2 minute read
En plots sta je te praten met de
De tijd dat we enkel aten wat er natuurlijk groeide en leefde in onze achtertuin ligt ver achter ons. Ook in de voedingssector zijn onderzoek en ontwikkeling vandaag de norm. Het blik aan extra mogelijkheden dat hierdoor wordt opengetrokken is immens.
Dat de voedingssector letterlijk iedereen aanbelangt kan echt niemand ontkennen. Gekoppeld aan de klimaatuitdagingen en de aanhoudende bevolkingsgroei wereldwijd, hoeft het dan ook niet te verbazen dat R&D ook hier de normaalste zaak van de wereld is geworden.
In Vlaanderen is hier een belangrijke rol weggelegd voor Flanders’ FOOD. Deze speerpuntclusterorganisatie fungeert als innovatieplatform en probeert via onderzoek, innovatie en samenwerking de beschikbare kennis te vertalen op maat van deze bedrijven. Door het hele jaar de vinger aan de pols te houden in de voedingssector en door middel van literatuuronderzoek brengen ze ook de belangrijkste innovatietrends uit de sector in kaart. Met stip bovenaan prijkt hier het gestegen klimaatbewustzijn. Consumenten verwachten vandaag meer dan ooit dat er op een transparante manier gecommuniceerd wordt over de klimaatimpact van voedingsproducten.
“De meeste consumenten geven aan dat ze het moeilijk vinden om dit zelf in te schatten. Dit legt een grote verantwoordelijkheid bij de producenten”, aldus Margaux Leemans, knowhow and inspiration manager bij Flanders’ FOOD. Het groeiende gebruik van labels illustreert dit. De Eco-score van Colruyt, die vorig jaar werd gelanceerd en de ecologische voetafdruk van voedingsproducten aangeeft, is hiervan het bekendste voorbeeld. “Maar er wordt al geëxperimenteerd met augmented reality die producten kan laten praten en zo aan mogelijke kopers uitleg kan geven over de herkomst”, gaat Leemans verder.
Andere belangrijke trends zijn een groeiende aandacht voor gezondheid en een grotere openheid ten aanzien van nieuwigheden. Beide evoluties zijn volgens Leemans te linken aan corona. “Enerzijds heeft de pandemie het belang van gezondheid extra in de verf gezet, anderzijds zien we dat voeding in de praktijk gebruikt wordt als een manier om ons gebrek aan reismogelijkheden te compenseren”, klinkt het.
De boeiendste voedingstrends zijn diegene die deze evoluties proberen te combineren. “Er wordt vandaag bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om gember, de jongste jaren steeds populairder, te gaan telen in Vlaanderen”, legt Leemans uit. “Dit combineert onze groeiende vraag naar lokale teelt en dus klimaatbewustheid met de hang naar gezondheid en exotiek. Dat is echt de toekomst.” Een ander voorbeeld hiervan is yakon, een zoete appelwortel met oorsprong in het Andesgebied die nu al in Vlaanderen wordt geteeld en gebruikt kan worden als suikervervanger.
— MARGAUX LEEMANS FLANDERS’ FOOD
Het valt dus niet te ontkennen: de voedingssector is enorm in beweging. Dat is uiteraard gekoppeld aan doorgedreven inzet van technologische ontwikkelingen en innovaties binnen de agro- en voedingsindustrie. Een van de vele voorbeelden hiervan is de zogenaamde Food Pilot in Melle. Op initiatief van Flanders’ FOOD en ILVO, het Instituut voor Landbouw-, Visserij en Voedingsonderzoek in Vlaanderen, en met de steun van VLAIO, kunnen voedingsbedrijven hier sinds 2011 terecht om nieuwe producten of processen te testen. “De Food Pilot is ingericht met semi-industriële productiemachines en labo’s voor het uittesten van tal van nieuwigheden, zoals drankjes, snacks of geheel nieuwe grondstoffen”, verduidelijkt Karen Verstraete, voedingstechnoloog bij ILVO.
Er wordt vandaag bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om gember, de jongste jaren steeds populairder, te gaan telen in Vlaanderen.
Vooral het feit dat bedrijven hier terechtkunnen vanaf een pril idee tot en met de pilootfase van een ontwikkeling creëert enorme mogelijkheden. Want voor de meeste voedingsbedrijven is het vaak moeilijk om innovaties te ontwikkelen zonder de productie stil te leggen. Daarnaast beschikt de Food Pilot over heel wat state-of-the-arttechnologie. “Zo hebben we een extra dataprogrammering laten doorvoeren, waardoor ieder productieproces in grafieken kan worden opgevolgd. Binnenkort hoort daar tevens een opvolging van het verbruik bij, om ook info over de duurzaamheid van het proces te verzamelen”, besluit Verstraete.