Fokus Chemie

Page 1

D I T D OSS I E R WO R DT G E P U B L I C E E R D D O O R S M A RT M E D I A E N VA LT N I E T O N D E R D E V E R A N T WO O R D E L I J K H E I D VA N D E R E DACT I E VA N D E STA N DA A R D

MAART ‘22

CHEMIE

Barbara Veranneman De chemie van de toekomst staat voor de deur

Wim Michiels

Proper plastic Geen (duurzame) toekomst zonder kunststoffen

Margo Carvers Aan de slag met een opleiding op maat

Lees meer op Fokus-online.be

”Ik ken geen enkel chemiebedrijf dat niet bezig is met de zoektocht naar duurzame oplossingen.” Meer dan 35 start-ups werden de voorbije 6 jaar gefinancierd door het Innovation Fund, een initiatief van Innovation Circle en essenscia, dat grote chemiebedrijven en nationale/ regionale investeringsfondsen samenbracht om universiteiten te ondersteunen bij hun innovatie- en investeringsbeleid.

www.innovationfund.eu

INNOVATION THAT IMPACTS


2 VOORWOORD

FOKUS-ONLINE.BE

4

6

12

23

LEES MEER. 4

‘Het is essentieel dat de chemiesector open kaart speelt’

6

Geen (duurzame) toekomst zonder kunststoffen

8

De reële vraagstukken rond technologische vernieuwingen

12

Interview: Wim Michiels, CEO Proviron

14

Het enorme potentieel van AI en machinelearning

16

Een proces(industrie) van lange adem?

18

Vier ingrediënten voor een ijzersterke chemiesector

20

Chemie is niet alleen rook uit de schoorsteen

22

De nieuwe onderhoudscultuur voorspelt veel goeds

23

Een opleiding op maat om in de chemie aan de slag te gaan? Dat kan!

Barbara Veranneman

De chemie van de toekomst staat voor de deur

COLOFON. COUNTRY MANAGER

CHRISTIAN NIKUNA PEMBA

Nooit eerder moesten onze economie en samenleving zich zo snel zo grondig transformeren. Die industriële transitie draait om bits en bytes, maar vooral om moleculen zoals CO2 of H2, koolstofdioxide en waterstof. De chemie, als wetenschap én als industrie, heeft de sleutels in handen om de deur naar een duurzame toekomst te openen.

K

limaatneutraal worden, een kringloopeconomie opzetten waarin afval een circulaire grondstof is, productieprocessen fundamenteel vergroenen. De uitdagingen zijn groot, de ambities hoog, de tijd beperkt. Tegelijkertijd groeit de overtuiging dat meer innovatiekracht in de chemie zorgt voor meer duurzaamheid in onze maatschappij: dankzij de producten – van isolatiematerialen tot de basiscomponenten voor zonnepanelen of windturbines –, maar steeds vaker ook door radicale systeeminnovaties. Wie binnenloopt bij BlueChem, de eerste incubator voor duurzame chemie in ons land, duwt de deur naar de chemie van de toekomst open. Op amper twee jaar is BlueChem in Antwerpen – in het hart van de grootste chemiecluster van Europa – uitgegroeid tot het middelpunt van grensverleggende chemietechnologie in Vlaanderen. Het is de thuisbasis van heel wat beloftevolle start-ups en scale-ups die actief zijn in zeer uiteenlopende onderzoeksdomeinen. Maar ze delen allen hetzelfde doel: van de duurzame droom een daad maken. Met BlueChem maken we duurzame chemie concreet. Dat gaat van de omzetting van opgevangen CO2 in een waardevolle grondstof tot de recuperatie van kostbare metalen zoals zink of palladium uit industrieel afvalwater, van nieuwe recyclagetechnieken voor het hergebruik van kunststoffen tot nanotechnologie voor zelfhelende medische toepassingen, van procesinnovaties die zorgen voor een lager energie- en grondstoffengebruik in de

De uitdagingen zijn groot, de ambities hoog, de tijd beperkt.

chemie- en farmasector tot de ontwikkeling van duurzame voeding. Dankzij de steun van de stad Antwerpen, het provinciebestuur, VITO en de Vlaamse en Europese overheid draaien de labo’s in BlueChem op volle toeren. Maar een incubator mag geen innovatie-eiland zijn. Het komt erop aan bruggen te bouwen en connecties te maken zodat die innovaties snel getest en toegepast kunnen worden in de bestaande industriële context. Het is die kruisbestuiving tussen start-ups, strategische partnerorganisaties en internationale chemiebedrijven, tussen academische kennis en industriële expertise wat BlueChem uniek maakt. Dus ja, de chemie van de toekomst staat voor de deur. Die deur staat zelfs al op een kier. Maar er bestaat geen universele loper om ze op een eenvoudige manier wagenwijd open te zetten. De uitdagingen zijn zo complex dat we verschillende sleutels nodig zullen hebben. Net daarom is het zo belangrijk dat Catalisti, de speerpuntcluster voor innovatie in chemie en kunststoffen, vanuit BlueChem ook het Moonshot-programma voor klimaatinnovatie van de Vlaamse overheid coördineert, op zoek naar doorbraaktechnologieën voor minder CO2-uitstoot, de uitbouw van een waterstofeconomie of het gebruik van biomassa als alternatieve grondstof. Zo duwen we samen de deur beetje bij beetje verder open. Door Barbara Veranneman, voorzitter BlueChem-incubator voor duurzame chemie

CREATIVE DIRECTOR

BAÏDY LY CONTENT DIRECTOR

ANNICK JOOSSEN EINDREDACTIE

DON VAN DER PUTTEN TEKST

BAVO BOUTSEN HELEEN DRIESEN ROSALIE VAN HOOF HANNES DEDEURWAERDER FREDERIC PETITJEAN LAYOUT

DEE BERNAERS COVERBEELD

BAÏDY LY DRUKKERIJ

COLDSET PRINTING PARTNERS

SMART MEDIA AGENCY. LEYSSTRAAT 27 2000 ANTWERPEN +32 (0)3 289 19 40 REDACTIE@SMARTMEDIAAGENCY.BE FOKUS-ONLINE.BE

Veel leesplezier!

Matthias Laenen Project Manager


Project ONE, een unieke opportuniteit voor Antwerpen en… jouw loopbaan Project ONE: • Grootste investering in de Europese chemie van de laatste 25 jaar, goed voor meer dan 3 miljard euro • Productie van ca. anderhalf miljoen ton ethyleen per jaar, één van de meest gebruikte basischemicaliën ter wereld • Ethaankraker met laagste CO2emissies in Europa • Klimaatneutraal binnen tien jaar na opstart • 450 jobs • Start bouw verwacht in 2022, oplevering 2026

INEOS heeft grootse plannen in de haven van Antwerpen. Met Project ONE werkt het aan het belangrijkste Europese chemieproject van de afgelopen decennia. Een unieke kans voor ingenieurs die mee willen bouwen aan een klimaatvriendelijke fabriek van de toekomst. Neeraja Vallabhapurapu (Control and Automation Engineer) en Jonas Byns (Lead Process Engineer) vertellen je waarom je deze opportuniteit niet mag laten liggen. Wat is Project ONE precies? Jonas Byns: “Met Project ONE bouwt INEOS een ethaankraker waarmee we ethyleen produceren. Ethyleen is op zijn beurt een van de meest gebruikte basischemicaliën en onmisbaar voor tal van producten en toepassingen die bijdragen tot onze levenskwaliteit.” Wat maakt Project ONE dan zo bijzonder? Jonas Byns: “Project ONE maakt gebruik van de allerbeste technologie van vandaag en heeft de laagste koolstofvoetafdruk van alle stoom­ krakers in Europa. Daar sta ik als Lead Process Engineer mee voor in. Het is de taak van mijn team om samen met technologiepartners de meest veilige en efficiënte processen te vinden. Het resultaat mag er zijn: Project ONE zal 3 keer minder CO2 uitstoten dan de

gemiddelde Europese kraker en 2 keer minder dan de 10% beste krakers in Europa. Dat is goed voor een besparing van ongeveer 2 miljoen ton CO2 op jaarbasis. Door het flexibele ontwerp van de installaties en de lage koolstofafdruk zijn we uitstekend geplaatst om onze voetafdruk verder af te bouwen tot net zero. We streven ernaar klimaat­ neutraal te worden binnen de tien jaar na opstart van onze activiteiten.” Neeraja Vallabhapurapu: “Project ONE is inderdaad een ‘gamechanger’ voor de Europese chemie. Terwijl soortgelijke investeringen de laatste decennia plaatsvonden in andere continenten, wil INEOS deze state-of-theart technologische vernieuwing naar Antwerpen brengen, en zo bijdragen tot de veerkracht en verduurzaming van de Europese chemiesector.” Hoe ervaar je jouw job? Neeraja Vallabhapurapu: “Als Control and Automation Engineer werk ik met de nieuwste technologieën, zoals pro­ cedural automation. Samen met mijn collega’s ontwerp ik de installaties vanaf nul. Alles wat je doet heeft dus een grote impact. Daar ben ik erg trots op. Bovendien zijn we een open team. Als vrouw in een mannenwereld voel ik helemaal geen obstakels. Je krijgt veel vertrouwen. Heb je een goed idee,

Het is een unieke ervaring om mee te bouwen aan een initiatief dat de chemische industrie in Antwerpen grondig vernieuwt en richting klimaatneutraliteit duwt door gebruik te maken van de meest innovatieve technieken. – Jonas Byns

dan wordt er naar je geluisterd. Dat is erg belangrijk in een project van zo’n omvang. Je blijft van elkaar leren en je groeit mee met het project.” Wat gaf voor jullie de doorslag om te kiezen voor Project ONE? Jonas Byns: “Het is 25 jaar geleden dat er in Europa een project op deze schaal is gelanceerd. Ik ervaar het als een unieke kans mee te bouwen aan een initiatief dat de chemische industrie in Antwerpen grondig vernieuwt en richting klimaatneutraliteit duwt door gebruik te maken van de meest innovatieve technieken.” Neeraja Vallabhapurapu: “Toen INEOS Project ONE aankondigde, was ik meteen enthousiast. Van zodra ik een vacature zag die bij mijn interesses paste, heb ik die kans met beide handen gegrepen. Zo’n groot project, waarbij je vanaf het begin kan mee­ denken, dat vind je niet elk jaar, zelfs niet elk decennium. Het gevoel dat dit een once in a lifetime kans is, leeft bij iedereen die aan dit project meewerkt.” Waarom moeten ingenieurs kiezen voor een job bij Project ONE? Jonas Byns: “Het is een aanrader voor elke ingenieur: pas afgestudeerd of met tonnen ervaring. Als junior is dit de ideale manier om te ontdekken

hoe een fabriek en de chemiesector in elkaar zitten. Je werkt mee vanaf de start en bouwt in sneltempo ervaring op. Mediors en seniors krijgen de kans om hun expertise in te zetten. Je hebt hier echt impact, want INEOS rekent op jouw ervaring en initiatief. En werkzekerheid is er sowieso, want er zijn al carrièrepaden uitgestippeld voor wanneer de bouw van Project ONE is afgerond.” Neeraja Vallabhapurapu: “Ook de afdeling automation is in volle groei en er zijn er veel mogelijkheden. We effenen hier het pad voor de rest van de industrie om schonere technologieën te gaan gebruiken. Dat je aan zo’n project kan meewerken is uniek. It doesn’t get any bigger than this.” Als we klimaatverandering vandaag willen aanpakken, moeten we inzetten op technologieën die de koolstofuit­ stoot nu al drastisch verlagen. Als deel van ons team zul je vanaf de eerste rij bijdragen tot de oplossing. Waarop wacht je? Sluit je aan bij ons gedreven team en maak het verschil door een fabriek van de nieuwste generatie te bouwen, een nieuw ankerpunt voor de chemische industrie. Interesse? Contacteer ons via recruitment.projectone@ineos.com

Het gevoel dat dit een once in a lifetime kans is, leeft bij iedereen die aan dit project meewerkt.

– Neeraja Vallabhapurapu


4 NAAR EEN SCHONER IMAGO VOOR DE CHEMIE

FOKUS-ONLINE.BE

‘Het is essentieel dat de chemiesector open kaart speelt’ De ontwikkeling van duurzame oplossingen is tegelijk een uitdaging en een opportuniteit voor de chemische industrie. Innovaties worden gestuurd door een markt die niet altijd eensgezind is over haar prioriteiten. “De transitie zal gebeuren op een manier die ook voor bedrijven haalbaar is.”

“J

e kunt het hele duurzaamheids­ debat zien als een bedreiging of je kunt het omhelzen en proberen om jezelf ermee te onderscheiden.” Ruben Snoeks, business development manager bij materialenproducent SWM International, ziet in de markt steeds meer signalen om duurzamere keuzes te maken. “Kansen zijn er in elk geval genoeg, en ze zullen alleen maar vermeerderen in de jaren die volgen. Sommige processen of stoffen zijn vrij makkelijk te verduurzamen, bij andere zal het juist moeilijk of helemaal niet gaan.” Wereldwijd produceert SWM, met in Genk de site Conwed Plastics, onder meer netstructuren, folies, non-wovens, coatings, kleefstoffen en papierproducten. “Dat uitgebreide gamma laat ons toe om op diverse vlakken innovatief na te denken. Een van de meer voor de hand liggende pistes om duurzamer te produceren is materiaalreductie. We zijn nu onder meer bezig met een vlamvertragende halogeenvrije coating, waarbij we met een veel lagere hoeveelheid chemicaliën toch dezelfde performance trachten te bereiken.” “Een andere mogelijkheid is om met andere grondstoffen aan de slag te gaan”, vervolgt Snoeks. “Een wereld zonder plastics is niet meer mogelijk, dan gaan we decennia terug in de tijd. Maar we kunnen wel zoeken naar alternatieve materialen die minder impact hebben op het milieu. Ik denk dan bijvoorbeeld aan hernieuwbare of beter recycleerbare materialen en biologisch afbreekbare opties. Soms loont het als chemisch bedrijf ook om helemaal out of the box te denken. Zo onderzoeken we momenteel of we voor bepaalde toepassingen niet kunnen omschakelen van plastics naar natuurlijke

Sommige processen of stoffen zijn vrij makkelijk te verduurzamen, bij andere zal het juist moeilijk of helemaal niet gaan. — Ruben Snoeks, SWM

vezels, vanuit de ervaring die we hebben met de papierindustrie.” De evolutie naar een duurzamere chemie is volgens Snoeks een deels natuurlijk proces dat sterk gestuurd wordt vanuit de markt. De vraag van de consument zal stijgen, invloedrijke bedrijven en grote retailers nemen nu al het voortouw, overheden passen hun regel-

geving aan. “Wel zal het een heel geleidelijke verandering zijn, die nog veel onderzoek en investeringen nodig heeft. De transitie zal gebeuren, maar op een manier die ook haalbaar is voor bedrijven.” De chemische industrie levert ongetwijfeld al belangrijke inspanningen om duurzaam te werken, zegt Mario Smet, die als hoogleraar

verbonden is aan het departement Chemie van de KU Leuven. “Het energieverbruik per geproduceerde eenheid is de laatste jaren sterk gedaald. Daar is de chemie zelfs een voorbeeld voor andere sectoren. Anderzijds bestaat de chemische industrie maar bij gratie van de winst die ze maakt. Dat is nu eenmaal de context waarin alle bedrijven functioneren. Je kunt van de chemische industrie niet verwachten dat ze meer inspanningen gaat doen dan economisch aantrekkelijk is.” Zolang de marktvraag niet wezenlijk verandert, blijft ook het aanbod grotendeels ongewijzigd, stelt Smet. “Op sommige vlakken hebben we misschien wel de mond vol van duurzaamheid, maar het individuele gedrag van mensen en de maatschappelijk-economische teneur spreken een fundamentele omschakeling tegen. Neem nu de luchtvaart, die zware klappen heeft gekregen door corona. De allereerste bekommernis – zo laat zich toch algemeen voelen – is om de economische prestaties van de luchtvaart te herstellen, niet om ze te verduurzamen.” Moet de chemische sector zich dan al te zeer bekommeren om zijn imago als de geesten elders nog niet gerijpt zijn? “Misschien in de eerste plaats om een realistisch beeld te schetsen van hoe de sector opereert. Het zou goed zijn mocht de publieke opinie niet meer uitsluitend naar anderen met de vinger wijzen, maar ook eens de hand in eigen boezem steken. Daarvoor denk ik dat het essentieel is dat de chemische industrie open kaart speelt: dat ze laat zien wat ze goed doet, maar ook niet verbloemt wat beter zou kunnen.” Door Heleen Driesen


ALS MIJN KNOW HOW IN RECYCLAGE KAN BIJDRAGEN TOT CIRCULAIRE ECONOMIE

WAT ZOU JIJ DAN KUNNEN DOEN? Nieuw leven geven aan gebruikte metalen. De wagens van de toekomst aandrijven. Schadelijke uitlaat van voertuigen verminderen. Als wereldwijde materiaaltechnologiegroep is Umicore een pionier op vlak van duurzaamheid, gesterkt door een collectieve vastberadenheid en sterke visie voor een betere toekomst. We willen een duidelijke wereldleider zijn in schone mobiliteit. Wat zou jij kunnen doen in een bedrijfsomgeving met zulke ambities? Bij Umicore richten we ons op katalyse, recyclage en energietechnologieën. In elke Business Unit combineren onze experts toptechnologie met gespecialiseerde kennis om materialen en oplossingen te creëren die essentieel zijn voor het dagelijkse leven. Onze managers geven de wereld van morgen mee vorm. Investeren in medewerkers Umicore zet alles op alles om tot de beste werkgevers van België te behoren. Wij investeren in onze medewerkers: een veilige en gezonde werk omgeving, opleidingskansen, flexibel uurrooster, aantrekkelijk salarispakket …

En dat loont, want ook in 2022 bemachtigden we de titel van Top Employer, voor de 17de keer op rij. Een mooi bewijs van het duurzame engagement dat we willen aangaan met jou als medewerker. Nu én in de toekomst! Vind de job die bij je past op umicore.be/jobs


6 HOE PLASTIC WEL PROPER KAN ZIJN

FOKUS-ONLINE.BE

Geen (duurzame) toekomst zonder kunststoffen In de publieke opinie slepen kunststoffen niet altijd het schoonste imago met zich mee. Maar het plastic wegwerptasje uit de supermarkt staat niet symbool voor de hele industrie. “Het probleem zit niet in het materiaal zelf, wel in de mentaliteit.”

H Kunststof of plastic? In de volksmond vallen kunststoffen en plastics vaak samen. Plastic is in feite een type kunststof waarvan onder verhitting een voorwerp kan worden gemaakt. Maar terwijl plastic vooral een negatieve connotatie heeft (lees: afvalzakken, verpakkingen, noppenfolies…), staan kunststoffen voor hoogkwalitatieve materialen in gebruiksvoorwerpen en apparatuur. In de brede definitie zijn kunststoffen en plastics synthetisch vervaardigde polymeren met additieven.

Circular Plastics Alliance De Circular Plastics Alliance is een Europees initiatief van de kunststofketen, waartoe alle publieke en private actoren uit de kunststofindustrie kunnen toetreden die duurzaam willen omgaan met materialen. De alliantie omvat 300 vertegenwoordigers uit de sector, de academische wereld en overheden. Een belangrijke doelstelling van de ondertekenaars is om tegen 2025 10 miljoen ton gerecycleerde kunststoffen terug in te zetten op de EU-markt.

oe ging het toen we allemaal nog een plastic zakje meekregen in de supermarkt? We gebruikten het voor het afvalemmertje onder de gootsteen. “Nu kopen we in de winkel een rol nieuwe vuilzakjes. Zijn we op die manier duurzamer bezig?” Aan het woord is Wim Grymonprez die bij VKC, het competentiecentrum voor de kunststof- en textielverwerkende industrie, bedrijven ondersteunt in hun bijdrage aan een circulaire economie. Het debat rond kunststoffen wordt volgens de manager new business developments vaak te ongenuanceerd gevoerd. “Vroeger werd in het warenhuis alles in papier verpakt. Het eerste patent dat ingediend werd voor een kunststof zakje had als expliciete doelstelling om bomen te sparen. Vandaag is de slinger helemaal omgeslagen.” De strijd tegen kunststoffen is onterecht, vindt Grymonprez. “Als je ’s ochtends een blaadje papier neemt en een streepje zet voor elk voorwerp uit kunststof dat je tegenkomt, heb je tegen de middag een A4 vol. Kunststof is overal, we kunnen niet meer zonder. Ook niet om de transitie te maken naar een duurzamere toekomst. Je kunt geen groene energie opwekken zonder kunststof. Zonnepanelen en windmolens zijn gemaakt uit kunststof, de behuizing van de batterij in een elektrische wagen is van kunststof. Precies door kunststoffen te gebruiken, sparen we schaarse grondstoffen uit. Waar vroeger de waterleidingen uit koper, ijzer of lood bestonden, zijn dat nu buizen in polyethyleen.” Van dat soort toepassingen maakt niemand een probleem, stelt Grymonprez vast. Het imagoprobleem zit vooral bij de verpakkingsmaterialen, die een ultrakorte gebruiksduur hebben maar een heel lange afbraaktijd. “Als er plastic zakjes rondwaaien in onze voortuin, maken we ons daar met reden druk om. Alleen is zwerfvuil niet de schuld van het plastic, wel van de gebruiker. Voor mij zit het probleem niet in het materiaal zelf, maar in de mentaliteit van de mensen.”

Ook Kim Ragaert, professor in Circular Plastics aan de universiteit van Maastricht, heeft moeite met de tunnelvisie op vervuilende plastics. “Terwijl de niet-duurzame verdienmodellen achter talloze van onze producten ongemoeid worden gelaten. De Europese Unie heeft plastic rietjes verboden ten gunste van de papieren variant – die overigens niet noodzakelijk duurzamer is. Beter zou men het singleuseconcept onder de loep nemen.”

Vanuit CO2-oogpunt is de productie van plastics behoorlijk energie-efficiënt, stelt ze. “Aardolie gebruiken om er plastics mee te vervaardigen is alleszins veel duurzamer dan er je auto mee vol te tanken. Willen we op de lange termijn weg van aardolie, dan zijn er al verschillende biobased oplossingen voorhanden. Al is het ook daar belangrijk om energie-kritisch te blijven.”

De functionele eigenschappen van kunststoffen zijn in veel toepassingen nauwelijks te overtreffen, weet Ragaert. “Qua sterkte, afsluitbaarheid en functionaliteit per kilogram gebruikt materiaal zijn kunststoffen fenomenaal.” Maar hoe veelzijdig ze ook zijn, er is zeker nog ruimte om te verduurzamen. “Zo kunnen we de plastics die we produceren nog een stuk geschikter maken voor recyclage. Misschien moeten we nadenken over vulsystemen in de winkel, of over de keuze voor één materiaal per type product. Met minder verschillende materialen bereiken we namelijk makkelijker de kritieke massa om recyclage economisch interessant te maken.”

Of kunststoffen ook werkelijk de gangmakers kunnen worden van een circulaire economie? “De grootste technologische sprongen qua functionaliteit zijn na veertig jaar wel gemaakt”, meent Ragaert. “Wel denk ik dat er nog muziek zit in een ketensamenwerking. Als kunststofproducenten aan design for recycling doen, vergemakkelijken ze de latere inzameling en recyclage, stijgt de economische waarde van de producten, krijgt de consument meer incentives om goed te sorteren, enzovoort. Daar zie ik wel een interessant domino-effect ontstaan.” Door Heleen Driesen


#FOKUSCHEMIE

ANOREL • BRAND REPORT 7

De evolutie van de landbouwsector Het is duidelijk dat de industrie en daarbij ook de landbouwsector niet meer dezelfde is dan 10 jaar geleden. Bedrijven voelen zich verplicht milieubewuster te werk te gaan, mede door een mentaliteitswijziging en een strengere milieuwetgeving.

A

norel, sinds 1997 producent en toeleverancier van meststoffen voor landen tuinbouw, is steeds al bezig geweest met het onderzoeken en ontwikkelen van innovatieve en milieuvriendelijke producten in de landbouwsector. Vader en dochter Cafmeyer leggen uit hoe de mentaliteit in de landbouwsector wijzigde en hoe zij hiermee met Anorel op inspeelden. “Enkele jaren geleden reageerden bedrijven geïnteresseerd maar nog niet geactiveerd om hun teelten milieuvriendelijker te produceren. De tijd was toen nog niet rijp en dat is het verschil met de huidige situatie. Bedrijven voelen zich nu wel genoodzaakt om een verandering door te voeren”, zegt Steven Cafmeyer. Ook het gebruik van plantafval kan een positieve verandering scheppen. Vandaag wordt het meeste plantafval van verschillende planten samen verwerkt en gecomposteerd. Het nadeel van deze methode is dat de beschikbare energie die nog aanwezig

is in het afval hiermee wordt geneutraliseerd. Het Tombustion project van Anorel moet hier weerwerk tegen bieden. “10 jaar geleden is het idee ontstaan door mijn vader maar is het door de toenmalige tijdsgeest niet van start gegaan. Toen ik een jaar geleden in het bedrijf stapte, hebben we het idee uitgeschreven om het in te dienen als Vlaio-onderzoeksproject, in partnerschap met de Ugent. Aan de hand van komend onderzoek zullen we het ideale productieproces zoeken om uit bladafval de opgeslagen mineralen en energie te recupereren”, zegt Josephine Cafmeyer. Het merendeel van de kunstmeststoffen werd tot voor kort vanuit China en Rusland ingevoerd. Hier kwam door de huidige internationale instabiliteit verandering in. In China werden er nieuwe exportbeperkingen op kunstmeststof opgelegd uit vrees dat er zich een tekort zou voordoen op de eigen markt. De Russische export op zijn beurt staat door de

oorlog in Oekraïne erg wankel. Dit slaat niet enkel op kunstmest maar kan doorgetrokken worden naar de hele landbouwindustrie. Door zelfvoorzienend te werk te gaan zijn bedrijven niet meer volledig afhankelijk van buitenlandse import wat zorgt voor een grotere stabiliteit. Als we echt een grote verandering willen doorvoeren met het oog op milieuvriendelijke landbouwprocessen, dan is een strenge milieuwetgeving essentieel. “Strengere wetten kunnen een grote impact hebben. Een goed voorbeeld hiervan is de stijging van de taks op afvalwater. Bedrijven die enkel synthetische grondstoffen gebruiken tijdens de productie zullen meer vervuiling aanrichten en daardoor een hogere taks moeten betalen. Bedrijven die kiezen voor milieuvriendelijke varianten zullen op hun beurt beloond worden door een veel lagere taks te moeten betalen. Via wetgeving kunnen bedrijven gestimuleerd worden om milieubewuster te gaan werken”, zegt Steven Cafmeyer.

Het verschil met 10 jaar geleden is dat we allemaal, en daarbij ook de bedrijven, harder worden gewezen op de mogelijke gevolgen wanneer we blijven vervuilen. Zelf geen actie ondernemen is geen optie meer. Milieubewust en circulair te werk gaan is het nieuwe normaal en alle initiatieven die deze richting uitwijzen dragen reeds positief bij in de creatie van dit ideaal.

Steven Cafmeyer Director

Josephine Cafmeyer Strategic manager

Anorel, wat staat voor Anorganische elementen, werd in 1997 opgericht uit de joint-venture Soltech. Oorspronkelijk lag de focus lag op de productie van monoammoniumfosfaat. Dit evolueerde naar de ontwikkeling en productie van oplosbare meststoffen voor de irrigatielandbouw. Vandaag is Anorel een van de belangrijkste producenten en toeleveranciers van kunstmeststoffen in de Benelux. Ook buiten de Benelux is Anorel goed vertegenwoordigd. Aanwezig in wel 35 landen en 5 continenten, met per land telkens één exclusieve verdeler. Op deze manier wordt de kwaliteit van hun product telkens verzekerd.

Waarom methanol zowel groene brandstof als groene grondstof kan worden

vorige eeuw besteedde de chemische industrie net veel aandacht aan de maximale recuperatie van restwarmte of de warmte die vrijkomt als gevolg van de chemische reactie. Nadien werd er ook ingezet om bijvoorbeeld vast afval en afvalwater op gepaste wijze te hergebruiken, een beetje circulaire economie avant la lettre. We geloven echter dat er nog meer kan gebeuren.”

INOVYN, onderdeel van INEOS en Europa’s toonaangevende producent van vinyls, is een sprekend voorbeeld van een bedrijf dat de verduurzaming van de chemiesector als prioriteit stelt. Vooral methanol lijkt daarbij de sleutel.

Koolstofneutrale samenleving

Het portfolio van INOVYN bestaat uit een breed scala aan producten, onderverdeeld in General Purpose Vinyls, Specialty Vinyls, Organic Chlorine Derivatives, Chlor Alkali, hydrogen and Vinyls Technologies. – grondstoffen die voor zowat elk industrieel proces kunnen dienen. Maar belangrijker nog is dat moederbedrijf INEOS eind 2020 een nieuwe business rond schone waterstof lanceerde, die geleid wordt door INOVYN. INOVYN produceert vandaag een aanzienlijke hoeveelheid restwaterstof uit haar chlooralkaliactiviteiten. Dat is nodig, want de energie-uitdagingen zijn – vandaag meer dan ooit – enorm en de ambitie van Europa om tegen 2050 CO2-neutraal te worden zal alleen waargemaakt worden als iedereen zijn steentje bijdraagt. Circulaire economie avant la lettre “Het is niet terecht dat de chemische industrie een minder goed reputatie heeft als het op duurzaamheid aankomt”, vertelt Luc van Opstal. Hij is in Antwerpen sitemanager van INOVYN Manufacturing Belgium. “Sinds de eerste oliecrisis in de jaren tachtig van de

Luc van Opstal

Sitemanager Antwerpen INOVYN Manufacturing Belgium

Dat is er meer kan gebeuren, is voor INOVYN de reden om de handen uit de mouwen te steken. “INOVYN, als de belangrijkste PVCproducent in Europa, zet sterk in op de recyclage van PVC. Daarnaast geloven we binnen INOVYN heel sterk in de ontwikkeling van onze waterstof-business, omdat waterstof volgens ons een heel belangrijke rol kan spelen in de ontwikkeling van een zero-CO2 emissie klimaat. De verdere ontwikkeling van de waterstoftechnologie en het gebruik van hernieuwbare energie biedt de mogelijkheid om tot een koolstofneutrale samenleving te komen.” In dit opzicht zette INOVYN, samen met een aantal partners als de Port of Antwerp en Engie, het Power to methanol-project op, waarbij bestaande technologieën op innovatieve wijze worden samengebracht om met hernieuwbare energie groene waterstof te produceren en met CO2 in groene methanol om te zetten. “Deze methanol kan ingezet worden als groene brandstof, maar ook als groene grondstof voor de productie van chemicaliën”, duidt Luc van Opstal. “INOVYN gelooft er dan ook sterk in dat duurzaamheid, ondernemerschap en winst maken hand in hand kunnen gaan. Belangrijke investeringen en fundamenteel (R&D) en toegepast onderzoek blijven echter een absolute must.”


8 INNOVATIE VRAAGT VOORAL MEER SAMENWERKING

FOKUS-ONLINE.BE

De reële vraagstukken die technologische vernieuwingen meebrengen De logistieke sector kreeg de afgelopen jaren met acute problemen af te rekenen. De meeste zijn inmiddels getackeld, en dus staan de volgende vraagstukken voor de deur. “Chemische supplychain is als een geboosterde patiënt: aan de betere hand, maar nog niet genezen.”

P

eter Devos legt als algemeen manager van ECTA, de European Chemical Transport Association, als geen ander de vinger op de wonde: “Tijdens de coronacrisis was er weinig ruimte voor langetermijnplannen. Die achterstand moeten we nu inhalen.” Op de agenda prijken onder andere duurzaamheid en digitalisering. “Zo wordt er steeds meer aangestuurd op een groen wagenpark, met elektrische trucks of vrachtwagens die op waterstof rijden.” Klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. “Dit vraagt om grote investeringen. Daarnaast speelt het veiligheidsaspect ook mee. Want is het wel verantwoord om met een waterstoftruck een chemische fabriek binnen te rijden?” denkt Devos hardop. “Bij iedere innovatie dient een risicoanalyse uitgevoerd te worden.” Omdat logistiek een erg geconnecteerde wereld is, dient er voor grote vraagstukken afgestemd te worden. “Er moeten bijvoorbeeld afspraken gemaakt worden. Een Belgisch bedrijf zal niet inzetten op proper transport wanneer zijn Poolse concurrent zonder extra kosten gewoon kan blijven rijden. Er moet een level playing field zijn.” Ook wat betreft digitalisering staat de chemische supplychain aan de vooravond van verandering. ECTA timmert namelijk al een tijd om de documentstandaarden om te zetten naar digitale standaarden. “Volgens de wetgeving moet een papieren vrachtbrief tegen 2025 volledig digitaal zijn. Dat stelt ons voor de grote uitdaging om abstracte en papieren flows en processen uit te drukken in een nieuwe, uniforme digitale taal.” Opnieuw beklemtoont Devos de nood aan samenwerking op hoog niveau en tussen alle actoren. “Innovaties die het delen van digitale data efficiënter maken, brengen op hun beurt weer nieuwe vraagstukken met zich mee, zoals risico’s rond cybersecurity.”

Wat betreft duurzaamheid ziet de hoogleraar wél heil in wetgeving. “De Europese Green Deal is een direct overheidsingrijpen en zal tot gedragsverandering in de keten leiden.” Daarbij plaatst Fransoo een kanttekening: “Chemiebedrijven zitten stroomopwaarts in de keten. Dat betekent dat ze een tragere reactiesnelheid hebben dan andere schakels. Toch merk je dat er ook hier steeds meer tegemoetgekomen wordt aan de roep van de consument om een milieuvriendelijkere manier van werken. Sommige grote chemische firma’s hebben vandaag doelstellingen bepaald op vlak van duurzaamheid. Dat doen ze vrijwillig.”

Er wordt steeds meer aangestuurd op een groen wagenpark, maar dat vraagt investeringen en risicoanalyses. — Peter Devos, algemeen manager European Chemical Transport Association

Meer digitaal en duurzaam, dat vergt samenwerking. Maar hoe creëer je een eerlijk speelveld op een niveau dat landsgrenzen overschrijdt? Wetgeving is één ding, al strookt dat volgens Jan Fransoo, hoogleraar Operations en Logistiek Management

aan de Tilburg School of Economics en Management, niet helemaal met de realiteit: “In Europa is het zo dat standaarden in de sector bottom-up ontstaan, en zelden initieel door regelgeving. Dat geldt voor digitalisering alsook op gebied van veiligheid.”

Volgens de hoogleraar wordt het speelveld ook geëffend doordat technologie steeds goedkoper wordt. “De meerkost voor elektrische personenwagens daalt jaar na jaar en zal stilaan verdwijnen. Hetzelfde geldt voor vrachtwagens. Binnen vijf jaar zijn die investeringen minder groot. Technologie haalt op een bepaald moment de realiteit in.” Bovendien zal de grootste verandering plaatsvinden in het productieproces zelf, aldus Fransoo. “Met de overgang van een chemie gebaseerd op fossiele brandstoffen naar een industrie op basis van biomaterialen zullen fundamenteel andere logistieke stromen ontstaan.” Innovatie in de productie leidt tot innovatie in de schakel, klinkt het. “De impact van technologische vernieuwingen in productie is vele malen groter dan die van vernieuwingen in transport zelf.” Ook Peter Devos focust op de positieve gevolgen van innovatie: “Nieuwe technologieën zullen oplossingen bieden aan andere problemen. Zo kan een beter geoptimaliseerde goederenstroom straks het tekort aan transportcapaciteit oplossen.” Door Rosalie van Hoof


Internationaal ondernemen in de chemie: de weg naar succes Hoe vergroot je als kleinschalig chemisch bedrijf in Belgie je geografische footprint? Een goede basis: entrepreneurship, zin voor opportuniteit en een grote wendbaarheid om kennis en kunde op te bouwen. “Smeed partnerships, versterk je purpose en blijf op alle domeinen innoveren.” Dertig jaar geleden begon het Gentse DOMO Carpet met de productie van tapijten en kunstvezels. Sindsdien groeide het familiebedrijf uit tot de unieke leverancier van geïntegreerde nylon 6/6.6-oplossingen voor de wereldwijde kunststof- en textielindustrie. Vallen er uit dit succesverhaal lessen te trekken voor andere chemische bedrijven die willen internationaliseren? We vragen het aan CEO van DOMO Chemicals, Yves Bonte. Die ontleedt de genesis van het bedrijf om enkele mijlpalen te

tracken. “Onze activiteiten in de vezels en garen bleek al snel te beperkend”, vertelt hij. “We wilden ons beter positioneren in de waardeketen door ons verder down- en upstream te wagen. Een aantal producten die we destijds nog aankochten, wilden we zelf kunnen fabriceren. Daarom hebben we in 1994 een caprolactam-fabriek – CPL is de belangrijkste grondstof voor nylon-6 – overgenomen nabij het Duitse Leipzig. Dit was een keerpunt in onze geschiedenis en het moment waarop we de naamsverandering naar DOMO Chemicals doorvoerden. ” Rond het millennium bieden zich enorme opportuniteiten aan rond de inzet van polymeren in de autosector, de sector van consumentengoederen en de industriële toepassingen. Dat verklaart de aankoop in 2002 van een compoundingfabriek in Duitsland, van waaruit DOMO

www.domochemicals.com

zeer snel expertise verwerft in de engineering plastics. “Waarin we met ons bedrijf heel succesvol zijn geweest”, meent Bonte, “is om wendbaar en op een spitsvondige manier kennis en kunde op te bouwen die ons differentieerde van onze concurrenten. Als je erin slaagt om kwalitatieve producten te combineren met een sterke service en een uitmuntend imago, dan willen klanten met je samenwerken. Omdat ze weten dat je de juiste oplossingen zal aanbrengen.” Eenmaal de expertise goed zit, start het bedrijf met zijn geografische expansie. DOMO Chemicals breidt uit naar de Verenigde Staten, China en India. In één beweging volgt ook de omschakeling naar een duurzaam verhaal. “Duurzaamheid is een van onze belangrijkste strategische pijlers en we scherpen onze doelen ook continu aan. Tegen 2050 willen we volledig klimaatneutraal zijn, we verminderen de voetafdruk van

onze polymeren en ontwikkelen steeds meer producten op basis van alternatieve grondstoffen.” Die circulaire voortrekkersrol moet de groei verder accelereren en de innovatiecapaciteiten opschalen. Dat gebeurt ook door synergieën te creëren. Twee jaar geleden gaf DOMO Chemicals zijn business een impuls met de aankoop van de polyamidetak van Solvay. “Smeed partnerships, versterk je purpose en blijf op alle domeinen innoveren”, geeft de CEO als raad mee voor wie wil internationaliseren. “We geven onze medewerkers bovendien krachtige waarden mee als verantwoordelijkheid, nieuwsgierigheid en respect. Stakeholders en klanten voelen dat. Het stimuleert, inspireert en doet groeien.”

Yves Bonte CEO

“Als duurzaamheid niet in je DNA verwerkt zit, dan haal je het niet.” Jo Van Moer, oprichter en CEO Van Moer Logistics: “Bij Van Moer Logistics hebben we onze duurzaamheidsstrategie uitgestippeld binnen 4 grote domeinen, en motiveren we ook onze medewerkers om duurzamer te leven met een maandelijkse duurzaamheidschallenge.” Dat de inspanningen van Van Moer Logistics zijn vruchten afwerpen vind ook Ecovadis. Eerder dit jaar vernieuwden twee operationele divisies hun Ecovadis scores. De bulk- en tankcontainerafdeling behaalde een gouden score en de transportafdeling behaalde een zilveren score. Vorig jaar kreeg de intermodale divisie van de groep ook reeds een gouden score toegekend.

Benieuwd naar alle initiatieven van Van Moer Logistics? Lees het volledige rapport via de QR-code.

www.vanmoer.com


MOLYMET BELGIUM DIVERSIFIEERT MET PUROX

Een knap staaltje van duurzame innovatie! PurOx of zeer zuiver molybdeenoxide kent hoogtechnologische toepassingen in de chemische industrie en in elektronica. Zo vinden we dit hoogwaardig molybdeen terug in de touchscreens van onze smartphones en tablets maar is PurOx ook nodig voor het vervaardigen van ontzwavelingskatalysatoren voor de petrochemie. Molymet Belgium maakt sinds 2003 deel uit van de Chileense, beursgenoteerde groep Molymet die internationaal vertegenwoordigd is en voorziet in 35% van de wereldwijde vraag naar molybdeen. In 2016, als onderdeel van haar strategisch plan, besliste onze moedermaatschappij Molymet, gevestigd in Santiago, Chili, om ook op het Europese vasteland een PurOx productiesite te bouwen. Op die manier kon de groep haar positie binnen Europa verder versterken door in te zetten op diversificatie. De keuze viel op haar Gentse site die toen nog de naam Sadaci droeg, omwille van de zeer gunstige ligging in North Sea Port en omdat innovatieve investeringen er lokaal ondersteund worden. Dit paste perfect in de bestaansreden van de Molymet Groep, nl. duurzame producten ontwikkelen met mensen die geven om het welzijn van onze planeet. Het innovatieve PurOx-proces werd door Molymet Belgium zelf ontwikkeld. Het omvat onder andere een geheel nieuwe initiële stap voor de zuivering van grondstoffen en een continu kristallisatieproces. Het Ammonia Recovery System, dat toelaat om de gebruikte ammoniumhydroxide 100% te recycleren in een gesloten “loop”, is een belangrijke stap richting circulaire economie. Ook het water dat gebruikt wordt in de koeltoren wordt volledig gerecupereerd in een gesloten systeem. Dit project waarmee een investering van meer dan 50 miljoen euro gepaard gaat, zit op vandaag in de laatste fase van oplevering. Zoals elk project van deze omvang, kampte Molymet Belgium met verschillende technische opstartmoeilijkheden die voor vertraging zorgden. “Maar met trots kunnen we zeggen dat we deze euvels overwonnen hebben dankzij het doorzettingsvermogen van

het voltallige Belgische team en de internationale steun die we kregen vanuit Chili”, aldus algemeen directeur Godfried Van Schuylenbergh. “Een team van in totaal 10 ervaren Chileense collega’s met verschillende achtergrond staat ons sinds augustus 2021 bij om samen de laatste uitdagingen aan te gaan en samen de installatie én de mensen klaar te stomen om PurOx te produceren”. De eerste Purox is intussen een feit. Het doel is om tegen het einde van het eerste kwartaal van 2022 60 ton PurOx geproduceerd te hebben zodat we het certificatieproces kunnen starten om dit product te commercialiseren. Eens de fabriek op volle toeren draait, zal er jaarlijks zo’n 8.000 ton eindproduct naar buiten rollen. Een volgende mijlpaal is om tegen 2023 meer dan de helft van het elektriciteitsverbruik van deze nieuwe fabriek met hernieuwbare energie in te vullen . Recent werd het contract getekend met Luminus voor de bouw van een windmolen op het terrein van Molymet Belgium en intussen zijn de voorbereidende werken gestart. “Met een geschatte productie van 8.000 MWh op jaarbasis, zal deze kanjer van 135 meter hoog instaan voor een groot deel van ons elektriciteitsverbruik. Ook dit kadert volledig in ons beleid om verder te evolueren naar een CO2-neutraal bedrijf”, vult Mevr. Nele Van Roey, HSEQ Manager, aan.

“We zijn de Vlaamse Overheid zeer erkentelijk voor deze steun die voor ons absoluut noodzakelijk was om de enorme instroom aan nieuwe krachten te beheren”, aldus Mevr. De Baerdemaeker. “Ook de komst van 10 expats was voor de Human Resources afdeling een fameuze uitdaging maar dankzij een intercultureel onboardingsprogramma en een enorme dosis collegialiteit, hebben we de voordelen van de internationale samenwerking aan den lijve mogen ondervinden. Door kennis en expertise uit verschillende landen samen te brengen hebben we de doorbraak kunnen realiseren die nodig was om de installatie finaal gebruiksklaar te maken.” “Naar de toekomst toe zien we nog veel uitdagingen, zowel op vlak van duurzaamheid als op vlak van het versterken en uitbreiden van ons team. Met de krapte op de arbeidsmarkt zal het blijven vinden van het juiste talent geen eenvoudige opdracht worden, maar we zijn ervan overtuigd dat we door blijvend in te zetten op duurzaamheid en door vast te houden aan onze bedrijfswaarden ROSI (Respect – Open – Samen en Initiatief) we een zeer aantrekkelijke, stabiele speler zullen blijven op de regionale arbeidsmarkt”, besluit Dhr. Van Schuylenbergh.

Molymet Belgium doet ook inspanningen in de andere afdelingen van haar Gentse vestiging. 98% van de afvalstromen wordt al gerecycleerd en met de state-of-the-art waterzuiveringsinstallaties worden moeiteloos alle lozingsnormen gehaald. Inzetten op duurzaamheid en innovatie kan je als organisatie enkel maar doen met het juiste talent aan boord. Daarom investeert Molymet Belgium voortdurend in haar medewerkers. “De nieuwe PurOx fabriek bracht extra werkgelegenheid voor een 30-tal mensen met een technische en/ of chemische achtergrond. Dankzij de subsidie Strategische Transformatiesteun (STS) konden we blijvend investeren in opleiding en training”, aldus Krista De Baerdemaeker, HR Manager.

Godfried Van Schuylenbergh Algemeen directeur


Worley helpt bij het opschalen van innovatieve technologieën Worley wil één van de leiders zijn in de transitie naar een duurzamere wereld op vlak van energie en grondstoffenverbruik. Daarom zet Worley zich al sinds enige tijd volop in op decarbonisatie technologieën zoals waterstof, elektrificatie, koolstof opslag en nuttig gebruik van koolstof, windenergie op zee. Recent heeft Worley meegewerkt aan een aantal grote en strategisch belangrijke projecten in deze toepassingsgebieden. Enkele voorbeelden: * Een eerste grootschalige commerciële organisatie voor afvang van CO2 door middel van ‘Direct Air Capture’ in samenwerking met 1PointFive.

* Een van ’s werelds grootse commerciële productie installaties voor groene waterstof in samenwerking met Shell.

* Een first-of-a-kind installatie die hoogtechnologische producten maakt op basis van biomassa in samenwerking met Avantium.

* Ontwikkelen van een installatie voor productie van groene waterstof die de grijze waterstof kan vervangen bij de productie van ammoniak.

Op weg naar een groene raffinaderij… Biomassa is de hernieuwbare versie van aardolie met een levenscyclus van enkele jaren in plaats van miljoenen jaren. Omdat biomassa geen lange transformatie onder het aardoppervlak heeft doorgemaakt, zoals het geval is bij aardolie, bestaat het uit andere technische bouwstenen. De drie hoofdbestanddelen zijn cellulose, hemi-cellulose en lignine. Voor lignine zijn nog geen processen gekend die toelaten om deze stroom op grote schaal te valoriseren, behalve als brandstof. Worley en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), ontwikkelen een piloot installatie om de conversie van lignine naar waardevolle producten verder te onderzoeken. Studies hebben aangetoond dat het mogelijk is allerlei chemische stoffen, brandstoffen en in het bijzonder aromaten te produceren vertrekkende vanuit lignine. Deze zeer waardevolle aromaten worden in verdere chemische processen gebruikt voor het maken van allerhande materialen, parfums, enz. Het samenbrengen van alle verwerkingsprocessen voor (hemi-)cellulose en

lignine leidt tot de biomassa raffinaderij van de toekomst. De noodzaak om traditionele op olie gebaseerde processen om te buigen naar processen die deze meer complexe, maar hernieuwbare grondstoffen gebruiken, vormt een bijkomende uitdaging. Aandacht voor de behandeling van nevenstromen is hierbij ook een essentieel onderdeel.

inclusief een duurzame waterhuishouding!

Warmte-integratie, energie-pinch, energie-optimalisatie: sleutelbegrippen die meer en meer geïntegreerd worden in het ontwerp van nieuwe installaties. De herhaaldelijke droogteperiodes en watertekorten als gevolg van de klimaatopwarming onderstrepen het belang van deze aanpak, maar wijzen ook op de noodzaak van een analoge aanpak voor water. Water is net als energie onmisbaar voor de meeste productieprocessen. Door al tijdens het ontwerp rekening te houden met het 5R principe (Reduce, Reuse, Recycle, Recover, Restore) kan de watervoetafdruk van een product op een kosteneffectieve manier gereduceerd worden.

belgium.info@worley.com | careers.belgium@worley.com

www.worley.com

Bij de transitie naar een meer circulair systeem hoort water op de eerste plaats te staan. Groene grondstoffen vragen meestal een extensieve voorbehandeling, maar door een goede waterintegratie kan het verbruik geminimaliseerd worden. Een koelwatersysteem is een vaak vergeten, maar belangrijke waterverbruiker in groene en klassieke processen. De optimalisatie ervan kan zowel in bestaande systemen als in nieuwe processen tot een belangrijke waterreductie leiden. In de geest van circulaire systemen is het verregaand zuiveren van afvalwater een belangrijke stap die ook het ontvangende oppervlaktewater ten goede komt.


12 INTERVIEW

FOKUS-ONLINE.BE

Wim Michiels

‘Onze sector is essentieel voor de klimaattransitie’

De chemiesector zal de komende decennia een sleutelrol spelen in de transitie naar een impactvrije samenleving. Wim Michiels, de CEO van Proviron, een Belgisch chemiebedrijf met duurzaamheid in zijn DNA, wijst op de enorme stappen die al zijn gezet. Door Bavo Boutsen Beeld Baïdy Ly


#FOKUSCHEMIE

INTERVIEW 13

Chemie wordt in de perceptie nog vaak geassocieerd met vervuiling.

U

staat aan het hoofd van Proviron. Wat doen jullie?

“Wij ontwikkelen, produceren en vermarkten nichechemicaliën in zeven verschillende businesses. We verkopen onze producten in bijna 100 landen. Mijn vader heeft de zaak opgestart in 1977 als ingenieursbureau. Sinds 1983 produceren we onze producten ook zelf.” In zeven bedrijfstakken tegelijk actief zijn is niet echt vanzelfsprekend. Hoe doen jullie dit concreet?

“Dat is een zeer terechte vraag. De voorbije tien jaar hebben we enorm geïnvesteerd in een structuur die dit mogelijk maakt. Het bedrijf is vandaag opgebouwd uit zeven commerciële teams die zich elk toespitsen op hun specifieke domein. Dat team is dus zelf op zoek naar nieuwe kansen in die specifieke markt. Omdat je als directie uiteraard niet – letterlijk – van alle markten thuis kunt zijn, moet je dus heel veel vertrouwen durven geven aan deze teams per businessunit. Eigenlijk overkoepelen wij zeven kmo’s die hun eigen koers varen. Die interne diversifiëring is bovendien financieel interessant, want dit vormt ook een buffer als het slecht gaat in een van de markten.”

Eigenlijk denken we al meer dan veertig jaar na over de circular economy. Anders dan bij de meeste chemiebedrijven die al decennia actief zijn, zit duurzaamheid in het DNA van Proviron. Hoe is dat verhaal ontstaan?

“Mijn vader specialiseerde zich tijdens zijn ingenieursstudies eind jaren 60 al in milieutechnieken. Toen hij hierna als ingenieur aan de slag ging en een oplossing moest bedenken voor het afvalprobleem bij zijn toenmalige werkgever, besefte hij al snel dat de oplossing niet lag in het doen verdwijnen van het gecreëerde afval. In plaats daarvan nam hij de totale productieketen onder de loep en zocht hij naar een nieuwe manier van werken die veel minder afval genereerde. Die mindset heeft hij meegenomen toen hij zelf zijn bedrijf is gestart en leeft tot vandaag door bij ons. Vandaag

klinkt dat erg vertrouwd, maar dat was het toen allerminst. Eigenlijk denken we al meer dan veertig jaar na over de circular economy. Dat heeft uiteraard belangrijke gevolgen. Zo zijn we nooit de goedkoopste speler. Dat weten onze klanten ook.” Dat prijskaartje is en blijft natuurlijk wel een essentieel onderdeel van de klimaattransitie. U zegt hierover dat de markt en dus de consument de sleutel in handen heeft. Wat bedoelt u daarmee?

“Mensen roepen vandaag massaal om groene oplossingen, maar in de praktijk zien we dat ze in de winkel nog steeds kiezen voor de goedkoopste optie. Een opblaasbaar zwembadje van 20 euro zal nog altijd de voorkeur krijgen op dat van 30 euro. Mijn oproep aan de consument is dus: verwijt dat niet aan de industrie, maar maak zelf bewuste keuzes. Er zijn al gigantisch veel duurzame oplossingen bedacht en uitgewerkt door de chemische industrie, maar de mensen kopen ze vandaag nog niet massaal. De tendens naar meer duurzaamheid is aanwezig, maar we moeten goed begrijpen hoe deze werkt. Als je wil dat de industrie omslaat, dan moeten wij als consument massaal andere dingen beginnen kopen. De verantwoordelijkheid ligt deels bij de producenten, maar vooral bij de consumenten.” Moet de wetgeving er niet gewoon voor zorgen dat er geen vervuilende alternatieven meer te koop kunnen worden aangeboden?

“Misschien wel. Maar ik vind dat persoonlijk een zeer frappante vaststelling. Mijn grootste vraag is: hoe kan het dat wij er als consument niet in slagen om ons gedrag te veranderen zolang er geen dwingende regels worden opgelegd? Neem bijvoorbeeld een rookvrij café. Dat had vroeger, toen we wettelijk nog mochten roken, toch ook al geopend kunnen worden? Ik ben er zelfs van overtuigd dat dit volk had aangetrokken, maar toch gebeurde dat niet. Dus, hoewel eigenlijk iedereen de voordelen kan inzien, ontstaat zoiets niet uit de vrije markt en komt verandering er pas als het regelgevend afgedwongen wordt. Dat is toch ongelooflijk! Dat besef moeten we dus meenemen in de manier waarop we nadenken over het mogelijk maken van de ecologische transitie. Daarom is onze wens vanuit de industrie: zorg voor een kader dat een gefaseerde transitie tegen 2050 realiseerbaar maakt, ook voor de kleinere spelers. Dat is volgens mij ook precies wat Europa

vandaag probeert te doen met de Green Deal, waar wij dan ook enorm achter staan.” Dat duurzaamheid zo centraal staat in de chemiesector is voor veel buitenstaanders wellicht een nieuwe ontdekking.

“Dat klopt, chemie wordt in de perceptie nog vaak geassocieerd met vervuiling. Dat is een erfenis uit het verleden. Tot in de jaren 70 was het volkomen logisch dat chemisch afval in de grond werd gestoken of via de riolering kon wegstromen. Dat heeft geleid tot veel bodemverontreiniging en vervuiling in de rivieren. Die slechte naam heeft de chemie dus te danken aan de tijdsgeest die er toen heerste. Maar: die context is verleden tijd, met dank aan een mooie symbiose tussen het regelgevend kader, de overheden en de industrie. Onze rivieren zitten terug vol leven. Die erfenis heeft vandaag ook een belangrijke, positieve keerzijde, want het is net daarom dat we als sector al zoveel hebben nagedacht over alternatieven. Dat is ook nodig, want onze sector is essentieel voor de klimaattransitie.” Waarom?

“Zowat alle producten in onze leefwereld, en dus zeker ook de klimaatvriendelijke alternatieven, komen voort uit de chemische sector. Dit gaat van een tandenborstel tot de bescherming van een tafelpoot. Eigenlijk is de chemie gewoon de materiaalleverancier, en dus zijn wij het die de transitie naar een impactvrije wereld mogelijk zullen maken. Dat besef is ook heel duidelijk aanwezig binnen de sector. Ik ken geen enkel chemiebedrijf dat niet bezig is met de zoektocht naar duurzame oplossingen.”

Smart Fact. Proviron is een familiebedrijf. Heeft u ooit overwogen om er niet in te stappen? “Meer nog. Toen mijn broer Mark en ik studeerden, en later ook aan het begin van onze carrières, dachten we niet dat onze toekomst hier lag. De aandelen waren ook al deels doorgegeven aan een verre neef. Maar na de uitbreiding naar Oostende en de VS hebben mijn broer en ik in 2000 dan toch de stap gezet. Vandaag besef ik dat die initiële afstand tussen ons en het bedrijf belangrijk is geweest voor onze ontwikkeling.”

Carol Baileul Regulatory, Compliance & Optimization Manager PVS Belgium

Waarom moeten bedrijven circulair ondernemen? “40 jaar geleden waren mensen er al van overtuigd dat een economie niet oneindig kan groeien op een eindige planeet. Het is evident dat bedrijven in 2022 circulair te werk gaan. Het is niet meer van deze tijd om producten maar één keer te gebruiken. Zo laten wij bepaalde toestellen of onderdelen reviseren om ze een tweede leven te geven. Daarnaast proberen we de afvalberg te beperken door producten indien mogelijk te herwerken tot nieuwe grondstoffen.” Staat circulair gelijk aan duur? “Initieel zal er een grotere investering gedaan moeten worden, maar dit wil niet zeggen dat de niet-circulaire weg per se goedkoper is. Grondstoffen worden schaarser en daarmee steeds duurder. Na verloop van tijd verdient het circulaire model zichzelf terug.” Kunnen ook kleine bedrijven circulair te werk gaan? “Circulair ondernemen kan heel laagdrempelig toegepast worden. Afval sorteren, het bannen van wegwerpbekers of inzetten op een laag energieverbruik kan door elk bedrijf gerealiseerd kunnen worden. Verder kunnen verschillende kleinere bedrijven ook de handen in elkaar slaan om samen aan meer circulariteit te werken.”


14 DATA, DÉ DADA IN DE FARMA VAN DE TOEKOMST

FOKUS-ONLINE.BE

Het enorme potentieel van AI en machinelearning Geneesmiddelen en vaccins ontwikkelen ging nog nooit zo snel. Kunstmatige intelligentie en machinelearning spelen een grensverleggende rol in dit ingewikkelde en dure proces, maar de vruchten laten zich niet zomaar plukken.

“D

e pandemie heeft de lifescience-industrie absoluut een boost gegeven”, vertelt Marko Topalovic, CEO en medeoprichter van ArtiQ, een spin-offbedrijf van de KU Leuven dat op kunstmatige intelligentie gebaseerde software aanbiedt om het blootleggen van luchtwegaandoeningen te vergemakkelijken. “Mensen hebben bijgevolg steeds hogere verwachtingen van de industrie”, gaat hij verder. “Zelfs zonder het coronavirus was de opmars van hoogtechnologische innovaties in de productie van geneesmiddelen onweerlegbaar aanwezig. Het stelt ons in staat om sneller dan ooit nieuwe behandelingen te ontdekken.” En de wereld kijkt begeesterd toe naar die nieuwe methoden.

is het verzamelen en gebruiken van patiëntengegevens een doolhof. Je moet met allerlei wetgeving rekening houden.”

“Concreet zien we vandaag een explosieve groei in apparatuur die patiënten thuis kunnen gebruiken waardoor ze niet even snel of frequent naar het ziekenhuis moeten. Belangrijk daarbij is wel dat de ondersteunende software op punt staat, zodanig dat de behandelende artsen geen essentiële data van hun patiënten mislopen.” Het woord is gevallen: data. Het onmisbare instrument voor de toekomstmuziek.

Hinkt België dan achterop in de ontwikkeling en implementatie van AI en machinelearning in de lifescience- en chemische industrie? “De competitie is hard. Veel landen investeren vandaag in kunstmatige intelligentie”, licht Topalovic toe. “België doet enorm zijn best maar staat toch wat achter in het aanpassen van het financieringssysteem van de gezondheidszorg in ziekenhuizen en in de eerstelijnszorg. Dat zorgt er onrechtstreeks voor dat de implementatie van vernieuwingen niet zo vlot loopt.” Toch benadrukt Topalovic vooral de sterktes van ons land. “België scheert hoge toppen wat betreft de kwaliteit van wetenschappelijke opleidingen en universiteiten, én er heerst een nieuwsgierige mentaliteit. Daarbij wordt innovatie ondersteund door de overheid en geleid door onderzoeksinstellingen. Dat is meer dan hoopgevend.”

“Het grootste potentieel voor AI en machinelearning in de farmaceutische sector zit hem in het verzamelen en interpreteren van complexe data”, bevestigt Wim Vranken, professor structurele bioinformatica aan de VUB. Hij werkt in het Artificial Intelligence Lab Brussels en houdt zich vooral bezig met voorspellingen aan de hand van machinelearning. “Op deze manier kunnen we tijdens bepaalde experimenten gerichter zoeken naar en filteren op geschikte kandidaten voor dat

Bij ArtiQ ondervinden ze dezelfde problemen. “Grote volumes data verzamelen is moeilijk. Daarnaast is er nog onvoldoende vertrouwen in de resultaten die AI voorspelt. Vandaag blijft men toch eerder vasthouden aan het traditionele basisonderzoek.” Bovendien is er nog het financiële luik. “Innovatie met dergelijke regulering vraagt een grote investering”, gaat professor Vranken verder. “Daardoor kunnen vandaag enkel de grootste bedrijven deze initiatieven naar de medische praktijk vertalen. Vooral in de Verenigde Staten gevestigde bedrijven slagen erin, daar is men flexibeler wat betreft het delen van data.”

België scheert hoge toppen wat betreft de kwaliteit van wetenschappelijke opleidingen en universiteiten. —Marko Topalovic, ArtiQ

specifieke onderzoek.” De professor spreekt over personalised medicine. Hierbij gaat men heel gedetailleerd na welke geneesmiddelen het best reageren op een bepaalde afwijking zoals een tumor. “De genetica van een kanker kan zeer nauwkeurig in kaart gebracht worden om vervolgens te weten te komen welke combinatie van medicijnen er het best op inwerkt.”

Data zijn de heilige graal, en niet alleen in de medische sector. Gegevens vormen in zowat alle industrieën – van mode tot logistiek – de sleutel tot een persoonlijkere aanpak. Helaas komt de heilige graal met even plechtige uitdagingen. “Theoretisch gezien kan er al veel, maar in de praktijk zijn er nogal wat barrières”, aldus Vranken. “In Europa

Door Rosalie van Hoof


Hoe Sumitomo streeft naar een betere wereld voor ons allemaal De wortels van de Sumitomo Group gaan terug tot de zestiende eeuw. In al die tijd heeft het bedrijf gewerkt volgens strikte principes en regels. Een daarvan is dat onze zakelijke belangen altijd in harmonie moeten zijn met het publieke belang. De Japanse principes Ji-Ri en Ri-Ta worden hoog in het vaandel gedragen. Ji staat voor jezelf, Ta staat voor anderen en Ri staat voor iemand ten goede komen. Voor zichzelf en voor anderen gedeelde en gebalanceerde waarden creëren, dat is de filosofie die ten gronde ligt aan onze onderneming. Het onderschrijven van de Sustainable Development Goals van de VN is daar een logisch gevolg van.

De Sustainable Developments Goals (SDG’s) werden in 2015 opgesteld door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en moeten bereikt worden tegen 2030. Het zijn 17 doelen die, volgens het mission statement, een “blauwdruk moeten vormen voor een betere en meer duurzame toekomst voor iedereen tegen 2030.” Die doelen zijn onder meer het bestrijden van honger in de wereld, het tegengaan van armoede, gendergelijkheid, betaalbare en propere energie en de strijd tegen de opwarming van de aarde.

4. Wij verbinden ons ertoe nauw samen te

werken met diverse belanghebbenden door spontaan informatie te verstrekken en een open dialoog te bevorderen. Bijvoorbeeld over de doelstellingen van onze initiatieven rond duurzaamheid en de vooruitgang bij de uitvoering ervan.

5. Het engagement van het topmanagement

en elk personeelslid. We voeren onze initiatieven rond duurzaamheid uit onder leiding van ons topmanagement, dat daartoe vaste toezeggingen deed. Alle leidinggevenden en werknemers van de hele Sumitomo Chemical Group nemen eraan deel met veel enthousiasme.

ZES PRINCIPES Bij de Sumitomo Chemical Group zetten we ons in om duurzaamheid te bevorderen door te handelen in overeenstemming met zes basisprincipes.

6. Verbeteren van de Corporate

Governance. We zullen onze activiteiten rond duurzaamheid voortdurend en proactief beoordelen en verbeteren door de voortgang regelmatig en vanuit verschillende invalshoeken te beoordelen.

1. Het creëren van economische waarde

die helpt sociale waarde te creëren. We verbinden ons ertoe dit te doen door technologische en andere innovaties aan te bieden, zodat we kunnen blijven groeien als een onderneming die het vertrouwen van de maatschappij verdient.

2. We dragen bij tot het oplossen van vitale

problemen wereldwijd, zoals het tot stand brengen van een diverse en inclusieve samenleving en het verwezenlijken van de SDG’s. We doen zaken in overeenstemming met aanvaarde, universele normen en principes rond mensenrechten, arbeid, veiligheid, milieu en anticorruptie.

3. We nemen actief deel aan wereldwijde

initiatieven en willen een leidende rol spelen in multilaterale initiatieven. Dit door partnerships op te zetten met diverse organisaties, nationale of lokale overheden, zakenpartners, industriële verenigingen, universiteiten en academische kringen, burgergemeenschappen en dergelijke.

PRIMAIRE FOCUS In alle afdelingen (Essential Chemicals en Plastics, Energie en Functionele Materialen, ITgerelateerde Chemicaliën, Gezondheids- en Landbouwproducten en Geneesmiddelen) identificeerde Sumitomo Chemicals diverse SDG’s waarop het een primaire focus legt. Voor Essential Chemicals en Plastics zijn dat bijvoorbeeld “betaalbare en propere energie”, “verantwoorde consumptie en productie” en “industrie, innovatie en infrastructuur”. Bij Energie en Functionele Materialen gaat het om “betaalbare en propere energie”, “klimaatinspanningen” en “fatsoenlijk werk en economische groei”. Tegelijkertijd hebben we verschillende concrete KPI’s opgesteld waaraan we onze inspanningen toetsen. Om de klimaatverandering tegen te gaan, willen we bijvoorbeeld tegen 2030 50 procent minder broeikasgassen uitstoten, vergeleken met 2013. We doen dit onder meer

Wilt u meer weten over hoe Sumitomo streeft naar een betere wereld voor ons allemaal? Surf dan naar sumitomo-chem.co.jp/english/sustainability.

door andere, schonere energiebronnen aan te spreken en ons energieverbruik in te perken.

Sumika Sustainable Solutions Daarnaast zetten we ook onze onderzoekscapaciteit en innovatiekracht in om nieuwe producten te ontwikkelen die onze klanten en de wereld kunnen helpen bij het behalen van de SDG’s. We noemen dit gamma Sumika Sustainable Solutions. Het omvat reeds meer dan zevenenvijftig producten, die in 2020 goed waren voor een omzet van bijna 3,7 miljard euro. Ze maken daarmee bijna een vierde uit van onze totale omzet. Met deze producten geven we onze klanten de mogelijkheid om de klimaatverandering tegen te gaan, hun ecologische voetafdruk te milderen en beter gebruik te maken van natuurlijke grondstoffen en bronnen. Voorbeelden hiervan zijn chemicaliën die ingezet kunnen worden in de batterijen van elektrische voertuigen, over kippenvoer dat de hoeveelheid stikstof in de uitwerpselen vermindert, tot en met speciaal ontworpen muskietennetten om malariainfecties te bestrijden.

CONTROLEREN U merkt het: sociaal verantwoord ondernemen is een basisprincipe bij de Sumitomo Group. We leggen onszelf niet enkel die doelstellingen op, we laten ook graag onafhankelijke partijen controleren of we ze wel behalen en of we ernaar handelen. Dat bewijzen de vele prijzen en eervolle vermeldingen die we al kregen. Het Japanse ministerie van Economie, Handel en Industrie nam ons bijvoorbeeld op in de lijst van bedrijven die de 'zero emission’-uitdaging aangaan en we staan in de S&P/JPX Carbon Efficiency Index. Het Franse EcoVadis-instituut beloonde ons dan weer met een ‘Gold Medal’ in haar duurzaamheid-assessment. Goud is enkel weggelegd voor bedrijven die de top 5 halen van alle onderzochte deelnemers.


16 KLIMAATNEUTRAAL 2050

FOKUS-ONLINE.BE

Een proces(industrie) van lange adem? De procesindustrie hoeft niet per se vervuilend en energie-intensief te zijn. Daarom levert men vandaag heel wat duurzame inspanningen. Dat moet ook, aangezien ruim 95 procent van de in Europa geproduceerde producten en goederen gelinkt is aan chemie of chemische processen.

E

nerzijds is de (proces)industrie verantwoordelijk voor significante omzet en (in)directe tewerkstelling in ons land, anderzijds is de nood aan verduurzaming groot. Zo zijn de sectoren chemie, petrochemie en staal samen verantwoordelijk voor 90 procent van de Vlaamse industriële CO2-uitstoot. De ambities zijn gelukkig even groot: zo wil de Vlaamse industrie tegen 2050 klimaatneutraal worden. Belangrijkste speerpunten: biomassa als grondstof; circulair gebruik van kunststoffen via doorgedreven recyclage; transformaties van processen via elektrificatie en gebruik van waterstof; afvang en hergebruik van CO2. Doorgedreven en zelfs disruptieve innovatie zal hierbij nodig zijn. Binnen de procesindustrie tekenen zich twee grote domeinen af waarop men winst kan boeken. De energievraag van de processen enerzijds en de grondstoffen anderzijds. Pieter Nachtergaele onderzoekt met en voor chemiebedrijf Oleon het gebruik van hernieuwbare grondstoffen en energie in de chemische industrie. “Veel traditionele chemische processen hebben een hoge energievraag”, vertelt hij. “Dat maakt ze niet per se vervuilend, omdat ze hun energiemix op verschillende manieren kunnen verkrijgen. Maar de voorbije jaren heeft de sector toch vooral ingezet op energiebesparing. Met succes: Europees gezien maakt men vandaag in de sector meer producten met minder energie.” Een mooi resultaat, maar geen reden om op onze lauweren te rusten. Jan Van Havenbergh is directeur van Catalisti, de speerpuntcluster van chemie en kunststoffen die bedrijven, kennisinstellingen, universiteiten en overheid samenbrengt rond innovatie en verduurzaming. Daarnaast is Catalisti regisseur van het Moonshot-innovatieprogramma,

tegelijkertijd warmte en elektriciteit produceren”, zegt Nachtergaele. “Daarnaast kijkt men naar elektrificatie van processen, waarbij je elektriciteit uiteraard bij voorkeur uit hernieuwbare bronnen wint. Voor sommige processen is er ondertussen ook een biotechnologisch alternatief, die mildere procescondities vereisen, waardoor hun energievraag lager is.”

De chemische procesindustrie is essentieel om een duurzame ontwikkeling van onze maatschappij te garanderen. — Jan Van Havenbergh, Catalisti

geïnitieerd door de Vlaamse overheid en ondersteund door VLAIO. Dat wil de hierboven vernoemde klimaatdoelstellingen voor de chemie, petrochemie en staalindustrie tegen 2050 helpen realiseren. “Het laaghangend fruit is ondertussen geplukt”, vertelt hij. “Vooral omdat de chemiesector al decennialang werkt aan het terugdringen van zijn eigen energie- en grondstoffenverbruik. Maar ondanks de geboekte winsten blijft het doel om de efficiëntie op dat vlak verder

op te drijven, al wordt het steeds moeilijker om dat beter te doen. Vandaar dat nieuwe technologieën, producten, grondstoffen en productieprocessen nodig zijn om de nooit geziene maatschappelijke klimaat- en energieuitdaging te realiseren.” Toch blijven de opportuniteiten zich aandienen. “Zo kunnen we het gebruik van fossiele brandstoffen al sterk reduceren door het inzetten van warmtekrachtkoppelingsinstallaties die

Ook het gebruik van fossiele, klimaatbelastende grondstoffen wordt in vraag gesteld. “Hier kijken we naar alternatieven die uit biomassa worden gewonnen”, aldus Nachtergaele nog. “Zo gebruikt Oleon vandaag al koolzaadolie en zonnebloemolie. Maar ook hout en zijstromen uit de landbouw zijn een optie. Ook de koolstof die men uitstoot als CO2 tijdens industriële processen kan men terug als grondstof gebruiken.” Al van in de ontwerpfase van een product kun je nadenken over hoe het einde van de levenscyclus een tweede leven kan krijgen, of over meer procesefficiëntie. “Als geen ander bezit de chemie knowhow over moleculen en materialen, en chemische en biotechnologische processen”, aldus Van Havenbergh. “Zo kan chemische recyclage kunststofafval ontbinden tot op moleculair niveau, om zo herbruikbare grondstoffen te leveren voor de chemiesector.” “De chemische procesindustrie in Vlaanderen is essentieel om een duurzame ontwikkeling van onze maatschappij te garanderen”, besluit Van Havenbergh, “omdat de producten bijdragen aan het invullen van zowat alle maatschappelijke behoeften – van de meest elementaire tot de meest gesofisticeerde.” Door Hannes Dedeurwaerder


#FOKUSCHEMIE

PVS CHEMICALS • BRAND REPORT 17

Circulair produceren is vooral samenwerken In zo goed als alle takken van de samenleving valt er steeds een link met chemie te vinden. Deze chemie wordt vaak geassocieerd met zware en vervuilende producten die belastend zijn voor de planeet. Toch focussen heel wat bedrijven tijdens het productieproces op circulariteit.

“O

m onze chemische producten zo zuiver mogelijk te maken beletten we in de eerste plaats dat onzuiverheden hun toegang tot het product kunnen vinden. Aan de hand van hoge kwaliteitseisen en bewuste materiaalkeuzes in de processen kunnen we voorkomen dat er bijvoorbeeld minuscule deeltjes ijzer, chroom of nikkel mee verwerkt zouden worden. Door deze elementen te vrijwaren uit onze chemische producten gaan we milieuvriendelijk te werk”, zegt David Engelen, algemeen directeur van PVS Chemicals Belgium. De uitstoot op zijn beurt, wordt dankzij een ingenieus gaswassysteem geneutraliseerd zodat er geen vervuilende impact is op de naburige omgeving. “Bij de verbranding van zwavel wordt zwaveldioxide gevormd die op haar beurt in de reactor geconverteerd wordt tot zwaveltrioxide. Dit zwaveltrioxide wordt dan gebruikt om verschillende eindproducten te vervaardigen. Het niet omgezette zwaveldioxide wordt tijdens dit

Bij PVS werken we op CO2-negatieve manier, er worden namelijk nergens fossiele brandstoffen ingezet. proces opgevangen om weer maximaal om te zetten in een ander eindproduct. Daarbovenop wordt de warmte die tijdens dit hele proces vrijkomt, omgezet in stoom en onder andere gebruikt voor de verwarming van grondstoffen, luchtstromen en gebouwen”, verduidelijkt Engelen. We spreken hier van energie-integratie. De opgevangen warmte wordt zowel intern als extern gebruikt. “Door deze methode werken we bij PVS op CO2-negatieve manier, er worden namelijk nergens fossiele brandstoffen ingezet, wat het milieu enkel maar ten goede komt”, zegt Engelen. Circulair werken is ook vooral samenwerken. Zowel de producent als de afnemer kunnen

zich inzetten in het bekomen van een circulaire industrie. “Een goed voorbeeld van een circulaire samenwerking is de wisselwerking tussen PVS en Proviron. PVS produceert zwavelzuur waar zwaveltrioxide in opgelost zit. Deze vloeibare materie wordt met een vrachtwagen geleverd tot bij Proviron, waar zij op hun beurt het zwaveltrioxide eruit onttrekken. Dan keert de vrachtwagen met de vloeistof terug waarmee vervolgens opnieuw geproduceerd wordt. Er gaat enerzijds niets verloren en zwaveltrioxide vervoeren in een vloeistof is veel minder gevaarlijk dan als gas”, aldus Engelen. Samenwerken is essentieel, en dat kan ook ondergronds. “Nu verdelen we de stoom die we tijdens de productie maken reeds aan een na-

burig gelegen bedrijf, maar dit zou nog op een veel grotere schaal mogelijk zijn. Aan de hand van een gezamenlijk warmtenetwerk zouden bedrijven en zelfs woonwijken beroep kunnen doen op de warmte die door de aangesloten bedrijven wordt opgewekt. Met deze wisselwerking zou er niets verloren gaan en kan alle warmte zo efficiënt mogelijk ingezet worden”, zegt Engelen, die benadrukt dat er momenteel al met enkele partners een circulaire samenwerking bestaat, en dat die samenwerking zal enkel maar groeien.

David Engelen Algemeen directeur

PVS Chemicals Belgium NV is gevestigd in de haven van Gent en is onderdeel van de Amerikaanse PVS Chemicals groep. PVS Chemicals Belgium is gespecialiseerd in zwavelchemie en focust zich daarbij vooral op nicheoplossingen met een hoge zuiverheidsgraad. De Belgische tak bestaat uit 40 werknemers en resulteert jaarlijks een verkoop van 20 tot 25 miljoen euro. Door het zwavel makkelijk te kunnen omzetten naar verschillende producten staat PVS Chemicals Belgium erg gekend voor haar flexibiliteit en sterke affiniteit ten opzichte van elke klant.

KANEKA BELGIUM NV maakt deel uit van de Japanse Kaneka groep, een technologiegedreven multinational en wereldspeler op vlak van macromoleculaire- en fermentatietechnologie. Opgedeeld in drie verschillende productie-eenheden ontwikkelen en produceren we in onze vestiging in Westerlo hoogtechnologische componenten voor functionele- en geschuimde kunststoftoepassingen voor de EMEA-markt. Onze halffabrikaten vinden hun weg naar tal van alledaagse toepassingen. We leveren in een B2B omgeving naar nationale en internationale klanten binnen een groot aantal industrieën, zoals automotive, bouw, transport, gezondheidszorg, verpakking, doe-het-zelf, sport en vrije tijd.

Innovatie leidt tot groei en duurzaamheid. www.kaneka.be/careers

• Kaneka MS polymeren worden ingezet als het actieve basisbestanddeel voor hoogwaardige elastische lijm- en voegkitten en coatings. • Daarnaast produceren we ook polymeermaterialen (“impact modifiers”) die de slagvastheid, glans en weerbestendigheid van kunststoffen verbeteren. • Onze verschuimde polyethyleen- en propyleendeeltjes vormen onze derde productlijn. Omdat ze licht, vormvast, erg schokbestendig én recycleerbaar zijn, kennen ze vele toepassingen in de automobiel-, verpakkings- en residentiële sector. • Bij Kaneka is het onze passie om grenzen te verleggen van wat technologisch mogelijk is en zo een duurzame toekomst na te streven. Met ons Green Planet™ Project Team ontwikkelen we in Westerlo mee aan de toekomst van Kaneka’s bio-gebaseerde en biologisch afbreekbare polymeren.

Dankzij doorgedreven investeringen in R&D en onze continue focus op innovatie, duurzaamheid en veiligheid zijn we al bijna 50 jaar stevig verankerd in de Vlaamse chemiecluster en het economische landschap. De sleutel om te blijven groeien, ligt bij onze medewerkers. Daarom zoeken we voortdurend nieuw talent om ons team te versterken. We kunnen dus heel wat troeven uitspelen. Zeker niet onbelangrijk is dat je in een vlot bereikbare en filevrije omgeving werkt!

Spontane sollicitaties zijn altijd welkom!


18 HET RECEPT VOOR HET BELGISCHE SUCCES

FOKUS-ONLINE.BE

Vier ingrediënten voor een ijzersterke chemiesector Het succes van België als wereldspeler in de chemie? Volgens Geerdt Magiels, bioloog, wetenschapsfilosoof en medeauteur van het boek Mensen en moleculen, ligt de verklaring in een vruchtbaar en veerkrachtig ecosysteem. “Het is een verhaal dat twee eeuwen overspant, met mensen en hun ideeën in de hoofdrol, in samenspel met cruciale omgevingsfactoren.”

Universiteiten en spin-offs. “Een van de wortels van de hedendaagse biotechnologie ligt in de universiteit van Gent”, vertelt Magiels. “Begin jaren tachtig lieten Marc Van Montagu, Walter Fiers en Jozef Schell zich inspireren door de ontdekking van de structuur en de werking van DNA. Met die kennis gingen ze onder andere op zoek naar manieren om de eigenschappen van planten gecodeerd in hun genen te transplanteren. Dit werk ligt mee aan de basis van gentechnologie waarmee gewassen vandaag worden verbeterd. Dergelijke kenniscentra, hogescholen en universiteiten zijn van groot belang voor de vooruitgang van de sector. Op deze plekken floreert onderzoek, worden mensen opgeleid en kan kennis groeien. Het is ook de voedingsbodem van het VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie), een krachtig samenwerkingsverband tussen onderzoeksinstellingen van verschillende universiteiten en een sterk netwerk van spin-offs die wetenschappelijke inzichten tot praktische oplossingen ontwikkelen.” Het VIB is een uniek gegeven en wordt door andere landen benijd, aldus Magiels. Een andere historische ontwikkeling was de gedurfde samenwerking tussen de Vlaamse rector Pieter De Somer van de KU Leuven en de Waalse Christian de Duve. Samen richtten ze het farmaceutisch bedrijf R.I.T. op, dat nauw samenwerkte met het Leuvense Rega Instituut. Na de Tweede Wereldoorlog werd hier het allereerste antibioticum penicilline geproduceerd. R.I.T., ondertussen opgenomen in de farmaceutische gigant GSK, groeide uit tot een van de grootste onderzoeks- en productievestigingen voor vaccins ter wereld. Per dag worden er meer dan 2,5 miljoen vaccins geproduceerd.”

Gunstig ondernemersklimaat. “Biologen beschouwen een ecosysteem als een gelaagd samenspel van verschillende factoren, zoals populaties van organismen die als een levend web met elkaar verweven zijn. Ze worden onderling verbonden in netwerken waar energie en informatie doorheen stromen.” Magiels gebruikt de ecologie als metafoor voor de chemiesector. “Dat geheel wordt gevormd door lokale omstandigheden, zoals bodem en klimaat.” Ook voor de ontwikkeling van de chemiesector is het ondernemersklimaat een belangrijke en doorslaggevende succesfactor gebleken. “De chemiesector in België is evenzeer een socio-economisch complex. Het is een netwerk van grote en kleine bedrijven, van kennisen onderzoekscentra.” De auteur beschrijft het als een vruchtbare voedingsbodem voor en van ondernemers: “Er is een zeker durfkapitaal aanwezig. Beginnende ondernemers vinden de steun en de middelen om hun dromen vorm te geven. Daarbij is een ondersteunend beleid natuurlijk ook van belang.” Die eerste generaties van biotech-ondernemers kennen de sector als geen ander en weten wat ze met hun kapitaal kunnen betekenen. Ze weten wat nodig is om de opstartfase te overleven. “Verder zijn er ook spin-offs van universiteiten. Waar de academische wereld zich vroeger ver hield van het geldgewin, heeft nu elke zichzelf respecterende universiteit een afdeling die zich hiermee bezighoudt. Ze participeren in wetenschapsparken en incubatoren. Ook dat draagt bij aan een vruchtbaar klimaat van ondernemerschap.”

Oord van vooruitgang. “Je kunt het succes van de Belgische chemie niet loskoppelen van haar centrale ligging. De haven van Antwerpen is strategisch gelegen en dient als een knooppunt van transport en industrie. Alle grote spelers konden hier, dicht bij het hinterland en verbonden via een performant pijpleidingennetwerk, samen uitgroeien tot de grootste geïntegreerde chemiecluster ter wereld”, legt Magiels uit. “België is ook een knooppunt van kennis. Het is in onze hoofdstad waar de wereldtop van fysici en chemici op vaste basis bij elkaar komen op de inmiddels legendarische Solvay-conferenties.” Deze conferenties werden in 1911 in het leven geroepen door Ernest Solvay, de ingenieur en industrieel die in 1861 een nieuwe methode bedacht om soda op industriële schaal te produceren en daarmee een fortuin vergaarde. “Zijn productiemethode was behalve vernieuwend ook veel milieuvriendelijker dan het traditionele Leblanc-procedé. Het is misschien wel een eerste voorbeeld van een industriële werkwijze met een circulair karakter waarbij alle nevenproducten verwerkt werden. Ook dat was grensverleggend.” De wetenschapsfilosoof wijst erop dat de Belgische chemiesector de grenzen van de mogelijkheden steeds opnieuw helpt te verleggen. “Het zonnevliegtuig Solar Impulse vloog in 2010 de aarde rond zonder een druppel brandstof te verbranden. Dat was enkel en alleen mogelijk dankzij onze vooruitstrevende chemietechnologie. Solvay leverde 6000 onderdelen, onder meer voor batterijen en zonnecellen. Het cockpitraam, gemaakt uit supersterk polycarbonaat, werd gemaakt bij Covestro in Tielt.”

Mensen met ideeën. “Naast Solvay staan er nog heel wat ronkende namen in de geschiedenisboeken. “In 1905 vestigde Lieven Gevaert zijn filmrolletjesfabriek in Mortsel. Hij bleef investeren in vernieuwing, en na een fusie met het Duitse Agfa groeide Agfa-Gevaert uit tot een wereldspeler in de chemie van het dunne oppervlak.” Ook Gentenaar Leo Baekeland was een man met een missie. Hij bedacht een fotopapier dat ontwikkeld kon worden bij kunstlicht. “In 1907 nam hij een patent op bakeliet, de eerste synthetische kunststof.” Tot eind jaren vijftig de meestgebruikte kunststof ter wereld. “Baekeland is de enige Belg in het lijstje van de honderd belangrijkste personen van de twintigste eeuw van het toonaangevende magazine Time.” En er zijn nog Belgische actoren die het ecosysteem hebben verrijkt en versterkt. “De Union Chimique Belge begon eind jaren twintig als een traditioneel chemiebedrijf met eenvoudige basisproducten. Met een nieuwe vestiging in Eigenbrakel in de jaren zeventig, verschoof de focus naar producten met een hogere toegevoegde waarde. Vandaag ontwikkelt deze onderzoeksafdeling medicijnen voor de behandeling van onder andere epilepsie, allergie en reuma.” En wie zeker niet mag ontbreken in dit lijstje is dokter Paul Janssen: “Hij richtte in 1953 Janssen Pharmaceutica op om nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen en produceren.” Zes geneesmiddelen uit de Janssen-labs prijken op de lijst van essentiële geneesmiddelen van de Wereldgezondheidsorganisatie.” Door Rosalie van Hoof


Groene en circulaire chemie of géén chemie Hoe zet je afval om in grondstoffen? Hoe optimaliseer je je chemische proces of maak je het groener? Op dit soort vragen zoekt het expertisecentrum Duurzame Chemie van Karel de Grote Hogeschool samen met het bedrijfsleven antwoorden. Het expertisecentrum doet al meer dan 15 jaar praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek om de resultaten vervolgens in te zetten in de chemische industrie. De focus ligt daarbij op de valorisatie van nevenstromen, afval dus, en op het gebruik van artificiële intelligentie voor de optimalisatie van chemische producten en processen. Afvalstromen uit de landbouw en de voedingsindustrie worden door de onderzoekers bijvoorbeeld omgezet in natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen, antioxidanten en kleurstoffen. Spuislib, een afvalstroom uit de waterzuivering, wordt ingezet in beton- en lijmapplicaties. “Bedrijven komen met hun vragen bij ons en wij zetten onze onderzoeksexpertise in om een duurzame oplossing aan te bieden die ze direct kunnen toepassen in hun bedrijf”, vertelt Jeroen Geuens, hoofd van het expertisecentrum. ‘Daarin verschilt onderzoek aan hogescholen van onderzoek aan universiteiten. De onderzoeksvragen die we behandelen zijn rechtstreeks afkomstig van het werkveld’, vertelt Geuens. ‘We hebben een zeer nauwe band met het chemisch werkveld. Als we merken dat meerdere bedrijven met hetzelfde probleem zitten, starten we een collectief onderzoeksproject rond dit probleem. We betrekken in deze projecten steeds de hele waardeketen, dit wil zeggen bedrijven die met een bepaalde nevenstroom zitten, bedrijven die over de installaties beschikken om deze nevenstroom te verwerken en bedrijven die de chemische componenten die uit deze nevenstroom gebruiken in hun eindproducten. Als we een zeer specifieke nood capteren bij één bedrijf, starten we een zogenaamd dienstverleningsproject op, één-op-één met dat bedrijf.’ In het project Biocolor (2020-2022) worden afvalstromen uit de landbouw en uit de voedingsindustrie verwerkt tot natuurlijke kleurstoffen. Het Vlaamse Inagro en het Nederlandse Delphy, beide onderzoekscentra voor land- en tuinbouw, zorgen voor de aanlevering van de grondstoffen. Het bedrijf Add Essens uit Lokeren kan op industriële schaal extracties van kleurstoffen uitvoeren en zorgt dus voor de opschaling binnen het project. Wat betreft de toepassing van de natuurlijke kleurstoffen worden er 2 opties

verkend: textiel en voeding. Voor de toepassing in textiel zijn 3 projectpartners betrokken, namelijk Masureel, Centexbel en het Fashion and Textiles Innovation Lab van HoGent. Food Pilot, onderdeel van ILVO, voert testen uit op het kleuren van yoghurt. ‘We gaan steeds op zoek naar de meest geschikte projectpartners’, zegt Geuens. ‘We beperken ons daarbij niet tot de landsgrenzen of tot de grenzen van universitaire associaties, we staan open voor samenwerking met iedereen die relevante expertise heeft en zijn schouders mee onder het project wil zetten en we werken bij voorkeur interdisciplinair, dat is enorm verrijkend.’ Annelore Wens, onderzoeker op het Biocolor project, vertelt: ‘De focus van het project ligt op duurzame technologieën om de kleurstoffen uit de afvalstromen te extraheren. We gebruiken bijvoorbeeld geen organische oplosmiddelen maar gewoon water als solvent. De resultaten zijn soms verrassend, zo geeft het extract van afval uit rode kool alles behalve een rode of paarse kleur. De eerste testen op textiel zijn veelbelovend. Momenteel wordt bij de projectpartners de kleurvastheid bestudeerd terwijl wij verder werken aan de toepassing in voeding namelijk het kleuren van yoghurt.’ Op de vraag op welke nevenstromen ze al gewerkt heeft antwoordt Wens: ‘Dat zijn er verschillende,

bijvoorbeeld ajuinschillen, snoeiafval van liguster, walnoten, afval van avocado’s en mango’s, perskoek uit de fruitsapindustrie zoals van frambozen. We werken ook rechtstreeks op de planten zelf, zo hebben we bijvoorbeeld al experimenten uitgevoerd op tijm, brandnetel, meekrap, wouw en wede.’ ‘Het is soms leuk te zien dat één bepaalde nevenstroom kan ingezet worden in verschillende toepassingen’, vult Geuens aan. ‘Zo kunnen we uit dezelfde nevenstroom met water een kleurstof extraheren terwijl we met superkritische CO2 componenten extraheren die als antioxidans kunnen dienen.’ ‘Dit is de toekomst’, zegt Geuens, ‘het volledig benutten van een nevenstroom, er alle waardevolle componenten uithalen. Belangrijk punt hierbij is dat naast de duurzaamheid van de grondstof ook de duurzaamheid van het hele proces niet uit het oog verloren wordt. Een proces kan immers pas duurzaam zijn als het ook economisch duurzaam is. We hebben ons de afgelopen jaren daarom gespecialiseerd in de optimalisatie van extractieprocessen. Hiervoor gebruiken we klassieke, statistische tools maar ook meer geavanceerde technieken zoals algoritmes uit de artificiële intelligentie. Een proces dat optimaal verloopt heeft een lager grondstofverbruik, kost minder energie, heeft dus een kleinere carbon footprint en kost vooral ook minder geld. Dan pas wordt het interessant en industrieel relevant.’

kdg.be


20 EXPERTPANEL • CHEMIE VOOR DE CHEMIE

FOKUS-ONLINE.BE

Meer dan rook uit de schoorsteen Een job in de chemie is meer dan wetenschap alleen. De taken en verantwoordelijkheden zijn divers, de thema’s belangwekkend. Met het accent op technologische innovatie, circulariteit en groeikansen schoont de sector zijn eigen imago op.

Rogier Duijndam

Katrien De Seranno

Managing Consultant Ocean Recruitment

Veerle Van Nieuwenhuysen

Manager HR & Talent Campine

Adviseur Onderwijs en Arbeidsmarkt Essenscia

Hoe zal de chemische industrie erin slagen om meer jong talent aan te trekken? “De sector moet vooral duidelijk blijven maken dat chemie niet alleen rook uit de schoorsteen is. Ik spreek regelmatig in scholen en stel vast dat jongeren niet altijd beseffen hoe essentieel chemie is in ons dagelijks leven: van het water dat ’s ochtends verwarmd uit de douche stroomt, tot de inhoud van een flesje shampoo. Er is nog veel onwetendheid over alle innovaties die de sector biedt, onder meer op vlak van product development met het oog op schonere chemie. Het is een boeiende markt die blijvend voor werkgelegenheid zal zorgen. Weliswaar volstaat het niet meer om te adverteren op een standaard vacaturebank. Je moet als bedrijf ook aanwezig zijn op de (social)mediakanalen waar jongeren vertoeven.”

“De sector zet toch wel sterk in op het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Onze kernbusiness bij Campine bestaat uit de recyclage van autobatterijen en industriële afvalstromen. Bij sollicitaties merken we dat die circulaire visie veel interesse wekt bij jonge ingenieurs of technici. Het duurzame gegeven leeft sterk bij de jongere generatie. Voor bedrijven zal het groene verhaal wellicht steeds essentiëler worden om nieuwe werkkrachten aan te trekken. Zelf hebben we enkele jaren geleden een rebranding doorgevoerd, waarbij we nu heel hard inzetten op: wat dragen onze producten bij aan de samenleving, welke meerwaarde hebben we, hoe maken we de wereld beter met wat we doen?”

“De laatste jaren zetten we samen met onze ondernemingen heel sterk in op ambassadeurs uit de eigen sector om jongeren te inspireren. Onze STEMfluencers, een project in samenwerking met Vlajo, zijn jonge werknemers die in scholen aan 12- tot 15-jarigen komen vertellen over hun job. Dat maken ze heel tastbaar door de link te leggen met thema’s waar ook jongeren van wakker liggen, zoals klimaat en gezondheid. In de hogere graad van het middelbaar tonen onze duale lesgevers vanuit hun ervaring in de praktijk waarom leerlingen fysica of chemie zouden studeren. Ook tijdens het jobevent We Are Chemistry van POM Antwerpen, dit jaar op 23 maart, zetten we de deuren naar de sector wijd open.”

Wat kan het imago van de sector en van een job in de chemie verbeteren? “Er wordt best hard aan dat imago gewerkt. Veel chemiebedrijven organiseren bijvoorbeeld open dagen om inkijk te geven in hun organisatie. Ik denk dat de sector vooral op een open manier moet blijven communiceren. Onder meer over de positieve weerslag van chemische innovaties op ons leven en de wereld rondom ons: als chemische bedrijven nieuwe veevoeders ontwikkelen zodat koeien minder methaan uitstoten, dan is dat iets wat ons allemaal aanbelangt. Daarnaast kan en mag de chemische industrie zich profileren als een heel brede werkgever. Een job in de chemie is niet alleen weggelegd voor wie chemie gestudeerd heeft. Ook voor logistieke, financiële of salesprofielen zijn er mooie opportuniteiten.”

“Eerlijk, het verwondert me altijd een beetje als ik hoor dat er iets mis is met het imago van onze industrie. Zelf profileren we ons als een veilig en gezond bedrijf om voor te werken, en doen we ook de grootste inspanningen om dat waar te maken. We gebruiken gesofisticeerde persoonlijke beschermingsmiddelen, waardoor blootstelling aan bepaalde chemische producten ver onder de wettelijke norm blijft. De impact op het milieu werd in het laatste decennium fors verminderd door investeringen in extra filter- en zuiveringscapaciteiten. Onze mensen hebben mooie opleidings- en doorgroeimogelijkheden en goede loonvoorwaarden. Dat soort troeven kun je als werkgever alleen maar proberen uit te dragen.”

“Die imagokwestie is inderdaad een prioriteit. Al blijkt het niet evident om aan de wereld duidelijk te maken dat de sector enorm geëvolueerd is en heel sterk inzet op alle grote vraagstukken die onze samenleving vandaag bezighouden. De chemische industrie doet al veel inspanningen rond groene energie, CO2-captatie, waterbesparing, hernieuwbare producten en grondstoffen, of beter recycleerbare materialen. In 2009 waren we de eerste federatie in Europa met een sectorspecifiek duurzaamheidsrapport. We staan voor grote uitdagingen, maar tegelijk zijn we ook een belangrijke sleutel tot de oplossing. Dat duidelijk maken aan het brede publiek is een permanente opdracht.”

Wat kunnen werkgevers doen om optimale leerkansen te bieden? “Projectfinanciering, diverse samenwerkingen met hogescholen en universiteiten, mogelijkheden voor interne traineeships: heel veel chemische bedrijven zijn al met dit soort initiatieven bezig. Wie chemie studeert, hoor je echt niet klagen over de kansen om ervaring op te doen. Ook op de eigen werkvloer verhogen bedrijven de aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling van hun medewerkers. De chemie blijft natuurlijk een vrij conservatieve industrie in die zin dat er enorme investeringen op de lange termijn mee gemoeid zijn. Maar je ziet wel dat de sector steeds meer openstaat voor nieuwe manieren van werken, alternatieve leermethodes en het algemene welbevinden van zijn werknemers.”

“Als ik voor onze eigen organisatie spreek, dan geven we medewerkers toch wel heel wat leertools in handen. Naast enkele verplichte opleidingen bieden we onze mensen verschillende mogelijkheden aan om zich verder te ontwikkelen. In een bedrijf als het onze is er heel veel training on the job. We werken met competentiefiches en volgen de leercurves nauwgezet op. Medewerkers worden betrokken bij het opzetten van verbeteringen en nieuwe processen. Stilstaan is achteruitgaan in onze sector: de laatste jaren is hier ontzettend geïnvesteerd in productiecapaciteit en innovatieve methodieken. Groei, verandering en evolutie creëren ook weer een aantrekkelijkere werkomgeving en nieuwe jobkansen, zelfs voor de anciens.”

“We zijn een hoogtechnologische sector waar het concept van levenslang leren al sterk is ingebed. Groene vaardigheden, nieuwe technologieën, de digitale transitie: het vraagt allemaal veel upskilling en reskilling. Daar moeten onze bedrijven zich naar organiseren met sterke opleidingen en slimme leertrajecten. Ons sectoraal opleidingsfonds levert daarin een bijdrage, net zoals onze sectorale opleidingscentra. Daarnaast werken we hecht samen met het onderwijs. De laatste jaren komen er veel meer samenwerkingsverbanden met hogescholen en universiteiten om hun opleidingen zo toegankelijk mogelijk te maken voor werknemers. Bijvoorbeeld door ze modulair op te bouwen of door leervormen te combineren.” Door Heleen Driesen


#FOKUSCHEMIE

PLASTIQ • BRAND REPORT 21

Sector leidt nieuw én eigen talent op voor een job in de kunststoffen Onze Vlaamse bedrijven zijn koplopers in de hoogwaardige kunststofproductie. Willen we dat zo houden, dan moeten we ervoor zorgen dat de sector over voldoende geschoolde mensen blijft beschikken. “Dat is de grote bottleneck die we als sectororganisatie willen helpen oplossen.”

N

ergens ter wereld worden per inwoner zoveel kunststoffen vervaardigd als hier in Vlaanderen. Van de 130.000 medewerkers die in de chemische industrie zijn tewerkgesteld, oefent 30 procent een job uit in de kunststofverwerking. Toch bestaat er in onze regio geen enkele klassieke opleiding die rechtstreeks leidt naar de kunststofsector. “Daar vindt een sectororganisatie als de onze haar bestaansrecht,” zegt Vincent Mispelaere, algemeen directeur van PlastIQ, de paritaire opleidings- en tewerkstellingsorganisatie van en voor de kunststofverwerkende industrie. De twee eigen opleidingscentra van deze sectorale aanbieder zijn gevestigd in de gloednieuwe hightech T2-campus in Genk, en in Kortrijk in het Circular Materials Center. Wat meteen de innovatieve biotoop schetst waarin de kunststofindustrie zich vandaag graag begeeft. “Op jaarbasis maken 120 bedrijven gebruik van de diensten van PlastIQ”, geeft Vincent Mispelaere aan. “In onze eigen centra of bij bedrijven zelf op de werkvloer. En de interesse in het aanbod blijft toenemen.” In een jonge sector die zodanig snel evolueert, is de nood aan goed geschoold personeel bijzonder hoog. De kunststofsector is in volle transitie naar een duurzamer en circulair model, maar ook naar een industrie 4.0. “Enerzijds zet de sector sterk in op de ontwikkeling van hernieuwbare producten en innovatieve processen, anderzijds doen geavanceerde technologieën en geconnecteerde apparatuur hun intrede op de werkvloer,” aldus Mispelaere. Het maakt dat organisaties de competenties van hun werknemers voortdurend moeten screenen en bijschaven. “Onze missie

De kunststofsector is in volle transitie naar een duurzamer en circulair model, maar ook naar een industrie 4.0. als sectororganisatie is om bedrijven daarin te ondersteunen. We bieden zowel basisopleidingen aan, onder meer in kunststoftechnologie en industrie, als opleidingsprogramma’s op maat rond bepaalde nichetechnieken.”

een machine-operator en iemand met een koksopleiding op het eerste zicht ver uiteen te liggen,” haalt Vincent Mispelaere aan, “ze moeten beiden in staat zijn om heel secuur te werken volgens de juiste parameters.”

De skills van werknemers verstevigen is een belangrijke bekommernis. Maar de arbeidskrapte blijft uiteraard grotendeels een probleem van instroom, duidt Mispelaere. “In een aantal van onze projecten richten we ons specifiek naar doelgroepen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Dan gaat het bijvoorbeeld om anderstalige nieuwkomers, maar ook om vrouwen of jongeren, die als groep voorlopig nog minder hun weg vinden naar de kunststofsector. Daarnaast bieden we speciale trajecten aan voor werkzoekenden met een studieachtergrond die weinig kansen genereert in de huidige arbeidsmarkt.”

Niet alleen technische opleidingen maar ook voortrajecten rond bepaalde basisvaardigheden kunnen van grote meerwaarde zijn voor sommige doelgroepen. “We hebben een aantal jobcoaches in dienst die intensief met mensen aan de slag gaan in voorbereiding op een job. Dan gaat het vaak over het aanleren van arbeidsmarktattitudes: wat is een bedrijfscultuur, wat wordt er verwacht als je op de werkvloer staat, welke paperassen breng je in orde? Wij helpen mensen om alle randvoorwaarden te vervullen, zodat ze gemakkelijker de stap naar de arbeidsmarkt kunnen zetten.”

Toekomstige medewerkers krijgen een marktgerichte, brede opleiding die hun kansen op een job in de sector zoveel mogelijk optimaliseert. Vaak reiken de talenten van kandidaten verder dan ze zelf wel vermoeden, weet PlastIQ. De sectororganisatie zag de voorbije coronaperiode een paar sprekende voorbeelden van horecamedewerkers die zich verrassend snel wisten om te scholen naar een job in de kunststoffen. “Want al lijken de profielen van

De kunststofsector biedt hoe dan ook een boeiende en vooruitstrevende werkomgeving, die misschien nog te onbekend en daardoor ook te weinig bemind is, weet Mispelaere. Daarom brengt de sector graag nuance in de nog vaak pejoratieve berichtgeving over haar activiteiten. “Plastic soep is een reële problematiek, maar er zijn ook zeer mooie illustraties hoe kunststoffen nu al voor een groot deel bijdragen aan een duurzamere samenleving. Op onze campagnewebsite plas-

PlastIQ is de sectorale opleidingsorganisatie van en voor de Vlaamse kunststofverwerkende bedrijven. PlastIQ richt opleidingen en trajecten in met als doel de competenties van huidige en toekomstige werknemers in de kunststofsector te ontwikkelen en te verstevigen. De organisatie wil de instroom van geschoolde medewerkers in de kunststofindustrie verzekeren en als zodanig bijdragen tot een duurzame en innovatieve industrie. PlastIQ wordt paritair beheerd door de sociale partners, in samenwerking met diverse stakeholders.

ticmoov.be zetten we enkele good practices van onze bedrijven graag in de kijker.” Op een positieve manier zichtbaarheid geven aan de sector gebeurt eveneens door de brug te maken tussen het onderwijs en de bedrijfswereld. In de opleidingscentra van PlastiQ kunnen klassen dankzij een samenwerking met de Regionale Technologie Centra (RTC) terecht voor een specialistisch vormingsaanbod rond kunststofverwerking. “Studenten die echt de ambitie hebben om verder te gaan in de sector, brengen we in contact met onze bedrijven via stages of eventuele rechtstreekse tewerkstelling.” Partnerschappen zijn sowieso een belangrijke tool om doelgroepen aan te spreken. “We werken nauw samen met het sectorfonds Covalent, VDAB, met verschillende tussenorganisaties die actief zijn op de arbeidsmarkt en met provincies, gemeenten en OCMW’s”, bevestigt Mispelaere. “Die open blik zal nodig zijn om goed te detecteren wie we nog kunnen activeren. Voor alle industrieën geldt immers: we zullen alle zeilen moeten bijzetten om het volledige potentieel aan arbeidskrachten te benutten.”

Vincent Mispelaere Algemeen directeur


22 PREDICTIVE MAINTENANCE

FOKUS-ONLINE.BE

Nooit nog te laat met een onderhoud Efficiëntie en kosten beheren staat hoog op ieders agenda, en dat zeker in de chemiesector. Met ook veiligheid en duurzaamheid in het achterhoofd, vormt onderhoud een belangrijke pijler binnen ieder werkproces. Predictive maintenance speelt hoe langer hoe meer een cruciale rol.

D

ankzij predictive maintenance geven machines zelf aan wanneer en hoe ze onderhoud nodig hebben. Dat met dank aan krachtige algoritmes, artificiële intelligentie en slimme sensoren. Het idee van predictive maintenance gaat al enige tijd mee, zegt Wim Vancauwenberghe, directeur van de Belgian Maintenance Association. “Aanvankelijk gebeurde het door machines regelmatig te monitoren op bijvoorbeeld temperatuurverschillen of trillingen. Daarna kwam het idee om dat permanent te doen. Zo kun je bijvoorbeeld turbines in stroomcentrales 24 uur per dag in de gaten houden. Deze aanpak gebeurde eerst vooral bij heel dure en kritische infrastructuur, waarbij een afweging moest gebeuren tussen investering en opbrengst.” Sinds een jaar of vijf wordt die aanpak naar een nieuw niveau getild. Machines krijgen sensoren mee die constant data genereren over hun toestand. Met computers en algoritmes kan er voorspeld worden wanneer er iets fout dreigt te lopen. “Die revolutie is in gang gezet door de toegenomen rekenkracht van computers, de vooruitgang in artificiële intelligentie en de opkomst van de cloud”, zegt data scientist Dries Dierendonck van IT-bedrijf Realdolmen. “Pas nu beschikken we over de machines en de rekenkracht om dit proces efficiënt te laten verlopen. Vroeger moest alle data manueel verzameld en verplaatst worden. Dankzij het Internet of Things en sensoren is de schaalbaarheid van het concept exponentieel toegenomen. We kunnen tegenwoordig miljoenen meetdata per seconde versluizen naar computers om in realtime te laten analyseren.” Het ultieme doel van predictive maintenance is om te komen tot machines die optimaal renderen en op het exact

juiste moment onderhouden worden. “Uit studies blijkt dat de ‘uptime’ van machines door predictive maintenance tot 9 procent hoger kan liggen”, zegt Karin Peeters, Senior Presales Consultant Maintenance Software bij Realdolmen. “Dat lijkt niet zo veel, maar een machine die 99 procent van de tijd draait in plaats van 90 procent, maakt een wereld van verschil voor bedrijven.”

Niet alleen worden machines dankzij predictive maintenance op het juiste moment onderhouden, dat gebeurt ook tegen lagere kosten, bijvoorbeeld omdat personeel en onderdelen tijdig voorzien worden. “Een onverwacht onderhoud van een machine is gemakkelijk drie tot vijf keer duurder dan een gepland onderhoud”, zegt Vancauwenberghe. “Het is niet alleen duurder, je klanten zijn ook ontevreden

Een onverwacht onderhoud van een machine is gemakkelijk drie tot vijf keer duurder dan een gepland onderhoud. — Wim Vancauwenberghe, Belgian Maintenance Association

omdat je machines onverwacht stilliggen en je dus niet kunt leveren. Bovendien blijkt het ook gevaarlijker: het risico op een ongeval ligt ongeveer twaalf keer zo hoog door tijdsdruk en improvisatie.” Wat predictive maintenance betreft, hoeft België zich trouwens nergens voor te schamen, zegt Vancauwenberghe. Ons land hinkt zeker niet achterop in de ontwikkelingen. “Zowat een kwart van de grote Belgische bedrijven houden de ontwikkelingen van Industrie 4.0, waar predictive maintenance een onderdeel van is, goed in de gaten. Dat is een pak meer dan Nederland (6 procent) en zelfs meer dan Duitsland (20 procent). België heeft een onderhoudscultuur. Dat hebben we onder meer te danken aan de grote aanwezigheid van chemiebedrijven, bijvoorbeeld in Antwerpen.” Als predictive maintenance zulke voordelen heeft, rijst natuurlijk een voor de hand liggende vraag: bestaat over tien jaar “gewoon” onderhoud nog? Peeters is er gerust op. “Ik denk het wel”, zegt ze. “Niet alle machines zullen via predictive maintenance onderhouden worden, wel de kritische machines die een potentiële ‘bottleneck’ voor het bedrijf vormen. Voor de anderen zal het traditionele onderhoud de hoofdmoot blijven.” “Al zal de grens naar het soort machines wel voortdurend zakken door de steeds lagere prijs van predictief onderhoud”, zegt Vancauwenberghe nog. “Toch zullen er ook altijd onverwachte zaken blijven voorvallen die zelfs met predictive maintenance niet voorspeld kunnen worden. De mens en verkeerde manipulaties bijvoorbeeld. Menselijke invloed is zeer onvoorspelbaar.” Door Frederic Petitjean


#FOKUSCHEMIE

NAWOORD 23

Margo Carvers

Een opleiding op maat om in de chemie aan de slag te gaan? Dat kan! We zien bij onze bedrijven veel vacatures en dus trekken we graag alle registers open om met vereende kracht mensen op te leiden tot procesoperator, het knelpuntberoep in onze sector.

M

aar, een procesoperator… wat doet die? Als we de vele vacatures bekijken, staat er telkens dat ze het productieproces sturen en opvolgen. De bedoeling is dat ze een chemische installatie besturen vanuit een controlekamer, een hoogtechnologische omgeving. Hier werken onze binnenoperatoren. Maar er moet ook buiten de installatie gewerkt worden. Onze buitenoperatoren doen rondgangen, controleren zaken en nemen stalen, maar voeren ook kleine werkzaamheden uit. Er zijn een aantal basiscompetenties die maken dat iemand een goede procesoperator kan worden. Dat is in de eerste plaats goesting om te leren: mensen mogen gerust schoolmoe zijn, maar niet leermoe. Ook moeten ze het belang inzien van veiligheid, dé topprioriteit binnen onze sector. Daarom zijn er veel procedures en richtlijnen en zoeken we dus mensen die graag binnen de lijntjes kleuren. Een goede procesoperator is ook een teamplayer, die bereid is te werken in een 24/7 shiftsysteem. We hebben binnen onze sector een heel divers opleidingsaanbod, waardoor er in feite voor ieder profiel een opleiding is. Zo werken we zeer nauw samen met het onderwijs, waar jongeren een bachelor chemie kunnen volgen of een zevende jaar chemische procestechnieken. Deze richting kan ook gevolgd worden in een duaal traject, wat maakt dat jongeren meer op de werkvloer aanwezig zijn dan in de schoolbanken, wat een win-win is voor jongeren én bedrijven.

Ook hebben we specifieke jongerentrajecten in een systeem van leren en werken, SIRA-opleiding en Project 1825. Daar krijgen jongeren een theoretische opleiding, afgewisseld met betaalde stages. Ook voor wie ouder is dan 26 is er de mogelijkheid om zich bij te scholen. Dit kan in avondonderwijs via CVO Kisp of via een opleiding bij VDAB.

We hebben binnen onze sector een heel divers opleidingsaanbod, waardoor er in feite voor ieder profiel een opleiding is.

Gezien de grote krapte op de arbeidsmarkt wordt er nu ook een traject opgestart voor anderstaligen door Talentenfabriek, VDAB en ACTA. We verlagen dus de lat aan de start, maar verlengen de opleiding waardoor we finaal dezelfde kwaliteit kunnen aanleveren aan onze bedrijven. Taalvaardigheid gaat vaak gepaard met veiligheid, en daarop doen onze bedrijven geen toegiften. Dankzij dit complementair opleidingslandschap kunnen we iedereen die het wil de kans geven om een opleiding te volgen tot procesoperator. En zo zorgen we er samen voor dat onze bedrijven goed opgeleid personeel kunnen aanwerven en zo de economie draaiende houden. Wie goesting heeft om een opleiding tot procesoperator te volgen, kan terecht op sira-opleiding.be en talentenfabriek.be/opleidingen/procesoperator. Door Margo Carvers, sectorconsulent voor de chemie en life sciences bij Talentenfabriek en coördinator van de SIRA-Opleiding.


WAC_Fokus_Chemie_255x380mm_ADVERTENTIE.pdf

10

1

28/01/2022

17:01

DE

EDITIE

LABO E&I

WE ARE

CHEMIE

CHEMISTRY J O BEVE NT

ICT

TECHNIEK

R&D

ELEKTROMECHANICA • LABO • CHEMIE • E&I • PROCESOPERATOR MEET & REGEL • R&D • INGENIEUR • ONDERHOUDSTECHNIEKER Agfa-Gevaert • Ajinomoto • Anorel • Ashland • BASF • Bayer • BorealisGroup • Chevron Philips Chemicals • Covestro • EuroChem Antwerpen • Evonik • ExxonMobil • Fujifilm • Imerys • Indaver • INEOS • Kaneka • LANXESS • Lubrizol • Nippon Gases • Nippon Shokubai Europe • Noordnatie • Oiltanking • Oleon • Soudal • Total • Umicore • Vopak • Vynova • 3M

23 MAART SCHRIJF JE GRATIS IN OP 10 DE EDITIE

ELEKTROMECHANIECA

www.wearechemistry.be

INGENIEUR


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.