le lp er Ma nieuw n d s feit cha e op pA leid is e i • L en ng es wo sen va Hel ningb n de f a lev ran oet d tale slu in is
7/8 STU S
201 6
v va akb • Rob lad voo ots, r bra ndw van de het materie toekom el eer, hulpver len st ? ing • Blu en JAA RG ram AN spakk G 40 pen en bes afgest trij din emd op g de klu s
B&B Bra
nd&B
LTR_
P001
B&B Brand
&Brandwe
01_LTR
er
SE
PT EM
9 JA AR
G AN
B ER
20 16
G 40
Spe kw len m bij adran et cen brand ten tru mZ utp hen
om Zorgen ingen d verbin d n bij bra ren o t zend
B&B
JUL I / AU GU
ndw eer
• Vooruitblik op het brandweercongres
tie oriënta kamer • Her elijke Meld Land ie at is Organ
LTR_P0
• Red gere sterker edschap: kleiner , lichter en
Bra
_LTR
-BR-
ran
dw eer
09-2
016
ww w.b ran den bran dw eer. nl
1
www.b randen brandw eer.nl
-BR-07-
2016 1
Brand&Brandweer
www.brandenbrandweer.nl 23-6-201
6 9:54 :23
LTR_P001_LTR-BR-06-2016 1
25-8
-201
6 9:3 6:24
19-5-2016 11:03:20
6:21 6 11:3
28-4-201
B&B er
&Brandwe
Brand
eer.nl brandw randen www.b
2016 1
-BR-05-
01_LTR
LTR_P0
Brand & Brandweer houdt u volledig op de hoogte van alle ontwikkelingen in het brandweer en rampenbestrijdingsvak via de brand online. U vindt in Brand & Brandweer elke maand boeiende artikelen over de brandweer in al zijn facetten: repressie & preventie, rampenbestrijding & crisisbeheersing, bestuur & organisatie en actueel nieuws uit de korpsen. Neem nu een abonnement en u ontvangt maandelijks het blad en u heeft toegang tot brandenbrandweer.nl, waar u naast het nieuws over uw vakgebied, gratis toegang hebt tot de archieffunctie van Brand&Brandweer.
Ga naar sdu.nl/brandweer
B&B REGISTER
B&B Brand&Brandweer
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Vaste adverteerders (contract houders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.
Brandveiligheid
Geboorde brandputten
P&G Safety Burgerstraat 26 5311 CX Gameren Tel. 0418 561761 info@pengsafety.nl www.PenGsafety.nl
Raaijmakers Bronbemaling Erfstraat 8 5408 SJ Volkel-Uden Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl
Droogkasten & reinigingsmachines Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 ZG Klaaswaal Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 laundry@laundry.nl www.laundry.nl
Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop: I.S.-acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com
Verhuur & Brandweerpersoneel RegioSafe Fire & Rescue B.V. Nieuwe Schaft 9/B 3991 AS Houten Tel. 030 6704815 info@regiosafe.nl www.regiosafe.com
Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer Gewenste rubrieken
o per rubriek, per uitgave € 45,o per rubriek heel jaar (10 uitgaven) € 355,Prijzen exclusief BTW Datum
Handtekening
B&B Brand&Brandweer
U kunt deze bon inscannen en mailen naar: info@is-acquisitie.com. Voor deze en andere advertentiemogelijkheden in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a.: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 3 maart 2017
45
Brandweer redt mobieltje De brandweer uit het Noord-Hollandse Heemskerk heeft eind januari met veel manskracht een mobiele telefoon gered uit een ondergrondse container. Een vrouw had haar telefoon eerder op de dag per ongeluk in een vuilniszak gegooid en deze in de container gestopt. Pas later realiseerde ze zich dat haar telefoon in de container lag. De bewoonster was ten einde raad maar de brandweer besloot groots uit te rukken. De brandweerlieden besloten de container open te maken en af te dalen om een zoektocht te starten. Een geluk bij een ongeluk: de batterij was nog niet leeg. Door de telefoon te bellen konden ze deze snel opsporen. Bron: Telegraaf.nl
BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding, en het communicatiemagazine van Brandweer Nederland. Maart 2017 - nummer 3 jaargang 41 REDACTIE-ADRES
Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE
Ing. Stephan J.M. Wevers, commandant brandweer Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Gelderland-Midden Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek Marcel van Galen, hoofd risicobeheersing Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Frank Huizinga, woordvoerder Brandweer Nederland Lucas de Lange, Vernieuwde repressie Veiligheidsregio Haaglanden Gerard Bouwmeester, vrijwilliger Veiligheidsregio Utrecht EINDREDACTIE
Jildou Visser e-mail: info@jildouvisser.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE
Albert-Jan van Maren, Ginopress, AS Media, Nederweert 24, Jolanda Haven, Ellen Schat, Brandweer Twente, Veiligheidsregio Utrecht, Veiligheidsregio Midden- en WestBrabant, Flashphoto Sven van Beek, Media TV, Jeffrey Koper, NBDC, Wally Delissen, Nienke Brouwer, Urkerland Robert Bontkes, Marco van der Leest, Brandweersportbond, Team Brandonderzoek Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. ONTWERP EN OPMAAK
SD Communicatie, Rotterdam DRUK
Wilco BV - Amersfoort UITGEVER
Sdu Uitgevers: Roel W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl BLADMANAGEMENT
drs. Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl ADVERTENTIE-ACQUISITIE
Lijst van adverteerders CDA 22 Interspiro BV C2 Laundry BV 4 Letas Stickerservice 4 P2000 Alarmeringsystemen C4 Raaijmakers en Zn Bronbemaling BV 4 Texport HandelsGmbH 22 SDU 4, 16, 36, 42, 44, C3
46
nummer 3 maart 2017 - Sdu Uitgevers
Tarieven, reserverings- en sluitingsdata voor (combinatie)advertenties in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a. op aanvraag beschikbaar bij: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, e-mail: info@is-acquisistie.com www. is-acquisistie.com Aanlevering van advertentiemateriaal bij loap@sdu.nl SLUITINGSDATA ADVERTENTIES EN BIJSLUITERS 2017
nummer Nr. 5 Nr. 6 Nr. 7/8 Nr. 9
verschijning sluiting 06-05 11-04 03-06 09-05 01-07 06-06 02-09 08-08
ABONNEMENTEN
Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Het abonnement op Brand&Brandweer (10 nummers) kost 92 euro excl. BTW (97,52 euro incl. BTW). Deze prijs is inclusief verzendkosten. Prijs los nummer: 10 euro (incl. BTW). Prijs online-abonnement los: 76 euro excl. BTW (92,72 euro incl. BTW). Een abonnement op B&B geeft tevens toegang tot B&B-digitaal, via www.brandenbrandweer.nl en de Sdu Tijdschriften App (Stapp). Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2017 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. ISSN 01656-4675
TERMIJN VAN ANNULERING:
6 weken voor verschijningsdatum Termijn van inzending:
3 weken voor verschijningsdatum
Brand&Brandweer
Brandveiligheidsindex 2016
Brandveiligheidsindex 2016/1 Brandveiligheidsindex 2016/1
De Brandveiligheidsindex is een onmisbare uitgave voor de brandweer, zowel in het kader van de repressie (herkennen van toegepaste materialen) als in de preventie (toezicht en advisering).
ISBN 9789012399210
Kijk voor meer informatie op www.sdu.nl/brandveiligheidsindex
PreCom PreCom
Next Generation Pagers Next Generation Pagers
Met PreCom kan eerder actie worden ondernomen, is de betrouwbaarheid van directe inzet van vrijwilligers gegarandeerd en wordt de efficiëntie een alarmering van verhoogd. Met PreCombeter kan eerder actie worden ondernomen, is devan betrouwbaarheid directe inzet van PreCom Pager Next Generation isen sneller heeft functies dan de huidige vrijwilligers beter gegarandeerd wordten deefficiënter efficiëntieén van eenmeer alarmering verhoogd. generatiePager alarmNext ontvangers. PreCom Generation is sneller en efficiënter én heeft meer functies dan de huidige Met een druk opontvangers. de knop bevestigt de ontvanger na een alarm direct zijn beschikbaarheid. Het generatie alarm systeem waarschuwt bij onderbezetting en schaaltnaautomatisch op waar Met een druk op de knop bevestigt de ontvanger een alarm direct zijnnodig. beschikbaarheid. Het Bovendien geeft PreCom een helder overzicht wie wanneer beschikbaar systeem waarschuwt bij onderbezetting en schaalt automatisch op waar is. nodig. Dankzij de ingebouwde metoverzicht aan- en afwezigheidsfunctie kan onderbezetting Bovendien geeft PreComkalender een helder wie wanneer beschikbaar is. tijdig worden voorkomen. Dankzij de ingebouwde kalender met aan- en afwezigheidsfunctie kan onderbezetting PreCom als totaal oplossing heeft zich reeds over meerdere jaren succesvol bewezen. tijdig worden voorkomen. PreCom als totaal oplossing heeft zich reeds over meerdere jaren succesvol bewezen.
el derde m on 2000 l PreCo ging Prd e ee n veeCrvoam ond 2000 r P P nging verva
• Realtime terugkoppelen van beschikbaarheid; via agenda op pager beschikbaarheid opgeven; terugkoppelen van beschikbaarheid; • Realtime mobiele applicaties Android / iPhone / Windows Phone agenda op pagervoor beschikbaarheid opgeven; • via door eenapplicaties druk op devoor knopAndroid ad-hoc /beschikbaarheid afmelden; iPhone / Windows Phone • mobiele beschikbaarheidsinformatie op IP67 pager via PreCom berichtgeving; een druk op de knop ad-hoc beschikbaarheid afmelden; • door LCD kazerne bezetting en opkomst op IP67display; pager via PreCom berichtgeving; • beschikbaarheidsinformatie meldkamer kazerneapplicatie; bezetting en opkomst display; • LCD gevanceerd applicatie; beschikbaarheid systeem. • meldkamer • gevanceerd beschikbaarheid systeem. Wilt u meer informatie? Kijk op onze website www.p2000shop.nl of bel 013-21 104. We helpen graag. Wilt u meer34 informatie? Kijk opuonze website www.p2000shop.nl of bel 013-21 34 104. We helpen u graag.
P2000 Alarmeringsystemen B.V. P2000 Alarmeringsystemen B.V. De Waterlaat 15, Postbus 15, 5571MZ Bergeijk 5563ZG Westerhoven De Waterlaat 15, Postbus 15, Nederland Tel : +31Westerhoven 13 2134104 5571MZ Bergeijk 5563ZG Nederland Tel : +31 13 2134104
www.p2000shop.nl E-mail: info@p2000shop.nl www.p2000shop.nl Fax: +31info 13@ 7113018 p2000shop.nl E-mail: Fax: +31 13 7113018