Stemband nr. 13 (2012)

Page 1

P.B. /P.P. 2/111 3000 Leuven mail  p802021. Afgiftekantoor 3000 Leuven mail

V.U. Koenraad DeV.U. Meulder, Koenraad Zirkstraat De Meulder, 36, B-2000 Zirkstraat Antwerpen 36, B-2000 / Nationaal Antwerpen Kinderkoor / VOCAL Nederland @ Stemvork (c) © Hans Evelyne van der Seynaeve Woerd

stemband #13 Driemaandelijks tijdschrift van Koor&Stem vzw jaargang 10, 02 > 05.2012, 05 .2012,NR NR13 13

e d l o W n e t a m Wil

, l aa r t n e c t aa t s r o o k t e h t e t Ni g n i z e g n i n i r e z t n a e d r wKienldheertekninlde eje j k k l l o o W W t t e e m m G G A A L AANANDEDESLS gnesrs n a ie z t l n ie ij D z e n e d t o n L rs AlMleeemsutzeika

stemband-13-06.indd 1

20/02/12 14:26


// genre

inhoud 3 KINDEREN LEREN ZINGEN Interview met Wilma ten Wolde 5 KINDERKOREN IN ALLE MATEN EN GEWICHTEN Il Boschetto, De Lambertijntjes, Shanti! Shanti!, BallaBile 8 ZING VOOR JE LEVEN! Philippe Rixhon 11 RECENTE TENDENSEN Het rijke Vlaamse koorleven V AAN DE SLAG • Egidius, waer bestu bleven – Emannuel Geeurinckx • Wolkje – Thomas De Baets • Forfaitair vergoeding voor vrijwilligers • Cultuurcheques voor koorconcerten

17 LODE DIELTIENS Een muzikant is altijd een beetje zanger 20 LITURGISCHE MUZIEK Concertkoren in de liturgie op zoek naar evenwicht 22 REPERTOIRENIEUWS 26 COLUMN Vic Nees

Even dit… Koorzang is top!  Reikhalzend keek ik elke week uit naar de repetitie van het koor. De opvoering van De gelukkige prins blijft me bij als één van de hoogtepunten uit mijn jeugdjaren. Het decor, de kostuums, al die stemmen die zo mooi samenklonken - ik ging er helemaal in op. Niet toevallig ben ik bij dit jongerenkoor terecht gekomen. De impuls van mijn cultuurminnende ouders was uiteraard determinerend (sociologisch onderzoek wijst keer op keer uit dat de impact van het thuismilieu op vlak van cultuurparticipatie erg zwaar doorweegt). Maar het was een vriendinnetje op school dat me meevroeg naar deze wonderlijke wereld. Terwijl ik voordien zang veeleer als een wijze zag om eerder onbesproken thema’s van het leven ten berde te brengen (mijn oma wilde zich nogal eens overgeven aan gezangen met pittige teksten…), raakte ik hier in de ban van samenzang.   Nog steeds laten kinderstemmen me niet onberoerd. Een groep kinderen die mooi samen zingen, raakt me tot diep in mijn hart. Maar goed, tot dusver de oprechte pathetiek. Vlaanderen telt een aanzienlijk aantal kinder- en jeugdkoren. De kwaliteit van hun zang scheert hoge toppen en probleemloos meten ze zich bij Koor van het Jaar met volwassenenkoren. Ze hebben zelfs een natuurlijk voordeel: de explosie van energie die van de gezichten van de kinderen spat, hun grote inleving en hun trillende handen die ondertussen verraden met welke ernst ze zich inzetten voor een goede samenzang. Gezien mijn zwak voor kinderkoren koester ik al enige tijd de droom er zelf één op te starten. Uiteraard ga ik niet zelf dirigeren – daar ben ik helemaal niet bekwaam voor –, wel wil ik de regelnicht van dienst zijn. Elke vereniging heeft immers nood aan iemand die de ditjes en datjes regelt. Door via mijn werk veel met het thema cultuuronderwijs in aanraking te komen, speel ik met de gedachte om een koor binnen de schoolomgeving te beginnen. Want de school is de meest democratische plaats om diverse kinderen te bereiken. Mede gestoffeerd door de goede informatie die ik kreeg van Koor&Stem, wil ik er dit jaar echt eens werk van maken en een schoolkoor helpen opstarten. En ja, ik heb torenhoge verwachtingen van de dirigent die ik zal strikken: hij moet pedagogisch onderlegd zijn, een breed repertoire kunnen aanleren, de kinderen helpen zich in te leven in de betekenis van de stukken en durven inzetten op zowel de artistieke als visuele kwaliteiten. Dat is nogal wat, maar u en ik weten dat er in Vlaanderen wel degelijk heel wat getalenteerde dirigenten rondlopen. Dat een schoolkoor ook kan boeien en inspireren, daar kunnen kinderen en hun ouders binnenkort getuige van zijn op het nieuwe Ketnetprogramma Mijn Kunst is Top. Hier bewijst een schoolkoor wat er allemaal zo top is aan samen kunst beoefenen. En laat er geen twijfel over bestaan zijn: koorzang is top! ^

Kaat Peeters // directeur van het Forum voor Amateurkunsten,   www.amateurkunsten.be

2 // stemband

stemband-13-06.indd 2

20/02/12 14:26


// INTERVIEW

Kinderen leren zingen

als denkers, doeners en voelers Wilma ten Wolde over de ‘zangdrang’ van het kind

Even voorbij het Gooi, boven Hilversum en aan de oevers van het Ijsselmeer ligt de haven van Huizen. Waar ooit stevige botters aanlegden en de Verenigde Oost-Indische Compagnie grote sier maakte, staat nu een bruin eethuis. We hebben er afgesproken met Wilma ten Wolde. Zij is de bezielster, directeur en artistiek leider van Stichting Vocaal Talent Nederland. Na opleidingen muziekwetenschappen, koordirectie en kerkmuziek kwam ze eerder toevallig in de wereld van de kinderkoren terecht. “Ik hoorde het koor van Saint John’s College zingen. Zo enthousiast, en toch zo professioneel. Meteen wist ik: dit is het, dit wil ik ook doen.” Ten Wolde nam in 1999 het roer over van de Stichting Vocaal Talent. Die stichting wil jong zangtalent opsporen en tot bloei brengen in de schoot van de zes koren die onze stichting huisvest. Het gaat stuk voor stuk om koren van hoog niveau: het Nationaal Jeugdkoor (zowel voor vrouwenstemmen als gemengd), het Nationaal Kinderkoor, het Nationaal Jongenskoor en de Talentklas. Daarnaast geeft de Stichting Vocaal Talent opleidingen voor dirigenten en pedagogen. De resultaten mogen er zijn. Dat blijkt onder andere over de samenwerking die de koren hebben met topdirigenten als Simon Rattle, Eric Ericson, Ivan Fischer en Mariss Janssons. En niemand minder dan Simon Rattle is beschermheer van de stichting.

Het kind staat centraal. Vanwaar die voorliefde voor het kind? Wilma ten Wolde: “Ik vind het fantastisch om te zien hoe kinderen talent en enthousiasme kunnen combineren. Ze hebben een zangdrang. Tijdens de pauze van een koorrepetitie blijven ze gewoon doorzingen, omdat ze het fijn vinden. Ik heb in de loop van de jaren kunnen leren dat kinderen muzikale intelligentie kunnen combineren met openheid en verwondering. Enthousiasme blijft de basis. Zowel bij de kinderen als bij de pedagogen en coaches die met hen werken.”

Wilma ten Wolde ©Marco Borggreve

Niet het koor staat centraal, wel het kind dat erin zingt. Met die basisinstelling timmert de Nederlandse Wilma ten Wolde aan de weg van het jong vocaal talent van Nederland. Via Stichting Vocaal Talent Nederland bezielt ze een zestal kinder- en jongerenkoren. In de schaduw van het IJsselmeer interviewen we haar over verwondering, enthousiasme en professionalisme.

Qua talent ligt de lat bij jullie kinder- en jeugdkoren hoog. Hoe vind je dat talent? Ten Wolde: “Je kan dat systematisch aanpakken, maar vaak blijft ons buikgevoel toch een grote rol spelen bij de audities. Kinderen of jongeren komen twee liederen voorzingen. De audities worden afgenomen door mezelf en een zangcoach. Nadien gaan we allebei eventjes apart met die kinderen aan de slag. Zo proberen we de kinderen te selecteren die in tien stappen kunnen leren wat andere kinderen in zeventig stappen doen. En bij die keuze speelt dus zeker ook ons gevoel mee, naast natuurlijk het enthousiasme, muzikaal gehoor, ritme- en melodiegevoel. De lichaamstaal of het enthousiasme van de kinderen vertelt ons veel. Het is bij de audities niet de bedoeling om onze koren ‘op te vullen’, maar wel om goede individuen samen te brengen. We zoeken dus niet per se naar ‘mooie stemmen’. De uiteindelijke vraag die we ons moeten stellen is of we die kinderen kunnen helpen zich verder muzikaal te ontwikkelen.”

driemaandelijks tijdschrift van Koor&Stem // 3

stemband-13-06.indd 3

20/02/12 14:26


// WILMA TEN WOLDE

Het kind staat centraal. Het koor is geen doel maar een middel om het kind te helpen bij zijn ontplooiing. Hoe belangrijk is het kind in die kinderkoren? Ten Wolde: “Het kind staat centraal. Het koor is geen doel maar een middel om het kind te helpen bij zijn ontplooiing. We werken dus absoluut vanuit het individu en niét vanuit het koor. Zo merk je dat er drie types van kinderen zijn: de denkers, de doeners en de voelers. Sommigen zingen vanuit hun verstand, anderen gooien er zich volledig in, anderen zijn supergevoelig. We proberen kinderen en jongeren zo op te leiden dat we tot zangers ‘uit één stuk’ komen, zodat denken, doen en voelen bij elk kind beter in evenwicht komen. Daarbij speelt de coach (ten Wolde spreekt liever over coach dan over dirigent, red.) een cruciale rol. Die moet de kinderen aanmoedigen om samen te werken. Hij moet uitnodigen. Het idee dat kinderen daarbij een harde hand zouden nodig hebben, is voorbijgestreefd. Als coach moet je je oordeel terughouden en het oordelingsvermogen van kinderen niet onderschatten.”

Welke werken kan je met kinderen brengen? Ik vermoed dat het repertoire beperkt is? Ten Wolde: “Dat is vaak dansen op een slappe koord. Je moet voldoende aansluiten bij de leefwereld van de kinderen, en hen toch ook voldoende uitdaging aanbieden. Kies werken die het vuur in hen doen ontbranden. Na elke repetitie moet je jezelf dan ook bevragen. Past dit werk bij deze groep? Is het niet te moeilijk of te makkelijk? Als pedagoog zoek je repertoire met kwaliteit. Het moet gaan om werken die meer te bieden hebben dan wat je op het eerste gezicht zou denken: werken met een gelaagdheid. Kinderen zijn bij het zingen heel eerlijk, ze beginnen onbevangen aan een nieuw. Als coach begeleid je hen bij het wandelen door die gelaagdheid. Dan kom je uit bij de verwondering die we kennen uit de kinderboeken van Astrid Lindgren. Zij ging bij het schrijven altijd uit van het kind. Pippi Langkous zocht altijd naar de echtheid, en ze was onbevangen. Lindgrens boeken bevatten veel lagen. Mijn tip: selecteer je muziek voor kinderkoren zoals je dat met kinderliteratuur zou doen.”

Heb je tips voor dirigenten of pedagogen die met een kinderkoor willen beginnen? Ten Wolde: “In principe kan je al met enkele kinderen beginnen, eenstemmig bijvoorbeeld. Zo kan je je koor verder opbouwen. De bouwstenen daarbij zijn je eigen vakmanschap, je eigen enthousiasme en je eigenheid en eerlijkheid. Je moet de rattenvanger van Hamelen zijn die zijn kinderen in zijn kielzog kan meenemen. Wat ik daarnet vertelde over repertoirekeuze sluit daar overigens perfect bij aan.”

Is zingen op hoog niveau lichamelijk en psychologisch gezond voor kinderen? Ten Wolde: “Als pedagoog spreek je de drie gebieden in het kind aan: het denken, het doen en het voelen. Zingen doet op alle drie een beroep en brengt ze beter met elkaar in evenwicht. Daarom is het heel gezond. Als je kinderen van blad leert lezen, dan doe je een beroep op het denkvermogen. Maar een crescendo zingen komt dan weer vanuit de wil. Zingen is dus heel goed voor de ontwikkeling als mens. Ik merk dat bij kinderen met een lichte vorm van ADHD of bij hyperintelligente kinderen. Soms zitten ze in zichzelf vast, en kan zingen hen helpen om los te komen. Zingen doet ook een beroep op de ik-kracht van het individu. En op fysiek vlak is zingen voor kinderen gezond. Daarbij gaat het onder andere over een goede lichaamshouding.”

Hebben kinderen wel genoeg groepsgevoel om in een groep te zingen? Kunnen ze wel samenzingen? Hoe werk je aan de koorklank? Ten Wolde: ‘Ik vraag de kinderen niet om vocaal te mengen, maar wel om eenzelfde klinker te zingen. Maar voor een mooie koorklank is het vooral belangrijk om allemaal met dezelfde energie te zingen. Dan ontwikkelt de stem zich – ook binnen de groep – en wordt de klank levendig, en daardoor boeiend om naar te luisteren.” ^ www.vocaaltalent.nl // AART DE ZITTER

4 // stemband

stemband-13-06.indd 4

20/02/12 14:26


// INTERVIEW

Kinderkoren

in alle maten en gewichten

Karine Vanderborght

Kinderkoren zijn een klasse apart: zowel op het vlak van samenstelling, repertoire, aanpak als geluid bieden de Vlaamse kinderkoren vele variëteiten. Op ieder potje past gelukkig ook een dekseltje. De vier gedreven dirigenten die we aan het woord laten krijgen ieder op hun manier het jonge volkje aan het zingen. En eigenlijk is iedereen het erover eens: kinderen kunnen met hun stemmetjes doorgaans veel meer dan we gewoonlijk denken.

In 2010 nam Karine Vanderborght met haar jonge schoolkoor van Don Bosco uit Halle deel aan het Koor&Stem Kinderkorenfestival. Het werd een positieve ervaring die hen vleugels gaf. Vandaag heten ze Il Boschetto. Ze zijn springlevend en mogen binnenkort de Ketnetkijkers in het programma ‘Mijn kunst is top’ (zie kaderstuk - nvdr.) zelfs warm maken voor het zingen in kinderkoren.

Ketnet kwam tijdens de kerstvakantie de opnames maken. In het programma legt Jeroen, een van de zangers, uit wat een goede koorzanger allemaal moet kunnen. De twee Ketnet-presentatoren gaan daarna al zingend een duel aan dat door Jeroen beslecht mag worden...   Karine Vanderborght werkt in Halle met kinderen van het derde tot en met het zesde leerjaar. “Het koor ziet er ieder schooljaar weer anders uit”, zegt ze. “Telkens moet je inschatten wat je met het potentieel dat je voorhanden hebt zal kunnen bereiken. Iedere keer heb je ‘trekkers’ en ‘meezingers’. Hoe meer ‘trekkers’ je hebt, hoe meer kansen er zijn om meerstemmig te zingen.” “Omdat ik sedert drie jaar ook mu-

ziek geef in de lagere school waar het kinderkoor aan verbonden is, ken ik mijn zangers al voor ze in het koor komen”, gaat ze verder. “Iedere klas heeft 50 minuten per week muziek. En ik merk na drie jaar al een enorme verbetering in het stemgebruik. Het is belangrijk dat kinderen bij het zingen iemand voor zich zien staan die ze kunnen nadoen. Dat rechtstreekse contact is veel efficiënter dan het meezingen met een cd. De kinderen die in de klas goed meezingen en goed op toon zingen, krijgen een brief waarin ze uitgenodigd worden om één keer per week na school in het koor mee te zingen. Sommige periodes repeteren we apart met derde-vierde leerjaar en het vijfde-zesde leerjaar. Het komt er vooral op aan dat de kinderen naar elkaar leren luisteren. Dat ze leren horen of wat ze met hun stem doen klopt of niet. “ De grote drijfveer om een kinderkoor te bezielen is voor Karine Vanderborght haar passie voor muziek. “Ik heb muziek altijd als hobby gedaan”, vertelt ze. “De AMV, AMC, muziekgeschiedenis, piano, zang en blokfluit. Ik deed en doe dat omdat het tof is en dat is ook de reden waarom ik graag met kinderen zing. Ik heb altijd al boekjes met liedjes gekocht en die wilde ik ook allemaal zingen. Ik snuister graag in muziekwinkels en partituren en zo bouw je een enorm repertoire op. Die passie voor muziek en zingen is ook de reden dat ik gevraagd

driemaandelijks tijdschrift van Koor&Stem // 5

stemband-13-06.indd 5

20/02/12 14:26


// KINDERKOREN IN ALLE MATEN EN GEWICHTEN

Mijn Kunst is Top Naar analogie met het populaire tv-programma ‘Mijn sport is top’, legt Ketnet momenteel de laatste hand aan ‘Mijn kunst is top’. Presentator Adriaan Van den Hoof ontdekt maar liefst 18 kunstdisciplines in het gezelschap van jong, creatief talent.   Je kan ‘Mijn Kunst is top’ vanaf 27 februari tot 7 april 2012 in primetime op Ketnet volgen. Op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag zijn afleveringen te zien met presentator en ‘uitdager’ Adriaan Van den Hoof en zijn ‘tegenstrevers’, waaronder Ketnet-presentarice Veronique Leysen in de aflevering over koorzang. Op zaterdag is er telkens een compilatie-uitzending. Met het tv-programma willen de makers kinderen inspireren om zelf kunst te beoefenen. (www.ketnet.be)

Jong geleerd is oud gedaan Veerle Hellemans werkt al tien jaar met de allerjongsten: als kleuterleidster is ze het gewoon om met jonge kinderen en met grote groepen te werken.   Bij de Ekerse C-koren heeft ze een groep van maximaal 50 kinderen die minstens vijf jaar oud zijn en die tot en met het tweede leerjaar mogen meezingen.   Zelf zong ze vanaf haar zesde in de Ekerse C-koren.

Veerle Hellemans

heb om muziek te mogen geven in de school en een koor te mogen opstarten. Voor het repertoire put ik uit mijn eigen verzameling, maar ik wissel ook materiaal uit met collega’s en ik hou rekening met wat de kinderen graag zingen. Bij het laatste Kerstconcert heb ik tevreden vastgesteld dat sommige kinderen echt graag Praetorius zingen, anderen snakken meer naar musicalliedjes of een vrolijk stukje van Bert Appermont. Bij het aanleren krijgen de kinderen soms de tekst. Soms schik ik de woorden hoger en lager om een geheugensteun te bieden. En we doen ook wel eens gebaren die naar het ritme of de melodie verwijzen: een krulletje tekenen in de lucht kan een versiering zijn die ze moeten zingen, of de staccato’s worden met de vingers op de buik getikt.”

“Ik heb tijdens het jaar vaak het gevoel dat je met deze kinderen maar erg weinig kan bereiken”, zegt Veerle Hellemans. “Maar wanneer ik in september met een nieuwe groep start merk ik pas hoeveel we het jaar daarvoor gedaan hebben. Met deze jonge kinderen moet je spelenderwijs en met veel fantasie dingen aanbrengen. Je kan hen eigenlijk maar heel weinig rechtstreeks vragen. Rond Sinterklaas zijn ze ook zo druk en kan je niets afwerken, maar andere momenten gaat dat dan weer heel goed. Op een concert zijn ze echt op hun best: dan heb je de aandacht van iedereen tegelijk. Tijdens de repetities laat ik ze soms dingen met opzet fout doen, en meteen daarna vraag ik om hun uiterste best te doen. Zo gaan ze beseffen dat ze controle hebben over hun stem en over hun expressie. We experimenteren ook wel eens door ritmische spelletjes te doen. Kinderen van deze leeftijd kunnen veel meer dan je denkt. Ze hebben een ongelooflijk goed geheugen. Soms proberen we zelfs al eenvoudige canons te zingen. En vorig jaar hebben we met het vierstemmig ouderenkoor Con Amore meegezongen en ook dat ging verrassend goed. Na drie jaar kunnen ook kinderen die aanvankelijk hun stem niet of nauwelijks konden gebruiken toen ze instapten toch toonvast meezingen. Wat het repertoire betreft, ben ik nogal kritisch. Ik moet het gevoel hebben bij een liedje dat het koor er iets mee kan doen. Het mag in geen geval ‘afgerammeld’ worden. Elk liedje moet voor hen betekenis hebben. Het mag niet te ver van hun bed zijn. Ik probeer hen te prikkelen door beweging toe te voegen. Soms gebruik ik een handpop of   ik zorg voor grapjes in de tekst.   Dat houdt hen alert.”

6 // stemband

stemband-13-06.indd 6

20/02/12 14:26


Shanti kinderkoor

// INTERVIEW

Spel, muziek en creatie

Peter Spaepen

Peter Spaepen studeerde onder meer muziekpedagogie aan het Lemmensinstituut maar dook daarna verschillende muzikale vijvers in en combineert vaak spel en muziek met creatie. Hij is ook een van de dirigenten van Shanti! Shanti!, een Brusselse zanggroep met kinderen met heel verschillende culturele achtergronden. “Lieve Franssen coördineert het project en zij heeft dirigenten uit verschillende culturen gezocht om afwisselend met de kinde-

ren van 6 tot 12 jaar te werken”, vertelt Peter Spaepen. “Soms komt iemand Afrikaanse liedjes aanleren, een andere keer iemand Russische. Ik werk vooral rond het thema van de stad en laat de kinderen zelf liedjes bedenken. Lieve Franssen houdt alles bij elkaar zodat de verschillende dirigenten niet langs elkaar werken. Ik werk met heel veel improvisatie en beweging. Ik heb al veel kinderkoren gezien waar kindjes braaf op hun stoeltje moeten zitten, maar Shanti! Shanti! is heel actief, mondig ook, met heel veel improvisatie en ideeën die vanuit de kinderen komen. Dat maakt enorm veel vreugde los bij hen. We werken in verschillende talen of met klanknabootsingen en soms verzinnen ze ook eigen woorden. Het is ongelooflijk wat je na een jaar met zo’n groep bereikt. De kinderen zijn na verloop van tijd veel gewoon. Ze kunnen hun stem op zoveel manieren gebruiken en ze durven zich bij het musiceren echt smijten.”

“Misschien denkt men dat dit een typisch project is voor culturele mengelmoes die je in Brussel vindt”, gaat Peter Spaepen verder. “Maar ik denk dat deze aanpak ook te transponeren is naar andere groepen van Oostende tot Maaseik. In Brussel ligt dit omwille van die smeltkroes van culturen misschien eerder voor het grijpen maar uiteraard zingt ieder kind graag, waar het ook woont of waar het ook geboren is. Ook het werken met verschillende dirigenten is een troef, als er tenminste iemand als meter of peter betrokken is die alles stuurt en bij elkaar houdt. Lieve Franssen leidt een repetitie in en sluit af. Ze brieft ons over wat anderen gedaan hebben en dat is veel waard.” Volgens Peter Spaepen staan de kinderkoren op een scharniermoment en is er dringend behoefte aan een nieuwe aanpak. “De negenjarige vandaag wil een gitaar en wil in een groepje spelen of wil aan Eurosong for Kids meedoen”, zegt hij. “De kinderkoordagen in Wetteren zijn heel mooi geweest, maar de liedjes van Annie MG Schmidt zijn volgens mij niet langer de toekomst van de kinderkoren. De kinderkorenstroom zou antwoorden moeten bieden op de dromen van onze kinderen. Maar ik zie weinig kinderkoren die echt willen experimenteren. Ze zingen hun liedjes, die vaak ook wel leuk zijn, maar er kan veel meer uit de kinderen zelf gehaald worden. Mijn devies luidt: ‘Achterhaal wat hen boeit, wat hun besognes zijn en wat hun groot en klein verdriet is en ga daarmee aan de slag!’ Ik merk bij Shanti! Shanti! dat het mogelijk is kwaliteitsvolle, plezante muziek te maken, zonder een knieval te doen voor de commercie. Koorleiders hoeven ook niet bang voor te zijn voor zo’n aanpak. Je moet in veel muzikale avonturen durven duiken om je horizon te verruimen en dan lukt het wel.”

driemaandelijks tijdschrift van Koor&Stem // 7

stemband-13-06.indd 7

20/02/12 14:26


// KINDERKOREN IN ALLE MATEN EN GEWICHTEN

Barbara Vandendriessche

Je moet in veel muzikale avonturen durven te duiken om je horizon te verruimen en dan lukt het wel.

Een nieuw initiatief Barbara Vandendriessche is al bijna twintig jaar dirigent van het kinderkoor Canteclaer en het jongerenkoor Con Spirito in Lo. Vorig jaar bleef ze niet doof voor de vraag van ouders die droomden van een nieuw kinderkoor in hun gemeente Heldergem. Hun enthousiasme leverde al gauw een kinderkoor van 25 zangertjes op. “De ouders waren hier de initiatiefnemers en zij vormen ook het dagelijks bestuur van het koor Ballabile”, zegt Barbara Vandendriessche.   “Ze regelen de ledenadministratie, verzekering, contact met de andere ouders,

organiseren van repetities en toonmomenten, de financiële kant van de zaak enzovoort. Ik sta in voor het muzikale. Niettegenstaande ik al 20 jaar met een ander kinderkoor werk, neem ik bewust niet hetzelfde repertoire over. Ik gebruik uiteraard wel de vele ervaringen van het andere koor, maar ik stem me af op de kinderen die ik nu voor me heb met hun interesses en ideeën. En uiteraard streef ik bij beide koren naar een goede samenzang, naar een mooie houding, ademhaling en uitspraak.” “Het is hartverwarmend om te zien dat dergelijke nieuwe initiatieven nog steeds door een deel van de gemeenschap gedragen worden”, gaat ze verder. “We kregen net het bericht dat we erkend worden door de jeugdraad zodat we ook cultuursubsidies krijgen ter ondersteuning. Het is ook niet te onderschatten wat koorzingen voor het individu en de gemeenschap te bieden heeft. Op de eerste plaats geloof ik dat zingen men-

sen gelukkig maakt. Vroeger was zingen haast evident – mijn moeder zong bijna altijd in de auto – vandaag is het dat al veel minder. Naast de muzikale opvoeding zelf, leer je in een koor ook discipline. Je leert er verantwoordelijkheid voor elkaar opnemen want zingen is met anderen samenwerken, en je bouwt er sociale contacten op. Zingende kinderen die later in jongerenkoren terechtkomen houden er vaak hechte vriendschappen aan over. Ook optredens zijn vaak unieke gebeurtenissen waar mensen elkaar ook achteraf nog eens ontmoeten. De basis van dat alles leg je in de kindertijd. Ik merkte ook aan het cd-project Beestenboel dat we met Canteclaer realiseerden, dat zoiets kinderen en volwassenen veel deugd kan doen. We kregen dan ook erg veel vragen naar een opvolger.   Die is er nu met een cd-project met liedjes rond voertuigen.” ^ // TOM EELEN

8 // stemband

stemband-13-06.indd 8

20/02/12 14:26


// PHILIPPE RIXHON

Zing voor je leven! De Britse Aarya Foundation bevordert de zangwetenschap en pleit voor een muzikale zangopleiding vanaf de kleuterklas, in naam van kunst, gezondheid en gemeenschap. De stichting lobbyt daarvoor op Europees niveau en ligt aan de basis van het ‘Singing Nations Network’, waarvan ook Koor&Stem lid is. Meer over dit alles, leest u in deze bijdrage van Philippe Rixhon, bestuurslid van de Aarya Foundation. Dankzij ons stemapparaat kunnen we huilen, roepen of zingen. Ieder mens heeft van nature de neiging om zijn stembanden te gebruiken. Maar in deze moderne tijden is het steeds moeilijker om op natuurlijk wijze te ademen en te zingen. Steeds meer kinderen verliezen bijvoorbeeld hun natuurlijke stem en vervangen die door een gekunsteld geluid. Dokters bewijzen dat natuurlijk ademen en zingen onze bloeddruk en –circulatie positief beïnvloedt. Dat leidt tot een sterkere hartslag en een hogere hoeveelheid zuurstof in het bloed. Als de hersenen meer zuurstof krijgen, dan kunnen we beter focussen, genezen we sneller en kunnen we beter met stress omgaan. Hoe kunnen we terug naar een goede ademhaling en ons natuurlijk menselijk geluid, als er amper melodisch wordt gezongen in families, in kleuterklassen of in het openbaar? Elf eeuwen geleden beschreef de Turks-Perzische psycholoog al-Farabi in zijn verhandeling ‘Meanings of the intellect’ (betekenissen van het verstand) de effecten van muziek op de ziel. Recenter nog bevestigde onderzoek het positieve effect van muziek op het vlak van intellectuele, emotionele en sociale bekwaamheid. We weten dat inzicht, verbeelding, intuïtie en creativiteit in de rechterkant van het brein ontstaan. Daar komt ook muziek vandaan. Bovendien weten we dat taal in de linkerkant van het brein zetelt. Dat is ook waar liedteksten ontstaan. Onderzoek bevestigt dat beide hersenhelften bij bijna elke menselijke activiteit betrokken zijn. Liederen – muziek en tekst – brengen beide helften op gang, ontwikkelen ze, en verbinden ze. We weten dat de wereld dringend nood heeft aan inzicht, verbeelding, intuïtie en creativiteit. Kunnen liederen daar dan niet bij helpen? Wij denken van wel! Daarom hebben we de Aarya Stichting opgericht. Deze stichting bevordert zangwetenschap en pleit voor een muzikale (zang)opleiding vanaf de kleuterklas, in naam van kunst, gezondheid en gemeenschap.

Een lied per keer In Engeland willen we elk schoolgaand kind aan het zingen krijgen. Daarom hebben we SING UP gelanceerd. Sinds oktober 2007 streeft het programma ernaar om van elke school een zingende school te maken, door middel van gerichte hulpmiddelen, training en activiteiten. Voor scholen promoten we zingen als een vakoverschrijdend hulpmiddel, in overeenstemming met het leerplan. Voor leerkrachten voorzien we trainingsmogelijkheden om inspirerende zangactiviteiten te leiden met jonge mensen. Voor kinderen creëren we de kans om te zingen en om hun zang- en podiumkansen uit te bouwen. Voor lokale gemeenschappen leiden we succesvolle projecten waardoor samen zingen weer in het hart van die gemeenschap wordt geplaatst.

Een netwerk, een visie In november 2010 werd het ‘Singing Nations Network’ opgericht door de Aarya Stichting, het SING UP-programma en afgevaardigden van Canada, Denemarken, Engeland, Ierland, Minnesota, Nederland, Noorwegen, Schotland, Australië en Wales. Dit alles met een duidelijk afgelijnd doel: binnen slechts één generatie honderden miljoenen kinderen voorzien van een zangopleiding, en mensen weer samen doen zingen. In overeenstemming met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (artikels 26 en 27) en het Verdrag van de Rechten van het Kind (artikel 31) verklaart het Netwerk dat de Zingende Naties: ❤❤ erkennen dat elke persoon ter wereld het recht heeft   om te zingen; ❤❤ bevestigen dat zingen bijdraagt aan de menselijke waardigheid en de vrije ontwikkeling van een persoonlijkheid; ❤❤ erkennen dat zingen correleert met academische, sociale, emotionele en fysieke verwezenlijkingen; ❤❤ zangopleidingen ondersteunen die begrip, tolerantie en vriendschap promoten in alle gemeenschappen en etnische, culturele en religieuze groepen;

driemaandelijks tijdschrift van Koor&Stem // 9

stemband-13-06.indd 9

20/02/12 14:26


// ZING VOOR JE LEVEN!

Heeft de wereld niet dringend nood aan inzicht, verbeelding en creativiteit? ❤❤ het recht ondersteunen om vrij deel te nemen aan het muzikale leven in een gemeenschap; ❤❤ het recht ondersteunen om morele en materiële interesses te beschermen die het resultaat zijn van een zangproductie. ❤❤ het recht van het kind promoten om te spelen en mee te doen aan een brede waaier aan muzikale activiteiten. ❤❤ erkennen dat zingen goed is voor de maatschappij omdat het de algemene gezondheid, creativiteit en productieve capaciteit vergroot.

Liederen – melodie en tekst – brengen immers beide hersenhelften op gang, ontwikkelen ze, en verbinden ze – zowel de rationele kant als de intuïtieve kant. Heeft de wereld niet dringend nood aan deze verbinding – aan inzicht, verbeelding en creativiteit? Laat ons zingen daarom een kans geven, en het weer een plaats geven in onze scholen en ons leven! ^ // Philippe Rixhon (Vertaling Sarah Claeys) www.aarya.org.uk

Zangopleiding In overeenstemming met de doelen voor Kunsteducatie zoals vastgelegd door de UNESCO in Seoul in 2010, roept het netwerk elke Zingende Natie op om: ❤❤ ervoor te zorgen dat zangles een fundamenteel en duurzaam onderdeel wordt van kwalitatief hoogstaand onderwijs; ❤❤ ervoor te zorgen dat activiteiten en programma’s voor zangles van hoge kwaliteit zijn, zowel bij het bedenken als bij het uitvoeren ervan; ❤❤ principes en praktijken van zang en zangles te gebruiken om bij te dragen aan het oplossen van sociale, culturele en productieve uitdagingen.

Vooruitgang

Zingen is een natuurlijke menselijke kunstvorm. Wetenschappelijk onderzoek bevestigt de positieve invloed van zingen op fysieke, intellectuele, emotionele en sociale vaardigheden.

Sing up in cijfers Bijna 90% van alle lagere scholen en 78.000 leerkrachten, schoolhoofden en interim-leraars zijn geregistreerd. Gemiddeld zijn er 3 geregistreerden per school die SING UP gebruiken als een vakoverschrijdend leermiddel. 45.587 mensen hebben training bijgewoond, en activiteiten om zichzelf professioneel te ontwikkelen. De online liedbank is ook ontzettend populair en de liedjes erin worden bijna 100.000 keer per week gespeeld in scholen, thuis en elders.

Alle info op: www.singup.org

(c) Robin Bell - Imagewise

In mei 2011 organiseerde de Europese Raad voor Muziek (ERM) de conferentie ‘Van Seoul tot Bonn – Een vertaling van de doelen voor de Ontwikkeling van Kunsteducatie voor Muziek in Europa’. Deze conferentie werd georganiseerd naar aanleiding van het aannemen en verwelkomen van de verklaring van het ‘Singing Nations Network’. In november 2011 woonden leden van de jongerenwerkgroep van de ERM een sessie bij van de Commissie Cultuur en Onderwijs van het Europees Parlement. Tijdens die sessie presenteerde Androulla Vassiliou (EU-Commissaris voor Onderwijs, Cultuur, Meertaligheid en Jeugd) het voorstel van de Europese Commissie voor ‘Creatief Europa’. De werkgroep Jeugd werd in 2000 opgestart met als doel deelorganisaties binnen de ERM te adviseren over hoe beter met jeugd om te gaan en hoe muziek te bepleiten op Europees niveau. In dezelfde maand als het bijwonen van de sessie trad Koor&Stem toe tot het ‘Singing Nations Network’, dat opnieuw zal samenkomen in Utrecht eind maart 2012.

10 // stemband

stemband-13-06.indd 10

20/02/12 14:26


// KOORGESCHIEDENIS

Het rijke Vlaamse koorleven V

Recente tendensen In opdracht van Stemband ging musicoloog Jan Dewilde op zoek naar de geschiedenis van ‘ het koor’, de roots en de wonderjaren van wat we nu kennen in Vlaanderen. Met deze bijdrage komen we aan het slot van een vijfdelig kaleidoscopisch beeld van de Vlaamse koorgeschiedenis, in al zijn onvolledigheid, subjectiviteit en zeer onvolkomen. Deze artikelenreeks heeft, hoop ik, de bonte geschakeerdheid en de rijkdom van het Vlaamse koorleven getoond. En heeft ook duidelijk gemaakt dat een gedegen socio-muzikale studie dringend aan de orde is…

Waar we voor de 19de eeuw over gedetailleerd cijfermateriaal beschikken – per gemeente het aantal koren; per koor het aantal koristen – ontbreekt voor de laatste decennia exact cijfermateriaal. En dat is opmerkelijk, zeker in een tijd waarin alles gemeten, geteld en becijferd wordt. We moeten ons dus behelpen met schattingen die vertellen dat er nu in Vlaanderen zowat 1.300 koren actief zouden zijn. Indien dat al zou kloppen, lijkt dat op het eerste gezicht een enorme vooruitgang te zijn tegenover 1926, toen er ongeveer vijfhonderd koren werden geregistreerd. Maar in die tijd waren er veel meer grote koren, terwijl de voorbije decennia vooral gereduceerde kamerkoren gedijen. Het is dus onmogelijk om aan te geven of het aantal actieve koorzangers nu gestegen of gedaald is en in welke mate. Als we nu uitgaan van 1.300 koren, met gemiddeld 30 zangers, dan zouden we 39.000 koorzangers rijk zijn. Wat dan, alle verhoudingen in acht genomen, in het niets zou verdwijnen bij Nederland: daar worden 12.000 amateurkoorverenigingen geteld, samen goed voor ruim één miljoen leden. Natuurlijk is de situatie er helemaal anders en ziet het koorlandschap er bonter geschakeerd uit. Nederland kent een grotere variatie aan koorsoorten die bij ons toch minder evident zijn: byzantijnse koren, shantykoren, barbershopkoren, gospelkoren, homo-lesbische koren, smartlappenkoren, zelfs kozakkenkoren en piratenkoren. In de Nederlandse koormuziek is er werkelijk geen uithoek meer of er houdt zich wel een koor mee bezig. Er is dus wel degelijk een (‘Moer’)dijk van verschil tussen de Vlaamse en de Nederlandse koorwereld, zowel inhoudelijk als qua structuren en aantallen. Dat alles maakt alvast duidelijk dat er voor de Vlaamse situatie niet alleen nood is aan historisch, muziekhistorisch en muziekanalytisch onderzoek naar het koor in al zijn dimensies, maar ook dat we sociologisch onderzoek en gedetailleerd cijfermateriaal ontberen.

Ondertussen is het wel overduidelijk dat het koor als cultuurorganisatie én als sociaal fenomeen alle maatschappelijke veranderingen heeft getrotseerd, en zelfs meer dan dat: het koor blijft groeien en bloeien. Alle indicatoren wijzen erop dat de kwaliteit van de amateurkoren er de voorbije halve eeuw molto crescendo op vooruit is gegaan. Dat is, onder vele dingen, te merken aan het repertoire dat koren durven tackelen en aan de moeilijkheidsgraad van de verplichte werken op koortornooien. Een vergelijkend onderzoek van het repertoire dat door de jaren heen gezongen werd op het Europees Muziekfestival voor de Jeugd in Neerpelt zou dat zeker demonstreren. Dat het niveau van de koren er grosso modo op vooruit is gegaan, is grotendeels te danken aan de aangehouden investering in de opleiding van koordirigenten. Vroegere generaties dirigenten waren niet zelden goedmenende selfmade-mannen en -vrouwen, maar nu staan er in de meeste gevallen goed getrainde mensen voor het koor. En dat rendeert! Die kwaliteitsinjectie is een verdienste van de verschillende koororganisaties, maar vooral van al diegenen die de boer optrokken om stages te geven of individuele koren uit de nood te helpen. Als symbool voor al die, vaak anonieme koor- en dirigententrainers moet hier de excellente koorcomponist en -dirigent Herman Roelstraete vermeld worden, die zich nooit te beroerd voelde om ergens te lande een dirigent uit zijn lijden te verlossen of een kerkkoor in moeilijkheden te gaan depanneren. Naast de directe impact van de koorfederaties hebben ook de conservatoria een belangrijk aandeel in de kwaliteitsverhoging, zeker sinds er – vanaf 1973 – een opleiding koordirectie wordt georganiseerd. En ondertussen groeit bij de zangdocenten, bij sommigen toch, het besef dat niet elke student zang voorbestemd is voor een carrière als liedzanger, solist of operazanger. Al te lang werd tijdens de professionele zangop-

driemaandelijks tijdschrift van Koor&Stem // 11

stemband-13-06.indd 11

20/02/12 14:26


// KOORGESCHIEDENIS

Herman Roelstraete

Europees Muziekfestival voor de Jeugd te Neerpelt

Het is overduidelijk dat het koor als cultuurorganisatie én als sociaal fenomeen alle maatschappelijke veranderingen heeft getrotseerd, en zelfs meer dan dat: het koor blijft groeien en bloeien. ---

leiding een carrière als koorzanger als minderwaardig gezien, terwijl zingen in een kamerkoor toch een vaardigheid vergt, die te vergelijken is met spelen in een strijkkwartet. Amateurkoren hebben zich de voorbije decennia ook kunnen optrekken aan de stimulerende voorbeelden van professionele koren, die via opnames gemakkelijk toegankelijk werden. Denk maar aan de kilometers opnames die het BRT-koor maakte en die amateurdirigenten en -koren tot voorbeeld strekten. Tot slot van deze vijfdelige, zeer subjectieve en onvolledige artikelenreeks wil ik u nog kort trakteren op enkele tendensen die ik meen te mogen bespeuren. In vergelijking met hun collega’s die zich aan orkestmuziek wagen, mogen de Vlaamse koorcomponisten zich nog gelukkig prijzen: het publiek vindt veel makkelijker de weg naar hun werk, dat trouwens in alle stilistische diversiteit, de internationale evoluties reflecteert. Eigentijdse koormuziek van bij ons wordt over het algemeen door onze koren gretig opgepikt: van de altijd al, maar zeker dit jaar alomtegenwoordige Nees, over Schroyens, Posmans, Coryn, Tas en Bikkembergs tot Budai en Sommereyns. En dat is maar het topje van een rijk gedifferentieerde ijsberg. Aan de programma’s van koorconcerten is verder af te lezen dat de Franse muziek grotendeels passé en démodé is ten voordele van Anglo-Amerikaanse koormuziek – John Rutter en co. – die nog aan populariteit lijkt te winnen. Maar zo niet de belangrijkste dan wel de meest zichtbare evolutie van de laatste decennia is toch wel de verregaande ‘madrigalisering’ van onze koren: de oratoriumkoren zijn versplinterd in een groot aantal kamerkoren. Samen met het verdwijnen van de oratoriumkoren is niet alleen een aanzienlijk aandeel kostbaar repertoire onder het stof geraakt, maar ook

een manier van zingen. De compacte, massale sonoriteit is vervangen door een heldere, transparante, directe en ‘kleine’ zangstijl, die mee gedicteerd werd door de authenticiteitsbeweging. Vreemd genoeg lieten de kamerkoren parallel daarmee het voor de hand liggende repertoire grotendeels links liggen: de polyfonie met name. Het lijkt wel alsof de amateurkoren zich niet op het terrein durfden/durven te wagen van de professionele oude muziekensembles die dat repertoire als het ware gemonopoliseerd hebben. Ondertussen is ten overvloede gebleken dat die dominante koorstijl en -kleur te kort schiet om grote romantische koorwerken overtuigend, plastisch en authentiek uit te voeren. Het wordt dus tijd dat de slinger weer de andere kant uitgaat, zodat er in ons kwaliteitsvolle, maar al te gelijkmatige koorlandschap weer plaats komt voor het grote koor en het grote zingen. Alleen zo kan het grote romantische repertoire een verfrissende beurt krijgen. Misschien tegen 2017? 2017 dat ik hierbij proclameer tot het nieuwe ‘Jaar van het koor’, 200 jaar nadat de Kortrijkse componist en dirigent Pieter Van der Ghinste het eerste burgerlijke koor in onze contreien gesticht zou hebben. Alle redenen zijn goed om te vieren en te gedenken… ^ // Jan Dewilde

12 // stemband

stemband-13-06.indd 12

20/02/12 14:26


// genre

aan de slag

Egidius, waer bestu bleven

Emmanuel Geeurinckx

Met vrij beperkte tonale (modale) middelen wist Emmanuel Geeurinckx een uiterst dankbaar koorwerk te schrijven voor een frequent gevraagde SAB-bezetting. Dirigent Ludo Claesen zorgde voor nuttige aanwijzingen bij Egidius, waer bestu bleven, een aanrader voor elk basiskoor.

Klaagzang van Jan Moritoen Aan het einde van de 14de eeuw leefde in Brugge een zekere Jan Moritoen. Een polyvalent figuur die zijn talenten voor diverse functies aanwendde. Eind 1416 of begin 1417 moet Jan overleden zijn. Hij had intens geleefd, niet enkel als vranke burger of als vroede vader, maar evengoed als losbollige dichter en afgewezen minnaar die zijn vriend en rivaal Egidius bij diens dood lyrisch toezingt Egidius, waer bestu bleven? Mi lanct na di, gheselle mijn; Du coors die doot, du liets mi ’t leven. …   Deze klaagzang (elegie) wordt gekenmerkt door emoties van onmacht, gemis, pijn en verlangen. Hij benijdt Egidius om zijn dood en klaagt over het leven dat hem nog overblijft. Bovendien vraagt hij hem een plaats vrij te houden in de hemel.

Rondeau versus rondo Tekstueel is dit lied een rondeau (rondeel) uit de Middeleeuwen gebouwd op een vrij ingewikkeld rijmstelsel: A1 B1 A2 A1 A3 B2 A1 (B1)  De eerste, vierde en zevende regel zijn identiek; hetzelfde voor de tweede en achtste regel. Als we dit vertalen naar de muziek krijgen we twee melodische regels A en B die zich als een ABAAABA (B) herhalen. De Antwerpse musicus, componist en docent Emmanuel Geeurickx (°1925), vooral bekend als voormalig docent harmonie aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium Antwerpen, zette deze klaagzang treffend op muziek en dit voor een driestemmig gemengd koor a capella. Muzikaal koos hij voor de rondovorm1 - refrein-strofe-refrein - om te komen tot een A-B-A-C-A’-vorm. Je kan beginnen met het aanleren van het refrein Egidius, waer bestu bleven met name met de mannenstem waarin geen sprong is voorzien. Nadien voeg je de sopraan toe omwille van de vele sextparallellen. Uiteindelijk kan ook de alt meezingen. Vervolgens laat 1 // Niet te verwarren met het rondeau dat de structuur volgt die in de vorige alinea werd besproken.

je de sopraan beginnen met Du coors… gevolgd door de bariton. De alt krijgt extra aandacht omwille van een vervelende toonafstand la b -re bij doot, du liets mi tleven. Nadien herneem je alles vanaf het begin in zijn volle driestemmigheid. Het is erg belangrijk om zo snel mogelijk te komen tot meerstemmig zingen ook bij de instudeerfase in het belang van de toonvastheid. In de muziek vinden we een perfect evenwicht terug tussen tonale en modale harmonische wendingen. De vloeiende stemvoering zorgt ervoor dat het erg zingbaar is en blijft in vocaal verantwoorde muzikale lijnen.

Maatloos schrijven Een vaste maatsoort werd niet voorzien; de puls van de halve ligt aan de basis waardoor er een grotere vrijheid in klankopbouw zal ontstaan volledig in dienst van de tekst. Het maatloos schrijven heeft één groot nadeel en dit met name voor de dirigent: hij of zij zal zelf op zoek moeten gaan naar een coherente slagfiguur gebaseerd op deze puls.

Egidius Tekst: Jan Moritoen (†1417)

[

S.

Bar.

YYY S ] !Õ

Y ! YY

Y ! YY

C C

B

C

B

S

C

C

pC

C

C

E - gi - di - us,

B

mf S C

mf S

- sel - le mijn.

B

mf C C B

di,

Y mp ! YY B

YYY B ] Õ!

mi

liets

C

C

C

C

S

waer bes - tu ble

-

C

C

C C

C

B

B

S

S

B

du liets mi tle

B

C

-

B C

BO

ghe - sel

C

-

C B

C

mi tle

-

B

ven.

B

ven.

-

p R

ven.

C

C

S

BO

C

mp C

C

C

Mi lanct,

C B

C

C C C B

R

pB

Dat

mijn.

B

’t Was ghe

C C

B C

B C

mp C C

Du coors die doot, du

B

B

B

B

B

C

B

B

C

B

B

C

B

S

C

C

B

sel - scap goet

S

en - de fijn.

C

B

was ghe - sel - scap goet en fijn

-

C

Du coors die doot,

S C

Dat was ghe - sel - scap goet

A

A

S C B

A

C

C

mi lanct na

die doot, du liets mi tle - ven

le

B

C

C

ghe -

Mi lanct na di,

B C

S B

Mi lanct na di,

ven?

C C

p R

B

B

ven?

C

du liets mi tle - ven.

Du coors

C

B

C

C

mp S

ven?

S C C C B

mp

S B

-

C

C

C

Du coors die doot,

mp C C

C

B

-

ghe - sel - le mijn.

tle

C

waer bes - tu ble

C

ghe - sel - le,

Y ! YY S

C

S

E - gi - di - us,

B

C

waer bes - tu ble

E - gi - di - us,

C C

YYY ] Õ! [

p

p Y ! YY S C

A.

[

Y ! YY S

Muziek: Emmanuel Geeurickx (º1925)

C

C

S

en - de fijn.

© Euprint, Heverlee, 2008

driemaandelijks tijdschrift van Koor&Stem // 13

stemband-13-06.indd 13

20/02/12 14:26


// genre

Wolkje Thomas De Baets Dat maakt dat we regelmatige afwisselingen zullen krijgen van een twee-, een drie- en een vierslag op basis van de globale tekstbehandeling. Om dat aan te tonen werd het begin van de partituur ingedeeld in verschillende maten op basis van de natuurlijke woordaccentuering (zie partituurfragment op de vorige pagina). Zo krijgen we afwisselende maatsoorten zonder dat de basispuls gewijzigd wordt. Uiteraard gaan we uit van een vloeiende slagbeweging (legato) waardoor de muziek haar vrijheid zal bewaren. Beschouw dit partituurvoorbeeld als een suggestie waarop je verder kan bouwen voor het hele muziekstuk.

Nog even dit ×× Zorg voor vloeiende lijnen en zing legato: geef de vocalen hun volledige lengte. Dit kan voorbereid worden bij het inzingen. ×× Respecteer de lengte van de rusten en geef er duidelijke functies aan: een rust als eindpunt, als fraseringsmoment of als adempauze. ×× Maak op p.11 een duidelijk onderscheid tussen la hersteld   en la mol. ×× Tracht de diverse gewijzigde tonen in de mannenstem vanaf maat 2 heel bewust te treffen.  Zorg dat vooral de polyfone passages momenten worden van stuwing en activatie van de muzikale beweging. ^ // LUDO CLAESEN Egidius, waer bestu bleven van Emmanuel Geeurickx is te vinden in de bundel Mi lanct na di, verkrijgbaar bij Koor&Stem aan 10€/6€ (kooroplage)

De kinderkoorpagina van februari komt van de hand van Thomas De Baets (°1982) op tekst van Jan Wouters (°1961). Wolkje werd opgedragen aan Villanella. Dirigente An Alen nam de nieuwe koorpagina voor kinderkoor onder de loep en gaf ons enkele tips mee. De Baets behaalde in juni 2008 met grote onderscheiding het diploma van de voortgezette opleiding muziek voor muziekpedagogie. Daarna volgde hij de tweejarige doctoraatsopleiding docARTES aan het Orpheus Instituut in Gent (2009). In diezelfde periode verbond hij theorie met praktijk door zijn lesopdracht als leraar Muzikale Opvoeding aan het HeiligHartinstituut secundair onderwijs in Heverlee. Sinds oktober 2009 is hij als doctorandus voltijds in dienst van de Faculteit Architectuur en Kunsten (FAK). In die hoedanigheid is hij binnen het Lemmensinstituut ook actief als docent muziekpedagogie, lid van de departementale onderzoeksraad en voorzitter van de onderzoeksgroep muziekpedagogie.

Droom mee Dit lied is een echt pareltje, componist en tekstschrijver zitten op dezelfde golflengte. De tekst zegt veel over het verbeeldingsvermogen en fantasie van het kind. De melodie klinkt eerder melancholisch, met enkele zeer duidelijke kippenvelmomenten. Voor men het liedje aanleert, kan men de kinderen laten bewegen op de muziek van de vloeiende pianobegeleiding. Laat hun fantasie werken. Dit kan perfect dienen als opwarmertje voor het zingen. Wolkje is een dromerig stukje: de vloeiende lijnen in de pianobegeleiding nodigen uit om de zangertjes te verzamelen rond de piano, de intieme sfeer van dit lied vraagt op zijn minst een nauw contact tussen zanger en pianist. De dirigent kan indien mogelijk vanuit de piano het koor leiden. Dat komt ook de sfeer van het liedje ten goede!

Intonatie en ademhaling Intonatiemoeilijkheden zijn er niet echt. Men kan de sprongetjes in maat 3-4-5 het beste even apart oefenen. Opgelet voor de sterk aanwezige dominant, vooral op het einde van de zin (maat 7). Hier dreigt een koor te gaan zakken.

14 // stemband

stemband-13-06.indd 14

20/02/12 14:26


aan de slag

// genre

De gekozen toonaard is uiterst geschikt en klinkt helder. Een inzingoefening in Re groot komt hier vooraf van pas. Laat de zangertjes per zin zingen op lala en let daarbij op mooie legato. Om de spanning niet te doorbreken is het van belang de kinderen niet per maat, maar per zin te laten zingen (2 maten) met oog voor de achtste rust.

Uit het hoofd Ritmisch zijn er weinig problemen, maar wees nauwkeurig bij de syncopes! Laat de zangers de tekst eerst ritmisch zeggen en ook meteen uit het hoofd. Zoek naar een natuurlijke ontspannen uitspraak, zonder te gaan mompelen. Let op de uitspraak van het woordje   ‘wolkje’, niet wollekje! Vermijd een dikke L,   vorm een heldere, dunne L.

opgedragen aan Villanella o.l.v. An Alen

! !

WW

c p c d

C C

C

W g ! W : C

3

Q

g C

C

C

g

W ! W :

p

C

d

!

WW

C

!

WW

C

g

bub - bels maan is

d

C

S

C

C

gi

g C

gi

C

C

C

C C

gi g C C

C

C

C C C C C C C C

C C

C

g

mijn die

C C

C

d

T

C C

C

g

Wolkje van Thomas De Baets is verkrijgbaar bij Koor&Stem aan €0,75.

W ! W C

T C

C C C

C

g

C

C

en ik

C C C

© 2012 Centrum voor Vocale Muziek vzw, Antwerpen, info@cvm.be

g C

een de

C

C C

C

d

C

C

d

gi C C

C

W ! W

C

C g

C C

d

C

C

d

g C

C

C C C

g C

C

C C C

C

C

W ! W T

12

C

# WW

Ik dat

C

C C

14

h

C -C O

we

# WW T U # WW

d

C

gi g C C

C h

C h

kom

C d

g C

C

ik

-

g

gi C

nu

-

C

g C

reld

C

C

C

C

C

wordt

C

C

gi C

C

gi

C

C

g

C TU d

g C

!

C

-

C

C

C

C

g

2.

d T C

C C

S

C

: g

d

De

C C C C C C C C S

2.

:

C

C C

C

C

gi C jh C C

C

#

S

*

#

S

fan - ta - sie!

g C-

is het droom

je,

mp g T C

g : BO

C C C TU C C C C C C C C C C C C C C C C C C C d d

gi gi C C

g

*

TU

C C

S

ber - gen

C

CO

C

een wolk

C

C C C C C

d

g

C C

vol

te - recht,

C- O

C

C

g C

gi g C C

C C C C C C C C C C CO

C C C

C C

C

C

C

C

2. Mijn

C C C C

T

je,

C d

C

C

1.

C C C C C TU C C C

wordt een wolk

d

W g ! W C

C C

gi

C

C C

C

T

BO

1.

aan! feest!

C C C

C C

g C

Waar

WW

! g

C

men.

C

C C C # WW T U C C C mp # WW C C C C d

vol De

T

net niet lek - ker

C

g C

C

C C C

C C

C

W g ! W C

10

g

C C

gi g g C Ci C

C

:

C C

C C C

C C C

)

er een

C C C

we - reld

C C

C C

(

T

aan de bo flin - ke hap,

C C C

C

C

W ! W

g :

C C

C

o - ce - aan, ruim - te racet.

C

frie - ten neem een

gi C

C C

g C

C

g C

C g

C

C C

C

bad door

d

p

T

C

g C

C

kan wordt

1. Mijn C C C C C C C C C C C C :

g C

C

de,

C

C

C

C C

li - mo - na een ba - naan,

C C C

C

C

C C

d

een boot, ra - ket,

C C C C C C

W ! W Cg

5

gi C

1. bed wordt nu 2. pen wordt een

W ! W :

R

C C C C C C C C C C C C C C C

C

Hier mag er muzikaal iets gebeuren. Zing die zin ook ietsje luider om nadien weer terug zachter te gaan. Naar het eind van maat 15 even tegenhouden om nadien de piano het woord te geven. Zoals al gezegd: laat de piano het muzikale werk doen, de kinderen volgen vanzelf. Eventueel kan een solistje de tweede strofe zingen, zo is er weer afwisseling en kan het koor inzetten op het refrein maat 10. ^ // AN ALEN

Music: Thomas De Baets (º1982)

W Con moto ( C = 76) ! Wc WW

Volg de melodische lijnen. Vanaf maat 10 gaan we even in de hoogte, gebruik dit moment en zoek naar een heldere en ronde hoge re.

7

Wolkje Text: Jan Wouters (º1961)

Maak muziek!

C

C

of

C C

C- O g C

ik

C

C

gi g C C O

g -C

-C

is het

CO

C C

C

echt?

C

24 g C rit.

weet

24 T U

24 C d

C

pg C

T C

De

C C C C CC CC d C

C

C

g

niet

C

#

C

g C

CC

wat

d

C

C

gi C

gi

c

ik zie…

c

C

! !

c

driemaandelijks tijdschrift van Koor&Stem // 15

stemband-13-06.indd 15

20/02/12 14:26


// genre

Forfaitaire vergoeding Cultuurcheques voor vrijwilligers voor koorconcerten Nieuwe bedragen voor 2012

Bij het begin van elk jaar worden de nieuwe forfaitaire onkostenvergoedingen voor vrijwilligers bekend gemaakt. Het maximale bedrag dat aan vrijwilligers als forfaitaire onkostenvergoeding mag toegekend worden is voor 2012 vastgesteld op € 31,44 per dag of € 1.275,51 per jaar. Bovenop deze vergoeding mag je koor nog een verplaatsingsvergoeding toekennen aan een vrijwilliger. Hiervoor werden eveneens maxima vastgelegd: maximaal 2.000 km per jaar en € 605,2 per jaar. De verplaatsingsvergoedingen worden berekend op basis van volgende tarieven: • auto: maximaal € 0,3352 per kilometer; • fiets: maximaal € 0,21 per kilometer; • openbaar vervoer: prijs van je ticket. Als de vrijwilliger deze grenzen niet overschrijdt, zijn de vergoedingen niet belastbaar en ook niet onderworpen aan de RSZ. Indien je als koor een vrijwilligersvergoeding wil uitkeren, doe je er best aan een eenvoudige overeenkomst af te sluiten met je vrijwilliger, waarin een aantal basisafspraken worden opgenomen: bedrag van de vergoeding, periode, aard van de opdracht, verzekering, enz. Een voorbeeld hiervan vind je terug op de site van Koor&Stem: www.koorenstem.be/vrijwilligers. Schrijf de forfaitaire kostenvergoeding in je boekhouding als ‘onkosten aan vrijwilligers’ of ‘vrijwilligersvergoeding’. Het bewijsmateriaal voor deze vergoedingen wordt gevormd door het vrijwilligersregister. Dit is een document met de namen en adresgegevens van de betreffende vrijwilligers, met telkens de datum waarop ze een vergoeding ontvangen én het bedrag. Laat de vrijwilligers best handtekenen. Een type-register vind je eveneens terug op de site van Koor&Stem.

Vanaf 1 juli 2006 kunnen werkgevers hun personeel een extra beloning toekennen in de vorm van een cultuur- en sportcheque. Die is onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen. Deze cheques worden gebruikt als betaalmiddel voor een ‘cultureel product’ en zijn op meerdere plaatsen inwisselbaar, zoals grote kunsthuizen, cultuurcentra, maar ook sociaal-culturele organisaties. De geldigheidsduur is beperkt tot 15 maand. In 2010 werden er 900.000 cultuur- en sportcheques in omloop gebracht.   Ook koren kunnen cultuurcheques aanvaarden als betaalmiddel voor de verkoop van concerttickets. Het systeem werkt vrij eenvoudig. Als je geïnteresseerd bent in dit systeem, sluit je als koor, vzw of feitelijke vereniging, een contract af met één van de uitgevers van de cheques (Sodexho, Edenred, enz.) en krijg je een aansluitingsnummer en afgifteborderellen. Vanaf dat moment kan je cultuurcheques aanvaarden. De cheques die je hebt ontvangen ruil je nadien in op één van de inruilpunten.  De service is niet gratis. Voor de aansluiting worden meestal geen kosten aangerekend maar de inruilpunten houden wel 3% van het terugbetaalde bedrag in voor de dekking van hun eigen werkingskosten. Als concertorganisator moet je flexibel inspelen op de vragen van je publiek. Met aanvaarding van cultuurcheques kan je misschien een nieuw publiek aanspreken! ^ www.sportculturepass.be www.edenred.be/

Kleine vergoedingsregeling voor kunstenaars Sinds 1 juli 2004 kunnen kunstenaars – dirigenten, solisten, instrumentisten, begeleiders, enz. – die voor hun artistieke prestaties slechts een kleine vergoeding ontvangen, gebruik maken van de kleine vergoedingsregeling voor kunstenaars. Deze regeling is vrij van sociale zekerheid en belastingen, mits een aantal voorwaarden worden nageleefd. Een uitvoerig beschrijving van de voorwaarden en alle documenten kan je terugvinden bij het Kunstenloket: www.kunstenloket.be Voor het jaar 2012 zijn volgende geïndexeerde bedragen van toepassing: maximum € 118,08 per dag of maximum € 2.361,52 per jaar (Bron: VSDC, Elektronische nieuwsbrief, januari 2012) Heb je vragen over de vergoeding van vrijwilligers, dirigenten, solisten of andere medewerkers dan kan je steeds Koor&Stem contacteren. Wij geven je graag advies op maat van je koor. ^ www.koorenstem.be/vrijwilligers

16 // stemband

stemband-13-06.indd 16

20/02/12 14:26


// MEESTERS

Lode Dieltiens

Een muzikant is altijd een beetje zanger Op zijn parcours naar de titel van ‘Koor van het Jaar’ zong Clari Cantus het eenvoudig geachte lied In de lente is mijn liefje gekomen. Een strofisch lied dat de vier seizoenen in beeld brengt en er een licht sentimentele levensloop in evoceert. Door de sterk uitgewerkte interpretatie en de intense vertolking wist het koor een esthetische ervaring met opperste ontroering op te wekken. Tekst en muziek: Lode Dieltiens.

Toen ik ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van Lode Dieltiens een interview afnam voor het tijdschrift Even Aanzoemen1, trok hij op het einde van ons gesprek een lade van zijn bureau open en haalde hij er de partituur uit van zijn Salve Regina. Het was toen zijn meest recente compositie en een voor hem zeldzame partituur van wat langere adem. Ik kreeg ze mee voor mijn koor, want in de lade is muziek geen muziek, zo zei hij. Deze mededeelzaamheid tekent Lode door en door en bladerend door het werk bleek meteen dat de partituur zeer bruikbaar was voor een concert van elk concerterend koor.   Inmiddels is Lode Dieltiens vijfentachtig geworden, maar zijn verjaardag is wat ondergesneeuwd door de festiviteiten voor Vic Nees. Vic die overigens veel respect heeft voor deze dienstbare musicus en componist. Bij zijn vijfenzeventigste verjaardag schreef hij het volgende: “Je stond enerzijds in de traditie die koor- en samenzang als functioneel bindmiddel beschouwde voor een hoger nationaal en religieus doel, en anderzijds werd je autoriteit ten volle erkend door de jongere generaties die de koorbeweging als een autonoom streefdoel zagen. Een aanvaarding op beide niveaus kan alleen verklaard worden door een onbetwistbare deskundigheid en door een zeldzaam evenwicht in de beleving van de evolutie.”2 Lode Dieltiens is in Wijnegem via een parochiaal knapenkoor in de muziek terechtgekomen. Hij speelde klarinet in de harmonie, studeerde piano en werd geraakt door de muziekesthetica die hij op het Klein Seminarie van Hoogstraten facultatief volgde. In het Lemmensinstituut kon je toen nog geen erkend diploma behalen, maar er les krijgen van o.a. Flor Peeters, Mgr. Jules Van Nuffel, Staf Nees en Marinus De Jong vond hij wel een bijzondere gebeurtenis. Deze opleiding heeft hem naar de orgelbank geleid in de kerk van Berlaar. Daar werd hij ook dirigent van het kerkkoor. Officiële diploma’s behaalde hij later aan het conservatorium van Antwerpen voor o.m. notenleer, piano, contrapunt en fuga, waardoor hij kon lesgeven in het dagonderwijs, aan de academie van Lier, het conservatorium van

Antwerpen en aan het Lemmensinstituut. Zowel in Antwerpen als in het Lemmens werd hij de gevierde en tevens gevreesde docent notenleer. Op dit aspect als docent zullen wij hier niet ingaan, al onthouden we wel zijn belangrijk devies: “Elke muzikant wordt gevormd in de notenleer. Het is echter niet alleen om de noten te doen, je moet ze ook zingen: een muzikant is altijd een beetje zanger.”

Het spontane zingen Zingen heeft altijd een centrale rol gespeeld in het leven van Lode en zeker ook de samenzang. Hij had de heilzame werking ervan ervaren in de kerkzang als leerling aan het college in Hoogstraten en is de liefde blijven uitstralen als dirigent van het Vlaams Nationaal Zangfeest . Dit was voor hem een uiting van het spontane zingen als een opstap naar een “koorgebeurtenis zoals men die kent in de Baltische landen” en ook als een onbevangen eerbetoon aan de liedcomponisten uit de voorbije generaties, waar hij vooral dacht aan Maurits en Renaat Veremans, Wies Pée, Arthur Meulemans, Emiel Hullebroeck, Gaston Feremans, Remi Ghesquière e.a. Als componist van liederen als De Gewijden, Meetjesland en Wiegelied, mogen we hem terecht aan dit rijtje toevoegen. In deze context zijn nog enkele van zijn liederen erg verspreid en gewaardeerd, omdat ze zo vloeiend zingbaar zijn en fris blijven klinken. Denken we maar aan het Nachtegaaltje, of Boerenbal. Kinderliederen die vlot werden opgenomen in het repertoire van het Vlaams Nationaal Zangfeest, maar ook in dat van kinderkoren. Lode heeft zelf een warme, welluidende stem. Ik mocht ze al beluisteren toen hij liederen aanleerde in het samenzangmoment in de muziekschool van Herentals in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Tientallen liederen leerden wij in één schooljaar en Lode is ervan overtuigd dat wie in zijn jeugd heeft gezongen, daar heel zijn leven de waarde van blijft meedragen. En of hij gelijk heeft.

driemaandelijks tijdschrift van Koor&Stem // 17

stemband-13-06.indd 17

20/02/12 14:26


// MEESTERS

© Historisch Archief Berlaar

Lode is ervan overtuigd dat wie in zijn jeugd heeft gezongen, daar heel zijn leven de waarde van blijft meedragen. En of hij gelijk heeft.

Om mensen de kans te geven om te zingen werd hij dirigent van het Sint-Pieterskoor in Berlaar. Hij geloofde in de rol van een koor tijdens de eucharistie. Het koor moet in dialoog treden met het volk, de samenzang stimuleren en de liturgie verrijken. Zijn kennis en ervaring kwam jarenlang van pas in de Leuvense Muziekdagen van Het Madrigaal. Voor deze koorfederatie was hij ook jarenlang koorconsulent. Als componist speelde Lode Dieltiens een beperkte, maar toch specifieke rol. Hij componeerde vooral in functie van zijn eigen kerkkoor en in uitbreiding voor het basiskoor dat zich muzikaal wilde ontwikkelen. Vanuit zijn Sint-Pieterskoor kende hij zeer goed de mogelijkheden en de behoeftes van een goed basiskoor. Ook al was hij als docent aan twee conservatoria verbonden, toch was hij niet te goed om zich helemaal in dienst te stellen van de eenvoudige koorzanger en –dirigent. Zo zijn er via het tijdschrift Even Aanzoemen tientallen tips voor instudering verschenen bij nieuwe partituren uit de ANZ-Koorreeks. Een helder inzicht in de partituur koppelde hij aan duidelijke, didactische wenken om de amateurdirigent en de koorzanger thuis te brengen in de partituur en de muzikaliteit te verhogen. Die

ingesteldheid blijkt ook voortdurend uit zijn talloze koorbewerkingen die in eerste instantie voor zijn eigen koor bedoeld waren, maar toch een ruimere verspreiding hebben gekregen via de koorblaadjes van Het Madrigaal. De bewerkingen ( twee- drie- of vierstemmig) waren niet zelden illustraties bij een eenvoudige koorscholing. Zij ondersteunden de koorleider die zijn vaak ongeschoolde zangers inzicht wilde verschaffen in het muzikale gebeuren. Via imiterende inzetten, uitgelezen (en voorbereide) intervallen, contrasten met grote en kleine seconden en tertsen en een geraffineerde cadens wil hij de gehoorvorming trainen en de zanger tonen hoe hij de gevraagde toon kan treffen en waar hij een opstap kan vinden naar een toon die je niet op voorhand kan horen. Het loont de moeite om die eigenschappen in Lode’s melodieën en bewerkingen te onderzoeken. Hij schreef niet alleen fraaie, volmaakte harmonieën, ook niet enkel creatieve en vlot zingbare melodieën in elke stem, maar hij ontwikkelde tegelijkertijd een didactisch procedé om de zanger te leren toontreffen. Daarbij kleurt een milde dissonant nog zijn schriftuur. Dat hij ook een frisse volksliedbewerking kan schrijven is bv. te horen in Vårvindar friska, een bijdrage in de bundel Vlaanderen in Europa, Europa in Vlaanderen.3

18 // stemband

stemband-13-06.indd 18

20/02/12 14:26


// MEESTERS

Het mooi geheim der dagelijkse dingen Als volledig eigen werk zorgde hij in eerste instantie voor lyrische kinderliederen, vaak met een beeldend karakter, zoals het Nachtegaaltje, of Kwikstaartje, Boerenbal en De Orgelman. Ook voor gelijkstemmig jeugdkoor leverde hij een fraaie bijdrage, bv. met de speelse liederen als Kristal en Lied voor als het lente wordt en Moeder wil de kerstkoek bakken een zeer gevarieerd lied vol humor. Het repertoire voor gemengd koor verrijkte hij o.m. met de geliefde Polka, het genoemde en stemmige In de lente is mijn liefje gekomen en het eclatante Alleluia, Benedicat Vobis. Werken die passen in het repertoire van elk koor. Voor kerkkoren schreef hij nog een vlot zingbare en goed klinkende Mis in de volkstaal voor koor en volkszang en een eenvoudige mis voor de liturgische uitvaartdienst. Zijn reciterend Onze Vader is beter verspreid dan het expressievere Ave Maria. Ook al was er de inspiratie en de kennis om meer te componeren, zelfs atonaal en experimenteel, toch bleef hij kiezen voor een aanbod waarmee hij vooral de brede koorbeweging wilde dienen. Het eerder genoemde Salve Regina is een kleine cantate voor gemengd koor en orgel, met het gregoriaanse Salve Regina als rode draad, afgewisseld met koralen op tekst van Guido Gezelle en een typisch Marialied als slot. Zijn Alleluia, Benedicat Vobis reikt naar de gewelven van de kathedraal in de traditie van Mgr. Van Nuffel en de Mechelse school, met “het evenwicht in de beleving van de evolutie”. Een uitvoering van de bekendste werken is te beluisteren op de cd “Tot iedereen het hoort”, opgenomen ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag.4 Eén lied wil ik nog vermelden: Het mooi geheim der dagelijkse dingen. Op een tekst van Dries Bogaert. Het lijkt me weinig verspreid, want het is bij mijn weten niet gepubliceerd. Door de titel zingt de authentieke stem van deze uitzonderlijke musicus. Bovenaan de partituur staat ‘rustig’ , maar de melodie zingt in een gevleugelde beweging de nachtegaal achterna en de begeleiding kleurt het beeld rijkelijk bij. Alles in dienst om het mooie geheim achter de dagelijkse dingen te onthullen. Lode houdt van rustige tempo’s, waarin elke toon zijn geldigheid krijgt en elk woord zijn zegging, met een natuurlijke maar goed geprojecteerde articulatie, zoals hij zelf spreekt. Toch schuilt achter zijn uiterlijke rust ook een intense gedrevenheid en stond zijn lange en gevulde, actieve loopbaan helemaal in het teken van een degelijke vorming op weg naar de immanente schoonheid van het nooit voltooide lied. ^

1. Even Aanzoemen, 24, nr. 3, 1996, p. 4-5. Met een lijst van het werk van Lode DIeltiens op p. 6 2. Even Aanzoemen, 28, nr.4-5, 2001, p.4 3. CVM 9812 4. Cd geproduceerd door het Huldecomité Lode DIeltiens, Berlaar

Aanbevolen koorwerk van Lode Dieltiens, een selectie Kinderkoor: Nachtegaaltje, Kwikstaartje, De Leeuwerik, De wielewaal, Nu kan de lente komen, Zonnelied, De Orgelman, Boerenbal e.a. SSA: Moeder wil de kerstkoek bakken, Krista, Lied voor als het lente wordt, De Hond,… SATB: Meetjesland, In de lente is mijn liefje gekomen, Het mooi geheim der dagelijkse dingen, Polka, Onze Vader, Ave Maria, Salve Regina, Alleluia-Benedicat Vobis,… Talloze volks- en kerkliedbewerkingen

// PATRICK VAN LOOY

driemaandelijks tijdschrift van Koor&Stem // 19

stemband-13-06.indd 19

20/02/12 14:26


// LITURGISCHE MUZIEK

Concertkoren in de liturgie op zoek naar evenwicht De recente oproep van paus Benedictus XVI om gregoriaans en polyfonie terug een bevoorrechte plaats te geven in de liturgie, zal bij de organisatoren van artiestenen concertmissen niet in dovemansoren zijn gevallen. Misschien dat een aantal pastores de oproep dan weer minder goed ontvangt: vooral diegenen die trachten naar een maximale inbreng van de gemeenschap via de volkszang, en die het koor dat gregoriaans of polyfonie brengt, weren uit de liturgie. Is het dan toch niet mogelijk om in de liturgie van na het Tweede Vaticaans concilie een harmonieus samengaan te bereiken van gregoriaans, polyfonie en volkszang? Dit artikel wil een aantal overwegingen aanreiken in deze delicate materie.

De schatkamer van de religieuze muziek Een meerderheid van de westerse religieuze muziek is gecomponeerd voor de liturgie: ze heeft bijgedragen tot de realisatie van liturgische handelingen. Een groot gedeelte van de teksten komt uit de Bijbel of vormt commentaren op Bijbelse woorden. De muziek probeert te verklanken waar het woord te kort schiet of helpt om de inhoud van de tekst beter over te brengen. Het gaat niet om het opluisteren van de liturgie; de muziek zelf is liturgie. Ze bezingt de God die ons nabij wil zijn. In haar schatkamer zijn verschillende vormen aanwezig, uit zeer veel stijlperiodes van de muziekgeschiedenis.

Wat de liturgie doet Liturgie wil geen kennis of wetenschap bijbrengen, maar cultiveren. Ze wil het Woord van God verkondigen, uitnodigen je leven te veranderen en naar dat Woord te richten. Daarbij maakt ze deel uit van een levende traditie: ze gebruikt elementen uit de traditie namelijk als gebed. Zo zingt zij de lof van God in het Gloria. Dat kan in een gregoriaanse versie, een polyfone of een eenstemmige muzikale zetting (in de volkstaal) zijn. In de recente vertaling

van L’intelligence de la liturgie van Paul Declerck (De liturgie begrijpen) lezen we: “De liturgie dompelt op een gelijkaardige manier de deelnemers onder in haar teksten en in haar muziek zoals in een bad, opdat ze er van doordrongen zouden geraken en haar zich eigen zouden maken. In alle betekenissen van het woord levert ze een cultuurwerk.”

een manier om zich tot God te richten. Het lijkt me wel belangrijk dat alle leden van het concertkoor en de dirigent zich bewust zijn van hun dienende rol in de liturgie: ze zingen de lof Gods of smeken tot Hem in naam van de aanwezige gemeenschap. Ze zijn er niet om aan de gemeenschap te laten horen hoe goed en kwaliteitsvol ze kunnen zingen.

Mogelijkheden en begrenzingen van een concertkoor in de liturgie

Keuze van het repertoire voor de wisselende gezangen

Een gemeenschap inspireren om zelf te zingen vormt een belangrijke opdracht voor een koor in de liturgie. De functie van een concertkoor in de liturgie herleiden tot louter aanzingkoor, zou echter afbreuk doen aan al haar kwaliteiten. Dit is weliswaar een belangrijke functie, maar er is veel meer. Het concertkoor kan het geloof uiten op een wijze die de gemeenschap niet zelf kan realiseren. Dankzij de meerstemmigheid en de rijkdom van het repertoire wordt het geloof niet alleen op een andere, maar vooral op een diepere wijze uitgedrukt. Toch kan de gemeenschap volledig deelnemen en zich zelfs aansluiten bij die geloofsexpressie: wanneer zij zich openstelt en zich laat raken door de muziek. Ook dit is

Zingen in gregoriaans of in de volkstaal: evident Het eerste criterium dat gehanteerd moet worden is: kan een bepaald gezang qua betekenis en qua vorm op een harmonische manier geïntegreerd worden in de liturgie die zal gevierd worden? In de eucharistische liturgie op zondag wordt reeds veel aan ons gegeven: de keuze van de lezingen, de verbondenheid met het kerkelijk jaar, met de wereldkerk. Elke muzikale invulling moet vertrekken van die vooraf gegeven inhoud. Voor het gregoriaans en voor de liederen in de volkstaal zijn er voldoende hulpmiddelen om te bepalen welke keuzes gemaakt moeten worden.

20 // stemband

stemband-13-06.indd 20

20/02/12 14:26


// LITURGISCHE MUZIEK

Polyfonie: niet zo evident Voor polyfonie ligt dat niet zo onmiddellijk voor de hand, vandaar dit korte overzicht van Latijnse teksten die polyfoon werden gezet voor specifieke periodes of momenten van het kerkelijk jaar. Deze gezangen kunnen goed geïntegreerd worden tijdens de eucharistieviering.

×× Veertigdagentijd: Super flumina (Psalm 137), Improperium exspectavit cor meum (Psalm 69) ×× Dank en lof: Cantate Domino   (Psalm 96), Jubilate Deo (Psalm 100), Exsultate justi (Psalm 33) ×× Verlangen naar God: Sicut cervus (Psalm 42)

×× Advent: Rorate caeli, Canite tuba, Prope est Dominus ×× Kerstmis: Angelus ad pastores ait, Puer natus est, O magnum mysterium, Verbum caro factus est, Dies sanctificatus ×× Veertigdagentijd: Peccantem me quotidie, Peccavi, de 7 boetepsalmen (Domine, ne in furore…miserere mei (Psalm 6) / Beati quorum remissae sunt (Psalm 32) / Domine, ne in furore…quoniam (Psalm 38) /   Miserere mei, Deus (Psalm 51)/   Domine, exaudi, orationem meam,   et clamor (Psalm 102) / De profundis clamavi ad te, Domine (Psalm 130) / Domine, exaudi orationem meam; auribus (Psalm 143) ×× Goede week: Gloria Laus,   Pueri Hebraeorum, Ecce quomodo,   Sancte Deus, O vos omnes ×× Pasen: Resurrexi, Haec Dies   (Psalm 118), Pascha nostrum, Dum transisset, Victimae paschali laudes ×× Paastijd: Ego sum Panis vivus, Scio enim ×× Pinksteren: Spiritus Domini, Veni Sancte Spiritus, Factus est repente ×× Allerheiligen: O quam gloriosum,   Gaudeamus

Polyfone missae

In het polyfone repertoire werden er heel wat psalmen op muziek gezet –   of meestal slechts enkele verzen uit de psalm. Enkele voorbeelden met gebruiksmogelijkheden:

De vijf delen van de polyfone mis hebben inhoudelijk elk een zeer eigen kleur. Het Kyrie is een vraag om ontferming, het Gloria is een lofzang, het Credo is de belijdenis van het geloof, het Sanctus is een lofzang en het Agnus Dei is de

In de renaissance werden zeer veel polyfone zettingen gemaakt voor de vijf vaste delen van de mis: Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus en Agnus Dei. Deze vijf werden in dezelfde muzikale stijl gecomponeerd, die soms gebaseerd was op een wereldlijk of een geestelijk model (de zogenaamde parodiemis). Sinds het Tweede Vaticaans concilie is men veel gevoeliger geworden voor de deelname van de gemeenschap aan de liturgische viering. Dit heeft gevolgen voor de keuze van de muzikale zetting van de vijf delen. Het Sanctus is het antwoord bij uitstek van de gemeenschap op de dankzegging van de prefatie die de priester heeft uitgesproken of gezongen. Paul Declerck schrijft hierover: “Het ‘Heilig’ is het belangrijkste gezang van de hele mis. De verzamelde gemeenschap roept haar God aan, niet met een spontane kreet maar met een citaat, ontleend aan het gezang van de vier levende wezens uit de Apocalyps, die zonder ophouden dag en nacht roepen: Heilig, heilig, heilig, Heer, God, Albeheerser, die was en die is en die komt.” Is het dan niet logisch dat het de gemeenschap zelf is die dit Sanctus zingt?

aanroeping van het Lam Gods en een vraag om ontferming. Door het gebruik van hetzelfde muzikale materiaal in de muzikale zettingen van renaissancemissen is de eigen kleur van elk deel een beetje verloren gegaan. Het is dan ook niet noodzakelijk om in de liturgie vast te houden aan de eenheid van deze vijf delen. In mijn eigen praktijk in de kathedraal van Brugge kies ik dikwijls voor een polyfone zetting van het Kyrie en het Gloria, en een gregoriaanse zetting van het Credo, Sanctus en Agnus Dei; zo wordt het mogelijk voor de gemeenschap om zelf ook mee te zingen.

Duidelijkheid prioritair Wie een concertkoor wil betrekken in een liturgische viering, doet er best aan om een gezond evenwicht na te streven tussen de diverse muziekgenres en daartoe goede afspraken te maken met de liturgische werkgroep en de voorganger die de dienst voorbereiden. Om de actieve deelname van de gemeenschap mogelijk te maken, is het nuttig om een volgblaadje te maken waarop alle teksten (met vertaling) die tijdens de liturgie gezongen worden, afgedrukt staan. ^ // IGNACE THEVELEIN Uit Zacheüs, wegwijs in de liturgie, jrg. 24 nr. 4, Augustus 2011, pp 97-100

driemaandelijks tijdschrift van Koor&Stem // 21

stemband-13-06.indd 21

20/02/12 14:26


// REPERTOIRENIEUWS

Repertoirenieuws Like the first Morning

---

---

Eerder verscheen al Christmas a cappella bij Bärenreiter, nu is er Spirituals a cappella. In de nieuwe bundel vind je een selectie van de meest populaire traditionele Afro-Amerikaanse liederen in het Engels. De arrangementen zijn eenvoudig genoeg zodat je veelal met een beperkte repetitietijd een hoog uitvoeringsniveau kan behalen en zodat ook de kwaliteit van de originele melodieën terdege tot uiting komt.

Bij Gustave Bosse Verlag kwam een bundel muziek op de markt – Like the first Morning – met poparrangementen van internationale volksliederen voor vierstemmig gemengd koor a cappella. De bezetting is interessant omdat de 3de stem zowel door de 2de alten als door tenoren kan gezongen worden en de vierde stem veelal de baritontessituur hanteert. De arrangementen van Morning has broken, Guantanamera, Amazing Grace, Sometimes I feel like a motherless child, Sur le pont d’Avignon en Kalinka zijn overwegend homofoon.

De uitgave is verstandig samengesteld. Zo wordt het draaien van bladzijden binnen een stuk zoveel mogelijk vermeden en werd de hoofdmelodie met een symbool aangeduid. De bundel bevat spirituals rond het oude en het nieuwe testament, het christelijk leven, dood en verlossing. De bewerkingen zijn voor gemengd koor, maar meestal wordt de basstem nog eens ontdubbeld.

? De bundel is aanwezig in de

bibliotheek van Koor&Stem en kan er ook besteld worden. ^

Koorpagina’s Voor de koorpagina’s van februari schreef David Anne (°1970) het eenvoudige Measurements voor vierstemmig koor met bodypercussion, een licht inzingstukje waarbij de stemmen een instrumentaal ensemble nabootsen. Anne volgde muziektheorie, compositie, directie en muziekpedagogie aan het Koninklijk Conservatorium in Gent. Als muziekpedagoog is hij werkzaam binnen de Steinerpedagogie en geeft hij kamermuziek- en compositiestages. Als componist schrijft hij voor een waaier van bezettingen. Daarnaast is hij actief als dirigent. Thomas De Baets droeg Wolkje voor kinderkoor op aan Villanella onder leiding van An Alen. Voor dit laatste werkje krijg je eerder in de StemBand praktische tips.

? De koorpagina’s kan je bestellen bij

Koor&Stem en kosten € 0,75 per stuk. ^

Thomas De Baets

Spirituals a cappella

? De bundel is aanwezig in de

bibliotheek van Koor&Stem en kan er ook besteld worden. ^

Het vocaal instrument --Het vocaal instrument van Lucie Frateur (1915-2006) was in het Nederlands al een tijd niet meer beschikbaar. Lucie Frateur was lange tijd een autoriteit op het valk van stemtechniek en gaf les aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen. In haar boek lees je alles over het zanginstrument in de praktijk, de ademhaling, het dekken van de stem, de passage, de registers. Je kan het boek (€ 35) bestellen via agnes_deckers@hotmail.com

22 // stemband

stemband-13-06.indd 22

20/02/12 14:26


// REPERTOIRENIEUWS

Religieuze koormuziek uit Polen en België Als Luc Famaey, eigenaar van het platenlabel Phaedra, en dirigent Herman Engels, beide belangrijke verdedigers van Vlaamse muziek, samenwerken, kan je een representatief product verwachten. De nieuwe cd ‘Koormuziek uit Polen en België’ die in de reeks ‘In Flanders Fields’ verscheen, illustreert het. Zoals de titel zegt, gaat het uitsluitend om geestelijke koormuziek uit de twee landen. Herman Engels dirigeert regelmatig koren en orkesten uit de vroegere Oostbloklanden (Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Roemenië en Baltische staten). Met het koor van de Poolse Radio in Krakau werkt hij voor de eerste keer. Het programma vermeldt werken van belangrijke (koor)componisten vanaf de 19de eeuw tot heden uit beide landen. Hoewel de componisten lukraak door elkaar vloeien is het schijfje niet als confrontatie bedoeld, maar eerder als informatie van wat in die tijd voor koor a capella of met orgelbegeleiding werd geschreven. Van Poolse kant gaat het vooral om de 78-jarige Krzysztof Penderecki uit Krakau zelf, nestor van de Poolse hedendaagse componisten

en de vorig jaar gestorven Henryk Górecki die dichter bij Arvo Pärt staat. Minder bekend is Józef Elsner (17961854), leraar van Chopin en van Ignacy Dobrzynski die ook op de cd staat. Dobrzynski werd in Oekraïne geboren en was een klasgenoot van Chopin aan het conservatorium van Warschau. De laatste Poolse componist op de cd is de 79-jarige Wojciech Killar, leerling van Nadia Boulanger in Parijs. De componisten uit België zijn, op de Luikenaar César Franck na, allemaal Vlamingen: Edgar Tinel, Jules van Nuffel, Vic Nees en Jan van der Roost. Het Radiokoor uit Krakau telt een veertigtal leden en werd in 1948 opgericht. Het is een typisch omroepkoor met repertoire uit alle perioden en met een focus op hedendaagse Poolse toondichters. Wat het uitvoeringsniveau betreft, kan dit koor met ons Vlaams Radio Koor vergeleken worden. Vooral de vrouwenstemmen klinken goed, bij de mannen hoor je kleine mankementen zeker wat de tenoren betreft. Herman Engels, leraar aan de conservatoria van Utrecht en Den Haag, heeft zich in de interpretatie van de gekozen werken duidelijk tot in de details verdiept. Over elke samengestelde cd kan men discussiëren. ‘Choir music from Poland and Belgium’ wil echter geen representatieve keuze bieden, maar wel degelijke geestelijke koormuziek die heden ten dage in beide landen wordt uitgevoerd. In dit opzicht voldoet dit schijfje, met een mooi verzorgd hoesje, perfect. ^ // Mirek Cerny

Schenking met partituren voor mannenkoor! --De bibliotheek ontving onlangs een schenking met partituren voor mannenkoor. Tevredenheid alom, want dit is niet meteen een doelgroep waarvoor we veel in huis hebben. Sing Low is een bundel anthems, motetten en andere religieuze muziek voor lage stemmen om tijdens de liturgie te zingen. Een rijke bron van nieuwe en ongepubliceerde werken, maar ook werk uit de middeleeuwen en de renaissance. De meeste zettingen zijn driestemmig met orgel voor alt, tenor en bas van de hand van Barry Rose, voormalig dirigent van de kathedraalkoren van Guildford, St. Paul’s en St. Albans. In de schenking troffen we ook heel wat Baltische koormuziek aan. Zo ook een aantal toegankelijke religieuze werken voor mannenkoor van de Letten Vytautas Miškinis en Rihards Dubra die zowel binnen de liturgie als een concert een plaats verdienen.

d Alle muziek is aanwezig in de bibliotheek van Koor&Stem en kan er ook besteld worden. ^

driemaandelijks tijdschrift van Koor&Stem // 23

stemband-13-06.indd 23

20/02/12 14:26


// REPERTOIRENIEUWS

een aantal vooraanstaande musici en musicologen zoals Jan Dewilde, Pieter Mannaerts, Jozef De Beenhouwer, Frits Celis, Michaël Scheck, Walter Calleaert en Sus Herbosch. Vic Nees zorgde voor een overzicht van zijn religieuze en profane koormuziek.

Het boek De Boeck

In het kader van het August De Boeckjaar gaf het gemeentebestuur van Merchtem de opdracht aan een aantal vooraanstaande De Boeckkenners een monografie samen te stellen over deze eminente Merchtemse toondichter. Die opdracht resulteerde in een lijvig boek (462 pagina’s) met meer dan 400 illustraties en een bijhorende cd met opnamen uit het VRT-archief (oa. Fantasie op twee Vlaamsche Volkswijzen, kindercantate Gloria Flori, Het Kerksken van ten Lande, enz.)

Je kan dit boek toegestuurd krijgen door het bedrag van € 41 (dit is € 30 voor het boek en € 11 voor de verpakking en de verzending) te storten op rekening   BE40 0910 0016 8363 van het gemeentebestuur Merchtem (Nieuwstraat 1, 1785 Merchtem) met de vermelding ‘monografie ADB’. Het boek met cd wordt je dan thuisbezorgd tegen ontvangstbewijs. ×× Monografie: August De Boeck (1865-1937), componist. Jozef De Beenhouwer en   Frank Teirlinck (redactie)  468 pag. met ca. 400 illustraties   en compilatiecd  ISBN: 9789081778107

? Het boek kan ook ingekeken worden

in de bibliotheek van Koor&Stem, maar is niet uitleenbaar. In september zal Stemband dieper ingaan op het August De Boeckjaar. ^

CD KORT --Dit gevarieerd cd-aanbod omvat verschillende belangrijke perioden in de koormuziek, gaande van motetten van de de 14 -eeuwse Guillaume de Machaut tot de 52-jarige Schotse componist James MacMillan. Er is ook nieuws van het Collegium Vocale en het schitterende Zweeds Radiokoor laat weer van zich horen, dit keer in koormuziek van Francis Poulenc. Na een dertigjarig leiderschap van Eric Ericson die het Zweeds Radiokoor naar de absolute top bracht, volgden verschillenden dirigenten elkaar snel op. Sinds 2007 staat het koor o.l.v. de jonge Nederlander Peter Dijkstra en het lijkt een goede keuze. Onder de titel ‘Figure

In het eerste deel van dit boek reconstrueren Frank Teirlinck, Jan Melsen en Kristin Van den Buys het leven van de componist. Daarbij wordt dieper ingegaan op zijn diverse activiteiten en functies in het Belgische muziekleven. Een apart hoofdstuk is gewijd aan De Boecks passie voor de schilderkunst en zijn vriendschap met James Ensor. In het tweede deel wordt zijn muzikale oeuvre grondig geanalyseerd door

24 // stemband

stemband-13-06.indd 24

20/02/12 14:26


// REPERTOIRENIEUWS

Humaine’ verscheen een cd met religieuze (‘Mis in G’) en wereldlijke muziek (‘Sept chansons’, ‘Un soir de neige’ en ‘Figure Humaine’) van Francis Poulenc. Een perfecte homogeniteit, technische volmaaktheid en levendige vertolking zijn maar enkele karakteristieken van dit uitstekend koor. (Channel classics)

De ‘Tsjechische Bach’ Jan Dismas Zelenka wou zes ‘Missae ultimae’ schrijven. Het werden er uiteindelijk drie. De ‘Missa Dei Patris’ uit 1740 is een bewijs van de diepe geloofsovertuiging van de componist. De cd is een uitgave van de interessante reeks ‘Musik aus Dresden’, de stad aan de Elbe waar Zelenka werkzaam was. Het Kammerchor en Barockorchester Stuttgart voeren de omvangrijke mis, o.l.v. Frieder Bernius, op hoog niveau uit. Niet voor niets kreeg deze uitgave de ‘Preis der Deutschen Schallplattenkritik’. (Carus)

schriftuur is toegankelijk en kan een ruimer publiek aanspreken, zeker in een uiterst zorgvuldige en fris klinkende uitvoering van The Sixteen. (Coro) De derde cd van het nieuwe label van Philippe Herreweghe Phi is, op één uitzondering na, aan composities voor koor en orkest van Johannes Brahms gewijd. Herreweghe voert de werken, waaronder het ‘Schicksalslied’, de ‘AltRhapsodie’ en het bekende motet a capella ‘Warum is das Licht gegeben’, met zijn eigen ensembles uit. Het Collegium Vocale is versterkt, vermoedelijk met de Accademia Chigiana, en de Zweedse mezzo Ann Hallenberg en het Orchestre des Champs-Elysées werken ook mee. Een mooi product met een gewaarborgde kwaliteit. (Phi) Tot slot iets helemaal anders. In de 14de eeuw werd, allicht in de Ardennen, Guillaume de Machaut, de leidende figuur van de Ars Nova stijl, geboren. Het Franse vocaal en instrumentaal ensemble met dezelfde naam, zette maar liefst 33 motetten op een dubbel cd. Men moet eerst aan deze op het eerste gezicht vreemde klanken wennen om er van te kunnen genieten. Musica Nova helpt wel door zijn transparante uitvoering. (Aeon) ^ // Mirek Cerny

James MacMillan heeft zijn ‘Miserere’ opgedragen aan dirigent Harry Christophers van The Sixteen die het werk vertolkt op zijn nieuwe cd. Het werd geschreven in 2009 in opdracht van het Festival van Vlaanderen Antwerpen en daar ook gecreëerd. Het schijfje bevat tevens enkele andere geestelijke werken van de componist. MacMillans

driemaandelijks tijdschrift van Koor&Stem // 25

stemband-13-06.indd 25

20/02/12 14:26


// COLUMN

Restaurateurs Alle Vlaamse televisiezenders, kranten en tijdschriften die zich respecteren, hebben een rubriek over restaurants. Sommige restaurateurs zijn sterren geworden op de wijze waarop alleen coureurs en kunstenaars dat vroeger waren. Zij krijgen al zoveel aandacht van exclusief etend Vlaanderen dat ik hier niet nogmaals hun lof moet zingen. Hoewel het uiteindelijk toch over zingen zal gaan. Maar langs een omweg. Ik heb het over de tweede soort restaurateurs, de specialisten die kunst in haar oorspronkelijke staat herstellen. Die restaurateurs zijn bij naam alleen in gespecialiseerde kringen bekend. Voor ons zijn het anonieme mannen en vrouwen die met een flinterdun penseeltje en een vergrootglas urenlang minutieus wimpers en rimpels hun oorspronkelijke glans teruggeven. Zij laten de mensen opnieuw zien wat hun voorouders eeuwen geleden zagen. Het kan evengoed over meubels gaan, over kleren of over oude gebouwen. Het kan over alles gaan wat de moeite loont. Dus zeker over muziek. Wie lang geleden naar BRT-3 luisterde, zal zich ongetwijfeld de titel herinneren: Muziek zoals de meesters ze hoorden. Het was de begintijd van de historische muziekpraktijk. De blokfluit en de traverso namen het over van de dwarsfluit, het klavecimbel verdreef de piano, de darmsnaar haalde het van de stalen snaar. Ook de vocale wereld bleef niet onberoerd: de countertenor veroordeelde de vrouwelijke alt tot werkeloosheid en de seksueel nauwelijks gedefinieerde sopranist bedreigde de rondborstige sopraan. In de zangklas werd Verdi vervangen door Monteverdi en Of-

fenbach door Bach. Elk vibrato werd meedogenloos bestraft en tot een rechte toon afgevijld. Amateurkoren konden niet volgen. Ervaren sopranen met een overheersend timbre werden argwanend bekeken door de jonge garde. Betonnen bassen werden alleen nog geduld voor onhaalbaar diepe tonen en stralende tenoren moesten hun glans dimmen. De niet zo populaire altpartij werd daarentegen rijkelijk aangevuld met gezakte sopranen. De koorwereld beleefde een revolutie. Oratoriumkoren verdwenen, kamerkoren ontstonden en er werd duchtig aan de programma’s gesleuteld. De historische muziekpraktijk breidde zich uit over renaissance en classicisme en de pas op hun hoogtepunt gekomen kamerkoren begonnen in te leveren. Motetten, chansons en madrigalen die aanvankelijk de hoofdbrok van hun repertoire vormden, geraakten op de achtergrond onder de druk van de snel aangroeiende professionelen van de oude muziek. Zolang als ik in jury’s heb gezeten, heb ik het aandeel oude polyfonie in de wedstrijdprogramma’s zien ineenschrompelen. De juryleden waren soms zo tegenstrijdig in hun beoordelingen dat de ene afbrak wat de andere loofde. Ook bij hen heerste verwarring. Een en ander heeft de amateurkoren doen besluiten geen oude polyfonie meer te zingen. Buiten een paar ensembles die nooit aan wedstrijden deelnemen, hebben zij het terrein overgelaten aan de professionals. Oude muziek werd een privilege van specialisten. Nieuwe muziek trouwens ook. Wat blijft er over op wedstrijdprogramma’s?

26 // stemband

stemband-13-06.indd 26

20/02/12 14:26


// COLUMN

Alles wat daartussen ligt: romantische muziek en veel eigentijds Angelsaksisch werk. En vanzelfsprekend ook popmuziek. Nieuwe pop heeft de oude polyfonie vervangen. Het beeld dat ik schets, is vanzelfsprekend karikaturaal. Het beschrijft in een notendop een evolutie van drie decennia. Waar ik naartoe wil, heeft te maken met die voortdurende grote, algemene ontwikkeling in het muziekleven. Tendensen gaan en komen. Het is de laatste jaren duidelijk geworden in welke richting we evolueren. Na Glenn Gould had geen enkele pianist nog Bach gespeeld, tenzij als studiemateriaal. De laatste jaren wordt de platenmarkt opnieuw overspoeld met schitterende Bach-opnamen van diverse pianisten, zelfs met opnamen van Bach-Busoni. De grenzen zijn verlegd. Je moet zelfs zoeken naar nieuwe versies op clavecimbel. Het dogmatisch karakter dat de historische muziekpraktijk vergezelde, heeft aan gezag ingeboet. Les héros sont fatigués. Maar hun werk is niet vruchteloos geweest. Het verleden keert niet weer. Niemand zal ooit nog oude muziek uitvoeren zoals onze opa’s dat deden. Er heeft een doopsel plaatsgehad, en een doopsel plaatst een merkteken, hoewel hier geen eeuwigdurend. Ik wil pleiten voor het opnieuw integreren van oude polyfone muziek, van Italiaanse madrigalen en Franse chansons in onze gewone koorprogramma’s. Je kan ateliers volgen bij specialisten, je kan je documenteren op allerlei manieren, maar je hoeft geen specialist te zijn om een stukje Lassus te dirigeren. Dit nummer van Stemband is gewijd aan kinderkoorzang. Ik heb zelf mijn opleiding gekregen in een kinderkoor: het St.Romboutskoor in Mechelen. Ik heb onder leiding van Jules Van Nuffel missen gezongen van Lassus en De Monte. De Monte in de eigen uitgave waarin Van Nuffel accenten, crescendi en decrescendi had geplaatst naast forte’s en piano’s. Ik heb het overleefd. Ik heb De Monte leren kennen in Mechelen waar hij zelf vandaan kwam, op een andere wijze dan waarop hij het zelf misschien heeft bedoeld. Maar ik heb nog erg jong zijn polyfonie aan den lijve ondervonden. Ik ben daardoor geen muzikale obscurant geworden. In een tijd die bol staat van de informatie, bestaat dat gevaar voor niemand meer. Dirigenten van alle soorten koren - kinderen, vrouwen, mannen, gemengd - voel jullie niet langer in quarantaine wat de oude polyfonie betreft. Het mag weer. // Vic Nees

driemaandelijks tijdschrift van Koor&Stem // 27

stemband-13-06.indd 27

20/02/12 14:26


Aan dit nummer werkten mee:   Kaat Peeters, Aart De Zitter, Erik Demarbaix, Tom Eelen, Philippe Rixhon, Sarah Claeys, Jan Dewilde, Ludo Claesen, An Alen, Koenraad De Meulder, Patrick Van Looy, Ignace Thevelein, Liesbeth Segers, Mirek Cerny, Vic Nees. EINDREDACTIE: Ivo Jacobs COÖRDINATIE: Jan Stofferis Kooraansluiting: € 68, Individueel abonnement: € 20 Rek. nr. 735-0037517-63 t.n.v. Koor&Stem vzw DRUK Van der Poorten OPLAGE 3.000 ex. VORMGEVING apple-n.be, brand-ink.be

CD / DVD

Koor van het Jaar 2010-11 Promo tot 31/03/2012 CD € 8 (i.p.v. € 10)

DVD € 12 (i.p.v. € 15)

Deze prijzen zijn excl. verzendingskosten. Te bestellen via rita.coeck@koorenstem.be. 28 // stemband

stemband-13-06.indd 28

20/02/12 14:26


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.