// GENRE
Het verleent het geheel het karakter van een gevoelige vertelling, een levendige en vooral expressieve voordracht. Het B-gedeelte blijft strikt in 2/4, in een licht geagiteerde (sometimes too hot…) achtste-notenstroom. De coda daarentegen wordt gekenmerkt door langere notenwaarden: daar wordt de levendige voordracht verlaten voor een zekere plechtstatigheid die het ‘statement’ van de tekst muzikaal versterkt.
MODALE MELODIEVOERING IN EENVOUDIGE TWEESTEMMIGHEID De melodieën bewegen zich overwegend in een modale toonsfeer, wat uitstekend past bij deze Shakespeariaanse taal en gevarieerde ritmiek. A en A’ hebben globaal een klassieke boogvorm, B wordt gekenmerkt door de initiële octaafsprongen van de eerste twee zinsdelen en een golvend patroon. De melodieën zijn vooral zeer vocaal en zangerig. We treffen in dit werk vrij eenvoudige tweestemmigheid aan met op twee plaatsen, nl. maat 19 en het slot maat 68-70, eenvoudige driestemmige akkoorden. In A en A’ verlopen beide stemmen overwegend zelfstandig ten opzichte van elkaar. De componist maakt spaarzaam gebruik van bescheiden dissonanten (secundewrijving). In B schrijft Vancraeynest een dialoog tussen beide stemmen, met gezamenlijk besluit, eindigend in een aangehouden secundeverhouding. De samenklanken van de vocale stemmen leveren in se geen problemen op. De klavierbegeleiding zorgt, tegenover de modaliteit van de stemmen, voor een moderner, kleurrijk harmonisch palet en verloopt vrij onafhankelijk ten opzichte van het koor (bv. maat 15-17, maat 19 en volgende). In deel B (vanaf maat 31) is de harmonie in de begeleiding vrij dissonant en zullen de koorstemmen zelfstandig hun melodische ‘mannetje’ moeten staan. In A’ blijft het klavier bescheiden laag in een kabbelend ostinatoachtig patroon (eternal summer) spelen. In de coda neemt de begeleiding de vorm aan van een melodische tegenstem (toonladderfiguurtjes) als pendant tegen de rustige vocale partijen.
AANDACHTSPUNTEN EN EVENTUELE MOEILIJKHEDEN: Dit werk vraagt soepelheid qua maat, metrum, tempo. Let erop dat je je taal verzorgt! Die klinkt beter heel British, om de tekst zijn juiste poëtische kleur te geven. Engels lijkt tegenwoordig evident, maar ‘mooi Engels’ is dat zeker niet. × Werk aan enkele delicate klinkers: summer – buds – often – eternal (maat 58) op het fermateteken × Vergeet ook de medeklinkers niet, uiteraard de Engelse th: thee – thou – breathe – slot: to thee × Gebruik een licht rollende tongpunt r aan het begin van een woord na een medeklinker. × Zorg voor een mooie op- en afbouw van de zinnen. × Wees voorzichtig met de octaafsprongen in het B-deel (aandacht voor de klinker van de hoogste noot: sometime: mooie open a, and often: de o van often draagt ook meer a in zich, dan o) × Vooral in het middendeel zullen de zangstemmen melodisch voldoende zelfstandigheid aan de dag moeten leggen tegenover de harmonieën van de klavierbegeleiding. ^ // GODFRIED VAN DE VYVERE
14 // STEMBAND
A LULLABY ALAIN CRAENS Het instuderen en uitvoeren van dit lied geven niet alleen veel zangplezier, maar lenen er zich ook uitstekend toe om – mede door het rustige tempo – in detail en haast spelenderwijs enkele belangrijke aspecten van de koorzang te oefenen en te beleven. Tekstbeleving speelt daarbij een hoofdrol: woordexpressie, verstaanbaarheid, uitspraak en klankvorming krijgen een belangrijke plaats in het interpreteren van het lied.
SFEERVOL WIEGENLIEDJE A Lullaby van Alain Craens is een eenvoudig maar sfeervol wiegenliedje met twee strofen, waarin dezelfde melodie op twee manieren bewerkt wordt. De zetting is voor sopraan, alt en mannenstem en daardoor veelal bruikbaar voor ieder koor. De toonaard, sol klein antiek, dus zonder verhoogde zevende graad, biedt de nodige melancholie. De dromerige sfeer die het lied uitademt, contrasteert met de pianobegeleiding, wat de aantrekkelijkheid van het lied verhoogt. In die begeleiding schuilt ook de echte moeilijkheid van dit lied; de afwisseling tussen twee achtsten en triolen van achtsten beurtelings in beide handen maakt het de pianist niet gemakkelijk. De begeleiding is op enkele noten na identiek voor de twee strofen (vergelijk maat 5-6 met maat 14-15, maat 8 met 17 en maat 11 en volgende met maat 20 tot het einde). Naast vertrouwdheid door de quasi identieke begeleiding is er ook verscheidenheid door de verschillende zetting. Als we die zetting even van dichterbij bekijken, dan valt meteen op dat er tot maat 8 (en tot maat 17 voor de 2de strofe) steeds kleinetertsakkoorden gebruikt worden, gebouwd op de 1ste en 2de graad (sol-la). Verrassend is dan ook de plotse open klank in maat 9, derde en vierde tel, met het grotetertsakkoord van fa. (in de 2de strofe herkennen we hetzelfde in maat 18, derde en vierde tel). De concluderende tekst so go to sleep wordt er door benadrukt.
INSTUDEREN Voor het instuderen van dit wiegenliedje kan je het beste eerst het hele koor samen de melodie laten zingen. Niet alleen is het goed dat alle zangers de melodie kennen, maar het geeft ook de gelegenheid om het noodzakelijke legato en de vereiste spankracht van de zinnen te oefenen.
AAN DE SLAG
// GENRE
Besteed tevens aandacht aan de woordexpressie, vermijd of maak woordbindingen waar nodig, oefen de klankkleur van de taal, wijs de koorleden op de structuur van de harmonie (zie hoger) en laat hen die ook gewaarworden. Laten we even dieper ingaan op de eerste strofe: × In maat 3 Sleep oh: Zorg ervoor dat je geen woordbinding maakt. × Op …oh sleep: Let erop dat je een korte sl en een lange ieklank zingt; plaats de eindmedeklinker p op de rust en ga onmiddellijk verder met Oh little child… × Oh little child…: Zing dit in één strakke boog met zorgvuldige ritmiek op time to (vierde gepunt en achtste noot). × Leg het laatste woord van dit zinsdeeltje neer als een zinseinde. De eerste (zware) tel van de maat en de stijgende kwintsprong (sol-re) zijn hier slechte raadgevers. × Het volgende zinnetje krijgt door de kortere notenwaarden en de homofone schrijfwijze iets meer beweging. Maak geen woordbinding op moon appears × Zing dan, met een hernieuwde inzet, de conclusie van het vers So go to sleep and go to dream. Scheid dit zinsdeel van het voorgaande door een cesuur te maken in alt- en mannenstem na appears. Bij de sopraan wordt dit aangegeven door de vierde rust op de eerste tel. × Maak ook hier korte beginmedeklinkers en lange klinkers op sleep en dream. Voeg nu de alt- en de mannenstem toe. Let daarbij op volgende aandachtspunten: × In maat 4 spreekt de alt de p van sleep uit op de tweede helft van de tweede tel. De mannenstem maakt de binding met child en waakt erover om dit woord precies gelijk met de sopraan uit te spreken. × In maat 6 moet de sopraan de slotmedeklinker van sleep op de tweede helft van de tweede tel (dus vroeger dan normaal) plaatsen om gelijk te vallen met de mannenstem. De alt plaatst de p op de eerste tel. Alt- en mannenstem dienen een duidelijke cesuur na sleep te maken om Oh in te zetten zonder glottisslag. × Zet in maat 8, zoals reeds gezegd, So go… los van het voorafgaande appears en zet opnieuw in. Op de derde tel komt dan het verrassende grote tertsakkoord waarvan hoger reeds sprake. In de tweede strofe kan je alle hierboven aangehaalde tips en bemerkingen zonder probleem ook toepassen. ^
A lullaby Text and Music: Alain Craens (º1957)
[
Y ! Y 44
S.
]
Bar.
Piano
[
Q
G G Y ! Y 44 C C C C C C C C C C G p C C C # YY 4 C CC C C C 4 C G * d
Y ! Y B
T
sleep,
]
Q
# YY B
h
C h
C h
Q Q
1. Sleep,
B B
oh
C It’s
A
B oh
A
B
G G G C C C C C C C C C C C C C C C C C C C C G G CC C C C CC C C C C C C C C C C C G C C G * G G d * d
C
C
C
child,
It’s
sleep,
C
mp B
1. Sleep,
C
child,
C
oh lit - tle
C
mp
1. Sleep,
Q
# YY 4 4
Y ! Y B
mp
Q
= 60
Y ! Y 44
A.
4
C
CO
time
CO
g C
B S
to
sleep.
C
B
h
oh
C
B
oh.
C
The
C
C C
The
G G G G G G G G G Y C C C C C C C C C C C C C C C C C C C C ! Y C C C C C C C C C C C C C CC G C CC C C C C CC C C C # YY C C C C C C C C C C C C C C G C C C G G * d G G * d G d * d * sleep,
time
to
sleep,
oh.
The
© 2012 Centrum voor Vocale Muziek vzw, Antwerpen, info@cvm.be
Ken je een eenvoudig werk dat je graag aanbeveelt bij andere koordirigenten? Laat het ons weten via liesbeth.segers@koorenstem.be
// URBAIN VAN ASCH
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 15