JANUARI/FEBRUARI 2019
1
• Overslag voorkomen door nathouden panden • Brandonderzoek, klaar voor nieuwe ontwikkelingen
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
JAARGANG 43
• Voorziet het Steunpunt Brandweer in een behoefte?
Branduitbreiding voorkomen bij brand centrum Winschoten
B&B Brand&Brandweer
www.brandenbrandweer.nl
LTR_P001_LTR-BR-01-2019 1
24-1-2019 12:25:18
DOWNLOADT CHECKLIST
GEBRUIKT STAPPENPLAN
KRIJGT OVERZICHT VAN WETGEVING MET COMMENTAREN ZOEKT BINNEN ALLE ARBO INFORMATIEBLADEN
PRINT GEVONDEN INFORMATIE
BEDENKT OPLOSSING EN BORGT DEZE IN DE ORGANISATIE
GAAT NAAR HSE.SDU.NL
WIL DAT IEDEREEN ’S AVONDS WEER VEILIG THUIS IS
ANALYSEERT SITUATIE EN RISICO’S
WIL DAT ALLE MEDEWERKERS VEILIG KUNNEN WERKEN
Als het om ondersteuning van de HSE expert draait Met behulp van Sdu HSE beantwoordt u vragen vanaf de werkvloer én vanuit het management snel en accuraat. U speelt makkelijk in op veranderende omstandigheden en weet zeker wat de volgende stap is. Met Sdu HSE heeft u altijd en overal toegang tot alle noodzakelijke bronnen. En kunt u aan de slag met innovatieve tools voor de praktijk.
Arbo Informatiebladen Safety! Magazine artikelen Arbocatalogi Wetgeving met toelichting
en commentaar Jurisprudentie Updates over regelgeving Tools voor de dagelijkse praktijk (checklists, vragenlijsten en stappenplannen)
Neem een proefabonnement en ervaar Sdu HSE zelf. Ga naar hse.sdu.nl
0105-Advertentie_HSE_3.indd LTR_P001_LTR-BR-01-2019 2 1
13-10-17 12:58 24-1-2019 12:25:18
INHOUD
nummer 1/2 januari/februari 2019
COverstOry
26
22 snelle opschaling voorkomt branduitbreiding in centrum
De afgelopen jaarwisseling is het aantal meldingen en incidenten met 21 procent gestegen en waren er veel gevallen van agressie tegen hulpverleners. Bevelvoerder Pascal Pronk en Martin Evers, plaatsvervangend commandant in Haaglanden delen hun ervaring.
Winschoten Bij een brand in het centrum van Winschoten is de kans op branduitbreiding lange tijd groot. De gebouwen zijn dicht op elkaar gebouwd en er is veel hout aanwezig. Toch weten de ingezette brandweerlieden de brand te beperken tot twee panden.
ArtIKeLeN
De negatieve piek van de jaarwisseling
30
10 Nathouden meest effectieve manier om overslag te
Brandweer Fryslân start met specialistische mestteams Om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op het gevaar van mestincidenten, richt Veiligheidsregio Fryslân specialistische mestteams in. De teams krijgen de beschikking over speciaal materieel en worden opgeleid voor het handelen bij mestincidenten.
voorkomen Hoe kun je op de meest effectieve manier brandoverslag voorkomen? De Brandweeracademie heeft er onderzoek naar gedaan en concludeert: geen waterscherm, maar het pand nathouden is de beste manier. 12 rood licht en onverwacht gedrag belangrijkste oorzaken
ongevallen voorrangsvoertuigen Voorrangsvoertuigen zijn in 2016 en 2017 148 keer betrokken geweest bij een ongeval. De twee belangrijkste ongevalstypen zijn: het rijden door rood licht door een voorrangsvoertuig en het niet opletten of onverwacht gedrag van andere weggebruikers. 14 Brandonderzoek, klaar voor nieuwe ontwikkelingen In ruim tien jaar heeft brandonderzoek zich doorontwikkeld tot een volwaardig onderdeel binnen de brandweer. Een kijkje in de keuken van vier regio’s en een vooruitblik met de voorzitter van de vakgroep brandonderzoek van Brandweer Nederland.
32
tankwagens alleen voor levensmid delen niet altijd met veilige stoffen Zie je bij een incident met een tankwagen aan de zijkant de belettering ‘nur für lebensmittel’, of in het Nederlands ‘alleen voor levensmiddelen’, staan pas dan op. In deze tankwagens kunnen ook gevaarlijke stoffen worden vervoerd.
35
In europees verband leren van fatale woningbranden De European Fire Safety Alliance en de Brandweeracademie hebben een eerste onderzoek gedaan naar fatale woningbranden in Europa. Ieder jaar overlijden vijfduizend Europeanen door een woningbrand.
19 voorziet het steunpunt Brandweer in een behoefte? Het Steunpunt Brandweer is 2,5 jaar operationeel. Wat zijn de ervaringen ermee? En in welke vorm gaat het Steunpunt door? Fred Heerink en maatschappelijk werker Marjolein te Mebel blikken terug en vooruit.
rUBrIeKeN Op de cover: Brandweerlieden uit Winschoten weten op 3 januari de grote brand in het centrum te beperken tot twee panden. Fotografie: Melarno Kraan
Brand&Brandweer
LTR_P003_LTR-BR-01-2019 3
5 6 29
Van de redactie Actueel Onder de Helm
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
3
24-1-2019 12:26:23
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Ook online en op smartphone
RETTmobil 2019 19. Europäische Leitmesse für Rettung und Mobilität 19th European Leading Exhibition for Rescue and Mobility
MM:
RA FACHPROG
kussion Podiumsdis m he Messe-Foru gsdienstlic n u tt e -R h c Medizinis en Fortbildung Workshops
Fulda | Messe Galerie 15.– 17. Mai 2019 Mittwoch – Freitag 9 – 17 Uhr
Fulda | Fair Gallery 15th – 17th May 2019 Wednesday – Friday 9am – 5pm
LTR_P003_LTR-BR-01-2019 4
www.rettmobil.org
24-1-2019 12:26:25
VAN DE REDACTI E
2019!
H
et jaar 2018 is ten einde, een jaar dat we ons vooral blijven herinneren als het jaar van de droogte. Een fantastisch mooie zomer, maar de keerzijde is dat we zo’n drieduizend keer extra zijn uitgerukt. Het was beheersbaar, maar vooral in de zomermaanden konden we het net bolwerken met onze operationele mensen. De bezuinigingen in de laatste jaren van zo’n honderd miljoen (ongeveer tien procent) laten zien dat er geen vet meer op de botten zit bij de Nederlandse korpsen. We konden in de zomermaanden ook geen bijstand aan andere Europese landen leveren, we hadden alle capaciteit nodig om onze eigen broek op te houden. En dan natuurlijk oud en nieuw. De jaarswisseling voelt steeds minder als een feest. Ik heb al jaren, ook in de Van de redactie, aangegeven dat de balans zoek is. Het lijkt wel of alles harder, hoger, luider en vooral extremer moet. Met zo’n zevenhonderd vuurwerkslachtoffers, tientallen miljoenen aan schade en zo’n 4300 uitrukken (ongeveer zes procent van de ‘jaaromzet’) is dit natuurlijk absurd. Het is de moeite waard om er onderzoek naar te doen. Ik denk dat de ingeslagen route om onze vuurwerktraditie aan te passen, een juiste is. Inmiddels denken acht van de tien Nederlanders (blijkt uit recente enquêtes) er net zo over. Ik ben niet tegen vuurwerk, maar ik vind wel dat het tijd is om onze vuurwerktraditie wat moderner te organiseren, daar moeten wij als ervaringspartij een goede rol in vervullen. Als we als brandweer onze missie van minder branden, minder schade en minder slachtoffers serieus nemen, dan moeten we hier werk van maken. Niet alleen 364 dagen per jaar, maar op alle 365 dagen. Laten we als brandweer het onderwerp op de agenda zetten en houden om trouw te blijven aan onze missie: minder branden, minder schade en minder slachtoffers. Heldere boodschap toch? Ik zeg: doen! Dit wordt zeker in 2019 vervolgd.
4 mei
Firefightersday (www.firefightyersday.org, vooral een rood/blauw lint dragen) 15 juni Nationale Brandweerherdenking (herdenken van onze overleden collega’s) 16 juni Vaderdag (spreekt voor zich) 14 september Wereld Eerste Hulp Dag (voor als je ooit iemands leven moet redden) 3 en 4 oktober Nationaal Brandweercongres (ons jaarlijks congres) 7 december Nationale vrijwilligersdag (extra aandacht voor alle vrijwilligers) 31 december Kapitein Haddockdag (zijn term ‘duizend bommen en granaten’ past bij deze dag)* 2019 gaat weer een mooi en uitdagend jaar worden. We zullen weer onverwachte incidenten moeten bestrijden. We krijgen ook weer de nodige uitdagingen waar we oplossingen voor moeten zoeken. Maar als we als collectief van 30.000 brandweermensen samen ons doel blijven nastreven, een veiliger Nederland met minder branden, slachtoffers en schade, dan blijven we de meest professionele en betrouwbare organisatie van ons land. Dus geef in 2019 zeker invulling aan de dagen 17 februari, 1 maart en 4 mei. Een kop koffie met elkaar drinken, complimenten uitdelen en zij aan zij waken over de (brand)veiligheid van onze naasten. Stephan Wevers Voorzitter redactie *= zelfgecreëerde dag door schrijver van deze Van de redactie. Bron Kuifje (scheldwoordenboek van Haddock).
Elk jaar heeft een zogeheten issuekalender, met speciale dagen in het jaar. Elke dag heeft wel iets speciaals, een thema dat op die dag om aandacht vraagt. Het zijn kleine, grote, hilarische, onbekende, maar vaak ook leuke thema’s die een hele dag in de belangstelling worden gezet. Ook voor ons vak zijn er verschillende dagen die je even in je agenda moet zetten: 23 januari 5 februari 11 februari 17 februari 1 maart 15 maart 18 april
Het nationale voorleesontbijt (mooi moment om over de brandweer voor te lezen) Safer Internet Day (in meer dan honderd landen wordt dit gevierd) Europese dag van het alarmnummer 112 (creatief gevonden: 11-2) Doe-eens-vriendelijkdag (een kopje koffie voor een collega halen?) Nationale complimentendag (drie complimenten geven op je werk) NL Doet (een helpende hand geven aan iets goeds) Secretaressedag (niet aan haar vragen om het in jouw agenda je zetten)
Brand&Brandweer
LTR_P005_LTR-BR-01-2019 5
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
5
24-1-2019 12:26:37
actu eel
Brandweerchauffeurs veroordeeld voor veroorzaken ongeval twee brandweerlieden zijn in december veroordeeld voor het veroorzaken van een verkeersongeval tijdens een prio 1 rit. In beide gevallen gaat het om een overschrijding van de snelheid die de Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen voorschrijft bij het rijden door rood licht. In die richtlijn is vastgelegd dat het door rood licht rijden mag met een snelheid van maximaal 20 kilometer per uur. Een van de brandweerchauffeurs heeft een taakstraf van honderd uur opgelegd gekregen voor het veroorzaken van een dodelijk ongeval tijdens een uitruk in Deventer. Hij reed met optische en geluidssignalen door rood licht op een oprit naar de A1. Daar botste hij op een personenauto. Volgens de rechtbank reed hij tussen de 94 en 101 kilometer per uur.
De andere brandweerchauffeur heeft een boete van 500 euro en mag drie maanden geen voertuig besturen. Hij reed met optische en geluidssignalen met een snelheid van tussen de 20 en 76 kilometer per uur door rood licht en heeft daarbij een overstekende fietser aangereden. Het slachtoffer is daarbij ernstig gewond geraakt.
Midden- en West-Brabant start pilot met gebruik bodycam Brandweer Midden- en West-Brabant is 1 januari bij de beroepspost in tilburg-centrum gestart met een pilot voor het gebruik van bodycams. Hiermee wil de regio onderzoeken of een bodycam meerwaarde heeft bij het kunnen leren van een inzet en het verbeteren van de brandbestrijding, hulpverlening en crisisbeheersing. De pilot duurt een jaar. De beelden die tijdens de pilot worden opgenomen worden gebruikt om een inzet te bekijken en te evalueren. Op basis
6
nummer 1/2 januari/februari 2019 - Sdu Uitgevers
LTR_P006_LTR-BR-01-2019 6
daarvan kunnen conclusies worden getrokken voor volgende inzetten. De beelden zijn toegankelijk voor slechts een beperkte groep medewerkers die geautoriseerd zijn de beelden te bekijken. Ze worden vier weken bewaard op een laptop die voorzien is van specifieke beveiligingssoftware. Om het gebruik en de toegang tot de beelden vast te leggen heeft de regio specifiek voor de pilot een privacyverklaring pilot gebruik bodycams opgesteld.
Brand&Brandweer
24-1-2019 12:26:51
Fotografie: Regio 15
actu eel
Onderzoeksraad voor Veiligheid onderzoekt vreugdevuur De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft naar aanleiding van een verzoek van Pauline Krikke, de burgemeester van Den Haag, besloten onderzoek te doen naar de vreugdevuren in Den Haag. In het onderzoek wordt onder andere gekeken worden naar de voorbereiding van de vreugdevuren tijdens de jaarwisseling en naar de problemen die zijn ontstaan na het ontsteken ervan. Door de wind ontstond vanuit het vreugdevuur op het strand een vonken- en asregen die Scheveningen inwaaide. Door de vonkenregen ontstonden verschillende branden.
Inspectie JenV onderzoekt prestaties veiligheidsregio’s De Inspectie Justitie en Veiligheid (JenV) is een onderzoek gestart naar hoe veiligheidsregio’s hun taken op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing uitvoeren. Daarbij wordt gekeken naar de vakbekwaamheid van crisisfunctionarissen, de kwaliteitszorg, operationele prestaties, de onderlinge samenwerking en de samenwerking met andere partners. Zij wil weten hoe de 25 veiligheidsregio’s hun taken op het gebied van rampenbestrijding en crisisbestrijding uitvoeren en op welke wijze zij borgen dat ze die goed uitvoeren. Daarbij gaat de Inspectie ook na wat is gebeurd met de aanbevelingen uit eerdere onderzoeken naar de taakuitvoering op dit vlak door veiligheidsregio’s.
Brand&Brandweer
LTR_P006_LTR-BR-01-2019 7
De uitkomsten van deze deelonderzoeken moeten het Periodiek beeld rampenbestrijding en crisisbeheersing 2019 opleveren. De Inspectie heeft haar plannen van aanpak voor dit periodieke beeld gepubliceerd.
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
7
24-1-2019 12:26:52
actu eel
Nl-alert in vijf jaar 213 keer ingezet In de periode van 2013 tot 2017 is Nl-alert 213 keer ingezet, waarvan 191 keer bij brand. In de loop der jaren is het aantal incidenten waarbij het alarmeringssysteem is gebruikt fors toegenomen: van 21 incidenten in 2013 naar 68 incidenten in 2017. Met name veiligheidsregio’s zijn initiatiefnemers voor het inzetten van Nl-alert-berichten. Dit zijn de belangrijkste conclusies van de inventarisatie van het lectoraat crisisbeheersing van het IFV. Dat NL-Alert steeds vaker wordt ingezet, komt zeer waarschijnlijk doordat veiligheidsregio’s, en ook burgers, meer bekend zijn geraakt met NL-Alert. Hierdoor is de drempel om NL-Alert in te zetten verlaagd. Dat NL-Alert voornamelijk bij branden wordt gebruikt, komt doordat branden vaker voorkomen dan bijvoorbeeld gaslekkages of stroomstoringen en bij brand komen vaak stoffen vrij die voor mensen schadelijk kunnen zijn.
Uit de inventarisatie blijkt daarnaast dat in de berichten vollediger kan worden aangegeven waar het incident is en waar eventuele gevolgen te verwachten zijn. Naast de locatie moeten volgens het Beleidskader NL-Alert ook de afzender, datum en tijdstip, een omschrijving van het risico en een handelingsperspectief worden genoemd. In het onderzoek is niet nagegaan hoe burgers de informatievoorziening via NL-Alert ervaren.
Nieuwe versie Handboek c2000 Brandweer In de derde versie van het Handboek C2000 Brandweer is een aantal belangrijke wijzigingen ten opzichte van de versie uit 2017 opgenomen. In het handboek staan landelijke procedures en afspraken over c2000, maar ook informatie die de regio’s kunnen gebruiken om het netwerk optimaal in te richten.
voor OvD’s en CvD’s. Ook is de bovenregionale alarmering en inzet van specialistisch optreden aangepast en zijn er vanwege samengevoegde meldkamers nieuwe externe inmeldgroepen opgenomen. Vanwege de bovenregionale effecten van deze wijzigingen, is het belangrijk dat regio’s dit in het eerste kwartaal van 2019 ook invoeren.
Fotografie: Jeffrey Koper
Een belangrijke norm die erin is vastgesteld is de brandweerfleetmap LKF-B. Zo zijn er meer gespreksgroepen opgenomen
8
nummer 1/2 januari/februari 2019 - Sdu Uitgevers
LTR_P006_LTR-BR-01-2019 8
Brand&Brandweer
24-1-2019 12:26:53
actu eel
Young Fire & Rescue team voor Markermeergebied Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland is in het Markeermeergebied gestart met een Young Fire & Rescue team Markermeergebied (YFRtM). Vijftien jongeren in de leeftijd van dertien tot vijftien jaar maken hiermee op een leuke en praktische wijze kennis met hulpverlening. Zij krijgen een multidisciplinair oefenprogramma aangeboden door Brandweer Zaanstreek-Waterland, gemeenten in het Markermeergebied, Politie Noord-Holland, Reddingsstation Warder en Rode Kruis district Zaanstreek-Waterland. YFRtM is het eerste multidisciplinaire jeugdteam in heel Nederland. ‘Ik ben blij en trots dat we zijn gestart met het Young Fire & Rescue Team Markermeergebied. Jongeren zijn onze toekomst’, aldus Hilda Raasing, algemeen directeur en regionaal commandant van Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland. ‘Het is een feit dat jongeren die deelnemen aan de jeugdbrandweer vaak doorstromen naar de vrijwillige of beroepsbrandweer. Dat is hard nodig. Want de brandweer zoekt altijd mensen die zich willen inzetten voor de veiligheid van onze samenleving. Maar niet alleen de brandweer heeft behoefte aan betrokken en bevlogen mensen. Andere hulpverleningsorganisaties ook. Het YFRTM is een kweekvijver voor toekomstige maatschappelijk betrokken vrijwilligers.’ ‘Het is voor het eerst in Nederland dat verschillende organisaties binnen het
domein hulpverlening en veiligheid samen een programma specifiek voor jonge mensen hebben ontwikkeld’, vult Lieke Severs, burgemeester Edam-Volendam en voorzitter van de stuurgroep van het Young Fire & Rescue Team Markermeergebied aan. ‘Het YFRTM legt de basis bij jongeren voor een leven lang hulpvaardigheid en betrokkenheid bij de maatschappij. Ik hoop dat in de nabije toekomst er nog meer maatschappelijk georiënteerde organisaties aansluiten. Maar ook dat YFRTM navolging krijgt in andere regio’s zodat nog meer jongeren opgeleid kunnen worden tot professionele betrokken hulpverleners. Samen kunnen we dit tot een succes maken.’
Ketelsticker met plaatsingadvies cO-melder Brandweer Nederland en de Nederlandse Brandwonden Stichting starten begin februari de nieuwe preventiecampagne Stop CO-vergiftiging. Centrale boodschap van de campagne van dit jaar is: plaats een CO-melder, alleen die kan je tijdig waarschuwen voor het giftige CO. Voor de campagne is een ketelsticker ontwikkeld die bewoners oproepen een CO-melder aan te schaffen en op de juiste wijze te plaatsen. Daarnaast geeft de sticker informatie over hoe men moet handelen als de CO-melder afgaat.
Brand&Brandweer
LTR_P006_LTR-BR-01-2019 9
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
9
24-1-2019 12:26:56
repressi e
Nathouden meest effectieve manier om overslag te voorkomen
Brandoverslag voorkomen is niet nieuw. Toch was weinig bekend over de manieren waarop dit op de meest effectieve manier kan worden gedaan. De Brandweeracademie van het iFV komt nu met advies, op basis van literatuuronderzoek dat is gedaan. Daaruit blijkt dat een naastgelegen pand nathouden effectiever is dan het plaatsen van een waterscherm tussen de gebouwen. Daarnaast biedt het rapport Brandoverslag. Handelingsperspectief en literatuuronderzoek een vuistregel waarmee makkelijk kan worden ingeschat of er kans bestaat dat de brand overslaat. DOOR JilDou visser
H
et onderzoek naar de defensieve buiteninzet is één van de onderzoeken naar de toepassing van het kwadrantenmodel in de praktijk. In het onderzoek is met name gekeken naar hoe brandweerlieden kunnen inschatten of de brand gaat overslaan en op welke manier dat kan worden voorkomen. Eerder is al het onderzoek naar de offensieve buiteninzet verschenen. ‘Hoewel we al jaren inzet10
nummer 1/2 januari/februari 2019 - Sdu Uitgevers
LTR_P010_LTR-BR-01-2019 10
ten op het voorkomen van brandoverslag, levert dit onderzoek enkele verrassende inzichten op’, begint Ricardo Weewer, lector Brandweerkunde van de Brandweeracademie. ‘Het meest verrassende vind ik dat het nat houden van een gebouw effectiever is dan het plaatsen van een waterscherm tussen de gebouwen. Brandoverslag gebeurt meestal door een hoge stralingsintensiteit. Tot nu toe zetten we er vaak een waterscherm tussen of zetten we er een waterkanon of stralen tussen. Dat lijkt aardig te werken, maar je verbruikt veel water. Bovendien wordt de
Brand&Brandweer
24-1-2019 12:27:26
repressi e
straling maar deels afgeschermd. Afhankelijk van de druppelgrootte en druppeldichtheid gaat ongeveer de helft van de straling tussen de druppels van het waterscherm door.’ In het onderzoek concluderen de onderzoekers dat het nathouden van een naastgelegen pand effectiever is, doordat hiermee de gevel wordt gekoeld en het water de straling absorbeert. ‘Hoeveel water daar precies voor nodig is, weten we nog niet. De richtlijn is ongeveer tien liter per minuut per m2, maar of dat klopt gaan we nog onderzoeken’, aldus Weewer. ‘Het afschermen van een gevel kan trouwens ook door deze in te schuimen, maar dat is wat ingewikkelder’, vult onderzoeker Jos Post van de Brandweeracademie aan. ‘Als het schuim te zwaar is, glijdt het van de gevel af. Is het schuim te licht, dan kan het wegwaaien. Daarnaast breekt de warmte de schuimlaag af. Je zult het dus voortdurend moeten onderhouden.’ Kans op overslag In het onderzoek dat Weewer en Post hebben gedaan, is ook gekeken naar de kans op brandoverslag en hoe deze makkelijk kan worden ingeschat. Daarbij hebben ze twee vuistregels ontwikkeld. De eerste is voor een vlamfront met een oppervlakte tot 100 m2. De tweede voor een vlamfront met een oppervlakte groter dan 100 m2. ‘Het is helaas onmogelijk om één vuistregel te ontwikkelen. Je hebt te maken met een curve en als je die te lang doortrekt, wordt de afwijking te groot. Om het toch in de praktijk makkelijk toe te kunnen passen hebben we de vuistregel zo simpel mogelijk gehouden. De oppervlakte en afstand komen ook niet heel precies, er zit een marge in’, vertelt Post. ‘Dat betekent dus dat als een vlamfront bijvoorbeeld 120 m2 is en je de vuistregel tot 100 m2 toepast, de uitkomst nog prima bruikbaar is.’ CasuïstieK In het onderzoek heeft de Brandweeracademie ook gekeken naar casussen die als voorbeeld kunnen dienen. ‘Er zijn genoeg branden waar de brandweer defensief buiten inzet, maar toch is het vinden van casussen die de vuistregel bevestigen, lastig’, aldus Weewer. ‘Dat kan een paar oorzaken hebben. Het kan zijn dat er niet voldoende informatie beschikbaar is. Het kan ook zijn dat sowieso defensief is ingezet zonder dat er een kans was op brandoverslag. In dat geval weten we dus niet of het feit dat de brand niet is
overgeslagen komt door de inzet of dat het sowieso niet was gebeurd. Dat maakt het analyseren en duiden van de inzet en de uitkomst ervan lastig.’ vervolg Het rapport Brandoverslag. Handelingsperspectief en literatuur onderzoek is het eerste over de defensieve buiteninzet. Als het aan Weewer ligt komt er een vervolg. ‘Dit onderzoek hebben we met name met behulp van literatuur gedaan. In de toekomst willen we die kennis graag uitbreiden met praktijkexperimenten. Pas dan kun je kijken hoe je het beste een muur nat kunt houden, hoeveel water je daarvoor nodig hebt en hoeveel water er vanaf valt. Heb je bijvoorbeeld een continue waterfilm erop nodig of is een straal één keer in de paar minuten voldoende?’ Of dat onderzoek er komt, weet Weewer nog niet. ‘We willen nog zoveel onderzoeken doen, maar we kunnen niet alles tegelijk. Voor nu hebben de bevelvoerders en Officieren van Dienst in ieder geval de vuistregel waarmee ze de kans op brandoverslag kunnen uitrekenen en weten ze dat het nathouden van een muur effectiever is dan een waterscherm tussen de brand en het naastgelegen pand.’ ■
Vuistregel voor brandoverslag De Brandweeracademie heeft twee vuistregels ontwikkeld waarmee de kans op brandoverslag kan worden ingeschat. Bij een grotere afstand dan de uitkomst van de rekensom, is de kans op overslag klein. Oppervlakte vlamfront
Afstand
Voorbeeld
Tot 100 m2
Oppervlak / 5 +5 m
Vlamfront = 50 m2
Meer dan 100 m2
Oppervlak / 20 + 20 m
Vlamfront = 200 m2
Minimale afstand = 50 / 5 + 5 = 15 m Minimale afstand = 200 / 20 + 20 = 30 m
Brand&Brandweer
LTR_P010_LTR-BR-01-2019 11
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
11
24-1-2019 12:27:28
On derzOek
rood licht en onverwacht gedrag belangrijkste oorzaken ongevallen voorrangsvoertuigen Voorrangsvoertuigen zijn in 2016 en 2017 148 keer betrokken geweest bij een ongeval. de twee belangrijkste ongevalstypen zijn: het rijden door rood licht door een voorrangsvoertuig en het niet opletten of onverwacht gedrag van andere weggebruikers. Het aantal ongevallen lijkt fors hoger dan in 2014 en 2015, toen in totaal 107 incidenten werden geregistreerd. Toch is dat niet zo te zeggen, laat projectleider rijk van den dikkenberg van het IFV weten. ‘Het hogere aantal komt met name door een verbeterde zoekslag in de database van de politie.’
Door Jildou Visser FotograFie Michel Van Bergen
E
en kwart van de ongevallen ongevallen wordt veroorzaakt doordat de voorrangsvoertuigbestuurder door rood licht rijdt. In het vorige onderzoek over de jaren 2014 en 2015 lag dit fors hoger, op 34%. ‘Het percentage is ten opzichte van het vorige onderzoek inderdaad fors gedaald’, begint Van den Dikkenberg. ‘Toch blijven er forse risico’s zitten aan het rijden door rood licht. Daarbij zien we dat in veertien procent van de ongevallen de snelheid van de brancherichtlijn is overschreden. In alle gevallen was dit op een kruispunt met een rood verkeerslicht. Dat is een aandachtspunt. In hoeverre deze ongevalsoorzaak kan worden verkleind door het beïnvloeden van stoplichten, durft de projectleider niet te zeggen. ‘Daarin zien we twee stromen. Er is een groep chauffeurs die het liefst altijd een groen licht heeft voor het voorrangsvoertuig en dat alle andere richtingen op rood staan. Dat maakt de kans op een aanrijding kleiner. Daarnaast is er ook een groep die liever niet heeft dat de stoplichten op groen springen als ze eraan komen. Door het groene licht kunnen andere voertuigen namelijk ook doorrijden en is het op de route van het voorrangsvoertuig drukker. Dit kan ervoor zorgen dat ze minder snel door kunnen rijden. Wat het beste is, weten we nog niet. Daar is nog geen onderzoek naar gedaan.’ gedrag weggeBruikers Een andere grote oorzaak van de ongevallen met voorrangsvoertuigen is dat andere weggebruikers niet goed opletten of onverwacht gedrag vertonen. ‘Hier heb je als voorrangsvoertuigbestuurder zelf geen invloed op. Dat maakt het lastig. Het enige dat we bestuurders hierin mee kunnen geven is dat ze er bewust van moeten zijn dat ze eerst altijd voorrang moeten krijgen. Je kunt het niet zomaar nemen, want dan kan het misgaan’, vertelt Margo Karemaker, onderzoeker bij het IFV. ‘Het is goed om weggebruikers beter voor te lichten’, vult Van den Dikkenberg aan. ‘In 2015 is de campagne Wat doe jij bij zwaailicht en sirene? geweest in Oost-Nederland. Het is jammer dat die niet landelijk is uitge12
nummer 1/2 januari/februari 2019 - Sdu Uitgevers
LTR_P012_LTR-BR-01-2019 12
rold. De Rijksoverheid had op dat moment campagnes op andere thema’s lopen en ze wilde niet te veel landelijke campagnes tegelijkertijd.’ VergeliJking Met eerdere Jaren In 2014 en 2015 waren er in totaal 107 geregistreerde ongevallen met voorrgangsvoertuigen, in 2016 en 2017 waren dit 148. Het lijkt een stijging van bijna veertig procent. ‘De cijfers van 2014 en 2015 zijn aan de ene kant wel vergelijkbaar met de cijfers van de jaren 2016 en 2017 en aan de andere kant totaal niet’, aldus Van den Dikkenberg. Dat het lijkt alsof er meer ongevallen zijn geweest, heeft volgens hem met name te maken met de manier waarop de ongevallen worden opgezocht. ‘Ongevallen met voorrangsvoertuigen worden niet centraal geregistreerd. Sinds 2010 zoeken we in de media naar berichten over ongevallen met voorrangsvoertuigen. Daarnaast zijn we dit vanaf 2014 gaan aanvullen met ongevallen die we in de systemen van de politie konden vinden. Er is geen vinkje waarmee wordt aangegeven dat er een voorrangsvoertuig bij betrokken is. Het zoeken gebeurt dus aan de hand van zoekwoorden. Na het vorige onderzoek zijn we verder gaan nadenken hoe we met andere zoekwoorden meer ongevallen kunnen vinden, zodat we een steeds completer beeld krijgen. Dat krijgen we steeds beter in de vingers, waardoor het logisch is dat er meer incidenten worden gevonden. Dat betekent dus niet dat er ook daadwerkelijk meer ongevallen zijn geweest.’ Dat er meer ongevallen worden gevonden in de database van de politie, betekent ook dat een verschuiving is te zien in de aard van de ongevallen. ‘Opvallend is bijvoorbeeld dat het aantal ongevallen waarbij een voorrangsvoertuig door rood licht rijdt, is afgenomen van 34 naar 25 procent’, aldus Margo Karemaker, onderzoeker bij het IFV. ‘De ongevallen die ontstaan bij het rijden door rood licht, zijn vaak ernstige ongevallen die we in de mediaberichten terug zien komen. In de politiesystemen vinden we ook veel lichtere ongevallen. Nu dat aantal stijgt, daalt het percentage zware ongevallen.’ Uit de Ongevallenstatistiek voorrangsvoertuigen 2016-2017 blijkt dat de ongevallen verspreid over het jaar plaatsvinden, maar
Brand&Brandweer
24-1-2019 12:27:39
On derzOek
meestal in het tijdsbestek tussen 15.00 tot 18.00 uur. Karemaker: ‘Dat is opvallend. Wat de oorzaak daarvan is, weten we niet. Dat komt doordat het onderzoek puur beschrijvend is.’ Daarnaast valt op dat de meldingen waarnaar de voorrangsvoertuigen onderweg waren, meestal ernstig waren. De meeste ongevallen waren binnen de bebouwde kom en tweederde van de ongevallen was op een kruising. oefenen op de openBare weg Met ingang van 1 april 2015 mogen bestuurders van een voorrangsvoertuig onder strikte voorwaarden oefenen op de openbare weg. Het doel is beter leren omgaan met en reageren op andere weggebruikers. ‘Wat het effect hiervan is op het aantal ongevallen, weten we nog niet. Dat moet nog worden geëvalueerd. Uit eerder onderzoek weten we dat chauffeurs die trainen
Aantal ongevallen voorrangsvoertuigen
met een rijsimulator beter scoren. We verwachten dat dit ook gaat gelden voor chauffeurs die oefenen op de openbare weg, maar of dat daadwerkelijk zo is kunnen we nog niet zeggen’, aldus Van den Dikkenberg. ‘De andere kant van het oefenen op de openbare weg is dat je meer rij-uren maakt en er daardoor ook meer momenten zijn waarop een ongeval zou kunnen gebeuren. Tot nu toe hebben we slechts één aanrijding tijdens een lessituatie gezien.’ Zowel Karemaker als Van den Dikkenberg hopen dat het onderzoek naar ongevallenstatistiek met voorrangsvoertuigen de komende jaren makkelijker wordt. ‘Als de politie in staat is om een vinkje voor voorrangsvoertuigen in de formulieren op te nemen, kunnen wij ze makkelijker uit de database filteren. Dit levert betrouwbaardere cijfers op. Er is al weleens over gesproken, maar zover is het nog niet.’ ■
Oorzaken ongevallen voorrangsvoertuigen
2017
80
2016
68
Rijden door rood licht
25%
34%
2015
31
Onverwacht gedrag weggebruiker
27%
21%
2014
76
Niet opletten/niet voldoende afstand houden
6%
12%
2013
56
Inhaalactie voorrangsvoertuig
16%
10%
2012
58
Verlies voertuigbeheersing
11%
9%
2011
49
Afdeksituatie
4%
5%
2010
38
Snelweg uitwijken vluchtstrook
1%
2%
Obstakel op weg of in de berm
0%
3%
Brand&Brandweer
LTR_P012_LTR-BR-01-2019 13
2016/2017 2014/2015
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
13
24-1-2019 12:27:43
On derzOek
Brandonderzoek, klaar voor nieuwe ontwikkelingen In ruim tien jaar heeft brandonderzoek zich doorontwikkeld tot een volwaardig onderdeel binnen de brandweer. In totaal werken in nederland 97 brandonderzoekers verspreid over 24 regio’s. zij hebben ruim twaalfhonderd onderzoeken gedaan. Toch zijn er verschillen tussen de regio’s in hoe zij brandonderzoek hebben georganiseerd. rotterdam, noord-nederland, Brabant-noord en zuid-Limburg geven een kijkje in de keuken. Ymko Attema, voorzitter van de vakgroep brandonderzoek van Brandweer nederland is tevreden met wat er in de afgelopen tien jaar is bereikt, maar heeft ook plannen om het verder door te ontwikkelen. Door JILDOU VISSER
‘I
n navolging van Brandweer Apeldoorn zijn we in 2008 landelijk op kleine schaal met een pilot brandonderzoek begonnen. Als ik dan zie waar we nu staan, ben ik best trots. We halen veel kennis uit alle onderzoeken die worden gedaan, zowel voor vakbekwaamheid, risicobeheersing en preventie als voor het repressief optreden’, begint Attema. Toch ziet hij ook dat nog veel verbeterslagen mogelijk zijn. Eén ervan is het aantal uren dat een brandonderzoeker beschikbaar is. ‘Maar weinig regio’s hebben echt een fulltime brandonderzoeker in dienst. In de meeste gevallen is het 0,2 fte van de functie. Ik denk dat als we meer tijd aan brandonderzoek kunnen besteden, we er veel meer kennis uit kunnen halen. Het is echt een vak, dat doe je er niet even bij.’ VISIE Op bRanDOnDERzOEk Voor de komende jaren heeft de vakgroep brandonderzoek vier speerpunten vastgesteld waarop ze het verder willen ontwikkelen. De eerste is het opstellen van een visie op brandonderzoek waarbij ook het vraagstuk over het uitbreiden van brandonderzoek naar incidentonderzoek wordt opgepakt. ‘Ook op het gebied van bijvoorbeeld technische hulpverlening en incidentbestrijding gevaarlijke stoffen kunnen we veel leren van onderzoek. Je ziet de ontwikkeling al op gang komen. Rotterdam-Rijnmond noemt de taak al incidentonderzoek in plaats van brandonderzoek. De komende jaren wil ik aan de slag om het onderzoek ook naar deze taken van de brandweer uit te breiden.’ VakbEkwaamhEID Een tweede speerpunt van de vakgroep is het ontwikkelen van een vakbekwaamheidsprogramma waarmee de onderzoekers niet alleen vakbekwaam kunnen worden, maar ook blijven. Attema: ‘Op dit moment hebben we alleen een opleiding om vakbekwaam te worden. Dat blijft. Daarnaast willen we ook een trainingsprogramma ontwikkelen, zodat alle onderzoekers hun vak goed kunnen blijven uitoefenen en kennis op kunnen blijven
14
nummer 1/2 januari/februari 2019 - Sdu Uitgevers
LTR_P014_LTR-BR-01-2019 14
doen over allerlei nieuwe ontwikkelingen.’ LEREn Van bRanDOnDERzOEk Ook op het gebied van het leren van brandonderzoek wil de vakgroep ontwikkelingen doormaken. Aan de ene kant kan dat met de database die in februari wordt gelanceerd. Aan de andere kant wil Attema de casuïstiek ook beter benutten. ‘De laatste jaren brengen we al geregeld een casuïstiekboek uit. Daar is veel interesse voor. De casuïstiek op de website van Brandweer Nederland is bijvoorbeeld de best gelezen pagina van de site. Dat kunnen we op een aantal terreinen nog beter benutten, bijvoorbeeld door nog specifieker in te gaan op de best practices ten behoeve van Brandveilig Leven of nog nadrukkelijker in te zoomen op de repressieve inzet.’ Data Het vierde en laatste speerpunt van de vakgroep ligt op het gebied van data. Om meer kennis uit de onderzoeken te halen, wordt gewerkt aan het opzetten van een landelijke database. Die hoopt Attema in februari operationeel te hebben. ‘Als we alle onderzoeken landelijk in een database kunnen bundelen, zijn we veel beter in staat om trends eruit te halen. Tot nu toe deden we dat alleen op het gebied van fatale woningbranden en reddingen. Straks kunnen we dat bijvoorbeeld ook op het gebied van accubranden of branden met een rookgasexplosie. Ik verwacht veel van die database. Het stelt ons echt in staat om een statistische onderbouwing te vinden voor het onderbuikgevoel dat we nu soms al hebben.’ Met de vier speerpunten hoopt Attema dat over tien jaar de meerwaarde van brandonderzoek nog beter zichtbaar is. ‘Dat betekent ook dat we continu moeten meegaan in de nieuwe ontwikkelingen in incidentbestrijding. Neem bijvoorbeeld de energietransitie.
Brand&Brandweer
24-1-2019 12:28:02
On derzOek
Daar is in de incidentbestrijding nog veel onbekend, maar ook op het gebied van het doen van brandonderzoek ernaar weten we nog niet veel.’ ROttERDam-RIJnmOnD: mEEStE OnDERzOEkEn In de verschillende regio’s in het land is de manier waarop brandonderzoek wordt ingevuld en de prioriteit die eraan gegeven wordt wisselend. Waar Veiligheidsregio Brabant-Noord geen onderzoekers in dienst heeft en het afgelopen jaar slechts drie onderzoeken heeft laten uitvoeren, is Veiligheidsregio RotterdamRijnmond samen met Zuid-Holland Zuid koploper in het aantal onderzoeken. Met elf onderzoekers hebben zij in 2018 maar liefst 280 incidenten onderzocht. In de regio’s wordt vanaf grote brand standaard een brandonderzoeker gealarmeerd. ‘BIj middelbrand kunnen we op eigen initiatief besluiten ter plaatse te gaan. Daarnaast onderzoeken we één op de vijf woningbranden. Bij iedere vijfde woningbrand krijgen we een melding. We kunnen dan meeluisteren en indien nodig achteraf de bevelvoerder bellen voor meer informatie’, vertelt Kenneth van Veen, coördinator brand- en incidentonderzoek in Rotterdam-Rijnmond. ‘We hebben de afgelopen jaren een grote ontwikkeling doorgemaakt. We zijn tien jaar geleden begonnen met zes mensen. Twee jaar later is ook Zuid-Holland Zuid aangehaakt. In de loop der jaren kwam er
Brand&Brandweer
LTR_P014_LTR-BR-01-2019 15
steeds meer vraag naar, daarop is het aantal brandonderzoekers uitgebreid en is een hard piket ingesteld. Wij zijn echt 24 uur per dag beschikbaar.’ Van Veen benadrukt dat de kracht van het brandonderzoeksteam is dat de onderzoekers op verschillende afdelingen binnen de brandweer werken. ‘We hebben mensen van de afdeling risicobeheersing, Brandveilig Leven en ook enkele personen uit de repressieve dienst. Alleen de afdeling vakbekwaamheid is nog niet goed vertegenwoordigd. We zijn momenteel twee nieuwe onderzoekers aan het werven. We hopen dat daar ook iemand van de afdeling vakbekwaamheid tussen zit, zodat we daar in de onderzoeken ook ons voordeel mee kunnen doen’, aldus Van Veen. ‘De onderzoekers uit de repressieve dienst delen met z’n drieën één piket. Dat heeft te maken met de 24-uursdiensten die ze draaien, die zijn niet te combineren met het piket van brandonderzoek. Zij worden ieder achttien diensten per jaar vrijgemaakt voor brandonderzoek.’ In de regio is Van Veen ook bezig met de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van brandonderzoek. ‘We zien met de energietransitie allerlei nieuwe ontwikkelingen op ons afkomen. Dat geldt voor brandbestrijding, maar ook voor brandonderzoek. Met onze handschoenen aan doorzoeken we altijd de brandresten, maar we hebben eigenlijk geen idee of dat bij bijvoorbeeld bat-
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
15
24-1-2019 12:28:06
On derzOek
terijbranden ook verstandig is. Daar zitten toch andere materialen in. Het is een gebied waar we ons de komende jaren verder in moeten verdiepen’, vertelt Van Veen. Om te leren doet de regio wel onderzoek naar de nieuwe ontwikkelingen. Zo was er onlangs brand in een nul-op-de-meterwoning in Vlaardingen. ‘Doordat de brand tussen het isolatiemateriaal en de dakpannen en zonnepanelen zat, was deze lastig te bestrijden. Wij onderzoeken nu wat er precies is gebeurd en hoe dat voorkomen kan worden, zodat we die kennis in de toekomst ook kunnen gebruiken bij het uitbrengen van advies over deze woningen. We weten dat ze in Haaglanden ook druk bezig zijn met alle ontwikkelingen op het gebied van de energietransitie. En de verzekeraars zijn ook erg geïnteresseerd. We proberen zoveel mogelijk informatie te delen, zodat iedereen ervan kan leren.’ nOORD-nEDERLanD: SamEn één tEam De veiligheidsregio’s Fryslân, Groningen en Drenthe hebben samen één brandonderzoeksteam. Iedere regio levert drie brandonderzoekers. Zij werken interregionaal samen. Iedere week
16
nummer 1/2 januari/februari 2019 - Sdu Uitgevers
LTR_P014_LTR-BR-01-2019 16
hebben twee onderzoekers uit verschillende regio’s piketdienst. Noord-Nederland werkt met een zacht piket, waarmee onderzoekers tijdens kantooruren onderzoek doen, maar wel 24 uur per dag kunnen worden gealarmeerd. ‘Brandonderzoek doen wij na de brand en niet tijdens de inzet. Dat kan wat ons betreft dus ook als de brand al iets langer uit is en de locatie is afgezet. We werken met een eerste en tweede piketfunctionaris. De eerste is het aanspreekpunt en zoekt na een melding contact met zijn collega. Bij grote branden in de regio waaruit op dat moment niemand dienst heeft, kunnen we altijd zorgen dat één van de lokale brandonderzoekers aanhaakt’, vertelt brandonderzoeker René Silvius van Veiligheidsregio Fryslân. ‘We werken nu drie jaar op deze manier en dat werkt goed. We zijn echt een team.’ Het team uit Noord-Nederland onderzoekt in ieder geval één op de vijf woningbranden. Daarnaast worden de piketfunctionarissen standaard gealarmeerd bij grote brand en kunnen ze indien nodig worden gebeld bij andere branden. ‘En we onderzoeken branden die plotseling vaker voor lijken te komen of op een andere manier interessant zijn. Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld een onderzoek
Brand&Brandweer
24-1-2019 12:28:06
Fotografie: Wijnand Rensink
On derzOek
Tijdens de netwerkdag brandonderzoek wordt jaarlijks de mooiste foto gekozen. Dit is de winnende foto van 2018, omdat deze laat zien dat brandonderzoek meer is dan alleen technisch onderzoek. Aandacht geven aan betrokkenen is ook onderdeel van het vak.
gedaan naar branden met pelletkachels. Die kwamen toen plotseling vaker voor. Dat onderzoek loopt nog steeds. We hopen dat we met behulp van die resultaten gerichter kunnen inzetten op voorlichting bij eigenaren van een pelletkachel.’ In de drie noordelijke veiligheidsregio’s is brandonderzoek op dit moment nog een neventaak. ‘We hebben afgesproken dat we het project na drie jaar evalueren. We merken in de praktijk dat we nu niet altijd overal tijd voor hebben en soms nee moeten verkopen. Dat is jammer. Ik denk dat als de capaciteit wordt uitgebreid we nog meer kunnen leren van branden.’ zUID-LImbURg: VRIJE InStROOm Veiligheidsregio Zuid-Limburg heeft sinds oktober 2016 een team brandonderzoek met vier brandonderzoekers. ‘We zijn nog niet zo lang bezig. Je merkt daardoor dat we sommige dingen nog moeten ontdekken. Bijvoorbeeld of we het op deze manier handig hebben georganiseerd of dat we het steviger in de organisatie moeten verankeren.’ Wat wel duidelijk is, is dat de resultaten uit brandonderzoek een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de lerende organisatie.’ In de regio wordt niet gewerkt met een piket, maar met vrije instroom. Iedere onderzoeker heeft in principe een week lang dienst. ‘Het kan dus voorkomen dat de TBO’er op het moment dat een onderzoek gedaan kan worden, niet direct beschikbaar is’, aldus coördinator Elma Wolters van Veiligheidsregio Zuid-Limburg. ‘Daarnaast is het soms lastig dat het deel brandonderzoek maar 0,2 fte binnen de reguliere functie is. Je hebt momenten dat in de normale functie ook werk af moet, dan is het schipperen.’ In Zuid-Limburg is het al dan niet alarmeren van de brandonder-
Brand&Brandweer
LTR_P014_LTR-BR-01-2019 17
zoeker aan de bevelvoerder, de Officier van Dienst (OvD) of Hoofdofficier van Dienst (HOvD). Wolters: ‘Er moet een goede onderzoeksvraag zijn, pas dan heeft het echt meerwaarde. Daarnaast kunnen wij ook ongevraagd in actie komen als we constateren dat er mogelijk een interessant incident is, uiteraard na overleg met de (H)OvD ter plaatse.’ bRabant-nOORD: gEEn bRanDOnDERzOEkER In tegenstelling tot Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, de regio’s uit Noord-Nederland en Zuid-Limburg heeft Brabant-Noord geen brandonderzoeker in dienst. ‘We hebben één medewerker die liaison brandonderzoek is’, vertelt Caspar Pors van Veiligheidsregio Brabant-Noord. ‘Hij is de contactpersoon voor de verzekeraars die onderzoek doen en de contactpersoon voor brandonderzoekers uit andere regio’s. Bij bijzondere branden met veel vragen achteraf, kunnen we brandonderzoekers uit Brabant-Zuidoost inschakelen om bij ons onderzoek te doen.’ Porst legt uit dat het niet in dienst hebben van een brandonderzoeker een bewuste keuze van de regio is geweest. ‘We werken graag met het principe: we doen het goed of we doen het niet. Wij geloven dat brandonderzoek pas echt wat oplevert als het onderdeel is van een lerende organisatie. Wij hebben te weinig middelen om dit specialisme zelf goed en regelmatig te kunnen doen, daarom is dus besloten dat we het niet doen. Structureel brandonderzoek doen, levert het meeste op. We zijn wel aan het kijken of we het in de toekomst wel een structurele plek in de organisatie kunnen geven, maar het is nu nog te vroeg daar iets over te zeggen.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
17
24-1-2019 12:28:09
Hoe A VG-proof b ent u ?
Doe d e A VG M aturity c heck Zou h et n iet h andig z ijn a ls u i nzicht k rijgt i n w aar i n d e o rganisatie d e g rootste risico’s m et b etrekking t ot de A VG z ich v oor k unnen d oen? M et d e A VG M aturity check d oorloopt u s tapsgewijs e en v ragenlijst. A an d e h and v an d e u itkomsten komt u p er o rganisatie-onderdeel t e w eten o f e r r isico’s z ijn.
Doe d e A VG M aturity c heck osdu.nl/sdu-privacyrecht p
0091-Adv_Privacy_AVG_210x297.indd 1 LTR_P014_LTR-BR-01-2019 18
04-05-18 11:29 24-1-2019 12:28:09
Mens & Organ isati e
Voorziet het steunpunt Brandweer in een behoefte? Het steunpunt Brandweer is sinds juli 2016 operationeel. Vooraf was al afgesproken dat na twee jaar een evaluatie zou volgen. De cijfers zijn inmiddels bekend. in de eerste twee jaar zijn 64 hulptrajecten gestart en zijn 247 hulp- of informatievragen beantwoord. in hoeverre is dit wat er vooraf van is verwacht? Portefeuillehouder Fred Heerink van de raad van Brandweercommandanten en maatschappelijk werker Marjolein te Mebel blikken terug en vooruit, want het steunpunt Brandweer gaat in ieder geval nog twee jaar langer door. Door JILDOU VISSER
‘H
et Steunpunt is nu 2,5 jaar operationeel en het functioneert technisch en operationeel. Mensen kunnen bellen en er wordt opgenomen. De reacties die we van collega’s terugkrijgen zijn dat ze goed geholpen worden, maar dat kunnen we niet statistisch onderbouwen. Doordat de hulpvraag anoniem is, is kwalitatief onderzoek lastig. Het effect van een gesprek of hulptraject is moeilijk meetbaar’, begint Heerink. ‘Maar ik denk dat het goed is dat we iets geregeld hebben voor onze collega’s. Het is een soort van verzekering waar je op terug kunt vallen als dat nodig is.’
Brand&Brandweer
LTR_P019_LTR-BR-01-2019 19
Het Steunpunt Brandweer is in de zomer van 2016 gestart met een financiering vanuit het vfonds. Dit fonds zet zich in voor de waardering en erkenning van geüniformeerden die in dienst zijn van de overheid. Heerink: ‘Die financiering was tot en met 2018. Vanaf 2019 moeten de regio’s het zelf betalen. Je merkt dat regio’s daar wisselend naar kijken. De ene regio is blij dat er landelijk iets is georganiseerd waar brandweerlieden die vastlopen, terechtkunnen. Andere regio’s lieten weten dat ze zelf ook dingen hebben georganiseerd en dus minder behoefte hebben aan het Steunpunt. We hebben afgesproken dat we de komende twee jaar de behoefte gaan monitoren, zodat we daarna een besluit kunnen nemen over het al dan niet voortzetten van het Steunpunt.’ In het kosten-
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
19
24-1-2019 12:31:39
Mens & Organ isati e
brengen waardoor brandweerlieden het zich nog herinneren op het moment dat ze het nodig hebben’, aldus Heerink. ‘De komende twee jaar willen we daarin meer de samenwerking opzoeken met de Collegiale Opvangteams (COT’s). Zij zijn de oren en ogen van de organisatie als het gaat om nazorg.’ Om meer bekendheid te geven aan het Steunpunt en het werk dat ze doen wil Marjolein te Mebel, maatschappelijk werker van stichting De Basis en één van de hulpverleners binnen het Steunpunt Brandweer, ook vaker voorlichting in de regio’s geven. ‘Ons streven is dat we in iedere regio in ieder geval één keer kennismaken. Als je een gezicht hebt bij de persoon die je kan helpen, dan maakt dat het ook makkelijker om te bellen voor hulp.’ Zij heeft de afgelopen twee jaar ervaren dat de bekendheid ervan groeit. ‘Het aantal telefoontjes stijgt langzaam. We hebben in het tweede jaar dan ook meer contacten gehad met zowel actieve brandweerlieden als brandweerlieden die al uit dienst zijn. Daarnaast merken we dat mensen beter weten waarvoor ze het Steunpunt kunnen bellen.
‘Ik Denk Dat het goeD Is Dat we Iets hebben geregelD voor onze Marjolein te Mebel
plaatje speelt volgens Heerink ook mee dat de Regio Ambulancevoorziening (RAV) ook gebruik wil gaan maken van de faciliteiten van het Steunpunt. ‘Als een andere hulpverleningsdienst aan het Steunpunt gekoppeld kan worden, kunnen ze twee diensten tegelijk bedienen.’ BEkEnDhEID Eén van de essentiële onderdelen de komende twee jaar is dat het Steunpunt meer onder de aandacht wordt gebracht. ‘De bekendheid kan beter. De verschillen tussen de regio’s zijn groot. Het is ook lastig om het Steunpunt op een manier onder de aandacht te
Voor wie Het steunpunt Brandweer is er voor: • Brandweermedewerkers en/of hun familieleden die op zoek zijn naar gespecialiseerde psychosociale hulp. • (Oud-)brandweermedewerkers en/of hun familieleden, die minder of niet meer in contact staan met de werkvloer.
collega’s’ In het begin kregen we bijvoorbeeld nog weleens vragen die bij de personeelsafdeling thuis hoorden. Wij zijn er echt voor psychosociale klachten, bijvoorbeeld spanningsklachten of PTSS.’ VOORDELEn Volgens Heerink heeft het Steunpunt Brandweer enkele voordelen ten opzichte van de collegiale opvang. De eerste is dat ook partners en kinderen makkelijk naar het Steunpunt kunnen bellen op het moment dat zij signaleren dat hun ouder of partner klachten heeft. ‘Mentale problemen sluipen er vaak langzaam in. De omgeving is dan meestal de eerste die dit signaleert. Waar partners het vaak lastig vinden om bij de brandweerorganisatie een ingang te vinden, is dat bij het Steunpunt een stuk makkelijker.’ Te Mebel: ‘We kunnen partners of kinderen van de persoon met klachten ook vragen wat zij nodig hebben in de situatie waar ze in zitten. Vervolgens kunnen we met hen kijken of we met de persoon met klachten in gesprek kunnen.’
• Brandweermedewerkers die binnen de eigen organisatie of in de reguliere gezondheidszorg een drempel ervaren om hulp te zoeken. • Collega’s, leden van collegiale opvangteams, professionele ondersteuners en leidinggevenden die zich zorgen maken en op zoek zijn naar tips of adviezen. Klachten waarmee hulp kan worden gezocht bij het steunpunt
‘De omgevIng Is meestal De eerste DIe mentale problemen sIgnaleert’
Brandweer: • herbeleving (nachtmerries of flashbacks) • vermijding van herinneringen of emotionele uitschakeling hiervan • ernstige prikkelbaarheid • slaapstoornissen • extreme spanning als gevolg van bepaalde prikkels • irritatie en hevige schrikreacties • depressieve gedachten en gevoelens • overmatig middelengebruik
20
nummer 1/2 januari/februari 2019 - Sdu Uitgevers
LTR_P019_LTR-BR-01-2019 20
Een tweede voordeel is volgens Heerink dat het Steunpunt onafhankelijk van de brandweerorganisatie functioneert. ‘Het opzoeken van een vertrouwenspersoon bij de brandweer is soms lastig omdat deze persoon in dienst is van dezelfde brandweer. Zeker als het gaat om problemen met de leidinggevende kan de drempel hoog zijn. Dat is bij het Steunpunt niet het geval.’ Te Mebel vult daarbij aan dat niet iedere regio een bedrijfsmaatschappelijk werker in dienst heeft. ‘Zeker als het gaat om klachten
Brand&Brandweer
24-1-2019 12:31:41
Mens & Organ isati e
Fred Heerink
op het gebied van psychotrauma, heeft niet iedere regio dit geregeld. Dat geeft ook niet, want daar zijn wij voor. Wij zien ook wel brandweerlieden die voor het bestaan van het Steunpunt eerst naar de huisarts zijn doorverwezen. Maar dat zijn vaak lastige trajecten waarbij het echt zoeken is voor de juiste hulp. Bovendien is één van onze voordelen wel dat wij ook de taal van de brandweer spreken. We kennen de terminologie en weten wat het vak inhoudt. Dat maakt het makkelijker en laagdrempeliger om een gesprek aan te gaan.’
dat wordt geschetst. En wij kunnen ook hen ondersteunen’, vertelt Te Mebel. ‘Langdurige psychosociale klachten hebben een grote invloed op het leven van mensen en dus ook op het thuisfront. We geven partners bijvoorbeeld voorlichting over wat het betekent, ook in relatie tot de kinderen en helpen ze om de partner met klachten te ondersteunen. Dat is echt een meerwaarde in het hersteltraject.’ ■
Het steunpunt Brandweer
‘De komenDe twee jaar gaan we De behoefte monItoren’
Het Steunpunt Brandweer is een landelijk loket waar maatschappelijk werkers van Stichting de Basis klaar staan om brandweerlieden met psychosociale problemen te helpen. Steunpunt Brandweer vormt een aanvulling op de collegiale ondersteuning op de werkvloer. De maatschappelijk werkers hebben ook kennis van het brandweervak opgedaan, zodat ze weten wat het inhoudt. Zij bieden een luisterend
hUISBEzOEk Nadat een brandweerman of -vrouw het Steunpunt Brandweer heeft gebeld, wordt een intake gedaan. ‘Daarna gaan we op huisbezoek. Eén van de redenen waarom we daarvoor kiezen is dat we op die manier ook de partner en thuissituatie erbij kunnen zien. De partner kan een aanvulling geven op het klachtenbeeld
Brand&Brandweer
LTR_P019_LTR-BR-01-2019 21
oor, beantwoorden vragen en bekijken samen met de cliënt wat nodig is om van de klachten af te komen. Het Steunpunt Brandweer is op doordeweekse dagen van 9.00 tot 17.00 uur te bereiken op: 0800 1288.
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
21
24-1-2019 12:31:44
bran d van de maan d
Snelle opschaling voorkomt branduitbreiding in centrum Winschoten
22
nummer 1/2 januari/februari 2019 - Sdu Uitgevers
LTR_P022_LTR-BR-01-2019 22
brand&brandweer
24-1-2019 13:11:30
bran d van de maan d
als op donderdagavond 3 januari brand uitbreekt in het centrum van Winschoten is de kans op branduitbreiding lange tijd groot. de gebouwen staan dicht op elkaar en zijn op en in elkaar om gebouwd. daarnaast is in de panden veel hout aanwezig wat zorgt voor een hoge vuurlast. doordat de eerste eenheden snel opschalen en direct inzetten op een stoplijn weten ze de brand uiteindelijk beperkt te houden tot twee panden.
Al snel na aankomst van de eerste eenheden staan twee panden volledig in brand.
brand&brandweer
LTR_P022_LTR-BR-01-2019 23
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
23
24-1-2019 13:11:42
bran d van de maan d
Met een defensieve buiteninzet proberen de brandweerlieden overslag te voorkomen.
Door Jildou Visser FotograFie Melarno Kraan
E
erste bevelvoerder Henk Spithoff is al voor de nieuwjaarsreceptie bij de kazerne als hij om 21.39 uur wordt gealarmeerd. ‘Er was sprake van rookontwikkeling in de Langestraat, de winkelstraat in het oude centrum van de stad. Toen wist ik direct dat als het serieus was, we een groot probleem hadden.’ Aanrijdend laat de centralist weten dat omstanders rook hebben gesignaleerd en dat er mogelijk nog iemand aanwezig is, omdat de scooter van de bewoner buiten staat. Als Spithoff ter plaatse komt ziet hij dat er op ongeveer acht meter hoogte bij de dakgoten rook uit het pand komt. ‘Verder was er geen brand te zien. Omdat mogelijk een persoon aanwezig was, heb ik mijn manschappen direct de opdracht gegeven om via toegangsdeur aan de achterkant naar binnen te gaan. “Het brandt hier als de hel”, hoorde ik vlak nadat ze de deur hadden opengemaakt. Daarop heb ik hen opdracht gegeven de lage druk gereed te maken en defensief buiten in te zetten.’ Niet veel later slaat de brand uit het dak en schaalt Spithoff op naar grote brand en even later zeer grote brand. Zijn plan is dan om met stoplijnen te voorkomen dat de brand overslaat en doorslaat naar de naastgelegen panden. Officier van Dienst (OvD) Hielko Sijsling is dan al aanrijdend. ‘In de rit ernaartoe zag ik al een oranje gloed en veel rook uit het centrum komen. Dan weet je dat het goed mis is en er veel kans is op uitbreidingsgevaar. Ik heb eerder branden in het oude centrum meegemaakt, dat zijn altijd pittige en spannende inzetten. Die branden hebben er ook voor gezorgd dat we er ervaring mee hebben. Dat zag je nu goed terug in de opschaling, dat ging mooi snel zodat er in korte tijd veel potentieel ter plaatse was.’ 24
nummer 1/2 januari/februari 2019 - Sdu Uitgevers
LTR_P022_LTR-BR-01-2019 24
defensief buiten Als Sijsling ter plaatse komt, besluit hij eerst een ronde te maken. Aan de achterkant van het gebouw ziet hij een forse uitslaande brand en dat er veel vliegvuur vrijkomt. ‘Ik heb toen een tweede hoogwerker erbij gevraagd om het uitbreidingsgevaar door vliegvuur zo klein mogelijk te houden.’ Vervolgens loopt hij door naar de voorkant, om daar het beeld en de inzet van de eerste bevelvoerder te horen. Daar ziet hij bovendien dat aan de voorkant al twee panden volledig in brand staan. ‘Het beeld om defensief in te zetten op de direct naastgelegen panden deelde ik. Ik heb de eerste TS opdracht gegeven om bij het pand aan de rechterkant naar binnen te gaan en de derde TS bij het pand aan de linkerkant om daarbinnen te controleren wat de situatie was. Aan de achterkant van het linkerpand hebben ze een paar kleine brandhaardjes geblust. Daarnaast wilde ik ook uitbreiding naar de tegenovergelegen winkels voorkomen. De winkelstraat is ongeveer zes meter breed, dus ook die stonden er redelijk dicht op. En er dreigde nog overslag naar de oude bioscoop aan de achterkant. Als de brand daar naartoe over zou slaan, zouden nog zeker een aantal panden verloren gaan.’ In zijn plan plus houdt Sijsling er rekening mee dat de brand verder uitbreidt. Om daarop voorbereid te zijn, alarmeert hij een tweede peloton. ‘Het risico aan de achterkant was het grootst. Ik heb daarom de HV aan de achterkant alvast een toegangshek laten wegknippen. Mocht de brand zich aan de achterkant uitbreiden, dan konden we direct inzetten.’ Naast het tweede peloton laat Sijsling in overleg met Spithoff ook een groot watertransport komen. ‘Toen meerdere eenheden op de brandkranen waren aangesloten, merkten we dat de waterdruk afnam. Juist bij dit soort branden heb je voldoende water nodig om de naast- en tegenovergelegen panden nat te houden en om
brand&brandweer
24-1-2019 13:11:47
bran d van de maan d
Omdat de kans op branduitbreiding groot is, wordt een extra peloton gealarmeerd.
met torenstralen op de brand in te zetten. Tot het moment dat dat volledig operationeel was, was het spannend of we de brand konden tegenhouden’, vertelt Spithoff. Als niet veel later het dak instort, ziet de eerste bevelvoerder dat het pand instabiel wordt. De voorgevel kwam los te staan, daarom hebben we het gebied afgezet en er een straatwaterkanon geplaatst. En we zagen dat er asbest vrij kwam. Ik heb mijn manschappen daarop de opdracht gegeven om zoveel mogelijk de ademlucht op te houden.’ tweede peloton Als het tweede peloton klaar staat om ingezet te worden, neemt de brand in intensiteit af. Rond 23.30 uur doet Sijsling nog een schouw met de pelotonscommandant. ‘De situatie was toen dusdanig verbeterd dat ik dacht dat we hem aan alle kanten tegen konden houden. Toch heb ik toen het tweede peloton nog wel even achter de hand gehouden. In dit soort oude bebouwing weet je het maar nooit.’ Veertig minuten later is de brand dusdanig onder controle dat Sijsling het sein brand meester geeft. HIj schaalt snel af naar uiteindelijk één TS en een hoogwerker voor de nabluswerkzaamheden. Zelf blijft hij ook ter plaatse, omdat er een probleem is met het afsluiten van het gas en de elektriciteit. ‘Doordat de voorgevel instabiel was, moesten we het pand eerst slopen voordat Enexis erbij kon om de boel te afsluiten. We waren bang dat tijdens het sloopwerk ook leidingen zouden worden geraakt, daarom ben ik nog lang gebleven.’ nablussen Voor het nablussen laat Sijsling rond 3.00 uur een kraan komen. In overleg met Spithoff besluit hij de eerste TS niet af te lossen. ‘We
brand&brandweer
LTR_P022_LTR-BR-01-2019 25
waren ongeveer zeven uren bezig, maar de verwachting was dat we zo klaar zouden zijn als de kraan ter plaatse was. Het was niet de moeite waard om voor dat stukje een andere ploeg uit bed te bellen’, aldus Spithoff. Uiteindelijk blijkt het fors langer te duren. Als de kraan ter plaatse komt, blijkt dit niet de goede te zijn en moet er een andere worden besteld. ‘Uiteindelijk heeft het bijna vier uren geduurd tot de juiste kraan ter plaatse was. Daarna was de klus binnen een half uur geklaard. Al met al was het een erg lange inzet. Rond 8.00 uur was ik weer thuis.’ Veiligheid Eén van de grootste aandachtspunten van de inzet vindt Sijsling de veiligheid. ‘Ik heb continu met alle bevelvoerders contact gehad en het beeld gedeeld. Het gebied voor het pand was ook met lint afgezet vanwege het instortingsgevaar. Toch zie je bij het opruimen van de spullen dat een enkeling er toch loopt om de slangen op te ruimen. Gelukkig zijn er geen ongelukken gebeurd, maar het is wel een groot aandachtspunt dat je daar continu op moet blijven sturen.’ Verder kijken Sijsling en Spithoff vooral tevreden terug. ‘Mede door de snelle opschaling hebben we weten te voorkomen dat nog drie of vier panden in vlammen op zijn gegaan.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
25
24-1-2019 13:11:51
RepRessi e
De negatieve piek van de jaarwisseling Na enkele jaren waarin het aantal incidenten tijdens de jaarwisseling afnam, was er deze jaarwisseling sprake van een grote, negatieve piek. Niet alleen het aantal meldingen en incidenten steeg fors, met 21 procent, er waren ook veel gevallen van agressie tegen hulpverleners. Uit cijfers van Brandweer Nederland blijkt dat twaalf keer aangifte is gedaan door brandweerlieden. ‘Daarnaast zijn er brandweerlieden die geen aangifte durven te doen’, stelt Martin evers, plaatsvervangend commandant van Brandweer Haaglanden. ‘Het aantal daadwerkelijke gevallen van agressie ligt dus hoger.’
Door JiLDOU ViSSeR fotografie: JeffReY KOPeR
V
eiligheidsregio Haaglanden spant dit jaar de kroon als het gaat om het aantal meldingen. In die regio zijn 34 TS’en ingezet. In totaal waren er twaalfhonderd meldingen en ruim zevenhonderd incidenten. ‘We zijn terug op het niveau van 2013. Ten opzichte van vorig jaar is het aantal autobranden bijvoorbeeld verdubbeld’, vertelt Martin Evers, plaatsvervangend commandant van Brandweer
26
nummer 1/2 januari/februari 2019 - Sdu Uitgevers
LTR_P026_LTR-BR-01-2019 26
Haaglanden. ‘Ik moet eerlijk bekennen dat ik de afgelopen jaren het idee kreeg dat het wel meeviel met het geweld tegen onze mensen tijdens de jaarwisseling. Mijn referentiekader daarin was 1990, toen ik zelf een brand stond te blussen en we met bakstenen werden bekogeld. Dit jaar ben ik geschrokken, vooral van de mate waarin mijn mensen geschrokken zijn. We hebben voor een ton schade aan voertuigen en de gesprekken die ik na afloop voerde met de mannen en vrouwen van onze kazernes, kwamen hard binnen. Uitspraken als “ze zijn van God los” en “dit is ver over de grens” hoorde ik uit de mond van de mannen en
Brand&Brandweer
24-1-2019 12:29:11
RepRessi e
vrouwen die al meerdere jaarwisselingen hebben meegemaakt. Ze zijn dus wel wat gewend. De blik in hun ogen erbij sprak boekdelen.’ De nacht Pascal Pronk is één van de bevelvoerders die tijdens de jaarwisseling is ingezet. Hij is inmiddels twintig jaar brandweerman, waarvan elf jaar bevelvoerder. ‘Ik ben er eigenlijk mee opgegroeid dat oud en nieuw in het teken staat van agressie. Ik weet nog dat m’n vader vroeger bij de brandweer zat en dat we vanuit huis konden zien hoe ze over de ME heen, branden stonden te blussen. Toch zie ik dat de sfeer de laatste jaren steeds grimmiger is geworden, met de laatste jaarwisseling als dieptepunt.’
‘Dit is ver over De grens’ In de ochtendbriefing op 31 december bereidt Pronk zijn manschappen voor op de dag en nacht die gaat komen. ‘Het is eigenlijk best raar dat we het normaal zijn gaan vinden dat we de veiligheid al meenemen in de ochtendbriefing. Zodra je de TS uitstapt heb je de helm op en de handschoenen aan. De aanvalsploeg gaat blussen, de waterploeg houdt samen met de bevelvoerder continu de omgeving in de gaten. Ik heb hiervoor bij Defensie gewerkt. Deze manier van werken lijkt bijna meer op een defensieve gevechtssituatie dan op een brandweerinzet.’ Toch is het nodig, blijkt ook die nacht. Pronk heeft dienst op de kazerne Centrum en heeft daarmee ook de Schilderswijk in zijn verzorgingsgebied. In de loop van de avond wordt de sfeer
steeds grimmiger. ‘Op een gegeven moment zijn we gaan rijden op een autobrand. Toen we ter plaatse kwamen, zagen we een grote groep mensen onder invloed van weet ik wat allemaal. De politie stond al paraat, samen met een peloton ME. We stapten uit de auto en werden direct bekogeld. Niet met gewoon vuurwerk, maar met nitraatbommen’, blikt Pronk terug. ‘Eén van de exemplaren belandde op de helm van een van mijn manschappen, ketste af en is ongeveer tachtig centimeter verder ontploft. Op dat moment, sta je er niet bij stil. Het gekke is dat de politie de straat vervolgens schoonveegt, zodat wij ons werk kunnen doen, maar dat de groep zich gewoon verplaatst. Bij een volgend incident stonden we weer tegenover dezelfde idioten. Je bent continu met je eigen veiligheid en die van je manschappen bezig. Je kunt geen moment verslappen.’ Het heftigste incident van die nacht vindt Pronk een vuurwerkincident tijdens het blussen van een middelbrand in een garage naast een woonhuis. ‘We hebben de bewoners uit hun huis moeten halen, want dat stond vol rook. Terwijl de vrouw met haar baby op de arm en een oudere man van een jaar of tachtig buiten stonden te kijken hoe wij de brand aan het blussen waren, werd zwaar vuurwerk naar hen toegegooid. Ze waren volledig in paniek. Ik heb ze in de TS laten plaatsnemen, daar zagen we pas dat de hand van de man door het vuurwerk was verbrand.
‘Dit werken lijkt meer op een Defensieve gevechtsactie Dan een branDweerinzet’
Aantal incidenten per regio 2018 - 2019 Amsterdam-Amstelland Brabant-Noord
2017 - 2018
327
186
81
52
Brabant-Zuidoost
117
54
Drenthe
132
90
Flevoland
72
36
Fryslân
96
71
Gelderland-Midden
102
62
Gelderland-Zuid
187
155
36
67
Gooi en Vechtstreek Groningen
101
76
Haaglanden
712
544
Hollands Midden
143
194
Kennemerland
82
100
Limburg-Noord
11
10
Zuid-Limburg
57
56
Midden- en West-Brabant
155
215
Noord-Holland Noord
147
81
Noord- en Oost-Gelderland
117
128
Rotterdam-Rijnmond
661
751
Utrecht
370
190
Twente
107
90
IJsselland
71
62
Zaanstreek-Waterland
51
55
Zeeland
94
71
Zuid-Holland Zuid TOTAAL
Brand&Brandweer
LTR_P026_LTR-BR-01-2019 27
193
89
4.222
3.485
Vanaf één uur wordt Pronk met zijn ploeg ingezet bij branden die ontstaan als gevolg van het uit de hand gelopen vreugdevuur in Scheveningen. Het meest bizarre was dat collega’s vanuit een flat met zwaar vuurwerk werden bekogeld terwijl ze een dakbrand bij diezelfde flat stonden te blussen.’ Als de ploeg om 4.45 uur wordt afgelost, keren ze terug naar de kazerne. Pronk: ‘Ik was blij toen we weer veilig met z’n zessen op de kazerne waren. Toen pas waren we onder de indruk van wat er eigenlijk allemaal was gebeurd. Zeker toen we de beelden van de helmcamera terugkeken, schrokken we. Pas toen kwam het besef dat de grootste nachtmerrie die nacht waarheid kan kunnen worden, als de nitraatbom op de helm was ontploft.’ aangifte Na de jaarwisseling is in Haaglanden veel gesproken over over alle incidenten. ‘Er moet iets veranderen’, beseft Evers. ‘Maar hoe, dat is de grote vraag. Vaak wordt al snel gesproken over zwaarder straffen, maar ik heb al jaren manschappen in het korps die geen aangifte durven te doen. Ze zijn bang dat hun thuisadres wordt gevonden en dat dan represailles volgen.’ Evers legt uit dat in het huidige strafprocesrecht anonimiteit niet verzekerd is. Aangifte door de werkgever of (deels) anoniem is mogelijk, maar verderop in de procesgang kan de officier van justitie of de rechter bepalen dat die opgeheven moet worden. ‘Ik pleit ervoor dat zodra het gaat om geweld tegen ambtenaren in functie, een aangifte vanuit de organisatie mogelijk moet worden en roep de wetgever dan ook op dit aan te passen.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
27
24-1-2019 12:29:12
KIJK OP
STC-BV.NL
GESPECIALISEERDE TRAININGEN
VOOR ONS COMPLETE AANBOD
SCHEEPSBRANDBESTRIJDING & LNG-BRANDEN STC Training & Consultancy is dé specialist op het gebied van scheepsbrandbestrijding en LNG-branden. Op ons state-of-the-art Fire & Safety Training Centre in de Rotterdamse haven traint u uw vaardigheden met behulp van o.a.: • gasgestookte STCW-module • gesimuleerde bemanningsaccommodatie • 20ft tankcontainer
• gesimuleerde tapkastbrand • ademluchtcontainer met kooienbaan • blusschip
Ook voor maatwerktrainingen staan onze specialisten voor u klaar.
STC TRAINING & CONSULTANCY is onderdeel van STC GROUP
0900 - 0620 | INFO@STC-BV.NL | STC-BV.NL
INCENDIUM is de meest uitgebreide en veilige streaming oplossing voor first responders.
Real-time uplink voor crisis management of situational awareness.
Tijds-, levens- en kostenbesparend.
AERIALTRONICS
NEEM CONTACT OP
WASSENAARSEWEG 75 / 1E MIENTLAAN
T: +31 (0) 70 3223224
2223 LA KATWIJK
E: SALES@AERIALTRONICS.COM
NEDERLAND
WWW.AERIALTRONICS.COM
LTR_P026_LTR-BR-01-2019 28
24-1-2019 12:29:12
On der de H elm
‘Ik durf nu iets te zeggen van flauwe grappen’ de brandweer is een organisatie van stoere, macho mannen. dat beeld heeft roy Vlogman als hij in 2011 op een braderie in Vorden wordt aangesproken tijdens een wervingsactie van de brandweer. ‘Ik wist niet of ik daar tussen paste. Op dat moment wisten ze al dat ik op mannen val. Toch dacht ik er wel even over na. Wordt dat wel geaccepteerd? Kan ik zijn wie ik ben?’ Vlogman besluit het onderwerp ter sprake te brengen en vrijwilliger bij de brandweer te worden. Hoewel zijn homoseksualiteit wordt geaccepteerd, zijn er ook weleens opmerkingen en grapjes gemaakt. Door JILDOU VISSER
‘I
k was al vijf jaar uit de kast toen ik op die braderie werd gevraagd om bij de brandweer te komen. Hoewel mijn geaardheid bekend was, heb ik het ter sprake gebracht. Ik wilde dat zij het er in de ploeg over hadden gehad, voordat ik erbij kwam. In het heetst van de strijd wil je niet tegen onenigheid hierover aanlopen’, vertelt Vlogman. ‘Dat hebben ze gedaan en daarna hebben we nog een gezamenlijk gesprek. Ze zeiden eigenlijk direct “weet dat je welkom bent.” Dat was fijn.’ FLaUwE gRappEn Hoewel zijn geaardheid in het korps wordt geaccepteerd en gerespecteerd, worden er in de loop der jaren ook grappen en opmerkingen gemaakt. ‘Tijdens de borrel in de kantine vlogen weleens flauwe homograppen over tafel. Moet dat nou, dacht ik eerst. Als het dan nog een paar keer gebeurt, ben je er wel klaar mee. Ik heb zelfs een moment gedacht dat ik zou stoppen als het iedere avond zou gebeuren. Ik vond het lastig om er iets van te zeggen. Gelukkig kwamen op dat moment andere jongens bij me die vroegen hoe ik me bij die grappen voelde. Zij hebben toen ingegrepen. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik er niet helemaal bij hoor, maar die grappen waren wel vervelend.’ Vlogman legt uit dat er een groot verschil is tussen zelfspot en spot van anderen op basis van die zelfspot. ‘Op het moment dat een ander met mijn woorden een grapje over mij maakt, komt dat heel anders over dan wanneer ik zelf een grap maak. Ik heb me zelfs weleens afgevraagd of iemand een geintje maakte of dat hij meende wat hij zei. Dat voelt niet fijn.’ Vlogman laat weten dat hij zich inmiddels volledig geaccepteerd voelt. Er worden nauwelijks nog opmerkingen gemaakt. ‘De opmerkingen zijn een stuk minder geworden sinds we drie vrouwen bij het korps hebben. De sfeer is nu anders. Een mooi voorbeeld daarvan: de avond voor de partners geen damesavond meer heet, maar een partneravond. Daarnaast sta ik zelf ook steviger in mijn schoenen. Wanneer nu een flauwe grap of opmerking wordt gemaakt, durf ik er zelf ook iets van te zeggen.’
Brand&Brandweer
LTR_P029_LTR-BR-01-2019 29
De erehaag tijdens de trouwerij van Roy Vlogman (rechts).
TROUwERIJ Een kantelmoment in het gevoel van Vlogman is ook zijn trouwerij twee jaar geleden. Het korps is daar met twee TS’en aanwezig. ‘Met een erehaag hebben ze laten blijken dat het niet uitmaakt op wie je valt en dat ik gewoon één van hen ben. Ze stonden er ook allemaal zo trots. Ik was helemaal overdonderd, dat was echt super gaaf. Dat moment heeft me erg goed gedaan. Het was een fantastisch cadeau dat ik niet had verwacht.’ pRaaT EROVER Als er iets is wat Vlogman de afgelopen jaren heeft geleerd, is dat het fijn is om te praten over onderwerpen waar je mee zit. ‘Tegen iedereen die nog niet uit de kast is gekomen maar dat wel graag wil, zou ik willen zeggen: wees trots op jezelf en ga in gesprek. Kies iemand uit waar je je goed bij voelt en kijk met die persoon hoe je het gesprek in het korps kunt aangaan. Ik ben ervan overtuigd dat als je op de plek waar je hart ligt niet kunt zijn wie je bent, de organisatie zich achter de oren moet krabben en de ogen uit de kop moet schamen. Brandweer Nederland is op dit gebied trouwens wel goed bezig met bijvoorbeeld de netwerkgroep Roze Rood. Met de boot bij de Canal Pride vragen ze er ook ieder jaar opnieuw aandacht voor. Afgelopen jaar was ik er voor het eerst bij. Wat heb ik genoten. Het is heel bijzonder dat je wordt toegejuicht omdat je bent wie je bent.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
29
24-1-2019 12:29:28
OperatiOn ele vOOrberei di ng
brandweer Fryslân start met specialistische mestteams dat mestgassen gevaarlijk zijn, is bekend. vijf jaar geleden kwamen in Friesland drie mannen om het leven bij een ongeluk in een mestsilo in Makkinga. ‘gelukkig zijn er binnen de brandweer nog geen slachtoffers gevallen. Om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op het gevaar van mestincidenten, richten we specialistische mestteams in’, vertelt projectleider Wim van der veen van brandweer Fryslân. de teams krijgen de beschikking over speciaal materieel en worden opgeleid voor het handelen bij mestincidenten.
Door Jildou Visser
H
Fotografie: Martin Rijpstra
elemaal nieuw zijn de teams niet, erkent Van der Veen. ‘Vóór de regionalisering hadden we ook posten in de regio die meer kennis hadden op het gebied van handelen bij mestincidenten. Vanuit hun eigen ervaring hadden enkele van hen ook specifiek materieel, zoals mestpakken, aangeschaft. Dat werd op gemeenteniveau geregeld.’ Na de regionalisering werd geconstateerd dat de verschillende korpsen dat op hun eigen manier hadden geregeld met verschillende materialen en verschillende handelingswijzen. ‘De eenduidigheid ontbrak. Vanuit een van die posten is toen de vraag gekomen hoe ze het beste kunnen handelen bij mestincidenten. Wat doen we wel? En wat doen we niet? En hoe organiseren we dit regionaal?’, aldus Van der Veen. Een werkgroep van beroeps en vrijwilligers en brandweerlieden met en zonder ervaring met mestincidenten is toen gestart met het inventariseren van de mestincidenten en de werkwijzen.
30
nummer 1/2 januari/februari 2019 - Sdu Uitgevers
LTR_P030_LTR-BR-01-2019 30
‘De opvallende conclusie was dat alle posten in de provincie te maken hebben met mestincidenten. In alle gevallen wordt de lokale TS gealarmeerd. In de regio was vaak wel bekend dat andere teams meer kennis en geschikter materieel hadden, maar daar werd niet altijd gebruik van gemaakt. Dat was voor ons het teken om echt specialistische mestteams in te richten, ze op te leiden, voorzien van het juiste materieel.’ ViJf teams Tijdens de inventarisatie wordt geconstateerd dat vijf teams de nodige kennis hebben op het gebied van mestincidenten. Van die vijf teams zitten er twee keer twee teams dichtbij elkaar. In een ander deel van de provincie geen dekking. Van der Veen: ‘We wilden graag naar een situatie waarin we in ons hele verzorgingsgebied binnen een half uur een specialistisch mestteam ter plaatse kunnen hebben. Dat kan met vijf teams, maar niet met de bestaande teams. Er waren twee keer twee posten die te dichtbij elkaar zaten en dus moesten we dit specialisme bij twee posten weghalen en bij twee nieuwe posten neerleggen. Zodra je taken of materieel bij een post wilt weghalen, verwacht je weerstand. Met vier betreffende posten ben ik in gesprek gegaan. Ik heb ze de situatie uitgelegd en hen de keus voorgelegd of ze de taak wilden houden of het aan de buren gunden. Eigenlijk is dat heel soepel gegaan. Twee posten gaven uit zichzelf aan dat de buren de taak beter konden uitvoeren en zij al andere specialismen hadden.’ Om te zorgen voor een regionale spreiding is ervoor gekozen om de teams te vestigen in Nieuwehorne, Sint Nicolaasga, Kollum, Sint Annaparochie en Mantgum. ‘Hiermee kunnen we het grootste deel van de regio binnen een half uur bereiken.’ Waar de verhuizing van de twee specialistische teams redelijk geruisloos ging, kan bij lokale posten wel weerstand ontstaan, laat Van der Veen weten. ‘Omdat voorheen niets op het gebied van mestincidenten was vastgelegd, voerde iedereen de taak uit. Er zijn nu posten die in de weerstand schieten. Ze hebben het gevoel dat we hen een taak afnemen, die ze prima uit kunnen voeren maar niet het juiste materieel voor hebben.’ Vanuit de werkgroep hebben we enkele ambassadeurs die nu bij de posten langsgaan om iedereen in het verhaal mee te nemen. We kunnen namelijk niet alle posten met het benodigde materieel uitrusten.’
brand&brandweer
24-1-2019 12:29:47
OperatiOn ele vOOrberei di ng
Bij een ongeluk in een mestsilo kwamen vijf jaar geleden in Friesland drie mannen om het leven.
alarmering en inzet Nieuw is ook de wijze van alarmering. Het plan is om bij een melding van een mestincident naast de lokale TS ook direct het specialistische team en een Officier van Dienst te alarmeren. ‘Door dit vast te leggen, komt het specialistische team altijd ter plaatse. Het is geen vrijblijvende keuze meer om de hulp van de specialisten in te roepen’, legt Van der Veen uit. ‘We gaan in een tweetrapsraket werken. De lokale TS kan de buitenverkenning doen en in veilig gebied alles klaarzetten, zodat het specialistische team direct de mestput in kan als dat nodig is. In principe gaan de mensen van de lokale TS niet meer de mestput in.’ materieel De vijf mestteams worden uitgerust met een speciale aanhanger achter de TS. Daar zit een veetakel op, hijsbanden, hijsmaterieel, heupklemmen, planken en schotten om een gebied af te zetten en speciale waadpakken die over de ademlucht heen aangetrokken kunnen worden. ‘Met deze waadpakken blijft de ademluchtapparatuur schoon. Dat is van belang, want zodra je je toestel
brand&brandweer
LTR_P030_LTR-BR-01-2019 31
onder de stront zit, heb je geen garantie meer voor een veilige werking. Daarnaast hebben de brandweerlieden met dit waadpak de mogelijkheid om op het glas te kunnen zien hoeveel lucht ze nog hebben’, aldus Van der Veen. ‘De aanhanger is zo bepakt dat deze precies onder de 750 kilo blijft. Chauffeurs hebben dus geen apart CE-rijbewijs nodig.’ Vakbekwaamheid In het vakbekwaamheidsprogramma is voor alle posten vastgelegd dat ze één keer per jaar een theorieavond en een oefening hebben op het gebied van mestincidenten. ‘Daarin gaan we met name in op de rolverdeling, de taken en verantwoordelijkheden’, vertelt Van der Veen. ‘De specialistische teams hebben al de nodige ervaring, maar blijven wel regelmatig oefenen om vakbekwaam te blijven. Waar mogelijk oefenen ze met de lokale posten.’ De projectleider hoopt de implementatie dit jaar af te ronden, zodat voor het einde van het jaar volgens de nieuwe werkwijze kan worden ingezet. ■
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
31
24-1-2019 12:29:51
REPRESSI E
Tankwagens alleen voor levensmiddelen niet altijd met veilige stoffen Zie je bij een incident met een tankwagen aan de zijkant de belettering ‘nur für lebensmittel’, of in het Nederlands ‘alleen voor levensmiddelen’, pas dan op. ‘De belettering doet al snel denken aan stoffen die bij incidenten geen kwaad kunnen, maar wij vervoeren bijvoorbeeld ook ethanol, fosforzuur en alcohol. Het zijn onderdelen van levensmiddelen’, aldus Jos Baltes, bedrijfsleider bij Albert Keijzer in Zaandam.
DOOR JILDOU VISSER
B
altes legt uit dat er een verschil is tussen gewone levensmiddelen en levensmiddelen met ADR. Bij levensmiddelen met ADR is het verplicht om naast de signalering ‘alleen voor levensmiddelen’ aan de zijkant, aan de achterkant ook de codes voor de gevaarlijke stoffen te tonen. Deze tankwagens zijn in principe gelijk aan ADR-tankwagens voor de chemische industrie. ‘Zo worden ze ook gekeurd. We hebben zes tankwagens die ADR-gekeurd zijn. De RDW komt ze één keer per jaar keuren en daarnaast worden ze één keer in de drie jaar onder luchtdruk gekeurd. Het enige verschil met de industrie is dat we deze alleen voor levensmiddelen mogen gebruiken.’ INHOUD Bij een ongeval met een tankwagen adviseert Baltes om altijd te kijken naar de codes voor gevaarlijke stoffen aan de achterkant van het voertuig en daarnaast de chauffeur te raadplegen. ‘Ook in de levensmiddelentankwagens vervoeren we gevaarlijke stoffen. De gevaarlijkste stof die we ooit hebben vervoerd, is denk ik monochloorazijnzuur. Het ziet eruit als water en wordt gebruikt als bindmiddel. Als deze stof een achtste van je lichaam bedekt, is het al dodelijk. Het 32
nummer 1/2 januari/februari 2019 - Sdu Uitgevers
LTR_P032_LTR-BR-01-2019 32
dringt in de bloedbaan. De enige manier waarmee je het kunt behandelen is een alcoholinfuus. Denk dus niet dat alles in een levensmiddelentankwagen veilig is’, waarschuwt Baltes. ‘Eén van de klachten van onze chauffeurs is dat ze vaak niet serieus worden genomen, terwijl ze precies weten wat ze vervoeren en hoe ze ermee om moeten gaan. Eén keer per jaar krijgen ze daar een interne cursus over. De chauffeur weet daarnaast ook of de tank vol of leeg is. Dat kun je aan de buitenkant niet zien, want we mogen de bordjes met de codes voor gevaarlijke stoffen er pas afhalen als de tank gereinigd is. De chauffeur weet ook wat de gevaren zijn van de restproducten in de lege tank. Soms kan dit nog gevaarlijker zijn dan een volle tank, omdat er dan meer zuurstof in zit. Weet de chauffeur iets niet, dan heeft hij een directe lijn met de veiligheidsadviseur van ons bedrijf en de leverancier.’ Naast het feit dat gevaarlijke stoffen worden vervoerd in de levensmiddelentankwagens, kan het ook gebeuren dat een niet-gevaarlijke stof wordt afgedekt met stikstof. Baltes: ‘Dit doen we om te voorkomen dat er bacteriën bijkomen. Als een product is afgedekt met stikstof voeren we een gele sticker met een doodshoofd op het deksel van de bovenlader. Dat is de enige plek waar je kunt zien of stikstof aanwezig is. Als het voertuig op z’n kant ligt is het makkelijk te zien. Is dat niet het geval, dan moet je erop klimmen of de chauffeur vragen.’
Brand&Brandweer
24-1-2019 12:30:10
Fotografie Meneer de Fotograaf
REPRESSI E
BEKENDHEID Brandweer Zaandam was tot afgelopen zomer redelijk onbekend op het terrein van Albert Keijzer in hun verzorgingsgebied. ‘Toevallig kwamen we toen achter de contactpersoon bij het bedrijf. Zij waren super enthousiast toen we contact opnamen. Sindsdien hebben we een soort van vrijbrief. We mogen er onbeperkt oefenen. Het is een groot terrein met allerlei soorten opleggers en vrachtwagens en veel verschillende soorten stoffen die worden vervoerd’, vertelt Jur Bakker van Brandweer Zaandam. ‘De situatie is er vele malen complexer dan we vooraf hadden gedacht. Ik kende het bedrijf vooral van de herkenbare oranje trucks met RVS vrachtwagens. Sinds de oefeningen ken ik de complexiteit, zowel van de voertuigen als van het terrein. Het zit aan het water en de reinigingsinstallatie is behoorlijk complex, zeker als er restanten cacao liggen dan is het een gladde risicovolle omgeving. De reiniging gebeurt onder hoge druk met hoge temperaturen, er staan diverse vaten met chemicaliën, loopbruggen hangen met kabels aan elkaar en er zijn veel schoonmaakstoffen aanwezig. Het geheel brengt een serie aan schakelmomenten voor de bevelvoerder met zich mee.’ Ook als het gaat om ongevallen met tankwagens weet Bakker sinds de oefeningen veel meer. ‘Eén van de eerste dingen die ik wil weten is wat erin zit, of het verwarmd is en of het onder
Brand&Brandweer
LTR_P032_LTR-BR-01-2019 33
druk wordt vervoerd. Als de chauffeur aanspreekbaar is, zoeken we die direct op. Is dat niet het geval, dan bellen we het bedrijf.’ Bakker heeft veel geleerd van zijn contacten met en oefeningen bij het bedrijf. ‘Vrachtwagens zijn complexe apparaten. Ze zijn voorzien van veel computers en hightech apparatuur, wees daar bedacht op. Schakel de motor dus ook nooit uit als die gekoppeld is aan de temperatuurregeling of andere belangrijke systemen. We zijn vaak geneigd wel de motor uit te zetten, maar bij dit soort vrachtwagens kan dat er ook voor zorgen dat processen veranderen en gevaarlijker worden. De chauffeur is de deskundige, benut die kennis.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
33
24-1-2019 12:30:15
Nieuwe inzichten in brandbestrijding?
Lees het
editie 2018
Handboek Brandverloop. Elke bevelvoerder zou ‘de brand moeten kunnen lezen’. Daar is kennis voor nodig. In de nieuwe editie van Handboek Brandverloop behandelen Karel Lambert, brandweerinstructeur in België, en Siemco Baaij, bevelvoerder in Utrecht, alle aspecten van brandverloop. Nieuw in deze editie: • Hernieuwde inzichten in brandbestrijding • Veranderingen in, aan en op gebouwen • Resultaten uit nieuwe (internationale) onderzoeken • Betere aansluiting op de praktijk van instructie en opleiding met extra voorbeelden isbn: 978 90 12 40267 5
Kijk voor meer informatie en bestellen op www.sdu.nl/brandverloop2018
LTR_P032_LTR-BR-01-2019 34
24-1-2019 12:30:15
Risicobeh eeRsi ng
in europees verband leren van fatale woningbranden ieder jaar overlijden vijfduizend europeanen door een woningbrand. hoog tijd om meer kennis over de oorzaken te verzamelen. Met het onderzoek Fatal residential fires in europe van de european Fire safety Alliance (euroFsA) en de brandweeracademie is een eerste stap gezet. De analyse bevestigt het bestaande beeld van fatale woningbranden in nederland, zo zijn ouderen het vaakst slachtoffer van brand. De komende jaren wordt het onderzoek uitgebreid en verfijnd, zodat de landen onderling meer van elkaar kunnen leren over de kansen, omstandigheden en gevolgen van woningbranden.
De schuimvullingen van meubels vatten snel vlam en veroorzaken razendsnel fatale rook. Door EllEn Schat
H
et aantal Europeanen dat jaarlijks overlijdt aan een woningbrand is hoger dan het aantal doden ten gevolge van terreur of natuurrampen. Toch is er in Europees verband tot nu toe weinig onderzoek gedaan naar de oorzaken van fatale woningbranden. ‘Er zijn pogingen gedaan, maar die strandden steeds’, vertelt lector Brandpreventie René Hagen van de Brandweeracademie van het IFV. ‘Er is namelijk lang gedacht dat alle landen eerst dezelfde
brand&brandweer
LTR_P035_LTR-BR-01-2019 35
definities moesten hanteren. Het ene land telt bijvoorbeeld alleen de directe slachtoffers over fatale woningbranden in de statistieken mee, terwijl een ander land de slachtoffers die later overlijden ook meetelt. Of het ene land telt vakantiewoningen mee en het andere niet. Het gelijktrekken van de definities is een moeizaam en langdurig proces. De cijfers zijn immers vaak ook aan andere statistieken gekoppeld, zoals in Nederland het CBS.’ De EuroFSA vindt het thema echter zo belangrijk, dat toch opnieuw onderzoek naar fatale woningbranden is opgestart. De Brandweeracademie van het IFV is de ideale partner, omdat zij
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
35
24-1-2019 12:30:30
Risicobeh eeR si ng
Denemarken (2011-2012)
Noorwegen (2016-2017)
1.1 per 100.000 1.2%
0.5 per 100.000 1.3%
Verenigd Koninkrijk (2014)
1.1 per 100.000 1.2%
Zweden (2011-2013)
0.6 per 100.000
Finland (2011-2012)
1.4 per 100.000
Estland (2013-2017)
3.7 per 100.000 4.6%
Nederland (2011-2014) 0.2 per 100.000 0.6%
Polen (2011-2012)
België (2014-2015)
1.3 per 100.000
0.6 per 100.000 0.5%
België heeft op basis van de huidige cijfers het laagste percentage doden bij woningbranden, het aantal fatale woningbranden ten opzichte van alle woningbranden. Niet van alle deelnemende landen zijn deze relatieve cijfers bekend. In absolute getallen heeft Nederland het laagste aantal doden bij woningbranden: 0,2 per 100.000 mensen per jaar.
al sinds 2008 gegevens over Nederlandse fatale woningbranden verzamelt en daarnaast een robuust onderzoeksmodel en een vragenlijst heeft ontwikkeld. Hagen: ‘We hadden het idee om ons niet eerst op de definities te richten, maar uit te gaan van welke informatie beschikbaar is of met enige moeite achterhaald kan worden. Tot onze verrassing bleek dat het hanteren van verschillende definities in veel gevallen een verschil maakte van bijvoorbeeld maar twee procent, een percentage dat in dit verband verwaarloosbaar is. Daarmee hadden we dus een grote hobbel overwonnen. Dat betekende dat we betrouwbaar vergelijkend onderzoek konden doen.’
Koninkrijk, Polen en Nederland. Dat niet alle Europese landen zijn meegenomen heeft deels met de taal van de beschikbare literatuur te maken. Alleen Engelstalig onderzoek is gebruikt. Daarnaast waren niet alle landen bereid om direct mee te werken met de Nederlandse vragenlijsten. De gegevens die de landen beschikbaar stelden, verschilden. Zo hebben negen landen een eerste vragenlijst ingevuld en vier daarvan een tweede, uitgebreidere vragenlijst. Niet altijd was
‘In alle lanDen ontstaan De meeste fatale branDen In De woonkamer’ De Brandweeracademie verzamelde en analyseerde gegevens van negen landen uit het noordwesten van Europa: Noorwegen, België, Estland, Denemarken, Zweden, Finland, Verenigd 36
nummer 1/2 januari/februari 2019 - Sdu Uitgevers
LTR_P035_LTR-BR-01-2019 36
Nederland 9%
Engeland 19%
Noorwegen 41%
Zweden 43%
Polen 70%
In 70% van de fatale woningbranden in Polen is sprake van alcoholgebruik.
brand&brandweer
24-1-2019 12:30:30
Risicobeh eeRsi ng
het mogelijk om exact dezelfde perioden te vergelijken. Het beeld dat uit het rapport Fatal residential fires in Europe ontstaat, is dus voorlopig. Het vormt een basis voor verder onderzoek.
Rookmeldergraad De rookmeldercijfers van Nederland zijn te vergelijken met die van Engeland, Noorwegen, Zweden en Estland. Interessant is niet alleen
OudErEn vaakSt SlachtOffEr Toch is er genoeg informatie uit de analyse te halen. Per land is op basis van de gegevens een risicoprofiel op te stellen. Maar ook de vergelijking tussen landen biedt interessante informatie. Zo ontstaan in alle landen de meeste fatale branden in de woonkamer. Alleenstaande ouders hebben meer kans om om te komen bij een woningbrand. En ouderen vanaf 65 jaar, maar met name ouder dan tachtig jaar, zijn in alle landen het vaakst slachtoffer van brand. De laatste conclusie sluit aan bij de kennis in Nederland hierover. ‘De vergrijzing is dus een Europees probleem’, stelt Hagen. ‘Op dit punt kun je van elkaar leren, al moet je de cijfers natuurlijk altijd relateren aan de achtergrondkennis over het eigen land. Zo gaan senioren in sommige andere landen eerder naar een verzorgingshuis, terwijl veel Nederlandse ouderen zo lang mogelijk thuis wonen. In Nederland kiezen we voor dit beleid, dat allerlei voordelen heeft, maar ook risico’s met zich mee brengt.’
‘wet- en regelgevIng In het verenIgD konInkrIjk en IerlanD hebben effect’ Een verschil dat Hagen in de analyse opviel is het aantal kinderen dat omkomt bij brand. In Nederland is dat aantal relatief laag. Hagen vermoedt dat culturele verschillen een rol spelen. ‘In sommige landen is het alleen laten van de kinderen als ze liggen te slapen meer een gewoonte dan bij ons.’ rOkEn, mEubElS En kOkEn Roken is een belangrijke oorzaak van brand. In Nederland, maar ook in Europees verband. De schuimvullingen van meubels vatten snel vlam en veroorzaken razendsnel fatale rook. Hagen: ‘Het is dus goed dat we in Europees verband inzetten op brandveiliger meubels en matrassen. Met onderzoeken als deze kun je de urgentie hiervan ook aantonen. Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn de enige Europese landen die hiervoor wet- en regelgeving hebben ontwikkeld. Dat zie je terug in de cijfers, deze maatregelen hebben effect.’ Het falen van de zelfdovende sigaret wordt in dit onderzoek bevestigd, zoals de Brandweeracademie ook al eerder vaststelde. Sinds de invoering van de zelfdovende sigaret in 2011 is Europees gezien geen daling van het aantal fatale branden ingezet. Naast roken zijn koken en ondeugdelijke apparatuur een belangrijke oorzaak van fatale woningbranden. Hoe het kan dat in Zweden de meeste fatale branden worden veroorzaakt door falende apparatuur? Het is ook voor Hagen gissen. ‘Het is natuurlijk vooral aan de landen zelf om de gegevens te interpreteren en te koppelen aan achtergrondkennis over regelgeving, cultuur en brandpreventiebeleid.’ De Nederlandse cijfers laten zien dat we het Europees gezien ‘behoorlijk goed doen’. Hagen stelt dat er op het gebied van
brand&brandweer
LTR_P035_LTR-BR-01-2019 37
het percentage rookmelders, maar ook het percentage werkende rookmelders. In 28% van de fatale branden in Nederland is een rookmelder in huis aanwezig. Daarvan werkt slechts negentien procent. Dat verschil is behoorlijk. Naast aandacht voor kwaliteitsrookmelders is met goed brandpreventiebeleid dus nog meer winst te behalen. In Engeland is in 66% van de fatale woningbranden een rookmelder aanwezig, maar het daadwerkelijke aantal werkende rookmelders is een stuk lager: slechts 25%. Hagen: ‘Engeland liep lange tijd voorop op het gebied van rookmelders. Maar er zijn veel oude types in omloop die niet altijd meer goed werken.’ Ook in Noorwegen is een behoorlijk gat tussen de aanwezige rookmelders en de werkende rookmelders. Estland heeft de beste verhouding tussen de werkende en aanwezige rookmelders: 45%.
bouwregelgeving in Nederland nog maar weinig te winnen valt op het gebied van brandveiligheid in woningen. ‘Maar wel als het gaat om gedrag en producten. Die veroorzaken in negentig procent van de gevallen een fatale brand.’ tOEkOmSt Hagen presenteerde het onderzoek onlangs aan een platform van de Europese Commissie en aan enkele leden van het Europees Parlement. Dit jaar hoopt het onderzoeksteam met een tweede rapport te komen, waarin gegevens van meer landen kunnen worden geanalyseerd. Een ander doel van de Brandweeracademie is zoveel mogelijk landen de Nederlandse vragenlijst te laten gebruiken. Veel landen hebben geen uniforme vragenlijst die wordt ingezet na een fatale woningbrand, terwijl het van groot belang is juiste en uniforme informatie te verzamelen. België had tot nu toe geen landelijke vragenlijst en heeft aangegeven graag de Nederlandse vragenlijst te gebruiken. In de lijst is ook aandacht voor open of gesloten binnendeuren, omdat die factor een belangrijke rol speelt in het verspreiden van rook. De Brandweeracademie, die al vijf jaar gegevens hierover verzamelt, stelt vast dat gesloten deuren meer kans op overleven biedt. In de vervolgstappen van het Europese onderzoek wordt de analyse verfijnd, door dezelfde perioden met elkaar te vergelijken in plaats van gemiddelden over jaren. Ook relatieve cijfers zijn nodig. Dit betekent bijvoorbeeld dat gegevens over het aantal doden gerelateerd is aan bijvoorbeeld leeftijd of woningtype, omdat de absolute cijfers anders weinig zeggen. Hiervoor moeten wel de juiste gegevens uit de landen worden aangeleverd. Het uiteindelijk doel is het creëren van een Europese database voor fatale woningbranden, die bij voorkeur wordt beheerd door Eurostat, het statistische bureau van de Europese Unie. Op basis daarvan kan ieder land een risicoprofiel maken, maar ook een Europees risicoprofiel. Het brandveiligheidsbeleid kan hierop aansluiten. ■
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
37
24-1-2019 12:30:30
Brandweer, GHOR en Veiligheidsregio Almanak
• Veiligheidsregio’s • Brandweren: regio en gemeente • GHOR/Publieke gezondheid
Kijk voor meer informatie op www.sdu.nl/brandweeralmanak
LTR_P035_LTR-BR-01-2019 38
24-1-2019 12:30:30
RepRessi e
effectief optreden bij asbestincidenten Hoe treed je effectief op bij incidenten waarbij asbest vrijkomt? en waar moet je rekening mee houden? in de nieuwe Handreiking Aanpak Asbestincidenten zijn de veranderingen in wet- en regelgeving verwerkt en zijn ontwikkelingen van organisaties die betrokken kunnen zijn bij de asbestincidenten meegenomen. Daarnaast zijn de conclusies uit eerdere evaluaties van asbestincidenten in de handreiking verwerkt. een belangrijk aspect daarbij is tijdige en zorgvuldige communicatie. Fotografie: Ginopress
Door EllEn Schat
M
et de nieuwe handreiking hoopt het IFV landelijk te komen tot een uniforme aanpak van asbestincidenten. Een belangrijk onderdeel daarvan is het nemen van noodzakelijke, effectieve en efficiënte maatregelen. Daarvoor is in de handreiking zowel een stroomschema asbestincidenten buiten en een stroomschema asbestincidenten binnen opgenomen. Daarin is ook rekening gehouden met het gebied waarin het asbest is verspreid en of gebouwen al dan niet in gebruik zijn. In de handreiking is ook een hoofdstuk opgenomen over alle partijen die bij asbestincidenten betrokken zijn en hun rol daarin.
Daarin staat ook beschreven waaraan bijvoorbeeld een asbestinventarisatiebedrijf en een -verwerkingsbedrijf moeten voldoen.
Stroomschema asbestincident buiten
Brand&Brandweer
LTR_P039_LTR-BR-01-2019 39
communicatiE Ook wordt in de handreiking aandacht besteed aan de crisis- en risicocommunicatie. Eén van de aanbevelingen is dat er bij de opschaling naar GRIP een strakke regie moet zijn op de communicatie. Er is één zender, de gemeente. De communicatiedviseurs moeten daarbij zo snel mogelijk afstemmen met inhoudelijk deskundigen als het gaat om de gezondheidsrisico’s en het verspreidingsgebied. De boodschap die wordt uitgedragen moet aansluiten op de zorgen van de bewoners door ze concreet te benoemen en de zorg van burgers moet serieus worden genomen. Het risico moet zorgvuldig worden geduid. Tot slot zijn in de handreiking ook voorbeeldbrieven opgenomen die door de gemeente kunnen worden gebruikt. ■
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
39
24-1-2019 12:30:44
Inzicht in de Ondernemingsraad NIEUW!
Hét standaardwerk voor iedereen die de medezeggenschap naar een hoger niveau wil tillen
“Goed functionerende medezeggenschap zorgt voor goed presterende organisaties en werknemers die met plezier hun werk doen.” Robbert van het Kaar, auteur van Inzicht in de OR. ISBN: 9789012402873 Prijs: €66,04 excl. btw.
De 30ste editie van Inzicht in de ondernemingsraad bevat een uitvoerige, artikelsgewijze toelichting bij de Wet op de ondernemingsraden, aangevuld met een actueel overzicht van relevante jurisprudentie en een aantal bijlagen met nuttige informatie over de rol van de ondernemingsraad in andere regelgeving. Deze editie is inclusief: Wijzigingen in de privacy wetgeving (AVG) Komende wijzigingen in de wetgeving; o.a. overlegrecht over beloningen, medezeggenschap over pensioenen in kleine ondernemingen Belangwekkende rechterlijke uitspraken over onder meer de rechten van de OR bij benoeming en ontslag van bestuurders en over OR-verkiezingen
Meer informatie en bestellen via www.sdu.nl/inzicht-in-de-or
0307_ADV_Inzicht in OR_2019_210x297.indd 1 LTR_P040_LTR-BR-01-2019 40
06-11-18 10:49 24-1-2019 12:30:53
B&B REGISTER
B&B Brand&Brandweer
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Vaste adverteerders (contracthouders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.
Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop: I.S.-acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com
Alarmeringsystemen
Geboorde brandputten
Stickers
P2000 Alarmeringsystemen B.V. De Waterlaat 15 5571 MZ Bergeijk Postbus 15 5563 ZG Westerhoven Tel. 013 2134104/ 0497 712170 Fax 013 7113018 info@p2000shop.nl www.p2000shop.nl
Raaijmakers Bronbemaling Erfstraat 8 5405 BE Volkel-Uden Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl
Letas Stickerservice Postbus 32016 6370 JA Landgraaf Tel. 045 5312580 Fax 045 5691700
Hulpverleningsgereedschappen
MESSOR® Vitruviusstraat 188 2314 CW Leiden Tel. 071 8894130 Fax 084 7139745 www.messor.eu
Brigade Electronics bv Ambachtstraat 8 7587 BW De Lutte Tel. 0541 53 18 01 info@brigade-electronics.nl brigade-electronics.com/nl
Detachering RegioSafe Fire & Rescue B.V. Nieuwe Schaft 9/B 3991 AS Houten Tel. 030 6704815 info@regiosafe.nl
Aerialtronics DV B.V. Wassenaarseweg 75 - 1e Mientlaan 2223 LA Katwijk Tel. 070 3223224 www.aerialtronics.com sales@aerialtronics.com
Teamcoaching
Verhuur brandweermaterialen RegioSafe Fire & Rescue B.V. Nieuwe Schaft 9/B 3991 AS Houten Tel. 030 6704815 info@regiosafe.nl
Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer Gewenste rubrieken
o per rubriek, per uitgave € 45,o per rubriek heel jaar (10 uitgaven) € 355,Prijzen exclusief BTW Datum
Handtekening
U kunt deze bon inscannen en mailen naar: info@is-acquisitie.com. Voor deze en andere advertentiemogelijkheden in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a.: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com
Brand&Brandweer
LTR_P041_LTR-BR-01-2019 41
Sdu Uitgevers - nummer 1/2 januari/februari 2019
41
24-1-2019 12:31:02
Brandweer redt kat uit schoorsteen Een vermiste kat in Vleuterweide blijkt zich half december wel erg goed schuil te houden. Als de bewoners tot de ontdekking komen dat hij in het luchtkanaal moet zijn gekropen toen de monteur ermee bezig was, wordt de brandweer gealarmeerd. En dan is het zoeken. De kat blijkt niet in het luchtkanaal te zitten en ook niet in het luchtkanaal van de buren. Met behulp van een warmtebeeldcamera wordt hij gevonden in de schoorsteen. Daar wordt een gat in geknipt waardoor uiteindelijk de kat eruit kan worden gehaald. Bron: Regioleidscherijn.nl
Brandweer schiet te hulp Bij uitvaart Brandweerlieden uit Leiden hebben half december ongetwijfeld even raar opgekeken. Ze werden gealarmeerd voor een afhijsing. Ter plaatse bleek het om een doodskist te gaan.
BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding, en het communicatiemagazine van Brandweer Nederland. Januari 2019 - nummer 1 jaargang 43 REDACTIE-ADRES
Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE
Ing. Stephan J.M. Wevers, commandant brandweer Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Gelderland-Midden Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek Marcel van Galen, hoofd risicobeheersing Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Frank Huizinga, woordvoerder Brandweer Nederland Lucas de Lange, Vernieuwde repressie Veiligheidsregio Haaglanden Gerard Bouwmeester, vrijwilliger Veiligheidsregio Utrecht EINDREDACTIE
Jildou Visser e-mail: info@jildouvisser.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE
Door een storing van de lift kon de kist niet naar de rouwauto worden gebracht voor de uitvaart. De brandweerlieden boden uitkomst, zodat de uitvaart toch door kon gaan. Bron: Leidschdagblad.nl
Stephan Wevers, Melarno Kraan, Patrick van Gerner, Regio 15, Jeffrey Koper, Ginopress, Michel van Bergen, Wijnand Rensink, Martin Rijpstra, Meneer de Fotograaf en Ellen Schat. ONTWERP EN OPMAAK
Imago Mediabuilders, Amersfoort DRUK
Wilco BV - Amersfoort UITGEVER
Sdu Uitgevers: Elise Dokter Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: e.dokter@sdu.nl BLADMANAGEMENT
Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl ADVERTENTIE-ACQUISITIE
Lijst van adverteerders Aerialtronics DV B.V. 28 Letas Stickerservice 3 Messe Fulda GmbH 3 MESSOR 3 P2000Shop Alarmeringsystemen C4 Raaijmakers en Zn Bronbemaling BV 3 STC BV 28 Sdu C2, 3, 18, 34, 38, 40, C3
Tarieven, reserverings- en sluitingsdata voor (combinatie)advertenties in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a. op aanvraag beschikbaar bij: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, e-mail: info@is-acquisistie.com www. is-acquisistie.com Aanlevering van advertentiemateriaal bij loap@sdu.nl SLUITINGSDATA ADVERTENTIES EN BIJSLUITERS 2018
nummer Nr. 3 Nr.4
verschijning sluiting 02-03 06-02 06-04 13-03
ABONNEMENTEN
Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Het abonnement op Brand&Brandweer (10 nummers, prijspeil 2018) kost 101 euro excl. BTW (110,09 euro incl. BTW). Deze prijs is inclusief verzendkosten. Prijs los nummer: 12 euro (incl. BTW). Een abonnement op B&B geeft tevens toegang tot B&B-digitaal en het archief van B&B via www.brandenbrandweer.nl. Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Prijs online-abonnement los: 84 euro excl. BTW (101,64 euro incl. BTW). Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. Š Sdu Uitgevers 2019 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. ISSN 01656-4675
TERMIJN VAN ANNULERING:
6 weken voor verschijningsdatum TERMIJN VAN INzENDING:
3 weken voor verschijningsdatum
42
nummer 1/2 januari/februari 2019 - Sdu Uitgevers
LTR_P042_LTR-BR-01-2019 42
Brand&Brandweer
24-1-2019 12:31:16
nieuwe editie
ai-blad 44: De preventiemedewerker ai-blad 10: Bedrijfshulpverlening en noodorganisatie
Een onmisbaar naslagwerk voor iedereen die voorbereid wil zijn op noodsituaties! Met het AI-Blad 44: De preventiemedewerker heeft u een uitstekend hulpmiddel om uw preventiebeleid effectief en efficiÍnt te organiseren. Het biedt een duidelijk overzicht van de functie, taken en positie van de preventiemedewerker. Deze uitgave besteedt uitgebreid aandacht aan de arbocatalogus, de branchegerichte risico-inventarisatie en -evaluatie-instrumenten en de nieuwe richtlijnen voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Het AI-Blad 10: Bedrijfshulpverlening en noodorganisatie stelt u in staat, afhankelijk van de risico’s en processen in het bedrijf of de organisatie, te beslissen welk niveau van bhv- of noodorganisatie nodig is. In dit AI-blad vindt u diverse checklisten, stappenplannen en voorbeelden waarmee u zelf aan de slag kunt gaan.
Meer informatie en bestellen op www.sdu.nl/preventie-en-hulpverlening
LTR_P042_LTR-BR-01-2019 43
24-1-2019 12:31:16
PreCom
Next Generation Pagers
Met PreCom kan eerder actie worden ondernomen, is de betrouwbaarheid van directe inzet van vrijwilligers beter gegarandeerd en wordt de efficiëntie van een alarmering verhoogd. PreCom Pager Next Generation is sneller en efficiënter én heeft meer functies dan de huidige generatie alarm ontvangers. Met een druk op de knop bevestigt de ontvanger na een alarm direct zijn beschikbaarheid. Het systeem waarschuwt bij onderbezetting en schaalt automatisch op waar nodig. Bovendien geeft PreCom een helder overzicht wie wanneer beschikbaar is. Dankzij de ingebouwde kalender met aan- en afwezigheidsfunctie kan onderbezetting tijdig worden voorkomen. PreCom als totaal oplossing heeft zich reeds over meerdere jaren succesvol bewezen.
rdeel onde 00 m o C P20 Pre nging verva
• Realtime terugkoppelen van beschikbaarheid; • via agenda op pager beschikbaarheid opgeven; • mobiele applicaties voor Android / iPhone / Windows Phone • door een druk op de knop ad-hoc beschikbaarheid afmelden; • beschikbaarheidsinformatie op IP67 pager via PreCom berichtgeving; • LCD kazerne bezetting en opkomst display; • meldkamer applicatie; • gevanceerd beschikbaarheid systeem. Wilt u meer informatie? Kijk op onze website www.p2000shop.nl of bel 013-21 34 104. We helpen u graag.
P2000 Alarmeringsystemen B.V. De Waterlaat 15, Postbus 15, 5571MZ Bergeijk 5563ZG Westerhoven Nederland Tel : +31 13 2134104
LTR_P042_LTR-BR-01-2019 44
www.p2000shop.nl E-mail: info@p2000shop.nl Fax: +31 13 7113018
KVK: 18090540
24-1-2019 12:31:16