Caro mea vere est cibus - Lode Dieltiens

Page 1

CARO MEA VERE EST CIBUS LODE DIELTIENS Enkele jaren geleden verscheen bij het VCLM (Vlaams Centrum Liturgische Muziek, Het Madrigaal) Caro mea vere est cibus van Lode Dieltiens (°1926). Dit motet is geschreven voor 4 gemengde stemmen en orgel. Lode Dieltiens heeft met deze compositie nogmaals bewezen dat hij als ervaren organist en dirigent het medium en de mogelijke moeilijkheden kent. Met eenvoudige middelen, een haalbare tessituur voor de stemmen en een goed in de hand liggende begeleiding weet hij in dit werk de juiste sfeer te creÍren.

TWEE AAN TWEE Voor de gedachte van de transformatie van het lichaam van Christus tot brood en wijn dat pragmatischer onder de gelovigen kan verspreid worden, kiest Lode Dieltiens voor een perfectum maat (de maat van drie) in een moderato assai-sfeer. De vorm kan je globaal zien als een AA’BA-coda, een didactisch voordeel bij het instuderen. De eerste zin wordt na een kort voorspel van de eenvoudige orgelpartij tweestemmig door de dames in een zoete sfeer van tertsparallellen op een liggende pedaalnoot van de begeleiding gezongen. Een letterlijke echo van de twee laatste maten weerklinkt die het belang van het woord ‘vere’ (waarlijk) onderlijnt. De heren herhalen op hun beurt in duet een octaaf lager deze gedachte. Ditmaal is er door de grote sprong in de tenor (met de nodige aandacht voor de intonatie) en de tegenbeweging in de bas een variatie bij de herhaling van ‘vere’ die het belang van de inhoud van het woord nog nadrukkelijker naar voren schuift. De vier partijen bevestigen dan samen deze tekst vanuit een tweestemmig akkoord (sopraan, alt en tenor zingen dezelfde toonhoogte wat extra aandacht voor de balans met de bas vraagt) en beĂŤindigen vierstemmig. Het laatste melisme op ‘cibus’ bij de heren kan mooi versmelten met de damesstemmen: daarom de tweede tijd uitvoeren als een torculus in het gregoriaans.

ZORGVULDIGE UITSPRAAK Hiermee is het concept van de uitvoering bepaald. De lyrische melodievoering met een knipoog naar de gregoriaanse Kyriale VIII (de engelenmis) wordt verkregen met legato-zingen. Bij

de komma’s in de partituur moeten er keuzes gemaakt worden: de herhaling van ‘vere est cibus’ kan met een poco ritenuto ingeleid worden om de ‘s’ uit te spreken en een gesteunde ademhaling meer tijd geven. In elk geval kan een zachte, korte ‘s’ soelaas bieden. Zo ook bij de verbinding ‘est cibus’, kan, als men de Romeinse dictie verkiest, gekozen worden voor een zachte versmelting van de medeklinkers tussen beide woorden in functie van het gebonden zingen. Deze gevoeligheid moet er ook zijn bij ‘est potus’ in het tweede deel waarbij er een potentieel prangend plofgevaar is bij een te penetrante ‘p’. Verder moet de dialoogvorm tussen de stemgroepen, die misschien symbool staat voor brood en wijn, vlot op elkaar aansluiten zonder een tempoverlies. Dit betekent tijdig de inzet voorbereiden.

CONTRAST EN EVENWICHT Het contrastrijke middendeel is nadrukkelijk vierstemmig met meer modulaties en expressie, goed gesteund en aangevuld door het orgel. De sopranen bereiken hun melodisch hoogtepunt op ‘manet’ dat mede door de brede harmonische ligging een blijvende stempel drukt. Belangrijk is dat de mannenstemmen hier forte verder zingen en dat de volgende woordschilderende vocalise met een ruime klank start. Een evenwichtig verspreide diminuendo, in canon overgenomen door de begeleiding, maakt vervolgens een sensitieve overgang naar het slotdeel. Dit werk is terug te vinden op www.vclm.be onder de noemer “communielied�. De tekst vinden we terug bij Johannes (6, 56-57) en wordt integraal gebruikt in het gregoriaanse Alleluia bij het proprium van Sacramentsdag (In festo corporis Christi), een viering die in principe de tweede donderdag na Pinksteren voorzien is maar ook kan verschoven worden naar de zondag. ^ // JOHAN VAN BOUWELEN

Caro mea vere est cibus D D D Â

ĂŒÂĄ ÂĄ

" D D ĂŒĂŒ D D DD ĂŒ (

6

" DD

Ca

-

‹

D

D D D ĂŒ

6

" D ĂŒ D D ĂŒ D DD " DD ĂŒ D ( Ca

D ĂŒ DD ĂŒ

12

" D ĂŒĂŒ DD

ĂŒĂŒ

ro

me

‹

12

-

‹

ĂŒĂŒ

a

ve - re

ci

ro

me

ÂĄ

ĂŒ ĂŒ ĂŒ ĂŒ

‹

est

ÂĄÂĄ

ÂĄÂĄ ÂĄÂĄ ÂĄÂĄ

ĂŒĂŒ

a

ve - re

ci

ĂŒ ĂŒ

ÂĄÂĄ -

‹

bus,

ÂĄ Q

est

ĂŒ ĂŒ ĂŒ ĂŒ

ÂĄÂĄ ÂĄÂĄ ÂĄÂĄ

ĂŒĂŒ

ve - re

ci

‹

est

ÂĄÂĄ -

bus,

Q

ÂĄ ÂĄ ÂĄ ÂĄ ÂĄ ÂĄ

ĂŒĂŒ

ve - re

ci

ĂŒ ĂŒ

Copyright VCLM, Leuven, 2009

‹

bus.

ĂŒ ‹

ĂŒĂŒ

ÂĄÂĄ -

ĂŒĂŒ ĂŒ

ĂŒ ‹

ÂĄ

ÂĄ

ÂĄ

ÂĄ

ĂŒĂŒ ĂŒ

ĂŒ ĂŒ ‹

ĂŒ ĂŒ

ĂŒĂŒ

ĂŒĂŒ

ĂŒ ĂŒ

-

m.: Lode Dieltiens

ĂŒĂŒ Â

ÂĄÂĄ ÂĄÂĄ ÂĄÂĄ

ĂŒĂŒ

‹

ÂĄÂĄ

ÂĄÂĄ

ĂŒ ĂŒ

ĂŒĂŒ

bestelcode: KW/SATB/1

-

ÂĄ

ĂŒĂŒ

ĂŒĂŒ

ÂĄÂĄ

ÂĄÂĄ

ÂĄ ĂŒ

O ĂŒĂŒ

ÂĄÂĄ

ÂĄ

ÂĄ

ĂŒĂŒ

Moderato assai

est

‹ ¥ -

bus,

ĂŒÂĄ ĂŒ ĂŒĂŒ

pag. 1

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 15

AAN DE SLAG

// GENRE


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.