7 minute read

LEUVEN EN ZIJN BLAUWGROEN ERFGOED

Leuven en omgeving is een aantrekkelijk gelegen plek om er te wonen, zoals we met z’n allen weten: op de grens van Laag- en Midden-België, op het snijpunt van diverse geografische gebieden, in een landschap met veel variatie, heuvelachtig. De stad dankt haar ontstaan aan de (lange tijd bevaarbare) Dijle met haar octopusachtige stadsarmen, aan andere waterwegen én aan de kruising van de Dijle met een belangrijke weg uit de Romeinse tijd. Kijk naar een kaart van Leuven en je ziet dat historische wegen van water, steen en veel later ook ijzer – de ‘ijzeren weg’ van de spoorwegen – tot op vandaag de structuur van de stad mee bepalen.

Stad Aan Het Water

Water is een belangrijke blauwe draad in het landschappelijk en cultureel erfgoed van Leuven. De naam van de stad heeft er ook alles mee te maken: Lubana betekent ‘plek bij lieflijk water’! De huidige stad volgt de tendens waardoor historische waterlopen in de centra weer worden blootgelegd, nu ze weer gezonder zijn.

Je kunt dat een erfgoedreflex noemen: het maakt het historische verhaal weer leesbaarder. Zo had het middeleeuwse Leuven een binnenhaven (nu de Vismarkt, die niet toevallig zo heet) en kreeg de stad in de jaren 1750 een prestigieuze, economisch belangrijke verbinding met Mechelen, de Schelde en de zee: het kanaal Leuven-Mechelen of de Vaart. Sindsdien was en is de Vaartkom een belangrijk stadsonderdeel, dat al diverse keren van gedaante is veranderd.

We mogen het waterverhaal niet afsluiten zonder ook de vijvers te vermelden die Leuven rijk is: in het huidige Provinciaal Domein in Kessel-Lo, in de Abdij van Park in Heverlee en de vijvers van Bellefroid in het noorden. Daar heeft de stad mooie plannen mee.

Het Erfgoed En Zijn Spelers

Stad In Het Groen

Leuven wordt omsingeld door groen. Ook dat heeft veel te maken met zijn geschiedenis: zo waren Heverleebos en Meerdaalwoud – intussen beschermde cultuurhistorische landschappen –lange tijd een jacht- en houtwinningsgebied van de hoogadellijke Arenbergfamilie. Haar invloed op het cultureel en landschapserfgoed van Leuven is groot, zoals je kon ontdekken op het stadsfestival Vijf eeuwen Arenberg in 2018/2019. Zie ook blz. 38 en 39.)

Dat is ook het geval voor de Leuvense abdijen, voormalige grootgrondbezitters waarvan tot op vandaag mooie groene zones zijn bewaard: Park, Vlierbeek, Keizersberg, Sint-Geertrui, Terbank… Dan hebben we het nog niet gehad over de stedelijke begraafplaatsen als plekken van rust en stilte, de Dijlevallei, het vochtige en vlakke Wijgmaalbroek, het Gasthuisbos en de getuigenheuvels van het Hageland waar we het verhaal van Leuven mee zijn begonnen.

SURPRISE! NOG OUDER DAN DE OUDSTE LEUVENAARS

De zekerheid dat er in de ijzertijd op de Kesselberg mensen zijn geweest, kwam er pas na een archeologisch onderzoek in 2013, in opdracht van het Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed. Maar de decennia voordien hadden (amateur)archeologen al gewezen op het grote belang van de plek.

Ambitieuze Brabantse Wouden

Een kleine geheimtip: ook binnen en net buiten de ring liggen in Leuven bijzondere parken en tuinen, die alles te maken hebben met voormalige kloosters, colleges, kastelen, patriciërswoningen... Het Stadspark Sint-Donatus en de Kruidtuin zijn bekende groene oases voor Leuvenaars, maar de vele binnentuinen zijn veel minder bekend.

De titel van deze bladzijden – ‘-400: de oudste Leuvenaars?’ – is ook wat misleidend. Dat geven we grif toe. Vandaar ook het vraagteken. Er zijn rond Leuven nog oudere mensensporen aangetroffen. Zo stonden er verspreid over Heverleebos en Meerdaalwoud niet minder dan vijftig grafheuvels, voor zover we weten. Wie graven zegt, zegt mensen. Als er zo’n uitgestrekt ‘begrafenislandschap’ was, dan waren er ongetwijfeld ook nederzettingen en was het prehistorische landschap dus al verregaand georganiseerd. Dat verhaal begint in de late steentijd, zowat 6000 jaar geleden. Het maakt Heverleebos en Meerdaalwoud nog belangrijker in het verhaal van Leuven dan ze al waren.

‘Brabantse Wouden’ wil van Heverleebos-Meerdaalwoud, het Zoniënwoud en het Hallerbos een groot Nationaal Park maken. Met een dubbel doel. Eerst en vooral wil het ambitieuze project ons historisch bewustzijn van het enorme belang van deze bossen en wouden aanscherpen. Je vindt er de oudste bossen, bodems en bomen van de streek, én archeologische vondsten uit de prehistorie tot en met de Gallo-Romeinse tijd, goed voor een kleine vijfduizend jaar. Doel 2 is: het creëren van een klimaatbestendig landschap tussen de wouden: kleine bossen, meanderende rivieren, landbouwplateaus, holle wegen en de bijbehorende natuur.

De andere kernpartners zijn de Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud, Agentschap Natuur en Bos (ANB) en de Koninklijke Schenking. De samenwerking is intens, ook met Leuvense natuur-, historische en erfgoedorganisaties: Natuurpunt, Leuvens Historisch Genootschap, Vrienden van Abdij van Park…

Opgezet Staat Netjes

De Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud beschikken voor hun educatieve werking over een unieke collectie opgezette inheemse zoogdieren en vogels. Er is nóg een collectie opgezette dieren in Leuven, in combinatie met skeletten en specimens op sterk water: je vindt ze in het universitair Museum voor Dierkunde en ze is goed voor een kleine 16.000 stukken. Het museum slaat drie vliegen in een klap: je ontdekt er de evolutie, diversiteit en complexiteit van het Rijk der Dieren.

En er is nieuws voor de vogelaars onder ons: recent zijn 1300 opgezette vogels uit de collectie geïnventariseerd en gedigitaliseerd. Die verenpracht tover je vanaf najaar 2023 op je scherm. Didactische collecties genoeg in Leuven, zoals het Xylarium. Een xylarium is een aquarium, maar dan voor hout: in dat van de KU Leuven worden ongeveer 400 houtblokken en 100 stamschijven bewaard. De actieradius is Europabreed.

De Grootste En De Dikste

Leuvens dikste boom, met een omtrek van meer dan 9 meter, staat in de charmante deelgemeente Wijgmaal. Leuvens hoogste bomen staan in het Arenbergpark en de Kruidtuin.

Betrokken Provincie

Als het over archeologie, landschapszorg en monumentenzorg gaat, dan is de provincie Vlaams-Brabant een belangrijke betrokken partij. Een mooi voorbeeld is het Onroerend Erfgoeddepot in Asse, waar je ook zowat 55 archeologische ensembles uit Leuven vindt. In het depot is ook niet-archeologisch erfgoed tijdelijk te gast, als er een restauratie of herbestemming bezig is: de meubels en glasramen van Abdij van Park, de kruisweg uit de Sint-Jozefkerk… En de provincie organiseert mee de Archeologiedagen.

Samen met Regionaal Landschap Dijleland werkt de provincie aan het herstel van waardevolle cultuurhistorische landschappen én van klein waardevol erfgoed: de ijskelder aan de Brusselsepoort, het Alexianenpark (nu LUCA School of Arts)… Last but not least: de provinciale monumentenwachters inspecteren waardevol erfgoed en verstrekken advies voor het onderhoud ervan. Want daar begint alles mee.

2. Ca.900 Primeur! Leuven bestaat

In de wereldkroniek van Regino van Prüm, waarin deze Duitse abt kort na de feiten gebeurtenissen uit 884 en 886 beschrijft, wordt Leuven genoemd, in het Latijn: ‘in loco qui dicitur Lovon’. Dat wil zeggen: ‘op de plaats die “Lovon” wordt genoemd’. Een andere oude vermelding van Leuven - Luvanium – vinden we in de Annales Vedastini, een document van kort na 900.

Volgens Regino van Prüm verjagen de Noormannen in 884 de plaatselijke graaf. Die heeft in Leuven een residentie-met-versterking, vermoedelijk in de buurt van het huidige Groot Begijnhof, dat zelf veel later wordt gesticht. Er is dan ook al een tweede Leuvense kern waar mensen wonen en handel drijven, wellicht bij de plek waar nu de Sint-Pieterskerk staat en waar in die tijd een landweg de Dijle kruist.

In 891 keren de kansen: in de Slag bij Leuven –ook wel: de Slag aan de Dijle – verjaagt Arnulf van Karinthië de Deense Vikingen uit onze streken. Leuven is op dat moment nog altijd niet veel meer dan een gehucht aan de Dijle.

1000 Lambert met de Baard woont op ‘s Hertogeneiland

Rond het jaar 1000 vestigt graaf Lambert met de Baard zich in Leuven. Hij laat op ‘s Hertogeneiland een residentiële burcht optrekken en er staat in de buurt een kapel, de voorloper van de huidige Sint-Pieterskerk. Lambert schenkt aan de kapel een kapittel met zeven kanunniken, die hij ook onderhoudt. Dat wijst op een zeker prestige. Ook op de Kesselberg staat in die tijd een versterking, als een soort uitkijkpost: Kesselstein.

Dankzij de gunstige ligging op de drukke handelsweg Keulen-Brugge – en ook als woonplaats van de graaf – gaat het Leuven voor de wind. In de jaren 1100 telt de stad ca. 6000 inwoners. De stedelijke burgerij streeft ernaar om haar toenemende welstand om te zetten in politieke rechten en vrijheden.

Het Erfgoed En Zijn Spelers

NIEUW STADSDEEL, HISTORISCHE PLEK

Het verhaal van Leuven begint dus minstens deels op ’s Hertogeneiland. Het is een treffende wending van de geschiedenis dat deze ‘oude’ plek in de jaren 2020 het voorwerp is van een groots en groot project voor stadsvernieuwing: de ruime Hertogensite, waar ’s Hertogeneiland een klein stukje van is.

Het erfgoed krijgt op de nieuwe site een belangrijke plek. Zo worden de sporen van de eerste stadsmuur er opgewaardeerd, blijven historisch waardevolle gebouwen er staan en opent in 2025 het Vesaliusmuseum. Zie hierover blz. 100. Ook cultuur krijgt een prominente plaats, met de nieuwe podiumkunstensite.

Het verhaal van het ontstaan en de ontwikkeling van Leuven zal vlakbij in het historische stadhuis worden verteld en getoond.

3. Jaren 1120 Park en Vlierbeek worden gesticht

In de jaren 1120 schenkt graaf Godfried met de Baard, die ook graaf is van Antwerpen en Brabant, aan twee religieuze ordes ferme lappen grond om er twee abdijen op te richten. Dat worden de benedictijnenabdij van Vlierbeek en de norbertijnenabdij van Park. Zij doen het aanzien van Leuven snel en fel toenemen. Het verhaal van de Sint-Geertruiabdij begint dan weer kort na 1200 en dat van het (verdwenen) predikheren- of dominicanenklooster in 1228. Aan dat laatste dankt Leuven zijn (nog bestaande) oudste gotische kerk.

1252 is de volgende scharnierdatum voor christelijk Leuven: vanaf dan telt Leuven naast de Sint-Pietersparochie nog vier zelfstandige parochies: Sint-Kwinten, Sint-Jacob, Sint-Geertrui en Sint-Michiels. Abdij Keizersberg is de benjamin onder de abdijen: deze benedictijnenabdij wordt in de 19de eeuw gesticht. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de kapucijnen, minderbroeders, celestijnen, zwartzusters, dominicanessen, augustijnen en augustinessen enz. Veel van hun kloosters en abdijen staan buiten het centrum. Binnen de stadsmuren beschikken ze vaak over een refuge, een plaats waar ze zich bij gevaar veilig kunnen terugtrekken en die ook dienst doet als prestige- en uitpakplek. Veel Leuvense straatnamen verwijzen nog naar de plaatsen waar ordes gehuisvest waren.

Erfgoed Van Het Geloof

We trappen een open deur in: Leuven is bijzonder rijk aan religieus erfgoed. Het gaat dan zowel over gebouwen en groen erfgoed, als over objecten, kunst, bibliotheken en archieven, maar ook over tradities en gebruiken. In Groot-Leuven stonden en staan bijvoorbeeld twintig rooms-katholieke parochiekerken, en verder zijn er de kapellen, belangrijke abdijen en kloosters, twee begijnhoven, refuges, opleidingshuizen… Ze dateren uit alle episodes van het verhaal van Leuven.

Ook de Leuvense universiteit (nu KU Leuven) speelt in dit verband een hoofdrol: na de stichting van de universiteit richten heel wat ordes en congregaties in Leuven een refuge en later een studiehuis op. Ook colleges ontstaan in een katholieke sfeer.

This article is from: