UIT HET HART
Op wandel met de stadsbioloog p 4 Hessels leren? p 9
#01 – Lente 2022 – jg 3
v.u. Dir k S c huer m an s , P r in s en s t r a a t 2 1 , 3 5 0 0 Ha s s e l t
WIJKKRANT HEILIG-HARTWIJK
W O O R D J E VA N D E B U R G E M E E S T E R E N S C H E P E N
Beste Eindelijk is de lente echt in het land en wordt het dus hoog tijd om elkaar weer te ontmoeten. De Dag van de Buren op vrijdag 20 mei is zo’n ideale gelegenheid om bij te babbelen met je buren of om nieuwe inwoners te leren kennen.’
Doe je mee? Schrijf je in met minimum twee buren vóór 2 mei bij de dienst Wijkopbouw om een burenfeestje te organiseren: www.hasselt.be/dagvandeburen. Je krijgt dan een startpakket met een Hasseltbon, versieringen en uitnodigingen voor de buren. Nodig minstens vijf buren uit op een veilige plek vlakbij je huis, bv. op de stoep, een oprit, een pleintje, ….
Wat heb je nodig om het feest te starten? Een drankje, een hapje, een stoel en een aantal leuke buren. Vraag aan de buren om ook iets mee te brengen en zet je gezellig samen.
Wat moet je nog meer weten? Ken je iemand die zich op een bijzondere manier inzet voor de buurt? Vertel bij je inschrijving wie jij wil nomineren en waarom. We zetten vijf buren in de bloemetjes tijdens het burenfeest. Ook loten we vijf locaties uit waar de deelnemers een bezoek van de ijskar krijgen op de burendag. Wil je een straat afzetten voor jouw burenfeest? Vul dan ook de evenementen-aanvraag in vóór 8 april via www.hasselt.be/evenement. Als burgemeester en schepen zijn we trots op het actieve buurtleven in onze stad en hopen we ook dit jaar weer vele Hasseltse buren te mogen samenbrengen. Tevens hebben we de eer om dan de winnaars van ‘Buurt van het jaar 2022’ bekend te maken. Uiteraard staat er nog heel wat meer op til in jullie wijk en lees je er alles over in deze wijkkrant. Dymfna Meynen Steven Vandeput Schepen van de Hasselaar Burgemeester
-2-
© Kris Thijs
VOORWOORD Voel je het? Het verschil met de wijkkranten van de twee vorige jaargangen? Dit eerste nummer van 2022 is namelijk zo’n 7,50 gram zwaarder dankzij vier extra pagina’s. Dat betekent dus nog meer nieuws en nuttige informatie over onze wijk! Daarbij zijn er zaken die misschien niet meteen opvallen, zoals het mogelijke, rijke natuurleven op de vele groene plekjes in onze wijk. De nieuwe stadsbioloog geeft hierover een heleboel nuttige tips. Je vroeg je misschien ook af wat er allemaal gebeurt rond de toren aan de Oude Kuringerbaan. Onze stadsgids Annemie deelt haar geschiedkundige wijkkennis daarover weer uitgebreid. Verder hadden onze brandweerburen een heel druk stormweekend en vertellen de verschillende scholen in onze wijk over wat ze allemaal (gaan) doen. Een mens zou al van minder dorst krijgen. Gelukkig nodigen twee heel verrassende plekken je uit voor een koffie en een babbel… Veel leesplezier alweer!
Colofon
Inhoud p. 2
Woord van de burgemeester en schepen
p. 3
Voorwoord – Inhoud - Colofon
p. 4-6
Zachte Berm – wandelgesprek met de stadsbioloog
p. 7
Nummer 7
p. 8
Circulair werkt - zoekpuzzel
p. 9
Hessels leren?
p. 10-11
Op de koffie in Villa Temporis
p. 12-13
Vriendschap in Café Anoniem
p. 14
De wijk en de wereld – Fabiola
p. 15
Wijkservice: Oude stripverhalen
p. 16-17
Wijk-ster Willy Orlandini
p. 18
Drukke stormdagen voor de brandweer
p. 19-20
Geschiedenis van de wijk – Toren Vinckenbosch
p. 21
Straatnamen - wijkwandeling - voetpad Haarbemdenstraat
p. 22-23
Scholendrukte
p. 24
Ken je de wijkagenten? Verbindingsplein
Deze wijkkrant is een initiatief van de dienst Wijkopbouw van Stad Hasselt i.s.m. dit vrijwillige redactieteam: Hoofdredactie: Dirk Schuermans (dirk.schuermans@telenet.be) en Raymond Rutten (raymond.rutten@telenet.be) Teksten: Annemie Reysen, Myriam Vray, Lander Bikkembergs, Jan Castermans, Sofie Beerts, Dulchinea Elens, Dirk Schuermans, Raymond Rutten Fotografie: Raymond Rutten, Myriam Vray, Dirk Schuermans, Lander Bikkembergs, Annelies Vandeweerdt (coverfoto), Jan Castermans, Stad Hasselt, Recupel, Villa Temporis Vormgeving: tricolor.be Drukwerk: Realise Printing
-3-
Wil jouw vereniging of organisatie in de zomerkrant een activiteit of weetje laten opnemen? Stuur dan voor 25 april 2022 een mailtje naar raymond.rutten@telenet.be.
DE ZACHTE BERM
Met de stadsbioloog door onze wijkjungle In de Zachte Berm wandelt of fietst Jan Castermans naar een plek die voor hem of haar een speciale betekenis heeft. Een zachte beweging met tijd om te praten en ruimte om te kijken naar wat er onderweg te zien is. Frederik Thoelen groeide op in de Banneuxwijk, en hij woont ook niet in onze wijk, maar is sinds begin dit jaar de kersverse stadsbioloog van Hasselt. Daarnaast werkt hij in het Natuurhulpcentrum in Oudsbergen. De ideale compagnon de route dus om op pad te gaan door de stadsjungle die wij mogelijk niet altijd opmerken.
stedelijke omgeving zijn dat uiteindelijk de plekjes waarmee ze het moeten doen, waar ze voedsel moeten zoeken en waar ze schuilmogelijkheden of nestplaatsen kunnen vinden. Klimop is ideaal voor mussen, ze kiezen het vaak als broedplaats. Ruwere stukken, waar de natuur door de mens grotendeels ongemoeid is gelaten, zijn onmisbaar voor wilde dieren in een stedelijke omgeving.”
“Mijn opdracht? Dat is de natuur een beetje dichter bij de mensen te brengen en dat in de brede zin van het woord. Aan de ene kant door te laten zien wat er hier allemaal leeft, maar ook door mensen te tonen wat ze allemaal kunnen doen om de natuur wat aantrekkelijker te maken.”
“Dit aan de inwoners uitleggen is dan ook de taak van een stadsbioloog. Als de stad de bermen niet maait, is dat niet uit luiheid, maar echt wel met een reden. En het is uiteraard belangrijk dat mensen dat beseffen. Als ze dat niet doen, lijkt het alsof de stad het groen maar wat laat verloederen. Terwijl net dat een positief effect heeft op wat er leeft in een stad.”
We komen voorbij de parking achter de Heilig-Hartkerk, een berm met veel klimop, hoge bomen en een kluwen aan takjes.
We ontmoeten Luc Smeets, die op de hoek van de Plantenstraat woont. Luc vertelt over de slechtvalk die hij vaak opmerkt op de toren naast de kerk.
“Dit soort ruige stukjes zijn, als ze eenmaal in bloei staan, hele interessante corridors voor vogels en kleine zoogdieren. Hierop kunnen steden sterk inzetten. Dit zijn zeker niet de volwaardige, grote biotopen, maar wel veilige doorgangen. Voor dieren in een
“Slechtvalken vind je regelmatig in een stedelijke omgeving. Veel steden plaatsen
-4-
nestkasten om hen te lokken en zo de duivenpopulatie op een natuurlijke manier onder controle te houden. Als men op de toren een nestkast zou zetten, dan hebben we binnen een jaar ongetwijfeld jonge valkjes.” We volgen Luc naar zijn stadstuin, waar hij een plukplaats toont. Een plukplaats? “Dat is de plek waar een roofvogel zijn prooi plukt en opeet, tenzij hij gestoord wordt.’ Deze hier lijkt me typisch voor een sperwer. Als een vos een vogel pakt, dan zie je dat die veren afgebeten zijn, met een kartelig patroon. Om aan het vlees te geraken moet een roofvogel de pluimen een voor een uittrekken, en dan blijft de pen van de pluim helemaal intact.” Luc: “Hier in de tuin zitten veel vogels, zo zag ik ook al een bonte specht en boomklever.” “Dat zijn soorten die je niet meteen zou verwachten in Hasselt, omdat dat echte bosvogels zijn. Maar je ziet, ook in een stad, en met een natuurvriendelijke tuin zoals bij Luc, komen die vogels vanzelf op bezoek.”
echt ruimte weg van de mensen, maar schep je wel positieve effecten voor bijen, die het de laatste jaren toch wel moeilijk hebben.” Langs het Levenspad ziet Frederik, naast een ekster die druk wevend een nest maakt, ook veel groene kansen.
Luc: “Samen met mijn buurvrouw Inge hebben we nestkasten aan de kerk gehangen voor de gierzwaluwen, de vogelsoort die we met de stad Hasselt geadopteerd hebben.” “In het Natuurhulpcentrum krijgen we elk jaar massa’s jonge gierzwaluwen. Het kost best wat tijd en moeite om die groot te brengen, dus we willen via de stad nesten zoeken die bezet zijn om daar dan de jongen bij te zetten. Het is uiteindelijk altijd beter dat ze door soortgenoten grootgebracht worden.”
“Je ziet hier langs beide kanten van het fietspad nog stukjes die niet benut worden. Hier zou je hagenrijen of takkenwallen kunnen zetten, of planten die wat meer vocht nodig hebben. Het is hier nogal vochtig gebied. Belangrijk is natuurlijk wel dat het niemand stoort of ruimte wegneemt. Je wil niet alleen de natuur maar ook de mens tevreden houden.” (lacht) Achter de scoutslokalen merken we langs de Goudsbloemstraat een houten omheining van enkele tientallen meters op.
We komen aan het grasveld van het HeiligHartplein.
“Zet daar wat hagen en niemand die er last van heeft. Het maakt het geheel mooier, is beter voor de natuur en er is amper werk aan; hooguit af en toe snoeien. En waar de mogelijkheden er zijn, maken de dieren er wel gebruik van.”
“Wat hier zeker tof zou zijn, is een stuk te reserveren voor wilde bloemen. Dit is best een groot grasveld en door een bloemenweide aan te leggen neem je niet
-5-
DE ZACHTE BERM
“De natuur begint bij de paardenbloem die tussen de tegels groeit.” We stappen even een paar meter het kleine bosje tussen het nieuwe Crutzenhof en de Sportstraat in. Het getrainde gehoor van Frederik merkt meteen wie er leeft.
sen voor kleine zoogdieren zoals muizen, wezelachtigen of egels. En omdat er veel insecten onder zitten, zijn ze een bron van voedsel voor de dieren. Zelfs in een kleine tuin kan je ergens een hoop takken in een hoek laten liggen.”
“Dat hoge, schelle geluid komt van spitsmuisjes. Dit zijn echte insecteneters, ze hebben niets gemeen met gewone muizen, die knaagdieren zijn. Spitsmuizen zijn eerder verwant aan egels. Ze eten voornamelijk regenwormen, kleine kevertjes en dergelijke.”
“Meer en meer mensen maken ook een takkenwal in de tuin, niet alleen omdat dit mooi oogt, maar ook omdat ze er de natuur een handje mee helpen. Je bent bovendien ook je snoeiafval kwijt, en de dieren zijn je dankbaar.”
“Plekken als deze moet je koesteren en ongemoeid laten. De bramen die je hier ziet, zijn in de zomer en herfst een waar feest voor vogels en zoogdieren. Hier kan best ook wel een eekhoorntje zitten, of een wezeltje, en natuurlijk veel vogeltjes. De vinken zaten zonet al te baltsen.”
Wat kan je doen als je maar een klein tuintje of terras hebt? “In kleinere tuinen is er zeker plaats voor planten in potten. Je kiest dan best geen exotische plant, maar wel een inheemse struik of plant. Daar komen dan meteen meer inheemse insecten op af. En waarom ook geen eenjarige bloemen zaaien in een pot? Voor de bijen en de vlinders is dit meer dan welkom.”
Langs de Haarbemdenstraat zien we de borden van de paddenoverzet. “Het feit dat hier padden overgezet worden, bewijst dat amfibieën dit een aangename plek vinden, ongetwijfeld omdat het hier vrij vochtig is. Wat we zeker moeten doen, is het gevaar verminderen dat ze sterven door hun grootste vijand, het verkeer. Dit zijn acties die mensen meteen dichter bij de natuur brengen en hen het gevoel geven er rechtstreeks aan bij te dragen.”
Door kleine ingrepen en zelfs door een beetje rommelig gedrag kun je de stedelijke natuur dus een handje helpen? “Een natuurvriendelijke tuin zoals we daarstraks bij Luc zagen is natuurlijk ideaal. Maar hang bijvoorbeeld ook eens een nestkastje op voor boomklevers of boomkruipers in plaats van alleen maar voor mezen of mussen. Of een insectenhotel: simpel én met een onmiddellijk effect.”
Ondertussen vallen ons de vele takkenwallen op, zowel in stadstuinen als langs het speeltuintje aan de Anne Ruttenstraat.
“Vallende blaren in de tuin kun je best laten liggen in de borders, daar kunnen insecten onder kruipen. Het zijn inderdaad kleine handelingen die iedereen kan toepassen.”
“Zo’n takkenwal, of zelfs al een gewone takkenhoop, is bijna het beste dat je kan aanleggen in een tuin. Het zijn schuilplaat-
-6-
Nummer
7
Een wijk wordt gemaakt door mensen en dus willen wij jullie laten kennismaken met wijkbewoners die van onze Heilig-Hartwijk een plek maken waar het goed is om te leven. Iedereen aan bod laten komen is uiteraard onbegonnen werk. Daarom kiezen we voor de mensen die in een willekeurige straat op het geluksnummer 7 wonen. Op de Kuringersteenweg wonen Natalie Pidlisni (40), haar echtgenoot Jean Bienkens (65) en haar zoontje Jeff Pidlisni (5).
wonen, samen met mijn zoon Jeff. Ik was een Bewust Ongehuwde Moeder, maar daar heeft Jean dus verandering in gebracht.”
Even voorstellen: Natalie komt uit Genk en werkt als bediende bij rijschool Car & Truck op de Kempische Steenweg in Hasselt. Jean is afkomstig uit Waltwilder en sinds 2015 (brug)gepensioneerd. Hij werkte voordien als arbeider bij glasbedrijf Leroi. Jeff zit in de tweede kleuterklas op campus Tuinwijk.
Wat is je favoriete plek in de Heilig-Hartwijk? Natalie: “Het Levenspad, een leuke plek voor een kleine wandeling.” Jean: “Het speeltuintje in de Palmstraat, daar ga ik regelmatig met Jeff naartoe.”
Hoe zijn jullie in de wijk terechtgekomen?
Jeff: “Het speeltuintje, maar ook de trappen aan de kerk. Daar kan ik heel fijn met mijn auto’s spelen.”
Met zijn eerste echtgenote Adeline Valkenborg, die zes jaar geleden overleed, woonde Jean in Alken, vlakbij het station. “Adeline was blind en werkte in Brussel. Daar reisde ze samen met haar geleidehond per trein naartoe, dus moesten we vlakbij een station wonen”, vertelt Jean. “Toen we in 1986 hoorden dat er misschien geen treinen meer zouden stoppen in Alken, zijn we op zoek gegaan naar een huis dichtbij een ander station, en zo zijn we op de Kuringersteenweg beland.“
Wat kan er beter in de Heilig-Hartwijk? “De rijrichting van het eenrichtingsverkeer in de Rozenstraat. Het was de bedoeling om het verkeer uit de wijk te houden, maar de richting waarin de auto’s mogen rijden, heeft het tegenovergestelde effect en brengt net meer verkeer naar de wijk. Deze rijrichting zorgt voor meer sluikverkeer, doordat men de Kuringersteenweg kan vermijden. De omgekeerde rijrichting zou volgens mij dat probleem oplossen.”
Natalie: “Heel simpel: toen Jean en ik een koppel zijn geworden, ben ik bij hem komen -7-
Circulair werkt Slim navullen Sinds ongeveer half februari staat er een handige navulautomaat voor (af) wasmiddel in de supermarkt in Quartier Bleu. De fabrikant ervan is een gekende Belgische onderneming van ecologische producten die werd opgericht in 1979 door “een groepje Vlaamse hippiewetenschappers”, zoals ze zichzelf omschrijven. Zij zagen (toen al!) waterwegen niet graag gereduceerd worden tot een stinkend sop en zetten een “scheikundig experimentje” op touw.
Hun nieuwste generatie navulautomaat wacht nu op gebruikers die de afvalberg van plastic willen helpen verkleinen. Trouwens, als we goed geïnformeerd zijn, dan lees je binnenkort meer over die automaat in de krant, wanneer een Vlaamse minister haar lege fles officieel komt navullen… Misschien ziet ze dan hoe iemand van de wijk al handig het tapkraantje bedient?
Doe je mee? Van 24 tot en met 26 maart 2022 kan je tussen 10 en 19 uur op de Gelatine Boulevard aan Quartier Bleu je afgedankte elektro-apparaten inleveren in het Recupel Café. Alles met een snoer, stekker of batterijen is welkom. Denk aan gsm, haardroger, oplader, rekenmachine, koffiezet, ... In ruil voor die kleine milieu-inspanning trakteert de stad op iets lekkers! Tijdens datzelfde weekend starten er bovendien diverse andere gratis workshops en activiteiten onder de noemer ‘Circulair werkt’. Daarvoor moet je dan wel in het centrum zijn, in het Circulair Loket in de Sint-Jozefsstraat. Meer info vind je via de website van de stad.
Puzzelplezier De woorden die aan onderstaande omschrijvingen beantwoorden staan kriskras door elkaar in het rooster. Veel zoekplezier! - pages - eenheid van frequentie - rood overheidsgebouw (2W) - gin - bindmiddel - koers met watervogels - droomverblijf voor hennen - broek - dooft vuur - fiets- en wandelweg -8-
Mujje no’t rèshéûs vir Hessels te lieëre? Onlangs ontving Heilig-Hartster Veerle Schuyten haar bachelordiploma Hessels. In het dagelijkse leven is Veerle departementshoofd Media & Tourism aan de PXL Hogeschool. Zij volgde een intensieve cursus in ons dialect bij ‘miester’ Marco Clerinx, de voorzitter van vzw Veldeke Hasselt. Als enige niet-Hasseltse was zij het buitenbeentje in de opleiding. “Ik voelde me zo’n beetje als een migrantenkind in het kleuterklasje, want ik had een behoorlijke ‘dialectachterstand’”, lacht de Everselse. “Bovendien ben ik niet in het dialect opgevoed, thuis werd enkel Algemeen Nederlands gesproken. Waarom ik dan ‘Hessels’ wou leren? Wel, daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste heb ik Nederlandse taal- en letterkunde gestudeerd, taal is dus mijn ding. Ten tweede woon ik hier al 20 jaar en ben ik verliefd geworden op Hasselt. Tenslotte vind ik het Hessels een prachtig dialect.“
ondertussen geliefde dialect te speken. In mijn buurt wonen alleen maar inwijkelingen en mijn Hasseltse vrienden kennen geen dialect. Jongeren spreken nog maar zelden dialect. Met mijn 49 jaar was ik de jongste cursist. Eigenlijk zou ik naar het rusthuis moeten gaan om me verder in het Hessels te kunnen bekwamen.” Vandaar dus de titelvraag: moet je naar het rusthuis om Hessels te leren? Wie zelf Hessels wil leren, kan dit najaar terecht op de campus van PXL. Je kan je aanmelden via een mail naar veldeke.hasselt@gmail.com.
Luister en zing mee met ‘Achter het lijmfabriek’ Achter ’t lèèmfabbriek ... moe’t zoe goued ni riek doa haan vieë mekaander de lejfde gezweure terwèèl de bassèng van’t kenââl weur bevreure. Iech leet oech dââl èn’t grââs iech woart toen zoe róéd a’n kjââs iech see: Och mèdske, hèt toch ginne schriek
Lijmfabriek ”De lessen waren als een echte taalcursus opgevat”, gaat Veerle verder. “Je zou op dezelfde manier ook Frans of Engels kunnen leren. Ons dialect heeft zelfs een echte ‘Dieksjenèèr’ en ‘Grammèèr’. En wat ik heel leuk vond, was dat we Hasseltse liedjes hebben gezongen, onder meer die van Jules Klock. ‘Achter het Lijmfabriek’ vind ik geweldig, dat is echt een volkslied van Hasselt.”
achter ’t lèèmfabbriek Rappleer dzj’oech nog ’t weur néûjoarsnach vieë weure bè Wollefs an’t walse wèè iech oech zoe opzèè bezoug touen gouf iech oech toa zoe’n malse. Dzjieë haad e blíékbleu blouesken âân èn e schóé preupel himmeke bè kentsjes ne kajsjkorslee bè lientsjes âân èn dzjieë reuk toch zoe goued no de mentsjes ...
Rusthuis “Een ding vind ik wel jammer”, geeft Veerle eerlijk toe. “Ik kan niet voldoende oefenen om een betere dialectspreker te worden. Een keer per maand komen we als cursisten samen in het Borrelhuis en dan spreekt iedereen alleen maar Hessels. Maar verder heb ik geen mogelijkheid om mijn
Achter ’t lèèmfabbriek ... Melodie: ‘Sous les Ponts de Paris’. Te beluisteren via https://www.veldekehasselt.be/ fonnoplaat-jules-klock-100-1983/ (track 12) -9-
Op de koffie: bij Villa Temporis… Waarin onderscheiden jullie je van andere woonvormen voor zorgbehoevende ouderen?
In het hart van onze jonge wijk vinden we Villa Temporis. Ze noemen zichzelf graag een woon- en zorghuis in plaats van een woonzorgcentrum om de (t)huisfunctie te benadrukken. Naast deze woonoplossing zijn er ook assistentiewoningen, die een echt (t)huisgevoel willen creëren. We nodigen onszelf even uit en voelen meteen de Limburgse hartelijkheid bij gastvrouw Dina Pavone en gastheer Jean-Pierre Colla.
“Wij zetten in op drie kernattitudes: verbindend, open en kwiek. We willen onze bewoners zo goed mogelijk tegemoet komen in hun wensen of gewoonweg luisteren naar hun gedachten. We omarmen diversiteit bij zowel onze bewoners als onze medewerkers. We benaderen alles met een flinke portie
- 10 -
positivisme en motivatie. Kortom, we gaan samen voluit voor wonen, ontzorgen en beleven.”
Op welk recent initiatief zijn jullie oprecht trots? “We vinden het erg belangrijk dat ons huis én onze assistentiewoningen, ook in deze ‘woelige tijden’, ontmoetingsplaatsen zijn en blijven. Zo zijn op donderdagnamiddag alle 66-plussers welkom in onze assistentiewoningen voor koffie & gebak. Op deze manier willen we tonen hoe wij zorgwonen anno 2022 invullen.”
een zorgsteentje willen bijdragen: wij heten iedereen bijzonder welkom.”
Doen jullie dit jaar mee aan de Dag van de Zorg? “Uit voorzichtigheid na een intense pandemieperiode nemen we uitzonderlijk niet deel. Niettemin zullen we toch initiatieven met onze bewoners opzetten: dat zit nu eenmaal in ons bloed. Volg daarom zeker onze activiteiten via ‘Vulpia Residentie Villa Temporis’ op Facebook.”
Hoe brengen jullie de Hasseltse gezelligheid naar binnen? “Voor onze bewoners in het woon- en zorghuis organiseren we talrijke activiteiten, gaande van koekjes bakken over samen muziek maken tot bloemschikken. Deze activiteiten kunnen ook bijgewoond worden door de bewoners van onze assistentiewoningen. Daarin zijn ze uiteraard volledig vrij. Onze rol hierin is vooral een fijne, aangename Hasseltse woonsfeer faciliteren. Daarenboven laten we geen enkele feestdag of verjaardag aan ons voorbij gaan. Verder stellen wij onze dagverse keuken ook open voor ouderen die niet bij ons wonen.”
Villa Temporis in cijfers • Er zijn 63 kamers en 40 assistentiewoningen. • De gemiddelde leeftijd van de bewoners is 90 jaar. • De oudste bewoner is 102 jaar. • In de assistentiewoningen is één koppel al 60 jaar getrouwd. • In het woon- en zorghuis is één koppel al 62 jaar en een ander koppel zelfs al 66 jaar getrouwd.
Hoe kan de buurt iets voor jullie betekenen? “Onze bewoners fleuren op van een gulle glimlach en gezellige gesprekken tijdens hun wandelingetjes op de brede wandelpaden of al rustend op de zitbanken in onze wijk. Ook de leerlingen van de lagere school verblijden onze bewoners weleens met knutselwerkjes. Onze vrijwilligers dragen elk op hun manier bij aan een zorgtijd, die garant staat voor levenskwaliteit. Als er bovendien buurtbewoners zijn, die af en toe eens willen binnenspringen of
- 11 -
Café Anoniem tussen mensen, over de grenzen heen van inkomen, sociale afkomst, godsdienst en nationaliteit. Iedereen kon er terecht voor een gezellige babbel, het lezen van de krant, een partijtje biljart of tafelvoetbal.
De geschiedenis van café Anoniem begint in 1993. Walter Mommen, de zusters van de Gaarveldstraat en veel vrijwilligers richten de vzw Vriendschap op. De vereniging wil een ontmoetingscentrum opstarten dat zich specifiek richt op jongeren met Marokkaanse roots. Zij moesten er een plaats vinden waar ze altijd terecht zouden kunnen.
Al vlug breidde Café Anoniem zijn werking uit naar andere doelgroepen en bood het een huiskamer aan voor ex-gedetineerden, uit huis gezette gezinnen, gezinnen in moeilijke situaties of mensen zonder familie. De vereniging bood bijvoorbeeld maaltijden van goede kwaliteit en met verse ingrediënten aan tegen betaalbare prijzen. Vzw Vriendschap stond dankzij talrijke giften, geldinzamelingen via scholen of serviceclubs en sponsoring financieel sterk. Daarnaast diende
De stad Hasselt stelde hiervoor haar voormalige schrijnwerkerij aan de Mouterijstraat ter beschikking. Vrijwilligers uit de buurt en kennissen toverden het gebouw om tot een warme huiskamer. Gedurende meer dan 20 jaar focuste de vzw zich vooral op het bevorderen van de solidariteit
- 12 -
VA R I A
ze ook projecten in bij onder meer de Koning Boudewijnstichting. Zo kwam het wassalon ‘de Zeepbel’ tot stand. Dank zij de erkenning als lokale diensteneconomie kon de vzw twee vaste medewerkers in dienst nemen en haar dienstverlening nog uitbreiden, onder meer door de uitbouw van het sociaal restaurant ‘Klavertjevier’ in Runkst. De meubeldienst ‘De Draaideur’ bestond al langer. Vzw Vriendschap runt deze twee sociale initiatieven tot op vandaag nog altijd.
Kom gerust eens langs! Door de gewijzigde manier van werken is het contact met de buurt echter verwaterd. Weinig buren komen nog langs voor een kop koffie of een praatje. Vzw Vriendschap nodigt je daarom van harte uit om deze draad weer op te pikken. Wil je dus graag eens een kijkje komen nemen? Wacht dan echter niet te lang, want de stad Hasselt plant een nieuwbouw, vlakbij de Truierbrug. Alleszins verdwijnt Café Anoniem binnen enkele jaren dus definitief uit onze wijk.
Anoniem vandaag Ten gevolge van enkele conflicten tussen bezoekers werd Café Anoniem in 2015 tijdelijk gesloten. Op dat moment waren de stad Hasselt en het OCMW op zoek naar een locatie voor daklozen. Omwille van de specifieke problematiek rond daken thuislozen werd een samenwerking aangegaan met Rimo (nu: Saamo) Limburg. Sinds 2016 baat Saamo Limburg Café Anoniem uit. Het beheer is in handen van de stad Hasselt via de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. De uitbating gebeurt door professionele medewerkers, opbouwwerkers en ondersteuners, in samenwerking met vrijwilligers.
Oproep Op donderdag 21 april om 20 uur organiseert Stad Hasselt in het Crutzenhof een welkomavond voor alle nieuwe inwoners van de HeiligHartwijk. Zij krijgen dan uitleg over de werking van de stad. Daarna volgt een receptie waar men kan kennismaken met het buurtleven, vragen stellen of een praatje maken. Dienst Wijkopbouw doet een oproep naar buurtcomités en verengingen om tijdens de welkomavond iets te vertellen over het reilen en zeilen in hun buurt. Wil je helpen om er samen een boeiende avond van te maken, mail dan naar wijkmanager myra.hoeven@hasselt.be. De voorbereiding gaat door op 22 maart van 19 tot 20 uur.
Het oorspronkelijke doel is er nog altijd: een ’woonkamer’ aanbieden, met betaalbare maaltijden en drank, en verder een douche- en wasplek ter beschikking stellen. De gasten kunnen hun gsm opladen, gebruik maken van gratis wifi, een krant lezen of een babbeltje slaan. Er is ook laagdrempelige hulpverlening voorzien door onder andere een straatverpleegkundige. Café Anoniem was tijdens de voorbije coronaperiode tenslotte een heel toegankelijke plaats waar de gasten zich ter plekke konden laten vaccineren.
- 13 -
TWI TI JEKL ETNH EDMEAW E R E L D
Fabiola
Ik ben Fabiola Benavente, 42 jaar, afkomstig uit Chiapas, Mexico en ik woon hier met mijn zoontje van 5 jaar. Aan de universiteit van Monterey behaalde ik het diploma Internationale Marketing en studeerde psychologie en sociologie. Muziek, lezen, wandelen, dansen en spelen met mijn zoon zijn mijn belangrijkste hobby’s. Eerder heb ik gewoond en gewerkt in de Verenigde Staten, Engeland en Mexico. Gedurende een korte periode werkte ik in de IT-sector, toen ontmoette ik mijn man. In 2009 verloofden we ons en een jaar later kwam ik naar Tessenderlo. Uiteraard heb ik toen Nederlands geleerd. Omdat het werk in de commerciële sector me niet echt lag, heb ik mijn hart gevolgd en nu werk ik voornamelijk als consultant voor non-profitorganisaties. Door mijn betrokkenheid bij de organisatie ‘Initiatives of Change International’ werd ik uitgenodigd om als vrijwilliger mee te reizen in verschillende landen met Rajmohan Ghandi, voorzitter en kleinzoon van Mahatma Ghandi, en diens
- 14 -
echtgenote. Als vertegenwoordiger van Latijns-Amerika was ik lid van een kleine delegatie van jonge mensen met leiderschapspotentieel binnen zijn organisatie, met als doel dialoog en verzoening te bevorderen in de wereld. Ondertussen werkte ik freelance vanuit België, meestal met buitenlandse klanten. En ik richtte een internationale gemeenschap op van mensen die wilden meewerken aan het verbeteren van de wereld. Tijdens mijn zwangerschap moest ik dit onderbreken en werkte ik enkel nog als adviseur. Tegenwoordig werk ik als consultant voor kleine Belgische bedrijven, waarvoor ik inclusie- en welzijnsprogramma’s ontwikkel, en als intercultureel begeleider tussen Belgische gemeenten en LatijnsAmerikaanse landen. Dit houdt in dat ik mensen help om beter samen te werken, hun gemeenschappelijke doelstellingen te begrijpen en te plannen hoe die kunnen bereikt worden. Ik werk van thuis uit, maar ik wil weer meer persoonlijke contacten opbouwen. Mijn volgende stap is om weer een periode in Mexico te verblijven en van daaruit een internationaal consultingbedrijf op te richten. Zo kan ik mijn tijd verdelen tussen Mexico en België, dat mijn 2de thuisland is geworden. Ik heb hier wel moeten wennen aan het weer en doordat men hier een druk leven heeft, is het soms lastig om écht sociale contacten uit te bouwen. Ondertussen ben ik single en ik wou dat ik eerder in Hasselt was terecht gekomen. Hier kom ik tot rust, de stad is niet te groot en veilig, alles werkt en is functioneel. Maar er is wel een internationale gemeenschap en de mensen zijn vriendelijk.
WIJKSERVICE
Waardebepaling van (oude) strips Wie heeft er thuis geen strips liggen? Veel strips, jonge edities, stokoude prentenboeken, of misschien zelfs waardevolle boekjes? Jeugdherinneringen die ooit werden opgeslagen in een bananendoos op zolder, in de kelder of de garage en intussen misschien zelfs vergeten raakten. We spreken dan over prentenboeken en strips van de Rode Ridder, Nero, Suske en Wiske, Jommeke, Piet Pienter en Bert Bibber, Buck Danny, om maar een aantal bekende reeksen te noemen. Verhalen van de helden uit onze jeugd en alleen daardoor allemaal waardevol. Maar misschien leveren sommige ervan na zoveel jaren ook een mooie geldsom op. Denk maar aan de speciale vondsten die op tv of in de krant het onderwerp vormen van een boeiende reportage, inclusief biedingen door experten. Denk je nu plots aan zo’n doos op jouw zolder? Dan moet je wel nog de waarde van die inhoud zien te bepalen. En daarvoor hoef je zelfs niet buiten de wijk te gaan zoeken. Want Tonny Van Baelen kan je dan misschien verder helpen om een goed idee te krijgen van wat jouw strips waard zijn. Hij woont sinds 1975 met zijn vrouw in de wijk en biedt zijn hulp volledig gratis
- 15 -
aan. Let wel: Tonny koopt jouw strips niet, hij helpt enkel om de waarde van die oude juweeltjes te bepalen. Omdat hij al lang strips verkoopt voor anderen leerde hij heel veel over de specifieke verkoopwereld van strips. “Als kind in de jaren ‘60 speelde ik buiten met kameraden, en als het regende, zette ik mij in de zetel met een stapel strips langs mij. Zo ging dat toen. Mijn eigen stripfavoriet was ‘Johan en Pirrewiet’. Strips zijn in feite kleine avonturen. Ik vind het een zonde om ze niet te lezen, strips moeten leven. Niemand heeft er iets aan als ze ergens in een kelder of op een zolder liggen.” Tonny heeft tot onze verbazing daarom zelf amper strips. Hij heeft liever dat iemand anders ze leest dan dat ze in zijn schuur liggen. “Jammer genoeg daalt de waarde van strips altijd”, merkt Tonny nog op. “Maar er zijn nog wel verzamelaars en sommige mensen hebben thuis, zonder dat ze het zelf weten, waardevolle strips liggen. Af en toe heeft iemand zelfs een hoge tot zeer hoge uitschieter.” Interesse? Bel Tonny Van Baelen dan gerust op 011/253084 of mail hem via tonny.vb49@gmail.com. Hij woont in de Lazarijstraat op nummer 72.
Van de wachtzaal bij de dokter naar de directiestoel Willy Orlandini (71) begon zijn carrière als medisch vertegenwoordiger en bracht vele uren door in de wachtzalen van dokters. Later werd hij personeelschef assemblage bij Ford-Genk, directeur van vakantiecentrum Hengelhoef en Toerisme Limburg. Na zijn pensioen sloot Willy zijn loopbaan af als directeur van Herkenrode. Een kennismaking met onze eminente wijkbewoner. Orlandini, dat klinkt Italiaans? Ik ben nochtans geboren en getogen in Hasselt. En mijn voorouders wonen al eeuwenlang in België. De Italiaanse roots zijn er wel, maar daarvoor moet je terug naar de 17de eeuw. Toen was een van mijn heel verre voorvaderen huurling in het Spaanse leger van Filips II en blijkbaar heeft hij dan hier een Vlaamse schone ontmoet.
Hoe ben je medisch vertegenwoordiger geworden? Heel toevallig eigenlijk. Na mijn studies politieke internationale wetenschappen aan de KUL wou ik graag in de diplomatie, maar het Vlaamse kader was al helemaal ingevuld en dus moest ik op zoek naar ander werk. Ik heb heel veel uren in de wachtzalen van - 16 -
dokters gezeten. Dat was geen verloren tijd, want ik had me ingeschreven aan de faculteit economie van het PUC in Diepenbeek en mijn studieboeken nam ik mee naar de wachtzaal. Zo heb ik uiteindelijk mijn bachelor in economie en master in toerisme behaald.
En dan ben je op zoek gegaan naar ander werk? Inderdaad, in 1978 ben ik personeelsspecialist geworden in de assemblagehal van Ford-Genk. Maar niet lang daarna kreeg ik de vraag of ik onderdirecteur wilde worden van Hengelhoef. Ik zat dus met een gewetens probleem: enerzijds voelde ik meer voor Hengelhoef, omdat het in mijn ogen een grotere uitdaging was en ook omdat ik daar directeur kon worden. Anderzijds vond ik
activiteit voor Limburg gemaakt. Dat hebben we gedaan door heel wat ‘zotte’ dingen te doen en creatief te zijn. Om de bloesems te promoten hebben we in het proefcentrum van Gorsem (Sint-Truiden) in de winter fruitbomen laten knoppen in serres. Die bomen hebben we dan in maart in Brussel-Centraal geplaatst met de boodschap: ‘Kom naar de bloesems kijken’. Waar ik het meest trots op ben, is onze slecht-weer-garantie, een absoluut succes dat een belangrijke rol heeft gespeeld om Limburg op de toeristische kaart te zetten. Als TVL slecht weer voorspelde, met andere woorden als de regenkans hoger dan vijftig procent werd geschat, dan kregen toeristen die in kleinere hotels en vakantiewoningenverbleven gratis toegang tot enkele weersonafhankelijke attracties zoals musea, bioscopen en zwembaden.
het niet zo fair om mijn job bij Ford al na een maand op te geven. Ik dacht mijn chef te paaien door te zeggen dat hij toch een van de 200 andere kandidaten kon kiezen, maar daarop zei hij dat ik de enige valabele kandidaat was. Goed voor mijn zelfvertrouwen was dat alleszins!
Waarom was Hengelhoef een grotere uitdaging? Vooral omdat het mijn opdracht was om het vakantiecentrum van een plek voor sociaal toerisme om te vormen naar een modern vakantieoord. Hengelhoef was in 1964 gebouwd om arbeiders de kans te geven om tegen een lage prijs volop van hun ene week betaalde vakantie te genieten. De vrouwen mochten die week trouwens niet koken, niet poetsen en voor de kinderen zorgen. Dus werd kinderopvang en volpension voorzien. In de zomermaanden werkten er 300 mensen in Hengelhoef en verbleven er dagelijks 1.300 gasten. Als directeur heb ik de ombouw van Hengelhoef naar een modern vakantieoord aangestuurd. Er werd een vakantiedorp met studio’s en appartementen gebouwd, een congrescentrum - zodat er ook in het ‘dode’ seizoen beweging was - en in 1989 een subtropisch zwembad.
En nu ben je als gepensioneerde nog altijd directeur?
Het werk in Hengelhoef was dus af? Tijd voor een nieuwe uitdaging? Dat heeft toch nog eventjes geduurd, hoor. In 1997 zat ik in de provincieraad en als lid van de CD&V-oppositie moest ik het beleid van de socialistische gedeputeerde voor toerisme Julien Dufaux aanvallen. Op zekere dag zei hij tegen mij: “Als ge het toch beter weet, waarom doet ge het dan niet zelf?“ Waarop ik repliceerde: “Als ge nen tjeef wilt benoemen, dan ben ik uw man.” En zo ben ik dus directeur van Toerisme Limburg geworden.
Dat ben je gebleven tot aan je pensioen in 2015. Kijk je vandaag met voldoening daarop terug? Zeker weten! Samen met gedeputeerde Sylvain Sleypen, een visionair man, heb ik van toerisme een belangrijke economische - 17 -
Niet helemaal, ik ben wel voorzitter van de vzw Herkenrode. Onder andere via licenties op abdijproducten tracht onze vrijwilligersorganisatie fondsen te werven voor de verdere ontwikkeling van de site. Samen met Toerisme Vlaanderen en de stad Hasselt willen we Herkenrode na 20 jaar restauratie verder uitbouwen tot een plek waar verblijfstoerisme mogelijk is. Het rijke verleden van de site en het prachtige landschap errond moeten meer bezoekers naar Hasselt lokken. Verder is het onze intentie om via duurzame mobiliteit de stad en haar buitengebied beter met elkaar te verbinden en zo van Hasselt de uitvalsbasis te maken voor de ontdekking van Limburg. Ik denk hierbij aan een fietspad via het Prinsenhof in Kuringen, en in mijn stoutste dromen zelfs aan een soort veerpont van aan de kanaalkom tot in Kuringen met dan aansluitend een kabelbaan vanaf het kanaal tot in Herkenrode. De cabines zouden we dan vervangen door een soort fietsen. Na ‘Fietsen door het water’ en ‘Fietsen door de bomen’ kunnen bezoekers aan Limburg dan ook fietsen tussen hemel en aarde.
Terugblik op drie stormpieken Intussen is het alweer bijna een maand geleden dat de stevige drielingstorm Dudley, Eunice en Franklin over ons land trok. Onze hulpverleningsburen van zone Zuid-WestLimburg (ZWL) kregen tijdens die stormdagen nauwelijks de tijd om hun brandweerpakken uit te trekken. Hun inspanningen zetten we daarom graag even in de schijnwerpers. ”Op het hoogtepunt waren we vanuit onze 8 brandweerposten met 34 ploegen onderweg”, meldt Gretel Kerkhofs van de brandweerzone ZWL. ”Op het grondgebied van Hasselt alleen kregen we 229 oproepen voor stormschade, waarvan we er 142 effectief hebben afgehandeld. De rest werd geannuleerd wegens niet meer nodig of dubbel gemeld.” Een tussentijdse telling op de maandag vlak na het stormweekend leverde een zonetotaal van 1.473 afgehandelde oproepen op. Op dat ogenblik was er nog altijd een wachtrij van 72 interventies. Grote inzet van mensen. ”We kunnen tijdens zo’n piek aan interventies altijd rekenen op onze vrijwilligers”, licht Gretel toe. ”Zij stellen zich beschikbaar tijdens de momenten dat ze zelf niet werken. Of ze hebben geluk dat hun werkgever hen wel laat vertrekken tijdens hun werkuren, want zo heb je er ook. Onze zonale brandweerdispatch bekijkt dan waar er extra volk nodig is en piept de beschikbare mensen op.” Rusten, eten, drinken? ”Bij stormschade duurt een interventie ter plekke nooit zo lang, dus het probleem van bevoorrading stelt zich daar niet meteen. Na een aantal interventies keert de ploeg terug naar de kazerne en kunnen onze mensen daar wat eten of drinken. Dan vertrekken ze weer naar een volgende oproep of gaan ze naar huis, afhankelijk van de noden.” Dag en nacht werken? ”Normaal moeten zowel beroeps als vrijwilligers zich houden aan arbeids- en rusttijden, maar bij overmacht of rampen zoals een storm hoeft dat niet. Dus hier kan de brandweerman of -vrouw zich naar eigen vermogen beschikbaar stellen. Wie wil afgelost worden, kan dat melden aan dispatch en zich via een app afmelden. We - 18 -
hebben in onze zone ongeveer 570 beroeps en vrijwilligers, dus daar komen we al een heel eind mee.” Wie eerst helpen? ”Een boom die gewoon in de tuin is omgewaaid of een wandelpad blokkeert, is minder dringend dan een boom op een huis, een boom over een belangrijke toegangsweg of in de elektriciteitskabels. Iemand met een afgewaaide dakpan zal wat langer moeten wachten.” Bij stormschade doet de brandweer vooral instandhoudings- of beveiligingswerken, zodat de schade niet groter wordt. Een zeil leggen, stutten, gevaarlijk loshangende delen van daken verwijderen, dat soort zaken. ”Schade herstellen doen wij niet. Daar moeten de mensen een vakman voor bellen, of het zelf doen.” Voor kleine schade lukt dat laatste misschien wel, tenminste als je voldoende handig bent. Indien dat niet zo is, vraag dan gerust eens aan je ’klusbuurman’ of je even wat gereedschap mag lenen. Soms kan zo’n gelegenheid ook de start zijn van een fijne burenrelatie.
G E S C H I E D E N I S VA N D E W I J K
De burchttoren houdt stand! een van de grootste stokerijen van Hasselt omdat de locatie ideaal was. Het landgoed grensde aan de toen nog bovengrondse Bremstratenbeek die het belangrijke water leverde voor het koelproces tijdens de productie van jenever of bier. De meeste stokers in Hasselt vond je trouwens in de buurt van een waterloop.
Nog niet zo lang geleden was er heel wat ophef toen de nieuwe eigenaar van de Oude Kuringerbaan 21 besloot om de oude bedrijfsgebouwen in zijn tuin tegen de vlakte te laten gaan. Gelukkig bleef de oudste toren van onze wijk overeind. Oudere bewoners herinneren zich nog dat het in de toren spookte. Sommige ouders brachten die angst over op hun kinderen in de hoop dat ze zouden wegblijven van de vervallen gebouwen. Weinig wijkbewoners kennen dat verhaal echter nog.
Vinckenbosch liet zowel zijn woning als zijn bedrijf optrekken in “retrostijl”, helemaal volgens het romantische gedachtengoed van de 19de eeuw. Het huis met koetshuis werd uitgevoerd in neoclassicistische stijl en het bedrijfsgebouw in neogotische stijl. De koeltoren kreeg het uitzicht van een burchttoren en diende als verwijzing naar het machtige brouwersambacht uit de tijd van de gilden. Als uithangbord
Dit torenverhaal begint wanneer stadsschepen Johannes Franciscus Vinckenbosch een lusttuin aankoopt. Hij wilde niet gewoon een woning bouwen, maar achter dat landhuis ook een stokerij opstarten. Die werd
- 19 -
G E S C H I E D E N I S VA N D E W I J K kreeg de toren heel wat aandacht: op zondag wandelden de stedelingen door de velden om de toren van nabij te bekijken.
de omliggende velden en weiden. Uiteindelijk reikten zijn gronden tot aan de kanaalkom. Waar nu de Willemswijk ligt, legde hij onder andere het eerste golfterrein van Hasselt aan.
Franciscus overleefde zijn beide zonen. Daarom zette hij het bedrijf verder met de hulp van de zoon van zijn broer Jacques, de zilversmid uit de Demerstraat. Neef Hubert zorgde ervoor dat de stokerij uitgroeide op industriële schaal. Zo was hij bij de eerste stokers die al in 1869 een stoommachine liet installeren. Stokers Jan Notermans en Michel Noblesse zorgden nochtans voor stevige concurrentie door hun ligging aan de Ertbeek (Koningin Astridlaan).
Tijdens de Eerste Wereldoorlog sloegen de Duitse troepen echter de koperen installaties aan. Ontmoedigd liet Rutten zijn bedrijf over aan Renier Wissels, die in 1920 zijn stokerijvergunning had behaald. Nadien deed het bedrijfsgebouw dienst als tingieterij en spiegelfabriek. En tijdelijk woonde daar ook de leeuw ‘Pluto’. Garagist Munters kocht uiteindelijk de bedrijfsgebouwen van Anne Rutten. Hij gebruikte de ossenstallen voor zijn activiteiten en bouwde één van de magazijnen om tot woning. De toren renoveerde hij op eigen kosten. Tijdens die renovatie ontdekte hij onder de vloer nog drie verborgen vaten jenever. Maar helaas zat daar geen druppel jenever meer in. Die vaten liggen vandaag in het jenevermuseum.
De familie Vinckenbosch deed het echter heel goed. Voortdurend breidde Hubert de stokerij uit met nieuwe bijgebouwen. Na zijn dood in 1891 zette zijn weduwe het bedrijf verder onder de naam “Weduwe en kinderen”. Later zullen zijn zonen het bedrijf aan de kanaalkom heropstarten onder de naam “Gebroeders Vinckenbosch”. Met een moutstorting van 89 ton per jaar, behaalde Vinckenbosch in 1913 de derde plaats in de rangschikking van 129 Limburgse bedrijven. Na de Eerste Wereldoorlog nam Fryns het bedrijf.
Deze villa kwam de voorbije jaren al enkele keren in de kranten. Recent schreef het Belang van Limburg over de afbraak van het verblijf van leeuw Pluto, waar Annemie naar verwijst. In de krant Het Nieuwblad kon je drie jaar geleden meer lezen over de recentere geschiedenis van het gebouw omdat het toen de voorlopig laatste keer te koop stond. De online versie van dat artikel kan je vandaag nog altijd vrij lezen via www.nieuwsblad.be/cnt/ dmf20190612_04454553. Je kan op die pagina bovendien genieten van schitterende foto’s van het interieur en de tuin.
Ondertussen was een groot deel van de bedrijfsgebouwen aan de Kuringerbaan afgebroken. Georges Rutten, een telg uit een Maastrichtse brouwersfamilie, werd in 1902 de nieuwe eigenaar. Hij bouwde de stokerij om tot brouwerij, mouterij en ijsfabriek en gaf zijn bedrijf de naam “brouwerij Saint Germain” - naar de oude naam van de wijk. Met zijn wagen leverde hij bier op fles of vat aan zijn klanten. Zijn Vieille de Maastricht, Bock, Blonde, Brune en Bavière waren ook buiten de regio Hasselt bekend en behaalden tal van prijzen. De opbrengsten van zijn bedrijf investeerde Rutten in - 20 -
Daarom is er een Mouterijstraat en een Stokerijstraat… toevoegde in onze wijk. Omdat de productie steeg, werd de binnenstad te klein voor verschillende stokers en brouwers. Notermans en Noblesse vestigde zich daarom aan de Koningin Astridlaan, Vinckenbosch, Rutten en voor korte tijd ook Wissels deden dat aan de Oude Kuringerbaan. Sampermans verhuisde naar de Kuringersteenweg en de gebroeders Vinckenbosch en later Fryns lagen aan de kanaalkom.
Beide straten zijn genoemd naar het proces dat graan ondergaat tijdens de productie van jenever of bier. Naast het stoken moest het graan in de mouterij liggen kiemen. Het werd geweekt en gedroogd om het versuikeringsproces op gang te brengen. Daaruit werd dan de alcohol gedistilleerd. In de 19de eeuw vond je in Hasselt meer dan 30 jeneverstokerijen. Het mag dan ook niet verbazen dat het gemeentebestuur deze straatnamen in 1952
Annemie leert kinderen van campus Tuinwijk hun buurt kennen De derde- en vierdeklassers van basisschool campus Tuinwijk trekken er op uit met stadsgids en wijkbewoonster Annemie Reysen. Zij laat de kinderen kennismaken met de rijke geschiedenis, de gebouwen en de monumenten in de Heilig-Hartwijk. “Ik voel dat dit de kinderen erg aanspreekt”, zegt Annemie. “Ze letten heel goed op. Een van de jongens heeft me zelfs verbeterd toen ik een verkeerde geboortedatum gaf
van één van de schilders naar wie een straat genoemd was. Hij had al die naambordjes van Rubens, Teniers, Van Eyck en andere kunstenaars bestudeerd en de geboorte- en sterfdatums allemaal van buiten geleerd.”
Voetpad in de Haarbemdenstraat De inwoners van de Haarbemdenstraat zijn blij met hun nieuwe stoepen. De voorbije weken legde de aannemer in opdracht van de stad een voetpad aan langs de oneven kant tussen de tussen Korte Breestraat en de weg parallel met de Herkenrodesingel.
Ook aan de binnenzijde van de bocht ter hoogte van de sanitairgroothandel Facq bracht de aannemer een bermversteviging aan. Op deze manier vernieuwt de stad elk jaar een aantal stoepen, wegen of pleinen op haar hele grondgebied. - 21 -
SCHOLENDRUKTE
Mediawijs in het LeerPLEIN In het LeerPlein begint mediawijsheid al bij de kleuters. Ze leren de IPad gebruiken en programmeren met de Bee-Bot, een kindvriendelijke bij die een geprogrammeerde weg kan afleggen. Samen proberen de kleuters de bij naar de juiste weg te leiden.
ze laptops om spreekoefeningen te ondersteunen met een Power Pointpresentatie, of om instructiefilmpjes te bekijken of zelfs te maken. De kinderen van de derde graad tenslotte leren hoe ze met het schoolplatform Smartschool kunnen werken. Ze oefenen hoe ze berichten kunnen lezen en versturen, waar ze de weekplanning of oplossingssleutels van taken terugvinden of hoe ze hun eigen werk kunnen uploaden. Leerlingen die hier erg vaardig in zijn, helpen kinderen die dit moeilijk vinden. Want leren doe je immers niet alleen.
Ook in de lagere school gebruiken de leerlingen digitale hulpmiddelen. Ze leren verder programmeren, zowel online als offline. Voorbeelden daarvan zijn Scratch of de First Lego League, waarbij de kinderen robots leren aansturen. Via spelprogramma’s oefenen ze de leerstof uit de klas op een leuke manier in. Bovendien gebruiken
Kunst op campus Tuinwijk De Kindercampus Tuinwijk geeft kunst en cultuur een prominente plaats in de ontwikkeling van zijn leerlingen. Via het project ‘Kunst in de Steigers’ werkt de school 3 jaar lang samen met de Hasseltse Academie en de hogeschool UCLL. Leerkrachten van de Academie, studenten van de UCLL en de leerkrachten van de campus brengen elke week hun expertise samen. Zo leren ze de kinderen om zich uit te drukken op andere manieren dan enkel via geschreven woord. Dankzij dit project kleuren kunst en cultuur hun dagelijkse leven.
- 22 -
Daltonschool voorziet kleurrijke huisjes voor mezen leerlingen van de derde graad aan de slag konden gaan. Al snel hadden onze handige Harry’s en Harriettes een 20-tal huisjes klaar. Omdat het Daltononderwijs draait om samenwerking gaan de nestkastjes nu naar de andere klassen die ze dan gaan ‘pimpen’. Als alles klaar is, bevestigen we de nestkastjes tenslotte tegen de muren van onze school. En dan maar hopen dat onze mezen er blij mee zijn!”
Sinds jaar en dag nestelen zwaluwen onder de dakranden van de Daltonschool. “Dit bracht ons op het idee om ook andere vogelsoorten een leuke woning te bezorgen op onze campus”, vertelt Eveline Gelders. “In het kader van de verfraaiing van onze speelplaats ging het oudercomité dan ook een samenwerking aan met All Matters nestkasten om kool-en pimpelmezen aan te trekken. All Matters zorgde voor bouwpakketten waarmee de
Qrios Thuis leren Door de coronacrisis heeft Qrios, in samenwerking met de zes katholieke centra voor volwassenenonderwijs, het digitale opleidingsaanbod LEAH (Learning At Home) gelanceerd. De opleidingen worden aangeboden als individueel traject of als groepstraject. In het eerste geval volgen cursisten volledig zelfstandig en op eigen tempo een leerpad, met diverse begeleidingsmomenten. De groepstrajecten bestaan uit live streamingsessies waarbij een groep mensen op hetzelfde moment online les krijgt. Zo kunnen werkende mensen na hun werkdag ook altijd een opleiding volgen.
Diploma’s Eind januari hebben de cursisten van de opleidingen zorgkundige, kinderbegeleider en jeugd- en gehandicaptenzorg hun diploma gekregen. “Voor deze opleidingen is geen voorkennis vereist. Bovendien kunnen de cursisten in combinatie met aanvullende - 23 -
algemene vorming een diploma secundair onderwijs halen”, legt campusmanager Ilse Vanheybeeck uit. Voor wie nog studeerplannen heeft, is het goed om te weten dat Qrios Hasselt nog tal van andere opleidingen aanbiedt: basis EHBO, bijscholingen voor zorgkundigen, een kennismakingsmodule voor onthaalouders en mindfulness. In het volwassenenonderwijs kan je verder terecht voor tal van opleidingen in administratie en verkoop, fotografie, informatica, talen, Nederlands voor anderstaligen en tenslotte techniek en technologie.
Ken je onze wijkagenten? Jurn Swerts | Wijkinspecteur Heilig-Hartwijk jurn.swerts@police.belgium.eu pz.lrh.wijk.hasselt@police.belgium.eu Gsm-nummer: 0491 71 32 92
Lort Cleeren | Wijkinspecteur Stationswijk lort.cleeren@police.belgium.eu pz.lrh.wijk.hasselt@police.belgium.eu Gsm-nummer: 0494 51 63 82 Algemeen telefoonnummer: 011 93 82 98
Wint ons Verbindingsplein een award? Als je tegenwoordig spreekt over het Verbindingsplein, dan weet zowat elke wijkbewoner dat het gaat over het volledig getransformeerde gebied tussen Quartier Bleu en het Molenpoortplein. Rond de tijd dat deze wijkkrant in elke brievenbus valt, weten we of er ergens in ’t Scheep een plekje op een kast mag vrijgemaakt worden voor de Publica Award in de categorie ‘Urban Development, Infrastructure & Mobility’. Deze wedstrijd bekroont allerlei openbare projecten voor lokale overheden en erkent de voorgedragen projecten als inspiratiebron voor de toekomst. De jury beoordeelt onder andere de duurzame, technische of innovatie aanpak van de uitvoerders en opdrachtgevers. Hasselt zag bij de projectstart in elk geval de volgende uitdaging: “Twee stadsdelen met elkaar verbinden op een populaire verkeersas met voetgangers, fietsers,
auto’s en bussen. En tegelijk een plek creëren die rust, natuur en veiligheid uitstraalt. Het nieuwe plein geeft voorrang aan de zwakke weggebruiker maar verliest de andere verkeersstromen nooit uit het oog. Het laat iedereen in zijn waarde en brengt mensen samen op een plaats waar dat voorheen onmogelijk leek.”