2 minute read

Eind augustus 1914 Leuven brandt

Je ziet ze overal in het centrum van Leuven: gedenkstenen op gevels van huizen, met daarop een jaartal: 1919, 1920, 1921… Dat zijn stuk voor stuk heropgebouwde huizen waarvan de voorgangers vernield zijn tijdens de grote Brand van Leuven eind augustus 1914, een nachtmerrie voor de stad. Behalve veel privéhuizen gingen ook belangrijke monumenten in de vlammen op, zoals de Universiteitsbibliotheek, toen nog in de Naamsestraat. De wereld sprak schande van deze barbaarse daad.

Dertig jaar later: aan het eind van de Tweede Wereldoorlog wordt Leuven zwaar gebombardeerd, met opnieuw veel schade als gevolg. En eerder al, in 1940, brandt de nieuwe Universiteitsbibliotheek uit – intussen op het Ladeuzeplein – en is ook de Vaartkom het slachtoffer van een grote brand.

Bij oorlogsrampen als deze gaat heel veel erfgoed onherroepelijk verloren: niet alleen gebouwen, maar ook collecties van objecten (in Leuven onder meer het Koningscollege met het Zoölogisch Instituut en het Instituut voor Natuurkunde), kunst, archieven en dus ook bibliotheken. Dat zien we in onze tijd jammer genoeg opnieuw gebeuren op plekken waar wordt gevochten.

Intussen is in Leuven alles wat toen is wederopgebouwd zélf weer erfgoed. En dankzij grote inspanningen hebben de KU Leuven Bibliotheken opnieuw bijzonder uitgebreide boeken- en handschriftencollecties bij elkaar gebracht en bewaart het Universiteitsarchief weer een omvangrijk archief.

Het Erfgoed En Zijn Spelers

Leven Na De Oorlog

In de periode 2014-2018 herdacht de Vlaamse erfgoedsector uitgebreid de Eerste Wereldoorlog. Dat leidde in Leuven tot de expo en publicatie Herleven. Leuven na 1918. Daar werkte ook Leuvenaar en oorlogsjournalist Rudi Vranckx aan mee. Het project legde expliciet de band met de toenmalige actualiteit, bijvoorbeeld in Syrië.

Ook de huidige oorlog in Oekraïne leidt in Leuven tot initiatieven, onder meer in de erfgoedsector: het gaat van gezinsopvang, rondleidingen en activiteiten voor Oekraïense vluchtelingen tot bijzondere vredesconcerten op de Leuvense beiaarden in samenwerking met Oekraïense beiaardiers.

21. 1920

De eerste meisjesstudenten schrijven zich in

In het academiejaar 1920-1921 mogen vrouwelijke studenten zich voor het eerst inschrijven aan de Leuvense universiteit. Tot grote bezorgdheid van de toenmalige bisschoppen. Aanvankelijk zijn ze slechts met enkele tientallen en rond 1940 is nog maar circa 10% van de studenten vrouwelijk. Een halve eeuw later, sinds eind jaren 1990, gaat het al om meer dan de helft van de studenten die zich in de Universiteitshal inschrijven.

Als je naar Leuven kijkt uit het perspectief van deze belangrijke evolutie, dan ontdek je nogal wat erfgoed dat verbonden is met de ‘opmars der studerende vrouwen’. Die begon grofweg eind 19de eeuw. In Brussel en Gent waren vrouwen al vanaf de vroege jaren 1880 welkom als student.

Marguerite Lefèvre was de eerste vrouwelijke hoogleraar. Emma Vorlat werd in 1985 de eerste vrouwelijke vicerector in Leuven.

100 Jaar Meisjesstudenten

Sporen van het verhaal van de studerende meisjes in Leuven vind je onder meer in pedagogieën (‘peda’s) die lang louter voor meisjes bedoeld zijn. Ook zogenaamde ‘verpleegstersscholen’ richten zich lang uitsluitend tot vrouwen. Over het thema heeft de KU Leuven een erfgoedwandeling uitgewerkt.

This article is from: