Rariteiten in onze kerkgebouwen
Herman Wesselink
Restje polychromie van Cuypers in Kranenburg het klokkengat heeft een ornament in sjabloontechniek. Het is een typerend voorbeeld van de wijze waarop Cuypers zijn kerkgebouwen decoreerde: een zogenaamde constructieve poly chromie. Halverwege de negentiende eeuw werd deze wijze van decoreren, die zijn oorsprong in de middeleeuwen vond, herontdekt. Cuypers introdu ceerde de constructieve polychromie in Nederland en was hiermee ver nieuwend bezig. Hij liet zich inspire ren door de Franse architect Violletle-Duc en de Engelsman Pugin. Dit was in zijn opvatting architectuur die ‘het goede, het ware en het schoone’ toonde. Een reactie op het ‘heidense’ neoclassicisme. De ‘tweede beeldenstorm’ van de jaren zestig ging ook niet aan Kranenburg
voorbij: bij de liturgische vernieu wingen is Cuypers’ polychromie in wit overgeschilderd, op dit stukje in de toren na. Het is niet bekend waarom het is blijven zitten. Als zeldzame overgebleven schildering uit Cuypers’ vroege oeuvre is het nu zeer waardevol. Een opmaat naar restauratie van het gehele interieur?
Beschilderde baksteentjes in de Antoniuskerk in Kranenburg. Foto’s: Ton Rothengatter, 2020
Venster, 2020, nummer 3 — 3
De H.-Antonius-van-Paduakerk in Kranenburg van architect Pierre Cuypers heeft al decennialang een grotendeels witgeschilderd interieur. Maar oorspronkelijk was het neo gotische kerkinterieur gepolychro meerd, ofwel veelkleurig beschilderd. Wie in het kerkgebouw zijn ogen goed de kost geeft, ontdekt dat van deze oorspronkelijke decoratie nog een klein stukje over is. Het betreft de beschildering van de wanden en het gewelf op de orgelgalerij in de toren. In de Antoniuskerk zien we op de orgelgalerij een gemetseld kruisrib gewelf met een ring, waardoorheen de klokken naar boven werden gehesen. De gewelfvelden hebben grijstinten, de ribben zijn geel en de baksteentjes langs de ribben ogen zwart. Het luik in