![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/00583ec0e08dd0db04f8c07bd47ceff1.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
8 minute read
Oprichting van de universiteit
Beslissend voor de verdere geschiedenis en ontwikkeling van Leuven – en dus ook voor het Leuvense erfgoed in al zijn gedaanten – is in 1425 de stichting van de universiteit, de oudste van de Lage Landen. De vele historische colleges, faculteits- en andere gebouwen uit alle eeuwen sinds de 15de eeuw bepalen nog altijd zeer zichtbaar grote delen van het Leuvense stadsbeeld, al zijn er in de loop van die zes eeuwen ook heel wat gesneuveld of onherkenbaar veranderd.
Zo stonden er aan het eind van het ancien régime zowat 45 colleges in de stad. Die richtten zich tot specifieke groepen: studenten uit een bepaalde regio of studierichting, kandidaat-priesters, behoeftige studenten… Die collegetraditie is tot in de 20ste eeuw blijven bestaan. Een aantal colleges heeft momenteel een functie in de academische sfeer.
Het Erfgoed Van De Universiteit
Ook een universiteit is een mensenverhaal. Daar getuigen, behalve de gebouwen, de uitgebreide archieven en bibliotheken van, net als de diverse kunstverzamelingen, academische tradities en gebruiken, én het typische wetenschappelijk erfgoed. Wetenschappelijke collecties laten zien hoe het onderzoek en het onderwijs in de loop van de tijd zijn geëvolueerd. Het gaat om instrumenten, opgezette dieren, insecten, gesteenten en mineralen, fossielen, herbaria, machines, motoren, (bodem)profielen, kaarten en andere documenten… Te veel om op te noemen.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/41c69e7c10430f80335731bcb1867e7b.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Het Erfgoed En Zijn Spelers
Geheugen Van De Wereld
Geheugen van de Wereld: het zou de titel van een gedicht kunnen zijn, maar het is de naam van een wereldwijd register van Unesco waarin belangrijke documentaire collecties zijn opgenomen. Het archief van de oude Leuvense universiteit (1425-1797) maakt er sinds 2014 deel van uit. Het is een van de omvangrijkste en best bewaarde universiteitsarchieven in de wereld.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/dcda3b832986abb51c2752e2cf186fb3.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
De tienduizenden studenten en professoren – onder wie beroemdheden als Erasmus en de latere paus Adrianus VI, die het Pauscollege oprichtte – en andere direct betrokkenen zorgen sinds 1425 mee voor de bloei van de stedelijke en streekeconomie.
Dat archief van de oude Leuvense universiteit wordt bewaard door het Leuvense Rijksarchief en door het eigen Universiteitsarchief. Aangezien universiteit en stad nauw met elkaar verbonden zijn, is dit erfgoed ook erg belangrijk voor het verhaal van Leuven. In datzelfde Rijksarchief vind je het archief van de periode waarin de Leuvense universiteit een Rijksuniversiteit was (1817-1834).
De archieven van de Katholieke Universiteit Leuven (1835-1968), van Lovanium - de Leuvense universiteit in Congo (1954-1971) - en van de KU Leuven (1968-vandaag) worden bewaard in het Universiteitsarchief KU Leuven. Daar vind je ook de documenten van veel hoogleraren en universitaire faculteiten en instellingen. Zo bewaart het Universiteitsarchief meer dan 6 kilometer archief. Daarnaast beheert het een omvangrijke bibliotheek en museale collecties.
Stuk voor stuk werden ze ooit gebruikt voor onderwijs en onderzoek, maar inmiddels zijn ze erfgoed geworden. De natuurwetenschappelijke collecties alleen al zijn goed voor enkele honderdduizenden objecten. Je vindt specifiek didactisch erfgoed terug in nagenoeg elke faculteit. In 2006 werd de Commissie Academisch Erfgoed opgericht, die een beleid uitwerkte voor het behoud en beheer van deze typische vorm van universitair erfgoed. Ook in Europa kreeg de werking rond academisch erfgoed ondersteuning door de oprichting van Universeum in 2000.
De Werkgroep Academisch Erfgoed van de VLIR (Vlaamse Interuniversitaire Raad) maakte in 2020 haar eigen Vlaamse landschapstekening. Daar werkten de universiteiten van Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt en Leuven aan mee. Dat document begint zo: ‘Een samenleving die haar erfgoed cultiveert, is een samenleving die zorg draagt voor haar collectief geheugen. Elke dag opnieuw wordt bewezen hoe belangrijk die aandacht en die zorg zijn, onder meer in eigentijdse maatschappelijke debatten. Mutatis mutandis is een universiteit die haar erfgoed cultiveert een universiteit die zorg draagt voor haar collectief geheugen. Voor haar historisch verhaal van onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening, de drie academische kerntaken.’
Academische Knowhow
De KU Leuven heeft de jongste jaren een traditie opgebouwd in tentoonstellingen voor het grote publiek. In veel gevallen worden die opgezet in samenwerking met de Stad Leuven, in het bijzonder met M Leuven, en met andere partners. Voor de Leuvense stadsfestivals van KU[N]ST Leuven wordt een intens beroep gedaan op academische (erfgoed)knowhow. Voorbeelden zijn onder meer Andreas Vesalius en zijn grote betekenis, Thomas More en zijn werk Utopia, het verhaal van de Arenbergs en KNAL!, over de big bang. Je leest er meer over op p. 71.
Te Kijk
Naast tentoonstellingen zijn er aan de KU Leuven vaste museale opstellingen waar vooral scholen en andere groepen tijdens rondleidingen over de vloer komen: het Museum voor Dierkunde, het Didactisch Museum Archeologie – die twee zijn op vaste momenten vrij toegankelijk – het Thermotechnisch Instituut, het Spoelberchmuseum en de collectie Afrikaanse kunst.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/6066dbafe2d70e05cdc2b918779e2af5.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Ook enkele belangwekkende gebouwen zijn toegankelijk voor het ruime publiek, zoals de befaamde universiteitsbibliotheek met haar beiaardtoren, lees-, studie- en expozalen.
Onder Stoom En In De Bodem
De KU Leuven bewaart een indrukwekkende collectie machines in het Thermotechnisch Instituut. Dat werd gebouwd tussen 1926 en 1931. Ingenieursstudenten volgden er labo’s. Het gaat om een collectie van zestig stoom- en elektrische machines en -turbines, verbrandings- en straalmotoren.
Ook de collectie van 122 bodemprofielen is zeer de moeite. Een deel hiervan is afkomstig van Heverleebos. De hele collectie is geïnventariseerd en gedigitaliseerd.
Stoeten En Fuiven
Bij het academisch erfgoed horen ook tradities en gewoonten onder professoren en studenten. Denk bijvoorbeeld aan de opening van het academiejaar en de stoet van de togati met pedellen en scepters, aan proclamaties en plechtigheden voor de uitreiking van eredoctoraten, aan studentenverenigingen, dopen, cantussen en diverse vormen van fuiven... (Voor de al iets oudere lezer: T-dansants.)
Tradities behoren tot het zogenaamde immaterieel erfgoed, al zijn er ook veel materiële objecten mee verbonden. Bijvoorbeeld de collectie van het Archief en Museum van het Vlaamse Studentenleven of de Topografisch-Historische Atlas met prenten en foto's van stoeten, toga's en uniformen kun je nog raadplegen in het Universiteitsarchief.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/eea45c590ab17f65d984589b90adf307.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/cd590e8496a6f1f41f7506d4543c15ec.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
In Vertrouwen
Bij het academisch erfgoed in ruimere zin hoort ook het cultureel erfgoed dat een universiteit bewaart omdat het haar is toevertrouwd door personen, families, organisaties of overheden.
140.000 NAMEN
De universitaire gemeenschap, wie zijn dat? Of beter: wie waren dat in het ancien régime? Die vraag staat centraal in een project van het Rijksarchief en van Familiekunde Vlaanderen. Er is al een databank met zomaar even 140.000 namen. Die is opgesteld op basis van de inschrijvingsregisters (matrikels). Hij is via de zoekrobotten van het Rijksarchief voor iedereen toegankelijk en dient ook als basis voor het academisch onderzoek naar de universitaire gemeenschap en de netwerken onder studenten en professoren.
WHO IS WHO?
Welke diensten van de KU Leuven houden zich specifiek bezig met de diverse types erfgoed? Dat zijn: KU Leuven Bibliotheken en hun onderdelen, de rectorale dienst Academisch en Historisch Patrimonium (AHP) met daarbinnen het Universiteitsarchief, Kunstpatrimonium en Wetenschappelijke Collecties en Erfgoed.
Samen met Dienst Publiekswerking, Congressen en Evenementen van KU Leuven en met Divisie Monumenten van de Technische Diensten van de KU Leuven doen zij meer en meer inspanningen om het academisch erfgoed te ontsluiten.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/c62431d3871f3e1435fcbda498ae0823.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
9. 1439
De bouw van het stadhuis
In 1439 begint op grond van het oude kerkhof bij de Sint-Pieterskerk de bouw van Leuvens nieuwe stadhuis. Inspiratie komt onder meer uit Brussel. De bouw duurt dertig jaar en er werken drie architecten aan mee. De laatste is vanaf 1448 Mathijs de Layens. Hij bouwt het voorste huis aan de markt, met zijn half ingegraven kelders (dat zijn wijnopslagplaatsen van het oude raadhuis) en met daarboven de wandelzaal. Het geplande belfort op de hoek met de Naamsestraat komt er niet.
De Layens werkt de buitenkant rijkelijk uit: beeldnissen die worden bekroond met baldakijnen en pinakels, 230 voetstukken met daarop taferelen uit de Bijbel, opengewerkte torens... (De beelden van belangrijke historische personages in de nissen komen er pas vanaf 1849.)
Twintig meter verderop wordt er sinds eind 14de eeuw ook driftig gebouwd aan de groots opgevatte, gotische Sint-Pieterskerk, de hele 15de eeuw lang. Ondanks de lange bouwtijd wordt het een homogeen geheel. De westpartij met het hoofdportaal en de geplande, wel zéér ambitieuze gotische torens – drie in totaal, waarvan één 175 meter hoog – zijn wel onafgewerkt gebleven...
Het Erfgoed En Zijn Spelers
Leuven Boutsstad
De 15de eeuw is de eeuw van de Vlaamse Primitieven, een reeks topschilders. Leuven heeft er zo één in huis, en niet de minste: Dieric Bouts (1410-1475) heeft jarenlang in de stad gewerkt, zowel voor het stadsbestuur als voor de kerk, de twee grootste opdrachtgevers van kunstenaars uit die tijd. Hij trouwt in 1448 in Leuven met de welgestelde Catharina van der Brugghen.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/77c9dc0260a640e6ff5252e96705ad0a.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/2c3594c66b8e5f9ebfd9f82cdae12a29.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Ronduit uitzonderlijk is dat een werk van zo’n roemruchte Vlaamse Primitief nog hangt op de plaats waarvoor de schilder het heeft gemaakt: dat is het geval met Bouts’ Laatste Avondmaal in de Leuvense Sint-Pieterskerk, waar ook zijn De marteling van de heilige Erasmus zich bevindt. Het atelier van de schilder stond in de Minderbroedersstraat. De opvolger ervan behoort tot het patrimonium van de universiteit.
De late gotiek – kunst uit de 15de en vroege 16de eeuw – is een pijler van de vaste collectie oude kunst waar M Leuven zorg voor draagt. Het museum staat ook in voor het beheer en voor de sinds 2020 bijzonder vernieuwende ontsluiting van de kunstwerken in de Sint-Pieterskerk. Met daarbij dus de twee werken van Bouts. Over M lees je meer op bladzijde 45. Over de ontsluiting van de kunst in de Sint-Pieterskerk op blz. 9. En over het grote stadsfestival rond Dieric Bouts vind je meer op blz. 81.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/56e5ddbc9490e7425fb6561ff96a9c4b.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
10. 1515
Inmiddels in Heverlee
Willem van Croy laat omstreeks 1515 in Heverlee zijn laatgotisch lustslot met renaissancetrekjes bouwen dat er nog altijd staat, maar waar in vijf eeuwen voortdurend aan is gebouwd en verbouwd. Het wordt omgeven door uitgestrekte landerijen. Keizer Karel, van wie Van Croy de voogd is, zorgt ervoor dat de Croys zich als enige familie in Brabant ‘hertog’ mogen noemen. Willem geeft in de jaren 1520 ook de opdracht om hier een klooster voor celestijnen te bouwen. Dat blijft tot eind 18de eeuw bestaan. In 1635 verhuist het domein door huwelijk van familie: het wordt voor een kleine drie eeuwen eigendom van de Arenbergs. In 1921 koopt de KU Leuven het voormalige celestijnenklooster en ook het kasteel-met-park, goed voor 25 hectare. Ze bouwt er geleidelijk aan een zeer groene campus uit met diverse faculteiten. Dat verhaal is dus meer dan een eeuw oud.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/a943c21ab07c334924f046fbd11423f3.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
De jaren 1500 en 1600 Terugval
In 1526 telt Leuven nog altijd ongeveer 20.000 inwoners. Het is na Antwerpen en Brussel de derde grootste stad van Brabant. Maar na 1560 worden de tijden somberder door de godsdienst- en andere conflicten die in onze contreien decennialang woeden. Veel burgers en ambachtslieden, en ook veel professoren en studenten, verlaten de stad. Op het einde van de 16de eeuw heeft Leuven nog maar 10.000 inwoners.
In de 17de eeuw zorgt de katholieke contrareformatie voor nieuw leven in de stad, met nieuwe colleges, onder meer voor katholieke studenten die in hun land niet meer welkom zijn, en bijvoorbeeld ook met de Sint-Michielskerk, een bouwwerk dat behoorde tot een veel groter jezuïetencomplex.
Het Erfgoed En Zijn Spelers
Werk Aan De Molen
Op verschillende plaatsen in Leuven vind je aan de Dijle restanten van watermolens of verwijzen plaats- en straatnamen naar verdwenen molens. De (gerestaureerde) watermolen op het domein van het Arenbergkasteel deed een tijdlang dienst als faculteitsbibliotheek. De Grote Spuye met zijn middeleeuwse onderbouw is aan valorisatie toe en er zijn plannen met de voormalige Sluismolen aan het Sluispark. De restanten van de voormalige Begijnhofmolen werden dan weer in het nieuwe wooncomplex geïntegreerd. En de oude graanwatermolen van de Abdij van Park is onlangs hersteld en werkt weer.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/d65a532aaf4d6516ccaa3951ba6e4fd7.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/e0217d765245bd07956ec091f376b8c0.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Kunst Op De Campus
Als een universiteit zeshonderd jaar bestaat, dan kan het niet anders of ze beschikt over een aanzienlijke kunstcollectie: kunst in en aan gebouwen, gelegenheidsstukken, portretschilderijen, herinneringsbeelden, wetenschappelijke of didactische collecties met een kunstkarakter… Het gaat ook om verzamelingen of objecten die aan de universiteit zijn geschonken of die de universiteit heeft aangekocht. Belangrijke schenkingen zijn de historische collecties van de families Arenberg en Spoelberch. De dienst Kunstpatrimonium van de KU Leuven buigt zich over al die kunst, een erg diverse verzameling van zo’n 10.000 objecten. Check het platform Blendeff.be: daar worden steeds meer kunstcollecties én ook wetenschappelijke verzamelingen van de KU Leuven ontsloten.
Samen met de Commissie Actuele Kunst ijvert Kunstpatrimonium voor ‘kunst op de campus’ en voor de integratie van eigentijdse kunst in het patrimonium van de KU Leuven. BAC ART LAB in het voormalige Bacteriologisch Instituut in de Vital Decosterstraat is een multidisciplinaire werkplaats voor hedendaagse kunst aan de KU Leuven. Het zal niet verbazen dat er wordt gefocust op trajecten en processen op het snijvlak van kunst en onderzoek. En straks is die actuele kunst het erfgoed van morgen…
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/10a2ba3d1a4b08e6240569c2f473ddc2.jpeg?width=720&quality=85%2C50)