STEMBAND 2020
# 24
September Oktober November
Afgiftekantoor Leuven MassPost – P802021
Prettig veilig samen zingen
Het motto voor de komende maanden
driemaandelijks magazine // V.U. Jeroen Keymeulen, Pater Pirestraat 50, B-2018 Antwerpen // Vlaams Radiokoor, 11 juli 2020 ©Lies Engelen/Muntpunt
NIEUW: het spreekgestoelte De favorieten van Katelijne Boon
Het Lam Gods
Welke muziek zit er in de triptiek?
2-3-4 Editoriaal 5-6 Het motto voor de komende maanden: Prettig veilig samen zingen 7-8 Het spreekgestoelte De favorieten van Katelijne Boon 8-9 De Virtual Choir Games 10-11 Cantores Een koorfamilie in alle opzichten 12-13-14 Het Lam Gods Welke muziek zit er in de triptiek? 15-16 Koren zingen virtueel samen Op afstand, en toch dichtbij 17 Koorklank Nieuwe partituren 18 Repertoiretips 19-20 Ode aan Paul Schollaert 21-22 Geschiedenis van de vocale muziek Zingen in de Middeleeuwen (I) 23 Column: Klankhonger
ON/OFF Dat het afgelopen half jaar du jamais vu is, is zowat hét understatement van 2020. De inkt vloeide rijkelijk over deze tijd, zowel fysiek als digitaal, maar hier kies ik ervoor om naar de toekomst te kijken. Een toekomst mét corona, weliswaar. Zoals zovelen onder jullie dachten we met Koor&Stem al na over hoe zo’n toekomst eruit kan zien. Fatalistisch denken lijkt eerder in eigen vlees te snijden, en ontkennen dat er een nieuwe realiteit is, is niet verantwoord. Nee, de middenweg is the way to go: realisme. Beseffen dat we met dit virus zullen moeten leren leven, zoals zo vaak in de geschiedenis al gebeurde. Leven, maar niet over-leven. Het land continu aan en afzetten behoort dus niet tot de opties, evenmin als een start en stopsysteem voor sectoren toepassen. Daarenboven is het verkleinen en vergroten van sociale bubbels niet iets wat ons mentale welzijn lang kan verdragen. Deze aan-uitstrategie is gericht op damage control, voor situaties waar het eigenlijk al uit de hand gelopen is. Dat is over-leven.
Leven met deze realiteit is aanvaarden dat er aanpassingen nodig zullen zijn, onze mindset veranderen op zowel het professionele als het sociale leven. Duidelijke, haalbare en bovenal duurzame maatregelen en scenario’s zullen ons helpen om ons aan te passen en met dit nieuwe normaal om te gaan. Koor&Stem werkte er enkele uit zodat koren zich zo goed mogelijk aan het nieuwe normaal kunnen aanpassen. (info op www.koorenstem.be). Enkel zo zullen we erin slagen om een smeulende corona-as niet steeds te laten ontbranden tot een groot vuur. Koor&Stem heeft dergelijke scenario’s uitgewerkt voor de koorwereld. Alle actuele informatie is te vinden op onze website. Het wordt geen gemakkelijke opdracht, zoveel is zeker. Maar ik heb vertrouwen in de creativiteit van onze sector, die graag al eens buiten de lijntjes denkt. Ik geloof in de flexibiliteit, waarmee we zowel artistieke als organisatorische oplossingen zullen bedenken. En ik geloof in de grote verbondenheid, waardoor we van elkaar kunnen leren, elkaar kunnen inspireren en enthousiasmeren. Zingen doen we samen, samen tegen corona. Jeroen Keymeulen – directeur Koor&Stem
VLISSEGEMS GEMENGD KOOR 90-JARIGE MONIQUE STOPT MET DIRIGEREN COVID-19 vraagt van ons allen aanpassingen en iedereen heeft er op een of andere manier mee te maken. Ook de culturele sector en de koren. ‘Coronajaar’ 2020 zou voor het Vlissegems koor een belangrijk jaar worden! We bestaan 35 jaar en onze inspirerende kracht en motivator Monique Van Dormael stopt met dirigeren. Monique zorgde letterlijk en figuurlijk voor harmonie in het koor: zonder uitzondering was ze begaan met alle zangers en stemgroepen en liet ons in de gepaste toonaard en in harmonie samen musiceren. Sinds 1985 leidde ze de wekelijkse repetities ter voorbereiding van de opluistering van kerkelijke hoogdagen,
huwelijken, vormsels en begrafenissen. Ook voor onze kerstavondconcerten konden we steevast op haar leiding rekenen, soms in samenwerking met Koen Crucke of andere solisten. Na weken van hard werken en zwoegen vergastten we ons dankbare en trouwe publiek dan op onze concerten met religieuze en/of profane muziek! Haar vriendschap met Ludo Claesen zorgde ervoor dat deze eminente koordirigent ons jaarlijks kwam coachen om alles zo perfect mogelijk aan te leren. Meerdere keren begeleidde hij ons zelfs aan de piano voor een bijzondere uitvoering. Als componist bezorgde hij Monique en het koor enkele fijne
momenten met aangepaste composities. Monique, we zijn heel erkentelijk voor je geloof in het koor, je optimisme, je muzikale kennis, je dankbaarheid voor zangers en begeleiders, je sterke wil om het beste uit het leven te halen. We zijn bijzonder fier dat je dit alles met ons wilde delen. We wensen jou en je familie het allerbeste en nog vele mooie jaren. Marlène, koorleden en bestuur. juli 2020
AANKONDIGING EMJ-COMPOSITIEWEDSTRIJD Het Europees Muziekfestival voor de Jeugd (EMJ), dat in 1953 zeer bescheiden begon als een plaatselijk initiatief, groeide op grond van zijn hoog muzikaal niveau en zijn artistieke uitstraling uit tot wellicht het grootste, het meest prestigieuze, het meest vriendelijke en het meest sfeervolle jeugdmuziekfestival in Europa. Het festival kent alternerend het ene jaar een vocale, het andere jaar een instrumentale editie. Laat de jeugd actief musiceren, samen uitvoeringen brengen, laat jongeren optreden voor elkaar en luisteren naar elkaars prestaties, dat is het basisidee van het festival. Tijdens de vocale edities van het Europees Muziekfestival voor de Jeugd zingen alle koren een verplicht lied dat speciaal voor het EMJ in opdracht gecomponeerd wordt. Het is een mooie lange traditie die reeds sinds 1962 in ere gehouden wordt en die tot op heden al een mooi aanbod van 181 liederen opleverde. Het verplichte werk is voor de jury van het EMJ het middel om de eigenheid en de kwaliteiten van elk koor te kunnen beoordelen. Anderzijds
beoogt het EMJ om tot nieuwe koorcomposities te komen én het werk van Vlaamse componisten tot over onze landsgrenzen uit te dragen. Voor de volgende vocale editie in 2022 is het EMJ op zoek naar nieuwe composities die als verplicht werk kunnen dienen. Voor het eerst doet het EMJ dat aan de hand van een heuse compositiewedstrijd! Iedere Vlaamse componist, leerling DKO of student conservatorium mag deelnemen. Op de website van het EMJ vinden componisten alle info over de criteria voor het schrijven in de verschillende categorieën alsook de richtlijnen voor de tessituur. De deelnemers moeten uiterlijk op donderdag 1 april 2021 hun compositie(s) indienen. De jury bestaat uit koorcomponisten en dirigenten die vertrouwd zijn met het werken met en het schrijven voor amateurjeugdkoren. De werken worden anoniem aan de jury voorgelegd. De jury kiest begin mei 2021 één winnaar per categorie. Alle deelnemers worden uiterlijk op 1 juni door het EMJ geïnformeerd over het resultaat. Via www.emj.be vind je alle details over de indienprocedure. We wensen alle componisten veel succes!
OPROEP AUDITIES BEVOCAL Ben je een jonge getalenteerde zanger met ambitie en ben je tussen 18 en 28 jaar? Kom dan auditie doen bij BEvocaL, het Belgisch nationaal jeugdkoor. Als zanger bij BEvocaL heb je de kans om deel uit te maken van een groep enthousiaste zangers uit alle hoeken van België. Wie zoeken we? Jonge zangers die: • een hart hebben voor koorzang • deel willen uitmaken van een fijne groep jonge zangers uit het hele land • bereid zijn om thuis alle partituren voor te bereiden, om tijdens de repetitieweekenden en de repetitieweek aandacht te kunnen besteden aan de muzikale afwerking • aanwezig zijn op alle repetitieweekenden (ongeveer 5 per jaar) en tijdens de repetitieweek • meezingen in concerten op nationale en internationale podia
Hoe auditie doen? De auditiedata zijn bij het verschijnen van dit nummer van Stemband nog niet bekend, maar als je interesse hebt om mee te doen, stuur dan alvast een mailtje naar info@bevocal.be. Vermeld zeker je naam, je stemtype en op welk mailadres we je kunnen bereiken. Zodra de auditiedata en wijze bekend zijn, nemen we contact met je op.
VORMINGSKALENDER
10.10 & 24.10 | OUD-HEVERLEE
BASISCURSUS KOORDIRECTIE VOLZET Tweedaagse basiscursus voor dirigenten die zich op verschillende gebieden willen bijscholen, denk aan slagtechniek, stemvorming en repertoire. Docenten zijn Dieter Staelens en Annick Desair (stemvorming).
14.10 | MECHELEN
BASISTECHNIEKEN ZINGEN IN DE KLEUTERKLAS Kleuters houden van zingen en bewegen. Tijdens deze vorming o.l.v. Annemie Cobbaert werk je via grafische partituren en verhaaltjes op een speelse manier aan praktische oefeningen die je gemakkelijk met kleuters kan doen.
19.10 | KORTRIJK
DIGITALE COMMUNICATIE VOOR KOREN Hoe maak je efficiënt gebruik van sociale media? Hoe kan je jouw koor een aantrekkelijke uitstraling geven? Hoe bereik je mogelijke nieuwe zangers en hoe zorg je voor meer bekendheid voor een uitvoering? Tips & tricks met Pieter De Praetere.
07-08.11, MALLE
KOORWEEKEND VOOR JONGEREN 2020 Zangweekend voor gemengde stemmen, dit jaar o.l.v. van Jan Schumacher (D) en Dieter Staelens Een speciale oproep aan gemengde jeugdkoren dus en aan alle jonge tenoren en bassen. Delegaties van meisjeskoren zijn natuurlijk ook welkom, er is een extra atelier voor gelijke stemmen.
19.01, MECHELEN
BASISTECHNIEKEN ZINGEN IN DE LAGERE SCHOOL Samen zingen is plezierig en gezond, het versterkt de samenhang van je klasgroep en verbetert de concentratie. Je plant het dus best regelmatig in tijdens de schooluren. Dat kan kort of lang, serieus of speels. Docente is Ruby De Bruyne.
Meer op koorenstem.be/vorming
3
ROB GILLÉ,
ONZE GEDREVEN EN GEPASSIONEERDE VRIJWILLIGER een vrijwilliger bij Koor&Stem, dacht ik, maar dat bleek helemaal fout te zijn. Het was al snel duidelijk dat Rob een gepassioneerd en gedreven muziekliefhebber was. Hij had orgel gestudeerd en was als begeleider heel nauw betrokken bij de koorwerking in en rond Edegem.
4
Ongeveer 20 jaar geleden zei een man me tijdens een gesprek op kantoor in de Camille Huysmanslaan in Antwerpen dat hij op zoek was naar vrijwilligerswerk. In zijn cv las ik dat hij scheikunde had gestudeerd aan de KU Leuven en dat hij tijdens zijn lange carrière lector scheikunde was geweest aan de Hogeschool Karel de Grote in Antwerpen. Op het eerste gezicht niet meteen het profiel voor
Rob gaf ook meteen aan waar zijn interesses lagen en wat hij voor Koor&Stem wilde betekenen. Helpen in de bibliotheek leek hem wel wat! Hij vond dat het waardevolle werk dat koorconsulent Paul Valgaeren en Walter Pièret eerder in de bibliotheek van Koor&Stem hadden gerealiseerd, een nieuw leven moest krijgen door het digitaal ontsluiten van de collectie van de bibliotheek.
NIEUWE OPLEIDING ‘ZINGEN OP MAAT’ STAAT IN DE STEIGERS In Stemband 22 schetsten we het nieuwe plan van Koor&Stem om de talentontwikkeling in de koorwereld te stimuleren. Dat plan steunt op drie grote pijlers: individuele talentontwikkeling, groepsgerichte talentontwikkeling en impulssubsidies voor koorprojecten. Een van de onderdelen van de pijler individuele talentontwikkeling is een nieuwe opleiding voor dirigenten, muziekdocenten en workshopleiders: ‘Zingen op maat’. Deze opleiding is een aanvulling op de al bestaande dirigentenopleidingen en de opleiding ‘Zingen met kinderen’. Hoe kunnen we met samen zingen een diverser publiek bereiken en integreren in onze koren – en, bij uitbreiding, onze maatschappij? Daar gaat het over in de nieuwe opleiding. En
met ‘divers’ bedoelen we ook héél divers: een kinderkoor in een multiculturele wijk, samenzangmomenten met senioren in een woonzorgcentrum, zangworkshops in een buurthuis, community singing in een grote stad, een volwassenenkoor dat een koorproject doet samen met een schoolkoor… Juist vanwege die diverse contexten en groepssamenstelling heb je als dirigent gevarieerde werkvormen en methodieken nodig om je hele groep met plezier aan het zingen te krijgen, ook al lezen je zangers geen noten of spreken ze geen Nederlands. In de opleiding zullen we daarom veel aandacht besteden aan praktijk- en procesgericht werken, zowel artistiek als sociaal, o.a.: hoe breng
Rob had een duidelijke visie op de manier waarop de bibliotheekcollectie gedigitaliseerd kon en misschien wel moest worden, maar wou daarmee niet op de voorgrond treden. Toch bleef hij op de achtergrond zachtjes maar zeker aandringen. En dat wierp zijn vruchten af. Binnen het team van Koor&Stem gingen we op zoek naar de juiste manier om het door hem voorgestelde digitaliseringsproces op gang te brengen. Met vallen en opstaan werd de catalogus online toegankelijk gemaakt voor het publiek. Die kreeg bovendien een eigen plek op de nieuwe Koorklanksite. Ongetwijfeld was dit voor Rob de kroon op zijn vrijwilligerswerk. Hij had ter voorbereiding 210.000 koorwerken gedigitaliseerd om ze uiteindelijk te kunnen ontsluiten in de online catalogus. Na meer dan 20 jaar onverdroten inzet plaatst Rob met terechte fierheid een punt achter dit immense werk. We zijn hem zeer erkentelijk voor het gepresteerde werk en heel dankbaar voor zijn oprechte vriendschap. Rob, met je vrijwilligerswerk lever je een waardevolle en toekomstgerichte bijdrage aan de koorwerking in Vlaanderen. Van harte! Koenraad De Meulder Games Director WCG2021
je zo’n diverse groep samen, welke methodieken zet je in om de deelnemers hun eigen stem en muzikaliteit te laten ontdekken en hoe ga je om met verschil en diversiteit in je zanggroep. ‘Zingen op maat’ gaat in het voorjaar van 2021 van start als pilootinitiatief met vier dagen intensieve opleiding. Daarnaast krijgen de deelnemers opdrachten mee waarbij ze projecten en vormingen in de praktijk kunnen meemaken en observeren. Organisaties uit het netwerk van Koor&Stem zoals BOZAR, Kunst in Zicht, Opera Ballet Vlaanderen en Zuidgeluid hebben al toegezegd hun deuren voor dergelijke praktijkopdrachten te willen openen. En zo biedt de opleiding ook talrijke netwerkmogelijkheden. Heb je interesse in deze opleiding? Houd onze website in de gaten voor de concrete data en plaatsen. Je kunt ook mailen naar info@koorenstem.be; dan zetten we je op onze mailinglijst, zodat je alle actuele informatie tijdig ontvangt.
HET MOTTO VOOR DE KOMENDE MAANDEN:
PRETTIG VEILIG SAMEN ZINGEN
De geleidelijke versoepeling van de coronamaatregelen maakte het vanaf 1 juli weer mogelijk om samen te zingen, mits er strikte voorwaarden werden nageleefd. Koor&Stem stelde een leidraad op met veiligheidsprincipes, adviezen en bruikbare tips om het koorzingen in veilige banen te leiden. De zomerse heropflakkering van het virus herinnerde ons eraan dat het ook de komende maanden nodig zal zijn om een duidelijk kader te hanteren waarbinnen veilig zingen mogelijk is. Bederven die regeltjes dan niet al te veel de vocale pret? Vanaf het eerste uur waren er enthousiastelingen die ondanks de vele voorschriften aan de slag gingen omdat koorzangersbloed kruipt waar het niet gaan kan. Hun ervaringen en creatieve ideeën willen we ter inspiratie graag met jullie delen, in de vaste overtuiging dat het coronavirus de zangmicrobe niet zal verslaan.
ONTGOOCHELING
“De voorbereiding daarvoor was heel intens”, vertelt Chris Duyck. “Iemand uit het koor die via haar job al vertrouwd was met het maken van risicoanalyses, heeft het draaiboek voor ons tot in de puntjes uitgewerkt. Er was een externe coördinator die toezicht hield en er waren attesten voor de zestigplussers. We konden gebruikmaken van een ommuurde openluchtspeelplaats van een school waar de akoestiek best meeviel en waar 23 zangers op 2 meter van elkaar opgesteld stonden.”
ZINGENDE KINDEREN Sarah Robaeys is dirigente van het instapkoor en van het kinderkoor de Piccolo’s uit Neerpelt. Zij hield contact met de kinderen tijdens de lockdown via filmpjes, een telefoongesprek of een babbel aan de deur en ze maakte in die periode ook één virtual choir. Eind augustus deden ze een driedaagse met Line-Up
Het Turnhoutse koor Pizzicanto was zich onder leiding van Chris Duyck volop aan het voorbereiden op de World Choir Games toen het openbare leven midden maart stilviel. “De ontgoocheling was groot toen we hoorden dat het allemaal niet kon doorgaan”, vertelt de dirigente. “We hebben tijdens de lockdown voor intern gebruik een virtual choir gemaakt en op het wekelijkse repetitiemoment hebben we telkens gezoomd om wat met elkaar te babbelen. Tijdens die gesprekken bleek dat de behoefte enorm groot was om vanaf 1 juli en nog vóór de jaarlijkse vakantie, nog eens samen te komen om te zingen.”
“Die eerste bijeenkomst na drieëneenhalve maand, was een zeer emotioneel moment”, gaat Chris Duyck verder. “Het was heerlijk om elkaar opnieuw live te ontmoeten. Ik had stukken geselecteerd die de meesten goed kenden en we hebben er een zangmoment van één uur van gemaakt. Welke opstelling je ook probeert, de expressie van de zangers zie je niet. Je ontkomt ook niet aan het feit dat de klankkwaliteit negatief beïnvloed wordt door de grote afstand tussen de zangers en door het dragen van mondmaskers. Maar dit koor dat ik zelf heb opgericht, beschouw ik als mijn kindje: ik zal er alles voor doen om het een toekomst te blijven geven. Wellicht zal ik de komende maanden wat vaker met de stemgroepen apart werken, maar ik zie het zeker zitten om zo verder te werken.”
Viermaliks tijdens corona©archieffoto Viermaliks
de min 12-jarigen (voor wie de voorschriften veel minder streng zijn). “Het werd een driedaagse met repetities en activiteiten”, vertelt Sarah Robaeys. “We beschikten over een kampdomein met een overdekt terras zodat we met de 25 kinderen die zich inschreven, veel buiten konden zingen. We hadden beslist om het toonmoment voor de ouders niet te laten doorgaan dit jaar. Hen lieten we via een link meegenieten van het slotmoment.” “De repetities met deze groepen kunnen in september, als er geen verstrenging van de maatregelen komt, opnieuw beginnen”, besluit Sarah Robaeys. “Ik merk dat het enthousiasme van de kinderen zeker niet is afgenomen. Voor nieuwe stemmen konden we in juni niet langsgaan in de school, maar we hopen dat begin september wel te kunnen doen.” Voor het jeugdkoor van de Piccolo’s, dat uit tieners en twintigers bestaat, zijn de voorschriften bij het zingen uiteraard veel strenger. Dirigent Jeroen Beckers kon daardoor de zangdag begin van de zomer niet laten doorgaan, maar een tweedaagse eind augustus, met meer afwisseling tussen zingen mét mondmasker en andere activiteiten, bracht soelaas.
5
©Pizzicanto
van Oostduinkerke zonder publiek gezongen, en we deden één concertje voor publiek in de Antwerpse SintAntoniuskerk op 21 juli voor een zeer enthousiast publiek.” Dan rijst ook de vraag welk repertoire geschikt is voor zangers die 2 meter van elkaar staan, mét mondmaskers. “Ik greep naar stukken die we al goed kennen en die zich hiervoor lenen zoals The Lamb van John Tavener, dat we eerder al eens gespreid hadden uitgevoerd”, legt Kevin Hendrickx uit. “Of het Abendlied van Joseph Rheinberger, dat een traag harmonisch ritme heeft zodat iedereen goed gefocust op elkaar kan zingen. Maar… hoe goed je ook je best doet, zingen met mondmasker klinkt altijd wat minder goed dan je gewoon bent, en dat brengt toch ook wat frustratie met zich mee.”
ZINGEN MET MONDMASKER: EEN NIEUW GELUID
6
Het Leuvens Universitair Koor (LUK) zag zijn jaarconcert in mei in het water vallen. Naast enkele virtuele sessies en een spannende virtuele kwis samen met de universitaire instrumentale ensembles, wilde het LUK zijn zangers nog meer perspectief bieden. Het LUK bedacht een waardig alternatief voor de geplande koorreis naar Ierland én daagde componisten uit om van het zingen met mondmaskers meteen ook een repertoire-upgrade te maken.
“Het repeteren volgens de richtlijnen was natuurlijk een hele aanpassing: het mondmasker warmt snel op en diep inademen is moeilijk”, gaat Kevin Hendrickx verder. “De helderheid en transparantie van de klank komt ook in het gedrang. De zangers moesten economischer met hun adem leren omgaan. Bij de opwarming lag de focus dan ook op resonantie en projectie. De repetitieblokken werden in kortere eenheden verdeeld zodat het voor iedereen draaglijk bleef. We hebben de zangers met verschillende types maskers laten zingen, en ze mochten individueel kiezen welk type voor hen het meest comfortabel leek. Omdat het zingen voor publiek een zeer complex draaiboek vereist, hebben we één keer in de duinen
Furiosa tijdens corona ©archief Furiosa
“Voor de zomerse koorreis werd het beproefde format van een rondreis in een regio naar ons eigen land overgezet”, vertelt dirigent Kevin Hendrickx. “We waren te gast in Oostduinkerke, Antwerpen, Bergen en BurgReuland. We waren als bubbel op kamp en bij het zingen volgden we uiteraard het protocol. Zo kregen we uitgebreid de mogelijkheid om een try-out te doen voor de werking van het koor tijdens het komende academiejaar.”
Zo ontstond het idee om het bestaande repertoire aan te vullen met stukken die speciaal voor koor met mondmasker geschreven worden. “Ik wilde aan de slag gaan met jonge componisten die op onze rechtstreekse feedback zouden kunnen rekenen”, gaat Kevin Hendrickx verder. “Siebe Thijs schreef Mutus est, een stuk dat begint met een heel geconcentreerde sfeer met lucht en s-klanken. Daarna volgt een eerste magische noot bij de alten die – door het dragen
van de mondmaskers – niemand meteen kan lokaliseren. Er komen ook passages met krantenpapiergeluiden in voor. Een tweede stuk kwam van Kobe Sprengers, een componist die meer raakvlakken met de jazzwereld heeft. Hij maakte een compositie op vijf tekstfragmenten uit La Peste van Albert Camus. Daarvoor creëerde hij in het koor vijf bubbels die elk een tekstfragment, en ook heel wat muzikale autonomie, toebedeeld krijgen. Kobe heeft een heel toegankelijk werk geschreven waar we de komende maanden nog verder aan zullen werken. We zijn blij dat Koor&Stem dit project verder zal ondersteunen zodat we nog extra opdrachten kunnen geven. Ik mik tegen ons geplande concert in december op een vijftal composities die speciaal voor koor met mondmasker zijn geschreven.” Zowel Pizzicanto als het LUK waren op het moment van ons gesprek nog op zoek naar een locatie om tijdens de komende maanden veilig te kunnen repeteren. Alle zangers op 2 meter van elkaar plaatsen vergt uiteraard een voldoende grote ruimte. Tijdens de zomermaanden dook in de media een spreidingsrooster op voor gebruik bij het organiseren van allerlei evenementen. Toegepast op een kooropstelling zorgt dit zigzagrooster ervoor dat je meer personen op een veilige afstand van elkaar op dezelfde oppervlakte kan plaatsen. Het kan zeker nuttig zijn als je een kooropstelling in je vertrouwde of je nieuwe repetitieruimte wil maken. Veel succes alvast met het creëren van veel ruimte voor het koorzingen! Tom Eelen
Katelijne Boon ©Geert van Hoeymissen
Het Spreekgestoelte is een nieuwe rubriek in Stemband. Hierin gaan we aan de hand van enkele standaardvragen op zoek naar de favoriete boeken, cd’s of films van bekende mensen uit de artistieke wereld in het algemeen en de koorwereld in het bijzonder. Benieuwd naar wat Katelijne Boon interesseert en inspireert? Wat is je favoriete boek en waarom? Zonder enige twijfel The time of our singing (Het zingen van de tijd) van Richard Powers. Powers is een begenadigd verteller, die me vanaf de eerste bladzijden meesleepte en me achteraf verweesd achterliet. De geschiedenis van een raciaal gemengd gezin, waarin muziek een heel belangrijke rol speelt, is niet alleen op diepmenselijk vlak aangrijpend, maar doet ook nadenken over racisme, segregatie en hoe de grote wereldgebeurtenissen van de tweede helft van de 20ste eeuw de loop van de geschiedenis hebben bepaald. Componist Kris Defoort heeft er trouwens voor De Munt een opera van gemaakt. Daar kijk ik erg naar uit! Wat is je favoriete film en waarom? Moeilijke vraag. Ik hou nogal van kostuumdrama’s en historisch geïnspireerde films, of van films die een lange periode bestrijken, zoals La Meglio Gioventu, van Marco Tullio Giordana. Ook Boyhood, van Richard Linklater, dat 12 jaar lang de wederwaardigheden van een familie volgt, vond ik fascinerend. Het sluit wellicht aan bij mijn verlangen om in de toekomst te kunnen kijken, en om een antwoord te vinden op de vraag hoe het mij en al wie ik liefheb, zal vergaan. En eerlijkheidshalve wil ik hier toch ook opbiechten dat ik er altijd voor te vinden ben om nog maar eens naar The Sound of Music te kijken en met plezier toegeef aan een ‘guilty pleasure’ als Pretty Woman. Wat is je favoriete cd en waarom? Een al wat oudere cd maar een die ik altijd zal blijven koesteren, is een cd uit 1996 met het oratorium Maddalena ai piedi di Cristo van Antonio Caldara. De uitvoering met o.a. Andreas Scholl en Maria Cristina Kiehr vond ik adembenemend, en nog steeds luister ik er met plezier naar.
Herinner je je een concert dat zo’n diepe indruk nagelaten heeft dat het mogelijk je leven beïnvloedde? Toen ik 7 of 8 jaar oud was, mocht ik met mijn ouders mee naar een concert van fluitist Thijs van Leer in de parochiekerk. Het beeld van de muzikant op het podium, sterk afgetekend door de schelle spots, staat voorgoed op mijn netvlies gebrand. Ik herinner me de vele mensen, dicht tegen elkaar zittend in het donker, en hoe er ‘iets magisch’ gebeurde, iets dat ons met elkaar verbond. Daar is de kiem gelegd van de fascinatie voor de musicerende en de luisterende mens. In elk concert dat ik meemaak, of het nu als luisteraar of zanger is, blijf ik die vonk zoeken. Welke rol speelt muziek in het algemeen en eventueel vocale muziek in het bijzonder in je leven? Muziek kan ik niet wegdenken uit mijn leven. Het maakt een heel groot deel uit van wat ik doe, door mijn werk voor Klara, maar het is ook een passie. Ik ben een echte veelvraat, al zal je me niet vaak betrappen op het beluisteren van techno of reggae, maar mijn hart zit vooral bij de vocale muziek. Er gaat niets boven de menselijke stem, hoe mooi violen en cello’s ook kunnen zingen. Wat betekent zingen/muziek maken/componeren/muziek beluisteren voor jou? Muziek beluisteren kan veel betekenen. Het is een manier om tot rust te komen, om weg te geraken van het hier en nu. Of om me op te laden. Het stuurt mijn gemoed, maar het kan me ook een intellectuele voldoening geven, door bijvoorbeeld de teksten van een lied erbij te halen, de biografie van een componist uit te pluizen of verschillende uitvoeringen van eenzelfde werk naast elkaar te leggen. Muziek maken beroert me dan weer op een heel ander vlak. Hoe zalig is het als er iets ontstaat dat eerst alleen op papier bestond. En samen zingen is voor mij het summum. Spem in alium met tientallen zangers
7
in een grote kring, de H-moll Messe van Bach, antifonen van Palestrina met gelijkgestemden… Wanneer luister je het liefst naar muziek: tijdens het koken, het werken, in de auto, …? Is die situatie dan ook bepalend voor het genre muziek dat je opzet? Ik luister altijd naar muziek, behalve bij het slapengaan en opstaan. Ik vind het heerlijk om in de auto te luisteren, ongeacht of het nu de radio of mijn eigen muziek via Spotify is. De genres wisselen voortdurend. Maar ik kan soms ook een stuk dat me raakt, op repeat zetten. En na een hele dag symfonieën, strijkkwartetten of opera’s kan ik ook genieten van hits uit de jaren 60, 70… kortom, ik ben niet in een hokje te stoppen. Ook tijdens huishoudelijke taakjes zoals koken en strijken zet ik muziek op. Vind je het belangrijk af en toe naar een concert te gaan voor de live-ervaring? Waarom? Als er iets is wat de lockdown en de coronacrisis me wel geleerd heeft, is dat er niets gaat boven een liveconcert, hoe goed een concert ook gecapteerd en in beeld gebracht wordt. Een ‘virtueel’ concert kan nooit de chemie vatten die er onmiskenbaar is als mensen samen musiceren voor mensen die samen luisteren. Onlangs had ik het voorrecht om als presentator een concert bij te wonen dat opgenomen werd omdat de organisatoren een verbod gekregen hadden om publiek toe te laten. Zodra ik de passie en het speelplezier van de muzikanten zag, kwamen de tranen. Ik besefte toen pas hoe erg ik het had gemist. We moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat muziekbeleving weer kan. Het is zo heilzaam!
8
Is er een bepaald muziekstuk waarbij je automatisch terugdenkt aan een moment in je leven? Er zijn er verschillende, maar een heel mooie herinnering heb ik aan de Vier letzte Lieder van Richard Strauss. Toen ik mijn man Jan net had leren kennen, liet ik hem die prachtige liederen horen. We luisterden er samen naar, liggend op het tapijt in zijn kleine flatje. Heel intens was dat en geruststellend ook. Want als je met iemand stilzwijgend kan genieten van muziek, dan is de kans groot dat er met die mens samen te leven valt. En dat is ook gebleken… nu al 30 jaar lang. Katelijne Boon begon in 2001 als radiopresentator bij Klara. Een late roeping die een echte passie werd. Als presentator en interviewer werkt ze regelmatig voor Canvas, het Koninklijk Paleis en grote evenementen en festivals zoals het MAfestival en Musica Divina. Sinds 2013 presenteert ze voor Klara elke zaterdagochtend van 10-12 het radioprogramma ‘De Liefhebber’, dat ondertussen aan zijn achtste seizoen toe is. In De Liefhebber verklaart een bekende gast zijn liefde aan de klassieke muziek aan de hand van persoonlijke ervaringen. Katelijne houdt van zingen.
DE VIRTUAL CHOIR GAMES:
EEN MUZIKALE TROOST EN EEN GESLAAGD VIRTUEEL SPEKTAKEL!
Meer dan 20.000 zangers en fans van de grootste zangwedstrijd ter wereld keken op zondag 5 juli naar de ‘Virtual Choir Games’ (VCG). Voor deze show liet het World Choir Gamesteam zich inspireren door het Europees Muziekfestival voor de Jeugd (EMJ) in Neerpelt waarmee we zeer goede contacten hebben. Het EMJ organiseerde in slechts twee weken tijd een toffe liveshow om het muzikale gemis van de trouwe festivalgangers te verzachten. En dat is exact wat we met de Virtual Choir Games ook wilden bereiken: de ingeschreven koren en sympathisanten een hart onder de riem steken door hun een meeslepende muzikale onderbreking van de lockdownrealiteit aan te bieden. Een gebaar om hen te bedanken voor alle betrokkenheid en inzet in 2020 was op zijn plaats. De ingeschreven WCG-koren waren zich begin maart immers al volop aan het klaarstomen voor hun wedstrijddeelname in juli 2020. Door ondertussen initiatieven zoals de VCG te organiseren kunnen we het allemaal zeker aan dat we samen een jaartje extra moeten uitkijken naar dit grootse zangspektakel in Vlaanderen! Aan die zondag 5 juli ging achter de schermen heel wat vooraf: een superwarme opnamedag in Antwerpen en Gent, tientallen Zoomvergaderingen en interviews en honderden mailtjes naar zangers, videoartists en burgemeesters, zowat iedereen die betrokken is bij de World Choir Games. De VCG moesten immers een waardig online alternatief zijn voor het spektakel dat de openingsceremonie van de Games in het Sportpaleis op 5 juli had moeten zijn. In een tijdsspanne van minder dan een uur wilden we de adembenemende, verbroederende once-in-a-lifetimesfeer van de World Choir Games (woorden van koorleden die de Games reeds bijwoonden) samenvatten en iedereen een goede reden geven om in juli 2021 naar Gent en/of Antwerpen af te zakken. Hoewel het niet evident was om de overweldigende ervaring virtueel te vervangen, slaagden we er dankzij een afwisselend programma in om een en ander te evoceren. Enkele voorbeelden: showkoor Rise Up trakteerde de kijkers op een terugblik op hun ervaring tijdens de vorige WCG in Zuid-Afrika en dirigente Marleen De Boo gaf een tutorial body percussie op Listen, de door Kurt Bikkembergs gecomponeerde officiële World Choir Gameshymne. Presentatrices Ella Michiels en Marthe Hanegreefs zorgden voor inspirerende bindteksten en kneedden de show tot één prachtig geheel. We zien hen graag terug in juli 2021. De groep internationale zangers die we samenbrachten om het virtuele lied Better is one day in your home te zingen, houden nog steeds online contact en kijken ernaar uit om elkaar volgend jaar fysiek te ontmoeten. We brachten ook twee WCGworkshopleiders samen voor een VCGprimeur: Roxor Loops leerde ‘One man choir’ Noah Thys beatboxen. Wil je van de Virtual Choir Games genieten of de show nog eens bekijken? Dat kan via deze QR-code:
VIRTUEEL IN HET GEEL De voorbije weken werd dan toch de Tour de France gereden. Het is in die context dat ik als kind het woord ‘virtueel’ leerde kennen. Je kon aan de winnende hand zijn terwijl de wedstrijd niet eens uitgereden was. Tijdens de eerste maanden van de lockdown leek muziek ook even virtueel in het geel. Terwijl iedereen in zijn kot bleef, bleken filmpjes van zingende, musicerende en dansende mensen een krachtig troostmiddel. Het heeft velen een tweede adem bezorgd in moeilijke tijden. De coronafinish is helaas nog altijd niet in zicht (en intussen zou je gaan denken dat bepaalde krachten kunst liever virtueel houden). Gelukkig zien we momenteel steeds meer beelden van repetities van heropstartende koren passeren. En binnenkort volgen ongetwijfeld de eerste optredens. Een ‘tour de force’ van onze koorwereld! Om te tonen hoe hard samen zingen gemist werd, ga ik met jullie enkele maanden terug in de tijd. Wereldwijd gingen honderden koren virtueel aan de slag. Bij ons zette Koor&Stem de vele Vlaamse virtuele koren in de kijker. INTERKULTUR, de bedenker van de World Choir Games, schreef zelfs een wedstrijd uit voor nog niet eerder gepubliceerde video’s, de Virtual Choir Award (VCA). Tegen eind juni waren er 128 video’s ingezonden uit 44 landen in twee categorieën: koren met en koren zonder begeleiding. Ik had de eer om in de jury te zetelen naast Ralf Eisenbeiß en Johan Rooze, beiden Artistic Directors bij INTERKULTUR, en projectmedewerkers Jelena Dannhauer en Francesco Leonardi. We hanteerden de volgende criteria: choir quality (intonation, choral sound, timing, expression, diction, repertoire and style), production quality (sound and video, camera work, editing, mixing, mastering) en creativity (video and song combination/ relevance, originality, story-line, drama). Op de virtuele slotceremonie van de VCA
op 15 juli – de dag waarop in normale omstandigheden de slotceremonie van de Word Choir Games plaats zou vinden – werden de winnaars bekendgemaakt. In de categorie ‘a capella’ ging de eerste prijs naar TU Wien Chor uit Oostenrijk; in de categorie met begeleiding ging Mzansi Youth Choir met de virtuele bloemen naar Zuid-Afrika en de ‘Special Prize for the most encouraging video in times of COVID-19’ ging naar de originele video van de Little Singers of Armenia. Alle ingezonden video’s zijn te vinden op het videoplatform van INTERKULTUR (https://interkultur.tv/videoaward/). Daaronder ook drie Belgische koren. De jongedames van Rise Up slaagden erin om de tijdsgeest (#zinginuwkot) helemaal te capteren. Kalliope viel onder meer op door de overtuigende klankkwaliteit en uit Luik kwam een sympathieke inzending van Chorale Anima. Verder enkele persoonlijke favorieten. Bij de a-capellavideo’s genoot ik om verschillende redenen van Achievers Choir (Indonesië), Clazz-Junger Konzertchor (Duitsland), Estonian National Girl’s Choir (Estland), MAZE Voices (Nederland), Riga Cathedral Choir School (Letland), Tensing Guangzhou (China) en Vocal Group PSM “Swara Wadhana” UNY (Indonesië). In de categorie begeleiding kan ik de video’s aanraden van Gitumbi Voices (Indonesië), JetChoir & Roganova Youth Capella Harmony (Rusland), Lagidze Choir (Georgië), Prestantia Music School Junior Choir (Sri Lanka), Sorimoa (Zuid-Korea), The Right Key Gospel Choir Saalfeld (Duitsland) en Tygerberg Children’s Choir (Zuid-Afrika). Virtuele koren zijn duidelijk meer dan een ersatz voor het fysieke zingen. Ze hebben het potentieel om de vele, geliefde facetten van koorzang viraal te laten gaan. Laten we hopen dat ze binnenkort niet meer noodzakelijk zijn. Maarten Van Ingelgem Artistic Director World Choir Games 2021
DERDE CD DE STEM VAN ONS GEHEUGEN
‘We spreken mensen met dementie niet aan op hun tekorten maar op hun talenten. Onderzoek wees uit dat het muzikaal geheugen veel langer bewaard blijft dan andere vaardigheden.’ In augustus doken we de opnamestudio in om de derde De Stem van ons Geheugen-cd op te nemen. Na de twee vorige cd’s klonk er een steeds luidere stem of er een vervolg zou komen. Vandaar het initiatief om een derde cd op te nemen, die contactkoren kunnen gebruiken tijdens de zangsessies met personen met dementie. We hebben het repertoire van verschillende contactkoren verzameld en hebben daaruit een gevarieerde selectie gemaakt, met o.a. de nummers Au Champs-Elysées, Boerinnekesdans, De fanfare van honger en dorst, en Moederke alleen. Ook Rocco Granata, Toon Hermans én Johnny Cash zijn van de partij. De arrangementen zijn van Sofie Bauwens en zangers uit haar koor Fine Tuned zingen de nummers in. Met de nieuwe cd bouwen we een brug tussen de twee projecten die gestart zijn rond het zingen met personen met dementie: “De Stem van ons Geheugen” en “Ik zal je altijd horen”. Binnenkort verkrijgbaar in onze webshop met partituren met gitaarakkoorden. We houden jullie op de hoogte!
9
CANTORES
EEN KOORFAMILIE IN ALLE OPZICHTEN
De roots van het Brugse koor Cantores liggen in 1941. Het oorspronkelijke oratoriumkoor maakte een enorme evolutie door: er kwam een jeugdkoor bij en in 2015 volgden ook een kinderkoor en een seniorenkoor. Die vier koren samen vormen nu een echte korenfamilie, met leden van 7 tot 87 jaar oud. Een gesprek met dirigenten Reinhard Andries en Hans Helsen.
10
Toen Reinhard Andries als tiener naar het Leuvense Lemmensinstituut (nu LUCA School of Arts, Campus Lemmens) trok, stond zijn hoofd nog naar de instrumenten die hij speelde: orgel en trompet. Door les te volgen bij componist en dirigent Kurt Bikkembergs groeide zijn liefde voor koormuziek. Uiteindelijk studeerde hij af met de masterdiploma’s koorleiding en klassieke zang. Reinhard Andries: “Dat was een behoorlijke transformatie, ja. De eerste keer dat ik een oratorium zong, Psalm 42 van Mendelssohn, was voor mij een revelatie. Toen wist ik dat ik ook koordirigent wou worden. Het feit dat je vooraan kan staan en zo’n productie – met tientallen zangers en muzikanten – in handen kan nemen om dan een prachtige uitvoering neer te zetten, sprak me enorm aan.” In 2005 was Andries dirigent bij het gemengde koor Canto Rosso in Kachtem, de deelgemeente van Izegem waar hij opgroeide, en bij het dameskoor Camerata Ostendia. Via via kwam hij te weten dat het toenmalige Brugse Oratoriumkoor Cantores op zoek was naar een nieuwe dirigent. Andries: “Er waren toen zo’n
zestig koorleden. Cantores was een gevestigde waarde in Brugge, een koor met een goede naam en veel traditie. Maar zoals overal geldt: elke organisatie die wil blijven groeien, moet zichzelf af en toe heruitvinden. Ik nam me dus voor om als dirigent een breder repertoire op het programma te plaatsen, met ook werk van minder bekende en van hedendaagse componisten.” Daar hoorde een nieuwe naam bij en een extra koor: in 2013 kwam er naast het oorspronkelijke koor Cantores Avvio ook een jeugdkoor: Cantores Twist.
KOOR MET EEN TWIST Jongeren van 13 tot en met 25 jaar zijn welkom bij Cantores Twist. Iedereen is welkom om deel te nemen, al is wat muzikale bagage natuurlijk een pluspunt. Reinhard Andries: “We willen jongeren en studenten graag samen laten zingen. We hebben een repertoire waarin veel verschillende stijlen en genres aan bod komen, van renaissancemuziek tot lichte muziek die vandaag actueel is. De repetities en optredens moeten leuk zijn, maar natuurlijk wil ik al onze koorleden uitdagen om te groeien als koorzanger. Los van hun muzikale achtergrond probeer ik de zangers een goede zangtechniek en meer zelfstandigheid bij te brengen. Gaandeweg stijgt het tempo ook, zodat ze probleemloos kunnen doorstromen
naar het volwassenenkoor Cantores Avvio als ze 26 worden.” Andries werkt erg graag met jongeren: “Ik houd van hun souplesse en hun naturel. Ze zijn flexibel en hebben vaak van nature een goede, stabiele ritmiek.” Zijn er dan duidelijke verschillen met het volwassenenkoor? “Het volwassenenkoor is veruit het stabielst: de bezetting is vrij constant – er zijn weinig mensen die na een jaartje stoppen. De volwassenen repeteren lang, telkens 2 uur, en het valt op dat deze zangers hun tijd optimaal willen benutten. Dit zijn mensen met drukke jobs, jonge kinderen thuis… Hoewel de sfeer heel joviaal is, komen ze niet naar de repetities om een babbeltje te doen: de prioriteit is samen zingen, oefenen en nog beter worden.”
HANS HELSEN In juli 2013 zorgde Cantores Avvio voor de muzikale invulling van de zeewijding in Blankenberge met de wereldcreatie van de Missa Brevis van Hans Helsen, een jonge Brugse componist die voor dit werk de European Award for Choral Composers ontving in 2014. Toen er in september 2015 nog twee extra koren bijkwamen – het kinderkoor Cantores Primo en het seniorenkoor Cantores Continuo – werd Hans Helsen dirigent van deze twee groepen. Ook Hans Helsen studeerde aan het Lemmensinstituut in Leuven. Hij voltooide de bacheloropleiding klassieke zang, de masteropleidingen muziekpedagogie en compositie en de lerarenopleiding voor muziek. Hans Helsen: “Het pedagogische, het coachende, is voor mij erg belangrijk.”
JONG EN OUD De jongste zangers van de Cantoreskoorfamilie kunnen starten bij Cantores Primo. Hans Helsen: “Kinderen zijn hier welkom vanaf het tweede leerjaar tot en met het zesde leerjaar. We repeteren elke week een uur en een kwartier, behalve tijdens de schoolvakanties. Daarna stromen deze zangers – in principe – door naar het jongerenkoor. Het repertoire van de groep varieert sterk van jaar tot jaar, afhankelijk van de samenstelling van de groep. De gemiddelde leeftijd van de kinderen kan van jaar tot jaar sterk verschillen, afhankelijk van de nieuwe instroom en de doorstroom van de oudste leden.” “We hebben er bewust voor gezorgd dat er zo weinig mogelijk drempels zijn om deel te nemen aan het kinderkoor: elk kind dat graag wil zingen, is welkom. De financiële drempel is erg laag en valt in sommige gevallen zelfs deels of volledig weg dankzij onze samenwerking met de jeugddienst van Stad Brugge.
Toegankelijkheid is essentieel. We kiezen bewust voor een locatie die bereikbaar is met het openbaar vervoer en voor repetitie-uren die haalbaar zijn voor elk kind uit de regio.” Seniorenkoor Cantores Continuo is er voor ervaren koorzangers. Helsen: “Sommige zangers stromen door vanuit het volwassenenkoor. Kandidaatleden moeten hun leesvaardigheid en koorervaring aantonen in een voorafgaand gesprek. Ze leggen geen stemtest af, maar starten wel met een proefperiode voor het lidmaatschap bevestigd wordt. We krijgen veel aanvragen, maar het is noodzakelijk dat we enkel nieuwe leden met de nodige bagage toelaten. Onze zangers willen uitgedaagd (blijven) worden. Kandidaat-leden die niet de nodige ervaring hebben, verwijzen we op basis van hun profiel door naar bevriende koren. Daarnaast is het sociale aspect in deze groep, nog meer dan in de andere Cantoreskoren, erg belangrijk. Er moet met andere woorden een match zijn, zowel muzikaal als sociaal.”
SENIOR Het seniorenkoor is een succes, misschien net omdat het een niche is: een seniorenkoor specifiek voor senioren met zo veel ervaring is een unicum. Maar het is ook een constante uitdaging. Het gaat om zangers die veel ervaring hebben en vlot muziek kunnen lezen, maar die een ouder wordende stem hebben. Hans Helsen: “Ik wil absoluut niet dat ook maar iemand het seniorenkoor ziet als een soort laagdrempelig gebeuren waar je wat komt uitbollen. Het koor is er voor mensen die al heel hun leven zingen en die dat op latere leeftijd met alle ervaring die ze hebben, willen blijven doen. Ook hier ligt de lat hoog. Onze repetities duren een uur en drie kwartier. De ouder wordende stem legt soms beperkingen op bij de keuze van het repertoire. Zo zijn virtuele loopjes en lange hoge noten in de damesstemmen te vermijden. Maar ik vind het belangrijk om de focus te verleggen van ‘Wat lukt er niet meer?’ naar ‘Wat is onze kracht? Wat zijn de specifieke eigenschappen van een oudere stem? Wat
kunnen we daarmee doen? Hoe kunnen we onze afwerking nog beter maken?’ Ouder worden wordt vaak gezien als iets negatiefs, maar ik ken geen enkele andere groep mensen waar zo veel kennis en ervaring in één ruimte zit.” Om antwoorden te vinden op die vragen worden ook externe experts aangetrokken. Zo gaf professor Wivine Decoster een lezing over de ouder wordende stem. Professor Decoster was coördinator van het Expertisecentrum Stem aan de KU Leuven.
DOORSTROOM Doorstroom over de koren heen is essentieel. Door de korenfamilie uit te bouwen wordt een veel bredere doelgroep aangesproken. Reinhard Andries: “De korenfamilie in haar huidige vorm bestaat nog maar vijf jaar, dus het is nog vrij vroeg om al brede uitspraken te doen over hoe goed die doorstroom nu effectief werkt. Maar we vonden het belangrijk om op lange termijn te denken. Door een seniorenkoor ‘boven’ ons volwassenenkoor te zetten, is het volwassenenkoor ook opnieuw aantrekkelijker geworden voor andere volwassenen. Het is een heel interessante dynamiek. Als we andere koren hierin kunnen inspireren – of adviseren – zou dat fantastisch zijn.”
SOCIAAL Eén keer per jaar delen alle koren het podium. Op deze optredens worden de muzikale krachten zo veel mogelijk gebundeld. Het brengt de koorzangers over de koren heen dichter bij elkaar en maakt de voorstelling ook extra aantrekkelijk voor het publiek. Daarnaast wordt er ook jaarlijks een feest voor alle koorzangers en hun families georganiseerd. De repetities zijn gescheiden. Elk koor heeft een eigen bestuur, dat extra activiteiten organiseert zoals een sinterklaasfeest, een koorweekend… Lid zijn van een koor, dat is natuurlijk ook deel uitmaken van een gemeenschap, een vriendengroep. Wat opvalt, is dat de leden van het seniorenkoor veruit het meest bruisende
sociale leven hebben, met tal van leuke activiteiten gedurende het jaar. Hans Helsen: “Er is veel betrokkenheid. Tijdens de eerste maanden van de coronacrisis nam het bestuur van het seniorenkoor contact op met alle leden, om even te polsen of alles goed ging en of ze hulp nodig hadden. We hopen heel erg dat het seniorenkoor op dit elan kan doorgaan.” In de toekomst willen Reinhard en Hans het muzikale niveau blijven optillen en de korenfamilie nog verder uitbouwen. “Eigenlijk zijn de leeftijdscategorieën van onze jongste koren nog altijd vrij ruim. Er bestaan in het Vlaamse koorlandschap enkele uitstekende voorbeelden van hoe dit beter uitgebouwd kan worden. Als we, samen met de groei van de koren, op termijn een koor speciaal voor jonge tieners kunnen oprichten, zou dat leuk zijn. En wie weet, komt er ooit een kleuterkoor?” Sofie Rycken
NIEUW
MAXI-LIDMAATSCHAP VOOR KORENFAMILIES Koor&Stem biedt korenfamilies vanaf koorjaar 2020-2021 het nieuwe MAXIlidmaatschap aan: bij inschrijving van het hoofdkoor, met optionele verzekering voor alle leden van de familie, biedt het MAXI-lidmaatschap de mogelijkheid tot een gereduceerd tarief van €40 per jaar voor het subkoor. Per aangesloten subkoor wordt het totaalpakket koorcoaching dan uitgebreid met 2 uur. Dit extra lidgeld is optioneel. Een praktijkvoorbeeld: Korenfamilie “Vrolijke Zangers” telt vier koren, waarbij één koor nog geen aparte werking heeft. Sowieso betaalt de familie één hoofdaansluiting (€90/jaar) en kan ze daarbij een verzekering voor alle zangers van de familie afsluiten. Bovenop kan ze er in het nieuwe MAXI-lidmaatschapsmodel voor kiezen om voor twee subgroepen extra lidgeld te betalen. Dan wordt het totaalpakket koorcoaching voor de volledige familie uitgebreid met 4 uur (2 keer 2 uur). De korenfamilie kan zo genieten van 10 uur koorcoaching. De nieuwe formule start vanaf dit koorjaar 2020-2021. Vragen hierover? Neem contact met ons op via info@koorenstem.be.
11
DE MUZIEK VAN HET LAM GODS WAT ZINGEN EN SPELEN DE AFGEBEELDE ENGELEN?
12
Toen onlangs de driedelige documentaire over het onderzoek naar en de restauratie van het Lam Gods op Canvas werd uitgezonden en men de panelen met de zingende en musicerende engelen in detail besprak, vroeg ik me samen met de wetenschappers af of er bepaald kan worden welke muziek die hemelse figuren al bijna 600 jaar zingen en/of spelen. Een bescheiden queeste (dit woord ‘staat’ wel in deze context). Van Eyck en zijn tijdgenoten staan bekend om de hyperrealistische schilderstijl die resulteert in ongezien verfijnde details. De kunstenaars bieden ons toegang tot gelaagde, vaak tot in de kleinste details te ontdekken, informatie. Hoe meer men inzoomt, hoe meer informatie de schilderwerken vrijgeven. Maar dat
is ook vaak voer voor wat men nu zo graag als fake news omschrijft. De mythe dat men aan de mondstand van de zingende engelen kan afleiden welke muziek of welke tekst ze zingen, wordt door verschillende kenners ontkracht. Toch suggereren de gedetailleerd geschilderde gelaatsuitdrukkingen van de zingende engelen dat er meerstemmig gezongen wordt.
Sint-Baafskathedraal Gent, www.artinflanders.be ©Hugo Maertens
Het Lam Gods spreekt om diverse redenen al eeuwenlang tot de verbeelding. 2020 zou het jaar van de gebroeders Van Eyck en hun meesterwerk worden. Zoveel is zeker. Maar dat was buiten de coronacrisis gerekend. Bij het schrijven van dit artikel kon men het altaarstuk opnieuw gaan bewonderen, zij het in kleine groepen. Ondertussen flakkert het virus weer op en kan niemand voorspellen wat de (nabije) toekomst zal brengen.
INZOOMEN OP HET KOORBOEK Hendrik Vanden Abeele, muzikant, onderzoeker, oprichter en artistiek directeur van de gregoriaanse groep Psallentes, was in 2015 cocurator van een tentoonstelling in het Caermersklooster met als titel ‘Mystieke muziek, het Lam Gods beluisterd’, en blijft over de gezongen muziek in een van de tentoonstellingsteksten duidelijk in het ongewisse: ‘De ongelijke mondstanden en de verschillen in gefrons van wenkbrauwen kunnen erop wijzen dat meerstemmig gezongen wordt, misschien driestemmig. Anderzijds weten we ook dat elke zanger zijn of haar toon op erg verschillende wijze vormt. De engel links achteraan lijkt de mond gesloten te houden, die zingt even niet mee’. Met het gebruik van woorden als ‘kunnen’ en ‘anderzijds’ drukt
Vanden Abeele duidelijk zijn twijfels uit. Naar aanleiding van de opname van het project rond de zingende engelen van het Lam Gods, Triptycha, zegt hij in een filmpje op de website van Psallentes dat er wel andere dingen afgeleid kunnen worden van het schilderij. Zo gaat hij dieper in op de enkele afgebeelde noten en delen van noten die zichtbaar zijn in de linkerbovenhoek van het boek dat op de pupiter voor de zingende engelen ligt. Vanden Abeele: ‘De zingende engelen staan rond een lezenaar, een pupiter. Er ligt een boek op en als we
heel goed kijken, zien we enkele muzieknoten. Er moet flink ingezoomd worden om ze te herkennen. Het zijn de typische noten waarmee in de 15de eeuw meerstemmige muziek werd genoteerd of minstens ritme, want op basis van deze paar noten kunnen we niet eens echt zeker zijn dat er meer dan één stem, meer dan één partij tegelijk weerklonk. We kunnen de melodie van deze vier deels zichtbare noten gemakkelijk reconstrueren. We kunnen de notenbalk aanvullen en er de onzichtbare noten bij verzinnen. We zien duidelijk een utsleutel, dus de noot op de bovenste lijn is een ut, een do. Op die manier verschijnt er dan een melodie: ut fa ut la of C, F, C, A. Dat kan een betekenis hebben of zelfs naar een bepaald muziekstuk verwijzen, maar het kan ook eender wat zijn. Het is echt wel een vaak voorkomende, universele melodische wending.’
BREDER KADER Op de website visit.gent.be onderneemt men ook een muzikale zoektocht en kadert men de panelen iets algemener: ‘Er zijn weinig muziekinstrumenten overgebleven uit de middeleeuwen. De meeste zaken die we erover weten, kennen we door de iconografie en kunst uit die tijd. Het Lam Gods is daar een mooi voorbeeld van. Wat opvalt, is dat de panelen met de zingende en musicerende engelen een prominente plaats in het altaarstuk hebben. Dat komt omdat volgens heel wat middeleeuwse visioenen de hemel zich opent op de tonen van goddelijke muziek. Vandaar dat de panelen met de engelen zo dicht bij het centrale paneel met het godsfiguur staan. Nog opmerkelijk is dat de engelen er zonder hun vleugels heel menselijk uitzien. Het lijken wel gewone muzikanten en koorlieden die gewoonlijk in die tijd mee de liturgische dienst verzorgden. Van Eyck kiest voor die menselijke voorstelling om de afstand tussen de onkenbare hemelse liturgie en de klinkende aardse liturgie te overbruggen. De muzikale engelen moeten een hemelse reflectie zijn van de dagelijkse misviering die voor het veelluik gehouden werd’. In het artikel ‘Van Eyck’s Musical Angels – Worshipping the Lamb and Celebrating the Lamb’s Holy Wedding in the New Jerusalem’ van Luc Dequeker (KU Leuven) gaat de auteur verder op dit thema: ‘De engelen rond het altaar die het Lam aanbidden en de bronzen engel boven de fontein hebben vleugels, net als de engel op het annunciatiepaneel. Maar de zingende en musicerende engelen niet. Ik interpreteer ze als allegorieën. Opmerkelijke inscripties op de vloertegels van beide panelen en belangrijke details die aan het boek
op de lessenaar zijn toegevoegd, kunnen ons helpen om deze allegorieën te begrijpen.’ Dequeker leidt van de paar noten die zichtbaar zijn op de opengeslagen bladzijden af dat het mensuraal genoteerde zwarte noten zijn die verwijzen naar polyfone muziek. Hij denkt weliswaar ook dat Van Eyck zowel gregoriaans als polyfonie oproept, een allegorie zowel voor de glorie van God (gregoriaans) als voor het Lam (polyfonie).
PROFAAN VERSUS RELIGIEUS Dequeker ziet echter in het combineren van zingende en musicerende engelen een probleem. Instrumentalisten hadden in de middeleeuwen niet het aanzien van zangers en bijvoorbeeld snaarinstrumenten waren verboden in een kerkelijke context omdat ze bespeeld werden door troubadours of trouvères en dus geassocieerd kunnen worden met het thema bij uitstek in hun muziek: de hoofse liefde. Hij merkt met andere woorden tussen beide panelen een muziekhistorische contradictie op waaruit hij concludeert dat de musicerende engelen geenszins de zingende engelen in hun gezangen begeleiden en dus andere muziek spelen. Hij gaat nog een stap verder en oppert de zienswijze dat Van Eyck door de ‘hemelse’ mensurale notatie van de zingende engelen te combineren met de ‘aardse’ instrumenten zoals de afgebeelde vedel en harp van de musicerende engelen, het statement wil maken dat voor hem religieuze en profane muziek gelijkwaardig zijn. Misschien is het eerder of ook een verwijzing naar een andere gelaagdheid die in het gebruik van een altaarstuk inherent aanwezig is: bij het openen van een triptiek wordt de ‘aardse, profane’ wereld verlaten – de panelen verdwijnen naar de achtergrond – en de ‘hemelse, religieuze’ wereld komt tevoorschijn. In het Belgisch Tijdschrift voor Muziekwetenschap verscheen in 2007 een uitgebreid artikel van professor Barbara HagghHuglo met de welluidende titel ‘The Mystic Lamb and the Golden Fleece: Impressions of the Ghent Alterpiece on Burgundian Music and Culture’. In dit rijk gedocumenteerde artikel gaat Haggh-Huglo niet zozeer op zoek naar de muziek die de engelen specifiek zingen of spelen, ze schetst eerder een kader
waarin de muziek in een privékapel zoals de Vijdkapel in de St.-Baafskathedraal (destijds parochiekerk St.-Jan de Doper), waar het Lam Gods hing, geklonken kon hebben en welke rol het altaarstuk daarin gespeeld zou hebben. Daarover lees je: ‘Voor de dagelijkse mis werden de buitenste panelen van het polyptiek geopend waardoor de annunciatiescène – die op de buitenzijde van de panelen overwegend in grijstinten afgebeeld staat – plaatsmaakt voor de kleurrijke binnenpanelen die de Openbaring voorstellen. De mis speelt zich af in het paradijs dat in concreto de hemel is.’ Daarbij stelt ze verder dat de engelen, die ook deel uitmaken van de binnenste panelen, als muzikanten ‘deelnemen’ aan de mis. Uit haar onderzoek blijkt verder dat de geestelijke die in 1484/5 de dagelijkse mis (sacrificium missae) in de kapel opdroeg, een muzikant was, namelijk Gilles Hazart, een tenor die in andere bronnen terug te vinden is als muzieknotulist. Dat een musicus in de dagelijkse mis voorging, kan erop wijzen dat dit volledig of deels al zingend gebeurde. Ze vermoedt dat het gregoriaans was omdat er geen bewijzen te vinden zijn dat er ooit polyfonie gezongen werd tijdens de dagelijkse missen in de Vijdkapel. Wel op feestdagen.
GRADUALE EN ANTIFONARIUM Hendrik Vanden Abeele gaat daar in het filmpje ook dieper op in: ‘Bij meerstemmigheid of polyfonie, werden in de vijftiende eeuw de verschillende stemmen over de openliggende bladzijden van het koorboek verdeeld. Hoge stem linksboven, laagste stem rechtsonder en de twee of meer extra stemmen ertussenin. Wie weet, ontdekt iemand ooit wel een toepasselijk stuk polyfonie bij het bewuste notenbeeld! Zangers van de vijftiende eeuw, vooral dan in een kerkelijke context, zongen echter niet alleen polyfonie. De dagelijkse realiteit, datgene wat ze bijna onophoudelijk zongen en
13
INZOOMEN OP DE VLOERTEGELS
vaak ook grotendeels uit het geheugen kenden, dat was het gregoriaans. Dus wie weet, bevat het boek dat openligt, zowel gregoriaans als polyfonie.’ (Meer hierover in het artikel ‘Scheepswrakken en andere tijdscapsules’ dat Hendrik Vanden Abeele voor deze Stemband schreef, n.v.d.r.)
14
Als je goed kijkt, schilderen de gebroeders Van Eyck op het paneel van de zingende engelen, onder de pupiter, nog een ander boek. Hendrik Vanden Abeele gaat in zijn rijke verbeelding verder en vraagt zich af of het een antifonarium zou kunnen zijn, een boek met gezangen voor de dagelijkse gebedsdiensten. Of een graduale wat dan weer een boek is met gezangen voor de mis, inclusief kerkelijke feestdagen. Vandaar dat in zo’n graduale naast gregoriaans soms ook polyfonie terug te vinden is. Hij verwijst hierbij naar het graduale van de Gentse St.Baafsabdij, dat een mooie getuigenis is van de rijkdom en variatie in de Gentse liturgie van de 15de eeuw: veel gregoriaans en flarden polyfonie. Met een knipoog zegt hij dat de op het Lam Gods afgebeelde engelen er ongetwijfeld ervaring mee hebben. Ten slotte suggereert hij dat de engelen wel eens de responsoria uit de periode rond Pasen zouden kunnen zingen. Responsoria zijn antwoordgezangen op wat de cantor – in casu dan weer volgens professor Haggh misschien Gilles Hazart – voorzingt en omdat Pasen een feestdag is, zouden het polyfoon gezette responsoria kunnen zijn op teksten uit het Bijbelboek Openbaring, het hoofdthema van het Lam Gods.
Misschien helpen de tot in de fijnste details geschilderde vloertegels op de paneelscènes ons verder en willen de gebroeders Van Eyck ons daarmee iets vertellen. Dequeker herkent op de tegels duidelijk de letters I H S – het Christusmonogram - het Mariamonogram en een herhaaldelijk voorkomend acroniem A G L A. Hierin ziet hij een verwijzing naar Atha Gibor Leolam Adonai, ‘Gij zijt steun/ machtig in eeuwigheid’. Gezien de apocalyptische symboliek (Apocalyps of het Boek der Openbaring) op het Lam Gods, denkt de auteur dat het monogram en het acroniem verwijzingen zijn naar bijbelse teksten. Enerzijds naar het Juda Orakel en anderzijds naar de tekst uit Openbaring 5:12. Het Juda Orakel of de zegen die Jakob op zijn sterfbed aan zijn twaalf zonen gaf, luidt als volgt: ‘Ecce vicit leo de tribu Iuda, radix David, aperire librum et sovere septem signacula eius’ (‘En een van de ouderlingen zei tegen mij: Wees niet verdrietig. Want de leeuw uit de stam Juda, de telg van David, heeft de overwinning behaald en daarom mag Hij de boekrol met de zeven zegels openen.’). In zijn redenering gaat Dequeker verder als volgt: ‘Net als Openbaring 5 benadrukt het schilderij dat het Lam Gods de Leeuw is van de stam van Juda, afstammeling van David. De associatie met de meest gebruikte tekst voor de verheerlijking van het Lam uit hetzelfde boek Openbaring opent een nieuw perspectief op het mysterie van de zingende engelen. Openbaring 5:12: Dignus est agnus qui occisus est accipere virtutem et divinitatem et sapientiam et fortitudinem et honorem et gloriam et benedictionem (‘Waardig is het Lam, het Lam dat gedood werd, om alle macht en rijkdom, wijsheid en macht, eer en glorie en lof te ontvangen!’). Beide teksten staan duidelijk in relatie tot elkaar. Misschien verwijzen de tegels naar de teksten die gezongen worden: de voorzanger zingt ‘Ecce vicit…’ en de engelen beantwoorden met een (meerstemmige) zetting van: ‘Dignus est agnus…’.
Herinner je hierbij ook wat Hendrik Vanden Abeele vermeldde over antifonen en responsoria: inleiding en antwoord. Toeval wil trouwens dat de door Dequeker geciteerde teksten in de middeleeuwse Romeinse liturgie enkel voorkwamen in de liturgie voor de paastijd. Het eerder vermelde vermoeden dat de engelen muziek uit de paasliturgie zingen, is dus mogelijk en zelfs waarschijnlijk.
VOORZICHTIGE CONCLUSIE Haggh schrijft in haar artikel dat het Lam Gods met de rijke symboliek ervan veel andere kunstenaars aan het Bourgondische hof geïnspireerd heeft. Beeldhouwers, schilders maar zeker ook componisten. Er is voldoende bewijs dat de thema’s die in het Lam Gods voorkomen – Christus als het Lam van God en de Verlosser van de mensheid, het corpus Christi, de Heilige Drievuldigheid en de Openbaring – reeds langer onderwerpen voor devotie aan het Bourgondische hof waren, lang voor de gebroeders Van Eyck ze schilderden. Het is dus zeker niet uitgesloten dat in de Vijdkapel tijdens feestelijke misvieringen miscomposities of motetten van de componisten die destijds aan het Bourgondische hof actief waren – Dufay, Binchois, Hayne, Ghizeghem en Busnois –, geklonken moeten hebben. En heel misschien, wie weet, zingen de engelen op het paneel van het Lam Gods een van hun composities voor de paastijd. Johan Geerts
KOREN ZINGEN VIRTUEEL SAMEN
SAMEN ZINGEN VANOP AFSTAND, MAAR TOCH VERRASSEND DICHTBIJ
PUBLIEKSLIEVELINGEN Zowel korenfamilie Vox Musica (Roeselare) als K!Di (Kinderkoor Dilsen) verzamelden meer dan 1500 stemmen. Hierdoor verdienden ze allebei een eerste plaats bij de publieksstemming. Met een prachtige versie van Somewhere only we know veroverden jeugkoor VOXmusica en volwassenkoor VOXplus (o.l.v. Koen Neirynck) het hart van menig luisteraar. K!Di (o.l.v. Fabienne Kortooms) bracht met We are the world een hoopvolle boodschap.
PRIJS VAN DE JURY Uit 114 video’s koos de jury In het voorjaar zaten we allemaal achter ons scherm, ook om te zingen. Dat resulteerde in een boost aan virtuele koren. Onze redactie pikte er een honderdtal op en verzamelde die in de playlist “Virtuele koren in Vlaanderen en Brussel” op het YouTubekanaal van Koor&Stem (http://youtube.com/koorenstem). Kinderkoren, popkoren, one(wo)mankoren, traditioneel repertoire of folk, het geheel geeft een divers beeld. En drukte een stevige wens uit om te blijven zingen. Om het koorjaar af te sluiten, organiseerden we eind juni een wedstrijd om de bijzonderste filmpjes uit te kiezen. Enerzijds maakte een professionele jury een keuze, anderzijds kon je je stem uitbrengen voor een publieksprijs. De winnaars werden bekendgemaakt tijdens de openingsshow van de Virtual World Choir Games op 5 juli.
JURY EN PUBLIEK Het publiek kon in de tweede helft van juni zijn keuze maken. In twee weken tijd verzamelden de koren maar liefst 9313 stemmen. Dat zorgde ervoor dat veel mensen kennis konden maken met de diversiteit van het koorlandschap en de vreugde die samen zingen met zich mee kan brengen, ook in bijzondere tijden. Daarnaast werd er ook een professionele jury samengesteld, die bestond uit 3 personen: Johan De Lombaert (B) dirigeert verschillende jazz en vocal-popkoren en gaat vooral op zoek naar muzikaliteit, blending, de ‘koorsound’ van een groep; de Nederlandse choireographer Panda van Proosdij legt het accent eerder op de doorleefdheid van de uitvoering, zonder daarbij het muzikale uit het oog te verliezen; Federico Rinaldi (IT) van het departement Muziek van BOZAR lette vooral op de artistieke kwaliteit en het musiceerplezier.
enkele winnaars: Eerste plaats • • • • • •
Cantamico - Jar of hearts Covac 19-Singers - Singing Sisters Showkoor Amuse - Das sound machine Tweede plaats Doewap - Was je handen Zangerscollectief - Laura Pausini, Laura Blijfbini • Derde plaats • Kalliope - Dona nobis pacem • ChoriX - Better place
Neem zeker een kijkje op http://youtube.com/koorenstem om ze allemaal te beluisteren. De winnaars verdienen een beetje tekst en uitleg.
“De jury was aangenaam verrast door de grote diversiteit, de energie die de koren uitstralen, de creativiteit, …”
15
Tijdens beVOICEd vorig jaar leverde Cantamico reeds een opmerkelijke prestatie. We kijken al uit naar hun deelname aan de World Choir Games!
ENKELE SPECIALE VERMELDINGEN
16
Showkoor Amuse maakte in totaal zes virtuele koren. De jury was het er unaniem over eens: Amuse moest een prijs winnen. Hun virtuele koren werden stuk voor stuk goed gezongen en er werd goed nagedacht over hoe alles in beeld gebracht kan worden. Vooral de aanstekelijke energie van de groep maakte een diepe indruk. Dit Leuvense koor onder leiding van Xander Tillon zingt een indrukwekkende versie van Das sound machine finale, muziek uit de film Pitch Perfect 2. De jury was zeer gecharmeerd van het creatieve gebruik van zwart-witbeelden, het enthousiasme, het expressief zingen, de mooie editing en de bijzondere attitude van de zangers. Jeugdkoor Cantamico (o.l.v. Karen Cauwenbergh) zette volgens de jury een zeer bijzondere versie neer van Jar of hearts, met enorm veel inlevingsvermogen. Het is absoluut niet evident om via een camera en zonder andere zangers om je heen een nummer op zo’n doorleefde manier te brengen. En dat betekende kippenvel voor de jury. Het Grimbergse koor zingt hier de gelijkstemmige versie, maar er bestaat ook een variant voor gemengde stemmen.
En last but not least werden de Covac 19-Singers uit deze enorme lijst video’s gekozen. Uit het filmpje spreekt een sterk gevoel voor ritme en melodie. De studentes aan het conservatorium van Antwerpen besteedden bovendien de nodige aandacht aan het in beeld brengen van het geheel. De cover Singing Sisters (Zap Mamma) zongen de dames voor het eerst op 26 november 2019 tijdens een concert in deSingel. Marie Daulne ontving toen de titel Maestro Honoris Causa voor haar carrière en zong toen de lead vocals. Het was oorspronkelijk de bedoeling om de nummers van dat concert in mei op het conservatorium te hernemen, maar de huidige COVID-19-crisis dwarsboomde die plannen. De hele wereld ging digitaal en zo ook deze nummers: het volledige concert wordt stelselmatig uitgebracht als een serie filmpjes. Dit filmpje is het allereerste in de reeks. Het originele Zap Mamma-arrangement werd grotendeels behouden, hier en daar werd er een extra baslijn toegevoegd en een beatbox. Singing sisters en leading ladies, dat is wel duidelijk. Van hen horen we zeker nog in de toekomst! Alle winnende koren krijgen binnenkort tijdens een repetitie een feestelijk bezoekje van Koor&Stem met een hapje en een drankje. Valerie Konings/Liesbeth Segers
START JE ZELF EEN BIJZONDER DIGITAAL INITIATIEF ROND ZINGEN? Organiseer je binnenkort een bijzonder digitaal samenzanginitiatief? Laat het ons dan zeker weten. We zetten het graag mee in de kijker.
KOORKLANK
NIEUWE PARTITUREN
HET LIED AAN DE ZEE
PAUL SCHOLLAERT
Paul Schollaert wordt dit jaar 80. Op Koorklank vind je daarom Het lied aan de zee uit de Ensorcantate. Dat werk schreef hij in juli 1984 naar aanleiding van de jaarlijkse muziekweek in Ronse met de Oostendse koren Muzeschuit (kinderkoor), Camerata Ostendia (gelijkstemmig dameskoor) en Ter Duinenkantorij (gemengd koor van vooral ouders van de kinderen en jongeren uit de twee andere groepen). Schollaert had het oeuvre van James Ensor vertaald in een kleurrijk palet koor en Orffmuziek. Het is een prachtige cantate, helemaal op maat van de specifieke koren: gemakkelijke en pittige kinderliederen voor de Muzeschuit, moeilijker voor het gemengd koor Ter Duinenkantorij (o.a. Het lied van de zee) en heel wat uitdagender voor de Camerata Ostendia, ondersteund door Orffinstrumenten en afgewisseld met een spreekkoor. Het werk was opgedragen aan de korengemeenschap ter gelegenheid van hun 15de verjaardag en de 125ste verjaardag van Ensors geboorte. Na de koorweek werd het werk voor het eerst uitgevoerd in het Feest en Cultuurpaleis van Oostende en ook in 1985 volgden er twee Ensorvieringen met de cantate. Ter gelegenheid van de 25ste verjaardag van de koren werd het werk nogmaals in Oostende uitgevoerd en volgde een cd-opname gerealiseerd in het Lemmensinstituut. Lees meer in de Ode aan Paul Schollaert, verderop in dit tijdschrift.
MARIA DOOR EEN DOORNWOUD TRAD
KOEN VITS
Koen Vits is koordirigent en koorcomponist. Tijdens de COVID-19-crisis was hij de bezieler van het project Koor Kontra Koorona waarin hij zangers aanmoedigde om een virtueel koor te vormen. Als componist schrijft Vits voornamelijk koorwerken, al vormen een aantal instrumentale werken daarop de uitzondering. Zo componeerde hij de filmmuziek voor de twee kortfilms Little Ryan en Cornelis. In zijn vocale muziek laat Vits zich graag inspireren door Vlaamse volksmuziek. Daarvan getuigen de koorwerkjes Kind’ren zwijgt (twee stemmen) en Een sneeuwwit vogeltje (SATB-koor en strijkers), beide uitgegeven bij Euprint. Bij die uitgeverij werkt Vits ook: hij verstrekt advies en verzorgt er o.a. de layout van de Sibeliuspartituren. Maria door een doornwoud trad is een algemeen bekende vertaling van het Duitstalige Maria durch ein Dornwald ging, een pelgrimslied uit Eichsfeld (Niedersachsen) dat sinds de 20ste eeuw als adventslied gezongen wordt. De melodie stamt wellicht uit de 16de eeuw. De tekst vertelt hoe op wonderbaarlijke wijze een dor woud opnieuw in bloei schoot toen Maria met haar goddelijke kind Jezus voorbijkwam. Vits zorgt voor een bruikbare driestemmige zetting van de oude melodie en knoopt eenvoudig contrapunt aan elkaar tot een sfeervol geheel.
17
REPERTOIRETIPS
WEDSTRIJD
SALVE REGINA PIETER DE VOS
De bibliotheek van Koor&Stem koopt regelmatig nieuwe partituren
aan. Maak een afspraak in Antwerpen of Gent en kom snuisteren in de meer dan 190.000 nieuwe en oude partituren.
KINDEREN
18
FLEXIBEL
VERLOREN SOKKEN
MARINUS DE JONG
Floortje De Backer is een dromenvanger, een woordenvanger, gedachtenvanger. Buiten haar handtas met een pen, een boekje, sleutels, portefeuille, heeft ze altijd een vlindernet bij zich. Daarmee vangt ze dromen, woorden en gedachten van mensen om haar heen. Ze vallen niemand echt op en worden meegenomen met de gehaaste wind. Floortje springt en vangt en neemt ze dan mee naar haar schrijftafel. De gedichten en verhalen die daar ontstaan, zoeken naar oren die hen willen horen. Floortje is kleuterjuf en werkt in de kleuterklas, haar droomfabriek. Verloren sokken is haar eerste poëziebundel. Floortje is tevens een oud-leerlinge woord aan de academie van Schoten waar ook Stéphane Vande Ginste (°1971) actief is. De gedichten trokken zijn aandacht. Hij zette de dichtbundel op muziek voor een of tweestemmig kinderkoor met piano. Swingend, vertellend, ingetogen, droevig, haastig, spookachtig, romantisch, teder, tango of een menuet dat aan Bach doet denken, voor ieder gedichtje koos Vande Ginste de gepaste sfeer. De kleine, smaakvolle miniatuurtjes werden ondertussen met succes getest bij zijn leerlingen: lastige zusjes, een oma die krimpt, spoken in je bed, de kleine en grote problemen voor kleine en grote mensen vallen in de smaak van de kinderen. Want iedereen verliest al wel eens een sok. Uitgegeven bij Euprint en aanwezig in de bibliotheek van Koor&Stem.
Marinus de Jong (1891-1984) was Nederlander, maar bracht het grootste deel van zijn leven in België. Hij trok op vijftienjarige leeftijd naar het conservatorium in Antwerpen waar hij Marinus de Jong piano bij Emil Bosquet volgde en O quam suavis est O sacrum convivium fuga bij Lodewijk SA/TB + organ MS 131 Mortelmans. Initieel was De Jong vooral actief als concertpianist. Het gaf hem weinig bevrediging en zekerheid, waardoor hij zich meer op lesgeven richtte. Zo ging hij in 1926 aan de slag in het Lemmensinstituut, dat toen nog in Mechelen gevestigd was. Later werd hij ook leraar piano, contrapunt en fuga aan het conservatorium in Antwerpen. Hij bracht een zesdelige Theoretische en Praktische Harmonieleer uit. Als componist werd hij beïnvloed door de romantiek, het impressionisme en de jazz, en ook door het gregoriaans. Hij had ook aandacht voor het Nederlandse volkslied. Zijn leven lang schreef hij vocale muziek waaronder talrijke koorwerken en een negental missen. Veel van zijn koorwerken kan je in de bibliotheek van Koor&Stem vinden. Bij Euprint verscheen onlangs een nieuwe uitgave van O quam suavis est en O sacrum convivium. Beide werkjes kan je met gemengde of gelijke stemmen uitvoeren. Rijke, harmonieën en melodische lijnen, en toch heel bescheiden van aard. Een genot om te zingen en te spelen!
Musica Sacra Euprint ed.
D/2020/6045/059
Met Salve Regina won Pieter De Vos de tweede editie van de Internationale Compositiewedstrijd van de Internationale Zomeracademie in Alden Biesen. Die wedstrijd wordt tweejaarlijks georganiseerd in samenwerking met Organum Alden Biesen en Musica Sacra Basiliek Tongeren. De eerste editie in 2018 werd gewonnen door Tongenaar Herman Lemmens. Deelnemers konden een compositie indienen in twee categorieën: I. Magnificat (voor concertante uitvoering) of een II. Mariaantifoon (voor in de liturgie), hetzij het Salve Regina, hetzij Sub tuum praesidium. Terwijl de organisatie in de eerste editie inschrijvingen ontving uit de Euregio, mocht ze dit jaar inzendingen ontvangen uit België, Nederland, Italië, Hongarije, Engeland en Amerika. Heel fijn om te merken dat de compositiewedstrijd aan bekendheid wint. In de eerste categorie duidde de jury met Hans Leenders (NL), Luc Ponet, Jan Schumacher (D), Piet Swerts en Jan Peeters geen laureaat aan. In de tweede categorie wel. Daar won Pieter De Vos met zijn zetting van het Salve Regina voor koor en orgel. Wegens COVID-19 wordt de creatie van het werk uitgesteld tot de Zomeracademie van 2021. Pieter is een jonge organist en componist, geboren in Lier. Hij studeerde orgel aan het Lemmensinstituut (LUCA School of Arts, campus Lemmens) bij Luk Bastiaens en improvisatie en begeleiding bij Peter Pieters. Aanvullend behaalde hij in 2019 zijn bachelor compositie bij Kurt Bikkembergs en Piet Swerts. Zijn Salve Regina wordt uitgegeven bij Euprint. Liesbeth Segers
ODE AAN PAUL SCHOLLAERT Er zijn van die figuren die, in je vorming als muzikant, een onuitwisbare indruk nalaten. Soms doen ze dat rechtstreeks, zoals mijn docent koordirectie en compositie, Kurt Bikkembergs, die zowel op technisch als muzikaal vlak mijn praktijk als dirigent onmiskenbaar beïnvloedde. Soms doen ze dat onrechtstreeks, bijvoorbeeld door de muziek die ze componeerden, muziekuitvoeringen die je hoort, ... Daar treedt voor mij zonder twijfel Paul Schollaert op de voorgrond.
Hoewel er wellicht weinigen in Vlaanderen zijn die de naam Paul Schollaert nog nooit hebben gehoord, fris ik graag toch even het geheugen op. E.H. Schollaert werd in 1940 geboren in Hasselt. Hij volgde zowel een priester- als muzikantenopleiding. Nog voor hij als muziekpedagoog afstudeerde aan het Lemmensinstituut (nu LUCA School Of Arts, campus Lemmens), kreeg hij al de opdracht om het koor van de school te leiden. Voor dit koor zou hij nog 40 jaar staan, onder andere om de jaarlijkse Bachpassies te dirigeren. Verder doceerde hij er koordirectie, muziekpedagogie en liturgie en werd hij er in 1989 directeur. Dat zou hij blijven tot 2005. De droge opsomming van jaartallen kan echter onmogelijk uitdrukken welke waarde de man gehad heeft voor de muziekwereld. Om dat te kunnen doen, ga ik in op de veelzijdigheid van de figuur Paul Schollaert. Zo ontdekken we verschillende rollen die hij opnam, uiteenlopende functies die tóch met elkaar verbonden zijn en niet zonder elkaar kunnen.
PEDAGOOG Allereerst was Paul Schollaert pedagoog. Het is de man die mee in de nieuwe muziekpedagogische beweging van bijvoorbeeld Musicerende Jeugd zat. De man die, net als Stan Van Vaerenbergh en Jos Wuytack, de frisse kijk op de muziekpedagogie uit Duitsland overnam en er iets ‘Vlaams’ van kon maken. Musiceren met kinderen, kinderliedjes schrijven, en zeker ook (en vooral) nieuwe generaties muziekpedagogen opleiden. “In talrijke zangstonden”, zo schreef Lode Dieltiens in tijdschrift Adem (editie november 2010), “toonde hij zich een meester in het bespelen van het publiek: zeer pedagogisch opgebouwd, rake en geestige opmerkingen, inventieve en soms verrassende systematiek met, in een minimum van tijd, een geestdriftig zingende zaal of kerk.” Wanneer Carl Van Eyndhoven in datzelfde tijdschrift schrijft over zijn eerste ervaringen als student aan het Lemmensinstituut, illustreert hij hoe zijn eerste dag aan het instituut begon met een uur koorles onder leiding van Paul Schollaert, met als onderwerp het lied Ik ben van nergens en
19
overal van Vic Nees. Met één blad muziek, niet eens moeilijk te lezen, wist hij een groep nieuwelingen in een uur tijd om te toveren tot “een samen zingende groep die iets ‘schoons’ kon voortbrengen”. Het was de nieuwe lading studenten snel duidelijk geworden dat je met één blad muziek meer kan doen dan wat er gedrukt staat.
meegaf. Zelfs bij afscheidsvieringen weet hij precies altijd wat te zeggen. Ik herinner me nog de prachtige uitvaart van zijn goede vriend pater Michel Van Reeth. Ook het vele werk dat hij deed voor Zingt Jubilate, de Virga Jessefeesten en het Vlaamse koorleven, stond dikwijls in verband met zijn pastorale roeping.
Paul is een innemend grote persoonlijkheid die mensen leiding geeft en bezielt, of ze nu samen zingen of samen werken, en dat altijd in een geest van samenhorigheid en samen zijn.
DIRIGENT
20
Hiermee belanden we naadloos bij zijn tweede functie: dirigent. Ik haalde reeds eerder het koor van het Lemmensinstituut aan. Met dat koor voerde hij talloze werken uit (bijvoorbeeld de prachtige psalmen van Jules Van Nuffel), maar het bekendst waren wellicht de jaarlijkse Bachconcerten. Die projecten waren van een torenhoog pedagogisch niveau, en lieten de soms wat ‘groene’ studenten kennis maken met het instuderen en uitvoeren van deze prachtige passies. Schollaert heeft zelf altijd een grote passie voor Bach gehad, maar voerde ook andere schitterende muziek uit: naast de muziek van Jules Van Nuffel, ook die van Reger, Poulenc, De Monte, Vaughan Williams, ... en uiteraard veel koorzettingen van liederen uit Zingt Jubilate. Hij wist als geen ander de aandacht van een grote groep te vangen en alle leden ervan te enthousiasmeren en begeesteren. Ik had het geluk om zelf in een van zijn passies te mogen meezingen. Hoewel de uitvoering ervan wellicht niet paste in het kader van de historische uitvoeringspraktijk, was het wel een van de interessantste die ik ooit meezong.
KOORCOMPONIST De derde kant van Paul Schollaert is er een die hij zelf te vaak minimaliseert. Hij noemt zichzelf liefst ‘liedjesschrijver’, maar voor mij (en wellicht vele anderen) is hij een van de grote koorcomponisten van de 2de helft 20e eeuw. Voor het koor van het Lemmensinstituut componeerde hij enkele prachtwerken. Ik denk met veel heimwee terug aan de cd-opname van De XIX Stonden, een passiecantate voor koor en solisten. Adembenemend mooie muziek op tekst van Guido Gezelle, een dichter uit wiens werk hij vaker inspiratie putte. Met onmetelijk veel genot ervaarde ik ook de uitvoeringen van Een kint geboren in Bethlehem, het achtstemmige magnum opus van de componist. De leden van het Leuvens
Universitair Koor waar ik het mee uitvoerde, genoten eveneens volop van deze adembenemende muziek. Ook profane muziek schrijft hij meesterlijk, zoals het guitige De averulle en de blomme, enkele jaren geleden nog veelvuldig uitgevoerd door het Nederlands Studenten Kamerkoor (NSK). Schollaert weet keer op keer de zanger én de luisteraar te verrassen met opvallende wendingen, uitgekiende harmonische progressies en een meesterlijke behandeling van de tekst. ‘In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister’ is des te meer waar voor de ‘kleine’ liedjes die Schollaert componeerde. De bundel Zingt Jubilate staat vol pareltjes, die uitblinken door hun prachtige melodie en stemvoering én hun pedagogische karakter. Deze liederen zijn zeer dankbaar materiaal voor samenzang en zangstondes. Hetzelfde geldt voor de liederen die hij sinds 1968 schrijft voor de Hasseltse Virga Jesseommegang. Ook zijn kinderliederen (bijvoorbeeld in de Musicerende Jeugd-uitgaven) zijn prachtig materiaal, al vinden sommigen (onterecht) dat ze gedateerd zijn. De grote sachem heeft gesproken blijft eeuwig een klassieker en een geweldig lied!
PRIESTER “Music was my first love”, ik weet niet of het van belang is bij Paul Schollaert. Want naast de muziek heeft hij grote liefde voor en in het priesterschap gevonden. Het religieuze aspect is misschien niet echt een aparte kant van de man, maar eerder een leidmotief in zijn werk en dagelijks leven. Voor hem scheen het steeds een manier te zijn om zijn menselijkheid te delen met anderen door een boodschap waar hij oprecht in gelooft, altijd met de grootste nederigheid. Hij componeerde voor zijn priesterwijding niet voor niets een prachtig lied met de bijzonder veelzeggende tekst: “Laat, Heer, mijn leven edel zijn. Laat het een opwaarts streven zijn. Laat het een eeuwig stijgen zijn naar u.” Wie zijn vieringen bijwoonde, herinnert zich nog lang de prachtige teksten, de zinvolle en vaak humoristische boodschappen die hij
HUMOR Door dit alles blijft de mens Paul Schollaert uiteraard de belangrijkste rode draad. Het is de mens Paul Schollaert die aansluiting vond bij het christelijke geloof om zijn persoonlijke waarden mee uit te dragen, en de muziek om die in alle bescheidenheid te beleven en te verkondigen. Zijn nederigheid, zijn sympathie en hulpvaardigheid komen eruit voort. En zeker niet onbelangrijk: zijn grandioze gevoel voor humor! Via talloze spitsvondige taalgrapjes komt dat gevoel voor humor keer op keer naar boven, niet enkel in tekst maar ook in muziek. Componist Paul Steegmans haalde in Adem (editie november 2010) mooie herinneringen op over hoe Schollaert aan de piano Meneer pastoor die had een koe, opgesmukt met jazzharmonieën, uit volle borst speelde en zong. Tijdens de eerste academische opening van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst sprak hij het welkomstwoord, waarbij hij de naam van de nieuwe hogeschool op muziek zette en zo omzette tot het woord ‘kitkat’, tot algemene hilariteit van de aanwezigen. Toen Michaël Scheck hem over zijn priesteropleiding in Luik vroeg of die wel tweetalig was geweest, antwoordde hij zonder verpinken: “Ja, perfect tweetalig! Frans en Latijn!”
HOMO UNIVERSALIS Al die rollen bekleedt Paul Schollaert. Wellicht vergeet ik er nog vele andere. Het geheel is echter meer dan louter de som van de delen. Om Marc Erkens, oud-departementshoofd van het Lemmens, te citeren: “een innemend grote persoonlijkheid die mensen leiding geeft en bezielt, of ze nu samen zingen of samen werken, en dat altijd in een geest van samenhorigheid en samen zijn.” Als een soort homo universalis wist Paul Schollaert reeds ontelbaar vele generaties muzikanten te inspireren door zijn muziek, zijn muzikantschap, zijn geloof en zijn menselijkheid. Koen Vits
GESCHIEDENIS VAN DE VOCALE MUZIEK
ZINGEN IN DE MIDDELEEUWEN DEEL I Peter Sellers zei ooit dat vocale muziek het hele mens-zijn bevat en zingen een enorme spirituele bevrijding kan betekenen. Dirigenten, componisten, vocalisten, koorzangers houden van vocale muziek. Maar zijn we er ons ook van bewust hoe deze vocale muziek historisch tot stand kwam of wie er welke muziek zong en hoe? Stemband gaat samen met jullie op onderzoek uit en vroeg aan enkele specialisten de geschiedenis van de vocale muziek in enkele boeiende artikels neer te schrijven. Hendrik Vanden Abeele bijt de spits af en behandelt de middeleeuwse vocale muziek (deel I).
Sankt-Gallen, Kloosterbibliotheek, Codex 339, p.33 (ca.1000). Het traditionele begin van een liturgisch handschrift met muziek voor de mis: introitus Ad te levavi, eerste zondag van de Advent. Eenvoudigst denkbare muzieknotatie, met zogenaamde accentneumen. Dergelijke notatie is zeer compact: naast een ‘introitus' zien we ook een ‘graduale' en het begin van een ‘alleluia’.
SCHEEPSWRAKKEN EN ANDERE TIJDCAPSULES Er liggen naar schatting drie miljoen schepen op de bodem van de zee. Dat zijn tijdcapsules. Je bent een duiker en je zwemt zo’n wrak binnen. Je leert hoe mensen reisden, handeldreven, elkaar bevochten. De geschiedenis wordt tastbaar. Met wat geluk vind je zelfs een lading goud. En die fles rum daar, uit de achttiende eeuw, die kun je straks bij Sotheby’s laten veilen — maar misschien zou je het liefst gewoon even proeven? We willen weten hoe het er vroeger aan toeging. We willen weten hoe er geleefd werd, hoe er gedacht werd, hoe het leven georganiseerd was, hoe er gesproken en gezongen werd. Al proberen we in het nu te leven, en al maken we ons zorgen over de toekomst: de interesse in, of zelfs de fascinatie voor ‘hoe het vroeger was’ is groot. Terecht, lijkt me. We zijn nu eenmaal letterlijk de producten van alle generaties voor ons. Als we de wereld van onze voorouders leren kennen, leren we ook over onszelf. We begrijpen dan makkelijker waarom we zijn wie we zijn, en waarom we doen wat we doen. Maar hoe het vroeger was, is versluierd door de nevelen van de tijd. Zelfs als je het geluk zou hebben driehonderd jaar oude rum te proeven, dan nog blijft het, tja, driehonderd jaar oude rum. Het is onwaarschijnlijk dat de smaak ervan onveranderd is gebleven. En ook: je smaakpapillen en je ‘proefgeschiedenis’ lijken in niets op die van een achttiende-eeuwse matroos. Tijdcapsule of niet, het blijft gissen naar de originele smaak van die rum.
MENSELIJKE STEM ALS VINGERAFDRUK Zo is het ook met het zingen. We zullen nooit met zekerheid weten hoe er vroeger gezongen werd. Ieder van ons zit bovendien gevangen in een ‘luistergeschiedenis’ — datgene wat we in ons leven al gehoord en beluisterd hebben. Daardoor resoneert ons beeld van ‘de middeleeuwse stem’ onafschudbaar in ons innerlijk oor. De menselijke stem is bijna zo uniek als een vingerafdruk. Wat zouden we graag uitvissen hoe de unieke stem van pakweg Hildegard von Bingen (1098-1179) klonk. Maar dat gaat niet. De oudst bekende ‘opname’ van een zingende mens dateert uit 1860. Édouard-Léon Scott de Martinville had met zijn ‘phonotaugraphe’ een systeem bedacht om geluidsgolven te registreren. Maar het reproduceren, het afspelen van die golven lukte hem niet. Slimme Amerikaanse wetenschappers wisten in 2008 de golven van Martinvilles apparaat in klanken om te zetten, waardoor we nu, meer dan anderhalve eeuw na de feiten, iemand een fragmentje van Clair de lune kunnen horen zingen. Het is een nog zeer gebrekkige opname, en het is wachten op Edison, wat later in de negentiende eeuw, om echt betrouwbare audio te vinden met de klank van het menselijke zingen vroeger. Een scheepswrak is een ongewilde, onvrijwillige tijdcapsule. Anders is het met een Egyptisch graf. Je vindt er de gemummificeerde dode (een farao of zo), naast allerlei voorwerpen en dieren die hem of haar in het hiernamaals moesten bijstaan. Mummie en co werden bewust bewaard ‘voor de eeuwigheid’ — niet met het idee dat het graf vele eeuwen later geschonden zou worden. Gebeurt dit toch, dan opent zich een poort naar het verleden. Dus als drieduizend jaar geleden de hogepriester Nesyamun sterft na een allergische reactie op een insectenbeet, dan gaan z’n collega-Egyptenaren met natriumbicarbonaat
21
en soda en linnen doeken aan de slag. Ze omzwachtelen hem — een ingewikkelde procedure. Enkele millennia later blijkt het lijk zo goed bewaard dat slimme wetenschappers (Britten, deze keer) de stembanden van Nesyamun weten na te bouwen met een 3D-printer. Het resultaat is wereldnieuws: luister eens, dit is de stem van iemand die al drieduizend jaar dood is!
CONCRETE INFORMATIE
22
Maar ach, Nesyamun leert ons met die ene langgerekte, schaapachtige klinker van hem niet veel meer dan dat mensen vroeger ook een stem hadden. Daarmee krijgen we dat verlangde venster op het vocale verleden van de mensheid niet open. Interessanter wordt het wanneer we getuigenissen vinden over het gebruik van de stem: wat werd er gezongen, hoe werd er gezongen, hoe werd een en ander genoteerd, wie waren die zangers, hoe werden ze opgeleid. En daar komen heel andere tijdcapsules aan te pas. Hier en daar kun je in oude geschriften bijvoorbeeld concrete beschrijvingen vinden van hoe er gezongen werd, of hoe je hoorde te zingen. Dat laatste onderscheid is belangrijk. Als een middeleeuwer in een traktaat schrijft dat je niet als een ezel mag zingen, en niet als een kwezel, dan weten we drie dingen: sommigen in de middeleeuwen zongen als een ezel, anderen als een kwezel, en bij voorkeur bleef je netjes in het midden tussen die twee uitersten. Nog steeds een goed advies, toch? De middeleeuwer was zich bewust van de werking van het stemorgaan. Hoe ‘primitief’ de overgeleverde zangpedagogische instructies soms ook lijken, over de technische kant van het zingen werd wel degelijk nagedacht. Bij verschillende auteurs treffen we bijvoorbeeld het onderscheid aan tussen de vox pectoris (borststem), de vox gutturis (keelstem) en de vox capitis (kopstem). Dat zijn termen die ook vandaag nog gebruikt worden in de zangles. Een kleurrijk traktaat met beschrijvingen van middeleeuwse zangers is het vijftiende-eeuwse Tractatulus de differentiis et gradibus cantorum. Mogelijk is de auteur de benedictijn Arnulphus, uit Saint-Ghislain. Hij beschrijft vier categorieën zangers: zij die geen natuurlijke aanleg hebben (‘nullo naturalis dispositionis’) en hun klanken luider dan een ezel (‘altius asino’) trompetteren; zij die niet veel talent hebben maar door hun ijver tot aanvaardbare resultaten komen; zij die zelf niet zo goed zingen maar toch anderen tot de zangkunst weten op te leiden; en de vierde, de beste categorie: de zangers met het natuurlijke instinct, met een zoete stem (‘mellice vocis
Einsiedeln, Kloosterbibliotheek, Codex 366, p.36 (elfde/twaalfde eeuw). De accentneumen staan niet langer in het open veld: er is een notenbalk met één lijntje. Het kleurgebruik (veel zwart, hier en daar rood, occasioneel blauw voor iets bijzonders) zal in liturgische handschriften dominant blijven gedurende vele eeuwen. Rood is ook de kleur van de ‘rubriek’: op het midden van deze pagina staat bijvoorbeeld ‘Incipit diversitas melodie ymnorum’, wat ongeveer betekent: 'vanaf hier vind je verschillende hymne-melodieën’.
organo’). Dat zijn de zangers die zich als echte nachtegalen laten bewonderen, en die in staat blijken de ziel van de luisteraar op verschillende manieren te beroeren (‘et varietate pluriformi modorum novelle recreationis adducit materiam in animo auditoris’). Met dit laatste worstelde kerkvader Augustinus, duizend jaar eerder. In de Confessiones verzucht hij dat hij van de gezongen tekst wordt afgeleid, wanneer met een mooie, geschoolde stem gezongen wordt. Dat is, zegt hij, ‘een genoegen van mijn vlees’. Als het te mooi wordt, als hij meer wordt beroerd door het zingen dan door het gezongene, dan komt hij tot een ontstellende conclusie: ‘…dan belijd ik dat ik een strafwaardige zonde bega; in dat geval zou ik liever niet hebben horen zingen.’ De getuigenis van Augustinus leert ons dat het zingen van ‘gewijde teksten’ in de vierde eeuw al een courant gebruik is. Het ‘gregoriaans’ is in volle ontwikkeling — lang voor het die naam krijgt. De christenen komen uit de schuilkerken, dragen misschien enkele vocale gebruiken uit de joodse synagoge mee, en hun aanvankelijk nog schuchtere zingen ontwikkelt zich in de
breedte (een snelgroeiend repertoire) en in de hoogte (meerstemmigheid). Voor het noteren van het repertoire moeten ze taal en teken gaan vinden — de geboorte van de muzieknotatie. Het muzikale bedrijf van de christelijke kerk wordt zo de bakermat voor de hele Westerse muziekgeschiedenis, die aanvankelijk vooral vocaal lijkt. Die middeleeuwse wereld komt tot ons in manuscripten, als tijdcapsules: het zijn de scheepswrakken van de vocale muziek. Met wat geluk vinden we goud: antwoorden op de vragen waar we mee zitten. Aan ons nu om zowel die oude partituren als onze eigen stem zeewaardig te maken. Dát is voer voor een volgende bijdrage. Hendrik Vanden Abeele Hendrik Vanden Abeele is artistiek directeur van ensemble Psallentes. Hij promoveerde aan de Universiteit Leiden op laatmiddeleeuws gregoriaans, en is samen met Liesbeth Vereertbrugghen en Nicole Van Opstal auteur van het boek ‘De stilte van de muziek voor Bach’ (Borgerhoff & Lamberigts, 2020).
CO LU MN
Annemarie Peeters neemt je via haar column mee in haar kijk op het wervelende koorleven. Ze studeerde muziek (barok- en renaissancemuziek & blokfluit) en schrijft over klassieke muziek voor De Standaard. Daarnaast is ze ook in de culturele sector actief als dramaturg. In 2018 debuteerde ze met haar roman Ook bomen slapen.
KLANKHONGER door mijn speakers. Verschrikt luisterde ik naar mezelf. Wat had ik gemaakt? Er ontbrak iets, maar een tijdlang begreep ik niet wat. Tot ik het plots snapte. Een ander – dat ontbrak er. Iemand die met mij het muzikale gesprek kon aangaan. Stem en tegenstem, vraag en antwoord, dat voortdurende wisselspel tussen dat wat van jezelf komt en dat wat van een ander komt: maakt niet net dat ons tot mensen?
Een sopraan in Londen, een pianiste in Berlijn. Of een violist in Gent, een gitarist in Napels en een percussionist in Marrakesh. Wat een virus gescheiden had, zouden zij wel weer aan elkaar lijmen – zo dachten de vele muzikanten onder mijn Facebookvrienden blij gemoed tijdens die eerste weken. Maar blij werd ik er niet van. De meeste filmpjes klonken om te huilen zo slecht en ze deden me des te duidelijker beseffen wat de collectieve lockdown ons allemaal ontnam. Resonantie bijvoorbeeld. Wat er gebeurt wanneer een klank een andere klank aanraakt, dat bijna magische zoemen van boven- en ondertonen. En vooral: wat er gebeurt wanneer een muzikant een andere muzikant ontmoet. In het echt. Hoe zij geven en nemen, nemen en geven, en zo de geesten aan elkaar smeden. Huidhonger werd voor mij een week na week intenser wordende klankhonger: een onstilbaar verlangen naar livemuziek. Enkele weken later zat ik achter mijn scherm voor een online cursus audacity, een audiobewerkingsprogramma. Van de tien deelnemers, zongen er maar liefst zes in een koor. Ze wilden leren hoe ze hun eigen stemmen en die van hun koorgenoten zo snel mogelijk weer samen konden brengen, al was het maar via de computer. Ik wenste hun veel succes, maar ging toch liever alleen aan de slag. Laag na laag stapelde ik mezelf in steeds nieuwe tracks op elkaar. Mijn stem kreeg een koor van dubbelgangers aangemeten. Ik liet ze wringen, toon tegen toon. In wilde improvisaties gingen mijn digitale dubbelgangers aan het huilen, zuchten, fluisteren, hijgen en schreeuwen. Uitvergrote ademnood knalde
Zeven kilometer verderop, in het dorp waar mijn ouders wonen, speelde zich een ander tafereel af. Op de ruime binnenplaats van het woonzorgcentrum, elke dag om precies halftwaalf, kwamen een twintigtal dorpsgenoten samen. Soms dertig. Soms veertig. De accordeon van mijn vader gaf de toon aan, een vriend zwaaide de maat. Alle deelnemers bleven een zestal meter uit elkaars buurt, maar de muren rondom versterkten hun stemmen. “We shall overcome” zongen ze. Of “In dat kleine café aan de haven”. Elke dag kwam er een nieuwe song bij. Een ijverige boekhouder printte de blaadjes van een steeds dikker wordend liedboek. De oudjes zetten de ramen open, stoelen werden op de balkonnetjes geschoven. Verzorgers namen een pauze. Voorbijkomende wandelaars vertraagden even hun pas. Iedereen ademde in. Op hetzelfde moment. Ik had er een niet-essentiële verplaatsing op de fiets voor over. Daar, bij het zingen van Leonard Cohens Halleluja, voelde ik hoe het razende koor in mijn hoofd eindelijk tot rust kwam. Er was een melodie, een akkoordenreeks, een ritme, een tekst. Een voorzichtige tweede stem. Een brommende baslijn. Wiegende heupen. Klappende handen. En ook al waaide de wind onze klanken alle kanten uit en viel wat daar gebeurde met geen micro of camera vast te leggen. Toch. Er bestaat een woord voor wat daar weerklonk: hoop. Mogen de koorzangers in dit land hun stemmen snel weer laten versmelten. Zonder mondmasker. We hebben hun klanken nodig. Annemarie Peeters
COLOFON Stemband magazine #23, april-mei-juni 2020 Redactieraad: Liesbeth Segers, Jan Stofferis, Erik Demarbaix, Lucille Lamaker, Jeroen Keymeulen, Johan Geerts Verschijnt vier keer per jaar / Oplage: 3.000 exemplaren Uitgave: Koor&Stem vzw / Coördinatie: Johan Geerts Werkten mee aan dit nummer: Marianne van Scherpenzeel, Jeroen Keymeulen, Liesbeth Segers, Jan Stofferis, Johan Geerts, Maarten Van Ingelgem, Sofie Rycken, Annemarie Peeters, Lucille Lamaker, Tom Eelen, Koen Vits, Valerie Konings, Katelijne Boon, Hendrik Vanden Abeele, Koenraad De Meulder, Natasja De Wit, Nathalie Peeters Coverfoto: Coverfoto: Lies Engelen © Muntpunt Vormgeving: apple–n.be / brand–ink.be / Druk: Van der Poorten
Redactieadres stemband@koorenstem.be www.koorenstem.be/tijdschrift +32 (0)3 237 96 43 Pater Pirestraat 50, 2018 Antwerpen
Abonnement: Binnenland: €30 / Buitenland: €40 Bij Koor&Stem aangesloten koren krijgen 3 gratis abonnementen. Volg ons via Facebook en Twitter www.facebook.com/koorenstemvzw www.twitter.com/koorenstem
Koor&Stem vzw is de organisatie voor vocale muziek in Vlaanderen. Koor&Stem ondersteunt iedereen die graag zingt, brengt zingende mensen samen en promoot koorwerking in Vlaanderen. Onze initiatieven helpen je om beter te zingen en om dat met nog meer plezier te doen. www.koorenstem.be
Koorklank is een online platform van Koor&Stem vzw met nieuws en inspiratie voor dirigenten en koren, partituren te downloaden, repertoiretips en véél muziek. www.koorklank.be
23
les flandriens nieuwe Vlaamse koormuziek Vlaamse muziek zit diep in het DNA van het Vlaams Radiokoor, al van bij de oprichting in 1937. Om dit nogmaals te benadrukken, lanceerde het Radiokoor samen met ComAV een oproep voor nieuw Vlaams koorwerk, met als resultaat les Flandriens: met inzendingen van zowel doorwinterde rotten als nieuw talent. Uitgevoerd op 20 september in AMUZ, opgenomen in de studio en nu te beluisteren via de belangrijkste streamingdiensten. Werken van: Bart Vandewege / Daan Janssens / Dietrich van Akelyen / Erika Budai / Geert Van Der Straeten / Hans Helsen / Jan Moeyaert / Michiel Verfaille / Nicholas De Cock / Noah Thys / Peter Pazmany / Peter Pieters / Piet Swerts
-
Scan deze code en luister rechtstreeks via je favoriete streamingdienst