APRIL 2019
• Koning en minister in gesprek met de brandweer • Databank L&O, actueel inzicht in materieel
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
• Volle sportkalender van de Brandweer Sportbond
Grote afvalbrand Wilp geblust met zand
B&B Brand&Brandweer
www.brandenbrandweer.nl
4
JAARGANG 43
DOWNLOADT CHECKLIST
GEBRUIKT STAPPENPLAN
KRIJGT OVERZICHT VAN WETGEVING MET COMMENTAREN ZOEKT BINNEN ALLE ARBO INFORMATIEBLADEN
PRINT GEVONDEN INFORMATIE
BEDENKT OPLOSSING EN BORGT DEZE IN DE ORGANISATIE
GAAT NAAR HSE.SDU.NL
WIL DAT IEDEREEN ’S AVONDS WEER VEILIG THUIS IS
ANALYSEERT SITUATIE EN RISICO’S
WIL DAT ALLE MEDEWERKERS VEILIG KUNNEN WERKEN
Als het om ondersteuning van de HSE expert draait Met behulp van Sdu HSE beantwoordt u vragen vanaf de werkvloer én vanuit het management snel en accuraat. U speelt makkelijk in op veranderende omstandigheden en weet zeker wat de volgende stap is. Met Sdu HSE heeft u altijd en overal toegang tot alle noodzakelijke bronnen. En kunt u aan de slag met innovatieve tools voor de praktijk.
Neem een proefabonnement en ervaar Sdu HSE zelf. Ga naar hse.sdu.nl
Arbo Informatiebladen Safety! Magazine artikelen Arbocatalogi Wetgeving met toelichting
en commentaar Jurisprudentie Updates over regelgeving Tools voor de dagelijkse praktijk (checklists, vragenlijsten en stappenplannen)
INHOUD
nummer 4 april 2019
Coverstory
28
20 Brandende afvalberg Wilp geblust met zand Een brandende berg afval bij afvalverwerker Attero in Wilp zorgt voor de nodige uitdaging. Door de grote hoeveelheid brandend afval is blussen met water in de berg niet mogelijk. Besloten wordt om de brand af te dekken met zand en zo te smoren.
Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant start een samenwerking met deurwaardersorganisatie GGN. Catelijne Zantboer uit de regio laat weten dat GGN een verband heeft ontdekt tussen mensen met schulden en brand en zij bovendien over meer informatie over de inwoners van de regio beschikken.
Artikelen 10 Koning en minister in gesprek met Brandweer Midden- en
30
West-Brabant Koning Willem-Alexander en minister Ferdinand Grapperhaus van Justitie en Veiligheid zijn eind maart in gesprek gegaan met verschillende geledingen binnen de organisatie. Er is gesproken over onder andere vrijwilligheid, multidisciplinaire samenwerking en agressie tegen hulpverleners. 14 Databank L&O, actueel inzicht in beschikbaar materieel Welke logistieke middelen kun je in de incidentbestrijding ter plaatse laten komen? In de databank Logistiek & Ondersteuning (L&O) kan vanaf de zomer al het beschikbare materieel worden gevonden. Dit wordt later aangevuld met specialistische kennis en expertise.
Trainingsunit voor testen spanningsloosheid bij 25 kV spoorlijn De veiligheidsregio’s Rotterdam-Rijnmond en Midden- en West-Brabant hebben een trainingsunit ontwikkeld waarmee zij het testen van de spanningsloosheid op een 25 kV spoorlijn kunnen oefenen. Hierdoor zijn ze niet meer afhankelijk van de beschikbaarheid van het spoor.
33
Brandweer Sportbond presenteert volle sportkalender De Brandweer Sportbond ondersteunt sportevenementen voor brandweerlieden die in het land worden georganiseerd, hetzij financieel, hetzij met publiciteit. En dat levert ook dit jaar weer een volle sportkalender op.
16 Nieuwe natuurbrandbestrijdingsvoertuig Twente volledig
volgens Franse normen Met de aanschaf van zes Camion-Citerne Feux de Forests (CCFM) heeft Veiligheidsregio Twente bewust gekozen voor natuurbrandbestrijdingsvoertuigen die volledig volgens de Franse normen worden gebouwd. Projectleider Ko van Wijland legt uit waarom dit voertuig als beste uit de test kwam. 24 Sneller en nauwkeuriger incidentlocatie beschikbaar Met behulp van een nieuwe techniek, Advanced Mobile Location (AML) kunnen centralisten van de meldkamer al tijdens een 112-gesprek zien waar de beller zich bevindt. Robert du Pree, teamleider brandweer bij de Meldkamer Rotterdam legt de voordelen uit.
Duidelijk verband mensen met schulden en brand
Rubrieken 5 6 27 29 36
Van de redactie Actueel Oproep vakantiefoto’s Onder de Helm Gespot in de Markt
Op de cover: Blussen met water is onmogelijk als op 2 maart brand uitbreekt op een van de afvalbergen bij Attero in Wilp. De brand is te groot. Besloten wordt om met zand de bult af te dekken. Fotografie: Rens Hulman.
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
3
FIRE & RESCUE
BOOTS
HA
®– IX
MADE IN 100 % EU RO PE
MADE
IN
Contact en verdere informatie: Gabriel Duifs Tel.: +31 (0) 615 62 02 52, E-Mail: g.duifs@haix.com
www.haix.com
VAN DE REDACTI E
Vol energie aan de slag met energie
J
e hoeft de krant maar open te slaan of te kijken naar een actualiteitenprogramma op tv en het gaat over het klimaat, over het klimaatakkoord, over duurzame energie en over de kosten van maatregelen die gemaakt moeten worden om de ambitieuze klimaat-doelstellingen te halen. Zeker de afgelopen periode rond de verkiezingen voor de Provinciale Staten kwam dit veel naar voren. Ook binnen de brandweer komt steeds meer aandacht voor de energietransitie: een verschuiving naar nieuwe energiebronnen en energieopslagsystemen. Aanleiding daarvoor zijn ruimtelijke ontwikkelingen en de effecten daarvan op de fysieke veiligheid en gezondheid, maar ook incidenten met deze nieuwe energievormen die in de praktijk soms best lastig te bestrijden zijn.
Wat is dat klimaatakkoord ook alweer? In 2015 hebben 195 landen na de VN-klimmaattop het akkoord van Parijs ondertekend. Ook Nederland ondertekende en committeerde zich aan het beperken van de opwarming van de aarde met maximaal 1,5 tot 2 ˚C. Om ons deel van het wereldwijde doel te halen sluiten overheden, bedrijven en maatschappelijke partijen in Nederland een klimaatakkoord. In dat akkoord staan afspraken en maatregelen om de CO2-uitstoot in Nederland met 49% te verminderen. Een belangrijk deel van deze reductie wordt behaald door een transitie naar duurzame energie en het beperken van de uitstoot door voertuigen.
naar de effectiviteit van blusstoffen en er worden inzetprocedures opgesteld en beoefend. Ervaringen met incidenten en wat daarbij goed werkte (of juist niet) worden gedeeld via zowel social media als tijdens kennisdagen. Dat is goed, want daar leren we van! Juist omdat er nog zoveel vragen zijn en omdat er nog veel onduidelijk is maar er tegelijkertijd al wel veel van ons wordt gevraagd, is het belangrijk kennis te delen en te leren van elkaar. Het gaat dan niet alleen om het uitwisselen kan kennis tussen regio’s maar juist ook tussen onze verschillende vakgebieden: risicobeheersing, vakbekwaamheid, preparatie en incidentbestrijding. Om goed te kunnen adviseren over omgevingsveiligheid en bijvoorbeeld de ruimtelijke inpassing van opslagsystemen of bouwkundige maatregelen in risico-objecten is ook kennis nodig van incidentbestrijding en om incidenten goed te kunnen bestrijden moeten we vakbekwaam zijn en weten welke veiligheidsvoorzieningen aan de voorkant zijn getroffen. De ambities van het klimaatakkoord zijn ambitieus en daar zullen we ook binnen de brandweer de komende jaren nog veel mee bezig zijn. Laten we dat vooral samen en vol energie oppakken en op die manier vanuit onze rol bijdragen aan een veilige CO2-reductie! Hildemarie Schippers
Al die mooie ambities om de CO2-uitstoot te verminderen en daarmee te werken aan minder vervuiling hebben ook een keerzijde. We weten nog niet altijd wat het risico is van nieuwe energiebronnen en energieopslagsystemen en hoe we daar als brandweer en veiligheidsregio op een goede manier mee om kunnen gaan. Het gaat dan zowel over de advisering door risicobeheersing aan de ene kant en de bestrijding van incidenten aan de andere kant. Een paar van de vragen die naar boven komen zijn: wat is nu precies zo’n buurtbatterij? Hoe past dat in de bebouwde omgeving en wat zijn de effecten op de veiligheid en gezondheid voor omwonenden? Wat zijn de risico’s van waterstofauto’s? Hoe blussen we een fietsaccu of een opslag van lithium-ion batterijen? Welke blusstof werkt het beste? Hoe gaan we om met zonnepanelen bij brand? Wat is LNG? Waar komen we deze nieuwe energiesoorten allemaal tegen? Wat adviseren we mensen die vragen hebben over het opladen van hun elektrische fiets? Al deze vragen zullen de komende jaren worden beantwoord. Het is mooi om te zien dat veel collega’s daar ook al mee aan het werk zijn. Zo worden landelijk en regionaal kennisbijeenkomsten georganiseerd, vakgroepen en netwerken buigen zich over technische vraagstukken, er worden handreikingen opgesteld ten behoeve van advisering door risicobeheersing, er wordt onderzoek gedaan
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
5
actu e el
Meterkastkaart helpt inwoners bij uitval van stroom, gas of water Veiligheidsregio Gelderland-Zuid heeft in de tweede helft van vorig jaar onder inwoners van de gemeenten Buren, Culemborg en Geldermalsen onderzoek gedaan naar de omgang met uitval van vitale voorzieningen. Het resultaat? Er is behoefte aan informatie die geraadpleegd kan worden als er geen stroom is. De regio heeft daarom een meterkastkaart ontwikkeld met daarop de belangrijkste informatie bij uitval van stroom, gas of water. De vragen in het onderzoek gingen over twee incidenten: de grote stroomuitval in Buren, Culemborg en Geldermalsen doordat een apache in november 2017 in een hoogspanningsmast was gevlogen en over de drinkwaterverontreiniging in juni 2018 in Geldermalsen. Inwoners is onder andere gevraagd naar de problemen die zij hebben ondervonden, via welke middelen ze informatie hebben gezocht, wat in de toekomst zou kunnen worden verbeterd op het gebied van communicatie en hoe inwoners zich voorbereiden op een incident of crisis.
Geen stroom, gas, water meer? Wat kunt u doen?! Wie bel ik wanneer? Spoedgeval: 112
familie/bekenden
Politie, maar geen spoedgeval: 0900 8844 Nationaal storingsnummer stroom en gas: 0800-9009
Wat kan ik doen tijdens een storing? Stroom
Gas
Schakel alle elektrische apparaten uit. Haal stekkers van apparaten uit het stopcontact. Houd vriezer en koelkast dicht. Houd bij kou de warmte zoveel mogelijk binnen, sluit ramen en deuren.
Water Uitval Raadpleeg bij een kortstondige storing www.waterstoring.nl.
Sluit de hoofdgaskraan af. Sluit apparaten die gas gebruiken af. Houd bij kou de warmte zoveel mogelijk binnen, sluit ramen en deuren. Storing voorbij? Sluit niet zelf het gas weer aan. Schakel hiervoor uw nutsbedrijf in.
Verontreiniging U kunt uw kraanwater (tijdelijk) niet drinken. Volg www.vitens.nl voor de ontwikkelingen rondom de storing en informatie over een mogelijk kookadvies.
Kijk bij een storing of u mensen in uw omgeving kunt helpen!
Heb ik alles in mijn noodpakket zitten? Inwoners die aan het onderzoek hebben meegedaan gaven aan dat ze in de toekomst graag via een website en sociale media informatie willen ontvangen over de voorbereiding op een uitval van vitale voorzieningen. Daarnaast gaven ze aan dat ze ook juist behoefte hebben aan bijvoorbeeld een flyer, zodat ze ook tijdens een stroomstoring over informatie kunnen beschikken. Tijdens beide crises vonden bewoners de informatievoorziening onvoldoende. Bij de stroomstoring was 64% van de bewoners ontevreden, bij de drinkwaterverontreiniging ging het om 45%. Bij de stroomuitval is met name informatie gezocht via buren, bekenden of familie, via Facebook en via Omroep Gelderland. Bij de drinkwaterverontreiniging hebben ze met name informatie gevonden via een brief op het huisadres, Facebook en de website van Vitens.
❏ Radio op batterijen/opwindbare radio ❏ Warmhouddekens ❏ Kaarsen, waxinelichtjes en lucifers ❏ Verbandtrommel ❏ Flessen drinkwater ❏ Lang houdbaar voedsel ❏ Kopie van belangrijke papieren ❏ Lijst van telefoonnummers ❏ Verzorgingsartikelen ❏ Voorraad medicijnen Zorg dat het noodpakket op een plek ligt waar u makkelijk bij kunt.
❏ Zaklamp ❏ Batterijen ❏ Gereedschapset ❏ Reservesleutels ❏ Contant geld
Waar vind ik informatie tijdens een storing? www.vrgz.nl
crisisglz
crisisglz
www.liander.nl (stroom en gas)
omroepgelderland
omroepgld
www.vitens.nl (water) www.omroepgelderland.nl
Website en social media kanalen van uw gemeente
Omroep Gelderland via 89.1 Mhz of 99.6 Mhz Ook mogelijk via autoradio of radio uit noodpakket
Vraag rond in uw omgeving of er mensen zijn met meer informatie over de situatie.
www.crisis.nl
WAS jaar langer in gebruik Het Waarschuwings- en Alarmeringssysteem (WAS) blijft een jaar langer in gebruik. Dat heeft minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus bekendgemaakt. Het WAS zou per 1 januari 2020 worden uitgefaseerd, maar deze datum blijkt onhaalbaar. Grootste oorzaak daarvoor is dat het aanpakken van roamingproblematiek van NL-Alert in de grensstreek meer tijd kost. 6
nummer 4 april 2019 - Sdu Uitgevers
Daarnaast heeft een aantal veiligheidsregio’s volgens de minister aangegeven dat ze de sirenes willen overnemen, bijvoorbeeld in de directe omgeving van chemische industriële complexen. Het maken van goede afspraken daarover en de uitvoering ervan vraagt een zorgvuldige voorbereiding, schrijft de bewindsman.
Brand&Brandweer
actu eel
Evaluatie Drenthe: ‘Verbinding met samenleving kan beter’ Tijdens droge zomerperiode van vorig jaar waren in Veiligheidsregio Drenthe enkele grote incidenten en natuurbranden, waaronder een afvalbrand bij Nieuw-Dordrecht en een natuurbrand bij Wateren. De regio heeft deze inzetten geëvalueerd en concludeert: bij incidenten wordt slagvaardig en vakkundig opgetreden, hulp van de omgeving, zoals boeren die bijsprongen met extra water, droeg bij aan het snel bestrijden van incidenten en er moet meer aandacht zijn voor de behoefte van de inwoners. Naast het verbeteren van de verbinding met de samenleving, volgen in het rapport negen aanbevelingen. De eerste is om niet te veel op procedures te focussen, zodat er voldoende ruimte is voor
vakmanschap. Daarnaast adviseert het Veiligheidsbureau om in gesprek te gaan over wanneer ‘goed’ goed genoeg is, te onderzoeken hoe het besef van eigen veiligheid van hulpverleners beter gebord kan worden, te opereren als team op basis van een probleemstelling, permanente verbinding te organiseren tussen alle crisispartners en als organisatie te leren hoe beter omgegaan kan worden met expertise van buitenaf. Tot slot vindt het Veiligheidsbureau dat de nafase met de juiste partners met worden georganiseerd, de rol van de overheidsdienst beter bepaald en vastgesteld moet worden en het lerend vermogen van de organisatie mag worden verstevigd. De complete evaluatie is te downloaden via vrd.nl.
Fotografie: Rotterdam-Rijnmond
Rotterdam-Rijnmond opent eerste interactieve belevingswoning
Brandweer Rotterdam-Rijnmond heeft de eerste interactieve belevingswoning voor volwassenen geopend. Inwoners van de stad kunnen er ervaren wat er gebeurt als brand in een woning uitbreekt en ontdekken hoe ze brand kunnen voorkomen. ‘Naast voorlichting op scholen en de club van 1-1-2 voor kinderen in de kazerne van Schiedam, zetten we met deze reizende belevingswoning nu ook stevig in op preventie en zelfredzaamheid van volwassenen’, aldus Peter Schuurmans, hoofd van de afdeling Veilig Leven.
Brand&Brandweer
‘In dit belevingshuis ervaar je met al je zintuigen wat de impact van een woningbrand is. Bij binnenkomst ruik je direct de indringende geur. Je ziet zwarte muren en de treurige aanblik van verbrande meubels’, vertelt Sheila Huizer, coördinator Veilig Leven van Vailigheidsregio Rotterdam-Rijnmond. ‘We bieden feitelijke informatie, maar spelen ook in op het gevoel van de bezoeker en wijzen met een game op de korte tijd die je hebt om een brandende woning te verlaten.’ De belevingswoning verplaatst iedere twee maanden naar een andere wijk in Rotterdam en de aangrenzende gemeenten.
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
7
actu e el
NVWA: ernstige veiligheidsrisico’s bij hoverboards De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft onderzoek gedaan naar de veiligheid bij het opladen van hoverboards. Alle 29 onderzochte voldoen niet aan de eisen. De tekortkomingen zijn volgens de NVWA zodanig dat ze tot (zeer) ernstige effecten kunnen leiden, zoals brand en explosie.
instructie voor veilig en juist gebruik en bij 21 waren de opschriften niet correct. De NVWA heeft de verkoop van deze producten verboden en de betrokken bedrijven een maatregel opgelegd en verplicht tot het zo snel mogelijk informeren van hun afnemers over de risico’s.
Bij 28 van de onderzochte hoverboards voldoet het beveiligingscircuit niet aan de veiligheidseisen. Verder waren bij 27 exemplaren de bedradingswegen niet vrij van scherpe randen en bleken eenzelfde aantal niet te beschikken over een voldoende brand werende behuizing. Tot slot zat bij 25 apparaten geen Nederlandse
Aanleiding voor het onderzoek waren meldingen over brand en explosie van hoverboards in Nederland en het buitenland. De nadruk lag op de veiligheidseisen die de kans op brand en explosie moeten voorkomen.
Utrecht sluit overeenkomst voor Nationale Reddingsvloot Veiligheidsregio Utrecht en Reddingsbrigade Nederland hebben een overeenkomst ondertekend in het kader van de Nationale Reddingsvloot. De regio levert vier vaartuigen plus bemanning vanuit de lokale reddingsbrigades. De reddingsgroep staat 24/7 paraat voor inzet bij een watercrisis of overstroming. Vorig jaar zijn al met 22 andere regio’s afspraken gemaakt over het leveren van een reddingsgroep aan
8
nummer 4 april 2019 - Sdu Uitgevers
de Nationale Reddingsvloot. In totaal zijn er nu 88 varende eenheden binnen de vloot. Elke regio maakt zelf de keuze hoe ze de reddingsgroep formeert. Dit kan in samenwerking met Reddingsbrigade Nederland, maar ook door gebruik te maken van brandweermaterieel en -mensen.
Brand&Brandweer
actu eel
Regio’s starten met automatisch alarmeren van Salvage Fotografie: Rotterdam-Rijnmond
Veiligheidsregio Kennemerland, ZaanstreekWaterland, Noord-Holland Noord, Noord- en Oost-Gelderland zijn gestart met het automatisch alarmeren van Stichting Salvage. Bij alarmering van de brandweer wordt ook direct de Salvagecoördinator ingeschakeld. Op deze manier kan sneller hulp en advies worden geboden aan gedupeerden en kunnen in een vroegtijdig stadium maatregelen worden getroffen om de schade te beperken. In totaal werken nu tien regio’s op deze manier. Veiligheidsregio Groningen, Friesland, Drenthe, Gelderland-Zuid en Twente zijn eerder al gestart met het automatisch alarmeren van Salvage.
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
9
Overh ei d
Koning en minister in gesprek met Brandweer Midden- en WestBrabant Fort Oranje, de samenwerking tussen crisispartners, de geleerde lessen sinds de brand bij Chemie-Pack in 2011, agressie tegen hulpverleners, multidisciplinaire samenwerking en vrijwilligheid. Het waren zomaar enkele onderwerpen die aan bod kwamen tijdens het bezoek van koning Willem-Alexander en minister Ferdinand Grapperhaus van Justitie en Veiligheid aan Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Het bezoek van de koning met de minister was de zevende in een reeks van bezoeken van de koning met ministers en staatssecretarissen. Door JILDOU VISSER Fotografie Beeldwerkt
‘I
k wilde aan de koning laten zien hoe de brandweer werkt en hoe de samenwerking tussen de hulpdiensten de afgelopen jaren is verbeterd. Ik wilde de hulpverleners dit zelf aan hem laten vertellen’, verklaart minister Grapperhaus het bezoek dat hij samen met de koning aan Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant heeft gebracht. Tijdens het werkbezoek zijn ze in gesprek gegaan met verschillende groepen binnen de
10
nummer 4 april 2019 - Sdu Uitgevers
organisatie over diverse onderwerpen. De middag start met een gesprek over de aanpak van camping Fort Oranje in Rijsbergen. Volgens Annemieke van der Zijden, directeur Publieke Gezondheid bij Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant was er sprake van sluimerende problemen die hebben geleid tot een maatschappelijke ontwrichting. ‘Er was geen zorg en er speelden erge medische vraagstukken. Dan moet je als regio een coördinerende rol pakken. De capaciteit die je beschikbaar hebt, moet je niet onbenut laten.’ Het was volgens Van der Zijden de eerste keer dat GRIP4 werd toegepast op een sociale crisis. ‘Vanaf het moment dat we bekend-
Brand&Brandweer
Overh ei d
maakten dat iedereen die daar zat geherhuisvest ging worden, steeg het aantal bewoners van zevenhonderd naar twaalfhonderd. Dat brengt uitdagingen met zich mee’, vult Regionaal Commandant Gert-Jan Verhoeven, Operationeel Leider tijdens het incident aan. ‘Het voordeel van GRIP4 is dat je dan ook een politiepost kunt afvaardigen.’ Nadat is gesproken over de aanpak van de crisis, vraagt de koning of er ook lessen van zijn geleerd. ‘Ja’, antwoordt Tijs van Lieshout, algemeen directeur van Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. ‘Er ligt een betere juridische basis om eerder iets te doen.’ ‘We kunnen het nu proactief eerder in kaart brengen en ernaar handelen’, vult Van der Zijden aan. ‘Zodra een park niet meer een recreatieve functie heeft, kunnen we dat aanpakken. Dat is ook afgestemd met de VNG.’ In het gesprek wordt ook het belang van een goede vitale infrastructuur onderstreept. ‘Bij dit soort incidenten zijn wij onzichtbaar, maar ook onmisbaar’, laat Anja de Vos, regiodirecteur Zuid-Nederland van KPN weten. ‘En daar zit ook een serieuze zorg voor de toekomst, met name op het gebied van cyber security. De grenzen die we in het dagelijks leven gebruiken, zijn in de digitale wereld ouderwets. Daar moet meer aandacht voor komen.’ Een ander groot incident dat zich in de regio heeft voorgedaan is de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk in 2011. ‘We hebben sindsdien veel lessen getrokken om beter voorbereid te zijn op dit soort grote branden’, aldus Ferdinand van den Oever, directeur van het Havenbedrijf Moerdijk. ‘We weten nu veel beter waar we welke kennis en expertise kunnen vinden. Dat is ook een compliment aan de regio, we zijn veel beter in gesprek met elkaar.’ Verhoeven reageert daarop door te laten weten dat in de regio inderdaad veel is verbeterd, maar er met name grote zorgen zijn over grensoverschrijdende incidenten. ‘Je ziet dat de informatiestroom zo nu
Brand&Brandweer
en dan wat langzaam op gang komt. De cultuur in België is nou eenmaal anders. Als zij een incident hebben waar veel stank bij vrijkomt die over de grens trekt, krijgen wij daar vragen over terwijl we niet weten wat er aan de hand is. De Belgen denken al snel dat het beperkt blijft tot hun gebied.’ De minister sluit het gesprek af met de vraag welke zaken hij voor elkaar moet krijgen om de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren. ‘De informatievoorziening en een betere afstemming in de opschaling’, antwoordt Van Lieshout. ‘We zien dat het op zoneniveau goed gaat, de regio’s zijn onderling goed in staat samen te werken. Zodra hoger wordt opgeschaald, wordt het lastig.’ Multidisciplinaire samenwerking In een van de volgende gespreksrondes zijn de koning en minister in gesprek gegaan met Officieren van Dienst van de brandweer, politie en de GHOR. ‘We hebben elkaar keihard nodig’, is daarin een van de veelgenoemde opmerkingen. ‘Eigenlijk oefenen we te weinig samen. We proberen het wel, maar echt grote incidenten samen oefenen zou best vaker kunnen’, laat de OvD van de brandweer weten. De minister vraagt daarop naar wat er is veranderd is in de samenwerking sinds de GRIP-structuur is geïntroduceerd. ‘Er zit veel meer structuur in, dat is echt verbeterd. Bovendien weten we elkaar hierdoor ook beter te vinden. We evalueren ook steeds vaker multidisciplinair, die samenwerking is groeiende.’ Vervolgens is de minister erg geïnteresseerd in de agressie tegen hulpverleners. Hij vraagt de OvD’s van de drie verschillende diensten of zij merken dat er verschil is in de manier waarop op de verschillende hulpdiensten wordt gereageerd. Het antwoord is duidelijk. ‘Bij de ambulance worden we vaak vriendelijk ontvangen.’ ‘Je merkt dat op ons wezenlijk anders wordt gereageerd, ook
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
11
Overh ei d
als we worden gealarmeerd voor een reanimatie’, reageert de OvD van de politie. ‘Mensen zijn veranderd. Wij zijn vorig jaar gealarmeerd voor een incident waarbij een jongen van drie bekneld was komen te zitten in een kermisattractie. We waren bezig met de redding en zijn daarin echt tegengewerkt door de eigenaar van de attractie, maar ook door omstanders’, vertelt de OvD van de brandweer. ‘We mochten niet aan de attractie komen, ondanks dat de jongen daarin bekneld zat en we hem wilden bevrijden. De politie moest daaraan te pas komen, want de sfeer werd erg grimmig. We hebben elkaar keihard nodig bij dit soort incidenten.’ Vrijwilligheid Een ander onderwerp waarover de koning en de minister uitgebreid in gesprek gaan is vrijwilligheid bij de brandweer. Een groep vrijwilligers van verschillende kazernes in Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant vertelt hen over de combinatie tussen hun baan en de brandweer en de tijdsbelasting die het met zich meebrengt. Een van de eerste zaken waar de koning naar informeert is hoe dichtbij de vrijwilligers bij de kazerne moeten wonen. ‘We moeten binnen zes minuten op de kazerne kunnen zijn’, laat een van de vrijwilligers weten. ‘Omdat in toenemende mate steeds meer vrijwilligers op een andere locatie werken dan waar ze wonen, zijn er allerlei initiatieven om de paraatheid zo hoog mogelijk te houden. In onze regio kunnen vrijwilligers die zelfstandige zijn, bijvoorbeeld op kantoor in de kazerne werken.’ De minister informeert daarop hoe het eigenlijk werkt als vrijwilligers een baan in loondienst hebben. De reacties zijn wisselend. ‘Mijn werkgever heeft mij duidelijk laten weten dat ik bij de brandweer mag, maar hij wil er geen last van hebben.’ ‘Ik werk in de zorg, dus heb flexibele werktijden, maar ik werk niet
12
nummer 4 april 2019 - Sdu Uitgevers
in het dorp waar ik bij de brandweer ben. Dat maakt dat ik maar beperkt inzetbaar ben. Gelukkig hebben we bij onze kazerne een heel gemêleerd gezelschap waardoor we vaak voldoende mensen hebben om uit te rukken.’ Volgens een van de vrijwilligers wordt ook steeds meer gekeken naar verschillende varianten om de vrijwilligheid bij de brandweer stand te laten houden. ‘Als je hier in het dorp werkt, maar in een plaats elders in de regio woont, kun je overdag hiermee uitrukken. Het verschilt dan per plaats of je de oefenavond bij één of beide korpsen moet meedraaien.’ Roel Timmermans is projectleider vrijwilligheid in de regio. Hij laat weten dat in de regio proeftuinen worden opgezet waarin wordt gekeken of het huidige systeem nog toekomstbestendig is. ‘Die proeftuinen zetten we echt vanaf de werkvloer op. Het draait om het vinden, binden en boeien van mensen. Wat heb jij nodig om je werk te kunnen doen? Wat mis je? En zijn er andere taken die je graag zou willen doen? We moeten de lokale betrokkenheid hoog in het vaandel houden. Iemand die bijvoorbeeld is afgekeurd bij het PPMO is nu direct klaar, dat is behoorlijk rigoureus. Zo iemand heeft veel kennis en ervaring en zou best nog andere taken binnen de brandweer kunnen uitvoeren, totdat het PPMO wel is gehaald. Zou zo iemand bijvoorbeeld chauffeur en pompbediener kunnen zijn? Dat willen we in de proeftuinen onderzoeken. Dat wijkt af van de huidige regelgeving, dus dat kan niet zomaar’, beseft Timmermans. ‘We gaan dit eerst juridisch onderzoeken en voorbereiden. Pas als er groen licht is, kunnen we ermee verder. Een ander onderwerp waar we naar kijken zijn inleenovereenkomsten voor vrijwilligers die in de ene plaats wonen, maar in een andere werken en daar ook vrijwilliger willen zijn. Dat kunnen ook plaatsen in een andere regio zijn. Dat moet je goed regelen.’
Brand&Brandweer
Overh ei d
PPMO Tijdens het gesprek met de vrijwilligers komt ook het Periodiek Preventief Medisch Onderzoek (PPMO) ter sprake. Eén van de vrijwilligers geeft daarbij aan dat ze doordat ze per ongeluk tijdens de Stairmaster op de noodknop drukte, buiten dienst is geplaatst. ‘Ik ben achttien jaar vrijwilliger geweest en heb nooit problemen gehad. Aan het einde van mijn PPMO bij de Stairmaster tikte ik bij 85 per ongeluk de noodknop aan en ben daardoor buiten dienst geplaatst. Een herkansing krijg je niet zomaar, daar zitten voorwaarden aan. Je moet dan ook eerst met de bedrijfsarts om tafel. Dat vind ik te streng. Ik begrijp het belang van een keuring, je moet een basis hebben om het vak uit te kunnen oefenen, maar zoals het nu is ingericht is het wel erg zwaar, want dezelfde regels gelden voor iedereen. Je krijgt een hesje met twintig kilo aan en je draagt de volledige uitrusting. Ik krijg bijna de helft van mijn lichaamsgewicht erbij. Als je groter en zwaarder bent, is dat extra gewicht makkelijker te dragen. Wij horen die geluiden landelijk ook. Er zijn echt mensen afgekeurd sinds PPMO is ingevoerd. Op deze manier gaat veel kennis verloren terwijl vrijwilligers steeds lastiger te vinden zijn.’ Koninklijke onderscheiding Eén van de laatste onderwerpen die tijdens het gesprek aan bod komen is de koninklijke onderscheiding. ‘Die vragen wij normaal gesproken pas aan als iemand die twintig jaar of langer in dienst is geweest aangeeft te willen stoppen. We merken dat doordat het beleid verandert en de koninklijke onderscheiding eraf gaat, mensen eerder willen stoppen zodat ze die onderscheiding nog kunnen krijgen. Dat moeten we volgens mij niet willen’, vertelt Jeroen Trommelen, een van de vrijwilligers en lid van de OR. Wij
Brand&Brandweer
hebben in onze regio nu afgesproken dat we de onderscheiding voor iedereen die twintig jaar of langer in dienst is, nog aanvragen, zodat vrijwilligers nog wel gewoon in dienst kunnen blijven en de onderscheiding krijgen.’ Terugblik Alle brandweerlieden kijken met een positief gevoel terug op het bezoek van de koning en de minister aan Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. ‘Ik had het idee dat ze ook erg geïnteresseerd waren in ons werk en hoe we de brandweer combineren met onze normale baan en de thuissituatie’, aldus Trommelen. Timmermans beaamt dat: ‘Ze kwamen beide erg betrokken over en wisten er bovendien ook al veel van. Het mooie was dat ze ons ook echt zagen als parttime professionals die 24 uur per dag, zeven dagen per week klaar staan.’ Minister Grapperhaus kijkt ook tevreden terug op het werkbezoek. ‘Ik ben altijd erg onder de indruk van de motivatie en de verhalen van de brandweer. Het was een veelzijdig bezoek waarin veel kanten van de brandweer en Veiligheidsregio zijn belicht. We hebben ook echt kunnen spreken over de plussen en de minnen. Ik neem daaruit een paar dingen mee terug naar Den Haag. Eén van die punten is de grensoverschrijdende samenwerking, we moeten echt met de Belgen in gesprek over hoe we dit op hoger niveau ook goed kunnen regelen. In de tweede plaats moeten we in Den Haag aan de slag met agressie tegen hulpverleners. Dat is soms op het onbeschofte af. Ik ben bezig met een wetsvoorstel waarmee we de straffen kunnen verhogen en mensen eerder strafbaar zijn. Het derde punt dat ik meeneem is de vrijwilligheid bij de brandweer. We moeten kijken hoe we kunnen zorgen dat dit binnen de wetgeving behouden blijft. Daarbij moeten we ook kijken naar creatieve oplossingen.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
13
Materi eel
Databank L&O, actueel inzicht in beschikbaar materieel Welke logistieke middelen kun je in de incidentbestrijding ter plaatse laten komen? De databank Logistiek & Ondersteuning (L&O) geeft daar straks het antwoord op. In de databank is in eerste instantie al het materieel dat de regio’s beschikbaar hebben, opgenomen. Later wordt daar ook specialistische kennis en expertise aan toegevoegd, laat Bas Bor, projectleider van de databank L&O, weten. Het is een van de deelprojecten van L&O binnen het programma Grootschalig en Specialistisch Optreden Brandweer Nederland (GBO-SO).
Door JILDOU VISSER
B
or is samen met collega Martin Kolders twee jaar geleden met de opdracht gestart. ‘De aanleiding was eigenlijk de constatering in het veld en in de Raad van Brandweercommandanten dat we van elkaar niet weten welke spullen en expertise we hebben. Er was geconstateerd dat actiecentra tijdens de incidentbestrijding vaak gebruik maken van Google om te achterhalen wat waar te vinden is. De gedachte was dat dat anders kon, door al het materieel en de kennis te bundelen
en samen te brengen in één database, zodat je met één druk op de knop de informatie hebt die je zoekt.’ Actuele informatie Met die opdracht zijn de projectleiders aan de slag gegaan. Eén van de aspecten waar ze rekening mee wilde houden is de inzetbaarheid van het materieel. ‘Je hebt soms weleens dat voertuigen voor bijvoorbeeld onderhoud of reparatie buiten dienst zijn of dat ze bij een ander incident zijn ingezet. We wilden dat die actuele status ook in de databank te zien zou zijn, zodat je echt inzichte-
Bij de kerkbrand in Weesp in 2016 is een kraan uit Haaglanden gealarmeerd, omdat deze hoger was dan de beschikbare kranen in Gooi en Vechtstreek. Fotografie: Bastiaan Miché
14
nummer 4 april 2019 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
Materi eel
lijk hebt waar je ten tijde van een incident je materieel vandaan kunt halen.’ Om dat te realiseren is de databank gekoppeld aan het meldkamersystem GMS. De voertuignummers, typeringen en locaties die daarin staan, staan ook automatisch in de databank. ‘Op die manier is de status altijd actueel. Is een voertuig bij een ander incident ingezet, dan staat er in de databank dat deze vertraagd inzetbaar is. Is een voertuig tijdelijk buiten dienst, dan staat hij ook tijdelijk niet in de databank.’ Specificaties Nu de systemen gekoppeld zijn, is het volgens Bor aan de regio’s om de informatie in de databank aan te vullen. ‘Op dit moment staan daar bijvoorbeeld alleen het voertuignummer, de status en de voertuigsoort in, maar je wilt juist ook de specificaties van een voertuig weten, zoals bijvoorbeeld de maximale hoogte van een hoogwerker, het type schuim van een schuimblusvoertuig of de specifieke eigenschappen van een natuurbrandbestrijdingsvoertuig. Het is nu aan de regio’s om al dat soort specificaties per voertuig aan de databank toe te voegen. Zodra dat is gedaan, is de databank optimaal bruikbaar voor de regio’s.’
Een tweede stap die in de doorontwikkeling gemaakt moet worden is het toevoegen van zowel los materieel als expertise aan de databank. Dat deel van de databank is volgens hem technisch al wel voorbereid, maar nog niet ingevuld. ‘We werken hierin samen met het programma IBGS. Zij hadden behoefte om materieel, kennis en expertise die van pas kan komen bij incidentbestrijding gevaarlijke stoffen ergens centraal weg te zetten. Zodra dat erin staat hebben we een echt complete databank met al het beschikbare materieel en de aanwezige expertise bij de Nederlandse brandweer.’ Hij benadrukt dat het alleen gaat om de brandweer. Voor multidisciplinaire ondersteuning van materieel en expertise heeft het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum (LOCC) IVCM, een multidisciplinaire databank. Hierin staan bijvoorbeeld de middelen die Defensie, waterschappen en andere ketenpartners kunnen leveren. ‘Het grote verschil is dat in onze monodisciplinaire databank ook de beschikbaarheid van het materieel is meegenomen. Dat is bij de multidisciplinaire databank van het LOCC niet het geval. Daarbij kan het dus voorkomen dat je materieel aanvraagt, maar het niet beschikbaar is. Onze interregionale bijstandsaanvragen worden bijna altijd gehonoreerd.’ Gebruik De Databank L&O is onderdeel van het deelproject L&O binnen GBO-SO. Dat betekent ook dat de toegang en het gebruik volgens de opzet in dat programma wordt ingericht. ‘Logischerwijs krijgen alle pelotonscommandanten logistiek (PC-LOG) die we nu aan het opleiden zijn, toegang tot de databank. Omdat nog niet iedere regio een PC-LOG heeft, zijn we nu verder aan het kijken welke functionarissen nog meer toegang kunnen krijgen tot de databank. De manier waarop regio’s de logistieke ondersteuning hebben ingericht is nog heel divers. We proberen dat ook zoveel mogelijk bij regio’s neer te leggen. Zij weten het beste hoe hun organisatie functioneert. En ook bijvoorbeeld actiecentra zouden toegang kunnen krijgen tot de databank L&O’ Bor hoopt dat zoveel mogelijk regio’s voor de zomer alle specificaties van hun materieel hebben aangevuld. ‘In dat geval kunnen we de databank in september volledig operationeel hebben en overal implementeren.’ ■
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
15
Materi eel
Natuurbrandbestrijdingsvoertuig twente volgens Franse normen Veiligheidsregio twente heeft met de aanschaf van zes Camion-Citerne Feux de Forests (CCFM) bewust gekozen voor natuurbrandbestrijdingsvoertuigen die volledig volgens de Franse normen worden gebouwd. ‘De Fransen hebben er goed over nagedacht en er veel ervaring mee. Waarom zouden we het wiel opnieuw uitvinden als dat al is uitgevonden?’, aldus projectleider Ko van Wijland van Brandweer twente. De nieuwe voertuigen zijn lichter en wendbaarder dan de oude 4x4 modellen en bovendien voorzien van betere veiligheidssystemen.
DOOR jildOU VisseR FOTOGRAFIE BRaNdweeR tweNte
D
e nieuwe voertuigen worden aangeschaft, omdat de traditionele 4x4 blusvoertuigen moesten worden vervangen. ‘Destijds hebben we die aangeschaft als combivoertuig, om te gebruiken bij de dagelijkse brandbestrijding en bij natuurbranden. In de praktijk blijkt dat geen goede combinatie. De voertuigen zijn te groot, hoog en log om in het dorp goed mee uit de voeten te kunnen en met achttien ton is het voertuig te zwaar om mee in natuurgebieden te kunnen rijden. Bovendien waren de banden vooral geschikt voor het rijden op een verharde weg. Het was dus eigenlijk van beide net niets’, aldus Van Wijland. ‘In het project voor de aanbesteding van de nieuwe voertuigen hebben we bewust gekozen voor 16
nummer 4 april 2019 - Sdu Uitgevers
het vervangen van de traditionele 4x4 blusvoertuigen door een echt natuurbrandbestrijdingsvoertuig en een TS. De posten met een 4x4 krijgen er dus straks twee voertuigen voor terug.’ NatUURBRaNdsCeNaRiO’s De projectgroep is onder leiding van Van Wijland gestart met het beschrijven van de natuurbrandscenario’s in de regio waarbij de voertuigen moeten kunnen worden gebruikt. ‘Die scenario’s hebben we bij de marktpartijen neergelegd. Dit willen we ermee kunnen doen. Wat hebben jullie?’, vertelt de projectleider. Op die uitvraag hebben in totaal zes leveranciers gereageerd. Enkele daarvan kunnen niet voldoen aan de eis om een voertuig voor praktijktesten te leveren en hebben daarom in het verdere traject niet meegedaan. ‘We hebben een paar dagen uitgetrokken voor de praktijktesten met de Iveco Truck van Magirus en het voer-
Brand&Brandweer
Materi eel
tuig van Gimaex met Renault. Op die laatste is uiteindelijk de keuze gevallen. We zijn met een groep brandweerlieden van de posten die nu beschikken over een traditionele 4x4 en dus straks de beschikking krijgen over het gekozen natuurbrandbestrijdingsvoertuig, beide voertuigen gaan testen op bijvoorbeeld het rijden op een verharde weg, het bedieningsgemak, het rijden in zand en de pompfunctie. Op basis van die test en alle functionaliteiten hebben we voor het Franse voertuig gekozen en laten we deze volledig volgens de Franse normen bouwen.’ FUNCtiONaliteiteN De CCFM is volgens de projectleider een compact voertuig. Het is 2,4 meter breed, 6,8 meter lang en weegt veertien ton. Op het voertuig zit een tank met een inhoud van vierduizend liter water. In de cabine kunnen vier personen plaatsnemen. Het beschikt over een
Brand&Brandweer
bumpermonitor, losse slanghaspels en geen dakluik. Van Wijland: ‘We hebben bewust gekozen voor een bumpermonitor in plaats van een dakmonitor, omdat we met een bumpermonitor gerichter kunnen blussen. Bovendien hebben we in onze regio met name te maken met lage begroeiing. In Nederland zie je weleens dat vanuit dakluiken wordt geblust. Dat kan bij dit voertuig niet. Dat heeft mede te maken met de veiligheidsvoorzieningen voor als het voertuig kantelt. Bovendien is de toegevoegde waarde minder, wanneer je de beschikking hebt over een bumpermonitor en slanghaspels waarmee je lopend kunt blussen.’ Om met de CCFM door brandende vegetatie te rijden zijn alle leidingen voorzien van een brandwerende bepakking, zitten er sproeiers op de banden om ze te koelen, zitten alle kwetsbare delen tussen de cabine en de opbouw en niet onder het voertuig en zijn de brandstoftank en de katalysator beschermd met hit-
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
17
Materi eel
teschilden. ‘Die combinatie is redelijk uniek. Je ziet hieraan dat de Fransen veel ervaring hebben met grote natuurbranden en daarmee ook met natuurbrandbestrijdingsvoertuigen en waar die in de praktijk aan moeten voldoen.’ Omdat met name grote natuurbranden zich soms erg snel kunnen ontwikkelen en brandweerlieden kunnen verrassen beschikt het voertuig over een veiligheidssysteem in de cabine. ‘Op het moment dat we ingesloten raken door een natuurbrand, kunnen we ons in de cabine terugtrekken. Daar zit een elektrische pomp in voor het koelsysteem en een intern ademluchtsysteem. Je kunt het vergelijken met de zuurstofmaskers die je in een vliegtuig krijgt. Eerlijk gezegd is de kans dat we het in Nederland nodig gaan hebben denk ik niet groot, maar sinds de vuurwerkramp in Enschede zeg ik niet dat we het nooit nodig gaan hebben. Soms kom je voor situaties te staan die je vooraf nooit had verwacht en dan is het fijn dat deze voorziening er wel op zit.’ Rijgemak In de praktijkteksten heeft de CCFM volgens de projectleider bovendien hoog gescoord op het rijgemak. De CCFM beschikt over een flexibel chassis waardoor het te allen tijde vier wielen aan de grond houdt. ‘Hierdoor kun je ermee op de meest onbegaanbare paden rijden. Als je door een erg zanderig gebied rijdt, kun je bovendien de banden ver leeg laten lopen, zodat je een groter dragend oppervlakte hebt. Rijd je het gebied weer uit, dan kun je ze weer oppompen. Beide moet handmatig, maar alle middelen die je nodig hebt zijn aan boord.’ Bovendien kan het voertuig grote op- en afrijdhoeken aan, tot wel 35,3 graden, en op een helling stil blijven staan, laat Van Wijland weten. ‘Er zit een remsysteem op alle vier wielen ingebouwd waardoor je niet op de rem hoeft te blijven staan als je op een helling staat. De koppeling oplaten is genoeg. Eigenlijk zijn het net berggeiten, ze kunnen overal tegenop klimmen en door18
nummer 4 april 2019 - Sdu Uitgevers
heen rijden, want de bodemvrijheid is ook hoog. Dat geeft ons de mogelijkheid om er ook mee door hoge struikgewassen te rijden, zonder dat je overal achter blijft haken.’ Op het moment dat er lopend wordt geblust, biedt het voertuig ook voor de chauffeur het nodige rijgemak. De projectleider legt uit dat de CCFM voertuigen zijn voorzien van een cruise control die al bij lage snelheden ingeschakeld kan worden. ‘Je kunt je voorstellen dat het in hobbelig terrein lastig is om met het gaspedaal een constante snelheid aan te houden. Met de cruise control gaat dat erg makkelijk. Heb je buiten een manschap die snel loopt, dan kun je er met een tikje zo een kilometer per uur bijdoen. Dit werkt fijn voor zowel de persoon die buiten loopt te blussen als voor de chauffeur.’ Nederlandse wet De CCFM is bijna volledig gebouwd conform de Franse normen. Op één punt is het voertuig aangepast om te voldoen aan de Nederlandse wet- en regelgeving. ‘In Nederland is de onderrijbeveiliging in de wet vastgelegd, maar met de Nederlandse normen kunnen we de op- en afrijdhoek van 35,3 graden nooit halen. Daar lag een uitdaging’, aldus Van Wijland. De Franse producent heeft dit opgelost met een achterbumper die op het moment dat je een natuurgebied inrijdt, omhoog geklapt kan worden. Een slimme oplossing, zodat op de verharde weg geen personenauto’s onder ons voertuig kunnen schieten en waarmee we wel forse hellingshoeken in de natuurgebieden kunnen bedwingen.’ De zes nieuwe natuurbrandbestrijdingsvoertuigen worden in oktober geleverd. ‘Net na het natuurbrandseizoen’, erkent Van Wijland. ‘Voor de collega’s die mee hebben gedaan met de praktijktesten is dat balen. Zij waren bij de testen razend enthousiast en hadden liever vandaag al de beschikking erover gehad.’ ■
Brand&Brandweer
On derzoek
Meer meldingen voor brandweer In totaal hebben meldkamercentralisten van de brandweer vorig jaar 245 duizend meldingen verwerkt, twaalf procent meer dan een jaar eerder. De brandweer kreeg in totaal bijna 118 duizend brandmeldingen en 127 meldingen voor hulpverlening. Dit leidde tot 76 duizend alarmeringen voor brand en 73 duizend alarmeringen voor hulpverleningsinzetten. Met name de hete zomer heeft gezorgd voor een toename van het aantal berm- en natuurbranden en daardoor extra inzet en langere aanrijtijden. Dat blijkt uit de cijfers van het CBS. Door Ellen Schat
w
Onbekend
Heide
Duin
Riet
Veen
140
60
23
142
31
1
2015
98
134
26
124
21
3
2016
60
115
26
160
16
3
2017
111
176
158
46
42
6
2018
364
303
222
73
47
15
voorgaande jaar. Dat is te verklaren doordat de rijtijd naar een natuurgebied vaak langer is dan in stedelijk gebied. Meer hulpverlening Naast meer brandinzetten is de brandweer vorig jaar ook meer ingezet bij hulpverleningsincidenten. De brandweer ontving vorig jaar 127 duizend meldingen voor hulpverlening, 23 duizend (22 procent) meer dan in 2017. In 73 duizend keer van de gevallen is de brandweer ook echt gealarmeerd. Dat is een stijging van ruim acht procent ten opzichte van het jaar daarvoor. Het is het tweede achtereenvolgende jaar waarin een toename van het aantal hulpverleningsalarmeringen te zien is. ■ Fotografie CBS
Stijging responstijden De gemiddelde responstijd was vorig jaar iets hoger dan een jaar eerder. Gemiddeld duurde het 7,9 minuten voordat de brandweer ter plaatse was, dit is twaalf seconden langer dan in 2017, maar nog steeds binnen de normtijd . Zowel de gemiddelde alarmeringstijd als de rijtijd steeg met zes seconden. De gemiddelde rijtijd was vooral hoger in de veiligheidsregio’s waar meer berm- en natuurbranden voorkwamen dan in het
Bos
Fotografie CBS
H
et aantal alarmeringen voor bermbranden is in 2018 met zeventig procent gestegen tot bijna vierduizend. Voor natuurbranden werd de brandweer ruim duizend keer gealarmeerd, bijna een verdubbeling ten opzichte van een jaar eerder. Van de natuurbranden nam vooral het aantal alarmeringen met betrekking tot bosbranden toe, dit verdrievoudigde ten opzichte van een jaar eerder. In totaal werd de brandweer vorig jaar 360 keer gealarmeerd voor bosbranden. Berm- en natuurbranden kwamen in 2018 vooral voor in veiligheidsregio’s met veel natuurgebieden, zoals de veiligheidsregio’s in de provincies Brabant en Gelderland. Van deze branden vond ruim zestig procent plaats in het warme en droge derde kwartaal.
Alarmeringen voor natuurbranden
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
19
bran d van de maan d
brandende afvalberg Wilp geblust met zand
een brandende berg afval bij afvalverwerker attero in Wilp houdt brandweerkorpsen van veiligheidsregio noord- en Oost-Gelderland zo’n twaalf uren bezig. Het is een uitdagende brand, want door de grote hoeveelheid afval is blussen met water in de berg niet mogelijk. besloten wordt om de brand af te dekken met zand. de rook wordt zoveel mogelijk met waterstralen neergeslagen.
20
nummer 4 april 2019 - Sdu Uitgevers
brand&brandweer
Fotografie rens Hulman
bran d van de maan d
brand&brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
21
Fotografie: Ginopress
bran d van de maan d
De volgende ochtend staat nog steeds een deel van de afvalberg in brand.
Door Jildou Visser
H
et is 21.03 uur als bij eerste bevelvoerder Emiel Horstink de pieper gaat. ‘Brand afval rommel Attero zag ik in het scherm staan. Dan weet je direct dat het foute boel is. Ik ken het bedrijf, we zijn er vaker geweest. Als het brandt, gaat het hard. Er liggen enorme bulten afval op het terrein opgeslagen. Bovendien wist ik dat de wind zou aantrekken’, vertelt Horstink. Hij schat in dat het in het donker lastig is om snel de omvang van de brand in kaart te brengen en vraagt daarom de meldkamer of zij alle aanrijdende eenheden de opdracht willen geven om beneden aan de voet van de heuvel te blijven tot ze nader bericht krijgen. ‘Ter plaatse zag ik een enorme brand met een forse rookkolom. Aanvankelijk kende die nog een mooie pluimstijging, maar naarmate het harder ging waaien trok de rookwolk steeds lager over de weilanden en de snelweg. Het zorgde er ook voor dat we niet makkelijk om de brand heen konden rijden, waardoor we geen goed zicht konden krijgen op de omvang van de brand. Dat hebben we pas veel later met de drones van Brandweer Twente in kaart kunnen brengen.’ Afdekken Dan komt ook Officier van Dienst Martin van den Hoek ter plaatse. Terwijl diverse eenheden beneden aan de berg zijn blijven staan in afwachting van een inzetplan, is hij de afvalberg opgereden om daar met Horstink en Attero te overleggen. ‘Het oppervlak dat brandde was enorm, zeker meer dan een voetbalveld. De afvalberg zelf was ongeveer 26 tot dertig meter hoog. In overleg met de eerste bevelvoerder en de medewerkers van 22
nummer 4 april 2019 - Sdu Uitgevers
Attero heb ik toen besloten dat we de brand het beste konden afdekken met zand in plaats van blussen met water. De vuurlast was enorm en de windsneldheid boven op de afvalberg was rond 9 m/s, het is onmogelijk om daar de hoeveelheid water op te gooien die je nodig hebt om het volledig te kunnen blussen. En dan heb ik het nog niet eens over de milieu-effecten van die hoeveelheid vervuild bluswater. Dan is afdekken met zand effectiever’, aldus Van den Hoek. ‘Ons plan was om het benedenwindse deel van de afvalberg te laten gaan en alles bovenwinds te behouden. Zo hebben we dat ook besproken met de medewerkers van Attero. Zij konden met shovels rondrijden om daarmee grote bulten zand op de brand te kieperen en de brand daardoor te smoren. Bovenwinds wilden we met waterstralen de bult nat houden en daarmee uitbreiding voorkomen. Daarnaast hebben we ook waterstralen ingezet om de rookkolom en het vliegvuur zoveel mogelijk neer te slaan.’ De OvD legt uit dat de shovels van Attero zijn voorzien van overdrukcabines, zodat de medewerkers veilig kunnen werken en ook door de rook kunnen rijden. Daarnaast ligt er een grote voorraad zand op het terrein, omdat het bedrijf de afvalberg opbouwt met lagen afval en vervolgens een laag granulaat en zand. ‘Het zand en granulaat zakt tussen het afval, waardoor de berg veel steviger wordt en je er zelfs met voertuigen op kunt rijden.’ Waterwinning Het tweede dilemma waar Van den Hoek en Horstink voor staan is de waterwinning. ‘De waterwinplaats was ongeveer 2,5 kilometer verderop, een behoorlijke afstand. Bij de eerste alarmering had ik al twee waterwagens gevraagd. Daar heb ik nog twee bij laten alarmeren, zodat we met vier waterwagens van iedere
Brand&Brandweer
bran d van de maan d
15.000 liter konden pendelen. Dat werkte prima’, vertelt de OvD. ‘De afstand en capaciteit was precies op elkaar afgestemd.’ Drone Om de omvang van de brand in kaart te kunnen brengen, laat de OvD ook het droneteam van Brandweer Twente alarmeren. ‘Je moet er bij de drone wel rekening mee houden dat ze bij te harde wind niet de lucht in mogen. Gelukkig viel de windsnelheid bij deze brand nog precies binnen de richtlijnen.’ Van den Hoek is blij dat hij dit team heeft laten komen. ‘De beelden vanuit de lucht zijn een hele waardevolle aanvulling. We konden daarmee goed de omvang van de brand in kaart brengen en dit beeld ook delen met de multidisciplinaire partners. We wilden niet iedereen de afvalberg op hebben. Met de luchtbeelden kon dat ook goed op afstand.’ Logistiek Al bij het vaststellen van het inzetplan weet Van den Hoek dat het een langdurige inzet gaat worden. ‘Het brandende oppervlak was enorm en je weet dat het veel tijd kost om met de shovels het zand op de brand te brengen, daarom heb ik al vrij snel de pelotonscommandant logistiek (PC-LOG) laten alarmeren. Hij heeft het hele logistieke deel opgetuigd. Bovenwinds heeft hij een multi-unit ingericht voor een hapje en een drankje en hij heeft een plan gemaakt voor de aflossing.’ Alle eenheden zijn na ongeveer zes tot acht uren inzettijd afgelost. ‘De inzet was niet intensief, maar je merkt wel aan iedereen dat het op een gegeven moment saai wordt. De shovels deden hun werk en het effect daarvan werd gedurende de nacht steeds een stukje zichtbaar-
Brand&Brandweer
der.’ Als Van den Hoek zichzelf rond half 8 ook laat aflossen heeft hij al afgeschaald naar één TS, één straal waterkanon en twee waterwagens. ‘Het was onder controle, maar nog niet geblust. Rond tien uur die ochtend was de brand volledig uit.’ Leerpunt Hoewel zowel Horstink als Van den Hoek tevreden zijn over de samenwerking met het bedrijf en de snelheid waarmee de inzet is vastgesteld en het verloop van de incidentbestrijding, heeft de OvD ook een leerpunt. ‘Start zo snel mogelijk de multidisciplinaire communicatie op en dat de communicatie ook volledig klopt. Bij dit soort branden merk je dat er ook een politieke lading achter zit en dat daardoor het effect op de omgeving ook groter is. Daarbij is ook de realistische benadering in de communicatie belangrijk. Natuurlijk komen bij branden altijd giftige stoffen vrij, ook bij deze, maar de waarden ze zijn niet altijd direct schadelijk voor de gezondheid. Dat moet wel goed worden geduid.’ Om inwoners in het effectgebied snel te informeren, is bij dit incident NL Alert ingezet. Van den Hoek: ‘Ik had dat zelf nog nooit gebruikt, maar het is wel een erg handig middel in je crisiscommunicatie.’ Tot slot geeft Horstink een tip mee voor de bestrijding van dit type grote afvalbranden. ‘We zien dit soort branden steeds vaker. Bij deze inzet heeft het afdekken van de afvalberg met zand erg goed gewerkt. Als de mogelijkheid er is om zand te gebruiken, gebruik dat dan. Met water begin je te weinig bij dit type branden. Mijn tweede tip is: oefen regelmatig op dit soort locaties. De lokale bekendheid helpt je bij de incidentbestrijding.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
23
MELDKAMER
Sneller en nauwkeuriger incidentlocatie beschikbaar Met behulp van een nieuwe techniek, Advanced Mobile Location (AML) kunnen centralisten van de meldkamer al tijdens een 112-gesprek zien waar de beller zich bevindt. ‘Met deze techniek op mobiele telefoons kunnen we sneller eenheden op pad sturen en ze bovendien de exacte locatie meegeven. Een groot voordeel, want 112-bellers weten niet altijd hun exacte locatie’, aldus Robert du Pree, teamleider brandweer bij de Meldkamer Rotterdam.
DOOR JILDOU VISSER
A
ML is een techniek op de mobiele telefoon die automatisch wordt ingeschakeld als de gebruiker van de telefoon belt met 112. De techniek berekent aan de hand van GPS-signalen en wifi de exacte locatie en verstuurt dit met een sms naar de meldkamer. ‘In andere landen bestond dit al, maar in Nederland konden we er tot voor kort nog geen gebruik van maken. Vanaf maart wordt deze functie stapsgewijs ingevoerd met software updates op de mobiele telefoon’, laat Du Pree weten. ‘Gebruikers merken hier niets van. Zij hoeven alleen de software update maar uit te voeren, die ziet er hetzelfde uit als de reguliere updates.’ Marieke Ackerman, projectleider AML bij de Landelijke Meldkamer Samenwerking (LMS) legt uit dat de AML-techniek het noodnummer dat je belt herkent. De techniek zet de locatievoorzieningen, als deze nog niet aan staat, aan voor de duur van het gesprek. AML berekent daarmee de coördinaten en stuurt deze via een onzichtbare sms naar de regionale meldkamer. ‘Dat bericht wordt in ons GMS-systeem uitgepakt en automatisch gekoppeld aan het gesprek. Bij de centralist die dit gesprek heeft aangenomen verschijnen de coördinaten in het scherm. Zodra de centralist daarop klikt, kan hij of zij de exacte locatie van de melder op dat moment zien. Op het moment dat de centralist de melder doorverbindt, worden deze locatiegegevens automatisch meegestuurd. Om de locatie-informatie te kunnen verwerken is vorig jaar een nieuwe versie van GMS gemaakt en geïnstalleerd.’ 24
nummer 4 april 2019 - Sdu Uitgevers
LOCATIE CONTROLEREN De exacte locatiegegevens zijn volgens Du Pree van grote waarde voor het werk van de centralist, maar er kan niet vanuit worden gegaan dat de gegevens ook de incidentlocatie aangeven. ‘Wij zijn blij dat we deze gegevens meegestuurd krijgen, maar natuurlijk moeten we die wel altijd controleren. Het kan immers zo zijn dat door een technische fout een andere locatie wordt meegestuurd of dat de melder op een andere locatie staat dan waar het incident is gebeurd.’ Toch is de nieuwe werkwijze een stuk sneller, laat Du Pree weten. ‘In de paniek van het moment vergeten mensen vaak waar ze precies zijn. Het kostte dan soms best veel tijd om ze te kalmeren en de locatie boven water te krijgen. De vraag of het klopt dat je op de aangegeven locatie staat, is voor de beller vaak veel makkelijker te beantwoorden dan de vraag waar je bent. Toch moeten we wel altijd vragen of dat ook de incidentlocatie is. Het kan immers zo zijn dat iemand langs de kant van het water staat en aan de overkant een incident ziet. De meldingslocatie is dan een andere dan de incidentlocatie.’ PRIVACY Hoewel melders geen toestemming hoeven te geven voor het delen van hun locatie, voldoet AML volgens Du Pree aan de privacywetgeving. ‘Mensen bellen niet voor niets 112. In noodsituaties gelden andere privacyregels dan normaal. Dat betekent dat we deze gegevens mogen ontvangen, in GSM een incident op de aangegeven locatie mogen aanmaken en de hulpdiensten voor dat adres mogen alarmeren. AML stopt het
Brand&Brandweer
MELDKAMER
delen van de locatie direct wanneer het gesprek wordt beëindigd. Dat betekent ook dat we de sms met de locatiecoördinaten dus niet door kunnen sturen naar de aanrijdende eenheden, maar dat we gewoon, net als voorheen, een incident op een adres moeten aanmaken.’ SNELLER ALARMEREN Doordat AML op dit moment op slechts een deel van de telefoons is ingeschakeld, verwacht Du Pree nog niet dat de alarmeringstijd direct fors daalt. ‘Op het moment dat op alle Android en Apple telefoons deze techniek is geïnstalleerd, is dat waarschijnlijk wel terug te zien. Het levert tijdswinst op waardoor we eenheden snel-
Locatiebepaling
ler kunnen alarmeren. Dat is denk ik ook het enige dat repressieve diensten hiervan gaan merken. Ze worden straks sneller gealarmeerd naar een nauwkeurige locatie, waardoor ze sneller hulp kunnen verlenen.’ Apple is op dit moment voor al haar iPhones de techniek nog aan het testen. Du Pree: ‘In de tests kijken ze bij verschillende telefoontypes en bij 2G, 3G en 4G of de verstuurde AML-berichten door providers in het betreffende land worden verstuurd. De functionaliteit op de iPhone werkt, ze testen vooral het vervolg van de keten. Android heeft dit voor alle toestellen al getest, daar werkt het. Zij hebben de techniek nu geïnstalleerd op alle telefoons. Apple volgt in de loop van het jaar.’ ■
• Kruispeiling: in geval van een noodsituatie kan een centralist een
Naast AML hebben centralisten meerdere manieren om de locatie van
kruispeiling aanvragen bij een netwerkprovider. Aan de hand van
de beller te achterhalen. De mogelijkheden van de centralist hiervoor
meerdere zendmasten wordt dan de locatie berekend. Dit wordt
zijn de afgelopen jaren steeds verder uitgebreid. De centralist kan de locatie op dit moment bepalen met behulp van:
slechts in beperkte gevallen ingezet. • e-Call: alle nieuwe auto’s hebben sinds april vorig jaar e-Call. Dit
• De abonneegegevens.
apparaatje alarmeert 112 bij een ongeval en geeft ook de locatiegege-
• VIL: met Vaststelling Incident Locatie (VIL) kan vanuit de meldkamer
vens automatisch door.
een sms met een internetlink naar de beller worden gestuurd. Op het moment dat de beller de link activeert, stuurt de telefoon de locatie
Mogelijkheden voor de locatiebepaling die nog in ontwikkeling zijn:
terug naar de meldkamer.
• AML
• Zendmast: bij de aanname van een 112-gesprek komt de locatie van de door de mobiele telefoon gebruikte zendmast mee bij het gesprek.
Brand&Brandweer
• 112 app: burgers die via de 112 app de meldkamer bellen sturen daarmee automatisch de locatiegegevens mee naar de meldkamer.
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
25
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Ook online en op smartphone
Pensar
’s-Werelds eerste dual-spectrum visie computerplatform. Real-time inzichten mogelijk gemaakt door kunstmatige intelligentie AERIALTRONICS
NEEM CONTACT OP
WASSENAARSEWEG 75 / 1E MIENTLAAN
T: +31 (0) 70 3223224
2223 LA KATWIJK
E: SALES@AERIALTRONICS.COM
NEDERLAND
WWW.AERIALTRONICS.COM
Oproep vakanti efoto’s
Stuur jouw brandweer vakantiefoto’s in Of je nu geniet van een welverdiende vakantie aan de andere kant van de wereld, met een cocktail op het strand van een tropisch eiland ligt, op citytrip gaat of de bergen in trekt, neem in ieder geval het fototoestel mee. Breng je een bezoek aan een kazerne in het buitenland, zie je bijzondere brandweervoertuigen, beland je
Brand&Brandweer
bij een oefening of zie je een inzet van dichtbij? Leg het vast. In het septembernummer van Brand&Brandweer publiceren we weer de leukste en meest bijzondere brandweervakantiefoto’s. Foto’s van minimaal 500 kb kun je onder vermelding van de locatie waar de foto’s zijn gemaakt, tot 14 augustus sturen naar b&b@sdu.nl. ■
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
27
Risicobeh eersi ng
Duidelijk verband mensen met schulden en brand Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant start een samenwerking met incasso- en deurwaardersorganisatie GGN. Aanleiding voor de samenwerking is dat GGN een duidelijk verband heeft ontdekt tussen mensen met problematische schulden en brand. De samenwerking bestaat uit het opzetten van een pilot en de beantwoording van meerdere vragen over de inwoners van de regio. ‘Zij hebben zoveel meer informatie dan wij’, laat Catelijne Zantboer, projectmedewerker Brandveilig Leven, weten. ‘Bovendien hebben zij een creditlab, waar wordt gebrainstormd over veel verschillende vraagstukken.’
Fotografie: Ginopress
Door JILDOU VISSER
H
et contact tussen Zantboer en GGN is ontstaan doordat GGN uitrukgegevens bij de veiligheidsregio heeft opgevraagd. ‘Zij werken met vijf verschillende persona’s die ze een naam hebben gegeven en waarvan ze weten waar ze wonen. Ze waren aan het onderzoeken of ze een verband konden vinden tussen die persona’s en het aantal brandmeldingen. Die gegevens hebben ze naast elkaar gelegd. Daar kwam uit dat in postcodes waar veel brandmeldingen zijn geweest met name de GGNPersona Tamara woont. Tamara is bij hen de persona voor de probleembetaler. Ze heeft schulden die ze moeilijk kan afbetalen. Met die conclusie ontstond bij ons de vraag of we daar niet meer mee kunnen.’ Zantboer is daarom met GGN verder aan het praten om te kijken wat er met deze bevindingen gedaan kan worden. ‘’ Daarnaast wordt bij GGN ook gekeken of er verbanden te ontdekken zijn tussen de hoeveelheid brandmeldingen, het type brand en de persona. Zantboer: ‘Bij welke persona komen bijvoorbeeld vaker schoorsteenbranden voor? Met die informatie kunnen wij onze communicatie veel gerichter inzetten. Daarnaast zijn we benieuwd naar de spreiding van de persona’s over onze regio. Dat in combinatie met mogelijke verbanden met brand is voor ons erg waardevolle informatie.’ Creditlab Naast de vragen die gericht zijn op de persona’s, wil Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant ook kijken of ze met het creditlab van GGN kunnen samenwerken. ‘Dat is een inspirerende ruimte waar diverse organisaties een vraagstuk neer kunnen leggen. Professionals van verschillende achtergronden proberen daar op een creatieve manier antwoorden op die vragen te bedenken’, vertelt Zantboer. ‘Wij zouden bijvoorbeeld graag antwoord willen op de vraag hoe we ervoor kunnen zorgen dat mensen de batterij in hun rookmelder op tijd vervangen en op de vraag hoe we ervoor kunnen zorgen dat mensen vaker een CO-melder ophangen. Zij willen ons hierbij graag helpen.’ ■
28
nummer 4 april 2019 - Sdu Uitgevers
Vijf persona’s van GGN GGN onderscheidt op basis van hun werkzaamheden vijf persona’s: • Tamara: probleembetaler • Bryan: moeizame betaler • Job: betrokken modale betaler • Saïda: nonchalante betaler • Hendrik-Jan: welgestelde laatbetaler
Brand&Brandweer
on der de h elm
‘Het was een soort omgekeerde inzet’ ‘Bijzonder’, zo blikt duiker Sem van Aerde terug op een inzet in de nacht van 1 oktober. ‘Om 1.30 uur werden we gealarmeerd. Prio 2 voor een persoon te water. Het eerste wat ik me afvroeg was of er geen fout was gemaakt, want een persoon te water is eigenlijk altijd spoed, prio 1.’ Dat de melding klopt, blijkt even later als Van Aerde hoort dat het gaat om een vermissing. Een man is de nacht ervoor niet thuisgekomen en als vermist opgegeven. Op camerabeelden heeft de politie gezien dat hij met zijn fiets in het kanaal is gevallen en daar niet meer is uitgekomen. Wat volgt is een bijzondere duikinzet.
Door JILDOU VISSER
‘D
at we in alle rust konden aanrijden, voelde al bijzonder. Ter plaatse werden we opgewacht door de politie. Zij lieten ons de beelden zien waarop te zien was hoe de man het kanaal was in gefietst’, vertelt Van Aerde. ‘Het was zo’n groot contrast met een normale inzet. Normaal is het chaotisch, heb je haast en heb je weinig informatie. Nu wisten we precies waar hij te water was geraakt en de opdracht was duidelijk. Het plaatje was compleet en we hadden alle tijd. Het zien van de beelden maakte het ook heel onwerkelijk. Het voelde bijna alsof het een casus tijdens een oefening was.’ Van Aerde maakt zich klaar voor de duik en gaat het water in met het gevoel dat hij het slachtoffer gaat vinden. De plaats was duidelijk en redelijk afgebakend. ‘Doordat je bijna zeker weet dat je de man gaat vinden is alles wat je onder water voelt wel spannend. Er lag veel troep, van plastic en fietsen tot steigerbuizen. Het eerste wat ik vond was een fiets, maar ik voelde dat die er al een tijd lag. Hij was roestig en er groeide van alles op. Bovendien zat die fiets op slot. Vervolgens vond ik een fiets die niet op slot zat en er nog niet lang in lag. Voordat we die uit het water hebben gehaald, heb ik eerst goed om de fiets heen gevoeld of de man erbij lag. Dat was niet het geval.’ De fiets wordt uit het water gehaald en blijkt daadwerkelijk de fiets van het slachtoffer te zijn. Van Aerde vervolgt zijn duik. ‘Ik ben tot ongeveer de helft van het kanaal gaan zoeken. Eigenlijk de enige onzekere factor was of de sluis even verderop open was geweest en of er scheepvaartverkeer was gepasseerd. Dat had het lichaam kunnen verplaatsen. Ik heb drie kwartier gezocht. Al die tijd heb ik het idee gehad dat ik hem ging vinden, tot ik zag dat mijn fles bijna leeg was. Ik had nog 100 bar, het signaal om de duik te staken’, aldus Van Aerde. ‘Een teleurstelling. Je wilt het lichaam zo graag vinden, vooral voor de nabestaanden, maar ook voor jezelf. Voor je gevoel klopt het ook niet. Je hebt het plaatje voor de inzet al compleet, alle informatie was bekend en nog vind je hem niet. Sterker nog, naarmate de duik vorderde kwamen er steeds meer vragen bij. Zijn er schepen langs gevaren? Hoeveel? Heeft de sluis open gestaan? Heeft hij gezwommen en is hij er verderop uitgeklommen? Er kwamen steeds meer onzekerheden bij. In die zin was het bijna een omgekeerde inzet.’
Brand&Brandweer
De volgende dag houdt Van Aerde het nieuws goed in de gaten. De politie is dan met een sonarboot aan het zoeken. ’s Ochtends vinden ze niks, maar bij de tweede zoekslag in de middag wordt het lichaam wel aangetroffen. ‘Het eerste dat door mijn hoofd schoot, was of ik hem dan toch had gemist. De politie was aan het zoeken in het gebied waar ik had gedoken. Gelukkig bleek even later dat ze de man over de helft van het kanaal hadden aangetroffen, waar ik dus niet had gezocht. Dan ben je toch wel blij dat je zijn lichaam niet hebt gemist.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
29
Oplei den & Oefen en
Trainingsunit voor testen spannings loosheid bij 25 kV spoorlijn Nederland kent enkele treintrajecten die met 25 kV een veel hogere spanning hebben dan de reguliere 1,5 kV die bij bijna alle bovenleidingen is toegepast. Naast dit verschil in spanning, zijn ook de veiligheidssystemen van de bovenleidingen anders en heeft de brandweer een gro tere rol in het controleren van de spanningsloosheid bij een incident. Dit is niet altijd even makkelijk te oefenen, daarom hebben Veiligheidsregio’s Midden- en West-Brabant en Rotterdam-Rijnmond een speciale oefencontainer laten ontwikkelen. Door JILDOU VISSER
Met de komst van de HSL in 2009 en de Betuweroute twee jaar daarvoor zijn in Nederland twee treintrajecten gekomen die met 25 kV een hogere spanning hebben dan de reguliere treintrajec-
30
nummer 4 april 2019 - Sdu Uitgevers
ten. Ook de veiligheidssystemen zijn anders. ‘Moderner’, volgens Arco Kooijman, beleidsmedewerker bij de afdeling Operationele Informatie van Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. ‘Als de spanning eraf is, komt deze er niet makkelijk meer op. Dat is bij het reguliere spoor anders waardoor ook het testen op een ande-
Brand&Brandweer
Oplei den & Oefen en
re manier gedaan wordt. Bij de realisatie van beide spoorlijnen is vanuit het toenmalige ministerie van Verkeer en Waterstaat, wat nu het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heet, de eis afgesproken dat bij een incident binnen een kwartier de spanningsloosheid van de bovenleidingen moet worden getest, zodat hulpverleningsdiensten ook na een kwartier veilig kunnen werken nabij de bovenleiding. ProRail kan die opkomsttijd niet garanderen en daarom is destijds afgesproken dat het controleren van de spanning op deze trajecten een nieuwe taak zou worden voor de omliggende brandweerkorpsen. ‘Elke regio heeft dat op zijn eigen manier ingericht. Bij ons in de regio was de 25 kV-taak in eerste instantie belegd bij de hulpverleningsvoertuigen van met name beroepsposten, maar sinds 2017 hebben we er aparte teams voor ingericht met een eigen voertuig, die ook voor deze taak worden opgeleid en minimaal één keer per jaar de hele procedure moeten oefenen.’ Rotterdam-Rijnmond heeft ervoor gekozen om deze taak weg te zetten bij vijf vrijwillige posten die langs de spoorlijnen zitten. Kooijman: ‘Deze uitruk moet je namelijk 24 uur per dag, zeven dagen per week kunnen garanderen, waarbij teams zelfstandig de taak uit kunnen voeren. Beroeps brandweerlieden zijn als zij een andere uitruk hebben niet beschikbaar. Om elke locatie op het spoor hebben we een cirkel met een aanrijtijd van vijftien minuten getrokken. Zo hebben we vastgesteld dat de kazernes in Vlaardingen, Frobenstraat uit Rotterdam, Ridderkerk, Albrandswaard en Oostvoorne deze taak erbij kregen. Van iedere post zijn gemiddeld twintig personen opgeleid voor deze taak. Uitrukken kunnen ze met twee personen doen, een chauffeur en een manschap.’ Midden- en West- Brabant heeft dat op dezelfde manier op gepakt, zij hebben twee 25 kV-teams, Moerdijk dorp en Prinsenbeek.
Brand&Brandweer
Oefenen Het regelmatig oefenen van de taak was lastig, laat Kooijman weten. ‘We waren erg afhankelijk van de momenten waarop het spoor niet in gebruik was en dus beschikbaar was om te oefenen. Dat was vaak in het weekend of op avonden buiten de reguliere oefenavonden om. Het gaf daarmee een extra oefenbelasting op de vrijwillige posten. Zo is eigenlijk de behoefte ontstaan om een mobiele oefencontainer te laten maken die tijdens de oefenavonden naar de kazernes toe kan komen.’ Deze oefencontainer heeft Rotterdam-Rijnmond samen met Midden- en West-Brabant ontwikkeld. Kooijman: ‘Het afgelopen jaar hebben we samen met Ron Roomer en Martijn Goos van Midden- en West- Brabant dit concept ontwikkeld, waarna een constructiebedrijf de container heeft gemaakt.’ Het betreft een haakarmcontainer, die op oefenavonden bij een kazerne of locatie langs het spoor kan worden gebracht. Het bestaat uit een stuk spoor met daarboven een staaldraad. ‘Op dit moment staat die staaldraad nog niet onder spanning, dat zijn we nog aan het door ontwikkelen’, aldus Kooijman. ‘We willen er een lage spanning opzetten, zodat we realistisch kunnen oefenen met speciaal voor dit doel geprepareerde testers. Beide regio’s hebben afspraken gemaakt over het gebruik, beheer en onderhoud van de container. De 25 kV-teams moeten ter plaatse eerst contact zoeken met de aanwezige eenheden om na te gaan wat er aan de hand is en of de spanning eraf moet. Is dat het geval, dan sluit de leidinggevende dat kort met ProRail. Zodra ProRail laat weten dat de spanning eraf is gehaald, kunnen de teams aan de slag. Ze kunnen dan hun tester in elkaar zetten en deze aan de staaldraad hangen. Aan de tester zitten twee lampen. Brandt de groene, dan is de spanning eraf. Brandt de rode lamp en gaat de toeter af, dan staat de spanning er nog op. In dat geval moeten ze dat doorgeven aan de leidinggevende, die het op zijn beurt moet kortsluiten met ProRail. Zij zijn verantwoordelijk voor het spanningsloos maken van de bovenleiding.’ Kooijman weet dat er meerdere regio’s in het land zijn met een spoorlijn met 25 kV in het verzorgingsgebied die ook op zoek zijn naar een manier de 25kV teams te trainen. ‘Deze regio’s zijn welkom om de oefencontainer te komen bekijken.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
31
Materi eel
Interventiekleding vervangt kazernekleding in Haaglanden Brandweer Haaglanden is overgestapt op nieuwe interventiekleding. Het vervangt de kazernekleding en kan worden gedragen bij inzetten waarvoor het bluspak niet nodig is, zoals liftopsluitingen en wateroverlast. ‘Het is een nieuw en modern kledingconcept dat past bij de huidige tijd en past bij ons diverse brandweerwerk’, aldus projectleider Rijk Vogelaar. Door Ellen Schat Fotografie Veiligheidsregio Haaglanden
D
e kazernekleding van Brandweer Haaglanden moest worden vervangen. Vogelaar: ‘Onze regio heeft het voortouw genomen in de ontwikkeling van een nieuw concept kleding. Een groot deel van het operationele brandweerwerk vraagt om stevige, herkenbare en comfortabele kleding, maar in veel gevallen hoeft ons werk niet in het zwaar beschermende uitrukpak te worden gedaan. Het is de juiste kleding voor de juiste klus.’ Om te komen tot de nieuwe interventiekleding is een projectgroep van Brandweer Haaglanden in gesprek gegaan met leveranciers en andere diensten, als Defensie en de politie. Daarnaast zijn kledingstukken van diverse leveranciers uitgeprobeerd. De eisen en wensen, bijvoorbeeld op het gebied van de stofsamenstelling en het ontwerp, die daaruit voort zijn gekomen zijn vastgelegd in een programma van eisen. Op basis daarvan hebben leveranciers de mogelijkheid gekregen kleding aan te leveren die is onderworpen aan een uitgebreide draagproef waarin 45 mannen en vrouwen met verschillende functies hebben meegedaan, waaronder piketfunctionarissen, beroepsbrandweerlieden, vrijwilligers en mensen uit de dagdienst. Ontwerp nieuwe interventiekleding Het nieuwe kledingpakket bestaat uit een poloshirt met korte en lange mouw, een slim-fit ondershirt, een worker, een softshell en accessoires als een pet, muts, riem en sokken. Er is zowel een heren- als dameslijn. ‘We zijn blij met de nieuwe kleding’, aldus regionaal commandant Esther Lieben over de nieuwe interventiekleding. ‘De kleding is bedacht, ontworpen en goed getest door onze collega’s uit de operationele dienst en onze piketfunctionarissen. We hebben nu moderne kleding voor een modern brandweerkorps.’ Het concept en ontwerp van de interventiekleding is ter beschikking gesteld aan Brandweer Nederland en het Instituut Fysieke Veiligheid, zodat ook andere brandweerkorpsen de kleding kunnen gebruiken. ■ 32
nummer 4 april 2019 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
Person eel & Organ isati e
Brandweer Sportbond presenteert volle sportkalender
Fotografie: Henk Klein Hazebroek
Regelmatig fysiek trainen is belangrijk voor het functioneren van brandweerlieden, stelt Peter Peperkamp, bestuurslid van de Brandweer Sportbond Nederland. ‘Als je fysiek goed in elkaar zit, ben je mentaal ook sterker en presteer je beter.’ De Sportbond ondersteunt sportevenementen voor brandweerlieden die in het land worden ge organiseerd, hetzij financieel, hetzij met publiciteit. Het grootste evenement dit jaar is de World Police & Fire Games (WPFG) in augustus in Chengdu in China. Een ultiem sportevenement waar deelnemen en sociale contacten het belangrijkste doel is. De WPFG wordt in 2021 in Rotterdam georganiseerd.
NK Survival Door JILDOU VISSER
A
ls het gaat om sportevenementen voor de brandweer dan is de WPFG volgens Peperkamp het absolute hoogtepunt. Het is het op drie na grootste sportevenement ter wereld. Er doen ongeveer tienduizend deelnemers aan mee. ‘Iedereen kan meedoen. Deelnemen is belangrijker dan winnen. Of je goed bent, is niet relevant. Het is een prachtig cultureel samenzijn en een bijzondere belevenis.
Brand&Brandweer
Ondersteunen Peperkamp laat weten dat de Brandweer Sportbond zelf geen sportevenementen organiseert, maar de evenementen in het land ondersteunt en faciliteert. Aan de ene kant zijn dit sportevenementen die door brandweerlieden worden georganiseerd. Aan de andere kant gaat het om evenementen die door externen worden georganiseerd en waaraan de brandweer deelneemt. ‘Of we sportevenementen financieel ondersteunen, hangt vooral af van hoe dicht de sport bij het fysieke brandweerwerk ligt. We werken met geld van de brandweer, dus dan ligt het denk ik voor de hand dat we sporten
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
33
Person eel & Org an isati e
die aansluiten bij ons fysieke werk meer steunen dan sporten die daar veel verder vanaf staan’, legt Peperkamp uit. ‘We delen sporten in drie categorieën in: A, B en C. Sporten in de A-categorie liggen dichtbij ons werk. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan traplopen en hardlopen, maar ook bijvoorbeeld Ultimate Fire Fighter. De sporten in de B- en C-categorie liggen wat verder af van ons werk. Denk daarbij bijvoorbeeld aan golfen of darten. Maar dat betekent niet dat we ze niet steunen. Iedereen die een sportevenement voor brandweerlieden uit het hele land organiseert, kan bij ons een aan-
vraag doen. We vragen daarbij ook altijd naar een begroting, zodat we goed inzicht hebben in de kosten en baten. Steunen we een evenement niet financieel, om wat voor reden dan ook, dan kunnen we het altijd meenemen in onze communicatie, zodat alsnog zoveel mogelijk collega’s ervan weten en mee kunnen doen.’ Populariteit De Brandweer Sportbond heeft ieder jaar een reguliere kalender met sportevenementen. Alle evenementen worden door collega’s
Sporten WPFG Ruim zestig sporten komen tijdens de World Police & Fire Games 2019 in Chengdu in China aan bod, waarvan enkele met meerdere categorieën. Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden of meer informatie verkrijgen via: dirk1925@kpnmail.nl. Een overzicht van de sporten die toegankelijk zijn voor brandweerlieden: • Armpje drukken
• Darten
• Karate
• Ultimate Fire Fighter
• Atletiek
• Drakenbootrace
• Langlaufen
• Vissen (in zoet en zout
• Badminton
• Gewichtheffen
• Roeien
• Bankdrukken
• Golf
• Rugby
• Basketbal (drie tegen drie
• Handbal
• Softbal
• Hardlopen
• Squash
• Biathlon
• Hockey
• Surfen (kite en SUP)
• Biljart
• Honkbal
• Tafeltennis
• Waterpolo
• Boksen
• IJshockey
• Tennis
• Worstelen
• Boogschieten
• Jiu-Jitsu
• Touwtrekken
• Wielrennen
• Bowlen
• Judo
• Traplopen
• Zwemmen
• Crossfit
• Kanoën
• Triathlon
en vijf tegen vijf)
34
nummer 4 april 2019 - Sdu Uitgevers
water) • Voetbal (in de zaal en buiten) • Volleybal (strand en in de zaal)
Brand&Brandweer
Person eel & Organ isati e
in het land georganiseerd of door een externe organisatie, waarbij de brandweer mee kan doen. ‘We zien de laatste jaren wel een verschuiving in de populariteit van bepaalde sportevenementen. Een opvallende trend is bijvoorbeeld dat er vroeger veel meer teamsporttoernooien werden georganiseerd, zoals basketbal, volleybal en voetbal. De laatste jaren gebeurt dat veel minder en zien we juist de individuele sporten toenemen, zoals de Strongmanrun, het NK survival en de Mudmasters. Het blijkt voor deelnemers soms toch lastig om een heel team op te zetten en dan biedt een individueel sportevenement uitkomst. Bovendien sluiten deze evenementen ook erg mooi aan op de fysieke belasting van ons brandweerwerk.’ Daarnaast ziet het bestuur van de Brandweer Sportbond ook duidelijk effect van populaire sporten. ‘Een paar jaar geleden is het tennistoernooi gestopt, simpelweg omdat er niet meer voldoende animo voor was. Tegelijkertijd verwachten we de komende jaren dat andere sporten die nu in de samenleving steeds populairder worden, zoals crossfit en darten, vanzelf op onze evenementenkalender verschijnen. Op het moment dat een sport echt populair wordt, is er vaak wel iemand in het land die bedenkt dat hij of zij daar een landelijk sportevenement van wil maken.’ Peperkamp kijkt zelf het meest uit naar het NK Golf. ‘Dat komt ook omdat ik dit zelf organiseer. Het is direct ook een van de sporten die best ver afstaat van de brandweer. Tegelijkertijd is het wel een vaste waarde op onze sportkalender. We organiseren het dit jaar alweer voor de twaalfde keer. Er doen ongeveer veertig deelnemers mee uit veertien regio’s. Het is dus echt uitgegroeid tot een NK.’ Een andere evenement dat een vaste waarde is op de sportkalender is het NK traplopen in Enschede. Met volledige bepakking en aangesloten ademlucht moeten de
Brand&Brandweer
deelnemers zo snel mogelijk de 450 treden in de Alphatoren in Enschede beklimmen. Ook dit wordt door Peperkamp georganiseerd. ‘Het organiseren doe ik op persoonlijke titel omdat ik dat leuk vind en dus niet vanuit het bestuur. Het NK traplopen is typisch zo’n activiteit dat echt het brandweergevoel oproept. Bovendien komt het goed van pas op het moment dat je de PPMO nog moet doen.’ Wel is er dit jaar een wijziging in het NK traplopen, laat hij weten. ‘Normaal gesproken organiseerden we dit altijd op de eerste zondag in december, maar die wordt vanaf dit jaar verplaatst naar 22 september. We merken dat het voor toeschouwers buiten in december vaak wel koud is. Brandweerlieden die zelf een sportevenement willen organiseren en daarbij bijvoorbeeld financiële of publicitaire ondersteuning willen, kunnen contact opnemen met: bsn@vrnhn.nl ■
Brandweer Sportbond Nederland De Brandweer Sportbond Nederland bestaat dit jaar alweer 48 jaar, maar is in 1958 al officieus opgericht. In dat jaar ontstond een sportcommissie waarvan nog niet veel korpsen lid waren. Er was alleen een afdeling veldvoetbal met twaalf aangesloten korpsen. In 1971 is de Sportbond officieel opgericht. Sindsdien is het aantal sporten uitgebreid, eerst met volleybal en onderwatersport, later ook met zaalvoetbal, atletiek, wielrennen, tafeltennis, triathlon en tennis. Het doel van de Brandweer Sportbond is om sport onder brandweerlieden te promoten en via sport sociale contacten tussen medewerkers en korpsen te vergroten.
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
35
Gespot i n de Markt
Nieuwe brandweerlaarzen HAIX, de leider in brandweerlaarzen, heeft met de Fire Eagle Pro een nieuwe brandweerlaars ontwikkeld. De laars heeft een hoogte van 23 cm en is voorzien van zaagklasse en biedt naast deze bescherming de drager een hoog comfort en een sportieve uitstraling.
De laars is voorzien van een extra bescherming bij de wreef en een boot jack, ofwel ribbels op de hiel, zodat de laarzen makkelijker uit kunnen worden gedaan. De laarzen worden in Europa gemaakt met de beste materialen.
Vonken opsporen met de Corona Camera 8 UAV Er is geen groter gevaar voor een stad of land dan de verwoestende krachten van de natuur. Niet alleen de materiele schade maar bovenal de emotionele schade die hiermee gemoeid is, valt niet in cijfers uit te drukken. Toch ontstaan veel branden door onzichtbare mankementen aan bijvoorbeeld gebouwen, zonnecollectoren of hoogspanningsmasten. De vuurzee in California, USA van dit jaar is veroorzaakt door niet op tijd ontdekte schade aan de hoogspanningsleidingen. De gevolgen zijn uiteraard enorm.
camera kan preventief kijken naar bijvoorbeeld de intensiteit van coronas, vonken, die met het blote oog niet zichtbaar zijn. Hier zouden branden zoals in California voorkomen kunnen worden.
De Corona Camera 8 UAV heeft de mogelijkheid om verschillende vormen van detectie uit te voeren op bijvoorbeeld hoogspanningsleidingen en -masten. Deze speciaal ontworpen UV/IR
In combinatie met de Altura Zenith van Aerialtronics is deze sensor perfect geïntegreerd voor een snelle, gedetailleerde maar bovenal veilige missie.
Deze pagina is tot stand gekomen met bijdragen vanuit de markt.
Port of Amsterdam scoort op veiligheid voor alle werknemers.
Eric van der Steen Arbo-coördinator Port of Amsterdam.
Sdu HSE
“De AI-bladen triggeren mij om het nóg beter te doen.” Eric van der Steen is Arbo-coördinator bij Port of Amsterdam. Als veiligheidsadviseur is hij getraind in het opsporen en voorkomen van onveilige werksituaties. De actuele regels en normen die worden gesteld aan werkgevers raadpleegt hij graag in de AI-bladen van Sdu: “Over ieder denkbaar onderwerp is een uitgebreid AI-blad beschikbaar. Daardoor kom ik makkelijk nieuwe aanknopingspunten op het spoor en raak ik getriggerd om het nóg beter te doen. Alle informatie is praktisch en helder geschreven. De kern haal je er zo uit. Dat helpt me enorm iedereen te laten inzien dat we de regels moeten volgen zodat we veilig werken.”
Sdu HSE uitproberen? Kijk op hse.sdu.nl
36
0179-Adv klantgroep Port of Amst_185x126.indd 1
nummer 4 april 2019 - Sdu Uitgevers
05-06-18 09:21
Brand&Brandweer
B&B REGISTER
B&B Brand&Brandweer
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Alarmeringsystemen
Brandveiligheid
P2000 Alarmeringsystemen B.V. De Waterlaat 15 5571 MZ Bergeijk Postbus 15 5563 ZG Westerhoven Tel. 013 2134104 / 0497 712170 Fax 013 7113018 info@p2000shop.nl www.p2000shop.nl
P&G Safety Rondgang 26 5311 PB Gameren Tel. 0418 561761 info@pengsafety.nl www.PenGsafety.nl
Bedrijfskleding HAIX-Schuhe Produktionsund Vertriebs GmbH Auhofstrasse 10 84048 Mainburg Deutschland Tel. +49 (0) 8751 / 8625-0 Fax +49 (0) 8751 / 8625-25 info@haix.de www.haix.de
Vaste adverteerders (contracthouders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.
MSA Nederland B.V. De Factorij 33 1689 AK Zwaag Tel. 0229 25030 info.nl@msasafety.com www.nl.msasafety.com
Detachering RegioSafe Fire & Rescue B.V. Nieuwe Schaft 9/B 3991 AS Houten Tel. 030 6704815 info@regiosafe.nl
Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop: I.S.-acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com
Droogkasten & reinigingsmachines
Hulpverleningsgereedschappen
Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 ZG Klaaswaal Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 laundry@laundry.nl www.laundry.nl
Brigade Electronics bv Ambachtstraat 8 7587 BW De Lutte Tel. 0541 53 18 01 info@brigade-electronics.nl brigade-electronics.com/nl
Geboorde brandputten Raaijmakers Bronbemaling Erfstraat 8 5408 SJ Volkel-Uden Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl
Aerialtronics DV B.V. Wassenaarseweg 75 1e Mientlaan 2223 LA Katwijk Tel. 070 322 3224 www.aerialtronics.com sales@aerialtronics.com
Stickerservice Letas Stickerservice Charles Frehenstraat 53 6374 EK Landgraaf Tel. 045 5312580 Fax 045 5691700 info@letas.nl www.letas.nl
Verhuur brandweermaterialen RegioSafe Fire & Rescue B.V. Nieuwe Schaft 9/B 3991 AS Houten Tel. 030 6704815 info@regiosafe.nl
Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer Gewenste rubrieken
o per rubriek, per uitgave € 45,o per rubriek heel jaar (10 uitgaven) € 355,Prijzen exclusief BTW Datum
Handtekening
B&B Brand&Brandweer
U kunt deze bon inscannen en mailen naar: info@is-acquisitie.com. Voor deze en andere advertentiemogelijkheden in B&B, Ambulancezorg e.a.: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2019
37
Brandweer bevrijdt arrestant Redders in nood, zo denkt een arrestant in Amsterdam waarschijnlijk over de brandweerlieden die hem eind maart kwamen bevrijden. Na zijn arrestatie kregen de agenten de handboeien niet meer los. Gewapend met een betonschaar hebben de brandweerlieden de boeien opengebroken. Na deze reddingsoperatie en het opmaken van een aantal proces-verbalen stond de man weer op straat. Bron: waarmaarraar.nl
Brandweer blust brand met gieter Brandweerlieden in het Brabantse Loon op Zand hadden eind maart geen grof geschut nodig om een brand te blussen. Een gieter met water bleek voldoende om een stapel brandende gestripte stroomkabels te blussen. ‘We kijken naar de situatie en welk materieel er nodig is. We kwamen met een brandweerwagen, maar zagen dat een gieter voldoende was.’ Bron: omroepbrabant.nl
BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding, en het communicatiemagazine van Brandweer Nederland. April 2019 - nummer 4 jaargang 43 REDACTIE-ADRES
Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE
Ing. Stephan J.M. Wevers, commandant brandweer Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Gelderland-Midden Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek Hildemarie Schippers, Brandweer Flevoland Frank Huizinga, woordvoerder Brandweer Nederland Lucas de Lange, Vernieuwde repressie Veiligheidsregio Haaglanden Gerard Bouwmeester, vrijwilliger Veiligheidsregio Utrecht EINDREDACTIE
Jildou Visser e-mail: info@jildouvisser.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE
Hildemarie Schippers, Rens Hulman, Patrick van Gerner, Ginopress, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Beeldwerkt, Bastiaan Miché, Brandweer Twente, Ellen Schat, Veiligheidsregio Haaglanden en Henk Klein Hazebroek. ONTWERP EN OPMAAK
Imago Mediabuilders, Amersfoort DRUK
Wilco BV - Amersfoort UITGEVER
Sdu Uitgevers: Elise Dokter Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: e.dokter@sdu.nl BLADMANAGEMENT
Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl ADVERTENTIE-ACQUISITIE
Lijst van adverteerders Aerialtronics DV BV 26 Haix Shuhe 4 Laundry 26 Letas Stickerservice 26 Raaijmakers en Zn Bronbemaling BV 26 Sdu C2, C3, C4
Tarieven, reserverings- en sluitingsdata voor (combinatie)advertenties in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a. op aanvraag beschikbaar bij: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, e-mail: info@is-acquisistie.com www. is-acquisistie.com Aanlevering van advertentiemateriaal bij loap@sdu.nl TERMIJN VAN ANNULERING:
6 weken voor verschijningsdatum
ABONNEMENTEN
Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Het abonnement op Brand&Brandweer Het abonnement op Brand&Brandweer (10 nummers, prijspeil 2019) kost 101 euro excl. BTW (110,09 euro incl. BTW). Deze prijs is inclusief verzendkosten. Prijs los nummer: 12 euro (incl. BTW). Een abonnement op B&B geeft tevens toegang tot B&B-digitaal en het archief van B&B via www.brandenbrandweer.nl. Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Prijs online-abonnement los: 84 euro excl. BTW (101,64 euro incl. BTW). Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2019 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden.
Termijn van inzending:
3 weken voor verschijningsdatum
38
nummer 4 april 2019 - Sdu Uitgevers
ISSN 01656-4675
Brand&Brandweer
nieuwe editie
ai-blad 44: De preventiemedewerker ai-blad 10: Bedrijfshulpverlening en noodorganisatie
Een onmisbaar naslagwerk voor iedereen die voorbereid wil zijn op noodsituaties! Met het AI-Blad 44: De preventiemedewerker heeft u een uitstekend hulpmiddel om uw preventiebeleid effectief en efficiÍnt te organiseren. Het biedt een duidelijk overzicht van de functie, taken en positie van de preventiemedewerker. Deze uitgave besteedt uitgebreid aandacht aan de arbocatalogus, de branchegerichte risico-inventarisatie en -evaluatie-instrumenten en de nieuwe richtlijnen voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Het AI-Blad 10: Bedrijfshulpverlening en noodorganisatie stelt u in staat, afhankelijk van de risico’s en processen in het bedrijf of de organisatie, te beslissen welk niveau van bhv- of noodorganisatie nodig is. In dit AI-blad vindt u diverse checklisten, stappenplannen en voorbeelden waarmee u zelf aan de slag kunt gaan.
Meer informatie en bestellen op www.sdu.nl/preventie-en-hulpverlening
Nieuwe inzichten in brandbestrijding?
Lees het
editie 2018
Handboek Brandverloop. Elke bevelvoerder zou ‘de brand moeten kunnen lezen’. Daar is kennis voor nodig. In de nieuwe editie van Handboek Brandverloop behandelen Karel Lambert, brandweerinstructeur in België, en Siemco Baaij, bevelvoerder in Utrecht, alle aspecten van brandverloop. Nieuw in deze editie: • Hernieuwde inzichten in brandbestrijding • Veranderingen in, aan en op gebouwen • Resultaten uit nieuwe (internationale) onderzoeken • Betere aansluiting op de praktijk van instructie en opleiding met extra voorbeelden isbn: 978 90 12 40267 5
Kijk voor meer informatie en bestellen op www.sdu.nl/brandverloop2018