![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/45112bb6bcc8e513e2760d53407f0c05.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
13 minute read
15. 1831 De vrijheid van onderwijs in de Grondwet
Dat Leuven een onderwijs- en een kennis stad is, houdt vanzelfsprekend verband met de aanwezigheid van de universiteit sinds 1425, de oudste in de Lage Landen. Daar lees je meer over op blz. 32. Maar ook het aantal leerlingen dat in Leuven kleuter-, lager en middelbaar onderwijs volgt, is bijzonder groot. Momenteel tellen de zeventig Leuvense kleuter- basis en middelbare scholen, samen meer dan 25.000 leerlingen. Dat is een fenomeen waarvan de basis in de 19de eeuw wordt gelegd.
Dat heeft alles te maken met de vrijheid van onderwijs die in 1831 in de Belgische Grondwet wordt ingeschreven: in principe mag sindsdien iedereen in ons land een school openen. Dat doen vooral veel katholieke congregaties, met steun van de stad. Maar ook de stad zelf, de provincie en de staat richten mettertijd scholen op. Leuven staat er vol van, zeker ook na de invoering van de leerplicht: ‘bewaarscholen’, lagere scholen, scholen voor technisch, beroeps- en landbouwonderwijs voor jongens en meisjes, algemene secundaire scholen, scholen voor buitengewoon onderwijs, zogenaamde ‘methodescholen’… Ook het hoger onderwijs van het korte type floreert in en bij Leuven.
Het Erfgoed Van Het Onderwijs
Scholen brengen een schat aan materieel en immaterieel erfgoed voort: archieven en bibliotheken (met onder meer schoolboeken), collecties met didactisch materiaal, gebouwen met erfgoedwaarde die inmiddels soms als monument beschermd zijn, eigen tradities en gebruiken…
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/865814abcceccc1e1a81f6dc339d7721.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/0f608951fe18360bfeee0fed267726e8.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Met dit ‘schools erfgoed’ doet zich soms een bekende paradox voor: het is zó gewoon en zó ruim verspreid dat er vaak lange tijd geen zorg aan is besteed, waardoor veel erfgoed verloren dreigt te gaan of al verloren gegaan is. Terwijl onderwijserfgoed bijzonder sprekend is om te weten te komen hoe een samenleving denkt en in mekaar zit. De aandacht voor dit erfgoed neemt de jongste tijd gelukkig toe. Zo was het thema van de Vlaamse Erfgoeddag 2022 ‘Erfgoeddag maakt school’.
Het Erfgoed En Zijn Spelers
ERFGOED WAAR JE SLIM VAN WORDT
Het mag duidelijk zijn: Leuvense scholen en een aantal bewaarinstellingen hebben waardevol schoolerfgoed in huis. KADOC en CEAH bewaren ook archieven en ander erfgoed van scholen elders in Vlaanderen. Deze twee partners richtten het netwerk en platform Slimerfgoed.be op. Doel: bruggen slaan tussen erfgoed- en onderwijsactoren en expertise delen rond schoolerfgoed.
Zij en de andere partners van het Leuvense Erfgoedlabo zetten bijvoorbeeld stappen om na te gaan wat de betekenis, relevantie, zeldzaamheid en erfgoedwaarde is van de overbekende historische wandplaten die onder meer in de lessen biologie en aardrijkskunde werden gebruikt. Vaak zijn dat pareltjes, maar beseffen we dat onvoldoende. En niet minder belangrijk: ze halen dit erfgoed uit het depot en zetten het samen met leerkrachten in in de lessen.
Een grote collectie van ca. 750 schoolplaten komt uit het voormalige Archief en Documentatiecentrum voor Historische Pedagogiek van het Centrum voor Historische Pedagogiek. Sinds 2010 is die opgenomen in de Facultaire Bibliotheek Psychologie en Pedagogische Wetenschappen van de KU Leuven.
16. 1866
Oprichting van de Ateliers de la Dyle
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/59439303c303b2a2cd8caae04a20be92.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Vanaf ongeveer 1850 groeit Leuven en zijn bevolking opnieuw fors en beleeft de stad een opmerkelijke industriële expansie, zoals veel Belgische en Europese steden. Daar zijn klinkende Leuvense namen mee verbonden, zoals Vander Elst (tabak), Marie Thumas (conserven), de Molens Van Orshoven, Hungaria (hoogmaalderij) enzovoort. Het is geen toeval dat je veel bedrijven met de bijbehorende silo’s, los- en laadtorens aantreft aan de Vaart(kom), waar ze de skyline bepalen.
Wereldfaam genieten ook de Ateliers de La Dyle, waar treinen en trams, serres en andere staalconstructies, bruggenhoofden… worden gefabriceerd. Zo kun je tientallen Leuvense bedrijven opsommen die jarenlang actief zijn in de leerbewerking, textiel, fietsenmakerij, autoconstructie enzovoort. En tussen 1929 en 1941 verrijst op het voormalige militair oefenterrein in Heverlee een fabriek van Philips.
De keerzijde van de industriële medaille is dat veel fabrieksarbeiders in ongezonde achterbuurten wonen. Tot op vandaag zijn de vele ‘Leuvense gangen’ een begrip. Je vindt ze verspreid over de stad. De sociale strijd die gepaard gaat met de industrialisering is intens. Op 18 april 1902 vallen in Leuven na een vreedzame betoging voor het algemeen stemrecht zes doden.
Tot op vandaag is de industriescene in Leuven bijzonder levendig, onder meer dankzij de vele spin-offs van de KU Leuven, met Imec en Materialise als bekende grote voorbeelden. Maar er zijn ook veel kleinere initiatieven, onder meer in de creatieve industrie.
Het Erfgoed En Zijn Spelers Remytown
In Wijgmaal bekommert de vereniging Van Wicmale tot Wijgmaal zich om het lokale erfgoed. Het is opmerkelijk hoe in het charmante Wijgmaal het ontstaan en de groei van het gehucht en latere dorp nog goed afleesbaar zijn. Steevast valt dan de naam van Edouard Remy. Hij kreeg in Wijgmaal een standbeeld… op de Remysite.
In 1855 koopt Remy een watermolen op de Dijle en een groot herenhuis op de linkeroever. Hij richt er een bedrijf op. Oorspronkelijk bestaat de fabriek uit een olieslagerij, maalderij en rijstpellerij.
Maar in zowat dertig jaar tijd groeit de rijststijfselfabriek uit tot een van ‘s lands meest bloeiende ondernemingen. Aan de huidige Remylaan zie je aan de villa’s nog waar het kaderpersoneel woonde. Er staan zelfs enkele heuse ‘kasteeltjes’.
Remy en zijn opvolgers richten ook allerlei voorzieningen voor de vele werknemers op: een foyer, een casino, sportaccommodatie… En in Leuven zelf richt Remy met zijn fortuin zorginstellingen op.
Herbestemde Industrie
Veel industriële sites in Leuven zijn intussen herbestemd, al dan niet tijdelijk. Denk aan de sigarenfabriek aan de Tiensevest (nu woonzone), het oud-Belgacomgebouw (nu de Al Ihsaan moskeevereniging), de Molens Van Orshoven (maakleerplek) en Hal 5. Andere krijgen in de nabije toekomst een nieuwe bestemming. De herbestemming van het douane-entrepot aan de Vaartkom tot OPEK kreeg in 2020 een Europese vermelding als good practice in het Europese programma Cultural Heritage in Action. En de (gerenoveerde) Hoorn won in 2016 de Europa Nostra Award.
Fabrieksverhalen
Leuvens rijke industriële verleden vind je terug in uitvoerige documentaire collecties en archieven. Dat is een nog goeddeels onontgonnen terrein: CAG, Erfgoedcel Leuven en het Leuvens Historisch Genootschap hebben alvast plannen met de talrijke verhalen waar zo veel Leuvense families mee verbonden zijn. Auteur André Cresens gaf in 2012 al een belangrijke voorzet met zijn boek De Leuvense Vaart. Van de Vaartkom tot Wijgmaal. Aspecten uit de industriële geschiedenis van Leuven.
Voor de objecten uit deze sfeer die hier en daar opduiken wordt een passende herbestemming gezocht. Een mooi voorbeeld is een houten koffertje met staaltjes van producten van de voormalige Remy-fabriek in Wijgmaal: bloem, stijfsel, lijm… Het koffertje behoort sinds 2022 tot de collectie van M Leuven, dankzij een schenking.
GAS(BALLON)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/6ac49efe7be0dd27dbe8db4d90f0ab27.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Even terug in de tijd. In 1783 stijgt in Leuven de eerste gasballon van de Lage Landen op. Professor Jan Pieter Minckelers, uitvinder van het lichtgas, schrijft zo een weinig bekend hoofdstuk van de luchtvaartgeschiedenis. Plaats van het historische evenement is niet toevallig het grasperk voor het Arenbergkasteel: hertog Lodewijk Engelbert van Arenberg is de geldschieter. Met hem begint een lange traditie van mecenaat van de adellijke familie aan de wetenschappen.
Meer dan een eeuw later zal een afstammeling, hertog Engelbert Marie, het Arenberginstituut in de Naamsestraat aan het Scheikundig Instituut van de universiteit schenken. Sinds 2002 is hier het kunstencentrum STUK actief. Sporen van Minckelers’ exploot vind je in het Universiteitsarchief en het Arenbergarchief (dat ook in het Universiteitsarchief bewaard wordt).
Steenkoolgas wordt in Leuven vanaf 1835 gebruikt voor de openbare straatverlichting. Vanuit de stedelijke gasfabriek in de huidige Minckelersstraat stroomt het gas via gietijzeren leidingen door de stad, waar lantaarnopstekers en -dovers elke avond en ochtend hun ronde doen. Geleidelijk aan worden openbare gebouwen, kloosters, kastelen en privéwoningen van gasluchters voorzien. De gasfabriek verhuist na de overname door de stad in 1905 naar de Vaart in Wilsele. De tijd van de elektriciteit is aangebroken.
17. 1867
De stadsschouwburg gaat open
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/6a4ff35276827d8f2b3062b25f8205ba.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
In september 1867 wordt in wat dan nog de Stationslaan heet, de monumentale Leuvense stadsschouwburg ingehuldigd, met een rijkelijk gedecoreerde foyer en toneelzaal. Twee jaar later gaat daar vlakbij de Frascatizaal tegen de vlakte. Tot dan was dat dé place to be als concert-, dansen theaterzaal van Leuven, met optredens van internationale sterren.
Tot aan de Eerste Wereldoorlog zal Leuven nog flink wat ‘cultuurzalen’ tellen – ook voor het vertonen van films, die dan aan hun opmars beginnen – al sneuvelen er een aantal plekken bij stadsvernieuwingsprojecten. De huidige stads- schouwburg is een complex uit de jaren 1930. Het is een kopie van zijn voorganger, maar dan gebouwd met toenmalige moderne materialen.
Het begin van het culturele leven van Leuven zoals we dat nog ongeveer kennen, is ouder dan de stadsschouwburg. Letterlijk toonaangevend daarin zijn de academie en conservatorium, nu samen het SLAC. De Academie des Beaux-Arts dateert uit 1800; in 1835 krijgt ze er een muziekafdeling bij. Van meer recente datum (1968) is de verhuizing naar Leuven van het befaamde Lemmensinstituut, nu een onderdeel van LUCA School of Arts.
Het Erfgoed En Zijn Spelers
DANS EN THEATER MET EEN VERLEDEN
Het huidige STUK is in 2000 ontstaan. Toen fuseerden kunstencentrum Stuc en het internationaal dansfestival Klapstuk. Die ‘afkomst’ blijft doorspelen in de huidige ambities. Het STUK – nu Huis voor Dans, Beeld en Geluid – zal in de toekomst zijn huidige werking voortzetten. Daarnaast bouwt het ook een kennis- en expertisecentrum uit dat focust op het beheer van immaterieel danserfgoed. Zo wil het STUK nieuwe generaties choreografen en dansers inspireren en een breed internationaal danspubliek aanspreken.
Het nieuwstedelijk, dat aanvankelijk onder de naam Braakland/Zhebilding van 1997 tot 2005 als teksttheater het stadsgezelschap van Leuven was, is ondertussen ook het stadstheater van Hasselt
Het Erfgoed
Van De Kunsten
Wat vandaag hedendaagse kunst is, is morgen oude(re) kunst en dus erfgoed. Dat op zijn beurt nieuwe kunst inspireert: het verleden is een bron van vernieuwing. De beeldende en de podiumkunsten hebben in Leuven dan ook veel erfgoedsporen nagelaten. Het gaat zowel om kunst in de publieke ruimte – in musea, kerken en op andere plaatsen – als om privé- en andere collecties, kleurrijke affiches waarop opvoeringen, voorstellingen en optredens worden aangekondigd, foto’s, filmpjes… en Genk, én werkt internationaal samen met theaters in Duitsland, Nederland en Oostenrijk. De uitvalsbasis blijft Leuven, en wel het oude douanegebouw aan de Vaartkom dat is omgevormd tot OPEK, het openbaar entrepot voor de kunsten.
Om nog te zwijgen van plekken waar kunst werd bedreven, getoond, gemaakt. We hebben het dan zowel over een verder verleden als over de jaren 1970-1980, toen Leuven onder meer in de Belgische muziekscene een van de places to be was (zie hierover blz. 52). Dat laatste voorbeeld maakt meteen duidelijk dat het erfgoedverhaal van de kunsten in Leuven veel verder reikt dan Leuven zelf.
‘Eeuwenoud, springlevend’: dat was lange tijd de slogan van de stad. De inhoud ervan blijft nog even geldig, zeker ook in de kunsten cultuurwereld: ‘oud’ erfgoed is in Leuven nauw verweven met ‘springlevende’ kunst en cultuur. Die ‘transhistorische’ verwevenheid is zelfs het keurmerk van M Leuven, dat zowel een collectiebeherend museum is als een ontwikkelingsplek voor hedendaagse kunsten. En ook de erfgoedspelers PARCUM en KADOC, dat tal van kunstenaarsarchieven bewaart, zetten in hun publiekswerking in op moderne kunsten. En tot slot: opvallend veel Leuvense kunstenhuizen zijn op erfgoedplekken gevestigd: OPEK, STUK, BAC ART LAB, Het Depot… Zeg maar: de blik vooruit, door ook achterom te kijken.
DOEK!
De stadsschouwburg en zijn toneelerfgoed maken deel uit van de gebouwen van 30CC. Toen de schouwburg in 2017 150 jaar bestond, ging er bij de eretrap een permanente expo open over zijn geschiedenis. Van de historische theaterdecors werd onderzocht wat hun waarde was. Op basis van het onderzoeksrapport schonk de stad Leuven in 2020 dertien handgeschilderde decordoeken van de stadsschouwburg aan Kortrijk. Waarom aan Kortrijk? Omdat ze daar deel uitmaken van een veel ruimere collectie historische theaterdoeken en omdat dit kwetsbare materiaal daar in veel betere omstandigheden kan worden bewaard, in het erfgoeddepot Trezoor.
Hedendaags Klassiek
MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek] houdt de vinger aan de kloppende pols van het hedendaagse klassieke muzieklandschap sinds 1950. MATRIX ontwikkelt publicaties, educatieve tools en methoden voor diverse doelgroepen. Doel: de luisterervaring en beleving van muziek stimuleren en verdiepen. De bibliotheek, die deel uitmaakt van Artes KU Leuven Bibliotheken, biedt onderdak aan een unieke en uitdijende collectie van gepubliceerde en ook niet-gepubliceerde partituren en muziekopnames. Die vormen een belangrijke bron voor projecten rond hedendaags muzikaal erfgoed: ‘De composities van vandaag kunnen morgen bedreigd erfgoed zijn.’ In 2018 bekroonde het tijdschrift The Word de bibliotheek als ‘best for classical music’. De archieven van de componisten Karel Goeyvaerts en Luc Brewaeys worden bewaard in het Universiteitsarchief.
Meerstemmig Huis
Alamire Foundation is een internationaal centrum waar de oude muziek van de Lage Landen – van de middeleeuwen tot 1800 – wordt gekoesterd, bestudeerd, uitgevoerd, ontsloten, gedigitaliseerd en soms nog op ontdekking wacht... Je moet weten dat Vlaamse polyfonisten in de 15de en 16de eeuw tot de Europese top behoorden, onder meer ook dankzij Petrus Alamire, ondernemer en kopiist van muziek.
Het Huis van de Polyfonie van de organisatie bevindt zich in de Mariapoort, en de Library of Voices in de Norbertuspoort, twee ‘poorten’ van de Abdij van Park. Ze zijn een trefpunt voor onderzoekers en mensen uit de muziekpraktijk.
Memorabel
Memorabel: dat is het woord dat veel betrokkenen zelf gebruiken als het gaat over de levendige Leuvense muziekscene van de jaren 1970-1980. Daar horen bekende artiesten en promotoren bij, zoals Armand Hombroeckx (alias Big Bill), Jean-Marie Aerts, Raymond Van het Groenewoud, Stoy Stoffelen, Kris De Bruyne, Jos ‘Jokke’ Kerkhofs, Erik van Neygen, Mike Verdrengh, Jos Van Oosterwijck… Maar ook veel minder bekende bandjes en artiesten traden op in de Leuvense cafés, zalen en zaaltjes. In 2016 maakte de filmvereniging Fonk hierover de documentaire De Leuvense Scene, waarin getuigen aan het woord komen. Hoe dan ook, in Leuven stond een van de wiegen van de Vlaamse pop en rock.
Cinema Leuven
In Leuven had je nogal wat cinema’s. Het Stadsarchief bewaart de affiches van de verdwenen Leuvense filmzalen. De collectie is goed voor 2945 stuks, vooral uit de periode 1932-1968. Dankzij de affiches, de publicatie van Salsa! over het Leuvense filmleven en ook de fotocollectie van het Stadsarchief komen de oude films weer tot leven. En de hele cultuur daaromheen: niet toevallig had je bijvoorbeeld in de jaren zestig tal van geëngageerde, maatschappijkritische films. Leuven was daar een brandpunt van.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/63806158e91e8dc8e446325304a01c7d.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
18. 1890
De Boerenbond wordt opgericht
Wie zegt ‘Leuven’, zegt landbouw. We bedoelen: de geschiedenis van Leuven is nauw verbonden met het verhaal van de land- en tuinbouw en voeding in onze streken. Dat geldt uiteraard voor veel plekken in landbouwland Vlaanderen – een zeer hoog percentage van onze voorouders had ‘iets met landbouw’ – maar Leuven heeft daarin een heel specifieke plek, om een aantal redenen.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/43acb9d3ac7277833dc75d5492733f24.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Als we ver teruggaan in de tijd, zijn er eerst en vooral de belangrijke Leuvense abdijen en hun enorm uitgestrekte eigendommen waarop werd ‘geboerd’ en waar een heel sociaal-maatschap-
Het Erfgoed Van De Landbouw
We hadden het hierboven over de industrialisering, die ook in Leuven veel sporen naliet. Veel van die Leuvense industriële activiteiten zijn verbonden met de landbouw. Denk aan graanmolens, groenteverwerking, de bierindustrie enz. Over het bijbehorende erfgoed lees je meer op blz. 40-41.
pelijk systeem mee verbonden was. Het was de hoeksteen van hun welvaart. Denk bijvoorbeeld aan de tienden, de belasting in natura die landbouwers afdroegen.
Een ferme sprong brengt ons naar de 19de eeuw, naar de landbouwschool in Heverlee en ook naar de universiteit. Want in 1878 wordt daar het Boerenkot gesticht, waar landbouwingenieurs (nu: bio-ingenieurs) worden opgeleid. En in 1890 volgt de oprichting van de Boerenbond. Deze beroepsorganisatie behoort nog altijd, ook dankzij haar vele vertakkingen, tot de belangrijkste spelers in de Belgische landbouwsector en is ook nog altijd in Leuven gevestigd.
Wat specifiek de landbouw betreft, is er uiteraard het onroerend erfgoed dat er nog van getuigt, zoals de (relicten van) heren- en vierkantshoeves rondom de stad en in deelgemeenten. Als je op een woord met ‘hof’ erin stoot, heb je veel kans dat je in die sfeer belandt.
Bedrijven, organisaties en verenigingen (die zijn ontstaan) in de landbouwsfeer creëren archieven, hebben bibliotheken en documentatie, produceren digitaal en beeldend erfgoed enzovoort. Al dat erfgoed is een belangrijke bron voor wie de geschiedenis van de Vlaamse/Belgische landbouw – en dus van Vlaanderen/België tout court – wil begrijpen. Leuven is daar als het ware het epicentrum van.
Het Erfgoed En Zijn Spelers
Boeren In De Abdij
Kloosters, abdijen en colleges bezaten allemaal hofsteden, zowel op of bij hun vestiging als in de (wijde) omgeving. In Abdij van Park hebben de oude abdijhoeve en haar stallen een nieuwe toekomst als korteketenstadslandbouwbedrijf: duurzaam, kleinschalig, biologisch. Ook elders in Leuvense deelgemeenten zijn er nog hoeves actief, zijn er deelakkers en CSA-boerderijen, worden vergeten (erfgoed)groenten opnieuw geteeld…
Landbouw Aan De Ku Leuven
De KU Leuven bewaart een historische collectie van 17 schaalmodellen uit de landbouw. Eén daarvan, de vierkantshoeve van Het Berkenhof, is een schaalmodel van een Vlaamse boerderij. Het werd vervaardigd door het voormalige Centrum voor Agrarische Bouwkunde, dat zich bezighield met de functierenovatie van agrarisch waardevolle gebouwen. Doel was ze te behouden of weer in te schakelen in de landbouw. Daarom inventariseerde en bestudeerde het centrum de architectuur, archeologie en geschiedenis van agrarische bouwwerken. De andere schaalmodellen zijn van Oost-Zwitserse en Duitse boerderijen en van enkele gebinte- vakwerkconstructies. Ze werden door de Duitse Staat geschonken.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/5b283226da52e9ecc430f8227263f082.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/5a03978a19d749bd91d44a53862bd9d3.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
In de periode na WO I tot in de jaren zestig werd het college Boerderijbouw gedoceerd, onder meer over de geschiedenis van boerderijen, mét de maquettes. Het college viel weg en de collectie wordt niet meer gebruikt. Je kunt de schaalmodellen online raadplegen via de website Blendeff.be.
Koken Met Kadoc
KADOC bewaart veel documentair landbouwerfgoed. Denk aan de archieven van de Belgische Boerenbond en zijn diverse diensten en verwante organisaties. Een van de vele voorbeelden zijn de talrijke edities van het in Vlaanderen wereldberoemde ‘kookboek van de Boerinnenbond’ (sic), ook wel ‘de Vlaamse culinaire bijbel' genoemd. Je vindt ze allemaal in het KADOC.
Koken Met Cag
Leuven is de thuisbasis van het Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG), dat samen met andere geïnteresseerden de geschiedenis en het erfgoed van de landbouw, voeding en het landelijk leven bestudeert, bewaart en toegankelijk maakt. Het gaat zowel om materieel als om immaterieel erfgoed: tradities, gebruiken, vakmanschap, taal enz. De blik is breed: de context is nationaal en internationaal en CAG gaat de interactie tussen verleden, heden en toekomst niet uit de weg. Het Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG) biedt wetenschappelijke ondersteuning.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/cda570684f70f431391017109c4f1405.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
CAG bestudeerde uitvoerig de geschiedenis van Boerenbond, Landelijke Gilden en andere takken van de Boerenbond-familie. Ook naar Ons Kookboek deed het centrum al onderzoek.
Korte Keten Op School
Cultureel erfgoed annuntiaten Heverlee (CEAH) bewaart waardevolle archieven over de landbouwactiviteit en het hoger en secundair landbouwonderwijs dat in Heverlee werd georganiseerd. Dat gebeurde vanaf eind 19de eeuw en tot in de jaren 1960 in samenwerking met het Agronomisch Instituut van de KU Leuven. Op de site van het Heilig Hartinstituut in Heverlee is een van de enige nog operationele boerderijen op het grondgebied van Leuven actief.
Tuintjes Van En Voor Het Volk
Behalve de grootschalige groenteverwerkende bedrijven die zich in de rand van de stad vestigden, had en heb je ook de volkstuintjes in en om de stad, zoals die van Redingenhof, Cardenberg en Vinkenbos. Kleinschalige tuinbouw staat in onze tijd opnieuw in the picture, ook als sociaal en duurzaam initiatief.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230615125303-88a40e5c66f5516d3d8eb1975c0ffae1/v1/79747ebe16773dd59f422a4dedb9e51e.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Veemarkt
Vee werd vooral in de omgeving van Leuven gekweekt. De stad zelf was het centrum voor het slachten en de distributie van vlees, met het Vleeshuis op het De Laeyensplein en met slachthuizen. De traditionele Veemarkt op het Sint-Jacobsplein, tijdens de jaarmarkt op Leuven Kermis, is sinds 2021 voltooid verleden tijd. Er is wel nog een veeprijskamp, een kinderjaarmarkt en je vindt er oldtimer-tractoren.