Sport Amerika The Magazine Nummer 7

Page 1




HOOFDREDACTIE Neal Petersen EINDREDACTIE Geert Jan Darwinkel Kasper Dijk REDACTIE Lennart Beishuizen Bert Jan Brands Geert Jan Darwinkel Vincent Van Genechten Paul Klomp Ingmar Meijer Marco Post Joep Smeets Jurian Ubachs Richard van Welie Frank Wielaard Jules Zane Jan Willem Zeldenrust COLUMNISTEN Matthijs Meeuwsen Jeroen Elshoff FOTOGRAFIE Getty Images PRODUCTION, ART DIRECTION & DESIGN DarChicago Ltd. MET DANK AAN Issuu Digital Publishing Scribus Desktop Publishing FINAL TOUCH Verheul Communicatie SportAmerika The Magazine is een uitgave van Petersen Media. Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden gekopieerd zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. © Petersen Media 2012 ­ Alle rechten voorbehouden.

Vorige week dinsdagavond was ik te gast bij ‘Derksen & Genee on Tour’. De businessclub ‘ARC De Triomphe’ van voetbalclub ARC had mij gevraagd tafelgast te zijn. Naast mij was onder meer scheidsrechter én mede Alphenaar Kevin Blom te gast. Nadat de grappen en grollen al over tafel waren gegaan door onze tv­kanonnen, kwam het onderwerp uit op de houding van de voetballers in de Nederlandse eredivisie tegenover scheidsrechters.

Door de toegenomen belangen reageren de spelers wat extremer dan voorgaande jaren, zo was de conclusie. Dit gedrag werd uiteraard niet goedgekeurd. Nadat ik het punt had gemaakt dat er in Amerika spelers meerdere malen per week moeten schitteren voor een nog veel groter publiek, konden de mannen niet anders dan beamen dat het gedrag in Nederland echt doorgeslagen is.

Terwijl ik tijdens de discussie de NBA als voorbeeld nam,

besprak ik na afloop met Blom de omgang tussen spelers en scheidsrechters in de NFL. Nog meer fysiek contact tussen spelers, wellicht nog meer testosteron, maar… het respect voor scheidsrechters is nergens zo groot als in die sport.

Een voorbeeld met in het middelpunt Justin Smith (defensive linesman van de San Francisco 49ers), staat in mijn geheugen gegrift. In het duel tegen de Detroit Lions waagde hij het om de arm van een scheidsrechter te beroeren. Dat had­ie beter kunnen laten: ‘onnodig contact’ met een official leverde hem subiete verwijdering van het speelveld op.

Misschien houd ik daarom ook zo veel van de sporten in

Amerika. Ik vind het mooi als twee teams elkaar tot het uiterste dwingen, maar ondertussen wel respect houden voor elkaar en de leiding. In Nederland is het uniek wanneer er een positieve ontwikkeling in het nieuws komt. Daarentegen spreekt iedereen in de Verenigde Staten er schande van als het 'n keer fout gaat. Deze week kun je weer tachtig (!) pagina’s genieten van alles over de meest liefdevolle sporten ter wereld. ;­) Veel leesplezier,










Weekly RoundUp

Good old Derek Fisher keerde

met de Oklahoma City Thunder terug in Los Angeles, dat hem kortgeleden van de hand deed • Fisher kreeg een helden­ ontvangst van het publiek en scoorde daarna 7 punten in de 102­93 overwinning • Rajon Rondo noteerde op zondag 1 april tegen de Miami Heat zijn vijfde triple double van het seizoen: 16 punten, 14 assists en 11 rebounds. • Andrew Bynum nam op bezoek bij de Golden State Warriors met veel tijd op de schotklok een driepunter. Direct haalde coach Mike Brown hem van het parket. Bynum keek blijkbaar te veel naar Kevin Love en dacht: dat kan ik ook! • De NBA denkt erover om reclame toe te laten op de shirts. Krijgen we dan de Chicago Dunkin Donuts?

Kobe looft Sessions

Even wennen voor Ramon Sessions: in Milwaukee, Minnesota en Cleveland speelde hij ver van alle spotlights, maar als de nieuwe spelverdeler van de Los Angeles Lakers staat hij er middenin. “De fans van de teams waarvoor ik speelde kenden mij al, nu weten volgers over de hele wereld wie ik ben.”

De 25­jarige point

guard kwam vlak voor het sluiten van de transfermarkt voor een habbekrats over van de Cleveland Cavaliers. Sinds

Nick Van Exel beschikten de Lakers niet meer over een spelverdeler met de kwaliteit om de basket aan te vallen. Veteraan Derek Fisher en Steve Blake hadden defensief de nodige moeite en speelden aanvallend geen rol van betekenis (al hoefde dat ook niet in de periode onder coach Phil Jackson en zijn triangle offense).

kend presteert. “Ik sta open voor elke baan, maar New York is mijn thuis. Ik woon hier nog altijd, ik ken de ins en outs van de stad, de media en de fans.”

Mike Brown eist meer van een

point guard, en die rol is Sessions op het lijf geschreven. In zijn eerste zeven wedstrijden als Laker was hij gemiddeld goed voor 13.3 punten, 6.3 assists en 3.7 rebounds. Teamgenoot Kobe Bryant’s eerste woorden tegen Sessions logen er niet om: “Let’s win a ring!” Bryant: “Ramon kan scoren, de basket aanvallen en teamgenoten in het spel betrekken. He can flat out play.”

Ewing aast op Knicks­job

Hoewel de New York Knicks

nog volop in de strijd zijn om een plaats in de playoffs te bemachtigen, nemen de speculaties over een nieuwe hoofdcoach toe. De verwachting is dat interim Mike Woodson ondanks goede resultaten volgend jaar weer genoegen moet nemen met de rol van assistent­coach. In een gesprek met ESPN wist Knicks­ legende Patrick Ewing wel een geschikte opvolger voor Woodson: Patrick Ewing.

Ewing steekt zijn

open sollicitatie niet onder stoelen of banken, hoewel hij van mening is dat Woodson uitste­

Hij werkt al acht jaar als assistent­coach in de NBA, op dit moment bij de Orlando Magic. “Ik heb in de jaren op en naast het veld veel geleerd van goede coaches om mij heen. Alles wat ik nodig heb is een kans. Als ik die krijg, hoop ik dat ik succesvol ben.”

Altijd naar je mama luisteren

Het blijft een raar verhaal, de

relatie tussen Andray Blatche en de supporters van zijn Washington Wizards. De forward krijgt er in wedstrijden regelmatig van langs. Gelukkig voor Blatche hield zijn moeder hem een spiegel voor: “Ze zei: ‘De fans jouwen je uit, omdat ze aanvoelen dat je veel meer in je mars hebt dan dat je laat zien’,” aldus een openhartige Blatche in de Washington Post. “Ze heeft het gevoel dat ik er niet alles aan doe om een topspeler te zijn. Dat ik daarvoor harder moet werken. Niemand is hier schuldig aan, behalve ikzelf. Het deed best pijn om dit te horen, maar soms heb je iemand nodig die de waarheid zegt.” •




1

JACK NICHOLSON LOS ANGELES LAKERS

Er kan geen twijfel over bestaan: Jack Nicholson is de number 1 Celebrity Sports Fan in Amerika. Onze veel gelauwerde character actor heeft al dik drie decennia courtside tickets bij zijn LA Lakers, of 't nou in het Forum was of in het Staples Center. Natuurlijk houdt Jack van 'n gezonden portie trash talk op z'n tijd, maar bovenal is er wederzijds respect. Zijn ontelbare vriendschappen met spelers en coaches zijn daarvan het levende bewijs. "Jack en ik zijn al jaren vrienden", aldus voormalig Lakers­ coach Pat Riley, ,,en die vriendschap was meer gebaseerd op basketball dan op iets anders."

2

SPIKE LEE NEW YORK KNICKS

Wat Nicholson is in het westen, is Spike Lee aan de East coast. De indy regisseur is kind aan huis in Madison Square Garden en volgt zijn Knickerbockers, indien de tijd het toelaat natuurlijk, waar ze gaan. Lee staat bekend om zijn flagrante Knicks­ uitdossingen, zijn enorme passie, en trashtalk­capaciteiten. Legendarisch zijn z'n confrontaties met Reggie Miller en Gary Payton. En voor zover bekend eindigden die onbeslist.

3

ASHLEY JUDD KENTUCKY WILDCATS

Waar 't gaat om passie, kan Lee echter nog 'n puntje zuigen aan Ashley Judd. Staand in de 'student section' gaat deze actrice tekeer als geen ander. Okay, ze werd geboren in Californie, maar groeide op in Kentucky, al waar ze afstudeerde als Wildcat. ,,Ik weet dat ik bekend sta als de #1 Kentucky­fan, maar ik ben maar een gewone fan hoor", zegt ze zelf. ,,Ik ben gewoon een basketball­gek."

4

BEN AFFLECK BOSTON RED SOX

Ook Ben Affleck is een hele echte. Hij staat te boek als supporter van alle sportfranchises die Boston rijk is, maar als­ie zou moeten kiezen dan staan de Red Sox bovenaan. Affleck is er nog altijd ziek van dat men voor de hoofdrol in Fever Pitch niet voor hem koos, maar voor Jimmy Fallon. Extra plusje: de acteur slaagde er zelfs in om z'n vrouw om te toveren tot BoSox­fan. Kudos.

5

RUDY GIULIANI NEW YORK YANKEES

Politicus en sportfan, da's altijd een tricky combinatie. Rudy Giuliani, vormalige burgemeester van de Big Apple, is echter


boven iedere twijfel verheven. Dat is te zeggen... Vlak voor de 2007 playoffs, zonder de Yankees, verklaarde de presidents­ kandidaat voor aartsrivaal Red Sox te zullen 'rooten'. Die tijdelijke switch bekwam hem slecht: voor z'n zijsprong stond­ie nog ver bovenaan in de polls om het tegen Obama te gaan opnemen, en binnen een paar weken was hij kandidaat­af.

6

STEPHEN KING BOSTON RED SOX

Wie de werken van Stephen King kent, is ontelbare malen gestruikeld over Red Sox­ referenties. Het is overigens de vraag waar veelschrijver King de tijd vandaan haalt om zijn enorme hoeveelheid boeken te schrijven. Volgens de overlevering zit de beste man namelijk vaker dan wie ook in Fenway.

7

WILL SMITH PHILADELPHIA 76ERS

Ja, we weten allemaal dat de Fresh Prince of Bel­Air 'was born and raised in West Philadelphia...' De liefde voor de Eagles, Phillies en vooral de 76ers is er bij Will Smith dan ook met de paplepel ingegoten. Zes jaar geleden probeerde hij de Sixers nog te kopen, en goede kans dat een volgende poging meer succes heeft.

8

MATTHEW MCCONAUGHEY TEXAS LONGHORNS

Matthew McConaughey is sowieso een absolute sportgek, maar bovenaan zijn lijst staan de Texas Longhorns met stip. Als­ie niet hoeft te werken, is McConaughey dan ook op zeker te vinden in het Memorial Stadium ­ met of zonder shirt.

9

EDDIE VEDDER CHICAGO CUBS

De Chicago Cubs hebben vele wanna be's onder hun fans. John Cusack krijgt nog 't voordeel van de twijfel, maar de ware motieven van Jim Belushi en wijlen Bernie Mac worden (werden) ernstig in twijfel getrokken. Echte Cubbies zijn echter Bill Murray en Pearl Jam­voorman Eddie Vedder, opgegroeid in suburban Evanston. Vedder gooide al menig first pitch, zong talloze malen ­ al dan niet ladderzat ­ de seven inning stretch, en componeerde zelfs de hymne 'All the Way'. Een blijvertje.

10

KEVIN JAMES NEW YORK METS

De 'King of Queens' groeide op in Long Island, en steekt zijn voorliefde voor de


11

Knicks, Jets en Mets nimmer onder stoelen of banken. James ging zelfs wel erg ver door zijn dochter 'Shea' te noemen. Me dunkt.

ASHTON KUTCHER CHICAGO BEARS

Je kunt van Ashton Kutcher zeggen wat je wilt ­ maar trouw aan z'n favoriete sport teams is­ie. Als 'booster' van de Iowa Hawk­ eyes ging onze prankster zelfs zo ver dat­ie werd betrapt op illegaal 'recruten'. Kutcher is echter bovenal ook Bears­fan. Chapeau: vijf jaar geleden kreeg­ie de hele familie (Bruce Willis incluis) zo gek om de Monsters of the Midway, allen gehuld in Bears­gear, aan te moedigen in de Super Bowl. 't Beste van alles: niemand droeg 'n Urlacher­shirt!

12

JAY­Z NEW JERSEY NETS

Ben je een superfan als je (mede­)eigenaar wordt van je favoriete club, of gewoon vies rijk? Van onder anderen Jay­Z (Nets), George W. Bush (Texas Rangers) en Drew Carey (Seattle Sounders) weten we een ding zeker: ze hebben voldoende geld voor een exorbitante hobby. Dus.

13

ROB LOWE INDIANAPOLIS COLTS

Tja. Je kunt van Rob Lowe zeggen wat je wilt, maar hij had 't een paar maanden geleden toch maar mooi bij 't rechte eind hoe Indy (lees: Jim Irsay) over Peyton Manning dacht. Logisch ook, als je buddies bent met de eigenaar.

14

MIKE MYERS TORONTO MAPLE LEAFS

Ja, je bent Canadees of je bent 't niet. Professioneel grappenmaker Mike Myers had als jochie twee wensen: voor de Maple Leafs spelen in de Stanley Cup en toeren met een rock band. Geen van de twee wensen kwam uit, maar 't is voor Myers as good as it gets wanneer hij ­ als het maar even kan ­ in het Air Canada Center met z'n neus tegen het glas gedrukt zit. Oh, en vanwege zijn Canadese roots blijft hij collega hockey­fans Denis Leary (Bruins) en Tim Robbins (Rangers) net voor in deze lijst.

15

JESSICA ALBA

GOLDEN STATE WARRIORS

Wanneer je als celebrity sports fan kiest voor 'n marginale club, dan moet je wel uit het goede hout gesneden zijn en het suppor­ tershart op de goede plaats hebben. Kudos dus voor Jessica Alba (Golden State Warriors), Tom Hanks (Oak­ land A's en Raiders), Usher (Cleveland Cavaliers) en Nelly (Charlotte Bobcats!). En sterkte.



16

BARACK OBAMA CHICAGO WHITE SOX

Giuliani liet zien hoe 't niet moet, maar dat zal Barack Obama niet overkomen. De president heeft een zwak voor de Bears, Bulls en vooral de White Sox, en iedereen mag het weten. Tot gek wordens toe zal hij de kampioens­ ploegen die hun behaalde titel komen vieren op het Witte Huis daar dan ook even fijntjes aan herinneren. Obama fronste zelfs even de wenkbrauwen bij menigeen, toen hij een paar jaar geleden, bij het gooien van de First Pitch op Opening Day bij de Nationals, doodleuk zijn ouwe vertrouwde White Sox­pet ophield. Ja, je bent fan of je bent 't niet.

17

KID ROCK DETROIT RED WINGS

Jazeker, ze zijn er nog: fans die ondanks alles en tegen beter weten in hun hometown trouw blijven. Maar Detroit heeft zelfs twee echte diehards: Emimen (al is het bij hem meer in woord dan in gebaar) en Kid Rock, die met enige regelmaat in de verschillende stadions van Motor City te vinden is. Is toch moed voor nodig.

18

VINCE VAUGHN CHICAGO BLACKHAWKS

Er zijn er in Chicago die de liefde van Vince Vaughn voor zijn Blackhawks niet al te serieus nemen. Nou, neem me niet kwalijk, maar wie zijn ploeg ­ in Blackhawks­gear nog wel ­ tot in het hol van de leeuw (in Vancouver op bezoek bij de gehate Canucks) volgt, is een hele echte in my book.

19

MARK WAHLBERG BOSTON RED SOX

Maybe it's just me, maar elke keer als ik Mark Wahlberg in een (al dan niet sportgerelateerde) film zie opdraven, speelt die film zich af in Philadelphia. Laat er echter geen misverstand over bestaan: Marky Mark is een door de wol geverfde Boston­fan, of het nou de Celtics, Patriots of de Red Sox betreft. Net als z'n broertje Donnie, trouwens.

20

EVA LONGORIA SAN ANTONIO SPURS

Ja, ik hoor 't iedereen al weer roepen: 'Eva Longoria en Tony Parker zijn al lang uit elkaar!' Dat mag zo zijn, maar



21

d'r liefde voor de Spurs is niet begonnen bij onze dribbelende Fransoos. Eva was al Spurs­fan ver voor Parker, en die duurt ook na hem onverdroten voort.

WILL FERRELL USC TROJANS

Nee, Will Ferrell mag natuurlijk niet in deze lijst ontbreken. Wie sportfilms over kunstrijden op de schaats, basketball, Nascar en sportverslaggevers op z'n naam heeft staan, en bovendien als geen ander Cubs­legende Harry Caray kan imiteren, die verdient uiteraard een ereplaatsje, dus bij deze. Ferrell's hart gaat overigens uit naar de LA Lakers, en vooral de USC Trojans. Die laatste liefde moet hij trouwens delen met Snoop Dogg, ook al een gezworen Trojan.

22

ADAM SANDLER

NEW YORK YANKEES

Eh, nee. Rudy Giuliani is natuurlijk niet de enige Yankees­fan. D'r zijn er meer die bij de kampioen der kam­ pioenen wil horen. Vanwege ruimtegebrek houden we het hier bij Adam Sandler, John & Nick Turturro en Billy Crystal ­ die overigens allemaal ook verschillende andere New York­based sport­ franchises met enige regelmaat bezoeken. •





Basketballfans betrappen zichzelf er soms

op: dat je naar een speler kijkt en weet wat hij gaat doen, nog voordat het daadwerkelijk gebeurd is. Voorbeeld: Michael Jordan’s game­winner tegen de Utah Jazz in Game 6 van de 1998 Finals. Na de befaamde steal op Karl Malone wist iedereen dat MJ het laatste schot zou nemen, en dat hij het schot zou maken. Datzelfde gevoel bekroop vele fans in de wedstrijd tussen de Oklahoma City Thunder en Minnesota Timberwolves van 23 maart, waarin Love 51 punten maakte. Een indrukwekkende prestatie, die extra cachet kreeg dankzij één moment in de laatste seconden van de reguliere speeltijd. Een driepunter van Kevin Durant met nog 3.9 seconden te gaan in het vierde kwart zet de Thunder op een 116­113 voorsprong. De supporters gaan uit hun dak, de spelers van de Thunder gaan uit hun dak, de wedstrijd lijkt beslist. Voorbarig. Je voelt het aankomen: Love krijgt de bal en dwingt met een driepunter een verlenging af, dat weet niet alleen het publiek, dat weten ruim 10.000 fans in het stadion, miljoenen kijkers voor de buis en de vijf spelers van de Thunder op het veld. De bal wordt ingenomen, Love vangt de bal en neemt een ‘contested three’ over verdediger Russell Westbrook (een schot waarvoor Kobe Bryant er van langs krijgt in de media). Swizzz. “That’s my man, my main guy. Er was absoluut sprake van trash talking, zeker nadat Kevin die driepunter in mijn gezicht maakte”, bekent Westbrook, nadat de Thunder over twee verlengingen de betere waren. “Hij zei: In your face. Hij bleef maar wijzen en zei: In your face, in your face.”

Juiste man, juiste plek

No hard feelings als het aan Westbrook ligt. Love en hij zijn goede vrienden, waren teamgenoten bij UCLA in hun periode op college. Niemand had toen kunnen vermoeden dat Love zou uitgroeien tot een geweldige speler en één van de beste power forwards in de NBA. Love maakte in 2008 de overstap naar het echte werk en de kenners stonden in de rij om te twijfelen aan de toekomst van de rookie. Een harde werker die niet kan scoren tegen grotere en sterkere verdedigers, riepen ze in koor. “Ze zeiden dat

ik niet kon schieten, niets in de ‘low post’ te zoeken had en geen succes zou behalen in de NBA”, zei Love, die de kritieken gebruikt als inspiratie om het tegendeel te bewijzen.

Uiteraard verliepen Love’s eerste twee

seizoenen in de NBA met vallen en opstaan. Toch bleef het vertrouwen in hem groot. GM David Kahn koos er zelfs voor om big man Al Jefferson naar Utah te verhandelen om Love alle ruimte te geven om verder te groeien. Daar plukken ze in Minnesota nu de vruchten van. Vorig jaar was hij goed voor ruim 20 punten en 15 rebounds per wedstrijd en schoot hij 41 procent vanachter de driepuntslijn. ‘Mister Double Double’ pakte zelfs het record van legende Moses Malone af, door 52 wedstrijden op rij meer dan 10 punten en 10 rebounds te scoren. Net als Moses heeft Love een zesde zintuig voor waar precies de bal valt na een gemist

schot. Hij is geen superatleet als Dwight Howard die met zijn talent en fysieke kracht rebounds pakt, Love staat echter wel altijd op de juiste plaats.

MVP?

Toch was Love het enige lichtpuntje dat seizoen in een crappy Minnesota team. Hij werd een speler genoemd die alleen goede cijfers kon produceren in een slecht team. Daar is dit seizoen geen sprake van. Love oogde een stuk fitter en lichter op trainingskamp en had zichzelf een step­back jumper aangeleerd en een soort flip shot om over grotere en sterkere verdedigers te schieten. Hij loopt over het veld met een aura van ‘niemand kan mij stoppen’. Hij heeft het in zich om elke wedstrijd 30 punten te scoren en 20 rebounds te pakken. “Ik denk dat we hem vroeger een poor man’s Larry Bird noemden. De term ‘poor man’ kun je nu weglaten”, meent Denver Nuggets’ coach George Karl nadat Love op 25 maart


BASKETBALLHUMOR... Kevin Love en Ricky Rubio hebben iets speciaals. Beide heren weten elkaar blindelings te vinden op het veld余 noem ze gerust de Karl Malone en John Stockton van deze generatie. Buiten de lijnen zijn de Amerikaan en de Spanjaard ook een uitstekend duo, op Twitter.

@kevinlove: So I walk in to the training room this morning and Ricky Rubio calls me a douche. Looks like the Span足 iard learned his new word for the week. @kevinlove: Look at @rickyrubio9's backpack the rest of the year... Compli足 ments of Brad Miller.

@kevinlove: So mad Ricky got the bling for the new SLAM cover... All I got was a visor.


tegen Denver goed was voor 30 punten en 21 rebounds. “Zijn vermogen om te rebounden is geweldig en zijn aanvallende wapens groeien met de week.”

L

ove is in de maand maart goed voor ruim 30 punten en 14 rebounds per wedstrijd en schiet bijna 50 procent van zijn schoten raak, inclusief driepunters. En dat zonder zijn maatje Ricky Rubio op het veld. Komt Love in aanmerking voor een MVP Award? “Ik denk dat hij een goede kans maakt, maar dat heeft ook te maken met hoe succesvol het team is”, meent Wolves coach Rick Adelman. “Met zijn statistieken en het feit dat wij beter presteren, maken van hem een kanshebber.” Love neemt dit seizoen wedstrijden over in zijn eentje en er is geen verdediger in de NBA die hem in toom kan houden. Hij heeft zichzelf in de offseason gespecialiseerd tot dominante driepuntschutter en zal de komende zomer ongetwijfeld weer een nieuw wapen aan zijn arsenaal toevoegen. Love is nog maar 23 jaar. De gedachte hoe goed deze jongen kan worden, is mind blowing. Natuurlijk, de MVP Award gaat altijd naar een speler uit een team met een winning record, zoals James, Kevin Durant, Dwight Howard en Kobe Bryant. Maar hoort de trofee niet te gaan naar de speler die het meest waardevol is voor zijn team en die elke avond uitblinkt? Haal Love weg bij Minnesota en de Wolves bungelen onderaan in de Western Conference. Nog nooit is er een MVP Award gegeven aan een speler in een losing team. De Wolves behouden nog een kleine kans op de playoffs en een positief record aan het eind van het seizoen, maar of dat genoeg is om Love als een serieuze kanshebber te beschouwen? Misschien niet, maar het zou wel moeten. •




Memphis Grizzlies? Tot de playoffs van

afgelopen seizoen was het een team dat door weinig mensen serieus werd genomen. Met de hakken over de sloot plaatsten de Grizzlies zich als achtste en laatste team voor het naseizoen. De tegenstander daarin: San Antonio Spurs. De Grizzlies, met in hun achterhoofd de twee zeges op de Spurs in de maand voorafgaand aan de playoffs, zorgden voor een grote upset door San Antonio met 4­2 naar huis te sturen. Pas voor de vierde keer in de geschiedenis verloor een #1 seed in de eerste ronde. Met Randolph als grote aanjager won Memphis voor het eerst in de clubhistorie een playoff­duel en ­serie. In de volgende ronde wist Oklahoma City Thunder in de zevende en beslissende wedstrijd dankzij een ontketende Kevin Durant een nieuwe sensatie af te wenden.

Dit seizoen hield de concurrentie voor het

eerst in jaren serieus rekening met het team van coach Lionel Hollins. De Grizzlies wilden door en hielden het team bijeen. Gasol kreeg een contractverlenging en hij maakte zijn geld al meer dan waar. Met ruim vijftien punten, bijna tien rebounds, maar ook meer dan drie assists en bijna twee blocks per duel, boekt Gasol allemaal career­highs. Zijn goede spel bleef niet onopgemerkt en de nummer 48 in de draft van 2007 belandde tussen de grote jongens bij de All­Star Game. In Gasols schaduw speelt ook Gay een uitstekend seizoen.

Basis

Als de tweede Canadese franchise (naast de Raptors in Toronto) zagen de Grizzlies in 1995 in Vancouver het levenslicht. Het begin was zwaar: in zes magere jaren werden slechts 101 duels gewonnen tegen 359 nederlagen. Bij gebrek aan animo verhuisde het team naar Memphis. Hier zette de jonge club al snel een groeispurt in, met dank aan onder meer Mike Miller, Pau Gasol en Shane Battier. Terwijl Marc nu belangrijk is in de tweede succesperiode van de Grizzlies, was broer Pau dat in de eerste. Hij en Battier werden in de draft van 2001 opgepikt en twee jaar later volgde het eerste seizoen in de clubhistorie met een winstpercentage van


meer dan vijftig procent en deelname aan de playoffs. Daarin waren ze kansloos tegen de Spurs. In de volgende twee seizoenen ontpopten de Grizzlies zich als vaste playoff足 deelnemer, maar konden zij tegen de Suns en de Mavericks geen potten breken.

De draft van 2001 legde de basis voor die

goede jaren, en speelt ook in de huidige successen een rol. Na drie playoff足seizoenen ging het bergafwaarts. De neergaande trend kwam in 2008 op het hoogtepunt: sterspeler Pau Gasol vertrok naar de Lakers. Veel volgers van de Grizzlies waren sceptisch over de transfer. In de trade verwierven de Grizzlies echter de rechten van Marc, die aan het eind van dat seizoen een contract tekende. Ook gaf de deal de club financi谷le ruimte om een jaar later Zach Randolph te halen. Jawel, de negentiende pick in de draft van 2001. Voeg daarbij de aanwezigheid van Gay (achtste in 2006) en Conley (vierde in 2007) en de nieuwe contouren van een topteam in wording werden zichtbaar. In 2011 kreeg het publiek respect voor de

nieuwe Grizzlies. Pau reageerde enthousiast na de succesvolle playoff足run van de Grizzlies, vooral voor zijn broer, maar ook vanwege de band met zijn voormalige team. "Ik ben blij dat wij niet tegen ze speelden. We hadden zeker ons beste basketball moeten laten zien om van ze te winnen. Met dit spelersmateriaal kunnen ze ver komen, ze zijn in staat om de elite teams te verslaan."

Tegenslag

Dit seizoen sloeg het noodlot echter al na vier duels toe, toen Randolph een zware knieblessure opliep. Dit kostte hem het grootste gedeelte van het seizoen. Bij afwezigheid van Randolph kreeg vierdejaars Marreese Speights (overgekomen van de 76ers dat hem niet langer nodig had) de startersrol toebedeeld. Speights was goed voor negen punten en ruim zes rebounds per duel, deed het als vervanger van Randolph aardig, maar is niet meer dan een backup.

In de breedte hebben de Grizzlies niet veel


Sinds januari 2009 leidt Hollins de

Grizzlies. Het is zijn eerste baan als hoofdcoach in de NBA en zijn aanstelling legde het team geen windeieren. Basketball in Memphis leeft weer en de Grizzlies zijn voor het eerst in jaren weer een winnend team. In zijn eerste volledige seizoen leidde de 58­jarige Hollins Memphis naar zestien zeges meer dan het team in het jaar ervoor pakte. Het team eindigde met veertig zeges tegen 42 nederlagen. In het afgelopen jaar kwam Memphis tot 46 zeges en dat ondanks het gemis van een geblesseerde Rudy Gay.

Dit jaar doen de Grizzlies volop mee in het Westen, ondanks dat ze sterspeler Zach Randolph 44 duels moesten missen. Hollins bleef rustig en navigeerde zijn ploeg naar de juiste koers. Hollins is volgens de spelers hard en streng, maar rechtvaardig. Iemand die alles geeft, enorm intensief met zijn werk bezig is, en tegelijkertijd iedereen verantwoordelijkheid geeft. Hollins’ belangrijkste aandachtspunten zijn verdediging en mentale weerbaarheid. “Je moet mentaal sterk zijn in deze league. Dat is waar het om draait.” •

veel opties. O.J. Mayo is eigenlijk de enige speler die kwalitatief gelijk staat aan de spelers in de startopstelling. Juist daarom is het zo belangrijk voor Hollins om de playoffs in te gaan met een fitte groep. Hij heeft echter het volste vertrouwen in zijn reserves. "Ze zijn vasthoudend, gaan er volledig voor en geven niet op. Er is een reden voor dat we twaalf man onder contract hebben. Elke speler heeft zijn eigen rol en er zijn duels dat andere spelers dan de sterren op moeten staan."

De komende weken gaat het er om spannen.

Met Randolph terug in de line­up kan Hollins eindelijk zijn favoriete vijf (Tony Allen, Conley, Randolph, Gay en Gasol) het veld in sturen. "We hebben nog niet veel samengespeeld", stelt Conley. "Gay kampte vorig seizoen met een blessure, ikzelf ook aan het begin van dit seizoen en natuurlijk Zach. We moeten nog wennen aan elkaar en weten wanneer we moeten schieten, passen en waar iemand de bal graag wil hebben. We zullen in het juiste ritme moeten komen." En dan is er het project Gilbert Arenas. Wat wordt de rol van Agent Zero bij de Grizzlies? De


tijd zal het leren, maar de uitspraken van Arenas zijn in elk geval positief. "Ik wil al die media­ aandacht niet meer. Ik wil gewoon spelen, in vorm raken en dan, als het moment daar is, belangrijk zijn voor dit team. Mensen hier hebben vertrouwen in me en dat voelt goed."

De laatste veertien duels van het reguliere

seizoen zijn niet de makkelijkste voor de Grizzlies. Zes uitwedstrijden, waaronder een bezoek aan Miami en San Antonio. En thuis komen Dallas, Phoenix, Utah en de Clippers nog langs. Als ze de playoffs halen, en het zou verrassend zijn als ze het niet redden, dan zijn de Grizzlies de outsider bij uitstek. Ze zijn gegroeid als team en kunnen dit jaar zeker voor een verrassing zorgen. Met een plek in de top vijf in het Westen onlopen ze in elk geval de Thunder, de Spurs en de Lakers in de eerste ronde. Dan zal moeten blijken of Memphis sterk genoeg is om de finale van de Western Conference te bereiken. •





Kentucky coach John Calipari bleef het in de

aanloop naar de finale maar herhalen: "de kampioenswedstrijd winnen of verliezen verandert niets aan mijn persoonlijk status". Hij loog natuurlijk. Calipari won tot 2 april 2012 nooit een NCAA kampioenschap. Zijn laatste kans kreeg hij met Memphis in 2008, tegen Kansas… Nu moest het gebeuren. Kort na de start van het seizoen zag heel Amerika dat Kentucky bulkte van het talent. Anthony Davis, Michael Kidd­Gilchrist en Marquis Teague bleken toprecruits in Calipari's 2011­ 2012 class. MVP of the season Davis en Kidd­Chilchrist gaan straks op voor de NBA draft.

Running Game

Kentucky opent de finale in New Orleans als alle

andere wedstrijden dit toernooi. De Wildcats willen direct afstand nemen en Kansas gaat mee in het moordende tempo dat Kentucky ze oplegt. De Jayhawks kunnen maar moeilijk aanhaken. Halverwege de eerste helft leidt Kentucky 23­14 dankzij de zeer scherp gestarte Kidd­Gilchrist en buffelende Jones. Verdedigend jaagt de beste NCAA speler van het afgelopen seizoen, eerstejaars forward Anthony Davis, zijn tegenstanders alleen door er te zijn al ouderwets schrik aan. De 2.06 meter lange Davis zit met zijn onvoorstelbaar lange armen steeds tenminste in de buurt van ieder schot van Kansas. Hij is dè man van de eerste helft (41­27) zonder een punt te scoren.

Comeback

De veertien punten achterstand betekenen weinig

voor Kansas Jayhawks. In de Final Four game tegen Ohio State werd met een uitmuntende 2e helft ook een achterstand van 13 punten weggepoetst. Maar dit is Kentucky. Het beste team van het land. Kansas maakt de broodnodige verdedigende stops. Krijgt ook kansen in de aanval. Daar wordt de 'one handed alley oop' gemist door Kansas center Jeff Withey. En schoten van spelverdeler Tyshawn Taylor vallen niet. De wedstrijd lijkt uit te gaan als een nachtkaars. Maar Kansas zet door. Forward Thomas Robinson grist rebounds weg, pakt steals, geeft assists en dunkt de Jayhawks terug in de wedstrijd. Maar dichterbij dan een 'two possession game' (65­59 met nog 39 seconden te spelen) komt het team van coach Bill Self nooit. Topfavoriet Kentucky wint de NCAA Championship Game 2012 met 67­59. John Calipari heeft zijn felbegeerde titel. En de NBA een paar geweldige talenten in het vooruitzicht. •





Robert Griffin III, RGIII voor intimi, is

van het type quarterback waar de NFL 15 jaar geleden collectief de neus voor ophaalde. Te run happy. Te onconventioneel. Te atletisch vooral. Een glazen plafond voor de superatleet op de QB­positie, hoe idioot dat ook klinkt.

Met dank aan onder meer Daunte Culpepper, Donovan McNabb, Michael Vick en Cam Newton, en de enorme explosie van atletisch talent in de NFL, is er van dat plafond nog maar weinig over. Vooral het ongelooflijke afgelopen seizoen van Newton, die in eerste instantie geen serieuze optie was als eerste keuze in de draft (die hij uiteindelijk wel was), heeft veel goeds gedaan voor het soort quarterback dat meer is dan alleen een sublieme passer en aanvalsleider. Je zou inmiddels zelfs kunnen spreken van een stille revolutie op de positie van quarterback. ‘The ability to scramble and extend the play’ behoort ineens tot de core business van NFL­

quarterbacks. Zo bezien is Robert Griffin III het jongste kind van die revolutie.

Griffin alleen erkennen om zijn unieke

atletische vermogens doet hem vreemd genoeg echter tekort. RGIII is namelijk the total package: een goede kop, een arm als een precisiekanon, natuurlijke leiderschapscapaciteiten en intangibles. Met andere woorden: alles waar je van droomt in een franchise quarterback. In iedere andere draft dan die van dit jaar zou


DWEILEN MET DE KRAAN OPEN...

In een poging de door de Carolina Panthers ontworpen blauwdruk voor de introductie van rookie quarterbacks in de NFL te kopiëren, investeerden de Redskins fors in twee nieuwe doelwitten voor Griffin: wide receivers Pierre Garcon en Josh Morgan. Eigenaar Dan Snyder being Dan Snyder vloog daarmee in al zijn enthousiasme over de toekomst met RGIII toch weer ouderwets uit de bocht. Garcon, zijn hele carrière ballen vangend van niemand minder dan Peyton Manning, is allesbehalve een topreceiver, maar de Redskins betalen hem alsof hij dat wel is. Hetzelfde geldt voor Morgan, die geen moment opviel in de receiverwoestijn van de San Francisco 49ers, en door Washington de komende jaren veel beter betaald wordt dan zijn vervanger in San Francisco, Super Bowl­ held Mario Manningham. Snyder lijkt dan ook weinig geleerd te hebben van het debacle Albert Haynes­ worth. Dat is zonde, want de intentie van de Redskins is prima. Garcon en Morgan moeten namelijk, samen met San­ tana Moss, Washington’s uitvoering worden van Steve Smith, de onmisbare steunpilaar van Cam Newton in zijn fenomenale rookieseizoen. Het probleem is echter dat geen van de genoemde heren ook maar in de buurt van het niveau van Steve Smith komt, zelfs cumulatief niet. Dat de Redskins voor Garcon en Morgan kozen (voor dat geld) in plaats van andere free agent receivers zoals Vincent Jackson, Reggie Wayne, Marquis Colston of de eerder genoemde Mario Manning­ ham is illustratief voor het beleid van Dan Snyder: teveel betalen voor de verkeerde spelers op het verkeerde moment. Zoals succesvolle franchises als de Patriots en Packers ieder jaar bewijzen, is geduld de sleutel tot succes in free agency. Die realiteit lijkt nog altijd niet doorge­ drongen in Washington; Garcon en Morgan werden op de eerste de beste dag van free agency binnengehaald, waarmee de kans op een receiver van het niveau Vincent Jackson direct verkeken was. Ook zonder een wideout van die klasse zal Griffin succesvol zijn in Washington, want daarvoor is zijn mentale en fysieke talent groot genoeg. Voor RGIII is het evenwel hopen dat Snyder niet blijft vervallen in oude fouten. Want zelfs met Griffin op de QB­ positie is het dan dweilen met de kraan open. •


Griffin de onbetwiste eerste keus zijn. Maar zelfs met Andrew Luck in de draft, algemeen beschouwd als het grootste quarterback­ talent sinds Peyton Manning, wordt er heel voorzichtig gefluisterd over Griffin als eerste keuze. Naar alle waarschijnlijkheid zal het daarbij blijven, al was het maar omdat Luck zogenaamd de ‘veiligere keuze’ is, maar het is wel illustratief voor de enorme groei die Griffin de afgelopen jaren doormaakte.

Voorafgaand aan het afgelopen college

seizoen werd Griffin (van Baylor University) namelijk niet eens als een eersteronde­ kandidaat beschouwd. Dat had wellicht te maken met de zware knieblessure die Griffin als sophomore opliep, waardoor hij een heel jaar aan de kant stond. Die forse kink in de kabel werd in de twee daarop­ volgende jaren van Griffin’s college carrière echter vakkundig weggewerkt, met als hoogtepunt Griffin’s laatste jaar als Baylor Bear; het voorlopige magnus opus van zijn piepjonge carrière. Griffin leidde Baylor naar de eerste Bowl overwinning sinds 1992 en werd zelf geëerd met de Heisman Trophy, de ultieme erkenning voor uitmuntende prestaties in college football.

Met de Heisman Trophy op zak verscheen Griffin natuurlijk zeer prominent op de radar van de NFL. Naarmate de draft dichterbij kwam schoot hij omhoog op de zogenaamde draft boards, vooruitlopend op wat iedereen al wist: Griffin zou als tweede speler gekozen worden door het team dat de eigenaar van die keuze, de St. Louis Rams, het meeste te bieden had. Dat bleken de Washington Redskins te zijn. De hoofdstad zit al sinds jaar en dag verlegen om een franchise quarterback en Robert Griffin III is de ideale kandidaat om die veeleisende vacature in te vullen.

De Draft Combine bevestigde dat beeld

nog eens. RGIII maakte diepe indruk op NFL scouts door een 40­yard dash te lopen in 4,38 seconden, de op vier na snelste tijd van alle spelers op de combine. Ook bij de andere onderdelen noteerde Griffin uitmuntende prestaties. Dat verbaasde eigenlijk niemand, gezien zijn verleden als getalenteerd sprinter. Belangrijker echter voor RGIII was zijn officiële lengtemeting, want was hij nu kleiner of groter dan 1.85m, de absolute minimumlengte voor succesvolle

NFL quarterbacks? Tot grote opluchting van velen bleek Griffin 1.90m te meten; exactly as advertised. Griffin sloot zijn succesvolle combine vervolgens af met een indrukwekkend optreden tijdens een drukbezochte persconferentie, alwaar hij zijn veelgeprezen communicatieve en sociale vaardigheden etaleerde voor een volle zaal met journalisten en NFL big shots.

Griffin lijkt alle tools te heb­

ben om uit te groeien tot een ster in de NFL. Zijn unieke combinatie van fysiek talent en mentale balans is daarbij de sleutel tot een soepele transitie van het college foot­ ball naar de NFL. De Red­ skins als organi­ satie, en vader en zoon Shanahan in het bijzonder, kunnen aan dat proces een forse steen bijdragen door de aanpak van de Carolina Panthers en hun manier van spelen onder leiding van Cam Newton als leidraad te nemen (zie kader). Wanneer Washington’s offense wordt toegespitst op de ‘dual­threat’ kwaliteiten van Griffin en zijn ervaring vanuit de shotgun en met de spread offense, dan behoort een sensationeel debuutjaar á la Newton absoluut tot de moge­ lijkheden. Ook wanneer dat niet gebeurt wachten de Redskins gouden jaren. Voor

RGIII, die zomaar kan uitgroeien tot de beste quarterback van zijn generatie, kom je namelijk naar het stadion. Welke prijs je er ook voor moet betalen. •



Jeugdhelden

Ik ben niet zo van de handtekeningen. Ook niet van het verzamelen van

shirtjes van bekende voetballers met daarop een handtekening. Ik ben ook niet van het op de foto gaan met bekende sporters. Eerlijk gezegd vind ik dat iets gênants hebben. Dat ligt natuurlijk aan mij, want zo vreemd is het niet om later aan je (klein)kinderen een mooie afdruk te laten zien, waarop pappa of opa staat met een historische sportheld. Soms denk ik er wel eens aan. Deze week stond ik meerdere malen naast Lionel Messi. Volgens mij de beste voetballer aller tijden. Nee, ik ben niet met het wonderkind op de foto gegaan, maar heb er wel een van hem gemaakt en heel stoer op mijn Facebookpagina gezet. Om eigenlijk gelijk weer die schaamte te voelen. “Doe nou maar een beetje normaal, Elshoff”, hoor ik dan een stemmetje in mijn achterhoofd fluisteren.

Als kind hingen er wel posters op mijn kamer. Mijn absolute held op

voetbalgebied was Marco van Basten. Volgens mij sliep ik een onder dekbed met daarop een foto van hem. Maar dat veranderde zo rond mijn twaalfde. Toen vond ik dat dekbed niet meer cool en moesten er vervangers worden gezocht. Dankzij de gratis zender Sportnet was daar ineens Michael Jordan. Heel lang hing er een levensgrote poster van de Chicago Bulls­held op onze zolder en was mijn vader zo gek om een basket boven mijn slaapkamerdeur op te hangen. De buren zijn onlangs ontslagen uit het gesticht, jarenlang gedreun van mijn basketbal dreef hen tot krankzinnigheid. Omdat ik door mijn werk veel oud­voetballers tegenkom waar ik in mijn jeugd fan van was, is die heldenstatus eigenlijk verdwenen. Begrijp mij niet verkeerd, ik heb uitermate veel respect voor de sportprestaties van bijvoor­beeld Van Basten of Gullit, maar nu moet ik vaak gewoon mijn werk met ze doen. De afstand is verdwenen. Het is eigenlijk mooier om je jeugdhelden niet te ontmoeten op latere leeftijd. Dan blijven ze op een voetstuk staan. Ik heb ze nog wel. Michael Jordan dus, maar ook in de NFL had ik mijn helden. Twee om precies te zijn: Emmitt Smith en Deion Sanders. Smith won drie keer de Superbowl met de Dallas Cowboys in de periode dat ik voor het eerst als kijker in aanraking kwam met American Football. De man was simpelweg niet te stoppen en dat fascineerde mij als kind.

Ja, mijn held was een running back, niet een quarterback. Het

doorzettingsvermogen van Emmitt Smith inspireerde mij en dat doet het eigenlijk nog altijd: geef letterlijk en figuurlijk nooit op als je je doel, of in dit geval je endzone, wilt bereiken. Deion Sanders vond ik echt supercool. Ik bedoel: spelen in de Major League en in de NFL, dat is toch gewoon echt een droom die tot leven komt? Wie kan nou zeggen dat­ie twee keer de Super Bowl heeft gewonnen en ook nog lekker heeft gehonkbald bij onder meer de Yankees, Braves en Giants? Als ik nu mag kiezen wat ik in mijn volgende leven mag gaan doen, is dat toch wel een enorme optie. Jeugdhelden, iedereen heeft ze. Ik hoop ze echter nooit te ontmoeten.


Weekly RoundUp

D e kogel is al even door de kerk, maar het is het herhalen

wel waard: Peyton Manning tekende bij de Denver Broncos ● Voornaamste gevolg van die transfer: ‘The Mile High Messias’ is niet meer. Tim Tebow werd in ruil voor een vierde ronde draft pick naar de New York Jets gestuurd, alwaar hij de backup van Mark Sanchez wordt. Kunnen we nu alstublieft stoppen met Tebowmania? ●

De center die Peyton Manning zijn hele carrière lang de snap overhandigde gaat dat nu doen voor Aaron Rodgers: Jeff Saturday naar de Packers ● De Philadelphia Eagles besteden niet meer dan een 3e ronde pick om het laatste puzzelstukje van hun defensie te leggen: DeMeco Ryans verruilt de Texans voor Philly ● Ex­ Patriot BenJarvus ´Law Firm´ Green­Ellis neemt zijn ´no fumble talents´ mee naar de Cincinnati Bengals ● Michael Bush versterkt het backfield van de

Chicago Bears, tegen de zin van Matt Forte ● San Francisco gaat rustig verder met het versterken van de aanval: Brandon Jacobs tekent in de Bay Area ● Vooruitlopend op een mogelijke schorsing van Jonathan Vilma contracteerden de Saints free agent linebacker Curtis Lofton ● De Bills construeren langzaamaan een monster pass rush: na de onvergelijkbare Mario Williams tekent nu ook Mark Anderson in Buffalo ●

The Circle of Luck

De Indianapolis Colts

kiezen Andrew Luck als eerste in de aanstaande draft, zoveel staat vast. Met die wetenschap is ook direct het abominabele afgelopen seizoen van de Colts vergeten, want stel je eens voor dat de Colts niet waren geëindigd met het slechtste record in de NFL. Andrew Luck was dan door een ander team gekozen, waardoor de Colts vrijwel zeker Peyton Manning onder contract hadden gehouden. In dat scenario blijven de Denver Broncos achter met Tim Tebow en moeten de New York Jets het doen met Drew Stanton als backup. U weet wel, diezelfde Stanton die nu naar de Colts

vertrekt als backup van Luck. The Circle of Luck met andere woorden.

Het ‘bounty scandal’ van de Saints

Over het bountyschandaal is al veel gezegd en geschreven. Duidelijk is in elk geval dat de Saints zwaar gestraft worden voor een vergrijp dat zeer waarschijnlijk diverse andere NFL teams niet geheel onbekend voorkomt. Is de ware zonde van Saints nu echt hun bountysysteem of is er iets anders dat commissioner Roger Goodell hevig dwarszit?

Grantland.com´s

football editor Bill Barnwell (zijn stukjes zijn absolute aanraders voor NFL­liefhebbers) besprak een zeer interessante mogelijkheid: de Saints zijn zo zwaar gestraft omdat ze Goodell hebben voorgelogen, door in 2010, uit hoofde van Sean Payton zelf, glashard het bestaan van een bountysysteem te ontkennen. Zoals Michael Vick enkele jaren geleden al ontdekte: Goodell houdt niet van leugenaars. •




Nu, veertien jaar later, terwijl quarterbacks

Andrew Luck en Robert Griffin III duelleren om de eer als eerste keuze, komen de herinneringen aan die draft van 1998 opnieuw naar boven. Terwijl Peyton Manning nog altijd op weg is naar een plaats in de Hall of Fame, verliet Leaf na vier seizoenen de NFL om de geschiedenis in te gaan als de grootste ‘bust’ aller tijden. In de aanloop naar de draft van 1998 discussieerden draftexperts en scouts wekenlang over het verschil tussen de quarterbacks Ryan Leaf en Peyton Manning. Dit was een discussie die veel doet denken aan het huidige debat rond Luck en Griffin III. Net als Luck nu was Manning destijds de ‘veilige’ keuze. Leaf, evenals Griffin III, beschikte echter over een betere arm en een hoger potentieel. De San Diego Chargers vervulden de rol van de Washington Redskins, door weken voor de draft de tweede keuze te bemachtigen om zo zich van één van de twee quarterbacks te verzekeren.

Three and Out

Voor het team dat Robert Griffin III draft is het te hopen dat de vergelijking daar zal eindigen. Terwijl Manning de Indianapolis Colts elf maal naar de playoffs wist te leiden, gooide Ryan Leaf maar veertien touchdowns in zijn hele carrière. Na drie seizoenen in San Diego had hij slechts vier overwinningen op zijn naam staan, waarna de Chargers genoeg hadden van het drama. De Tampa Bay Buccaneers zagen in Leaf een project die eerst op de bank maar eens moest toekijken en zich verder ontwikkelen, maar de quarterback weigerde een deel van zijn salaris in te leveren, waarop ook zij na enkele maanden hem weer op straat zetten. Tijdens het seizoen 2001 kwam Leaf vier keer in actie voor de Dallas Cowboys maar daar verloor hij elke wedstrijd. Als lid van de Seattle Seahawks nam hij nog deel aan enkele minicamps, maar in de aanloop naar trainingcamp besloot hij genoeg te hebben van de NFL. In 2002, op slechts 26­jarige leeftijd, hield de quarterback het voor gezien.

Tijdens zijn carrière stond Leaf bekend als

een probleemgeval in de kleedkamer. Ook met de media kon hij moeilijk opschieten, en verschillende keren kwam het tot conflicten tussen de quarterback en zijn coaches. Achteraf

1992 Leaf wordt met zijn Charles M. Russell High School kampioen van Montana.

1997 In zijn junior jaar leidt Leaf de

Washington State Cougars naar het eerste PAC­10 kampioenschap sinds 1930. In de Rose Bowl wordt verloren van Michigan. Hij wordt derde in de race voor de Heisman Trophy.

1998 Leaf wordt door de San Diego

Chargers als tweede gekozen in de NFL Draft. In tien wedstrijden gooit hij twee TD's en vijftien interceptions.

1999 Leaf moet het volledige seizoen missen met een schouderblessure.

2000 In elf wedstrijden gooit Leaf elf touchdowns en achttien interceptions.

2001 Op 1 maart zetten de Chargers Leaf op straat. Hij wordt geclaimed door Tampa Bay, maar ziet nooit het veld. Verliest vier wedstrijden als quarterback voor de Dallas Cowboys.

2002 Na enkele weken bij de Seattle Seahawks gaat Leaf met pensioen.

2006 Leaf duikt op als quarterback­ en golfcoach bij West Texas A&M University. In de jaren na zijn vertrek uit de NFL heeft hij een bachelordiploma in Geesteswetenschappen gehaald.

2008 Leaf neemt ontslag nadat aan het licht komt dat hij een speler om medicatie vroeg.

2009 Terwijl hij in een ont­

wenningskliniek zit, wordt Leaf aangeklaagd voor inbraak en het frauduleus verkrijgen van medicatie. Hij pleit schuldig en krijgt een proeftijd van tien jaar en een boete van 20.000 dollar opgelegd.

2012 Wordt in maart in Montana twee maal binnen vier dagen gearresteerd op verdenking van diefstal, drugs­ bezit en inbraak.


verbaasde het zijn vader weinig: “Mijn zoon was altijd extreem competitief.” Op twaalfjarige leeftijd maakte hij een lijstje met doelen voor zichzelf: een scholarship krijgen om football te spelen voor een grote universiteit, de Heisman Trophy winnen en in de NFL spelen. Die instelling leidde volgens zijn ouders tot moeite met het maken van vrienden tijdens zijn jeugd, een probleem dat zich in zijn carrière door zou zetten. Echter, het gevecht met anderen werd al snel een gevecht met zichzelf.

Rock Bottom

Naar het dieptepunt in de carrière van Leaf hoeft niet ver gezocht te worden. In zijn eerste seizoen speelde de quarterback een wedstrijd tegen de Kansas City Chiefs waarin hij in veertien pogingen maar eenmaal een receiver wist te vinden voor slechts vier yards. Wel gooide hij twee interceptions en verloor hij drie fumbles. “Veel slech­ ter dan dat zal het niet wor­ den,” zei Leaf een dag later tegen de lokale verslaggevers.

O

ok in de jaren na zijn pensioen bleef hij controversieel. Als quar­ terbackcoach bij West Texas A&M University kwam zijn passie voor de sport weer tot leven, maar in november 2008, na twee seizoenen te hebben gecoacht, nam Leaf ontslag toen aan het licht kwam dat hij verslaafd was aan pijnstillers. Het was zo erg dat hij spelers van het team om hun medicatie smeekte of deze ronduit stal. Al snel vond hij zichzelf opnieuw in de zo gehate spotlights.

Uit het daaropvolgende onder­ zoek bleek dat Leaf meer dan duizend pillen had weten te verkrijgen over een periode van acht maanden, zowel via verschil­ lende apotheken als door diefstal. Terwijl hij zich vrijwillig liet behandelen in een afkickkliniek in Vancouver, werd de quarterback in Texas aangeklaagd voor inbraak en het frauduleus verkrijgen van medicatie. Leaf keerde terug naar de Verenigde


Staten om schuldig te pleiten, en kreeg van de rechter tien jaar proeftijd en een zware boete opgelegd.

Valse Hoop

Na alle sores leek Leaf zijn leven langzamerhand weer op de rails te krijgen. Vorige zomer werd een (goedaardige) tumor succesvol uit zijn hersenstam verwijderd, en het eerste van drie autobiografische boeken ligt al een half jaar in de winkel. Regelmatige drugscon­ troles en vrijwillige spreekbeurten op scholen en instellingen waren onderdeel van zijn proeftijd, en in een interview gaf hij aan dat deze zijn ogen openden: “Met mijn verslaving heb ik als coach een aantal jonge personen die naar mij opkeken ontzettend teleurgesteld.”

Met het nieuws dat Leaf

afgelopen vrijdag en maandag tot twee maal toe werd gearresteerd voor inbraak, diefstal en het bezit van drugs lijkt zijn rehabilitatie echter terug bij af. Leaf zat vrijdag enkele uren in een politiecel, waarna hij vrijkwam. In een verklaring op diezelfde avond gaf hij aan fouten gemaakt te hebben en later over de details te zullen praten, maar een paar dagen later liep hij doodleuk opnieuw tegen de lamp.

De naam Ryan Leaf zal jaarlijks in de aanloop naar de NFL Draft voorbij blijven komen. In zijn gesprekken met de media is de quarterback tegenwoordig open over zijn mislukkingen. “Ik wil voorkomen dat de volgende generaties hetzelfde gebeurt als wat mij overkwam in de NFL.” Leaf zal echter eerst moeten voorkomen dat hij zelf terugvalt in oude gewoontes. Wanneer hij schuldig blijkt aan de inbraak en diefstal, en ook aan het overtreden van de condities van zijn tienjarige proeftijd, lijkt een gevangenisstraf onvermijdelijk. •


Weekly RoundUp

Spring Training loopt op zijn

eind en dus worden er veel spelers gereleased, naar Triple­A gestuurd. Ook proberen teams van overbodige spelers af te komen • Spelers die vooralsnog buiten de Majors­boot vallen zijn onder meer Bryce Harper, Mike Trout, José Iglesias, Brad Hawpe, Russell Branyan, Aaron Rowand en Mike Fontenot • Nederlander Swen Huijer is gereleased door de Boston Red Sox. De 22­jarige Huijer zei tegen SportAmerika.nl

Hurk van waivers oppikten, werd hij door de Indians designated for assignment. Dat houdt in dat de Indians hem van het 40­man roster halen en dat ze nu de mogelijkheid hebben hem te traden, te releasen of op waivers te plaatsen. Als niemand hem oppikt, kan Van den Hurk naar de Minors voor de Tribe.

Magic Johnson koopt de Dodgers

VDH weer Indian­af

De Cleveland Indians­saga van Nederlander Rick van den Hurk duurde niet lang. Een paar weken nadat de Tribe Van den

Los Angeles is

marketingtechnisch gezien een fantastische locatie en de Dodgers zijn samen met de Lakers de grote namen uit LA. Met een nieuw televisiecontract in het vooruitzicht, is deze transactie helemaal zo gek nog niet. Vergelijk maar: de New York Yankees maakten via YES Network vorig jaar vierhonderd miljoen dollar winst.

Met het geld dat de Dodgers Basketballlegende Magic

verrast te zijn door die beslissing • Spring Training staat altijd garant voor opzienbarende homerun leaders. Dit jaar staan Cubslieveling (*kuch*) Alfonso Soriano en 2010 playoff darling en nu Red Sox­outfielder Cody Ross bovenaan • Niet alleen werden spelers weggestuurd: Brewers­catcher Jonathan Lucroy en Blue Jays­pitcher Dustin McGowan kregen contractverlenging van hun teams.

ex­)eigenaar Frank McCourt in een pijnlijke en publiek uitgevochten scheiding terecht was gekomen.

Johnson heeft samen met zijn team van investeerders de LA Dodgers gekocht. Prijskaartje: ongeveer twee miljard dollar, verreweg het hoogste bedrag dat ooit neergeteld is voor een franchise. De Dodgers stonden te koop nadat (inmiddels dus

nu hebben is de kans groot dat zij ‘de Miami Marlins van volgend jaar’ zijn. Vooral de pitchingmarkt is dan vrij diep, met de aces Cole Hamels, Zack Greinke en Matt Cain. Vooral de laatste naam is pikant, omdat hij nu voor de grote rivaal speelt: de San Francisco Giants.

A's en M's splitten series in Tokio

De eerste twee wedstrijden

van dit seizoen zitten er op. In Tokio wonnen de Seattle Mariners de eerste wedstrijd van de Oakland Athletics met 3­1, door goed werpen van ace Felix Hernandez en een solohomerun van Dustin Ackley.

Een dag later was er een right

back at ya van de A's. Bartolo Colon liet zien dat elke pizzaboer de Mariners kan verslaan, met 4­1. De nieuwe Cubaanse aanwinst Yoenis Céspedes sloeg een two­run­homerun en ging back­to­back met Josh Reddick. Een inning later sloeg ook Jonny Gomes een bal over de hekken in de Tokyo Dome. Aan de andere kant deed de Smoakmonster wat terug voor de M's. •




Voor baseballfans bestaan er weinig dagen die mooier zijn dan Opening Day. Het lange wachten na de honkballoze winter is voorbij en de spelers en teams krijgen eindelijk de kans om het optimisme van de fans om te zetten in pure euforie. Een nieuwe start!

In 1946 is deze dag extra speciaal. Kort na de Tweede Wereldoorlog zijn de tickets niet aan te slepen in de Amerikaanse stadions. In de jaren ervoor was de Major League danig verzwakt, doordat ongeveer de helft van alle Major Leaguers (waaronder grootheden als Joe DiMaggio, Stan Musial en Ted Williams) in het Amerikaanse leger diende. Nu is de oorlog voorbij en zijn de helden terug; iedereen staat te trappelen om de vertrouwde spelers op Opening Day weer aan het werk te kunnen zien. Althans, de vertrouwde blanke spelers. Zwarte spelers vochten wel degelijk voor volk en vaderland aan het front, maar meedoen op het hoogste honkbalniveau zat er niet in. Of, zoals een politicus uit New York het formuleerde: “Goed genoeg om te vechten in de oorlog, niet goed genoeg om georganiseerd te baseballen.” Ga maar naar de Negro Leagues…

Change!

De idioterie van dit standpunt dringt in grote delen van het naoorlogse Amerika door tot de maatschappij. Steeds vaker klinkt de oproep om dit discriminerende beleid uit de boeken te schrappen. Dit is echter meer dan een pennenstreep: verandering van de regels (of de wet!) is één ding, een complete mentaliteitsomslag nog veel lastiger. Zoals het zo vaak gaat, neemt één persoon hierin het voortouw. Terugkijkend kunnen we zeggen dat de man die baseball kleur gaf, de president van de Brooklyn Dodgers was: Branch Rickey.

Visionair Rickey had zijn scouts al drie

oorlogsjaren lang de Negro Leagues laten analyseren. Al vroeg deed hij datgene dat

velen vóór hem niet in daden durfden om te zetten: zwarte spelers, uitblinkers door atletisch vermogen, kracht en snelheid, als een verrijking voor de topsport beschouwen. Natuurlijk is voor Rickey de roeping tweeledig: de raciale muur tussen blanke en zwarte baseballers omverwerpen en tegelijkertijd zijn team laten winnen.

Om zijn doel (zwarte spelers in de Majors)

waarheid te maken, zet Rickey een dekmantel op. Hij legt de basis voor een (fictief) Negro League­team, de Brown Bombers, waarvoor zijn organisatie actief spelers scout. Dit geeft hem alle tijd en ruimte om een passende wegberijder voor zijn masterplan te zoeken. De profielschets van de beoogde pionier bestaat uit twee ijkpunten. Het eerste is logisch: hij moet bulken van het talent. Nog belangrijker is echter: onvoorwaardelijke discipline. De eerste zwarte baseballer moet zijn trots overboord gooien en karrenvrachten aan kritiek, scheldpartijen en beledigingen kunnen trotseren. Niets mag zijn zelfvertrouwen of eergevoel aantasten. Baseball’s Great Experiment valt of staat bij het gedrag van deze speler. Verliest hij de controle en toont hij zijn woede? Dan kan het plan de prullenbak in. Houdt hij zich in en speelt hij respectvol, zelfs als tegenstanders dat niet doen? Dan zal de acceptatie snel volgen. Rickey weet het zeker.

Modelkandidaat

Die juiste man blijkt Jack Roosevelt Robinson, een 26­jarige korte stop en tweede honkman van de Kansas City Monarchs. Robinson is niet per definitie de beste speler in de Negro Leagues (talenten als Josh Gibson en Satchel Paige reageren zelfs boos op de keuze van Rickey), maar met een slaggemiddelde van .387, vijf homeruns en dertien gestolen honken in 47 wedstrijden ook zeker geen kleine jongen. Rickey’s scouts prijzen hem de hemel in. All­American football speler. Een groot hart. Crowd pleaser. Gedisciplineerd. En, ook niet slecht voor de beeldvorming, in het bezit van een hogeschooldiploma en gediend als officier in het Amerikaanse leger. Bovendien is


Robinson, als kleinzoon van een slaaf, komend uit een gebroken gezin en opgegroeid in een grotendeels blanke omgeving, onderdrukking gewend.

Deel één van Rickey’s missie is geslaagd.

Nu komt de volgende uitdaging: Robinson overtuigen om zijn principes te laten varen voor dat ene hogere doel, de acceptatie van zwarte spelers. Als Robinson in Rickey’s kantoor in Brooklyn de redenen aanhoort voor de interesse, voelt hij gezonde argwaan. “Mr. Rickey, zoekt u een Negro die bang is om terug te vechten?”

Dit is precies de vraag die Rickey wil horen. “Ja,” antwoordt hij. “Ik zoek iemand die het lef heeft om niet terug te vechten.” Robinson voelt aan dat hij de massale kritiek zal moeten verdragen, zonder dat hij zichzelf mag verdedigen. Alleen in het slagperk kan hij zijn mannetje staan. Passief buiten het veld, bloedfanatiek erbinnen. Ook al ziet hij zichzelf als iemand die vecht voor zijn rechten en geen gevecht uit de weg gaat, op die legendarische 28 augustus 1945 in Brooklyn zet hij zijn principes opzij.

Eerste stappen

Twee maanden later tekent Robinson een Minor League­deal met de Montreal Royals, het AAA­team van de Dodgers in de International League. Als het nieuws het publiek bereikt, is de verdeling in het land tussen de sympathisanten van segregatie en die van integratie zichtbaarder dan ooit. Juichstemming tegenover woede: Rickey en Robinson polariseren Amerika.

Een spannende tijd breekt aan voor

Rickey, Robinson en de gehele zwarte baseball community. Kan Robinson de immense druk aan? Is hij in staat om de beledigingen te trotseren en tegelijkertijd honkslag na homerun na gestolen honk te noteren? Spring Training in 1946 biedt een eerste inzicht. In Florida, waar strenge segregatiewetten nog steeds gemeengoed


zijn, meldt Robinson zich bij de Royals.

Royals­manager Clay Hopper, tevens

eigenaar van een plantage in Mississippi, behandelt hem als iedere andere Minor Leaguer. Geen speciale aanpak, in positieve dan wel negatieve zin. Dit is precies wat Robinson wilde, al was Hopper bevangen door angst. “Doe me dit niet aan,” smeekte hij maanden eerder bij Rickey. “De mensen in Mississippi zullen mij en mijn familie van mijn land verjagen.” Rickey gaf geen krimp en dat was maar goed ook: Hopper blijkt de perfecte man om Robinson te begeleiden. Robinson speelt niet goed, als hij al mag meedoen (veel ballparks zijn voor zwarten verboden), maar Hopper laat hem rustig acclimatiseren.

Glimlach

Als het om het echie gaat, betaalt zich het geduld in klinkende munt terug. Robinson’s debuut in de International League is een spektakel van jewelste. Tegenstander is Jersey City Giants, een team uit de buurt van New York. Maar liefst 30.000 toeschouwers reizen naar het stadion. Niet alleen om te genieten van naoorlogs Opening Day­ baseball, maar vooral om ‘The Dark Destroyer’ zijn debuut in de Minors te zien maken. In de eerste inning betreedt hij als tweede in de slagorde het perk. Trillend van de zenuwen en met klamme handen produceert hij niet meer dan een zachte grondbal naar de korte stop, die hem eenvoudig aan de kant zet. In de derde zou alles anders zijn.

Lopers op het eerste en tweede honk, nul

uit. Het infield van de Giants beweegt naar voren, in afwachting van een stootslag. Robinson, bij de Monarchs een uitstekende bunter, heeft er geen oog voor. Als de juiste pitch komt, mokert hij met een machtige swing de bal over de hekken in het linksveld. Breed glimlachend rondt hij de honken. Het blijkt het eerste van vele blije momenten die dag. Hij slaat vier uit vijf met vier runs, drie binnengeslagen punten en twee gestolen honken. Vooral bij het stelen brengt hij het publiek in extase: dansend om het honk drijft hij de Giants tot wanhoop. Een attractie in Jersey City. Het publiek is gegrepen door de pijlsnelle Robinson. Als de

Royals tien dagen later Montreal bereiken voor de eerste thuiswedstrijd, heeft Robinson in 10 van 12 wedstrijden minimaal één honkslag geslagen en staan er 17 runs achter zijn naam. Canada en Amerika weten het inmiddels: deze man kan honkballen.

Incasseren

De goede prestaties brengen Robinson niet alleen geluk. In vele stadions wordt hij beschimpt, bespuugd en beledigd. In Indianapolis moet hij het veld verlaten omdat de wet interraciale sport verbiedt. In Syracuse gooit een speler van de tegenstander een zwarte straatkat op het veld.

Het racisme bereikt zijn kookpunt aan het

eind van het seizoen, tijdens de Little World Series. Hierin vechten de Royals als nummer 1 in de International League om de hoofdprijs tegen de Louisville Colonels, de beste van de American Association. Louisville, Kentucky ontwikkelt zich tot een broeinest van racisme in de aanloop naar de seven­game­series. De Colonels stellen een quotum in voor het aantal zwarte toeschouwers dat het stadion mag betreden. De vijandigheid tegenover Robinson komt van alle kanten en dat beïnvloedt zijn spel. In elf slagbeurten produceert hij maar één honkslag en de Royals verliezen twee van de eerste drie wedstrijden. Dit gedrag blijft niet onopgemerkt in Montreal. Tijdens de thuiswedstrijden is het stadion afgeladen met schuimbekkende fans, die de ‘racistische Colonels’ rauw lusten. Iedere beweging van een Colonels­speler kan op boegeroep rekenen. Robinson zou later zeggen dat hij niet gelukkig was met de manier waarop de fans de tegenstander bejegenden, maar de steun gaf hem “een euforisch gevoel van dankbaarheid.” Na de winst in de laatste wedstrijd draagt het publiek Robinson op de schouders het stadion rond.

Timing

De volgende stap lijkt een logische: de Majors. Robinson heeft laten zien dat het wel goed zit. Branch Rickey wil echter zijn expe­ riment zo voorzichtig mogelijk voortzetten. Algemene acceptatie is er namelijk nog lang


JACKIE ROBINSON DAY Robinson's rugnummer 42 is retired: als eerbetoon mag geen enkele speler in de Major League dat nummer dragen (op een enkeling na die het al droeg voordat het uit de roulatie werd genomen). Er is echter één uitzondering: jaarlijks op 15 april, refererend aan de datum van Robinson's debuut, viert de league Jackie Robinson Day. Dan is #42 voor één dag vrij voor iedereen. De legendarische outfielder Ken Griffey, Jr. verwierf in 2007 toestemming van Robinson's weduwe Rachel om het nummer te dragen. Hierop besloot commissioner Bud Selig het algemeen toe te laten. Hier maken inmiddels alle teams en umpires gebruik van. Aanvankelijk klonk er protest tegenover het algemene gebruik van #42. Zou de kracht van het rugnummer niet afnemen als iedereen ermee gaat lopen? Door de jaren heen nam het aantal spelers echter slechts toe, zonder dat het eerbetoon slijtage vertoonde. Ook in 2012, 65 jaar na het debuut van The Dark Destroyer, zal deze dag weer veel kippenvelmomenten kennen. Major League Baseball eerde Robinson ook met een website: www.iam42.com.


niet. Zelfs binnen zijn eigen Dodgers zijn verschillende spelers negatief over Robinson.

Rickey probeert het tij te keren. Door het Spring Training­kamp geïsoleerd in Cuba op te slaan, hoopt hij de critici te overtuigen door ze met Robinson te laten samenspelen. Dit werkt averechts. Rickey raakt buiten zichzelf van woede als een delegatie van de spelersgroep via een petitie de sprong van Robinson naar de Majors wil tegengaan. Na de uitbarsting verdwijnt de eis van tafel, maar voor Rickey is dit een duidelijk teken: hij hoeft niet op steun vanuit de spelersgroep te rekenen.

Philadelphia Phillies voor een doorbraak. Nota bene onder leiding van manager Ben Chapman, die in zijn functie toch het goede voorbeeld zou moeten geven, krijgt Robinson vanuit de Phillies­dugout spreekkoren naar zijn hoofd waar de honden geen brood van lusten. De pers pikt de verbale oorlog tussen de spelers van beide

Rickey begrijpt dat acceptatie slechts zal

komen met topprestaties. In Cuba drukt hij Robinson op het hart dat hij in onderlinge wedstrijden alles moet geven. Koste wat het kost op het honk komen. Alleen dan kan Baseball's Great Experiment slagen. Robinson stelt hem niet teleur.

Experiment geslaagd

Uiteindelijk waagt Rickey de riskante stap op een perfect getimed moment. Vlak nadat hij Dodgers­manager Leon Durocher vanwege contact met gokbazen op non­actief stelt, doet hij de aanvraag tot promotie. Knap staaltje management: slechte pers counteren met de komst van wat uiteindelijk één van de grootste sporters uit de geschiedenis zou worden. Met ups en downs houdt Robinson zich

staande in de Major League­jungle. In zijn eerste seizoen zorgt een incident met de

teams massaal op. Hierbij gaan de Phillies door de mangel.

Robinson daarentegen krijgt alle lof van de journalisten, die hem "de enige gentleman in dit incident" noemen. Het blijkt een richtingwijzend moment, dat bijdraagt aan meer acceptatie van Robinson. Enerzijds als vriend en ploeggenoot in de spelersgroep, anderzijds als zwarte speler in het Major League­circuit. Van 1947 tot 1956 zou Robinson zijn intensiteit, doorzettingsvermogen en klasse voor het grote publiek etaleren en in 1962 wordt hij in de Hall of Fame opgenomen. Zo zette Branch Rickey met kunst en vliegwerk de lijnen uit voor de integratie van zwarte spelers en dwong Robinson uiteindelijk zelf de critici op de knieën. Dankzij zijn houding, zijn respect voor de sport en het opofferen van zijn principes is Robinson een held die het bereik van de sport ruimschoots overvleugelt. Robinson kleurde het blanke bastion en baande de paden voor gelijkheid. •


Weekly RoundUp

Evgeni Malkin was met zijn

assist in de uitwedstrijd tegen de New York Islanders de eerste speler dit jaar die de grens van honderd punten doorbrak • Montreal Canadiens ontsloeg general manager Pierre Gauthier na de dramatische resultaten van dit seizoen • Vancouver Canucks­sterspeler Daniel Sedin liep in de wedstrijd tegen de Chicago Blackhawks een hersenschudding op door een elleboog van Duncan Keith. De verdediger van de ‘Hawks kreeg voor deze overtreding een schorsing van vijf wedstrijden aan zijn broek • Phoenix Coyotes­aanvoerder Shane Doan kreeg op zijn beurt een schorsing van drie wedstrijden voor een elleboog tegen het hoofd van Dallas Stars­ aanvaller Jamie Benn • EA Sports laat de fans meebeslissen wie er op de cover van het computerspel NHL 13 komt. Stemmen kan op www.nhl.com/ covervote • Steven Stamkos is hard op weg om zestig goals te maken dit jaar. Met zijn 53e goal van het seizoen brak hij al het clubrecord van de Tampa Bay Lightning.

Seizoen over voor Nathan Horton?

De kans is groot dat Boston

Bruins­aanvaller Nathan Horton, die al sinds 22 januari uitgeschakeld is door een

hersenschudding, dit seizoen niet meer terugkeert op het ijs. Horton kreeg in de wedstrijd tegen de Philadelphia Flyers daarin een harde check van Tom Sestito te verwerken.

op 3 januari hard geraakt door Rene Bourque (Calgary Flames), heeft het ergste achter de rug en is vrijgegeven voor contact­ trainingen.

Wanneer de aanvaller precies

terugkeert in de lineup van de Capitals is nog niet bekend, maar de kans bestaat dat hij in de playoffs uit kan komen, mocht zijn club zich hiervoor plaatsen. Met nog een paar competitiewedstrijden voor de boeg zijn de Capitals in een hevige strijd verwikkeld om de zevende en achtste plek in de Eastern Conference (zie hiervoor de voorbeschouwing op de playoffs elders in dit magazine).

Blessureleed voor Taylor Hall

Het gemis van Horton is een Het zag er allemaal flinke aderlating voor de Bruins. Vorig seizoen had Horton namelijk een groot aandeel in de succesvolle Stanley Cup­run van zijn ploeg en eindigde hij als vierde in de lijst van topscorers in de playoffs, met acht goals en negen assists. De aanvaller haalde toen overigens het einde van de playoffs niet: een harde check van Vancouver Canucks­ verdediger Aaron Rome in Game 3 van de finale bezorgde hem een ... hersenschudding. Hij moest vanaf de tribune toezien hoe zijn team uiteindelijk de Stanley Cup won.

Bäckström op de weg terug

Een andere door een hersen­

schudding gevelde speler is op de weg terug. Washington Capi­ tals­center Nicklas Bäckström,

rooskleurig uit voor Taylor Hall. De twintigjarige aanvaller van de Edmonton Oilers werd in 2010 als eerste gedraft en tekende het hoogste rookie­contract in de historie van de club. In de afgelopen twee seizoenen verdiende hij echter niet alleen 7,5 miljoen dollar, hij kende ook de nodige tegenslagen.

Zo liep hij in zijn debuutjaar

een zware enkelblessure op die hem de laatste zeventien wedstrijden aan de kant hield. Dit seizoen was hij betrokken bij een bizar schaatsongeluk tijdens de warming­up voor een wedstrijd en had hij veertig hechtingen nodig in zijn voorhoofd. Vervolgens liep hij een paar weken geleden een hersenschudding op door een elleboog van Calgary Flames­ verdediger Cory Sarich en nu blijkt dat een schouderblessure waar hij al vier jaar last van heeft toch een operatie vereist. De revalidatie zal tot zes maanden in beslag nemen. •




WESTERN CONFERENCE

In het afgelopen seizoen kwamen de

Vancouver Canucks als kampioen van de Western Conference uit de strijd. Zij verloren uiteindelijk in de zevende wedstrijd van de Boston Bruins, maar konden terugkijken op een uitstekend seizoen. We zagen in het westen ook de San Jose Sharks hun vloek van uitschakeling in de eerste ronde overwinnen. Ze bereikten zelfs de Conference Finals ten koste van de nooit te onderschatten Detroit Red Wings. De verdedigend kampioen uit 2010, Chicago Blackhawks, vloog er al in de eerste ronde uit tegen Vancouver. Op basis van dat verrassende seizoen waren voor een aantal teams de verwachtingen dit jaar hoog gespannen. Vancouver Canucks zou zonder twijfel een titelfavoriet blijven, Detroit presteert altijd en San Jose versterkte zich tot een topploeg. De strijd daarachter werd veelal als open gezien, want verschillende teams kwamen na financiële malaise in rustiger vaarwater. Andere teams werden als talentvol, maar te onervaren gezien.

Belangrijke schakels

Het voorspellen van de acht playoff­ teams was dan ook lastiger dan ooit. Zoals Henrik Lundqvist in het Oosten de New York Rangers bij de hand nam, waren in het Westen jonge goalies als LA Kings’ Quick en het duo Halak/Elliott bij St. Louis belangrijke schakels naar succes. Nog steeds is veel onduidelijk in het Westen.

De verwachtingen waren getemperd

voor Calgary, dat aan een (zeer voorzichtige) rebuild begon, en voor het piepjonge Edmonton, dat simpelweg ervaring ontbeerde. Ploegen als Dallas en Columbus hadden eindelijk de tijd en het geld om te

investeren en vooral Columbus haalde met stevige contracten verschillende goede spelers binnen, zoals verdediger Wisniewski en de van Philadelphia gehaalde star center Jeff Carter. Bij de Phoenix Coyotes was het de vraag hoe de reactie op aanhoudende onzekerheid over hun speellocatie en nieuwe eigenaar zou zijn.

Het seizoen begon verrassend. Minnesota Wild stond na enkele weken fier bovenaan en er leek geen vuiltje in de lucht voor de ploeg uit de Midwest. Ze ruilden in de zomer van 2011 hun sterspeler Martin Havlat naar San Jose voor de daar ontevreden winger Dany Heatley, die zich daadwerkelijk meer thuis leek te voelen in Minnesota. Toch hield de Wild geen stand. Ongeveer tien duels voor het einde van de reguliere competitie waren de playoffs al uit het zicht verdwenen.

Omgekeerde weg

De omgekeerde weg bewandelden de St. Louis Blues, die in SportAmerika The Magazine #5 uitgebreid werden belicht. De Blues begonnen slecht aan het seizoen, maar kwamen na het binnenhalen van oude rot Ken “Coach Hitch” Hitchcock op stoom. De Western Conference­titel kan hen bijna niet meer ontgaan. Wat is hun succesformule? Zij kunnen de basisgoalie probleemloos vervangen door een gelijkwaardige backup. Uitstekend keeperswerk gecombineerd met hard werken werpt zijn vruchten af.

Ploegen met wisselvallige goalten­

ding of onrust rondom spelers hadden het al snel lastig. De Anaheim Ducks bijvoorbeeld. Zij haalden coach Bruce Boudreau naar Californië (slechts enkele dagen na zijn ontslag bij Was­ hington), maar sterspelers als Getzlaf en Perry schitterden niet. Bovendien bleven de geruchten dat de jonge topwinger Bobby Ryan zou vertrekken, ellenlang dooretteren. Ook onrustig is het bij de buren uit Los Angeles,



waar de wispelturige Kings (ondanks goed keeperswerk van Jonathan Quick) op het randje van de playoffs balanceren.

Dat de race voor plek zeven en acht gaat

tussen zeker vijf ploegen is de zoveelste spectaculaire ontknoping in de Western Conference. Dat underdog Calgary zichzelf knap in die positie wist te spelen is een compliment waard, maar dit is zeker geen hoogvlieger. Nooit in de spotlight van de koppositie en altijd in de rust van een plaatsje in de playoffs vinden we de Nashville Predators. Zij versterkten zich voor en tijdens de trade deadline­ week uitstekend en plaatsten een meesterzet door het grote talent Alexander Radulov terug te halen uit de KHL. De Predators, die sterk leunen op het betere vliegwerk van de Finse goalie Pekka Rinne, zijn bijna verplicht ver te komen. De gok om de twee fantastische verdedigers Ryan Suter en Shea Weber zonder verlengd contract bij de ploeg te houden, zal zonder succes zware gevolgen hebben voor hun toekomst.

Ploegen die on­the­

fly hun team verjongden zien we ook dit jaar weer bovenaan. Vancouver heeft nu uitstekende kaarten om die zo vurig gewenste eerste titel te pakken en dat bleek ook wel toen ze hun top prospect Cody Hodgson van de hand deden om zich te versterken met Buffalo grinder Zach Kassian. Detroit, die vaak handelen in stilte en vlammen in de draft, gaat mogelijk zijn laatste playoffs met toekomstig Hall of Famer Nicklas Lidström in. Als dat geen reden is om gemotiveerd te zijn…

TOPFAVORIETEN VOOR DE STANEY CUP

ST LOUIS BLUES Geweldige goalies, een verdedigende tactiek die uitermate geschikt is voor de playoffs, een doortrapte coach en een hecht team.

VANCOUVER CANUCKS De verliezend finalist van vorig jaar zint op wraak en kan optimaal gebruik maken van de beste jaren van sterspelers als Luongo, Kesler en de Sedins.

NASHVILLE PREDATORS Niet in ieders lijstje, maar een ploeg met alle kwaliteiten om huis te houden in de playoffs. Rinne is beste goalie van de Western Conference.

CONN SMYTHE KANDIDATEN

PEKKA RINNE Zijn naam blijft vallen. Als topdoelman in de Conference en met de kwaliteiten om wedstrijden naar zich toe te trekken, kan hij de Predators eigenhandig heel ver brengen.

HENRIK SEDIN Wil Vancouver ver komen, dan zullen Henrik en zijn broer Daniel de ploeg moeten dragen en aan de lopende band moeten scoren. Reken er maar op dat ze dat zullen doen, als Daniel op tijd terug is van een lichte hersenschudding tenminste


TOPFAVORIETEN VOOR DE STANLEY CUP

NEW YORK RANGERS Draaien het hele seizoen constant, laten zich niet van de wijs brengen door tegenslagen en hebben een voortreffelijke goalie in Henrik Lundqvist. PITTSBURGH PENGUINS Beginnen de playoffs (waarschijnlijk) met Malkin én Crosby, hebben een solide verdediging en kunnen vertrouwen op uitstekend keeperswerk van Marc­Andre Fleury. BOSTON BRUINS Misschien niet bezig aan het beste seizoen, maar stevenen toch weer redelijk onbedreigd af op de divisietitel. Lieten vorig seizoen al zien waartoe ze in de playoffs in staat zijn.

CONN SMYTHE KANDIATEN

EVGENI MALKIN Moest Sidney Crosby bijna een heel jaar vervangen en deed dit met verve. Zal in de playoffs hoogstwaarschijnlijk een grote bijdrage leveren aan het eventuele succes van zijn team. HENRIK LUNDQVIST Zijn Rangers voerden veruit het langst de Eastern Conference aan en dat lag heel vaak aan hem. Willen de Broadway Blueshirts een succesreeks neerzetten in het naseizoen, dan is de Zweedse goalie daar de sleutelspeler in.

EASTERN CONFERENCE

De Boston Bruins wonnen uiteindelijk de

Stanley Cup in 2011, maar begonnen zeker niet als sterkste team aan de playoffs. De ploeg van Claude Julien ontdeed zich in de eerste ronde met veel moeite van de Montreal Canadiens, en in de tweede ronde werd de vloer aangeveegd met de Philadelphia Flyers. In de Conference Finals tegen de Tampa Bay Lightning, die eerder verrassend wonnen van de Pittsburgh Penguins en de Washington Capitals, hadden de Bruins weer zeven wedstrijden nodig voor de zege. Grote afwezige waren overigens de New Jersey Devils, die voor het eerst in vijftien jaar het naseizoen niet wisten te bereiken.

Voorafgaand aan dit seizoen waren er natuurlijk weer een aantal teams die als grote favorieten werden bestem­ peld. Zo bleven de succes­ volle

kernen van de Boston Bruins en de Washington Capitals grotendeels bij elkaar en wisten enkele achtervolgers zich goed te versterken. Bij de Pittsburgh Penguins gebeurde dit door de (waarschijnlijke) terugkeer van Sidney Crosby en Evgeni Malkin en de NY Rangers en de Philadel­ phia Flyers roerden zich flink op de transfermarkt. Ook werd veel verwacht van de Buffalo Sabres, die met hun nieuwe eigenaar een serieuze gooi wilden doen naar hun eerste Stanley Cup.


Ook de Toronto Maple Leafs ondergingen een forse metamorfose en werden sterker geacht dan het jaar ervoor. De New Jersey Devils wilden natuurlijk laten zien dat het missen van de playoffs slechts een incident was. Van de jonge, kersverse Winnipeg Jets wist eigenlijk niemand waartoe zij in staat zouden zijn. Aangezien de selectie voor een groot deel bestond uit spelers van de laaggeklasseerde Atlanta Thrashers, waren de verwachtingen niet al te hoog gespannen. Ten slotte wilden de Ottawa Senators en de Florida Panthers zich revancheren voor een dramatisch 2011 en met de nodige versterkingen konden zij weleens voor een verrassing gaan zorgen.

Zoals altijd presteerden sommige teams naar verwachting, steeg een aantal boven zichzelf uit en waren er de nodige teleurstellingen te noteren.

Favorietenrol

De ploegen uit de Atlantic Division maakte hun favorietenrol in ieder geval waar. De Penguins, de Rangers, de Flyers en zelfs de Devils maakten vanaf het begin van het seizoen vrijwel continu deel uit van de top acht. Natuurlijk kenden ze allemaal wel een mindere periode, maar daar krabbel­ den ze dan net zo makkelijk weer uit. De Bruins begonnen daarentegen matig aan dit seizoen. De regerend Stanley Cup­ winnaar vocht zich echter toch weer terug naar de top, zoals het een ware kampioen betaamt. Bij de Capitals was het verhaal anderson: zij startten juist uitstekend en wonnen zelfs hun eerste zeven wedstrij­ den. Daarna kwam de klad erin en begon de ploeg te zakken op de ranglijst. Op dit moment moeten de Capitals nog alles uit de kast halen om de playoffs te halen. De divisietitel lijken ze af te moeten staan aan de verrassende Panthers, maar ze voeren nog een hevige strijd met de Senators en de Sabres voor de plaatsen zeven en acht die recht geven op het naseizoen. De Jets zijn na een meer dan aardig debuutseizoen inmiddels afgehaakt in deze strijd. Twee teams die dit seizoen heel erg tegenvallen zijn de Maple Leafs en de Canadiens. Waar Montreal het hele

seizoen al kwakkelt, begonnen de Leafs toch bijzonder goed dit jaar. Even leek een topklassering in de maak, maar uiteindelijk zakte de ploeg weer ver terug, naar de kelder van de Conference.

Net als in de Western Conference zijn in

het Oosten nog niet alle playoff­plekken vergeven. De nummers één tot en met zes lijken inmiddels wel zeker van plaatsing, waarbij ook de volgorde niet meer zal veranderen. De Rangers hebben de titel van de Eastern Conference bijna veroverd al was er op het laatst toch nog een span­ nende strijd met de Penguins. Deze ploeg moet nu genoegen nemen met de vierde plek, achter de andere divisiewinnaars, en kunnen zich daardoor op gaan maken voor de ‘Battle of Pennsylvania’. Op de vijfde plek vinden we namelijk de Philadelphia Flyers en als deze wedstrijden weer net zo worden als de ontmoetingen in het reguliere seizoen, dan kunnen we nog heel wat vuurwerk verwachten. De Panthers bezetten momenteel de derde plek en komen daarmee in de eerste ronde van het naseizoen uit tegen de Devils van topgoalie Martin Brodeur. Beide teams plaatsten zich vorig jaar niet en willen nu dus zeker aantonen dat zij wel degelijk in de playoffs thuis horen.

De Bruins lijken, net als vorig jaar, hun

vorm precies op tijd gevonden te hebben. Veel van hun eventuele succes zal in handen komen te liggen van goalie Tim Thomas, zeker nu de back­up Tuukka Rask revalideert van een blessure. Thomas toonde vorig jaar echter al aan dat hij voor deze taak uit het juiste hout is gesneden.

Zoals gezegd woedt er nog een hevige strijd voor de laatste twee plekken. Hierin is het voor de Capitals wel fijn dat hun sterspeler Alex Ovechkin eindelijk zijn vorm te pakken lijkt te hebben. Als de Capitals als achtste eindigen, zijn zij met een Ovechkin in vorm en een weer fitte Nicklas Bäckström een zware dobber voor het als eerste geplaatste team. De waarschijnlijke ontmoeting tussen de Rangers en de Capitals is een herhaling van vorig jaar in de eerste ronde en belooft zeker een mooie clash te worden. •





eklungel in de marge heeft in de Seattle was tijdens het begin van de jaren G Amerikaanse sport een voordeel: de draft '90 van de vorige eeuw de absolute place to be in velerlei opzichten, ook mondiaal gezien. Alleen al qua economie: vanuit suburban Redmond bouwde ene computernerd Bill Gates ­ dankzij zijn Windows ­ gezwind aan zijn Microsoft­ imperium, dat de complete wereld aan de computer kreeg, en hemzelf binnen een paar jaar de rijkste man ter wereld maakte. Cultureel was dit al niet veel anders. De Emerald City was bijna een decennium lang de hoofdstad van 's werelds pop­ en rockscene, dankzij de Grunge aka Seattle Sound. Soundgarden en Alice In Chains, maar vooral Nirvana (Nevermind) en Pearl Jam (Ten) deden de stad van Jimi Hendrix alle eer aan.

Sportief bleef Seattle niet achter: de stad had met de SuperSonics (basketball) en de Mariners (baseball) twee up and coming franchises binnen haar muren. Zeker wat betreft de M's werd dat hoog tijd ook. Sinds de oprichting in 1977 was de club er nimmer in geslaagd een winning record te bemachtigen. Jaar in, jaar uit was het ploeteren in de marge, en pas in 1991 werd de mijlpaal dan toch bereikt: 83 zeges, 79 nederlagen. Het was voor­ alsnog slechts een kleine oprisping, want pas in 1995 deden de Mariners opnieuw van zich spreken.

picks zijn na afloop van het seizoen ongekend hoog. Kunst blijft dan natuurlijk om de ruwe diamanten niet te laten liggen. En de Mariners van voor de jaren negentig kon veel verweten worden ­ talentscouting kon je ze stellig niet ontzeggen. De lineup die de ploeg in 1995 binnen de lijnen kon brengen was dan ook, zeker met terugwerkende kracht, om de vingers bij af te likken. Beginnen we met center fielder Ken Griffey Jr, die de M's in 1989 kwam versterken, na twee jaar eerder als nummer 1 overall te zijn gedraft. Tel daar shortstop Alex Rodriguez bij op, de eerste pick overall in 1993, die zich in 1994 bij de hoofdmacht vervoegde. Eens per vijf wedstrijden hadden de M's bovendien niemand minder dan Big Unit Randy Johnson op de heuvel staan, die in 1989 was overgekomen van de Montreal Expos. Strikeoutkoning Johnson had bovendien hulp van aangewezen slagman Edgar Martinez, slugger Jay Buhner, en de ogenschijnlijk aimabele coach Lou Piniella. Zoals gezegd ­ een core om van te watertanden.

Praise en persoonlijke awards kreeg de

ploeg te over. Een Cy Young Award voor de Big Unit bijvoorbeeld (1995), twee Coach of the Year Awards voor Piniella (1995 en 2001), een MVP­


verkiezing voor Junior (1997) en back­to­ back Rookie of the Year Awards voor de Japanse expats Kazuhiro Sasaki en Ichiro Suzuki (2000 en 2001). De Mariners lieten de King Dome regelmatig op z'n grondvesten trillen, maar geoogst werd er hoegenaamd nooit. Zeker, de ploeg was een handjevol malen dichtbij. Maar in 1995 ging de ALCS verloren tegen de Cleveland Indians (4­2), zoals die ALCS in 2000 met diezelfde cijfers aan de New York Yankees werd gelaten. In 2001 (op dat moment overigens al zonder Junior, A­Rod en Johnson) moest het dan gebeuren, na een magistraal regular season (116­46 record!). Echter: de ALCS en de Yankees (4­1) bleken opnieuw een onover­ komenlijk obstakel. Close, but no cigar.

De geschiedenis van de basketballende

SuperSonics loopt beanstigend parallel met die van de Mariners ­ met het subtiele verschil dat de Sonics eind jaren zeventig een hausse kenden, die in 1979 zowaar een NBA­ titel opleverde. En geloof het of niet: die ene beker is tot op heden de enige hoofdprijs waarop sportstad Seattle kan bogen. Maar als gezegd, in de jaren negentig waren ook de Sonics booming. Gecoached door George Karl, en geholpen door een core bestaande uit Shawn Kemp, Gary Payton, Detlef Schrempf, Nate McMillan, Sam Perkins en Hersey Hawkins, schopten de Seattle SuperSonics het tot vier divisietitels. De euforie bereikte zijn hoogtepunt in 1996, toen het reguliere seizoen werd afgesloten met een franchise­record van 64­18. Dat beloofde de playoffs, dat de

natuurlijk veel voor ware het niet Sonics

in de twee voorgaande jaren al in de eerste ronde door een lagere seed uit het naseizoen waren geknikkerd. In 1994 verloor #1 seed Seattle van de als achtste geklasseerde Denver Nuggets, en een jaar later waren het de Los Angeles Lakers die voor een upset zorgden.

Maar zowaar: in 1996 was alles anders.

Met een klinkende zege (3­1) werden eerst de Sacramento Kings gewipt, en vervolgens werd regerend wereldkampioen Houston Rockets kundig gesweept. In de Western Conference Finals leek het dan toch nog bijna mis te gaan, toen het de Utah Jazz na een comfortabele voorsprong van 3­1 alsnog langszij liet komen. Edoch, in Game 7, na een van de meest enerverende playoff­series in 1996, kwam alles toch nog op z'n pootjes terecht: 4­3 voor de Sonics. De euforie in de Emerald City was groot, en men dichtte zich zelfs kansen toe tegen Michael Jordan en zijn Chicago Bulls, hoewel die zojuist het seizoen met een record record van 72­10 hadden afgesloten. De Bulls hadden in de Eastern Conference Finals met 4­0 de Orlando Magic van het court geveegd. De logische nederlaag­in­zes was een domper, maar slechts een fractie van de teleurstelling die de stad in 2008 te beurt viel. Het begin van het zwartste hoofdstuk in de geschiedenis van Sportstad Seattle werd geschreven in 2006, toen Howard Schultz ­ nadat hij met het stadsbestuur niet tot een akkoord kon komen over modernisering van de KeyArena ­ de Sonics overdeed aan een zakengroep geleid door ene Clay Bennett, een zakenman met wortels in Oklahoma City. Bennett liet keer op keer tegen een


ieder die het horen wilde weten dat hij “hoe dan ook in Seattle wilde blijven”, maar zijn snode plannen waren van meet af aan zonneklaar: verhuizen met die hap naar Oklahoma. OKC had, nadat het de New Orleans Hornets na Hurricane Katrina in 2005 een tijdje uit de brand had geholpen, al even van de NBA geproefd, en dat smaakte duidelijk naar meer.

Ondanks dat de KeyArena een

decennium eerder nog een frisse opknapbeurt had gekregen, eiste Bennett van de stad onmiddellijk een nieuw stadion. "Of anders..." Het gesteggel tussen de stad Seattle en de Bennett­groep duurde twee jaar, maar in 2008 werd het pleit dan toch beslecht: Seattle raakte z'n NBA­ franchise kwijt. "We did it!", waren de eerste woorden van Clay Bennett op de persconferentie waar hij de geboorte van de Oklahoma City Thunder wereldkundig maakte.

Nee, het valt om de drommel niet mee om het gemoed opgeklaard te houden als sportfan in Seattle. Ook als football­ liefhebber is het in de Emerald City maar behelpen geblazen. De Seattle Seahawks, opgericht in 1976, mogen zich gelukkig prijzen dat ze zich sinds 2002 ophouden in de zwakke NFC West, waardoor de club zich in het voorbije decennium maar liefst vijf maal tot divisiekampioen mocht laten kronen.

JACK SIGMA Hoogblonde center, die het schopte tot zeven All Star­ selecties. Was een belangrijke pion in de ploeg die in 1979 de NBA­titel voor zich opeiste. Was in zijn loopbaan, die ook nog vijf seizoenen langs Milwaukee voerde, goed voor 17.287 punten en 10.816 rebounds. Tegenwoor dig assistent in Minnesota.

STEVE LARGENT Wide receiver, die een stroeve start kende: leek als 117de overall pick al snel te worden gecut door de Houston Oilers, maar kwam vervolgens onbedaarlijk tot bloei in Seattle. Bleef maar liefst dertien jaar bij de Seahawks, speelde in zeven Pro Bowls, en kwam als eerste 'Hawk

in de Hall of Fame terecht. Ging na het football de politiek in, en werd in de gouverneursverkiezin g van Oklahoma in 2002 nipt verslagen.

CORTEZ KENNEDY Defensive tackle, die de Seahawks zijn carriere lang (elf jaar) trouw bleef. Kersvers Hall of Famer, die het tot acht Pro Bowls schopte. NFL Defensive Player of the Year in 1992.

KEN GRIFFEY JR Eén van de beste homerun hitters en verdedigers ooit. Staat met 630 homeruns vijfde op de alltime­ ranglijst, en dat met een slaggemiddelde van .284. Was bovendien goed voor 2781 hits en 1836 RBI's. Dertien keer All Star, tienvoudig Gold Glove­winnaar. Winnaar van zeven Silver Slugger Awards en 2007 AL MVP. Sloot z'n loopbaan af in Seattle, en vond het in 2010 welletjes.


SHAWN KEMP Geweldige neukert. Voert de ranglijst van bastaard­kinde­ ren bij verschillende moe­ ders (officieel zeven) aan met stip. Daarnaast begena­ digd dunker. Zesvoudig All Star, met 15.347 punten, 8834 rebounds en 1279 blocks achter zijn naam. Tekende een langlopend contract bij de Sonics, juist voor het moment dat de salarissen in de NBA als een raket omhoog schoten. Bummer.

GARY PAYTON Speelde liefst dertien jaar voor de Sonics, en heeft dan ook de records qua punten (21.813), assists (8966) en steals (2445) van de fran­ chise in han­ den. Begena­ digd trash talker boven­ dien, die negen keer de All Star Game haalde. Werd in zijn nadagen, in 2006 als speler van de Miami Heat, nog gekroond tot NBA kampioen. Was goed

voor twee game­winning shots in de finals tegen de Mavs.

ALEX RODRIGUEZ Koos eigenlijk te vroeg voor het grote geld van de Texas Rangers om als Seattle Legend mee te tellen. Speelde zes jaar voor de Mariners, waar hij in 1993 rechtstreeks vanuit highschool naartoe kwam. Zette in Seattle records neer van meeste runs in een seizoen (141), extra base hits (91) en hoogste slugging percentage in een seizoen (.631).

RANDY JOHNSON Big Unit, 2 meter 8 lang, bekend om zijn fast ball en gemene slider. Gooide in z'n prime steevast rond de 100 mph. Tienvoudig All Star, heeft vijf Cy Young Awards op de schoorsteenmantel staan. Sloot z'n loopbaan af met een win­loss record van 303–166, een ERA van 3.29 en 4875 strikeouts. EDGAR MARTINEZ Papi is de vleesgeworden DH, die z'n gehele achttien­

jarige loopbaan doorbracht in Seattle. Finishte op 309 homeruns, en dat met een slaggemiddelde van .312. Fan favourite. SHAUN ALEXANDER Drievoudig Pro Bowler, die in 2005 z'n topjaar kende: Offensive Player of the Year, Rushing Cham­ pion en seizoens MVP. Sloot het seizoen af met 28 touchdowns, op dat moment een record.

WALTER JONES Offensive Tackle, die z'n complete twaalfjarige loopbaan trouw bleef aan Seattle. Negen Pro Bowl­ selecties, z'n #71 werd door de Seahawks retired. ICHIRO SUZUKI Slagman waar je U tegen zegt. Z'n records, awards en mijlpalen als hitter zijn te­ veel om op te noemen. Enke­ le van de meest aanspreken­ de dan maar: AL Rookie en MVP of the Year en AL Sto­ len Base­kampioen in 2001. Sloeg in 2004 in liefst vier maanden meer dan 50 hits. •


Maar goed, laten we niet te negatief

worden. Helemaal kommer en kwel was het wat betreft de 'Hawks nou ook weer niet. Sterker nog: in 2006 werd, onder leiding van eigenaar Paul Allen (co­oprichter van Microsoft) en coach Mike Holmgren, nadat de ploeg zojuist het record had gezet van 'longest drought in NFL history' wat betreft playoff­wins, zowaar de Super Bowl bereikt. Vooral dankzij core­spelers Matt Hasselbeck, Shaun Alexande (28 touchdowns, 1880 rushing yards) en Walter Jones.

Het reguliere seizoen 2006 werd een waar feest voor de geplaagde Seattle sportsfan. De competitie werd, gesteund door de alom gevreesde 12th man, afgesloten met het res­ pectabele record van

13­3, hetgeen de ploeg de number 1 seed in de NFC opleverde. In het naseizoen ging het feestje onverdroten voort: de Washington Redskins (20­10) en de Carolina Panthers (34­14) werden onverbiddellijk aan de zegekar gebonden: de George Halas Trophy was een feit.

Het seizoen strandde evenwel in

schoonheid, want in Super Bowl XL, in Detroit, bleken de Pittsburgh Steelers een maatje te groot. De Steelers­teller stokte uiteindelijk op 21­10, vooral dankzij het feit dat de AFC­kampioen middels drie big plays drie touch­ downs scoorde, en Seattle zich door enkele controversiële calls van de arbitrage ernstig tekort gedaan voelde. Het gevoel dat achterbleef was er vooral en opnieuw een van 'Close, But No Cigar'. Typisch Seattle. Net niet.


Gelukkig hebben ze aan de boorden van de Pacific een ruime blik. Als de lokale professionals weer eens teleurstellen, dan zijn er altijd nog de college­ballers van de Huskies of Gonzaga waarop men terug kan vallen. En op, jawel, de Seattle Sounders. Want wat de reden ook mag zijn ­ toch niet dankzij co­owner Drew Carey? ­ maar nergens in de Verenigde Staten is soccer zo populair als in de staat Washington. Hoewel de laatste (derde) editie van de Sounders pas werd opgericht in 2007, floreert het voetbal in Seattle als nooit te voren.

Feiten? Sinds de club z'n seizoensopening won in maart 2009, is iedere wedstrijd (in het CenturyLink Field, capaciteit 67.000) stijf uitverkocht. Daarmee voert het de MLS qua gemiddelde toeschouwers­ aantallen zonder concurrentie aan. Nee, aan fansupport heeft het in Seattle nooit ontbroken. Maar aan prijzen des te meer. •



Billy Goat

Perfect in Hoofddorp

Hier in Chicago zijn we de trotse

Vorige week opende het baseballseizoen

Maar verdomd als 't niet waar is: 't zit (zat) onze supersterren dit seizoen niet bepaald mee. De Bears lagen op playoff­koers totdat Cutler z'n duim brak. Toews staat al bijna twee maanden buitenspel met een hersenschudding, terwijl DRose maandag z'n elfde opeenvolgende wedstrijd miste.

Nee, de wedstrijden begonnen respectievelijk om half vier en half drie 's ochtends Pacific Time, de tijdzone waarin Oakland en Seattle zich bevinden. Alleen ROOT, de omroep in Seattle, zond de wedstrijden uit. Belachelijk natuurlijk.

'bezitters' van drie franchise­spelers. De Bears hebben Jay Cutler, de Blackhawks Jonathan Toews, en de Bulls Derrick Rose. Stuk voor stuk toppers waar je mee voor de dag kunt komen.

En dat is zuur. Zonder roergangers valt er namelijk geen eer te behalen.

De Bears werden zonder Cutler (en met Hanie) van Super Bowl­contender tot lachertje van de NFL, de 'Hawks hebben zonder Toews niets in de Stanley Cup Playoffs te zoeken, terwijl de Bulls er in het naseizoen zonder Rose zo maar na een ronde kunnen uitliggen. (A propos de blessure van Rose. Geruch­ ten in Chicago willen dat de lieskwetsuur van de pointguard wel 'ns veel ernstiger kan zijn dan de Bulls willen doen voorko­ men. Rose zelf liet zondag bovendien voor 't eerst weten dat­ie hoopt er bij de playoffs weer bij te zijn. 'Hoopt'. Klink niet goed).

Mijn theorie: die dekselse

Theo Epstein heeft 't op een akkoordje met de duivel gegooid, om z'n Cubs van hun Billy Goat­curse af te helpen. En daar moest natuurlijk wel wat tegenover staan. 'n Wel erg hoge prijs, vind ik zelf.

met twee wedstrijden tussen de Oakland Athletics en Seattle Mariners in Tokio. Het was een rare gewaarwording, en niet omdat de wedstrijden in Japan werden gespeeld.

Maar ja, de wedstrijden waren vooral

voor het Japanse publiek bedoeld. Weinig baseballfans in Amerika gaven er veel om. De wedstrijd stond in het teken van de grenzen van de MLB uitbreiden, net zoals dat bijvoorbeeld ook in de NFL gebeurt bij de jaarlijkse wedstrijd in Londen.

Het deed mij denken aan het voorstel dat is ingediend om ook een paar wedstrijden in Nederland te spelen. Dat moet in 2014 gebeuren en het zou een fantastische manier zijn om deze sport ook in Nederland nog populairder te maken.

Natuurlijk komt er dan minstens één

team naar Nederland dat in Amerika niet veel thuispubliek trekt. Dikke kans dat het weer de A's zijn. Maar welk team nog meer? Het zou natuurlijk mooi zijn als de New York Yankees naar Amsterdam (eigenlijk Hoofddorp) zouden komen. C.C. Sabathia met een perfect game in Hoofddorp. Dat zet niet alleen honkbal, maar ook Nederland op de kaart.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.