Sport Amerika The Magazine Nummer 14

Page 1




HOOFDREDACTIE Neal Petersen EINDREDACTIE Geert Jan Darwinkel Kasper Dijk REDACTIE Lennart Beishuizen Bert Jan Brands Geert Jan Darwinkel Vincent Van Genechten Paul Klomp Ingmar Meijer Marco Post Joep Smeets Jurian Ubachs Jeroen Veenstra Richard van Welie Frank Wielaard Jules Zane Jan Willem Zeldenrust COLUMNISTEN Jeroen Elshoff Matthijs Meeuwsen Leander Schaerlaeckens FOTOGRAFIE Getty Images PRODUCTION, ART DIRECTION & DESIGN DarChicago Ltd. MET DANK AAN Issuu Digital Publishing Scribus Desktop Publishing SportAmerika The Magazine is een uitgave van Petersen Media. Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden gekopieerd zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. © Petersen Media 2012 ­ Alle rechten voorbehouden.

Natuurlijk kan ik niet anders beginnen dan alle lezers en

lezeressen met Miami Heat­sympathieën van harte te feliciteren met het behalen van de NBA­titel. Met een ontketende LeBron James bleek er geen houden aan voor Kevin Durant en de rest van de Thunder. LeBron heeft dan eindelijk zijn felbegeerde ring. Ik heb zelden een sportman zo vastberaden aan het werk gezien. Natuurlijk, de gunfactor die hij destijds in Cleveland had was vele malen groter, maar dat verandert niks aan de manier waarop hij deze titel tot stand heeft weten te brengen. Moest er verdedigd worden? Hij stond er. Een bal in het vierde kwart die er echt in moest? Hij ging er (nu wel) voor.

Het is een wereld van verschil met de finale van

vorig seizoen, waarin LBJ niet tot zijn recht kwam. Voor de verliezers uit Oklahoma moet dit ook een les zijn. Een finaleserie spelen blijkt toch heel anders te zijn dan hoe sommige spelers zich het hadden voorgesteld. Mochten Durant en de rest de komende jaren weer een finale halen, en dat is zeer goed mogelijk, dan is deze serie het leergeld wat ze dan erg goed van pas zal komen. In dit magazine kun je natuurlijk veel meer over de NBA Finals lezen.

Voor alle NBA­liefhebbers is het nu even afkicken, maar voor de lezers van dit magazine is er geen vuiltje aan de lucht. Komkommertijd bestaat niet op de redactie van #SportAm. Het MLB­circus draait op volle toeren en we zijn in volle voorbereiding richting het nieuwe NFL­seizoen. Waar wij het afgelopen seizoen de succesvolle ‘Sport Amerika Football Pool’ introduceerden, zijn we nu achter de schermen bezig met een nieuwe editie.

Verder zullen wij de komende maanden ons ook op andere

fronten, naast de website en het magazine, presenteren. De eerste handtekeningen voor samenwerkingen zijn al gezet en het zal niet lang meer duren voordat wij met mooi nieuws naar buiten komen.

Mochten jullie zelf ideeën en/of suggesties hebben hoe wij nog meer in de lezersbehoefte van #SportAm kunnen voorzien, dan horen wij dat natuurlijk graag. Een mailtje naar info@sportamerika.nl of een tweet naar @SportAmerika is daarvoor voldoende. Voor nu veel leesplezier,










Weekly RoundUp

De Miami Heat pakten hun

tweede titel in de geschiedenis van de club. Daardoor zijn de afgelopen veertien titels gewonnen door slechts zes teams, met naast de Heat ook de Spurs, Lakers, Celtics, Pistons en Mavericks • De Orlando Magic hebben een nieuwe GM. De amper 30­jarige Rob Hennigan vervangt de ontslagen Otis Smith en moet van de club een contender maken. Met Dwight Howard nog minstens één jaar in Orlando beschikt Hennigan alvast over één bouwsteen • Tony Parker spant een rechtszaak aan tegen nachtclub W.i.P. uit New York. Parker kreeg onlangs een klap in het gezicht nadat zijn vriend, zanger Chris Brown, het aan de stok kreeg met de entourage van hip­hopster Drake. De point guard van de Spurs verwijt de club “een gebrek aan beveiliging” en eist 20 miljoen dollar.

Nash York?

De 38­jarige Steve Nash

verlaat na acht seizoenen de Phoenix Suns. Nash werd zowel in 2005 als in 2006 verkozen tot MVP maar speelde nog nooit in NBA Finals. De fiere point guard is de Suns altijd trouw gebleven, maar nu de jaren écht beginnen te tellen, gaat Nash op zoek naar een laatste kans op een welverdiende ring. De Miami Heat lieten hun interesse al blijken, maar Nash liet tot nu toe niet in zijn kaarten kijken.

Tot nu toe, want op een promotie­uitstap in Manhattan liet Nash zich het volgende ontglippen: “New York Knicks een grote club en ik hou zeker rekening met hen mochten ze geïnteresseerd zijn.”

En of die interesse aanwezig is! De Knicks hebben een probleem op de point guard­positie aangezien Baron Davis langdurig uitgeschakeld is na een knie­ operatie, Jeremy Lin een free agent is en Iman Shumpert en Tony Douglas geen aantrekke­ lijke opties zijn. Of New York de meest aantrekkelijke keuze is voor Nash valt echter te betwijfelen.

The Decision

De Boston Celtics leken

even op weg naar hun derde NBA Finals in vijf jaar, maar lieten zich verschalken door de Miami Heat. Vooral Kevin Garnett droop na de verloren zevende wedstrijd ontgoocheld af. Het betekende meer dan het einde van een

seizoen, dit verlies betekende het einde van de ‘Big Three’ in Boston. Nu ‘The Big Ticket’ 36 jaar oud is en opnieuw een keuze moet maken in zijn carrière, zit KG met de handen in het (spreekwoordelijke) haar. Hij weet het even niet goed en beschouwt ook het basketbalpensioen als een optie. Wat? Ja, Kevin Garnett denk erover na om de NBA vaarwel te zeggen. Het is een schok. Garnett is een speler waarvan je denkt dat ie nooit gaat stoppen met dit spelletje.

Gaat de basketbalwereld een

jaar na Shaq opnieuw een ster verliezen? Een minuut stilte zou alvast passend zijn, mocht het zover komen. In eerdere berichten werd KG echter gelinkt aan de Spurs en de Lakers. Het zou vreemd zijn om Garnett niet meer in het groen te zien maar het zou beter zijn dan hem helemaal voor de NBA te verliezen. Garnett liet in de playoffs meermaals zien dat hij na al die jaren (achttien!) nog steeds in staat is om een defensie te verankeren en, als het nodig is, ‘big time’ offensieve wedstrijden te spelen. Blijf bij ons KG!

Hoop voor NO

De New

Orleans Hornets speelden niet bepaald het beste seizoen in de geschie­ denis van de club. Het eerste seizoen in zes jaar zonder Chris Paul werd er vooral één van verlie­ zen. De Hornets konden amper 21 wedstrijden winnen, mede door een hoop blessures. Gelukkig waren de goden hen goedgezind en wonnen ze de draft lottery, waardoor ze de kans hebben om collegester Anthony Davis te selecteren. Maar een even belangrijke pion voor de toekomst van de club is Eric Gordon, de talentrijke shooting guard die overkwam van de Clippers in de deal voor Paul.

Om hem opnieuw bij het team

te krijgen, creëerden de Hornets financiële ruimte in een deal met de Wizards. Trevor Ariza en Emeka Okafor trekken naar de hoofdstad en Rashard Lewis en de 46ste pick in de draft naar NO. •




Tot volgend jaar?

Bij aanvang van de NBA Finals

was het moeilijk kiezen, zowel voor analysten als voor neutrale fans.

Aan de ene kant had je de ervaren sterren van de Heat die uit waren op wraak na de verloren finale van 2011. Vooral het duo LeBron James/Dwyane Wade blijft tot de verbeelding spreken en met Chris Bosh als derde optie vraag je jezelf af hoe dit team wedstrijden kan verliezen.

Aan de andere kant had je het hechte blok van de Thunder die op weg naar hun eerste finale teams met heel wat meer ervaring relatief vlotjes naar huis stuurden. De maturiteit van Kevin Durant, de snelheid van Russell Westbrook en de koelheid van James Harden doen elke fan likkebaarden. Het beloofde een spannende finale te worden, waarbij een Game 7 absoluut tot de mogelijkheden behoorde. Spijtig genoeg werd het dat niet maar misschien wordt het dat volgend jaar wel. Een overzicht van wat geweest is en wat komt.

Constante Heat

Het vorige seizoen eindigde

met een zware ontgoocheling. De Heat werden op hun jacht naar de verwachte titel gestopt door de Dallas Mavericks. Ze gaven toen een 2­1 voorsprong uit handen door drie opeen­ volgende wedstrijden te verliezen.

Het regende dan ook non­stop kritiek. Vooral LeBron James moest het ongelden omdat hij in de vierde kwarts nauwelijks uit de verf kwam. Dit jaar zou het anders moeten en dat werd het ook. Het team leek beter op elkaar ingespeeld en hield een constant hoog niveau aan. De ‘drop­


offs’ van vorig jaar waren eruit en dat leidde tot het ultieme succes.

Aan het hoofd van dit alles stond MVP en

Finals MVP LeBron James. Het was de eerste keer sinds Tim Duncan in 2003 dat dezelfde speler beide awards in de wacht sleepte. James mag zich vanaf nu terecht ‘The King of Basketball’ noemen. Hij raasde als een bezeten gek door de playoffs en was op zijn best als de Heat hem het meest nodig hadden. Ook in de NBA Finals was James niet te stoppen. Hij tekende voor gemiddeld 29 punten, 10 rebounds, 7 assists, bijna 2 steals en een schotpercentage van 47%. Bovendien speelde hij 220 van de maximaal 240 minuten, zo’n 44 minuten per wedstrijd. James is de leider van de Heat en leverde legendarisch werk af. Applaus en diep respect zijn hier gepast.

Die andere twee sterren deden ook hun duit in het zakje. Dwayne Wade kon zijn Finals performance van 2006 niet herhalen maar was daarom niet even impressionant. ‘Flash’ teken­ de voor gemiddeld 23 punten, 6 rebounds, 5 assists, één steal, één blok en een schotpercen­ tage van 44%. Wade onderscheidde zich vooral defensief, als stopper van de snelle en wendba­ re Russell Westbrook. Hij maakte van West­ brook een jump shooter en verhinderde vele malen de dodelijke drive van de point guard. Ondertussen zorgde Chris Bosh voor de nodige ‘inside scoring’. Bosh startte Game 1 op de bank maar met hem als starter verloren de Heat geen enkele keer. Hij tekende voor gemiddeld 15 punten, 9 rebounds, één blok en een schotpercentage van 45%. Er wordt weleens gezegd dat de Heat een ‘Big Two­And­A­Half’ hebben maar Bosh toonde elke keer opnieuw dat hij een volwaardig lid is van de ‘Big Three’.

Tot slot was het hoge niveau van

‘de anderen’ cruciaal voor de Heat. Mannen als Mario Chalmers, Shane Battier, Mike Miller, Udonis Haslem, Norris Cole…hadden allen minstens één wedstrijd waarbij ze een serieuze steen bijdroegen. Zo had Battier 17 punten in Game 1 en 2, Chalmers 25 punten in Game 4 en raakte Miller zeven op acht driepun­ ters in Game 5. Basketball is nog steeds een teamsport en de role players van de Heat bewezen hun waarde op weg naar de titel.


Wisselvallige Thunder

Daar stonden ze dan, het team waarvan de

zes belangrijkste spelers (basisvijf + James Harden) een gemiddelde leeftijd hebben van amper 24 jaar. De Thunder maakten dit seizoen opnieuw een stap voorwaarts en hadden op weg naar de finale eerst de Dallas Mavericks, dan de LA Lakers en tot slot de San Antonio Spurs uitgeschakeld.

Teams met tonnen ervaring en winnaars van vier van de laatste vijf titels. Gezien deze prestatie waren ze zelfs lichtjes favoriet, zeker nadat ze de Spurs vier opeenvolgende nederlagen aan de broek smeerden. Maar aan het eind van het verhaal kwamen ze toch dat beetje ervaring te kort. Waar de Heat constant presteerden, waren de Thunder te wisselvallig om aanspraak te maken op hun eerste titel.

Ondanks het verlies kan Kevin Durant met enige

fierheid terugkijken op zijn eerste Finals. Hij moest de hele tijd opboksen tegen het duo LeBron James/Shane Battier maar tekende toch voor gemiddeld 31 punten, 6 rebounds, één steal, één blok en een schotpercentage van 55% (!) waarvan 39%


vanaf de driepuntlijn. Is Durant goed? Nee, hij is gewoonweg fenomenaal. Er bestaat nog maar weinig twijfel wie de beste scorer in de NBA is. Zet een stap opzij Kobe, here comes ‘The Durantula’! Durant had eigenlijk geen enkele mindere wedstrijd, tenzij je 28 punten en 3 rebounds in Game 4 ‘minder’ wil noemen. Wat velen zich echter zullen herinneren, is zijn misser in Game 2. Durant miste toen van dichtbij de korf die de stand gelijk had gezet met minder dan tien seconden op de klok. Of hij foutief werd gestopt door James zal eeuwig een discussiepunt blijven. Toch mag Durant trots zijn op zichzelf en heeft hij aan de wereld getoond wat voor immens talent hij heeft.

Zijn twee kompanen lieten zich dan weer van

hun beste én hun slechtste kant zien. Russell Westbrook tekende voor gemiddeld 27 punten, 6 rebounds, 7 assists, één steal en een schotpercentage van 43%. Op zich zijn dat ongelooflijke statistieken maar wie dieper graaft, ontdekt al snel dat Westbrook zich weer net iets teveel op de voorgrond plaatste. Hij maakte slechts 39% van zijn schoten in Game 2, scoorde maar 19 punten in Game 3 en miste zestien van z’n twintig schoten in Game 5. Ondertussen was


hij wel goed voor 43 punten in Game 4. Westbrook is een genot om naar te kijken en is ontzettend belangrijk voor de Thunder, maar hij kan zich met momenten niet be­ dwingen en doet zijn team daarmee meer pijn dan goed. Ook James Harden had niet zijn beste serie. De 6th Man of the Year te­ kende voor gemiddeld slechts 12 punten, 5 rebounds, 4 assists, één steal en een schot­ percentage van 38%. Harden vond nooit zijn ritme en was vaak te passief, waar hij anders agressief speelt: hij maar vijf punten in Game 1, negen in Game 3 en acht in Game 4.

Verder bleek vooral de beperkte offensieve capaciteiten van de role players een probleem. Zo scoorden de andere starters (Ibaka, Perkins en Sefolosha) gemiddeld amper 17 punten aan 38%. Gelukkig deed oude rot Derek Fisher nog goed mee met gemiddeld 6 punten. Vooral de mindere prestatie van Ibaka moet de Thunder doen nadenken. De Spaanse Congolees stond gemiddeld amper 26 minuten op het terrein ondanks dat hij nog geen drie fouten per wedstrijd maakte.

Op herhaling?

Krijgen we volgend jaar opnieuw een clash tussen de twee aantrekkelijkste teams in de NBA? Voorlopig lijkt het erop.

Niemand in het Oosten staat echt in de weg van de Heat. De Bulls moeten afwachten hoe Derrick Rose herstelt van zijn zware blessure, de Pacers missen een echte ster, de Knicks zijn nog steeds een zootje ongeregeld en de Celtics vallen waarschijnlijk uit elkaar. Met een ‘Big Three’ die steeds beter gaat samenspelen met de rest van het team, zijn de kansen voor de Heat op een repeat aanzienlijk.

Ook voor de Thunder ligt de weg naar een nieuwe finale voorlopig open. Het huidige team was goed genoeg voor een plek op het allerhoogste niveau en de concurrentie leeft

in onzekerheid. De Lakers missen diepte, de Mavericks zijn te oud, de Spurs kunnen het niet afmaken in de playoffs, de Clippers zijn er nog niet klaar voor en de Grizzlies stelden teleur. En gezien de groeimogelijkheden die de jonge sterren van de Thunder nog hebben, lijkt een tweede kans op een titel bijna vanzelfsprekend. •


Aardig onderzoekje door ESPN, dat uitwees dat bijna geheel Ameri足 ka op de hand OKC was. Met uit足 zondering dan van (uiteraard) Florida, Alabama en... Washington. Waar men logischerwijs nog altijd boos is op Clay Bennett, omdat hij de geliefde SuperSonics wegroofde. Sommige Seattle足fans namen hun missie de voorbije weken echter wel erg serieus...

Ja, ook Chris Bosh kijkt porno op de iPad...

Helaas, de NBA足playoffs zitten er weer op. Een van de dingen die we natuurlijk vooral gaan missen, zijn de postgameshirtjes van Russell Westbrook. Wow.




LEN BIAS (1963­1986)

“Een betere versie van Michael Jordan.” Al twee jaar na de NBA­entree van de basketballer die nu wordt gezien als de beste aller tijden, kwam er een speler voorbij die volgens velen op gelijke voet stond met Jordan: Len Bias, de grotere, meer fysieke en met een beter schot gezegende ster van Maryland. Op 17 juni 1986 werd hij door regerend kampioen Boston Celtics gekozen als nummer twee in de draft na Brad Daugherty. “Ik denk dat ik wel kan wennen aan winnen. Om voor Boston uit te komen is een droom in een droom”, reageerde de 22­jarige Bias na de draft. Nog geen 48 uur later blies de nieuwbakken NBA­ster zijn laatste adem uit. Een overdosis cocaïne werd hem fataal. “Niemand kon weten of hij zo speciaal zou worden als Bird, Magic of Jordan, maar hij zou een All­Star zijn in de jaren die gingen komen”, stelde wijlen Red Auerbach, toen president van de Celtics. Boston had de jongeling al jaren op het oog en hoopte met zijn atletische vermogen de Los Angeles Lakers voor te blijven. Een vierde offensieve optie naast Bird, McHale en Parish. Zover kwam het niet en het zou 22 jaar duren voordat de Celtics zich weer tot kampioen van de NBA kroonde.

De dood van Bias had een enorme impact op de

basketbalwereld, maar ook ver daarbuiten. Waar iedereen van de jaren zestig generatie wist wat hij waar aan het doen was toen John F. Kennedy werd vermoord, zo gold hetzelfde voor de mensen in de jaren tachtig bij het nieuws van Len Bias. Drugs was een groot probleem in die tijd en er was nog maar relatief weinig over bekend. Het overlijden van Bias zorgde voor meer bewustwording. “Ik twijfelde wel eens of ik het zou doen of niet, maar toen ik het nieuws hoorde wist ik dat ik drugs nooit met ook maar één vinger aan zou raken”, aldus Charles Barkley. Tevens kwam er een nieuwe anti­drugswet met de naam Len Bias Law.

De gebeurtenis had directe invloed op de loopbaan van

Larry Bird, die het nieuws van het overlijden van zijn toekomstige ploeggenoot omschreef als het verschrikke­ lijkste nieuws dat hij ooit had gehoord. De Celtics­ster miste bijna het volledige seizoen 1988­1989 en stelde dat hij was gestopt als Bias toentertijd voor de Celtics had gespeeld. “Als hij er was geweest, had ik direct een einde gemaakt aan mijn loopbaan.” Nu voelde hij zich verant­ woordelijk voor de kwaliteit van het team en speelde, ondanks lichamelijke klachten, nog drie jaar door tot en met zijn pensioen in 1992. Bias was een week voor de draft nog door de Celtics en vele andere teams medisch onderzocht. Niemand had een spoor van drugs in zijn lichaam gevonden. Auerbach: “Hij was clean. In plaats van dronken te worden om zijn selectie te vieren, deed hij het op een andere manier en kreeg het verkeerde spul. Het was een verschrikkelijke vergissing.”


GROOTSTE DRAFT STEALS

1. MARC GASOL, 48e pick 2007 Gekozen door de Los Angeles Lakers, kwam hij via een trade met zijn broer Pau terecht bij de Memphis Grizzlies. Hier ontpopte hij zich tot een grote meneer en dit jaar kwam zijn beloning met een uitnodiging voor de All­Star Game. Hij tekende daarnaast een nieuw vierjarig contract bij de Grizzlies voor bijna 60 miljoen dollar.

2. MO WILLIAMS, 47e pick 2003 De Utah Jazz kozen Williams. Speelde echter nauwelijks in Salt Lake City. Verhuis­ de naar Milwaukee Bucks, was daar een veelscorende guard, maar maakte pas echt furore aan de zijde van LeBron James bij Cleveland Cavaliers. In zijn eerste jaar bij de Cavs schopte hij het tot de All­Star Game (weliswaar dankzij een blessure van Chris Bosh, maar toch). Ook bij de Los Angeles Clippers is hij een belangrijke role player naast Chris Paul en Blake Griffin. 3. MANU GINOBILI, 57e pick, 1999 Misschien wel de grootste draft steal ooit. Werd door de San Antonio Spurs gedraft en maakte drie jaar later zijn entree in de NBA. Sindsdien is hij niet meer weg te denken uit de formatie van coach Gregg Popovich. Pakte met zijn makkers Tim Duncan en Tony Parker drie titels, won de prijs voor Sixth Man of the Year in 2008 en werd twee keer geselecteerd voor de All­Star Game. 4. JEFF HORNACEK, 46e pick, 1986 Gedraft door de Phoenix Suns, waar hij zes seizoenen speelde. In 1991 nam hij deel aan de All­Star Game. Van 1992 tot en met 1994 kwam hij uit voor de Philadelphia 76ers om daarna zes seizoenen het tenue van de Utah Jazz te dragen. Won tweemaal de Three­ Point Shoutout wedstrijd (1998 en 2000) en de Jazz hebben zijn nummer 14 geretired. 5. DRAZEN PETROVIC, 60e pick 1986 Eén van de beste Europese basketballers ooit werd gehaald door de Portland Trail Blazers. Hij verhuisde na anderhalf seizoen naar de New Jersey Nets. In 1993 kwam hij tot gemiddeld 22 punten, 3 rebounds en 3 assists bij de Nets, maar liep tot zijn grote teleurstelling de All­Star Game mis. Hij werd wel geselecteerd voor de All­NBA Third team. In de zomer van dat jaar overleed hij bij een tragisch auto­ongeluk. Opgenomen in Hall of Fame en shirt nummer 3 geretired door de Nets.


HANK GATHERS (1967­1990)

Het was iets meer dan drie maanden voor de draft van 1990. Gathers had het seizoen 1988­1989 afgesloten als topscorer én toprebounder van het land. Hij was een van de elitespelers van het land. In zijn laatste collegejaar was alles gericht op de start van zijn NBA­loopbaan. De ster van Loyola Marymount College was een verwachte lottery pick, top­tien of misschien wel top­vijf. Zijn teamgenoot Bo Kimble, met wie hij het hart van het team vormde, werd als achtste gekozen. Gathers maakte echter geen onderdeel uit van de Draft dat jaar. Op 4 maart 1990, tijdens de kwartfinale van het conferencetoernooi in aanloop naar het NCAA Tournament, kwam er een einde aan het leven van Gathers. Na een fenomenale dunk viel hij op de weg terug naar zijn basket zomaar neer. Twee uur later werd hij in het ziekenhuis doodverklaard. De 23­jarige Gathers had problemen met zijn hart. Hij had zelfs een waarschuwing gehad in december, toen hem hetzelfde was overkomen. Toen overleefde hij het, maar in de maanden die volgden weigerde Gathers de medicatie vanwege de enorme bijwerkingen en negatieve invloed op zijn basketbalspel. Hij had een droom, spelen in de NBA. Die droom koste hem uiteindelijk zijn leven. Miami­coach Erik Spoelstra speelde bij de Portland Pilots, de tegenstander van Marymount die avond. Hij herinnert zich het voorval nog als de dag van gisteren. “Het was zo tragisch. De stilte in de zaal, het is iets dat ik nooit zal vergeten.”

BEN WILSON (1967­1984)

Benjamin Wilson was een speler van Simeon High School, in Chicago. Hij leidde zijn team in 1984 naar het eerste staatskampioenschap. Van alle juniors in het land werd hij in de weken daarna betiteld als de beste. De zomer ging voorbij en het nieuwe seizoen stond voor de deur. Slechts dertien uur voor het eerste competiteduel, sloeg op 20 november het noodlot toe voor de 17­jarige Benji. Een korte discussie over iets onbenulligs met twee onbekenden en drie schoten later en de beste high school basketballer van het land was niet meer. De impact van zijn overlijden was enorm. Vooral ook op teamgenoot Nick Anderson: de oud­speler van Orlando Magic (1989­1999) koos uit eerbetoon aan zijn vriend in zijn loopbaan het nummer 25, dat Wilson altijd droeg. Of Ben Wilson het in zich had om de grote ster van de jaren negentig te worden kan niemand zeker weten, maar voor Anderson was zijn overlijden een motivatie die hem tot de NBA Finals in 1995 bracht. “Het heeft me geleerd dat ik niet alles voor lief moet nemen. Morgen kan zomaar mijn laatste dag zijn.”

De bekendste speler ooit van Simeon? Derrick Rose. De guard van de Chicago Bulls leidde de school in 2006 en 2007 naar twee staatskampioenschappen. Rose droeg nummer 25. •


DE BESTE DRAFTS OOIT

In elk decennium is er over het algemeen één extreem sterke draft class. Een jaar dat er duidelijk uitspringt. In de jaren zeventig was dat 1970. Dave Cowens (Boston Celtics) en nog vijf andere spelers schopten het tot de Hall of Fame en twaalf namen deel aan de All­Star Game. In de jaren negentig was het 1996, het jaar waarin Kobe Bryant de NBA binnenkwam. De twee beste drafts ooit vonden echter plaats in 1984 en 2003, waarbij de eerste over het algemeen de voorkeur krijgt boven de

tweede. Michael Jordan, Hakeem Olajuwon, Charles Barkley en John Stockton (allen in Hall of Fame) krijgen op dit moment nog de voorkeur boven LeBron James, Dwyane Wade, Chris Bosh en Carmelo Anthony. De vraag is: wordt de huidige lichting de sterkste van dit decennium? Gezien de kracht van de spelers tot diep in de draft zou dit jaar zomaar meer dan een handvol All­Stars en, mogelijk, Hall of Famers op kunnen leveren.


2012 NBA Draft: Sport Amerika's top 10 1. ANTHONY DAVIS / New Orleans Hornets – Power forward, 19 jaar en een franchise changer. Scoren, rebounden en blocken, hij doet het als de beste. Na het vertrek van Chris Paul kunnen de Hornets met Davis en enkele goede beslissingen in de komende jaren wellicht een rol gaan spelen in de Western Conference. 2. HARRISON BARNES / Charlotte Bobcats – Small forward, 20 jaar. Een scorer, goede verdediger en atletisch. Speelde een matig NCAA­ toernooi, maar is fysiek en mentaal klaar voor het grote werk.

3. THOMAS ROBINSON / Washington Wizards – Power forward, 21 jaar. Wordt gezien als de speler die het meest klaar is voor de NBA. Leidde zijn team naar de NCAA­finale. Scoren, rebounden, energie en karakter maken van hem een geliefde pick.

4. MICHAEL KIDD­GILCHRIST / Cleveland Cavaliers – Shooting forward, 18 jaar. Goede wing speler, maar offensief ­nog­ geen dragende kracht. Was een belangrijk onderdeel van kampioensteam Kentucky met zijn energie, fysiek en agressieve mentaliteit.

5. ANDRE DRUMMOND / Sacramento Kings – Center, pas 18 jaar en misschien nog niet helemaal klaar voor de NBA. Fysiek gezien echter in dezelfde league als Andrew Bynum en zal verdedigend al een grote impact hebben. 6. BRADLEY BEAL / Portland Trail Blazers. 7. DION WAITERS / Golden State Warriors. 8. AUSTIN RIVERS / Toronto Raptors. 9. TYLER ZELLER /

Detroit Pistons. 10. KENDALL MARSHALL / New Orleans Hornets.





In de afgelopen maanden werden verschillende

#SportAm­redacteuren al diverse malen, midden in de nacht, om hun mening en expertise gevraagd in de shows ‘Nog Steeds Wakker’ en ‘Nu Al Wakker’ op Radio 1. Ditmaal kregen wij de ruimte om vier uur lang onze passie met het radiopubliek te delen. Dit leverde een afwisselend programma op met verschillende studiogasten die over hun ervaringen in des Amerikaanse sporten vertelden.

Ontgroening

Basketballer Henk Norel reageerde zeer enthousiast op de vraag of hij in de studio’s van WNL aanwezig kon zijn bij het Amerikaanse radiosportspektakel. Enigszins gespannen ging hij achter de microfoon zitten. “Het is voor mij de allereerste keer dat ik in een radiouitzending te gast ben, dus ik moet nog maar even kijken hoe dat gaat. Het is mijn ontgroening op de Nederlandse radio”, temperde hij de verwachtingen vooraf.

Tijdens de uitzending blijkt er niks van

onervarenheid te bespeuren bij de 2 meter 13 lange basketballer. Vol enthousiasme en met Hollandse nuchterheid vertelt hij hoe hij in 2009 wordt gedraft door de Minnesota Timberwolves. Ook gaat gaat hij dieper in op zijn rol bij zijn huidige werkgever, DKV Joventut Badalona. “Het belangrijkste is dat ik het komende jaar weer helemaal fit word en een goed seizoen ga draaien in Spanje. Dan verwacht ik het jaar erna de stap te zetten naar de Verenigde Staten.’’

Met Norel wordt er vooruit geblikt op Game 1

van de NBA Finals tussen de Miami Heat en de Oklahoma City Thunder, die tijdens de uitzending zal plaatsvinden en de rode draad in het programma vormt. “Het gaat een duel worden waarin er hard wordt gespeeld en uiteindelijk zal Miami als winnaar van het toneel stappen.’’

Keerzijde

Honkballer Swen Huijer is de andere livegast. Waar Norel juist vooruit kijkt, blikt de 2 meter 8 lange Hoofddorper terug op zijn tijd in de opleiding bij de Boston Red Sox. In Boston lag een glorieuze carrière voor hem in het verschiet, maar deze droom kreeg een abrupt einde. Vol openheid spreekt Huijer over de enorme teleurstelling van het weggestuurd worden door een grote sportorganisatie.



Naast de studiogasten komen er ook uit diverse

Amerikaanse sporten oud­spelers of liefhebbers aan het woord. Zo laat Geert Hammink zich in gesprek met redacteur Frank Wielaard horen over zijn tijd in de NBA en college basketball. Andere namen die acte de présence geven zijn onder meer AZ­spits Ruud Boymans en SBS6­ commentator Leo Oldenburger. Waar Boymans zijn liefde voor de Miami Heat niet onder stoelen of banken steekt, laat Oldenburger zich uit over zijn nieuwe rol bij de ijshockeybond en vertelt hij direct een primeur: komende zomer zal er een ijshockeyspektakel plaatsvinden in het nieuwe Ziggo Dome in Amsterdam.

Ondertussen houdt Frank Wielaard via een live­

verslag van Game 1 van de NBA Finals iedereen op de hoogte van de verrichtingen tussen de Oklahoma City Thunder en de Miami Heat. Naast de studio kijken NBA­liefhebbers samen naar de eerste wedstrijd op een groot beeldscherm. Dit zorgt voor een enorme sportvibe, zowel binnen als buiten de studio.

Hierna volgen in rap tempo onder meer Robin van Galen, Rick van der Hurk, Swen Nater, Thomas Rongen en Dave van den Bergh elkaar op. Vanuit de hele wereld laten zij, als liefhebbers of als actieve sporters, hun licht schijnen over hun passie.

Zo gaan de vier uur in no­time voorbij. Als laatste

gast van de show, terwijl de klok al langzaam richting zes uur gaat, hangt Francisco Elson aan de lijn. De Rotterdammer, die het afgelopen seizoen nog speelde voor de Philadelphia 76ers in de NBA, wil graag live in de studio aanwezig zijn, maar aangezien hij diezelfde ochtend nog voor een vakantie vertrekt, wordt het een gesprek vanuit de vertrekhal van Schiphol. Hij laat in het gesprek zijn mening over Norel duidelijk merken. “Henk heeft alles in zich om het in de NBA te halen. Hij is een enorm talent. Daarnaast heeft hij een ongekende mentaliteit. Ik weet zeker dat hij gaat slagen”, zijn de lovende woorden van Elson, de enige Nederlander die ooit een NBA­ring wist te winnen, over de studiogast. Het zijn woorden waarmee de uitzending in stijl afgesloten kan worden. OKC wint Game 1 en dit tot groot plezier van de aanwezige mensen in de studio. Voor de eerste keer in de historie van de Nederlandse radio is er een vier uur durende show gemaakt over Amerikaanse sporten. Dit smaakt naar meer! •




Stadiongek

Ruim twee weken heb ik in Oekraïne gezeten, met nog een paar dagen Polen

eraan vastgeplakt. Op het moment dat deze column gepubliceerd wordt, zit ik in de Verenigde Staten, vermoedelijk met tienduizenden Amerikanen op een groen grasveld in Washington te wachten op het vuurwerk van 4 juli. Daarvoor ben ik nog even naar de ochtendwedstrijd tussen de Nationals en de Giants geweest. Ja, de laatste zin is zeer zeker bedoeld om jullie als trouwe lezers stikjaloers te maken.

Pas tijdens mijn laatste klus van het Europees Kampioenschap voetbal, bij het duel tussen Tsjechië en Portugal, moest ik pas weer denken aan mijn favoriete sportland aan de andere kant van de oceaan. Ik las over het schitterende nieuwe stadion in Warschau, speciaal gebouwd voor het voetbaltoernooi. Na de halve finale, de laatste wedstrijd wat betreft het EK in Warschau, staat de eindstrijd van de Poolse American Football­competitie in het onderkomen op het programma.

Ik wist niet eens dat er in Polen American Football gespeeld wordt, laat staan de finale in een stadion waar 60.000 fans inpassen. Het internet heb ik met rust gelaten, om dit tafereel tot de verbeelding te laten spreken, wil ik niet weten of er daadwerkelijk ook echt toeschouwers op afkomen. Mijn fantasie ziet duizenden dronken Polen genieten van touchdowns, tackles en intercepties. Budweiser wordt er al verkocht, dus dat is mooi meegenomen. Ik krijg er bijna zin in.

Net als de sport zelf zijn stadions eigenlijk ook altijd een goed onderwerp om een gesprek aan te knopen. Midden in de nacht op een terras in Kiev bleek ik naast Canadezen uit Toronto te zitten. Waar ik aan moest denken bij Toronto, vroegen ze. Het antwoord was gemakkelijk: de Toronto Skydome. Als tiener was het schuifdak van de Blue Jays een soort droom. Begin jaren negentig kon je nog gratis midden in de nacht de World Series kijken. Dat moest in mijn geval als tiener wel stiekem, om moeder Elshoff niet tegen het plafond te laten stuiteren.

Het was de gouden periode van de Blue Jays, en het Skydome was pas een paar jaar daarvoor geopend en het schuifdak was hypermodern. Ik was erdoor gefascineerd. Vertelde erover aan klasgenoten die mij vervolgens dom aankeken en verder gingen met in het geheim blowen en praten over uitgaan. Ook tussen mij en mijn leeftijdsgenoten zat er een schuifdak, dat pas jaren later zou opengaan.

Twintig jaar later constateer ik, terwijl ik naar het dak van het stadion in

Warschau kijk dat als een soort tafellaken binnen mum van tijd open en dicht gaat, dat ik nimmer in het Skydome ben geweest. Volgende week rijden we naar Miami om het nieuwe onderkomen van de Marlins te bewonderen. Het bewegende dak daar is inmiddels niet meer iets om van achterover te vallen. De octopussen, vissen en zeesterren in het aquarium achter de thuisplaat zijn wel opzienbarend. Bij dezen beloof ik mezelf binnen afzienbare tijd naar Toronto af te reizen. Ik ga een stadiontour plannen. De ‘Must See Stadium Tour’. Nu nog even de NFL­ stadions erbij voegen en vakantiedagen sparen. Het kon namelijk wel eens uit de hand gaan lopen.




In de aanloop naar de draft van 2006 schoot Jay Cutler opeens

omhoog in de draft ranking. Hij had zijn collegewedstrijden weliswaar niet gespeeld voor aansprekende programmes zoals USC of de University of Texas. Maar alle scouts hadden het opeens over ‘dat joch van Vanderbilt’ met die raket van een rechterarm. Cutler werd in 2005 verkozen tot SEC Offensive Player of the Year en werd door Denver als elfde speler in de draft verkozen. Voorzien van hun quarterback van de toekomst gingen de Broncos op zoek naar een bijbehorend wapen. Die vonden ze drie rondes later in de persoon van Brandon Marshall. De fysiek imposante receiver van Central Florida was de 119ste selectie in 2006.

Het nieuwe aanvalsduo van Denver maakte een valse

start. Marshall raakte in de voorbereiding van het seizoen geblesseerd en Cutler moest genoegen nemen met een rol op het tweede plan achter Jake Plummer. De fans van de Broncos maakten maar mondjesmaat kennis met hun nieuwe sterren. Brandon Marshall debuteerde in week 7 en haalde direct zijn eerste touchdown binnen. De quarterback die hem bediende, Plummer, moest niet veel later in het seizoen alsnog wijken voor rookie Cutler.

De doorbraak

In zijn eerste wedstrijd, tegen de Seattle Seahawks, wisten de fans uit de oude goudzoekersstaat Colorado precies wat ze in handen hadden met het jonge duo. Diep in het vierde kwart trokken de Broncos de stand gelijk na een play waarin vooral Marshall zijn kwaliteiten liet zien. Een korte pass van Cutler naar Marshall was voldoende voor een first down, maar Marshall wilde meer. Hij brak los van zijn directe bewaker, walste door de secondary van Seattle en sprintte de endzone in.

YAC. Yards after catch. Het werd Marshall’s handelsmerk. In zijn

collegeperiode moest hij al regelmatig bijspringen om de verdediging van de UCF Knights wat meer body te geven en dat zegt genoeg. Nnamdi Asomugha, toch niet de minste cornerback, noemde hem ooit de moeilijkste receiver om één­tegen­één naar de grond te krijgen. Marshall ontwikkelde zich tot een zeldzaamheid in de NFL. Een grote receiver met een enorme tred, die na zijn luchtduels richting endzone draaide en recht op de eerstvolgende verdediger afdenderde. De meeste receivers in de NFL behalen hun YAC juist door hun snelheid. Marshall benut zijn fysiek.

Het was een eigenschap waar Cutler in hun eerste periode samen maar al te graag gebruik van maakte. In 2007 en 2008 was Marshall veruit de meest gezochte receiver in het corps van de Broncos. In het eerste seizoen waarin Cutler vanaf week 1 de leiding over de offense in handen had verzond hij 170 passes in de richting van zijn favoriete receiver en in 2008 waren dat er zelfs 183. Marshall wist er respectievelijk 102 en 104 daadwerkelijk binnen te halen. In beide seizoen doorbrak Marshall de barrière van 1000 yards en in 2008 maakte zowel Cutler als Marshall zijn opwachting in de Pro Bowl.


Diabetes & Borderline

De NFL is één van de meest veeleisende

competities ter wereld. Zowel Jay Cutler als Brandon Marshall dragen naast het veld nog een zware last. Begin 2008 werd bekend dat Cutler met diabetes kampt. Er werd volop gespeculeerd of zijn ziekte zijn prestaties als quarterback mogelijk negatief zou beïnvloeden, maar Cutler antwoordde met het sterkste seizoen uit zijn carrière tot op heden. Hij controleert zijn bloedglucosewaarden voor aanvang van wedstrijden vier of vijf keer en moet dagelijks meerdere insuline­injecties nemen om die waarden te reguleren. Marshall verraste in 2011 toen hij naar buiten trad over zijn borderline persoonlijkheidsstoornis. De receiver hoopte met het openbaren van zijn geestelijke gesteldheid de aandacht voor de ziekte te vergroten. Hij sprak open over hoe hij dankzij zijn stoornis niet om wist te gaan met de stress van zijn NFL­carrière. Hij werd uitgebreid onderzocht naar aanleiding van een aantal incidenten in zijn privéleven. Naar eigen zeggen werd gered door zijn diagnose, waarna hij intensieve psychologische begeleiding kreeg. Het was voor het eerst dat een NFL­speler tijdens zijn carrière te kennen gaf met borderline te kampen; rond mentale problemen hangt in de NFL nog altijd een taboe.

Het heeft eventjes geduurd voordat

Marshall besloot om zichzelf te laten onderzoeken. Het lange wachten kostte hem bijna zijn huwelijk en zijn carrière. Hij werd herhaaldelijk gearresteerd vanwege huiselijk geweld. In 2007 probeerde hij zijn vriendin ervan te weerhouden zijn huis te verlaten. Volgens zijn behandelende arts is het niet ongebruikelijk dat mensen met borderline problemen hebben in de relationele sfeer. Een aantal jaar escaleerde het tussen Marshall en zijn vrouw Michi Nogami­Campbell in rap tempo. Op 23 april belde Campbell naar de politie, nadat een confrontatie uit hand was gelopen en ze Marshall te lijf was gegaan met een mes. De receiver moest twee dagen in het ziekenhuis verblijven maar liep geen zware verwondingen op. Het was na dit incident dat Marshall besloot de hulp van een psychiatrisch ziekenhuis in te schakelen. •



De scheiding

Ondanks de succesvolle connectie tussen de twee hoofdpersonen van dit verhaal bleef een winning season in hun gezamenlijke tijd in Denver uit. Het kostte coach Mike Shanahan de kop en zijn vervanger Josh McDaniels had zo zijn eigen ideeën over wie de quarterbackpositie in Colorado moest bekleden. De jongste headcoach in de geschiedenis van de NFL zette alles op alles om zijn voormalige pupil Matt Cassel tot een overstap naar de centennial state te verleiden. Die poging mislukte, maar de band tussen Cutler en zijn nieuwe coach was onhoudbaar geworden. Hij pakte zijn biezen en vond een nieuw onderkomen in Chicago.

Cutler’s vertrek beinvloedde

Marshalls statistieken nauwelijk. Ook in 2009 was hij de absolute sterreceiver van de Broncos. Het contractaanbod waar hij recht op meende te hebben bleef echter uit. Zijn onvrede groeide en toen de Dolphins bereid bleken om twee hoge draftpicks te ruilen voor de explosieve Marshall, namen de Broncos afscheid van hem. Aangekomen in Miami tekende Marshall de door hem zo gewilde contractverlenging.

De omweg

Ondertussen bleek Chicago niet echt een ideale volgende stap voor Jay Cutler. Behalve zijn sterke arm beschikt hij namelijk ook over een minder benijdenswaardige eigenschap. Dat bleek al in die debuutwedstrijd tegen de Seahawks in 2006, waarin hij samen met Brandon Marshall tekende voor de langste rookie­to­rookie touchdown­

pass in de geschiedenis van de NFL. Cutler is het type quarterback dat onder zware druk de rust volledig kwijtraakt en dan iets probeert te forceren. In plaats van op de bal te vallen en de sack te incasseren slingert hij de bal op dat soort momenten in het wilde weg, en dat kwam hem in zijn debuut al op twee intercepties te staan. En onder druk staat hij tot dusver in Chicago vrijwel constant. Zowel op als buiten het veld.

In zijn eerste seizoenen als Bear kon je als neutrale toeschouwer alleen maar medelijden met Cutler krijgen. In 2009 werden zijn receivers aangevoerd door Devin Hester, die zijn kwaliteiten als kick returner nog altijd niet heeft weten te vertalen naar een solide rol in Chicago’s offense. Alleen tight end Greg Olsen bood af en toe een uitvlucht voor de opgejaagde Cutler. Het resulteerde in een seizoen met 26 intercepties tegenover slechts 27 touchdowns.

In 2010 werd de jacht op Cutler pas echt geopend. Hij genoot absoluut geen bescherming van zijn offensive line en werd maar liefst 52 keer tegen de grond gewerkt, waarvan negen keer in één wedstrijd. Op miraculeuze wijze wisten de Bears toch de playoffs te bereiken. In de wedstrijd om het NFC Champion­ ship tegen aartsrivaal Green Bay moest Cutler in het derde kwart afhaken met een zware knieblessure. De fysieke afstraffing die hij gedurende het seizoen moest verduren brak hem uiteindelijk op. De Bears maakte zijn medische status niet direct bekend waardoor Cutler een stortvloed van kritiek over zich heen kreeg. Na afloop van de wedstrijd werd er door fans, collega’s en journalisten openlijk getwijfeld aan zijn toewijding en doorzettingsvermogen.

Marshall ging in Florida vrolijk door waar hij in Denver mee begonnen was. Met zijn nieuwe contract op zak zette hij zijn reeks van seizoenen met méér dan 1000 yards voort. Maar ook in het zonnige zuiden van de V.S. wist Marshall met zijn Dolphins niet de playoffs te bereiken. Marshall bewees wel dat hij ­ onafhankelijk


van wie hem de bal moet bezorgen ­ overal prima rendeert. De overige Miami Dolphins waren verre van playoffwaardig, waardoor Marshall open stond voor een vertrek.

De hereniging

Mede dankzij de zware blessure die receiver Johnny Knox afgelopen seizoen opliep, waagden de Bears een gokje met Brandon Marshall. Knox mist door een zware rugblessure waarschijnlijk het volledige volgende seizoen. De komst van Marshall kostte Chicago twee selecties in de derde ronde van de draft. De Dolphins hadden twee seizoenen geleden nog twee selecties uit de tweede ronde aan Denver moeten afstaan.

Het aantrekken van

Brandon Marshall betekent boven alles de eerste eerlijke kans die Jay Cutler krijgt in Chicago. In 2009 moest hij het doen zonder echte receivers en in 2010 stond hij achter de slechtste offensive line in de NFL. In 2011 probeerde de Bears hun receiverprobleem op te lossen met Roy Williams. De Bears waren de tweede franchise die hoopte dat Williams zijn heldendaden uit 2006 kon herhalen, maar evenals de Dallas Cowboys kwamen ze erachter dat Williams toch echt een one season wonder was.

Marshall moet nu het grote doelwit worden waarop Cutler blind kan vertrouwen, zelfs als hij onder druk staat. Cutler neigt er in

die situaties naar risicovolle boogballen richting zijn receivers te gooien en Marshall is het type receiver dat dat soort ballen binnen kan halen. Daarnaast is hij de receiver met de meeste receptions ooit in de NFL in één wedstrijd. In 2009 ontving hij in een wedstrijd tegen de Colts maar liefst 22 passes. Ondanks dat hij de afgelopen seizoenen constant voor teams uitkwam die niet goed genoeg waren om het tot de playoffs te schoppen, presteerde hij zeer constant.

De NFC North

heeft met Rodgers/ Jennings (Green Bay Packers) en Stafford/ Johnson (Detroit Lions) al twee uitstekende quarterback/ receiver­ duo’s in huis. De Bears proberen al een tijdje te bewijzen dat ze meer zijn dan een team dat in de eerste, tweede en laatste plaats vooral leunt op zijn verdediging en rushing game. Zolang de situatie met Forte niet wordt geregeld, ligt het lot van Chicago’s aanval in de vaak bekritiseerde handen van Jay Cutler. Zijn hereniging met Marshall is een belofte aan de geplaagde quarterback dat de Bears hem ermee vertrouwen. •


Weekly RoundUp

Het ongelukkige huwelijk

tussen de Patriots en Chad Ochocinco is voorbij. #85 is inmiddels een Dolphin ● Percy Harvin heeft om een trade gevraagd. Dat komt bijzonder slecht uit in Minnesota, waar het volledig ontbreekt aan fatsoenlijke receivers buiten Harvin ● LaDainian Tomlinson, één van de beste NFL running backs aller tijden, houdt het definitief voor gezien en gaat met pensioen ● De Giants gokte door Jake Ballard te releasen in de hoop hem even later op de blessurelijst te kunnen zetten. Die gok werd een blunder toen de Patriots Ballard claimden en Manning nu ineens zonder zijn favoriete TE zit ●

Hard Knocks bij de Fins

In Miami staat de wind al enkele jaren vol in het gezicht, althans voor de Dolphins. Langdurige playoffafwezigheid en de ‘vloek van Dan Marino’ maken van de Dolphins een op drift geraakte franchise. Dat men in Miami momenteel niet weet wie in september de quarterbackposi tie gaat invullen (Matt Moore, David Garrard

of rookie Ryan Tannehill?) zegt eigenlijk alles over de situatie waar de Fins zich in bevinden.

Dan helpt het niet als je ook

nog eens één van de beste receivers in de NFL, Brandon Marshall, voor een zakje drop en drie Skittles van de hand doet. Daar wordt geen enkele QB blij van, laat staan de kritische fans die wekelijks overtuigd moeten worden om zonnig Miami Beach te laten voor wat het is en Sun Life Stadium op te zoeken voor weer een moeizame pot football. Chad Ochocinco contracteren in de plaats van Marshall had wellicht vijf jaar geleden zoden aan de dijk gezet maar die tijd is toch echt voorbij en Joe Philbin als nieuwe coach is intrigerend maar zijn saaie reputatie trekt uiteraard ook geen volle zalen.

D

us wat heeft eigenaar Stephen Ross bedacht om de Dolphins weer ‘hot’ te maken? Juist ja, deelname aan Hard Knocks, de HBO serie die jaarlijks en exclusief een NFL team volgt tijdens de voorbereiding op een nieuw seizoen. De meest recente, pre­ lockout versie handelde over de Jets en bracht die franchise, en Rex Ryan en Mark Sanchez, de nodige publiciteit. Dat kan voor de Dolphins zeker geen kwaad. Zo bezien is het aantrekken van de zeer welbespraakte Ochocinco misschien wel een heel goed idee.

Voor de gokliefhebbers

Onlangs publiceerden de

casino’s in Las Vegas hun eerste ‘lines’ voor het nieuwe NFL seizoen. Hoewel het helemaal niks zegt over wat er echt gaat gebeuren, is het natuurlijk wel reuze interessant even te kijken naar wat er van welke teams verwacht wordt, op basis van de lines per wedstrijd.

Een korte bloemlezing: de

Patriots en Packers spelen een ‘perfect season’ met een 16­0 record, van de Super Bowl winnaar uit New York wordt niet veel verwacht (8­8), in de NFC winnen verder de Saints (!) en 49ers hun divisie en in de AFC doen de Steelers, Texans en Chargers dat. Goede playoffkandidaten zijn de Bears, Lions, Falcons, Jets, Bills, Ravens, Bengals en Broncos. Weet u dat ook weer. •









Weekly RoundUp

Youk en wat geld.

Beachy is ten einde. De werper van de Braves heeft een gescheurde UCL en dat betekent slechts één ding: een Tommy John operatie. De revalida­ tietijd voor zo'n blessure bedraagt gemiddeld dertien maanden • De San Diego Padres worden waarschijnlijk binnen een paar weken verkocht voor ongeveer achthonderd miljoen dollar. Recent veranderden de LA Dodgers, Chicago Cubs en Houston Astros al van eigenaars • Met de All­ Star Game over een paar weken zou het heel goed kunnen dat de rookies Bryce Harper en Mike Trout de midvelders voor de NL en AL zullen zijn. Een grote prestatie voor de twee, die de eerste maand van het seizoen nog in de Minors doorbrachten.

bereid afscheid te nemen van Kevin Correia. De Buccos doen heel goed mee in de NL Central en willen voor het eerst in twintig jaar weer naar de play­ offs. In tegenstelling tot de Red Sox is het de hitting die matig is in Pitt. Met genoeg teams die een innings eater kunnen gebruiken, lijkt er markt te zijn voor de righty.

Het seizoen van Brandon

Transfermarkt komt los

Halverwege het seizoen wordt

De Pittsburgh Pirates zijn

Ook sinds de komst van Bryce Harper krijgt Roger Bernadina nog geregeld speeltijd bij de Washington Nationals. The Shark heeft twee homeruns en vijf steals op zijn naam staan in iets meer dan honderd at bats.

Hollands Glorie

Roger Clemens vrijgesproken

vrijdag met succes zijn rentree bij de Atlanta Braves na blessureleed en een periode in de Minors. In 7,2 innings gaf de righty slechts één punt op in Fenway Park met drie honkslagen en vier strikeouts. Hij heeft nog wel een ERA van maar liefst 6.75, maar de sterke start in Boston laat zien dat hij nog niet afgeschreven kan worden.

Ex­New York Yankees en

Jair Jurrjens maakte afgelopen

het steeds meer duidelijk wie de contenders en wie de pretenders zijn. Met de trade deadline over iets meer dan een maand komen de eerste kandidaten voor een transfer bovendrijven.

Sinds Will Middlebrooks de call­ up bij de Boston Red Sox kreeg, heeft hij niets anders gedaan dan goed slaan. Zo goed zelfs, dat Kevin Youkilis overbodig is bij de Sox. De derde honkman, die een paar jaar terug een Golden Glove op het eerste honk won, mag dan ook vertrekken. The Greek God of Walks staat in de belangstelling van de Cleveland Indians, de Los Angeles Dodgers en de Chicago White Sox. Dikke kans dat de Red Sox blij zijn met een degelijke werper in ruil voor

heeft een goed slaggemiddelde van .323. Daarbij komt hij regelmatig voor in de 'web gems' van ESPN en MLB.com met zijn goede defensieve spel.

Jurrjens' teamgenoot Andrelton Simmons kreeg een paar weken terug de call­up van de Braves en stelt niet teleur. De 23­jarige korte stop heeft al twee homeruns op zijn naam staan en

­Boston Red Sox werper Roger Clemens is vrijgesproken van meineed. Dat werd bepaald door de jury in de zaak. The Rocket zou gelogen hebben tegen het Congres over zijn vermeende dopinggebruik. Met de vrijspraak in zijn zak lijkt het voor de elfvoudige All­Star (die ook maar liefst zeven maal de Cy Young Award won) weer mogelijk om in de Hall of Fame te komen. •





Sinds Tim Wakefield afgelopen

winter afzwaaide bij de Boston Red Sox is Robert Alan Dickey de enige 'knuckler' in de Major Leagues. En wat voor eentje: hij heeft zich dit jaar ontwikkeld als de ace van de Mets. En dat is knap, aangezien ook Johan Santana weer een beetje zijn oude zelf is. Er gaan zelfs al stemmen op om Dickey de All足Star Game te laten starten voor de National League. Een knuckleballpitcher die zo'n grote eer krijgt bij d竪 showwedstrijd van het jaar? Een unicum.

De 37足jarige Dickey werd in 1996 in de achttiende ronde gedraft door de Texas Rangers. Nadat hij was gedraft zag een scout een foto van Dickey terwijl hij pitchte en vond dat Dickeys arm er een beetje raar bij hing. Na onderzoek bleek dat hij geen ulnair collateraal ligament (de band die moet voorkomen dat de duim te ver naar achteren kan buigen) heeft. Doktoren stonden versteld: een normaal persoon kan dan niet eens een deur open maken zonder pijn te voelen, laat staan werpen.

Die ontdekking zorgde ervoor dat

Dickey een tekenbonus van 810.000 dollar misliep en met slechts 75.000 dollar tevreden moest zijn.

Zijn debuut maakte hij in 2001 op 26足 jarige leeftijd voor de Rangers. Met zijn fastball rond de 85 mijl per uur kon hij weinig potten breken. In twaalf innings liet hij maar liefst negen punten toe. Dat zorgde er mede voor dat hij in 2002 helemaal niet in de Majors in actie kwam en tussen 2003 en 2005 had hij nooit een ERA onder de 5.00. Vaak kwam hij in de 'mob up role' de wedstrijd in: bij een flinke achterstand of voorsprong innings pitchen, zodat de betere relievers rust konden nemen.

Dickey leunde naast zijn matige

fastball voornamelijk op zijn forkball. Een forkball is een soort changeup, een bal die voor de slagman op een fastball lijkt en die op het einde flink afremt, maar dan met een andere grip (de wijsvinger en de middelvinger worden als een soort vork om de bal gelegd). In 2005 kwam Dickey erachter dat zijn


forkball meer weg had van een knuckleball (voor meer info over de knuckleball: zie kader) en begon, met toestemming van de Rangers, te experimenteren met de pitch.

Dit zorgde er voor dat hij werd

aangewezen als vijfde starter voor de Rangers in 2006. Dat was geen doorslaand succes. Hij gaf op 6 april 2006 in zijn eerste en enige start van het jaar zes homeruns op in iets meer dan drie innings. Dat is een negatief record dat hij deelt met Wakefield.

Leagues. Ironisch genoeg was het de werper van de Phillies, Cole Hamels, die de enige single sloeg. Dat was pijnlijk voor de Mets, die nog nooit een no­hitter hadden geworpen. (Vorige maand lukte het Johan Santana om aan die vijftig jaar durende hel een einde te maken.)

2010 was veruit het beste jaar voor Dickey en dat werd door de Mets beloond met een goed contract. Daardoor verdient hij dit seizoen 4,25 miljoen dollar en de Mets hebben een optie op hem voor volgend jaar, waardoor hij Nadat hij in 2007 het jaar doorbracht binnen voor vijf miljoen dollar kan blijven. Dat lijkt de Milwaukee Brewers­organisatie (en PCL nu een koopje te zijn voor de Mets. In 2011 Pitcher of the Year werd in AAA) ging hij was Dickey niet zo goed als in 2010 (zijn naar de Minnesota Twins. Nog voor hij een ERA ging omhoog van 2.84 naar 3.28), maar inning had geworpen in Minneapolis werd hij liet zien dat zijn prestaties in 2010 totaal hij al geruild naar de Seattle Mariners. Op 17 geen toeval waren. augustus 2008 evenaarde hij weer een twijfelachtig record: in de vijfde inning had ickey was afgelopen winter bereid dat hij vier wilde worpen tegen de Twins. Dat salaris op te geven, om zijn droom achterna was slechts vier keer eerder in de historie te gaan. Samen met Mets bullpen catcher voorgekomen, onder meer door de bekendste Dave Racaniello en Cleveland Indians starter knuckleballer ooit: Phil Niekro, een Hall of Kevin Slowey beklom hij de Kilimanjaro. Dat Famer. was Dickey’s droom sinds hij, een fervent lezer, het verhaal 'The Snows of Kilimanjaro' ndanks zijn slechte spel durfden de had gelezen van Ernest Hemingway. Dickey Twins het nog een keertje met hem aan. In kreeg veel commentaar op zijn actie, waarbij 2009 had hij zijn beste seizoen tot dan toe, hij een ton ophaalde voor goede doelen, met een verdiende puntengemiddelde van maar keerde in januari veilig en op tijd terug. 4.62 in 64,1 innings. De Kilimanjaro heeft blijkbaar een positief In het volgende off­season tekende Dickey effect gehad op Dickey, die er dit seizoen een Minor League contract bij de Mets, waar weer een schepje bovenop doet. Zijn hij in AAA Buffalo Bisons liet zien dat hij dansende knuckleball en zijn, voor een dominant kan zijn. Op 29 april 2010 gooide knuckler, sterke fastball houden slagmannen hij een one­hitter. Daarbij kwam alleen de uit balans. In de afgelopen weken is hij niet eerste man op de honken, de volgende 27 te stoppen. slagmannen lukte dat niet. wee weken geleden waren de Tampa Bay ijna een maand later kreeg Dickey de call­ Rays het eerste slachtoffer. De Rays, de up naar New York en in zijn tweede wedstrijd laatste jaren meermaals betrokken bij no­ tegen de Philadelphia Phillies gooide hij een no's en one­hitters, wisten slechts één 8­0 shutout voor de Mets met zeven keer honkslag te bemachtigen in de 9­1 drie slag en slechts drie vrije lopen. Later dat overwinning van de Mets. Dickey had twaalf jaar had hij weer succes tegen de Phils: hij keer drie slag (het hoogste aantal in zijn gooide zijn eerste one­hitter in de Major carrière) en de enige hit had net zo goed een

D

O

B

T


fout kunnen zijn van derde honkman David Wright, die de bal niet goed te pakken kreeg. Dickeys prestatie sneeuwde echter onder doordat Matt Cain van de San Francisco Giants dezelfde avond een perfect game wierp tegen de Houston Astros.

In zijn volgende start vlamde de

ontketende Dickey opnieuw. Weer wierp hij een one­hitter, ditmaal tegen de Baltimore Orioles. Hij verhoogde in deze wedstrijd weer zijn PR in strikeouts met dertien in de 5­0 overwinning, waarbij alleen Wilson Betemit op de honken wist te komen. Dit keer kreeg Dickey wel de spotlights en boekte hij deze opmerkelijke prestatie in zijn eigen Citi Field. Hij is slechts de derde werper ooit die twee one­hitters op rij gooide, en de eerste sinds 1988.

Na zijn tweede no­hitter waren zijn stats 'off the charts'. Hij leidde de Majors met een verdiende puntengemiddelde van 2.00, WHIP van .899, elf overwinningen en 108 keer drie slag. Oftewel: als het seizoen die dag was gestopt, was Dickey zonder twijfel de Cy Young Award­winnaar. Nu is het nog lang niet zover, maar een start bij de All­ Star Game in Kansas City zit er zeker in.

De Mets hebben een goudmijn

aangeboord met Dickey, die tot en met 2013 vastligt. Ook al is hij al 37 jaar. We kunnen waarschijnlijk nog lang van hem genieten: er zit veel rek in een knuckleballer, vooral omdat de worp meer afhangt van gevoel dan van kracht. Veel knucklers werpen tot ver na hun veertigste, iets wat Dickey ook kan doen als hij deze trend doortrekt. Voor het eerst in een paar jaar hebben de Mets­fans weer iets om van te genieten. Dickey is een werper die elke wedstrijd kan winnen en altijd voor sensatie zorgt. Deze 'student of the game' laat zien dat je met een flinke dosis doorzettingsvermogen ver kunt komen. •


Robert Alan Dickey is momenteel de knuckleballer in de Major Leagues. echter niet altijd zo. Knuckleballers bekend nogal ‘hit­or­miss’ te zijn. De ene hebben ze het en de andere dag krijgen ze zes een inning tegen.

enige Dat was staan dag runs in

De knuckleball is zeer moeilijk aan te leren en daarom zijn er weinig werpers die deze kunst beheren. Bij de knuckleball gooi je de bal met je vingertoppen. Hierdoor ontstaat er een onvoorspelbare 'spin' op relatief lage snelheid, zelfs de werper weet niet wat de bal onderweg gaat doen. Hierdoor kunnen bogen naar rechts, links en beneden ontstaan. Maar daar blijft het niet bij. De bal kan zelfs meerdere kanten op gaan tussen de 'rubber' en de thuisplaat. Hierdoor kan een ‘kurkentrekker’­effect ontstaan.

Voor zowel slagman als catcher is het een enorme uitdaging de bal te slaan en te vangen. Echter kan het ook zo zijn dat een knuckleball geen draai krijgt, waardoor de slagman hem met gemak het stadion uit kan slaan. Dit kan resulteren in een slachtpartij, maar soms ook voor een extra verrassing. Geen beweging is namelijk heel verrader­ lijk als de bal al de hele avond heen en weer danst.


Echte held

NEW YORK – Vergeef me. Ik ga voor het tweede nummer op rij

over mijn geliefde/gehate New York Mets schrijven. Want ik heb een nieuwe held. De allerbeste helden zijn de onwaarschijnlijken. En niemand was minder waarschijnlijk dan R.A. Dickey. (Zie het mooie portret van Lennart Beishuizen op pagina's hiervoor).

Niet alleen brak de Mets pitcher pas op zijn 35ste door, hij wordt zelfs almaar beter, en zonder dat de schimmige verdenkingen van anabolen of groeihormonen boven hem hangen, zoals bij anderen die laat in hun honkballeven ineens verdacht goed gingen presteren. Dickey is immers knuckleballer, en het zwevende, vlinderende, dartelende non­ effectballetje teert op subtiliteit, met beleid richting plaat gelobd.

De allerbeste helden zijn zij doe ons doen dromen. Die bij hun

geboorte niet meer talent meekregen dan jij of ik. Zoals Dickey. Hij heeft geen geweldig talent. Maar hij oefende net zolang totdat hij zichzelf als Major League pitcher had heruitgevonden.

Daarbij lenen de alleraantrekkelijkste helden zich simpel tot vereenzelviging. Dickey is echt. Hij mag dan twee one­hitters op rij hebben gegooid, maar hij oogt niet anders dan zijn gemiddelde medemens. Hij doet je denken dat jij zomaar hem had kunnen zijn, als je leven iets anders gelopen was. En als sport uiteindelijk escapisme is, een verzetje in ons alledaagse leven, helpt het als je je er makkelijk in kunt verplaatsen.

De reden dat Cal Ripken Jr. een volksheld was is dat hij was zoals jij en ik ­ honkbaltalent daargelaten. Ripken was een goede korte stop en derde honkman, maar bovenal was hij een man die zijn best deed om zijn familie te onderhouden. Brood op de plank; geld in het laatje. Dus kwam hij elke dag voor zijn werk opdagen. Net zolang tot hij ineens de “Iron Man” was, die 2.131 wedstrijden op rij had gespeeld zonder er één te missen.

Dickey heeft substantie. Hij leest en schrijft en beklimt bergen en

denkt na. Ik ben nou vijf jaar journalist, en drie jaar sportjournalist. En grote sportmannen die wat te vertellen hebben, in wiens leven sport tegen de achtergrond van een brede horizon getekend kan worden, zijn zeldzaam. De meeste sporters hebben één dimensie. Die van Dickey zijn eindeloos. Zijn onlangs uitgekomen autobiografie spreekt van seksueel misbruik. Depressie. Zijn demonen. Dickey is echt. Dickey is een held.



Je zou bijna vergeten dat de Pittsburgh Pirates in een stoffig verleden relevant waren. De organisatie won vijf keer de World Series, kende in Roberto Clemente een absolute held en waren aan het eind van de jaren ‘80 trotse bezitter van ‘the Outfield of Dreams’ met Barry Bonds, Bobby Bonilla en Andy Van Slyke.

Maar wie weet dat nog? Vrijwel

iedereen associeert de Pirates met de magere jaren die volgden. Pittsburgh miste telkens de slag in de jaarlijkse draft en liet spelers als Zack Greinke, Prince Fielder, Jered Weaver, Clayton Kershaw, Tim Lincecum, Matt Wieters, Madison Bumgarner, Eric Hosmer en Buster Posey schieten voor mannen als Bryan Bullington, Neil Walker, Brad Lincoln, Daniel Moskos en Pedro Alvarez. Ouch.

Beterschap

In 2011 kwam de ploeg van manager Clint Hurdle eindelijk weer positief in het nieuws. De Pirates bezette tot eind juli de eerste plaats in de divisie, drie wedstrijden werden live uitgezonden op de nationale televisie en drie spelers (Andrew McCutchen, Joel Hanrahan en Kevin Correia) schopten het tot de All­ Star Game. De fans keerden terug naar PNC Park en genoten, net zoals de spelers, van het moment.


Uiteindelijk zou één moment dat

superseizoen in de kiem smoren. De Pirates en de Atlanta Braves vochten op 26 juli 2011 een heroïsch duel uit. In de tweede helft van de negentiende (!) inning was er nog geen winnaar, fans van beide teams realiseerden zich dat hier iets speciaals aan de hand was. Dan, inmiddels om twee uur ‘s nachts: een zwakke grondbal van Scott Proctor (Braves) werd keurig gefield door Pedro Alvarez, die catcher Michael McKenry bereikte. McKenry tikte Julio Lugo uit, die vanaf het derde honk een onmogelijke poging deed de thuisplaat te bereiken. Iedereen zag de nul. De tag was raak, een meter of twee voor de plaat, gemakkelijke call. Zo niet voor umpire Jerry Meals: SAFE! De Braves winnen met 4­3 dankzij wellicht de grootste scheidsrechterlijke dwaling in de MLB ooit. Na deze nederlaag, in de langste wedstrijd in de teamgeschiedenis, bleek de Pirates­tank leeg en eindigden ze alsnog met 90 nederlagen.

twee innings de homeruns om zijn oren vlogen.

Burnett kwam in het offseason via een

trade naar Pittsburgh. De Pirates betaalden ‘slechts’ dertien miljoen dollar van het resterende contract van 31 miljoen dollar aan de Yankees. Afgezien van de valse start tijdens Spring Training, is de werper sensationeel voor zijn nieuwe team. Hij is de eerste Pirates pitcher sinds 1990 die zes starts achter elkaar een overwinning pakte. Je kunt concluderen dat Burnett goed rendeert in de National League en de luwte van een small market team, weg van alle schijnwerpers. Het mooiste verhaal is echter dat van de 27­ jarige starter James McDonald. Op aandringen van catcher Rod Barajas ontwikkelde hij tijdens Spring Training een nieuwe pitch: de slider. Sindsdien is McDonald een andere werper en op weg om de beste strikeoutpitcher te worden in de historie van de Pirates.

Dit jaar is de ploeg opnieuw in de race voor Dat zie je terug in zijn statistieken. de koppositie in de divisie en deze keer voelt het volwassener, vindt Hurdle. “We zijn ervan overtuigd dat we dit seizoen langer een rol van betekenis gaan spelen. Geen woorden maar daden.” Duidelijke taal van de manager, maar waarom heeft hij zoveel vertrouwen?

Werpersstaf

De reden van de goede start is de werpers­

staf. Starter A.J. Burnett, geloof het of niet, behoort momenteel tot de uitblinkers. De 35­ jarige veteraan kon de afgelopen drie seizoenen geen potten breken voor de New York Yankees met een 21­26 record en een ERA boven de vijf punten over de laatste twee jaar. De fans in The Bronx hielden om de vijf dagen hun hart vast als Burnett op de heuvel stond. Een start van zeven solide innings wisselde hij af met een start waar na

McDonald bezit een 5­3 record na dertien starts (81.1 innings, 78 strikeouts, 56 honkslagen, slechts vier homeruns tegen, een 0.98 WHIP, 2.32 ERA en slagmannen slaan gezamenlijk een mager .196 tegen hem). Na de 4­1 zege op de Cincinnati Reds op 28 mei jl., waarin McDonald de laatste twaalf slagmannen uit kreeg, zei hij het volgende: “Mijn mentale benadering van het spelletje is veranderd. In het verleden dacht ik teveel na

van ‘wat nou als er dit gebeurt of wat als er dat gebeurt’. Nu kan het mij niet meer schelen. Ik zie een slagman en het is mijn taak om hem uit te krijgen.”

De sterke bullpen met mannen als Juan

Cruz, Jason Grilli, Doug Slaten, Chris Resop en closer Hanrahan ondersteunt de starters in de latere innings. De rotatie zal in de toekomst nog een boost krijgen als


toptalenten als Gerrit Cole en Mark Appel de heuvel betreden. Met de pitching zit het dus wel goed.

Superslagman

Drie honkslagen, twee binnengeslagen punten en een vrije loop in de 7­2 overwinning van de

Pirates op de Minnesota Twins. Het is 19 juli 2012 en Andrew McCutchen is wederom belangrijk voor zijn team. De 25­jarige outfielder trekt zich niets aan van de aanvallende struggles van zijn teamgenoten en maakt tot dusver een fantastisch seizoen door. McCutchen voert bijna elke categorie aan binnen het team: punten, honkslagen, driehonkslagen, binnengeslagen punten, vrije lopen, gestolen honken, slaggemiddelde, on base percentage.

De All­Star neemt het team aanvallend op

zijn schouders en het feit dat de Pirates kunnen concurreren met de sterke Reds, maakt van McCutchen een MVP­ kandidaat. Natuurlijk, Matt Kemp (LA Dodgers) en Joey Votto (Reds) zijn de meest genoemde namen, maar onderschat de outfielder van de Pirates niet. De clubleiding deed er dan ook goed aan om McCutchen een contract voor zes jaar te geven, ter waarde van ruim 52 miljoen dollar.

Vaak zie je spelers minder presteren met een vet nieuw contract in de zak. McCutchen niet. Manager Hurdle komt dan ook woorden te kort om zijn sterspeler te beschrijven. “Hij heeft snelheid en kracht, ouderwetse passie voor het spel, respect en een geweldige werk ethiek. Just watch him play.”


Klaar voor de playoffs?

Het probleem voor de Pirates is dat McCutchen de enige gevaarlijke slagman is in de lineup. Niet voor niets scoort de ploeg de minste runs in de Major League. Hurdle houdt van agressief honklopen, eist veel van zijn spelers in de verdediging en leunt op een ijzersterke bullpen.

Dit is het type spel dat de Pirates in het

afgelopen seizoen niet konden vasthouden. Er komen dan ook interessante tijden aan voor GM Neal Huntington. Houdt hij vast

aan de langetermijnvisie of komt hij voor de trade deadline (31 juli) met een aantal versterkingen om een serieuze gooi te doen naar de playoffs?

De kans is zeker aanwezig dat de Pirates zich gaan plaatsen. In de zwakke NL Central is het dit jaar mogelijk om met een zege of 88 de playoffs te halen. Bovendien spelen de Pirates een derde van hun resterende 84 wedstrijden tegen laagvliegers als de Houston Astros en de Chicago Cubs. Negentien losing seasons op rij. Dit jaar zou weleens de ommekeer kunnen zijn. •


RICK VAN DEN HURK

In de All American Night: Sports op Radio 1 spraken wij onder meer met de Nederlandse pitcher Rick van den Hurk. Het was inmiddels vijf uur in de nacht Nederlandse tijd en Van den Hurk had er net een wedstrijd opzitten voor AAA­team Indianapolis Indians, onderdeel van de Pirates­organisatie. Van den Hurk pakte de overwinning en kreeg in zeven innings geen punt tegen en gooide vijf keer drie slag. Van den Hurk vertelde over het zware leven van een pitcher die constant pendelt tussen het hoogste niveau en één niveau daaronder. “Je moet je elke keer weer opnieuw bewijzen.” Dat gaat vooralsnog de goede kant op, want in zijn vijf starts voor de Indians heeft Van den Hurk een 5­0 record (1.86 verdiende puntengemiddelde in 38.2 innings, met 29 honkslagen, 31 keer drie slag en slechts 12 vrije lopen). Tijd voor de Pirates om The Holland Hammer een kans in de rotatie te geven?




De wereld maakte kennis met Tracy’s

onorthodoxe aanpak toen Jeremy Guthrie, slechts één van de kwakkelende werpers van Colorado, naar de bullpen werd gestuurd en tot ieders verbazing niet werd vervangen in de rotatie. In plaats daarvan meldde Jim Tracy over te stappen op een rotatie van vier man. De opzet daarbij is dat de starter telkens maximaal 75 tot 80 ballen mag werpen in een wedstrijd. Dan is er een klein groepje relievers voor de ‘middle innings’ en weer een ander groepje dat de laatste innings tot een goed einde moet brengen. Origineel is het zeker, en in de positie van Tracy is het niet heel verwonderlijk dat er gegrepen wordt naar rigoureuze maatregelen. Colorado staat immers slechts enkele games boven hekkensluiter San Diego en heeft divisieleiders Los Angeles Dodgers en San Francisco Giants allang aan de horizon zien verdwijnen. De oorzaak van dat probleem staat op de heuvel. Hoewel de slagploeg, gedragen door Carlos Gonzalez, Michael Cuddyer en de nu geblesseerde Troy Tulowitzki, genoeg punten binnenslaat, weten de werpers er altijd een paar méér weg te geven. En dan win je dus niet.

Daarin lijkt een belangrijke rol te zijn

weggelegd voor Colorado’s eigen stadion, Coors Field. Pitching coach Bob Apodaca gaf onlangs in een interview aan dat het stadion zich anders ‘gedraagt’ dit jaar. Pitchers, en niet alleen die van de Rockies, worden dit jaar veel harder geraakt dan normaal. Dat maakt binnen een wedstrijd niet uit, want beide ploegen hebben er last van, maar het betekent wel dat je eigen pitching staff in de helft van het aantal wedstrijden in een seizoen extra onder druk komt te staan. Jeff Francis, Alex White, Josh Outman en Christian Friedrich vormen vanaf nu de viermansrotatie. De Rockies hopen hiermee een veelvoorkomend, nadelig verschijnsel om te buigen in een kracht. Geen van de vijf starters – de vijfde was dus Opening Day­ starter Jeremy Guthrie – slaagde er in de latere innings te bereiken, en juist dat is vaak belangrijk om een winnend team te kunnen zijn. Om die reden schakelen de Rockies over

naar een systeem waarbij de starter er per definitie af gaat voordat de zevende of zelfs zesde innings aangebroken zijn.

Leunen op de bullpen

Onder leiding van Jeremy Guthrie staat er daarna een groep pitchers klaar in de bullpen die het stokje overneemt. Het lijkt nu dus al vast te staan dat Colorado dit jaar veruit het hoogste aantal Innings Pitched vanuit de bullpen zal noteren van alle Major League­ teams. Dat doen de Rockies overigens nu al: Josh Roenicke en Matt Belisle voeren de lijst van relievers aan als het gaat om totaal aantal geworpen innings.

De grote vraag is dan natuurlijk wat het de

Rockies oplevert. Een kat in het nauw maakt rare sprongen, maar vooralsnog is onduidelijk of Jim Tracy inderdaad zo’n kat is, of toch een sluwe vos met de nodige bruikbare streken. Het voordeel voor Tracy is dat het niet veel slechter kan, dus enige mate van sportief herstel lijkt hoe dan ook te verwachten.

Ooit de standaard

Je kunt je dan afvragen of dat sportief herstel iets te maken zal hebben met de nieuwe rotatie. En als het systeem er al invloed op heeft, dan is het nog zeer de vraag of dat een positieve invloed is. Jim Tracy is namelijk niet de eerste manager in de rijke MLB­ historie die vijfmansrotatie overboord gooit. Sterker nog, in andere tijden was een viermansrotatie zelfs gebruikelijk. In de jaren zestig deden alle teams het en sloten de Los Angeles Dodgers eens het reguliere seizoen af met Sandy Koufax, Don Drysdale, Claude Osteen en Don Sutton, die dat jaar 154 van de 162 starts voor hun rekening hadden genomen.

Een viermansrotatie was in die tijd

normaal. Een manager wilde zijn beste vier starters zo vaak mogelijk opstellen. Toch begon het fenomeen in de jaren zeventig



langzaam te verdwijnen. Dat decennium waren er nog ‘maar’ 46 pitchers die meer dan 40 wedstrijden startten. In de jaren tachtig waren er daar nog maar twee van over, en in latere decennia deed niemand het zelfs meer. Greg Maddux noteerde in 1991 37 starts en dat aantal werd daarna niet meer overtroffen.

Andere experimenten

Dat betekent niet dat managers niet meer experimenteerden met hun rotatie, al gebeurde het dan vaak slechts voor een korte periode. We rekenen de perioden aan het begin en het einde van het seizoen dan even niet mee, want daar is kleinere rotatie door extra rustdagen gebruikelijk. Dan houdt je onder meer experimenten over als Tony LaRussa’s driemansrotatie bij de Oakland Athletics in 1993 en Ozzie Guillen’s zesmanrotatie bij de Chicago White Sox in 2011 over. Vorig jaar gebeurd, maar wie herinnert zich dat nog? Precies.

Er bestaat dus weinig historisch draagvlak

voor Jim Tracy’s probeersel. Dat komt niet in de laatste plaats door de personele problemen die een viermansrotatie in het verleden regelmatig met zich meebracht. Pitchers die weer gooien na een kortere rustperiode dan de gebruikelijke vier rustdagen tussen starts, lopen een verhoogd risico op blessures. Dat was voor Guillen ook aanleiding om vorig seizoen een extra rustdag in de lassen voor zijn starters door er een zesde starter tussen te proppen. Tracy lijkt zich echter wel te hebben voorbereid op dit probleem. De sleutel is het aantal worpen dat je je starter toestaat. Een normale start telt normaal gesproken niet minder dan honderd pitches. Een keer met minder rust pitchen is dan haalbaar, maar

slechts bij hoge uitzondering. Om die reden legt Tracy zijn werpers een lagere limiet op.

Tactisch vraagstuk

Dat brengt een tactisch vraagstuk met zich mee. Het is immers gebruikelijk dat pitchers af en toe een topdag hebben, waarin ze soms de hele wedstrijd op de heuvel kunnen blijven staan. Meestal eindigen dat soort wedstrijden in overwinning en, minstens zo belangrijk, een rustdag voor de bullpen. Tenzij de tegenstanders van de Rockies enorm ‘trigger­ happy’ zijn, komen de starters van de Rockies daar met 75 tot 80 pitches nooit meer in de buurt. Bovendien maak je een starter altijd afhankelijk van de bullpen om zijn ‘W’ veilig te stellen. Tracy heeft overigens wel gezegd dat een wijziging van de limiet een optie is bij zo’n topdag, maar vertelde daar niet bij hoe er vervolgens naar een volgende start toe gewerkt zal worden.

De keerzijde van dat verhaal is natuurlijk

dat er alleen principieel iets verandert. Een bookmaker lacht je in je gezicht uit als je wedt dat één van de Rockies­pitchers binnenkort een Complete Game zal noteren. Ook in de vijfmansrotatie moest de bullpen er veel te vaak te vroeg aan te pas komen. Tracy slaat, door dat de standaard te maken, echter wel de deur dicht voor eventueel herstel van zijn starters. Hoe lang het experiment duurt zal vooral afhangen van het succes dat de Rockies wel of niet zullen behalen. Daarnaast speelt mogelijk een rol dat Tracy binnenkort starter Juan Nicasio ziet terugkeren. Dat zou aanleiding kunnen zijn om terug te keren naar de normale situatie met vijf starters. Onder­ tussen mogen Francis, White, Outman en Friedrich Tracy’s gelijk proberen te halen. •

Wat niet meehelpt voor de Colorado Rockies is het thuis­ stadion, dat dit jaar meer dan ooit een hitters park is. De ene na de andere bal weet de tribunes te bereiken. Slecht nieuws, zeker als je naam Jeremy Guthrie is en je een zogeheten ‘fly ball pitcher’ bent. Je nullen maken door de outfielders aan het werk te zetten met hoge, vangbare ballen werkt alleen als die ballen binnen de hekken blijven, natuurlijk. Guthrie, nota bene Colorado’s nummer één starter aan het begin van het seizoen, lijkt met zijn demotie naar de bullpen dan ook het voornaamste slachtoffer van de ogenschijnlijk veranderde omstandigheden in Coors Field. En daar is niemand bij gebaat, want met zijn salaris van 8,2 miljoen dollar in 2012 is Guthrie bepaald geen goedkope reliever.


Weekly RoundUp

De Detroit Red Wings verleng­ den het contract van Darren Helm met vier jaar. De 25­jarige center gaat in deze periode 8,5 miljoen dollar verdienen • Jaromir Jagr wil nog een jaar door in de NHL, maar weet niet zeker of dit bij de Philadelphia Flyers zal zijn.

De kans bestaat dat de veertigjarige Tsjech zijn geluk beproeft op de free agent­markt • Samuel Pahlsson verlaat na elf seizoenen de NHL. De 34­jarige center, die het afgelopen jaar uitkwam voor de Columbus Blue Jackets en de Vancouver Canucks, keert terug naar de Swedish Elite League • Goalie Josh Harding blijft bij de Minnesota Wild. Hij verlengde zijn contract met drie jaar en gaat daarmee 1,9 miljoen dollar per jaar verdienen • De NHL maakte het speelschema voor het komende seizoen bekend. De eerste vier wedstrijden staan gepland op 11 oktober • Alexander Kovalev hoopt komend seizoen weer terug te keren in de NHL. De 39­ jarige veteraan ziet vooral een terugkeer bij de Montreal Canadiens wel zitten • De St. Louis Blues en

Barret Jackman gaan langer met elkaar door. De club en de 31­ jarige verdediger kwamen een nieuw driejarig contract overeen ter waarde van 9,5 miljoen dollar.

Selanne: nog 'n jaar

Teemu Selanne gaat nog een

jaar door bij de Anaheim Ducks. Volgens Veikkaaja Magazine, het grootste sportblad van Finland, traint de 42­jarige aanvaller deze zomer door in zijn geboorteland en kan alleen een ernstige blessure of andere tegenslag ervoor zorgen dat hij niet voor zijn twintigste seizoen in de NHL terugkeert. Ook kwam naar buiten dat de Ducks Selanne een aanbod hebben gedaan om toe te treden tot de front office wanneer hij besluit om zijn schaatsen aan de wilgen te hangen. Selanne mag zelf kiezen welke functie hij wil bekleden, als het eenmaal zover is.

Karlsson verlengt bij Senators

Voor Erik Karlsson had de

afgelopen week enkel hoogtepunten. Niet alleen won hij de James Norris Trophy voor de beste verdediger van het afgelopen seizoen, hij verlengde ook nog eens zijn contract bij de Ottawa Senators. De 22­jarige verdediger tekende een nieuwe zevenjarige verbintenis, waarmee hij in die periode 45,5 miljoen dollar gaat verdienen.

De verlenging is de

beloning voor het ijzersterke seizoen dat Karlsson achter de rug heeft. De Zweed was met 78 punten in 81 wedstrijden verreweg de best scorende verdediger in de NHL. Zijn achtervolgers, Dustin Byfuglien van de Winnipeg Jets en Brian Campbell van de Florida Panthers, volgden met 53 punten op gepaste afstand.

Karlsson is

uiteraard verguld met de nieuwe verbintenis, maar weet ook dat er nu meer druk op zijn schouders terechtkomt. “De verwachtingen worden nu alleen maar hoger, vooral van de media. Zo werkt het nu eenmaal, daar ben ik me goed van bewust. Het enige dat ik kan doen, is elke wedstrijd zo goed mogelijk proberen te spelen.” •



Ondanks dat Nail Yakupov de best

prospect van deze draft was, was het niet duidelijk of Edmonton hem wel zou draften. Zij hebben namelijk de afgelopen jaren al meerdere goede aanvallers gedraft en juist hun verdediging laat te wensen over. Toch is de gouden regel dat je vooral aan het begin maar beter de beste speler kunt kiezen en dat deden zij dan ook. Verderdig Ryan Murray ging daarom niet naar de Oilers, maar werd gekozen door de nummer twee en ook zijn nieuwe werkgever – de Columbus Blue Jackets – kunnen een goede verdediger uitstekend gebruiken. Wat volgde was een zeer open draft. 2012 wordt namelijk gezien als een redelijk zwak draftjaar. Althans, er weinig spelers die er met kop en schouders bovenuit steken of waarvan men nu al weet dat er velen topspelers zullen worden. Dat maakt de draft verrassender, want teams zullen letten op speciale factoren en met minder topspelers eerder kiezen voor een speler die zwakke plek in het team op relatief korte termijn kan invullen.

Een verschil met de drafts van de

andere Amerikaanse competities is ook het internationale karakter. Weinig spelers worden gedraft uit de Amerikaanse colleges. Sterker nog, aangezien ze allemaal achttien of negentien jaar zijn mogen ze daar nog niet eens voor uitkomen. Steeds meer spelers worden daarom gedraft uit high schools, maar terwijl de NHL­ploeg dan al weet dat ze – tenzij ze via training camp meteen de NHL halen – committed zijn voor een of meerdere jaren bij een Division 1 NCAA team. En dan zijn er natuurlijk nog de vele Europeanen. Russen, Tsjechen, Zweden, Slowaken en noem het allemaal maar op. Tegenwoordig zie je zelfs steeds vaker Denen en Duitsers. Dat is een groot verschil met bijvoorbeeld de NBA, waar Europeanen wel gedraft worden, maar het merendeel nog altijd in het college basketball wordt ontdekt.

2012 is een draft waarbij veel teams tevreden zullen terugkijken naar de


kansen die hen, vooral in de vroege rondes, geboden zijn. Een aantal teams verrasten met off­the­board picks, waardoor uitstekend gewaardeerde prospects als de Tsjechische right winger Martin Frk (daadwerkelijk zonder klinkers) en de Zweedse left winger Filip Forsberg (geen familie van legende Peter) beschikbaar bleven voor respectievelijk de Detroit Red Wings en Washington Capitals.

Andere grote namen bij bekende teams zijn Alex

Galchenyuk, een Amerikaan uit Milwaukee met een Russische vader, die de aanval van de Montréal Canadiens meer goals en fysiek spel moet gaan brengen. Dat geldt ook voor verdediger Griffin Reinhart, die niet alleen de beste naam van deze draft heeft, maar ook body moet gaan geven aan de verdediging van de New York Islanders. Een andere mooie naam was op plek tien de verrassing van de eerste ronde; Slater Koekkoek, de sterke verdediger uit de OHL die naar de Tampa Bay Lightning ging. Amper negen picks later verraste Tampa Bay opnieuw, door de Russische goalie Andrei Vasilevski te draften. Niet alleen een relatief onbekende prospect, maar ook niet de beste goalie op het bord. Dat was namelijk Malcolm Subban en hij werd gedraft door de Boston Bruins. Let wel, de zwarte Canadees is het broertje van P.K Subban, die bij aartsrivaal Montréal speelt. Een grotere trap na richting de vertrekkende goalie Tim Thomas had Boston general manager Chiarelli niet kunnen draften.

Er waren zoals gezegd ook enkele mooie trades te

noteren en vooral het organiserende team, de Pittsburgh Penguins, kreeg hun fans op de banken. Op de avond van zijn bruiloft werd hun center Jordan Staal, een topspeler maar vaak vergeten achter centers als MVP Evgeni Malkin en aanvoerder Sydney Crosby, namelijk herenigd met broer Eric Staal, die als aanvoerder speelt bij de Carolina Hurricanes. Jordan Staal had eerder afgelopen week een aanbod van tien jaar en $60 miljoen dollar afgewezen en daarmee duidelijk gemaakt dat hij zijn toekomst elders zag. De trade leverde Pittsburgh niet alleen de jonge center Brandon Sutter als vervanger voor Staal op, maar ook de achtste pick van deze draft. Daarmee werd enkele minuten later al de offensieve Canades verdediger Derrick Pouliot gedraft. Hij komt eventueel te spelen naast Brian Dumoulin, de defensive prospect die ook overkomt in deze deal.

Een ander team dat uitstekende zaken deed waren de Philadelphia Flyers. Zij wisten hun backup goalie Sergei Bobrovsky aan Columbus te slijten voor picks in de


tweede en vierde ronde en verrasten een dag later vriend en vijand door hun energiek forward James van Riemsdyk naar Toronto te verschepen in ruil voor hun verdediger Luke Schenn, die in de City of Brotherly Love wordt herenigd met zijn broertje Brayden, die vorig jaar overkwam uit Los Angeles in de trade rond Mike Richards. New York Islanders zijn een team dat gelooft in de nabije toekomst en zij stuurden daarom een pick in de tweede ronde richting Anaheim in ruil voor de ervaren verdediger Lubomir Visnovsky. Hij zal de jonge verdediging op Long Island met zijn ervaring zeker kunnen helpen op weg naar succes. Dat heeft het team overigens hard nodig, want de stadiondeal in het inmiddels half vervallen Nassau Coliseum loopt spoedig af en een vervangend stadion in de buurt wordt nog niet gebouwd.

Problemen waar ook de New Jersey Devils mee

kampen. Zij hebben wel een stadion, een spiksplinternieuw zelfs, maar kunnen de hypotheek amper aflossen en kampen met torenhoge schulden. De NHL zegt vooralsnog zich over de Devils en Islanders geen zorgen te maken, maar het zou inmiddels niemand meer verbazen als de New York Rangers vanaf 2014 of 2015 een of meer rivalen kwijt is. Tenzij de Islanders naar de nieuwe arena van de NBA’s Brooklyn Nets (nu nog New Jersey Nets en stadiongenoot van de Devils) verhuizen, maar dat stadion is niet heel erg geschikt voor een permanente ijshockeyploeg.

Volgende week, op zondag 1 juli, begint NHL Free Agency en verschillende spelers met en zonder contracten lijken spoedig van teams te veranderen. Sterspelers om een oogje op te houden zijn free agents Zach Parise van de Devils en de verdedigers Ryan Suter en Shea Weber, die beide bij Nashville spelen. Spelers onder contract waar veel vraag naar is zijn onder meer Columbus­aanvoerder Rick Nash en Anaheim’s left winger Bobby Ryan.

Het belooft dus, na een spannende start en een

interessante draft, om een intensieve zomer te worden en veel teams geloven in hun kansen voor volgend jaar. Het is daarom niet uitgesloten dat er veel onverwachte en spectaculaire trades volgen, zodra de beste free agents van de markt zijn.

Training camps beginnen half september en de eerste wedstrijden staan vooralsnog gepland voor begin oktober. Zoals in het andere artikel echter te lezen valt, is een tijdige start van het 2012­2013 NHL­seizoen allesbehalve zeker. Laten we onze vingers kruisen voor een goede afloop. En wie echt fanatiek is kan misschien een baard groeien. •



In 2004/2005 bleef de puck het hele seizoen

En wat te denken van het delen van de kosten? Er is zonder twijfel genoeg geld in de league om alle teams financieel gezond te houden, maar de grote markten en succesvolle franchises slokken daarvan het meeste geld op. Dat is niet verwonderlijk, net als dat niet verwonderlijk is dat die teams graag dat geld willen houden. Ze hebben het tenslotte ook zelf verdiend en alle franchises die in de problemen zijn, zijn teams die de NHL ooit als projectje op behoorlijk ondoordachte locaties heeft neergezet.

onberoerd en zojuist is een verkort NBA­ seizoen afgesloten. Dreigingen over spelersstakingen worden dus wel degelijk in daden omgezet. Er zijn verscheidene kwesties die spelen tussen de vakbond en de eigenaren en uiteraard speelt geld daarin een grote rol. In 2004 ging het om het instellen van een harde salary cap plus een minimumbedrag dat aan salarissen moest worden besteed. Die cap kwam er, maar de regel was dat die gerelateerd zou zijn aan de inkomsten van de league. En juist die zijn enorm gestegen. Naar De Russen komen schatting draait de NHL drie keer meer omzet dan toen, dankzij gestegen ticket­ en merchandiseverkoop en betere televisiedeals. Nadelig is ook dat de Russische Kontinental Hockey League steeds meer geld te besteden heeft. Inmiddels heeft Trucs de KHL teams in acht landen en wordt er gepraat over Op zichzelf is dat goed nieuws, maar de uitbreiding met Duitse spelersvakbond ruikt geld en dat is topteams en uiteraard niet onterecht. De NHLPA ontwikkelingscompetities in wil een andere verdeling van de andere West­Europese inkomsten en meer mogelijkheden landen. Spelers die dus met de cap. Andere deals voor geen deal vinden in de jonge spelers bijvoorbeeld, en NHL of op zoek zijn naar eventueel de mogelijkheid om één een beter contract, kunnen contract per jaar af te kopen nu schermen met zonder dat je daar als straf een aanbiedingen uit de KHL. cap hit voor krijgt. Nu verbannen Sterker nog, de KHL belooft teams goede spelers met slechte eigen teams financieel te contracten naar de AHL. Ze steunen en geen cap hit te krijgen daar wel betaald, maar tellen als ze sterspelers uit de zowel de vakbond als de fans zien NHL kunnen wegplukken. Dat is natuurlijk liefst de beste spelers in de voor niemand in het Noord­Amerikaanse NHL. ijshockey erg goed nieuws en dus is het noodzaak om tot een goede CAO­deal te en ander issue met contracten is de duur komen. ervan. Vanwege de wijze waarop de cap hit­ straf berekend wordt, is het voor teams et is tekenend dat de NHLPA momenteel gunstig om spelers bijzonder lange deals te wordt geleid door Donald Fehr. Dé Donald geven, waarbij ze de laatste jaren amper Fehr ja, die in 1995 als leider van de salaris krijgen en die dus ook nooit zullen spelersvakbond in Major League Baseball spelen. Er worden dus jaren aan de deal zo’n harde lijn koos, dat de World Series geen toegevoegd om het gemiddelde te drukken, doorgang vonden. Iedereen beseft dat het terwijl de speler en het team weten dat hij positieve momentum van de NHL verloren dan al met pensioen is. Afkopen van die zal gaan als het weer mis gaat. laatste jaren is, mocht de speler niet willen stoppen, ook veel goedkoper: dat functioneert Vooralsnog is er geen reden tot paniek, maar op basis van het echte salaris en niet meer het is te hopen dat het draftweekend in volgens dat gemiddelde. Het is een Pittsburgh alvast de eerste deuren geopend ingewikkelde materie voor de advocaten van heeft, want een tweede lockout binnen tien de vakbond, die niet alleen spelers met jaar zou de National Hockey League nog wel slechte deals een tweede kans gunnen, maar eens duur kunnen komen te staan. • ook zoeken naar meer garanties.

E

H




Sport definieert Oakland. Zonder de

Raiders, A’s en Warriors zou Oakland niet meer zijn dan een onopvallende buitenwijk van San Francisco. De aanwezigheid van de drie instituten maakt van Oakland een bijzondere stad, een echte sportstad. De gemeentelijke prijzenkast etaleert vol trots vijf World Series (de A’s), twee Super Bowls (de Raiders) en één NBA­titel (de Warriors). Dit zijn prijzen die inmiddels echter alweer dateren van de jaren zeventig en tachtig, sindsdien valt er weinig te vieren. De A’s bouwden in de afgelopen tien jaar aan een reputatie van vooruitstrevendheid dankzij Moneyball en Billy Beane, maar verder dan enkele divisietitels reikte de zegetocht niet. Ondertussen lazerde de door Al Davis zorgvuldig opgebouwde Raiders­dynastie compleet in elkaar en blinkten de Warriors uit in grenzeloze incompetentie. Het maakt de fans niets uit. Oakland’s liefde voor de eigen franchises is onvoorwaardelijk en dat maakt het aanstaande vertrek van de A’s en de Warriors extra pijnlijk. Oakland verdient beter.

Just win, baby

Het verhaal van de Oakland Raiders

vertellen is het leven van Al Davis de revue laten passeren. Oakland’s eerste en meest speciale sportkindje kwam in 1960 per toeval tot stand toen Minnesota een plek in de NFL verkoos boven de AFL en de open plek toeviel aan Oakland. Dat het stichten van de franchise een enorme haastklus betrof, was snel duidelijk. In de eerste twee jaar speelden de Raiders noodgedwongen in San Francisco, terwijl diverse eigenaren en coaches kwamen en gingen en de prestaties op het veld bedroevend waren. Dat veranderde met de komst van Al Davis in 1963. Davis introduceerde met de ‘vertical game’ een spelconcept dat de Raiders (en Davis’ eigen visie op football) decennialang zou definiëren. De vanuit de West Coast offense ontstane, agressieve, op diepte en snelheid gerichte aanvalsstrategie van Davis resulteerde in het eerste winnende seizoen van de Raiders in 1963 en daarmee was een huwelijk voor het leven geboren.

In 1966 werd Davis mede­eigenaar en

verantwoordelijk voor football opera­ tions. Vanuit die positie initieerde hij de opkomst van de Raiders eind jaren


‘60 en ’70 ­ eerst onder John Rauch, die de Raiders bijna hun eerste Super Bowl schonk in 1967, en daarna onder John Madden. De onvergelijkbare tandem Davis­Madden leidde de Raiders naar tien winning seasons op rij en de ultieme kroon op het werk: Super Bowl XI in 1976. Een spijkerharde, meedogenloze defensie en avontuurlijk, attractief aanvallend spel vormden de Raider ‘Commitment to Excellence’. Uiteindelijk ging het voor Davis maar om één ding; ‘Just win, baby’. En dat deden de Raiders: vier jaar na de eerste Super Bowl volgde de tweede Vince Lombardi Trophy.

ringspogingen, tot 1995 alvorens de Raiders huiswaarts keerden. Altijd het opportunisme zelve, bracht Davis zijn Raiders terug in het oude vertrouwde, maar verbouwde Oakland­Alameda County Coliseum. Oakland had zijn footballteam terug maar daarmee niet de gloriejaren.

Jon Gruden zorgde nog voor succes in

2000 en 2001 en schiep de voorwaarden voor Oakland’s Super Bowl­deelname in 2002. Daarin stond Gruden echter aan de andere kant van het veld, als coach van de opponent uit Tampa Bay. De Buccaneers maakten handig gebruik van Gruden’s avis’ enorme wil om te gedetailleerde kennis van het aanvallende winnen had ook een playbook van Oakland en wat volgde was schaduwzijde. Op zoek een vernedering en een definitief naar een groter stadion afscheid van het hoogste NFL­ en dus meer inkomsten, podium door de Raiders forceerde Davis in 1982, van Al Davis. De na een hoogoplopende man die zijn rechtszaak tegen de leven gaf aan de NFL en de stad, relocatie naar Los Angeles. Raiders verloor zijn unieke gift om talent te Twee jaar later wonnen de Raiders hun derde herkennen eerst aan de ouderdom en en voorlopig laatste Super Bowl. Het duurde vervolgens aan de dood en veroordeelde uiteindelijk, ondanks meerdere toenade­ Oakland daarmee tot de kelders van de NFL.

D


Sabermetrics

Met de neergang van de Raiders tijdens het

afgelopen decennium kregen de Oakland Athletics de kans om te stralen in het Oakland­Alameda County Coliseum. En stralen dat doen de A’s. Op het witte doek dan. Met Moneyball, de zeer succesvolle verfilming van Michael Lewis’ boek over de opkomst van sabermetrics in baseball dankzij Billy Beane, kent ineens de halve wereld het verhaal van de Athletics. Dat de film zo’n succes werd is eigenlijk een klein wonder: het brede publiek dat een verhaal omarmt over de introductie van geavanceerde statistische analyse als grondslag voor besluitvorming bij een small­market team in de Major League, het lijkt nauwelijks denkbaar. Maar of het nu aan het overtuigende spel van Brad Pitt als Billy Beane toe te wijzen is of aan het herkenbare thema van ‘us against the world’, Moneyball resoneerde wereldwijd en gaf de A’s de bijzondere status van een team dat met weinig budget succes heeft tegen de grote boze geldwolven.

De ‘Moneyball­periode’ is echter alweer van bijna

tien jaar geleden, toen de A’s inderdaad met één van de laagste budgetten in de MLB uitstekende, ondergewaardeerde spelers wisten te contracteren en tot diep in de playoffs doordrongen. Die tijd is nu echt voorbij. De rest van de Major League zit niet stil en goede ideeën zijn er om gekopieerd te worden. Dat gebeurde dus ook met Billy Beane’s sabermetrics. De A’s raakten al snel hun unieke voordeel kwijt en verloren daarmee hun uitzicht op grote successen. Zo is het sinds 2006 geleden dat de A’s zich plaatsten voor de playoffs en gaat het in Oakland inmiddels meer over de verwachte en gevreesde relocatie van de franchise naar San Jose en de vraag of het Cubaanse wonderkind Yoenis Céspedes nu wel of niet een ‘five­tool player’ is, dan over successen op het veld.

AL DAVIS Gaf zijn hele volwassen leven aan de Oakland Raiders. Persoonlijk verantwoordelijk voor drie Super Bowls en 48 jaar ‘Commitment to Excellence’ in Oakland.

MARCUS ALLEN De beste en meest veelzijdige Raider aller tijden en de personifica tie van ‘Just win, baby’. Hij werd (als enige Raider) ‘Rookie of the Year’, MVP en Super Bowl MVP en is mis­ schien wel de meest unieke NFL running back aller tijden, dankzij zijn vermogen te rushen, blocken, vangen én gooien.


TIM BROWN Het prototype van de ‘Al Davis­ receiver’: razendsnel, wendbaar en dodelijk in de vertical game. Kreeg dankzij zijn lange en uiterst succesvolle dienstverband de bijnaam ‘Mr. Raider’ en vormde in 2001 met Jerry Rice de beste receivertandem in de historie van de NFL.

RICKEY HENDERSON Als Hall of Famer, winnaar van een MVP titel en een ‘Golden Glove’, en tienvoudig All­ Star met afstand de beste ‘A’ allertijden. Zijn carrière duurde meer dan twintig jaar, waarvan hij er veertien in Oakland doorbracht. Befaamd als openingsslagman, zijn on­ base percentage (Billy Beane had van hem gehouden) en zijn grenzeloze passie voor het spel. JIM CATFISH HUNTER Cultfiguur dankzij zijn snor en bijpassende nickname, waardoor zijn enorme kwaliteiten als pitcher bijna

ondersneeuwden. Feit blijft dat Hunter, als achtvoudig All­Star en winnaar van vijf World Series en de Cy Young award, de beste pitcher in de historie van de Athletics is. BILLY BEANE Beroemdste general manager in baseball en eigenlijk iedere sport. Bracht Bill James’ saberme trics naar de Major League en ontketende een kleine revolutie. En dat allemaal dankzij zijn eigen verleden als compleet mislukte hoge draft pick. CHRIS MULLIN Of de ‘We Believe’ Warriors nou dankzij of ondanks de aanwezigheid van Mullin als general manager tot stand kwamen, zal de fans in Oakland biet

een

zijn; Mullin wordt herinnerd als de beste Warrior sinds Rick Barry en aan zijn leiderschap ten tijde van de Run TMC­hoogtijdagen. RICK BARRY Van Rick Barry houden was niet makkelijk, ook al was/is hij één van de vijfentwintig beste NBA­spelers aller tijden. Hij gooide zijn vrije worpen onderhands en had nogal een norse persoonlijkheid. Dat Barry de Warriors naar twee NBA Finals bracht en ze bijna allebei won, maakte alles goed. In Oakland althans. •


De fans in Oakland wachten ondertussen

al sinds 1989 op een (succesvolle) rentree in de World Series. Met een almaar groeiende fanbase en een fantastische ploeg regeerden de Athletics eind jaren ‘80, begin jaren ‘90 wel echt over de Major League. In drie opeenvolgende jaren waren de A’s de ploeg met het beste record in het reguliere seizoen, werd de World Series bereikt en was men torenhoog favoriet om die ook te winnen. Slechts één keer gebeurde dat ook echt, via een ‘four­game sweep’ op de aartsrivaal San Francisco Giants. Nee dan was de jaren ’70­ uitvoering van de A’s een stuk koelbloediger. Vier jaar na de komst van de franchise naar de Bay Area in 1968 werd de eerste World Series overwinning gevierd in Oakland. In de twee jaren daarna werd dat feest nog eens dunnetjes over gedaan en een grootse franchise leek geboren. Niemand kon toen vermoeden dat de hoogtijdagen, Billy Beane ten spijt, al voorbij waren.

‘We Believe’

In maart van dit jaar lieten de hondstrouwe Oaklandfans zich in Oracle Arena van hun meest duistere kant zien. Tijdens de ‘jersey retirement’ van Chris Mullin, één van de beste Warriors in de historie, werd kersverse eigenaar Joe Lacob minutenlang meedogenloos uitgefloten en uitgejouwd door wat algemeen beschouwd wordt als de beste fanbase in de NBA. Smeekbedes van Mullin en Rick Barry, die andere legendarische Warrior, om toch vooral op te houden en respect te tonen waren aan dovemansoren gericht. De fans waren het zat, de trade van publiekslieveling Monta Ellis naar de Bucks in ruil voor de geblesseerde center Andrew Bogut was de druppel die de emmer deed overlopen. Weer een verloren seizoen, weer een belofte niet waargemaakt. Voor het 35ste jaar op rij.

Wie de boosheid en frustratie van de

Warriors wil begrijpen moet verder kijken dan de Ellis­trade, dit seizoen en Joe Lacob. Incompetentie is zo synoniem komen te staan voor de Warriors, dat de enige titel in

de historie van de franchise in Oakland in 1975 een regelrechte ‘fluke’ lijkt. Behoudens een sterke periode eind jaren tachtig/begin jaren negentig met Don Nelson’s ‘Run TMC’ en het fantastische avontuur van de ‘We Believe’ Warriors in 2007, is het bestaan van de Warriors een eindeloze kwelling. Geen enkele franchise in de NBA slaagde er door de jaren heen zo vaak en zo grandioos in haar eigen veelbelovende, jonge teams om zeep te helpen met oliedomme trades en dramatische draftkeuzes.

De geschiedenis van de franchise toont een dusdanig overweldigende aaneenschakeling van idiote keuzes en beslissingen, dat Bill Simmons onlangs voor grantland.com (naar aanleiding van het Lacob­incident) meer dan vierduizend rake woorden nodig had om te beschrijven hoe de Warriors, in zestig eenvoudige stappen, erin zijn geslaagd hun fans 35 jaar lang te naaien waar ze bijstaan. Enkele van die zestig stappen? Het niet draften of behouden van onder meer Larry Bird, Robert Parish, Kevin McHale, Clyde Drexler, Gary Payton, Chris Webber, Kevin Garnett, Kobe Bryant, Tracy McGrady en Vince Carter ­ negentwintig van de vijfendertig keer de playoffs missen ­ vier playoffseries winnen in 34 jaar ­ sinds 1997 geen All­Star meer hebben.

Steden keren zich voor minder af van hun

franchise. Tragisch genoeg keert in dit geval de franchise zich af van de stad die haar zo lief heeft. De recente aankondiging door de nieuwe eigenaren (Lacob en Peter Guber) van de voor 2017 geplande verhuizing van de Warriors naar Pier 30/32 aan de San Francisco Waterfront is in Oakland ingeslagen als een bom. Net nu het tij lijkt te keren voor de Warriors, dankzij competente eigenaren, een verstandig front office, speciaal adviseur Jerry West en enkele veelbelovende jonge spelers, raakt de stad wellicht alles weer kwijt. Het zou de laatste en meest onvergeeflijke van een eindeloze reeks vernederingen zijn die Oakland heeft moeten doorstaan in naam van de Golden State Warriors. •




Een jaar later...

Wat er kan veranderen in een jaar tijd.

Vorig jaar rond deze periode verbaasden Dirk Nowitzki en zijn Dallas Mavericks de basketbalwereld met de zege op de Miami Heat in de NBA Finals. LeBron James speelde toen de rol van meestergoochelaar en had pijnlijk veel succes met zijn verdwijntruc. In de weken die volgden ging de discussie over James vrolijk door, terwijl de persoon in kwestie ergens op de Bahama´s probeerde uit te vogelen hoe het toch allemaal zo ver had kunnen komen. Maar zelfs daar werd hij niet met rust gelaten. In hetzelfde resort waar hij en Dwyane Wade verbleven zat nog een basketballer. Niemand minder dan Jason Terry.

De zomermaanden waren een

louteringsproces voor James en hij moest de gifbeker volledig leegdrinken. De lockout hielp ook niet mee. Drie maanden langer dan gehoopt duurde het voordat LeBron zijn voeten weer op het basketbalveld kon zetten. Maar eenmaal terug was duidelijk wat er stond te gebeuren. James was op een missie en er was niemand die hem daar vanaf kon houden. Zelfs zijn vriend en grootste concurrent Kevin Durant niet.

De Washington Post kopte

na de zege ‘een titel, nog zeven te gaan’ , als verwijzing naar de belofte van James dat hij Miami een hele rits titels zou bezorgen. Of dat gaat gebeuren zal de tijd leren, maar LeBron James weet in elk geval zeker dat hij niet als de nieuwe Karl Malone de geschiedenis ingaat.

Bubba

Don't fuck this up, hadden de Feds vooraf

gedreigd, anders doen wij het straks nog 'ns dunnetjes over, maar dan goed. Niettemin had ik er voorafgaand aan de Jerry Sandusky trial maar een hard hoofd in. Want hoe kon die kinderverkrachter in het sektarische Pennsylvania, waar bijkans iedereen op enigerlei wijze een band heeft met Penn State, in hemelsnaam een eerlijk proces krijgen? Van de twaalfkoppige jury hadden er maar liefst negen iets met de universiteit van doen. Negen! En slechts een paljas met blauwe bril en dito oogkleppen had kunnen zorgen voor een hung jury.

Mijn zorgen bleken gelukkig ongegrond.

Sandusky werd op maar liefst 45 van de in totaal 48 aanklachten schuldig bevonden. Tweeentwintig uur hadden ze ervoor nodig gehad, maar 't resultaat mocht er zijn. Gerechtigheid ­ de voormalige assistent­ coach van Penn State University zal nooit meer vrij komen.

Die misplaatste grijns was na de uitspraak ook prompt van z'n smoel verdwenen. Plots leek­ie zich te realiseren wat 'm de komende tien jaar te wachten staat. En daar zullen weinig woorden Frans bij te pas komen.

Sandusky blijft via z'n advocaat overigens volhouden dat­ie onschuldig is. Kennelijk is­ie in de loop der tijd nog gaan geloven in z'n eigen leugens ook. Maar geen nood. Ik ben er vast van overtuigd dat Bubba en z'n maatjes z'n geheugen binnen een mum van tijd weer zullen opfrissen. May he squeel like a pig.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.