SportAmerika Magazine Nr 23

Page 1








HOOFDREDACTIE Neal Petersen Geert Jan Darwinkel (adj) EINDREDACTIE Kasper Dijk REDACTIE Lennart Beishuizen Bert Jan Brands Pieter Brouwers Geert Jan Darwinkel Vincent Van Genechten Eva Gerritse Pieter Horstman Justin Kevenaar Paul Klomp Aizo Lijcklama Marco Post Joep Smeets Jurian Ubachs Jeroen Veenstra Seb Visser Richard van Welie Frank Wielaard Jules Zane Jan Willem Zeldenrust COLUMNISTEN Matthijs van den Beukel Jeroen Elshoff Leander Schaerlaeckens Peter van Vliet FOTOGRAFIE Getty Images PRODUCTION, ART DIRECTION & DESIGN DarChicago Ltd. MET DANK AAN Issuu, Scribus SportAmerika The Magazine is een uitgave van Petersen Media. Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden gekopieerd zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. © Petersen Media 2012­ 2013 ­ Alle rechten voorbehouden.

Vorige week verplaatste ik mijn kantoor van hartje

Amsterdam naar de bergen van Málaga. Even weg uit de hectische wereld en tijd om in een rustige omgeving door te werken. Natuurlijk, ook in het Zuiden van Spanje kwam ik in aanraking met de lokale bevolking. Ik kwam in gesprek met twee mannen op leeftijd: Xavier en Julio.

Zoals het gaat in Zuid­Europa volgde er een passievol gesprek en als snel ging over basketball en dan vooral over de grootte van de sport in Spanje en de trots over de gebroeders Pau en Marc Gasol.

Julio vertelde dat hij gedurende het seizoen 1999/2000

een lang interview hield met Pau in Barcelona. Niet voor de Spaanse SportAmerika, maar voor zichzelf. Met een mooie smoes had hij een afspraak geregeld. Dat hij daarvoor een dag moest reizen vanuit Competa, een dorpje vlakbij Malaga, deerde hem niks. Pau was een groot talent in die tijd bij Barcelona, maar niemand verwachtte dat hij zich zo zou ontwikkelen. Julio wees mij erop dat je passie achterna gaan het beste is wat je kunt doen. Gedurende het gesprek moest ik steeds aan Maarten Kolsloot denken. Vanuit zijn passie voor het honkbal reisde hij in 2011 het Nederlands honkbalteam achterna naar Panama. Het bleek een schot in de roos, want in tegenstelling tot Julio, schreef Maarten wel degelijk met een doel. Dit resulteerde in prachtige boek 'Honkbalgoud'.

In 2013 deed Maarten, vriend van #SportAm, het weer.

En opnieuw leverde hij een indrukwekkend boek af: Hollandse Honkbalhelden. Samen met fotograaf Henk Seppen bezocht hij de World Baseball Classic. Een exclusieve voorpublicatie van dit boek lees je alvast in ons magazine. Vanaf deze plek wil ik Maarten en Henk van harte feliciteren met wederom een pareltje in de wereld van #SportAm literatuur. Veel leesplezier,







Een bizar incident vond

vorige week plaats voor het huis van Pittsburgh Steelers­ tackle Mike Adams. Drie mannen probeerden zijn truck te stelen. Toen Adams dit doorhad, kwam hij naar buiten gestormd en werd hij neergestoken door één van de overvallers. Ook werd hij bedreigd met een pistool. Adams moest met lichte verwondingen naar het ziekenhuis, terwijl de drie dieven zonder buit het hazenpad kozen. Omdat er geen vitale organen werden geraakt, kan Adams binnen zes tot acht weken weer op het trainingsveld staan • Titus Young is de laatste weken groot nieuws vanwege zijn gedrag (zie ook editie 21 van dit magazine). Om hem op het rechte pad te krijgen, bood de NFL hem in het afgelopen jaar meerdere malen hulp aan. Troy Vincent, voorzitter van het player engagement program: "Vorig jaar kregen we al een telefoontje van een persoon die zich ernstig zorgen maakte. Hierop stuurden wij iemand naar Young toe, maar hij weigerde hulp. Hij had geen interesse." Young zit nog steeds vast in Orange County op verdenking van poging tot diefstal en het gebruiken van geweld tegen een politieagent • Dwight Freeney moest lang wachten totdat de San Diego Chargers hem wilden vastleggen. Freeney heeft daarover een aparte mening: "Ik denk dat de eigenaren bij elkaar kwamen en besloten om weinig geld uit te geven. Er zijn 32 teams en elk van deze heeft de hand op de knip gehouden. Dit was een heel atypisch offseason" •

Grant Hill houdt er, na 19 (!)

seizoenen mee op. De lichtvoe­ tige guard beëindigt zijn carrière bij de Los Angeles Clippers na de uitschakeling in de eerste ronde van de playoffs. De zevenvoudig All­ Star werd in 1994 gedraft door de Detroit Pistons en werd in dat seizoen Rookie of the Year (samen met Jason Kidd). Hill speelde voor de Clippers, Pistons, Orlando Magic en Phoenix Suns. Gemiddeld verzamelde de guard 16,7 punten, 6,0 rebounds, 4,1 assists en 1,2 steals • Chris ‘Birdman’ Andersen past na zijn schorsing in Game 6 tegen de Pacers, zijn speelwijze niet aan. Andersen gaf Tyler Hansbrough een dus­ danige bodycheck dat de straf werd verhoogd van ‘opzettelijke fout 1’ naar ‘opzettelijke fout 2’. Die opwaardering betekende een wedstrijd schorsing voor de man met de vele plakplaatjes. "Wat gebeurd is, is gebeurd. Het is mijn manier van spelen. Dat is nooit anders geweest en zal ook nooit anders worden" • Terwijl de spelerscarrousel nog op gang moet komen, wisselen de coaches al volop van baan. De één na de ander wordt ontslagen, vervangen en kan zelf een paar dagen later ergens anders aan de bak. Larry Drew bijvoorbeeld ­ vier dagen na zijn vertrek uit Atlanta haalden de Milwaukee Bucks hem binnen. Mike Budenholzer is op zijn beurt de nieuwe hoofdcoach van de Hawks, de Clippers zegden Vinny Del Negro de wacht aan en Jeff Hornacek moet de Phoenix Suns naar betere tijden leiden. Tot slot doen de Sacramento Kings een duit in het zakje: Golden State Warriors­ assistent Mike Malone is daar de nieuwe man •


De New York Islanders zijn

naar verluidt geïnteresseerd in Roberto Luongo en bieden de Vancouver Canucks daarmee wellicht een oplossing voor het keepersdilemma. De Canadezen zijn maar wat graag af van het dure contract van hun goalie, aangezien zij in Cory Schneider een prima alternatief hebben. Voor de Islanders zou Luongo een aangename versterking zijn tussen de palen, zeker omdat hun huidige goalie Evgeni Nabokov na dit seizoen free agent is • De Edmonton Oilers versterkten zich met verdediger Anton Belov. De 26­ jarige Rus kende een sterk seizoen met 26 punten in 46 wedstrijden en overtuigde hiermee de Oilers, die met deze aanwinst een aantal andere NHL­teams aftroefden • Wie neemt het stokje over als hoofdcoach bij de New York Rangers? Na het ontslag van John Tortorella gingen er meteen geruchten rond over de opvolging. Naast gevestigde namen als Alain Vigneault en Lindy Ruff kwam ook die van Mark Messier voorbij. De voormalige vedette van de Blueshirts heeft geen noemenswaardige ervaring als hoofdcoach (hij coachte alleen het Canadese nationale team tijdens de Deutschland Cup en Spengler Cup in 2010), maar wordt door zijn indrukwekkende staat van dienst als speler en zijn hart voor de club toch gezien als een goede kandidaat • Een andere naam die rond­ zoemt bij de Rangers is die van Wayne Gretzky, die net als Messier weinig ervaring heeft, maar als speler wel het één en ander presteerde •

De American League

MVP kunnen we al invul­ len. Miguel Cabrera van de Detroit Tigers is de tiende speler uit de clubgeschiedenis die de grens van 200 home runs passeerde en is hard op weg naar een tweede Triple Crown • Breaking news: New York Yankees­ closer Mariano Rivera had een blown save. Het duel tegen de Mets was nummer 1072 uit zijn loopbaan en voor het eerst verprutste hij een savemogelijkheid zonder een nul te maken • Na John Gast en Tyler Lyons is de 21­jarige Michael Wacha de derde rookiepitcher van de St. Louis Cardinals die zijn debuut maakte in de Majors. Het duel tegen de Kansas City Royals kende in de achtste inning een regenonderbreking van maar liefst vier uur en 32 minuten. Toen de laatste nul werd gemaakt, was het inmiddels al kwart over drie in de nacht • Problemen voor de Los Angeles Dodgers: Matt Kemp landde op de blessurelijst met een hamstringkwetsuur, terwijl pitcher Josh Beckett zich afvraagt of hij nog kan terugkeren • Bryce Harper is ook uit de roulatie (knie). Veel te laat, zo vindt hij. “Nadat ik de muur raakte in Atlanta, dik een maand geleden, had ik eruit moeten gaan, maar met een aantal spelers aan de kant wilde ik het team blijven helpen.” • Voor het eerst in bijna twee jaar sloeg een werper een Grand Slam. Travis Wood van de Chicago Cubs ramde de bal over de hekken. Lang leve de National League! • RIP Tommy John­chirurg Dr. Lewis Yocum •


Plotseling was het zaterdagavond trending

op Twitter: Miami Cavaliers. De overeen­ komsten tussen LeBron James' vorige ploeg en de Heat lagen dan ook voor het oprapen. De King, omringd door een handjevol goed­ willende doch onkundige roleplayers, die het allemaal in z'n eentje moest doen. Chris Bosh peperkte zich tot z'n laffe jumpertje dat maar niet wilde vallen, en liet zich uit angst voor Roy Hibbert nauwelijks in the paint gelden. Dwyane hot potato Wade oogde vooral oud en versleten. Klaagde achteraf dat hij de bal te weinig kreeg, maar wist in werkelijkheid niet hoe snel hij de bal moest afgeven als ie 'm eenmaal had. We weten hoe het allemaal hoe het met de Cavaliers is afgelopen. LBJ­in­z'n eentje bracht Cleveland ver, heel ver, maar net niet ver genoeg. In South Beach is de situatie niet anders. Met een superieure James kan de Heat in de tweede versnelling praktisch iedere NBA­ploeg verslaan, maar in de play­ offs en tegen een opponent van formaat is het net een tikje te weinig. Dan zijn er naast #6 mannetjesputters nodig die rebounds grijpen en durven te penetreren.

Omdat Bosh en Wade het lieten afweten, en Chris Anderen vanwege z'n oliedomme actie in Game 5 op het appel ontbrak, was een 91­77 nederlaag ­ en daarmee een onnodige Game 7 ­ het resultaat.

Daarin kwam alles ­ uiteraard ­ toch nog op z'n pootjes terecht. LeBron James kreeg offensief ­ zowel van buiten de cirkel als onder het bord ­ de nodige hulp van z'n teamgenoten. Bosh toonde eindelijk weer 'ns agressie, Andersen profileerde zich ander­ maal als de stofzuiger, en Ray Allen zag z'n driepunter eindelijk vallen. De veel geroem­ de Miami D (of was het toch gewoon de overgretige Pacers? ­ 15 turnovers voor rust) deed de rest.

Vorig jaar kickstartte de Heat z'n titelrun via een vergelijkbare comeback tegen dezelfde Pacers. Hopelijk lukt ze dat ook ditmaal. Want de Miami Cavs zullen het tegen Gregg Popovics en z'n San Antonio Spurs niet kunnen bolwerken. TEKST GEERT JAN DARWINKEL






De playoffs in de NBA naderen de apotheose. Over een paar dagen beginnen in Miami de Finals, die gaan uitwijzen of LeBron James zijn eerste repeat behaalt of dat Tim Duncan in drie decennia titels wint. Het waren echter niet alleen deze geijkte namen die in het oog sprongen tijdens de afgelopen anderhalve maand. Daarom stelde SportAmerika een top足tien samen van spelers die de playoffs op een positieve manier (en vaak onver足 wacht) kleur gaven.


1. Steph Curry

3. Mike Conley Jr.

Steph Curry slechte enkels heeft. Anders had hier waarschijnlijk gestaan dat hij op weg was om de beste schutter uit de historie van de NBA te worden. Op dit moment is hij dat ‘slechts’ van de NBA op dit moment. Curry beleefde aan het slot van het seizoen zijn beste weken ooit. Hij laat als geen ander zien waarin de NBA op dit moment zit: het driepuntsproces. Verre schoten zijn immers meer waard. Curry maakte in deze playoffs de helft van zijn punten via drietjes. Laten we hopen dat die enkels hem nog lang die driepunters laten schieten.

dat Mike Conley een betere speler zou worden dan twee van zijn teamgenoten bij Ohio State met wie hij de finale om het nationale kampioenschap verloor? Lang dacht iedereen dat Greg Oden de top zou halen, en toen dat niet gebeurde kwam Dequan Cook ineens in beeld. Inmiddels is er echter geen twijfel meer over de beste Buckeye van 2007, dat is namelijk spelverdeler Conley. Weinig spelers kunnen zich in de NBA meten met Chris Paul en de 24­jarige point guard deed dat in de eerste ronde van de playoffs met verve, en won.

Wat is het toch ontzettend jammer dat Handen in de lucht! Wie dacht in 2007

4. Tiago Splitter

De aanwezigheid van Tiago Splitter is

2. Paul George

Eigenlijk waren het maar twee

momenten: een wanhopige driepunter in de laatste seconde en een dunk over Birdman. En boem. Ineens wist iedereen die de NBA ook maar een beetje volgt hoe goed Paul George wel niet is. Een beetje teleurgesteld zijn die fans vaak wel als ze die ‘superster’ ineens een (ruime) meer­ derheid van zijn schoten zien missen en maar een punt of vijftien per wedstrijd zien maken. De small forward is meer een allround speler dan de aanvaller die het publiek graag ziet. George is er nog niet, maar zit wel op de goede snelweg richting supersterrendom.

misschien wel de reden dat de San Antonio Spurs in de NBA Finals staan. Wellicht is dat iets te makkelijk, maar Splitter had een enorme invloed op de sweep van de Grizzlies. De grote Braziliaan zat twee jaar geleden ook bij de selectie van de Spurs, maar speelde als rookie toen slechts een kwartiertje gemiddeld in drie wedstrijden. De Splitter van 2013 is precies de speler die Gregg Popovich zocht toen hij zag dat Tim Duncan in defensief opzicht niet meer alles kon belopen: een mobiele center die, als het moet, ook nog eens de bal in de basket kan leggen.

5. Kawhi Leonard

De aanwezigheid van Kawhi Leonard is

misschien wel de reden dat de San Antonio Spurs in de NBA Finals staan. Oké, wellicht is dat opnieuw iets te makkelijk, maar Leonard vult bij de Spurs precies dat andere gat dat ze hadden in hun line­up van 2011: een stopper rond de driepuntslijn. Hij leidt iedereen in deze



playoffs in defensive winshares, wat bete­ kent dat Leonard van alle spelers de mees­ te invloed heeft op een overwinning van zijn team via persoonlijke defense. Hij was er de oorzaak van dat zowel Mike Conley en Zach Randolph het erg lastig hadden tegen San Antonio. Leonard zorgde ervoor dat de point guard de forward niet kon berei­ ken. Niet slecht voor een tweedejaars prof.

6. Chris Andersen

Kun je nog doorbreken als je 34 bent?

Blijkbaar wel. Birdman heeft namelijk de op één na hoogste Player Efficiency Rating van deze playoffs, net na Chris Paul. Dat komt vooral door zijn belachelijk hoge fieldgoalpercentage, dat hij verkrijgt door offensieve rebounds en door alleen maar schoten nemen die hij kan raken. Door die tactiek raakt Andersen ruim 85 (!) procent van zijn pogingen in deze playoffs. Ook al levert dat immense percentage maar iets meer dan acht punten per wedstrijd op, het zijn wel acht punten die de Heat goed kunnen gebruiken naast de scores van hun Big Three.

7. Klay Thompson

Aan het begin van het seizoen tipten de

echte kenners Klay Thompson al als één van de spelers met doorbraakpotentieel. De klassieke shooting guard met het fluwelen schot zou gaan floreren in een systeem van coach Mark Jackson. Dit gebeurde echter niet. In het reguliere seizoen, welteverstaan. In de playoffs wist Thompson eindelijk aan de verwachtingen te voldoen, al was hij ietwat wispelturig. Hij maakte gemiddeld evenveel punten als in het normale sei­ zoen, maar het waren de 34 punten tegen de topverdediging van de Spurs die iedereen deed omkijken.


1. Blessures Derrick Rose, Russell Westbrook, Danilo Gallinari, Kobe Bryant, Rajon Rondo, Danny Granger, Luol Deng, David Lee... Zullen we nog even doorgaan? Liever niet toch? 2. Scheidsrechters Te veel wedstrijden werden in deze playoffs beslist door de scheidsrechters in plaats van de spelers. Beste (slechtste) voorbeeld: Joey Crawford.

3. Dwight Howard Eindelijk. Eindelijk had Dwight de kans om zich te bewijzen zonder dat vervelende alphamannetje naast zich. Maar helaas. Hij bakte er weinig van en de Lakers werden gesweept.

4. Twitter Het is alsof de spelers amper meer belachelijke dingen de ether inzenden. De speler die we het liefst wilden horen toen zijn team gesweept werd (Kobe Bryant), was zelfs muisstil. 5. JR Smith De Sixth Man of the Year was dus toch precies wat we altijd dachten dat hij was. Een ongetemde nemer van slechte schoten.


1. Brooklyn Nets – Chicago Bulls (Game 4) Niet één, niet twee, maar drie keer overtime was nodig om een winnaar te krijgen. Nate Robinson was daarbij van onschatbare waarde met meerdere ongelooflijke scores. Zonder Robinson en Noah maakte Nazr Mohammed uiteindelijk het verschil in de derde verlenging.

2. Indiana Pacers – Miami Heat (Game 1) Heel veel is gezegd over LeBron James

in slotfases van belangrijke wedstrijden, maar ditmaal maakte hij opnieuw twee keer het verschil. Met nog luttele seconden op de klok raakte hij twee layups die de overwinning opleverden en Paul George’s heroïsche daden tot bijzin degradeerden.

3. Golden State Warriors – San Antonio Spurs (Game 1) Onder aanvoering van Steph Curry (44 punten) liep de voorsprong van Golden State in het derde kwart op tot achttien punten. Een goede twintig minuten en twee OT's later, wonnen toch de Spurs.

4. Memphis Grizzlies – Los Angeles Clippers (Game 2) De echte

playoffwedstrijd met fysiek basketbal leek gespeeld toen de Clippers twaalf punten voor stonden in het vierde kwart. Maar toen stond het ineens 91­91, met nog zes seconden op de klok. De Clippers mochten zich gelukkig prijzen dat Chris Paul met een heel lastig schot de overwinning toch nog binnensleepte.

5. Chicago Bulls – Miami Heat (Game 1) Omdat de Heat de Bucks in de eerste

ronde 4­0 aan de broek gaven, moesten ze een tijd wachten op de series tegen de Bulls. Totaal onverwacht werd wedstrijd één onder leiding van Jimmy Butler gewonnen door het team uit Chicago. Zouden ze dan toch een kans maken tegen de kampioen? Nee.

6. Indiana Pacers – Miami Heat (Game 4) Een must­win voor de Pacers. Met een

3­1 achterstand terug naar Miami gaan, zou vrijwel zeker de doodsteek betekenen. Dankzij goed spel in de paint en met een beetje hulp van de scheidsrechters, die LBJ zijn zesde fout cadeau gaven, trokken ze de stand echter gelijk.

7. Los Angeles Lakers – San Antonio Spurs (Game 4) Niet verrassend: ook de

laatste wedstrijd van het seizoen zorgde weer voor de nodige oproer bij de Lakers. In het derde kwart moest Howard naar de kleedkamer met twee technische fouten. Wat volgde was de sweep en einde­seizoen voor de Lakers.

8. OKC Thunder – Memphis Grizzlies (Game 3) Zes uit zes vrije worpen in de

laatste minuut waren nodig voor de Grizzlies om Oklahoma, in hun eerste wedstrijd zonder de geblesseerde Russell Westbrook, te verslaan. De thuisnederlaag brak de moraal van OKC, waardoor Memphis uiteindelijk vrij makkelijk de Conference Finals bereikte.

9. Memphis Grizzlies – San Antonio Spurs (Game 3) Achttien punten stonden de Grizzlies thuis voor in de derde wedstrijd van de Conference Finals, maar toch ging het team van Lionel Hollins nog ten onder. Vooral door maar liefst achttien Spurs­ punten in de verlenging. Serie over.

10. Brooklyn Nets – Chicago Bulls (Game 7) Zonder de geblesseerden Deng,

Hinrich en Rose en met de zieke Nate ‘the Great’ Robinson wisten de Bulls toch een van de twee Game 7's uit het vuur te slepen. Daar mochten ze de keiharde Joakim Noah (24 punten, 14 rebounds, 6 blocks) op hun blote knieën voor danken.



8. George Hill

Het is nog onduidelijk of George Hill zo

goed is, of zijn back­up (DJ Augustin) zo slecht. Feit is dat de Pacers een stuk minder spelen als hun point guard niet in de line­up staat. De enige wedstrijd die Hill in deze playoffs miste, werd in eigen huis kansloos verloren van de Knicks. En ook als hij even op de bank zit, is Indiana flink wat minder goed. Na Steph Curry maakte hij de meeste driepunters in het naseizoen (mede door een paar wedstrijden meer natuurlijk). Driepunters die de moeilijk scorende Pacers hard nodig hebben. Saillant feitje: Hill werd in 2011 door de Spurs getrade voor Kawhi Leonard.

9. Jeff Green

Jeff Green was de topscorer van de Boston

Celtics in de playoffs. Wanneer je die zin op je in laat werken, snap je waarom de Celts Paul Pierce misschien wel gaan uitkopen. Green maakte in de (verloren) serie tegen de Knicks gemiddeld meer dan twintig punten per wedstrijd. Niet slecht voor een speler waarvan twee jaar geleden nog heftig werd getwijfeld of hij nog ooit kon spelen. Na een hartoperatie waarop een onverwacht lucratief contract volgde van Boston, hoopt iedereen dat de small forward zijn belofte kan waarmaken die hij in OKC had. Hij is in ieder geval beter dan Kendrick Perkins, voor wie hij kwam.

10. Nate Robinson

Voor deze playoffs wist eigenlijk iedereen

al wat Nate Robinson was. Nate Robinson is vooral die speler op de bank die je er alleen inbrengt als de wedstrijd gespeeld is. Of als je zo ver achter staat dat je de wedstrijd alleen nog met veel mazzel kan winnen. Een ‘hail mary’ noemen ze dat in football. Ja, Nate Robinson is daar het basketball­ equivalent van. Soms komt een hail mary aan (34 punten in overwinning na drie verlengingen tegen Brooklyn), soms gaat een hail mary heel erg mis (0 punten in 32 minuten in een verliespartij tegen Miami), maar altijd is een hail mary vermakelijk en spannend. •


Swagger

LeBron heeft het. Net als Kobe, Kyrie,

Birdman, Harden, Pierce en Wade. Ze zijn zelfverzekerd, cool en onverschrokken. Ze hebben ‘swagger’. De mooiste Nederlandse vertaling van swagger is branie, maar dat woord kom je alleen tegen in jongensboeken uit de jaren ’60. Er zijn verschillende soorten swagger. Soms is het uitgesproken arrogantie, dan weer meer ingetogen cool zijn. Vaak gaat swag gepaard met hippe kapsels, grote tatoeages en dure accessoires. Spelers met swag halen de voorkant van Sports Illustrated en sieren posters in tienerkamers. Winnaars hebben altijd swag. Behalve dan in San Antonio.

De Spurs bereikten de NBA Finals zonder swagger. Ze hebben de voor NBA begrippen vreemde gewoonte om alleen op te vallen met hun basketballtalent. Buiten het parket gebeurt er in San Antonio zelden iets noemenswaardigs. Goed bekeken zijn de Spurs eigenlijk gruwelijk saai.

Tim Duncan heeft één van de meest

indrukwekkende erelijsten van de league, maar de swag van een nieuwslezer. De stijl van Ginobili wordt gekenmerkt door zijn kalende achterhoofd en Matt Bonner zou net zo goed biologieleraar kunnen zijn. Patty Mills maakt met zijn handdoekzwaaikunsten ook al geen fashionstatement. De enige in San Antonio met swag is Tony Parker, dankzij die ene keer dat hij toevallig in een kroeggevecht tussen hiphopsterren terechtkwam.

Als het op swagger aankomt, gaan de Spurs deze finals niet winnen. Gelukkig maar dat de mannen van coach Pop gewoon heel erg goed kunnen basketballen. •

Eva Gerritse.


En toen waren er nog twee. Vanaf morgen (donderdag) gaan de San Antonio Spurs en de Miami Heat uitmaken wie de NBA Finals 2013 winnen. Feiten & cijfers voor de optimale voorbereiding.

De Tweestrijd

• Twee van de drie sterkste teams van de voorgaande tien seizoenen treffen elkaar in de NBA Finals. De San Antonio Spurs wonnen drie titels sinds 2003, Miami Heat twee. Alleen de Los Angeles Lakers wisten ook twee titels te pakken in dit tijdsbestek. • Tien van de laatste veertien NBA­kampioenschappen zijn gewonnen door teams uit de Western Conference (incl. vier keer Spurs). Twee van de vier Eastern titels over deze periode zijn in bezit van de Heat. • Het laatste team dat de NBA Finals zonder nederlaag afsloot, was San Antonio. In 2007 werd het 4­0 tegen de Cleveland Cavaliers van LeBron James. • San Antonio speelde de laatste wedstrijd in de Conference Finals tegen de Memphis Grizzlies op 27 mei. Miami speelde de laatste wedstrijd in hun serie tegen de Pacers op 3 juni. De Spurs hadden dus negen dagen vrij voor Game 1, de Heat maar twee. • De Spurs genoten dankzij een 4­0 sweep van een relatief lange pauze. Historisch gezien is dit een goed teken. Sinds 1997/1998 wonnen teams die net een sweep achter de rug hadden, zeven van de negen series (78%) tegen teams met een volledige serie van zeven wedstrijden in de benen. Rust blijkt dus belangrijk, roest speelt een mindere rol. • Maar! Dit laatste feit geldt een stuk minder in NBA Finals. Sinds 1997/1998 waren er vier teams die een sweep realiseerden in de Conference Finals. Slechts twee ervan wonnen de titel (50%), waaronder de Spurs in 1999. • Miami en San Antonio troffen elkaar twee keer in het reguliere seizoen en één keer in het voorseizoen. Telkens won het sterrenensemble van South Beach.

San Antonio Spurs

• Met vier NBA­titels op zak is San Antonio het op­drie­na succesvolste team in de NBA­ geschiedenis. Alleen de Boston Celtics (17), LA/Minneapolis Lakers (16) en Chicago Bulls (6) bezitten meer ringen. • De Spurs wonnen het kampioenschap in 1999, 2003, 2005 en 2007. De Finals van dit jaar zijn de eerste voor het team sinds de gewonnen reeks in 2007. • De Spurs waren sinds 1998 altijd in de playoffs terug te vinden (16 keer op rij). Dit is de langst lopende reeks van alle NBA­teams. Sterker nog: San Antonio miste de playoffs maar vier keer in hun 37­jarige NBA­geschiedenis. • San Antonio bezit nog steeds de langste zegereeks in een enkel playoffseizoen ooit, en dat zal dit seizoen zo blijven. In 1999 pakten ze twaalf zeges op rij. • In dat seizoen (1999) eindigden ze met het beste playoffresultaat ooit: vijftien overwinningen, twee nederlagen. Op dit moment zijn ze 12­2 (4­0 tegen LA Lakers en Memphis, 4­2 tegen Golden State), dus als ze de Heat vier keer op rij verslaan, dan pakken ze dat record. • In de afgelopen twee seizoenen gingen de Spurs als nummer­1 geplaatst team de playoffs in. Dit leverde ze niet meer dan een uitschakeling in de eerste ronde (2011) en de Conference Finals (2012) op. Ditmaal kunnen de als #2 seed de ring pakken.


• San Antonio stond in vier NBA Finals, en won ze allemaal. Maar één ander team wist ongeslagen te blijven in Finals, namelijk de Chicago Bulls (6 deelnames, 6 titels). • Ook Tim Duncan kan zijn vijfde ring winnen. Hiermee zou hij zich nestelen op plek 14 aller tijden. Van alle nog actieve spelers wisten alleen Kobe Bryant en Derek Fisher vijf kampioenschappen te veroveren.

Miami Heat

• De Heat pakte twee kampioenschappen, in 2006 en 2012. Met een derde kunnen ze zich scharen naast de Golden State Warriors, Detroit Pistons en Philadelphia 76ers, die ook drie titels wonnen. Vier teams hebben meer titels, waaronder de Spurs (4). • Voor het eerst in de teamgeschiedenis kan Miami de titel veroveren in twee opeenvolgende seizoenen. Het laatste team dat dit deed ­ LA Lakers in 2009 en 2010. • Miami gaat op zoek naar het derde NBA­kampioenschap in acht jaar. Daarmee domineren ze dit tijdsbestek. • Miami versloeg op weg naar de Finals achtereenvolgens de Milwaukee Bucks (4­0), Chicago Bulls (4­1) en Indiana Pacers (4­3). • Erik Spoelstra kan zijn tweede kampioenschap binnenhalen met de Heat. Dat zou hem alleen de meest succesvolle coach in de teamgeschiedenis maken. • Miami kan als nummer ­1 geplaatst team het kampioenschap winnen. Het laatste team dat dat deed ­ LA Lakers in 2010. Vorig jaar won de Heat als #2, een jaar eerder Dallas Mavericks als #3. • LeBron James staat voor de vierde keer in de NBA Finals. Hij verloor twee van de afgelopen drie, waaronder die in 2007 met de Cavs tegen de Spurs.

Spurs en Heat in NBA Finals

De Spurs verloren nog nooit een finaleserie. De Heat wel.

NBA Finals met San Antonio Spurs en/of Miami Heat Seizoen 1999 2003 2005 2006 2007 2011 2012

Kampioen San Antonio Spurs San Antonio Spurs San Antonio Spurs Miami Heat San Antonio Spurs Dallas Mavericks Miami Heat

Gregg Popovich

Finalist New York Knicks New Jersey Nets Detroit Pistons Dallas Mavericks Cleveland Cavaliers Miami Heat Oklahoma City

Uitslag 4­1 4­2 4­3 4­2 4­0 4­2 4­1

Coach Popp miste alleen in zijn eerste seizoen als coach in San Antonio de playoffs (1996/ 1997). In 16 daaropvolgende reguliere seizoenen boekte hij 888 zeges tegenover 376 ver­ liespartijen (.703). Daar voegde hij 130 playoffzeges en 79 playoffnederlagen (.622) aan toe.

Coaches met de meeste NBA­titels Aantal 11 9 5

Naam Phil Jackson Red Auerbach John Kundla

5

Pat Riley

1

o.a. Erik Spoelstra Miami Heat (2012)

4

Gregg Popovich

Teams (jaren) Chicago Bulls (1991, 1992, 1993, 1996, 1997, 1998) Los Angeles Lakers (2000, 2001, 2002, 2009, 2010) Boston Celtics (1957, 1959, 1960, 1961, 1962, 1963, 1964, 1965, 1966) Minneapolis Lakers (1949, 1950, 1952, 1953, 1954) Los Angeles Lakers (1982, 1985, 1987, 1988) Miami Heat (2006) San Antonio Spurs (1999, 2003, 2005, 2007)




De NBA stond aan het einde van de

‘Golden Sixties’ voor een nieuwe start. Bill Russell, die elf titels won met de Boston Celtics, ging met pensioen. Er stond meteen een opvolger klaar in de persoon van Lew Alcindor, die we later beter leerden kennen als Kareem Abdul­Jabbar. Een nieuw decennium betekende ook een nieuw logo: in 1971 werd het ondertussen bekende silhouetlogo ingevoerd. De basis werd gevonden in het logo van de MLB. Het silhouet is afkomstig van een foto van Laker­ster Jerry West, hoewel de NBA dit nooit officieel heeft willen bevestigen.

Harde competitie

De 70’s begonnen met een verdere uitbreiding van de NBA. Er kwamen meteen drie teams bij: de Portland Trail Blazers, de Cleveland Cavaliers en de Buffalo Braves (nu LA Clippers). In 1974 zouden daar nog de New Orleans Jazz (nu Utah Jazz) bijkomen, waardoor er achttien teams waren. Na de fusie met de ABA in 1976 traden nog vier

teams toe: San Antonio Spurs, Denver Nuggets, Indiana Pacers en New York Nets (nu: Brooklyn Nets).

Het expansieverhaal heeft twee kanten.

Enerzijds was het positief dat meer en meer steden (en fans) wilden investeren in een eigen basketbalteam. De NBA, nog steeds gezien als een ‘zwarte league’, leek steeds populairder te worden onder de Amerikanen. Aan de andere kant zorgde de uitbreiding voor een serieuze kloof tussen de sterke en de zwakke teams. Dezelfde formaties staken elk jaar met kop en schouders boven de rest uit. Daaraan zat dan ook weer een leuke kant. De rivaliteit tussen bijvoorbeeld de New York Knickerbockers en de Boston Celtics was enorm. In het Westen vochten de Milwaukee Bucks en de LA Lakers een titanenstrijd uit. En daartussen had je sterke teams als de Chicago Bulls, Baltimore Bullets (nu: Washington Wizards) en Golden State Warriors. Dat de Philadelphia 76ers in 1972/1973 amper negen wedstrijden konden winnen, was dan ook geen verrassing.


Het gekste moment uit de

Iceman vs Skywalker

chaotische tijd vlak na de NBA­ABA­ fusie vond plaats op de laatste speeldag van het seizoen 1977/1978. De topscorerstitel was nog steeds niet uitgedeeld. Twee mannen stonden op een haarbreedte van elkaar: David ‘Skywalker’ Thompson van Denver en George ‘Iceman’ Gervin van San Antonio. Thompson speelde die dag als eerste en legde liefst 73 punten in het netje tegen de Detroit Pistons. Hij scoorde 32 punten in het eerste kwart, een record. “Ik voelde me als Superman op steroïden. Er was geen enkel schot waarbij ik niet dacht dat het zou vallen op het moment dat het vertrok.” De Nuggets verloren wel met 139­137.

Gervin moest dus aan de bak.

Hij voelde echter geen druk en klokte al bij de rust af op 53 punten, waarvan 33 in het tweede kwart. Daarmee verbrak hij het record van Thompson van een paar uur eerder. Gervin eindigde met 63 punten maar ook hij verloor, met 152­132 tegen de New Orleans Jazz. Hij won wel de strijd met een verschil van amper 0,07 punten: 27,22 tegenover 27,15.


De rivaal

Ondanks de expansie was het moeilijk om een NBA­team op poten te zetten. Dit leidde al in 1967 tot de oprichting van de American Basketball Association (ABA). Jarenlang zou een hevige strijd woeden tussen beide competities. De NBA had meer namen en was een kwalitatief betere competitie, maar de ABA liet spelers toe zonder college­ervaring, introduceerde bijkomende statistieken én een driepuntlijn.

Al in 1970 had een samensmelting

soelaas kunnen bieden, maar de spelersvakbond van de NBA was niet gelukkig met de clausule die spelers aan één team bond en serieuze limieten oplegde voor het tekenen van vrije spelers. Het duurde tot 1976 alvorens een compromis gevonden werd. De eerste vorm van ‘free agency’ bestond uit het recht voor teams om elk aanbod voor één van hun free agents te evenaren. Uiteindelijk bleek de ABA op een aantal vlakken een zegen voor de NBA. Het zette de bestuurders van de NBA aan om de kwaliteit van hun competitie op te trekken. Dat uitte zich niet meteen op het parket, maar de basis voor de boom in de jaren ‘80 werd wel gelegd. Bovendien bleken een aantal creatieve recepten uit de ABA (onder andere de driepuntlijn en de Slam Dunk Contest) uitstekend te werken.

Pure chaos

De fusie mocht dan een feit zijn, de eerste jaren waren niet om over naar huis te schrijven. De NBA had al een deel van zijn standvastigheid uit de 60’s verloren, maar in het tweede deel van de 70’s was alle orde zoek. Eigenlijk waren er te weinig teams voor de hoeveelheid aan talent, met een hoop ego tripping tot gevolg. Bovendien ontstond er een ‘clash der stijlen’ tussen het straatbasketbal van de ABA en het arenabasketbal van de NBA.


Het komt niet vaak voor dat de beste

spelers in een competitie op verschillen­ de posities spelen. In de jaren ’70 was dat het geval in de NBA. De volgende vijf hadden een topteam kunnen vormen.

Elvin Hayes

De power forward van de Houston Rockets en Washington Bullets is een vaak vergeten legende. De ‘Big E’ was een natuurtalent dat vooral op fysiek vlak nauwelijks te evenaren was. Hayes was een topper aan beide kanten van het veld. Hij scoorde als de beste, onder meer met zijn typische ‘turnaround jumper’, reboundde uitstekend en was een ondergewaardeerde verdediger. Hij leidde de NBA in punten als rookie en zette een NBA Finals record met elf offensieve rebounds in 1979. Hayes bereikte drie keer de Finals met de Bullets aan de zijde van Wes Unseld. In 1978 wonnen zij hun enige titel tegen de Seattle Supersonics.

John Havlicek

De Boston Celtics vielen na het pensioen van Bill Russell niet in een zwart gat. De grootste reden daar­ voor was John Havlicek. ‘Hondo’ was al sinds 1962 bij het team en nam op zijn dertigste de leidersrol op zich. De wing was misschien wel de voorloper van LeBron James. Hij was een complete speler. Havlicek maakte vooral het verschil met zijn gigantische basketbalintelligentie. Offensief vond hij altijd de beste optie en verdedigend kon hij een gesel zijn voor elke tegen­ stander. Hondo leidde de Celtics naar twee titels in de jaren ‘70, waarbij hij in 1974 werd verkozen tot Finals MVP.

Julius Erving

Als er één speler is die de overgang van de ABA naar de NBA prima doorstaan heeft, dan is het Julius Erving. ‘Dr. J’ was het symbool van de eerste generatie zwarte spelers die de NBA veroverde. Erving voegde persoonlijke stijl en een bepaald


Geen enkel team dat voor het

samengaan top was, was dat ook erna. De NBA kende plots een andere realiteit. Die snelle omschakeling was aanvankelijk funest voor de kwaliteit van de competitie. Bovendien werden drugs (voornamelijk cocaïne) een steeds groter probleem. Niemand wist echt wat de negatieve gevolgen van het witte goedje waren, maar een aantal sterren, zoals David Thompson, gingen eraan kapot. Daarnaast werd er meer gevochten dan ooit. Tijdens een wedstrijd tussen de LA Lakers en de Houston Rockets gaf Ker­ mit Washington ‘The Punch’ aan Rudy Tomjanovich. Resultaat: twee weken intensive care, een gebroken kaak, gebro­ ken neus en schade aan de schedel. Een ander ‘legendarisch’ moment gebeurde op opening night van het seizoen 1977/1978. De eerste draftkeuze Keith Benson gaf een elleboog aan Kareem, die uit wraak Benson van achter aanviel en diens kaak brak. Kareem werd niet geschorst, maar stond wel twee maanden aan de kant met een gebroken hand.

Aan het einde van de

jaren ‘70 was de NBA dus op sterven na dood. Fans kwamen niet meer naar de wedstrijden kijken, de kijkcijfers werden elk jaar slechter en persoonlijke problemen (ego’s, drugs, geld, noem maar op) staken steeds meer de kop op. De jaren ‘80 kwamen gelukkig net op tijd om de NBA nieuw leven in te blazen. •


showgehalte toe aan een eerder statische en voorgekauwde sport. Raciale spanningen waren in de jaren ‘70 nog steeds sterk aanwezig en vele zwarten trokken zich op aan de kunsten van ‘The Doctor’. Erving won twee titels in de ABA en één in de NBA (1983). Hij veroverde ook één keer de MVP Award in de NBA (1981).

Kareem Abdul­Jabbar

Na het pensioen van Bill Russell stond ene Lew Alcindor klaar om diens rol in te vullen als topspeler in de NBA. Alcindor zou in 1972 zijn naam veranderen in Kareem Abdul­ Jabbar. Hij had toen net zijn eerste titel op zak als speler van de Milwaukee Bucks. Daar zou hij er in de jaren ‘80 nog vijf aan toevoegen. Kareem was dé speler van de jaren ’70 ­ hij was een offensieve machine, een toprebounder, een onderschatte shotblocker en een briljant passer voor een center. ‘Cap’ veroverde liefst vijf MVP Awards in de 70’s, het bewijs van zijn dominantie.

Walt Frazier

Point guards waren in de jaren ‘70 nog niet zo dominant als vandaag. De point guard van de Knicker­ bockers streed echter zonder problemen mee met de besten. Walt Frazier had namelijk alles. Hij bezat speloverzicht, was een erg goede passer, kon agressief scoren, schoot een dodelijke jumper en was wellicht de beste verdedigende PG ooit (sorry Gary Payton). Nostalgici herinneren zich de miraculeuze intrede van Willis Reed tijdens Game 7 van de 1970 Finals. Maar het was ‘Clyde’ die New York de titel schonk met 36 punten, negentien assists en vijf steals.


Jerry Jones

Ik weet niet hoe het met u zit, maar wat

ben ik dankbaar voor Jerry Jones. U weet wel, de schatrijke, megalomane eigenaar van de Dallas Cowboys. De man die het onmogelijke flikte door in zijn eerste zes jaren als baas drie Super Bowls te winnen, om in de achttien jaren daarna zo veel catastrofale blunders te maken dat iedereen dat allang weer vergeten is. Jerry Jones is niet voor niets de laatste in zijn soort: een eigenaar die tegelijkertijd GM is. Hij bakt er namelijk helemaal niks van. Niet dat we het vergeten waren, maar Jerry herinnerde ons een kleine maand geleden nog maar eens aan zijn totaalincompetentie. In de draft waren de Dallas Cowboys eigenaren van de achttiende keuze en naarstig op zoek naar welk superieur defensief talent dan ook. Maar toen het de beurt van de Cowboys was, besloot Jerry in zijn eindeloze wijsheid om terug te traden met de San Francisco 49ers, in ruil voor de 31ste en 74ste keuze. Met die 31ste pick selecteerde Jones vervolgens doodleuk Travis Frederick, een center met een hoge tweederondegraad, volgens scouts die een roze bril droegen.

We lachten hartelijk om zoveel

stupiditeit in Dallas en doken de zomerstop in. Totdat bloggers vorige week het draft board van de Cowboys achterhaalden uit video’s van Jones in diens war room. Oh Jerry! Wat bleek? De Cowboys hadden Sharrif Floyd (DT) als vijfde op hun draft board staan. Dezelfde Floyd ging uiteindelijk pas als 23ste naar de Vikings. Jerry Jones kiest liever niet voor de gouden combinatie ‘best player available + need’. Deze strategie leverde zijn Cowboys sinds 1996 welgeteld één playoffzege op. •

Paul Klomp.


Zelfreligie

Ik houd niet zo van sporters zonder passie. Eigenlijk in het algemeen niet zo van

mensen zonder gedrevenheid. De drift hebben om iets na te streven waar je echt geloof in hebt, dat is wat ik waardeer. Over de manier waarop een mens dat zou moeten doen kun je discussiëren, maar dat is een tweede. Iets bereiken begint met hartstocht.

De coach van de Miami Heat zei onlangs dat hij een kleedkamer heeft vol met ‘Alphamannen’. Er zijn vele definities van dit soort, maar laten we er even een paar kenmerken uitpakken. Alphamannen komen over als personen met veel zelfvertrouwen, worden meestal gevolgd door anderen en zijn vaak de centrale persoon in een situatie. Of denken dat in ieder geval zelf te zijn. Allemaal willen ze graag op de voorgrond staan of doen dat automatisch vanwege hun natuurlijke persoonlijkheid. Bij de Heat was coach Erik Spoelstra er blij mee, want zijn dominante groep had zich in een lastige wedstrijd ontwikkeld tot een ploeg vol ´Alphawinnaars´.

Bij de zojuist beschreven personen, die ik persoonlijk vaak behoorlijk irritant vind, komt het mooiste naar boven als ze dreigen te verliezen. Daar kunnen de Alpha´s slecht tegen. Dat maakt ze mooie (maar meestal ook slechte) verliezers en gedreven (en vaak ook vervelende) winnaars.

Jezelf volstrekt verliezen in een sportgeloof is een ander bewonderenswaardig

fenomeen. Onlangs werd er een documentaire gemaakt over werpers in de Major League die de knuckleball als handelsmerk hebben. Een worp waarbij de vingers op een dusdanige manier tegen de bal worden gezet, waardoor het object tijdens de vlucht richting de slagman onvoorspelbare wendingen aanneemt in een vaak niet al te hoog tempo. De meest onvoorspelbare pitch die er bestaat. Veel knuckleball pitchers zijn er niet geweest in de geschiedenis van de Major League, maar één ding hebben ze wel allemaal gemeen: zij geloven in waar ze voor staan. In een worp die door de honkbalgeschiedenis heen zo vaak ter discussie heeft gestaan. Momenteel draagt R.A. Dickey (Toronto Blue Jays) de verantwoordelijkheid om zijn beroepsgroep in leven te houden.

De documentaire laat onder meer zien welke zware weg Dickey heeft moeten afleggen om zijn religie aan de wereld te tonen. Jaar na jaar reisde hij van club naar club met zijn vrouw en zijn jonge kinderen, vaak tegen een laag salaris en altijd in onzekerheid. Het gezin leefde in verhuisdozen. Zijn knuckleball liet hem vaak in de steek, maar zijn passie niet. In 2011, op 36­jarige leeftijd, viel ineens alles op de juiste plek. Letterlijk en figuurlijk. De zwabberbal landde keer op keer in de handschoen van de catcher en Dickey werd een held bij de New York Mets. Zijn beloning was een miljoenencontract.

Het is in een notendop de ontroerende levensloop van R.A. Dickey, die de miljoenen

dollars natuurlijk met een glimlach zag binnenstromen. Maar één ding is voor hem echt belangrijk. Zijn vastberadenheid en geloof in eigen kunnen, hoe vaak ook op de proef gesteld, leidde tot succes. Dat is veel belangrijker dan een bankrekening met veel nullen. •




Je zult misschien lachen over de

stijl als die waar kwalificatie ‘groot en boos’ voor een ijshockeyploeg. In de ogen van velen zijn de New Jersey alle ijshockeyteams groot en boos en is Devils groot en boos zijn precies dat waar de vorig sport om draait. In Boston hebben ze echter een ijshockeyploeg verzameld die jaar verliezend finalist mee werden. dat ideaal avond in, avond uit, tot de De Devils verloren van de Los Angeles laatste man verdedigt. Kings, die ook nu weer van de partij zijn. De Kings spelen eigenlijk een nog Bruins­aanvoerder Zdeno Chára is met zijn 2 meter 6 en 116 kilo schoon aan de defensievere stijl dan de Bruins. haak de personificatie van de muur van Datzelfde afwachten en diezelfde fysieke confrontatie, maar boven alles het geweld die tegenstanders te wachten staat. Hij voert echter een ploeg aan die vertrouwen dat wondergoalie Jonathan niet alleen maar kan beuken, maar juist Quick puck na puck uit het doel houdt. Sporadisch gebruiken ze een counter en ook de andere elementen van de sport vaak hebben ze enig geluk om de uitstekend beheerst. Fysiek spel houdt wedstrijd naar zich toe te trekken. de tegenstanders weg bij de puck en dankzij snelle omzettingen profiteren de e tegenstander van de Kings zijn de Bruins daar optimaal van. Chicago Blackhawks, die misschien wel het meest complete spel spelen van de e ploeg wordt in die stijl al jaren geholpen door uitstekende goalies. Eerst overgebleven ploegen. Het is een was het Tim Thomas, die het doel onder dynamisch offensief systeem met sterren als Patrick Kane en Marián Hossa, die de meer verdedigde tijdens de jacht op de Cup in 2011, maar na vreemde politieke puck controleren. De Blackhawks kunnen daarbij vertrouwen op verdediger uitspraken van de radar verdween. Tegenwoordig is het Tuukka Rask die in Duncan Keith en zijn collega’s, die worden gesteund door goalie Corey het net staat. Ook niet bepaald een toonbeeld van zen, maar als doelman net Crawford. Het is lastig scoren tegen deze Blackhawks en nog lastiger om ze op den zo betrouwbaar als zijn voorganger, duur van het scoren af te houden. zeker in de belangrijkste duels.

D

De vier

De overgebleven teams in de 2013 Stanley Cup Playoffs spelen allemaal een eigen stijl.

De Boston Bruins spelen zeer fysiek, en combineren dat met afwisselend counte­ ren en afwachten. Ze laten de tegenstan­ der energie verspillen en vertrouwen daarbij vooral op lijf en leden en af en toe op hun goalie. Het is een vergelijkbare

D

Teams van het scoren weerhouden is het grootste probleem van de Pittsburgh Penguins, die veruit de beste aanval van deze teams hebben, maar geregeld de doelpunten ook links en rechts om de oren krijgen. Dat kwam onder meer door geschutter van Marc­André Fleury, die inmiddels door zijn backup Tomáš Vokoun vervangen is. Haal je de angel uit de aanval van de Penguins, dan mist de defensie vaak de diepte om de wedstrijd alsnog uit het vuur te slepen.


Eerste klap

zijn tweede van de avond maakte en Nathan Horton – die haast Het game plan van de Boston Bruins amateuristisch uit het zicht van de kwam in Game 1 van de serie meteen verdediging was weggeglipt – ook de 3­0 duidelijk naar voren. De ploeg zocht de op het bord zette. Een opsteker voor de confrontatie met de fysiek sterkste Bruins en een uitstekend voorbeeld van spelers van de Pittsburgh Penguins, die hoe de ploeg offensief sterkere daardoor uit hun spel werden gehaald en tegenstanders kan verslaan. de ruimte lieten om minder intimiderende tegenstanders ook stevig aan te pakken. ls de Bruins de finale zouden halen Dat leverde vooral tussen de beide ten koste van de Penguins, dan zal hun captains, Chára en Sidney Crosby, een voorkeur uitgaan naar een serie tegen de paar stevige woordenwisselingen op. Los Angeles Kings. De Kings spelen namelijk de meest gelijkende stijl en de e uitvoering van het plan van coach Bruins hebben tegen de New York Claude Julien was meer dan uitstekend. Rangers, die deze stijl ook hanteerden, al In de eerste periode hielden de laten zien dat niemand het beter Bruins moeizaam stand, beheerst dan zij. maar een ietwat gelukkige goal zette hen op Mirakel voorsprong. Tuukka Rask en de paal deden Toch mag de huidige run van de vervolgens de rest. Bruins een klein wonder heten. Vanaf dat moment Het is veelvuldig besproken, draaiden de maar in Game 7 in Boston Bruins beter en van de eerste ronde tegen leek het de Toronto Maple Leafs afwachten stonden de Bruins liefst voorbij. In de drie goals achter met tweede minder dan een kwar­ periode ging tier te spelen. De boel de wedstrijd kwam op miraculeuze meer gelijk wijze op zijn pootjes te­ op. recht. Als de Bruins daad­ werkelijk de titel pakken, dan Pas in de derde sluiten ze een seizoen af periode kon het waarover tot in het einde der duel voor de tijden gesproken zal worden. Bostonians op slot, Ze voorkwamen een haast toen David Krejci onoverkomelijke achterstand en ontsnapten met het zilverwerk. Hollywood heeft over minder films gemaakt.

A

D


Zo ver is het echter nog niet. De Bruins zullen eerst het succes uit de serie tegen de Rangers en het openingsduel een vervolg moeten geven. Dat lijkt voor deze ploeg geen probleem. Ze staan stevig in hun schaatsen en iedere lijn kent wel een speler waar iedereen méé, maar niemand tegen wil spelen. Brad Marchand, David Krejci, Gregory Campbell. Het zijn ervaren jongens, die het klappen van de zweep en de klappen van de boarding uitstekend kennen.

Niet alleen de ervaren rotten spelen

echter een cruciale rol in deze ploeg. Blessures voor verdedigers Dennis Seidenberg, Wade Redden en Andrew Ference betekenden dat de Bruins moesten vertrouwen op rookies als Dougie Hamilton (die al het hele seizoen positief opvalt), Torey Krug en Matt Bartkowski. De jonge knapen stelden niet teleur. Krug verbrak zelfs een zeer bijzonder record in de serie tegen de Rangers. Hij werd de eerste rookieverdediger die vier keer scoorde in zijn eerste vijf playoffduels. De voormalige NCAA­ster maakte bij de Michigan State Spartans al furore met zijn veelzijdigheid en bevestigde die reputatie bij de Bruins. De enorme stap van collegehockey naar de NHL playoffs zette hij moeiteloos.

Het feit dat rookies als Hamilton en Krug kunnen slagen is nog een bewijs voor de hechtheid van deze ploeg. De Bruins knappen voor elkaar het vuile werk op en zijn dit seizoen een geoliede machine, waarin individuele spelers tegen elkaar kunnen worden uitgeruild, zonder dat het collectief daaronder lijdt. Dat maakt de Boston Bruins van alle fysieke teams dit jaar in ieder geval de beste. •


Dollartekens

Ongeacht wie de Stanley Cup wint, wat

zullen ze op de burelen van de NHL verguld zijn met het verloop van de playoffs. De vier overgebleven teams zijn geogra­ fisch alleraardigst verdeeld, het zijn stuk voor stuk grote sportmarkten en posterboy Sidney Crosby doet ook nog gewoon mee. Kassa! Niet dat ze dit jaar over de centen mogen klagen. De lockout leek iedereen even een aardige zakcent te gaan kosten, maar de geschatte omzet van dit verkorte NHL­seizoen lijkt toch nog uit te komen op zo’n 2,4 miljard dollar. Vorig jaar leverde een heel seizoen nog 3,1 miljard op, dus wat nou financiële crisis? Oké, de dollars moesten eerlijker verdeeld worden. Wat minder voor de spelers, wat meer voor arme clubs en nog steeds heel veel voor de rijke clubs. Mocht u nog naïeve bedenkingen hebben bij de dollartekens in de ogen van alle betrokkenen, bedenk dan dat die prachtige en unieke Winter Classic op Nieuwjaarsdag komend jaar wordt uitgebreid tot zes (!) openluchtwedstrijden op uiteenlopende data gedurende het seizoen.

Op de planning staat ook een duel in

Dodger Stadium. De Dodgers, hoor ik u denken, die komen toch uit Los Angeles? Ja, dat klopt, en daar was het op de geplande datum voor komend seizoen dit jaar een graad of twintig. What could possibly go wrong, eh?

Maar ach, als ik zo gegokt en gewonnen had als de NHL met deze lockout, dan zou ik het er ook op wagen. Nu nog de Islanders versneld naar Brooklyn en het masterplan van Gary Bettman is geslaagd. Ik ben nog onder de indruk ook. •

Jules Zane.



NAAM: Clayton Edward Kershaw GEBOREN: 19 maart 1988 (Dallas, Texas) GOOIT: Links SLAAT: Links BURGERLIJKE STAAT: Getrouwd POSITIE: Startend werper BIJNAAM: The Claw TEAM: Los Angeles Dodgers HIGH SCHOOL: Highland Park High DRAFT: Zevende keuze in 2006, gedraft door de Dodgers DRAFT CLASS: 1. Luke Hochevar, 3. Evan Longoria, 5. Brandon Morrow, 10. Tim Lincecum, 11. Max Scherzer, 41. Joba Chamberlain, 42. Chris Perez CONTRACT: Tweejarig contract ter waar­ de van $19 miljoen loopt na dit seizoen af. TOTAAL VERDIEND: $19,8 miljoen ENDORSEMENTS: Kershaw’s Challenge (voor kinderen in Zambia). Kershaw won hiermee de Roberto Clemente Award. PRIJZEN: Pitching Triple Crown en NL Cy Young Award (2011), 2x All­Star (2011 en 2012), Gold Glove Award (2011), 2x MLB ERA Champion (2011 en 2012). CAREER STATS: 66­40, 2.71 binnenge­ slagen puntengemiddelde, 1056 keer drie slag in 1031 innings, 1.12 WHIP en 27.9 WAR. STERKE PUNTEN: Simpel: Kershaw is schier onverslaanbaar. Hij is waarschijnlijk de beste pitcher in de MLB op het moment. Met zijn aparte techniek, afgekeken van zijn idool Roger Clemens, zorgt hij voor de nodige deceptie en die combineert hij met een harde fastball, een scherpe curveball, een slider en een changeup. ZWAKKE PUNTEN: We hebben Kershaw nog niet zo heel lang op het hoogste niveau gezien, maar op zwakke punten kunnen we hem niet betrappen. Sterker nog: van alle pitchers in de geschiedenis van de sport die minimaal 1000 innings gooiden, is hij degene met het laagste binnengeslagen puntengemiddelde van allemaal. HALL OF FAME: Als de southpaw

dit tempo vast weet te houden, is hij een first ballot Hall of Famer. OVER HEMZELF: • “Ik heb eigenlijk altijd maar één doel en dat is niet het winnen van prijzen, maar het winnen van mijn wedstrijden. Ik pakte in 2011 21 overwinningen, maar ook vijf nederlagen in 33 starts. Ik zal pas echt tevreden zijn als ik 33­0 ga." ­ Vlak nadat hij in 2011 zijn eerste Cy Young Award won. OVER HEM: • ”De curveball van Clayton Kershaw is misschien wel de beste pitch in de MLB. Tegenstanders slaan slechts .129 op de pitch en misschien nog wel imposanter: van de 2000 curveballen die Kershaw gooide, vloog er pas één over de hekken. Eén!" – Jeff Sullivan (Fangraphs. com) over de beste pitch van Kershaw. • “Ohhh, what a curveball! Holy mackerel! He just broke off Public Enemy No. 1. Look at this thing!” – Legendarische commentator Vin Scully over de eerste curveball van Kershaw die we ooit op televisie zagen in Spring Training 2008. SPORTAMERIKA OVER KERSHAW: Uit het voorgaande mag wel blijken dat we het over een absolute ace hebben. Zeer waarschijnlijk de beste werper van het moment en hard op weg om één van de beste werpers aller tijden te worden. Natuurlijk zal hij elk seizoen tegenstand krijgen van andere goede, jonge werpers, zoals dit jaar bijvoorbeeld Patrick Corbin, Stephen Strasburg en Matt Harvey, maar de kans is groot dat Kershaw in de komende seizoenen nog wel één of meer Cy Young Awards binnen kan slepen. Laten we hopen dat hij dit niveau langer vast kan houden dan zijn voorganger in de NL West: Tim Lincecum. EINDCIJFER:

9,5




De dag dat ik halsoverkop naar Panama

de beste spelers met een Nederlands paspoort. In Sydney deden profs als vloog, staat in mijn geheugen gegrift. Rikkert Faneyte, Eenhoorn en de latere Eigenlijk kan ik iedere minuut van die bondscoach Meulens mee. Cuba liep door trip nog terughalen. Hoe ik mijn koffer inpakte in Washington DC. De taxichauf­ Meulens’ toedoen ­ hij sloeg de winnende feur die vreemd opkeek dat ik al zo vroeg punten binnen ­ de eerste Olympische nederlaag op. Het was de eerste stap in vloog, de geuren in Panama City: alles een ommekeer die ruim een decennium moest snel en veel in het zich snel ont­ in beslag zou nemen. In 2004 pakte het wikkelende land was nieuw voor mij. Natuurlijk was die wereldtitel het absolu­ Nederlands team voor de eerste keer de te hoogtepunt van de reis. Ik kon er een boek over schrijven en nu, maart 2013, lig ik onderuitgezakt op mijn bankstel naar weer een hoogtepunt te kijken. Nederland komt stap voor stap verder op de World Baseball Classic. Zou het nog een keer gebeuren? Kan iets wat onmoge­ lijk lijkt (waar hoorden we dat eerder?) toch? Vanuit horizontale positie zie ik

zege tijdens de Haarlemse Honkbalweek. Cuba werd tweede. Langzaamaan haalde Nederland Cuba bij. In 2011 verloren de Cubanen de WK­finale van Nederland. Op 7 maart 2013 wint Nederland met 6­2. Vier dagen later treffen beide landen elkaar weer. De winnaar van die wedstrijd gaat naar de hoe Nederland de eerste kans op een plek halve finale. Zou het nog een keer in de halve finale glansrijk verknalt door kunnen? Het is eigenlijk dezelfde vraag met 16­4 van Japan te verliezen. Wat een als eind 2011 in Panama. Ook toen, voor de WK­finale, had Nederland slechts vreselijke anticlimax. Dan volgt de herkansing tegen Cuba. Ik durf eigenlijk enkele dagen eerder van Cuba gewonnen. niet goed te kijken. Tussen het typen van Nu, voor aanvang van de tweede andere artikelen door, luister ik af en toe onderlinge wedstrijd in Japan, zijn de recente onderlinge resultaten zelfs nog naar Andy Houtkamps commentaar. beter. De laatste vier wedstrijden tussen de beide teams werden immers door arenlang kregen Nederlanders angst­ Nederland gewonnen. Maar een dag visioenen als ze tegen Cuba moesten eerder werd Nederland met 16­4 aantreden. Op de Haarlemse Honkbal­ week werd steevast een ruime nederlaag vernederd door Japan. Kan dat eigenlijk wel: binnen een dag scherp zijn na zo’n ingecalculeerd. Dat veranderde lang­ zware nederlaag? Zit die nog in de zaamaan. Voor de Spelen van Sydney hoofden van de spelers? werd een cultuurverandering doorge­ voerd: van amateur naar prof. Voor 2000 et wordt een historische wedstrijd vol bestond het Nederlands team slechts uit bizarre momenten. Andrelton Simmons spelers uit de hoofdklasse, vanaf 2000 uit lijkt in de derde inning gemakkelijk uit te

J

H




gaan op het eerste honk door een aangooi van de Cubaanse derde honkman, maar wurmt zich op het laatste moment als een slangenmens onder de handschoen van de eerste honkman door. De actie sorteert effect. Later die inning kan Simmons voor de 2­0 voorsprong zorgen. Nog bizarder is

de actie van de Cubaanse catcher Frank Morejon. In de vierde inning gooit hij hard richting het derde honk om te voorkomen dat Oduber dat honk steelt. Hij mist doel. De bal zeilt naar het linksveld. Oduber kan scoren: 6­4 voor Nederland. Ondertussen valt de ene na de andere speler geblesseerd uit. Roger Bernadina begint niet eens aan de wedstrijd. Hij heeft een zere hand nadat er een dag eerder een bal op werd gegooid. Tot overmaat van ramp gaat collega­ outfielder Wladimir Balentien al in het begin van de wedstrijd met een blessure naar de kant. Yurendell de Caster neemt zijn plek over. In de vijfde inning moet ook invaller De Caster eruit. Hij raakt bij een sprint naar het eerste honk geblesseerd en gaat op een brancard het veld af. Neder­ land raakt snel door zijn reserves heen en moet een noodgreep toepassen. Binnen­ velder Hainley Statia wordt rechtsvelder. Normaal gesproken speelt hij nooit op die plek.

De Cubanen dringen ondertussen aan.

Coach Mesa wisselt drie keer en twee van zijn drie wissels blijken gouden wissels: zowel invaller Alexei Bell als Luis Rivera scoren in de vijfde inning. Cuba komt in de achtste inning op voorsprong. In de gelijk­

Tragedie

WK, Olympische Spelen,

WBC: De Cubaanse werper Yadier Pedroso heeft het allemaal al meegemaakt als hij op 8 maart op de heuvel komt tegen Oranje. Zijn optreden tegen Nederland zou je normaal gesproken snel vergeten. Het is de zesde inning. De Cubaanse werper Freddy Alvarez gooit niet goed en wordt gewisseld. Yadier Pedroso heeft warm gegooid en komt het veld in. Dat is met twee man op de honken geen dankbare taak. De tweede bal die hij gooit, wordt door Schoop over het hek geslagen. Sams en Sim­ mons scoren. In de volgende

slagbeurt doet Pedroso het beter. Hij zorgt ervoor dat Bernadina uitgaat na een lange klap naar rechtsvelder Alexei Bell. Het is Pedroso’s laatste worp ooit. De 26­ jarige werper komt ruim een week na zijn laatste optreden om het leven bij een auto­ ongeluk op Cuba.


makende slagbeurt slaat Simmons met een homerun de gelijkmaker. De wedstrijd smeekt om een dramatische ontknoping. In de negende inning stromen de honken vol voor Oranje. Cuba wisselt weer eens van werper. Kalian Sams staat klaar om het slagperk te betreden. Diosdany Castillo moet Sams tegenhouden. Robert Eenhoorn

met moeite kan tegenhouden. Weer een poging. Sams blaast spanning weg en slaat een foutslag net achter het eerste honk. Buiten bereik van de Cubanen verdwijnt de bal in het net. In de dug­ out schreeuwt Meulens een laatste aanwijzing naar Sams. Die neemt de knuppel van zijn schouder en zwaait er zacht mee heen en weer. Castillo gooit. Een seconde later springt Sams op. De door hem geslagen bal lijkt een uur in de lucht te hangen. Spelers springen over de rand van de dug­out. De Cubaanse midvelder vangt de bal, maar ziet in dat hij niet in staat is om die op tijd terug te gooien naar de thuisplaat. Andruw Jones scoort het winnende punt. Spelers springen boven op hem en Kalian Sams.

“Absolutely incredible. The Dutch

have done it”, kraait de Amerikaanse Andy Houtkamp na de winnende klap van Sams. Wat hij zojuist heeft gezien is

neemt de Hagenaar apart en geeft instructies. ‘Center fielder, number 12, Keelian Sems’, zegt de stadionspeaker. Sams loopt het slagperk in en draait met zijn voeten in het gravel, houdt zijn knuppel recht voor zich en gaat klaar staan. Zijn mond staat licht open. De eerste bal slaat hij fout. De tweede bal wordt door werper Castillo zover naast de thuisplaat gegooid – de bal raakt zelfs de grond – dat de Cubaanse catcher ‘m

ongelooflijk als je kijkt naar de tegen­ slagen die het team in deze wedstrijd overwint, maar wordt een stuk minder ongelooflijk als je naar de lange termijn kijkt. Na het wereldkampioenschap in 2011 staat Nederland nu, in een veel sterker bezet toernooi, weer tussen de allerbeste landen. Grootmachten als Zuid­Korea en Cuba zijn achtergelaten. De Nederlanders worden als helden vereerd. “You ain’t much if you ain’t



Hulp van een vriend

In november 2011 wordt Gregory

Halman doodgestoken door zijn psychotische broer Jason. Kalian Sams is kapot van de dood van zijn vriend en besluit hem voor altijd bij zich te dragen. Sams en Halman speelden samen bij de Seattle Mariners. Op Sams’ linkerbovenarm prijkt nu een tatoeage. Halmans handen wijzen op het plaatje naar de hemel. Links van Halman zijn vriend en ploeggenoot Joe Dunigan, rechts van hem het silhouet van Kalian Sams. Boven de jongens een scorebord en tribunes. De tatoeage toont het leven zoals het had moeten zijn. De vrienden Dunigan, Halman en Sams samen in actie voor de Seattle Mariners in de Major League. Rechts naast de tatoeage van de drie vrienden staat nog een tatoeage. Deze is groter en staat midden op de biceps. Het is een wereldbol in de vorm van een honkbal. Erboven de tekst ‘Our World’. Ernaast in rode letters de initialen ‘G.H.’ Sams: “Samen reisden we de hele wereld over. De honkbal en de wereldbol staan daar symbool voor. Greg had dezelfde tatoeage, maar dan met de tekst ‘My World’. Ik heb er ‘Our World’ van gemaakt, want we leefden hetzelfde leventje. Greg heeft veel voor mij betekend en mij veel geholpen. Ik wil hem op deze manier eren en onthouden.” Zijn overleden vriend is hem nog steeds tot steun. “Ik voel gewoon dat hij wel bij mij is. Elke keer als ik train, of het nu honkbal of fitness is, denk ik aan hem”, zegt Sams. In Tokio, tijdens de beslissende slagbeurt, heeft Sams het idee niet alleen te zijn. “Ik kreeg het gevoel alsof Greg tegen me zei: je kan het, Kalian. Deze bal wordt voor jou. Ik was even niet meer op de wereld. Ik deed mijn ogen dicht en weer open, toen kwam die bal.”

Dutch”, zegt de Amerikaanse tv­ commentator. Andrelton Simmons staat enkele dagen later levensgroot achterop de San Francisco Chronicle. Naast hem een foto van de Dominicaanse honkbalheld

Robinson Cano. De Nederlanders krijgen dezelfde eer die normaal voor de grootste Amerikaanse honkbalhelden is weggelegd. De internationals treden toe tot het pantheon van de honkbalsterren. Hollandse Honkbalhelden.

Hensley Meulens krijgt een flashback. Als speler van Nederland brengt hij op de Spelen van Sydney Cuba de allereerste nederlaag op een Olympisch honkbaltoernooi toe. Die zege staat lang te boek als de grootste sensatie van het Nederlandse honkbal. De sport heeft zich in Nederland dusdanig snel ontwikkeld dat het gat met Cuba is gedicht. Sterker nog: het is geen verrassing meer dat Nederland de ploeg van de irritante manager Victor Mesa uitschakelt. Dat het duel om groepswinst tegen Japan verloren gaat, deert eigenlijk niemand. Behalve misschien de penningmeester van de honkbalbond, die een paar ton aan extra premie misloopt. Mijn ticket naar San Francisco is dan al geboekt. Ik kan niet wachten tot het vliegtuig vertrekt. Zou het nog een keer kunnen? •




Historisch slecht?

We zitten ongeveer op een derde van

het seizoen en de Miami Marlins zijn al hard op weg naar hun vijftigste verliespartij. Ze staan momenteel zelfs al 18,5 wedstrijden achter op de Atlanta Braves, die bovenaan staan in de National League East.

Afgelopen winter werd door Marlins eigenaar Jeffrey Loria aangegrepen als mogelijkheid om zijn hele ploeg eens op de schop te gooien. Superster José Reyes en starters Josh Johnson en Mark Buehrle werden naar de Blue Jays verhandeld, nadat eerder grote namen als Hanley Ramírez en Heath Bell al naar andere teams gestuurd waren. De leegloop had als gevolg dat er buiten Giancarlo Stanton en Ricky Nolasco geen grote namen overbleven.

Nu Stanton al een tijdje op de blessure­

lijst staat, ziet het team van de Marlins er erg matig uit. Samen met de Houston Astros zullen zij gaan strijden om de rode lantaarn. Op dit moment staan de ‘Fish’ er het slechtste voor met een winstpercentage (of in dit geval meer een verliespercentage) van .255. Daarmee zouden zij na een seizoen van 162 wedstrijden op 41 zeges en maar liefst 121 nederlagen uitkomen ­ goed voor de zevende plek op de lijst van slechtste teams in de geschiedenis van de league. Dat is nog net even iets slechter dan de Detroit Tigers van 2003 (43­119) en in de laatste vijftig jaar waren alleen de New York Mets van 1962 slechter (40­120). Het seizoen duurt nog lang, maar de Marlins (en ook de Astros) zouden wel eens historisch slecht kunnen zijn. •

Seb Visser.

Momentum & clutch Te pas en te onpas worden bij Amerikaanse sporten de woorden 'momentum' en 'clutch' erbij gehaald. Volgens mij bestaan er in de sport geen legere woorden. Vraag een willekeurig persoon of hij de betekenis van het woord momentum of clutch wil beschrijven en je krijgt gegarandeerd termen als 'gevoel' en 'onverklaarbaar' om je oren geslingerd. Gebruik de woorden eens in een zin alsjeblieft? Ja, dat kan niet echt.

Als je momentum hebt, zit je in een flow. Heb je net drie wedstrijden achter elkaar gewonnen, dan heb je duidelijk momentum. En als je belangrijkste speler geblesseerd raakt kun je wel gedag zeggen tegen momentum. En LeBron James is zo niet clutch, behalve als hij er wel staat op een belangrijk moment en omgekeerd net zo. Zo rollen momentum en clutch.

De laatste jaren worden die woorden

echter steeds vaker en vaker gebruikt en ik word er ziek van. Volstrekt verklaarbare gebeurtenissen worden toegewezen aan het onverklaarbare. Een team wint niet omdat het gewoonweg beter is, nee, ze hadden momentum en waren clutch.

Dikwijls denk ik dat die termen de wereld in geholpen zijn door een medium. Ik verdenk Char.

­“Zeg Char, waarom zijn de Detroit Tigers toch zo goed dit jaar?” ­“Hmm.. ik voel een 'M' en een 'C'... M­m­ momentum? C­c­clutch?” ­“Miguel Cabrera zul je bedoelen!” •

Lennart Beishuizen.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.