Stemband nr. 15 (2012)

Page 1

P.B. /P.P. 2/111 3000 LEUVEN MAIL  P802021. AFGIFTEKANTOOR 3000 LEUVEN MAIL

V.U. Koenraad De Meulder, Zirkstraat 36, B-2000 Antwerpen / Virtual Choir 3 © Eric Whitacre

stemband #15 .2012, NR NR15 13 DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM VZW JAARGANG 10, 02 09 > 05 11.2012,

HERVÉ NIQUET

L E U IT IR P S F E H C LE K C E O B E D R E V O EEN BOEK

EEL U T IR V D N E M R A HARTVERW


// GENRE

INHOUD 3 LE CHEF SPIRITUEL Stemband sprak met Hervé Niquet 6 VIER JONGE WOLVEN Aanstormend talent in de koordirectie 8 LEER KINDEREN OPNIEUW ZINGEN Koor&Stem organiseert de opleiding Zingen met Kinderen 11 EEN BOEK OVER DE BOECK AAN DE SLAG • O salutaris hostia - August De Boeck • Autumn - Jan Van der Roost • Caro mea vere est cibus Lode Dieltiens • Hoe betaal ik een dirigent? 18 HARTVERWARMEND VIRTUEEL 21 VOLKSZANG & KOORZANG in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal te Antwerpen

Even dit… Londen of Turijn? Op 4 augustus 2012 werd Europa Cantat XVIII Turijn afgesloten met een prachtige slotmanifestatie in het centrum van de stad en ineens werd Europa Cantat XIX Pécs 2015 (Hongarije) aan het publiek voorgesteld. Nauwelijks een week later werd in Londen een gelijkaardige ceremonie georganiseerd. Op 12 augustus 2012 sloot IOC-voorzitter Jacques Rogge de Olympische spelen af met de overhandiging van de Olympische vlag aan Eduardo Paes, de burgervader van Rio de Janeiro, dat in 2016 de Spelen organiseert. Je zou bijna denken dat het IOC zijn mosterd haalde bij Europa Cantat. Sport en cultuur liggen veel dichter bij elkaar dan dat we zelf vermoeden. Sportlui en zangers brachten voor de evenementen in Londen en Turijn duizenden mensen bij elkaar rond een gedeelde passie. Het publiek kon genieten van schitterende sportieve en artistieke momenten, het resultaat van jarenlange trainingen of oefeningen. Duizenden jongeren uit de hele wereld gaven als atleet of als zanger het beste van zichzelf. Gedreven door een grenzeloze motivatie brachten zij sportieve en vocale topprestaties. Zij werden hierbij op een heel deskundige manier gecoacht en begeleid door mensen uit het vak: trainers, psychologen, dirigenten, enz.

25 CD

Honderden vrijwilligers boden zich spontaan aan om mee te draaien in die feesten van de passie. Zij kregen binnen die evenementen een duidelijke en herkenbare plaats en zorgden samen met de professionele medewerkers voor een vlekkeloos verloop van de sportieve en muzikale activiteiten.

27 COLUMN Vic Nees

De steden Londen en Turijn ademden een geest uit van vriendschap, verdraagzaamheid en respect voor de grote culturele en sociale diversiteit binnen de sport- en   cultuurgemeenschap.

23 REPERTOIRENIEUWS

Maar we moeten eerlijk zijn! De concepten van beide evenementen zijn dezelfde. De schaal waarop ze georganiseerd worden, is niet te vergelijken. Het budget van Europa Cantat Turijn was een fractie van de middelen waarover de Olympische Spelen beschikken. De media-aandacht voor het koorfestival in Turijn verdwijnt in het niets vergeleken met de spelen in Londen. De professionele omkadering van de Spelen is iets waar we in de koorwereld voorlopig alleen van kunnen dromen. De grote kleinschaligheid van Europa Cantat is misschien wel uniek in Europa en dat maakt het zo aantrekkelijk. En bovendien, terwijl de zangers blij en zingend naar huis terugkeren, blijven de sportlui zeuren over gemiste medailles, het tekort aan geld en het gebrek aan goede sportinfrastructuur. Of waarin kleine zangers groot kunnen zijn. ^

KOENRAAD DE MEULDER // Directeur Koor&Stem

2 // STEMBAND


// INTERVIEW

Le chef spirituel Tussen twee repetities door sprak Stemband met Hervé Niquet over zijn visie op koor, koorleiding en koorleven. De Franse dirigent, pianist en zanger Hervé Niquet kent u misschien vooral als artistiek leider van het epoque-ensemble Le Concert Spirituel. Niquet is echter sinds enige tijd ook chef-dirigent van het Vlaams Radio Koor (VRK) en regelmatig te gast als dirigent van Brussels Philharmonic. ¬ Mijnheer Niquet, naar verluidt werkt u tegenwoordig ook individueel met de zangers van het VRK. Dat is historisch gezien redelijk opzienbarend. Dat klopt, tenminste: het klopt dat ik individueel werk met de zangers. Al vlak na mijn aanstelling als chef van het koor heb ik alle zangers een kwartiertje bij mij laten komen. Ze mochten zingen wat ze wilden – er was ook een pianist. Waarom? Om hen te leren kennen. Om te weten wat voor vlees ik in de kuip heb. Als dirigent neem ik immers de volle verantwoordelijkheid voor het resultaat dat we bereiken. Ik voel me dus ook verantwoordelijk voor het niveau van iedere zanger apart, en voor het handhaven van dat niveau. Voilà, zo eenvoudig is het. In koor zijn die zangers echt formidabel, maar als we vooruitgang willen boeken – en dat moet toch de bedoeling zijn – moet ik weten… comment se fait la cuisine. ¬ Die werkwijze lijkt me ook makkelijker om op mogelijke problemen te anticiperen; om beter te weten te komen hoe u bepaalde nieuwe dingen moet aanbrengen of vragen. Klopt. In koor kan ik immers niet alle problemen meteen verhelpen: je moet repeteren, je hebt dus wat anders aan je hoofd dan individuele, al dan niet vocale problemen op te lossen.   Bij zo’n solosessie daarentegen, hoor ik alles: de goede dingen zowel als de slechte - of zal ik ze ‘zwakheden’ noemen? In één moeite door laat het me toe de zaken van binnenuit beter te organiseren. In het begin hadden ze natuurlijk schrik. Maar het was geen auditie, het was een kennismaking. Uiteindelijk gaat nu alles heel snel: de leslijst geraakt snel gevuld.

© F. Vercruysse

¬ In elk geval wijst die aanpak, of gewoon al de mogelijkheid ervan, op een zeer goede verstandhouding tussen uzelf en het koor. Ik herinner me een tijd waarin een chef het niet moest proberen om zich tot de individuele koorleden te richten, of om hen in welk opzicht dan ook te isoleren. (Denkt na) Ik heb geen probleem met koren. Omdat ik kan zingen. Ik denk dat het dat vooral is. Ik weet dus hoe moeilijk zingen – en a fortiori in koor zingen – eigenlijk is. Men moet

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 3


// HERVÉ NIQUET

zich realiseren dat het hier in principe niet om solisten gaat. Men is fier in groep, niet noodzakelijk als solist. Ik weet hoe ik hen met bepaalde aspecten kan helpen, maar dat vergt niet noodzakelijk dezelfde aanpak voor iedereen. Ik probeer me zo te schikken dat iedereen er zich goed bij kan voelen. In elk geval begrijpen we elkaar altijd meteen goed wanneer het over de technische kant van het musiceren gaat. ¬ Op welk moment heeft u gedacht dat u als zanger door het leven zou gaan? U bent immers ook pianist, dirigent, als ik me niet vergis heeft u bij Herreweghe gezongen. Jazeker, ik heb gezongen voor Les Arts Florissants van William Christie, voor La Chapelle Royale en het Ensemble Vocal Européen met Philippe Herreweghe, en ik heb nog heel veel andere dingen gedaan. Maar ik heb moeten kiezen. Ik ben gestopt met zingen nadat ik in twee dagen de baritonsolo in het Requiem van Fauré en de bassolo in het Requiem van Mozart moest vertolken. Toen (veegt veelbetekenend zijn handen) was het gedaan. Het is niks voor mij, het kost me teveel pijn en moeite. Je moet voortdurend in topvorm zijn, het is zo’n grote verantwoordelijkheid. Maar je bent natuurlijk niet altijd goed, en daar moet je mee kunnen omgaan. Het is een danige stress en die kan ik niet verdragen. Maar ik houd er wel heel wat bagage aan over. Ik weet hoe een zanger zich voelt, ik weet hoe het is om ziek te zijn of om niet over de hele stem te kunnen beschikken, en ik denk dat ik daarom nooit noemenswaardige problemen heb gehad met koren. ¬ U legt er al enkele keren de nadruk op dat het VRK een professioneel koor is. Wat verstaat u daaronder, in een wereld waarin amateur- en professioneel werk veel meer dan elders elkaar overlappen? Wat is het dat een koor professioneel maakt? Het salaris en alles wat dat met zich mee brengt. Vaak betekent dat jammer genoeg een verlies van passie. Gewoonte en ambtenarij. (Denkt lang na) Er zijn verschillende professionele statuten: er zijn de operakoren, die vormen een wereld apart. Er zijn kamerkoren, radiokoren met een zeer specifieke functie, er zijn symfonische koren, die je in onze contreien weliswaar erg weinig vindt. Bij al die koren heerst er meestal zo’n sfeer… Hoe zal ik die omschrijven? Je moet alles vragen wat je als dirigent wilt, je krijgt nooit iets vanzelf. Maar goed, in theorie kan elke zanger in een dergelijk koor technisch gezien zingen. De zangers hebben hun basis zoals een instrumentalist die heeft, en als je met hen werkt, komt er meteen schot in de zaak.

4 // STEMBAND

Bij amateurkoren is dat anders. Het zijn mensen die van muziek houden – en vergis je niet: er zijn amateurkoristen die even goed zijn als professionelen, maar die het zingen gewoon niet als broodwinning hebben gekozen. Met een amateurkoor kan het alle kanten op, maar er is steeds een algemene passie die iedereen verbindt – en die ik niet wil onderschatten, ze is een krachtige motor. Je vindt er mensen van wie het technische niveau allicht niet te vergelijken is met dat van een professioneel, maar die door die passie gedreven worden. Er zijn erg slechte amateurkoren, maar evengoed amateurkoren waarin die passie zorgt voor bijzonder fraaie resultaten. Maar als dirigent beschik je dan niet over een ideaal apparaat. Daar zie ik toch wel een verschil, zelfs tussen een goed amateurkoor en een slecht professioneel koor. Hun sociologisch gedrag is totaal verschillend. En erg vaak zijn dirigenten van amateurkoren ook zelf amateurs. Dat leidt uiteraard tot een (wikt zijn woorden) breekbare alchemie. Anderzijds zijn de liefde en de passie van amateurkoren onvervangbaar. Om kort te gaan: het beste professionele koor is het koor dat professionele techniek – dagelijks studeren, goed lezen – combineert met de liefde van de amateur. Met die combinatie kan je bergen verzetten. En dat is precies wat we doen met het VRK. ¬ Het valt niet mee om vandaag veel volk op de been te krijgen voor een koorconcert. Ooit was dat anders. Ooit werd het als een haast ideaal instrument beschouwd, een beetje zoals het orgel. Beide zijn nu enigszins in onbruik geraakt, of toch de liefde van het grote publiek kwijtgespeeld. Wat is er gebeurd? (Denkt lang na) Ik denk dat het deels aan de conjunctuur ligt – het is simpelweg een beetje een lastige periode. Het is waar dat je twintig jaar geleden een koorconcert kon organiseren en in geen tijd uitverkopen. Het is nu anders. Ligt dat, voor de zoveelste keer, aan de algemene cultuur van het publiek, die in vrije val is? Of ligt het aan de moeilijke financiële situatie? Ik denk dat er ook hier verschillende parameters zijn die niet noodzakelijk iets met elkaar te maken hebben. Wat u zegt is des te merkwaardiger omdat België een land is met erg goede koren, zowel amateurkoren als professionele. Dus zou er in principe geen reden mogen zijn om publiek te verliezen. In Frankrijk lijkt het me logischer omdat er daar zo ongelooflijk veel slechte amateurkoren zijn. Er is verbetering, maar we komen van erg ver qua verlies van muzikale en vocale cultuur. Jullie hebben daarentegen een zeer sterke amateurkoortraditie, zoals in Engeland of Duitsland.


// INTERVIEW

Het beste professionele koor is het koor dat een professionele techniek combineert met de liefde van de amateur. ¬ Erg lief, dat u ons met Duitsland of Engeland vergelijkt. Okee, laten we over Engeland zwijgen, want daar is iedereen goed (lacht bijna, voor het eerst in dit gesprek). Maar weet u, de terugloop ligt ook een beetje aan de tijdsgeest, denk ik. Heeft het te maken met het feit dat koren vaak religieuze muziek brengen, of gewoon nog maar het feit dat ze vaak in kerken zingen? Opnieuw: er zijn zoveel parameters om rekening mee te houden. Het is moeilijk te ontrafelen. Feit is dat er een zekere somberheid heerst die alles beschadigt. Dat maakt dat er in de eerste plaats veel pedagogisch werk op de plank is. Zowel professionele als amateurkoren moeten samenwerkingsverbanden zoeken met pedagogische instellingen: scholen, conservatoria,… Dat is het enige wat over een periode van tien, vijftien, twintig jaar publiek kan genereren. Want eens je midden in een koor terecht bent gekomen, ben je verkocht, dat zal altijd zo blijven. Mee van de gelukkigste momenten van mijn leven heb ik al zingend in een koor beleefd. ¬ Over pedagogie gesproken: wat vindt u van de dirigentenopleidingen, hetzij in Frankrijk, hetzij hier? Ik kan alleen over Frankrijk spreken, al zullen er wel parallellen zijn. Een koor dirigeren begint bij ons niet zelden in de kerk: je dirigeert een beetje, het werkt op een bepaalde manier en er komt schot in de zaak. Op die manier blijf je als chef wel meestal in de amateurwereld hangen en is het vaak onmogelijk om een bepaalde kwaliteitsgrens over te steken. Men blijft in zijn dorp of stad. Af en toe is er evenwel iemand die de juiste interesse vindt, die doorgroeit en transformeert. Iemand die liefst ook een instrument heeft leren spelen en dan beslist om een koor te willen dirigeren. En het te willen leren – dat is gek genoeg vaak al een hele demarche. Algemeen mag je wel zeggen dat het onderwijs in zowel koorzang als koordirectie niet al te geweldig is in Frankrijk. Je moet al erg ver geraken om de juiste mensen te vinden die je kunnen opleiden.

andere chefs gaat bekijken, dan gebeurt er natuurlijk niks. Ik moet wel zeggen dat er in Frankrijk wel wat begint te bewegen. Een en ander begint professioneler te worden. Er komen stilaan degelijke opleidingen in de conservatoria. Een goede zaak, want het is door betere chefs dat de koren beter worden, en die laten op hun beurt toe om chefs beter te laten doorgroeien. Een dirigent moet niet oreren, maar werken. Ik heb dirigenten bezig gezien – en ik spreek algemeen, niet over individuele gevallen – die armer van cultuur waren dan hun koorzangers. Zoiets komt natuurlijk niet van de grond. ¬ Is er voldoende gelegenheid om het vak te leren? (verbaasd) Absoluut! Zonder twijfel. Als ik in Frankrijk repeteer met Le Concert Spirituel, zijn er altijd aspirant-dirigenten, instrumentalisten of musicologen die komen observeren. Ze komen van overal. Ze kunnen simpelweg een afspraak maken via mijn agent. Dergelijke kansen zijn er bij de vleet, je moet ze alleen willen vinden. Weet u, wat er technisch te zeggen valt over koordirectie, en zelfs over orkestdirectie, laat zich samenvatten in niet meer dan vijf lessen. Je leert de aspecten van de duidelijk slagtechniek. Voor de rest moet je observeren – ik zeg dus niet dat je in die vijf lessen een dirigent wordt. Alleen dat je als je goed wil worden, je naar anderen moet kijken. In dat verband: je leert niet alleen door naar goede dirigenten te kijken, maar ook van de slechte. Hoe je de zaken vooral niét moet aanpakken, leer je zelfs erg snel. Ik ga nog verder dan dat: om te leren moet je repetities bijwonen, de concerten zijn in dat opzicht veeleer oninteressant. ¬ We kijken uit naar het nieuwe VRK seizoen! Bedankt voor dit gesprek. ^

// RUDY TAMBUYSER

¬ Een klassieke Catch 22. Anderzijds: ik heb alles geleerd door te kijken en te luisteren. Je moet lessen en repetities bijwonen van goede dirigenten. Ik heb in goede koren geleerd van grote chefs. In de opera van Parijs heb ik geleerd door de beste dirigenten van de wereld aan het werk te zien. Je moet je laten opleiden, om dan boven jezelf uit te stijgen. Je mag nog zo graag koordirigent willen zijn, als je geen muzikale cultuur hebt en geen analyse kunt maken, of als je in je eigen, kleine hoekje blijft zitten en geen

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 5


// VIER JONGE WOLVEN

Vier jonge wolven aanstormend talent in de koordirectie

We zijn op stap met vier jonge wolven uit de opleiding koordirectie voor een interview. We willen te weten komen wat zij van de opleiding koordirectie vinden, hoe ze hun eerste stappen als dirigent van een amateurkoor ervaren, wie hun grote voorbeelden zijn in de muziekwereld en hoever hun ambities reiken. De vier jonge wolven zijn erg verschillend maar hebben tegelijkertijd heel wat gemeen. Even situeren: Baeken kreeg de koormicrobe te pakken bij De Piccolo’s in Neerpelt. Orkestdirectie zou zijn eerste liefde worden maar door het inspirerende voorbeeld van Kurt Bikkembergs, koos hij toch voor koordirectie. Baeken rondde zijn opleiding muziekpedagogie aan het Lemmensinstituut af en start in september met de opleiding koordirectie. Ook Koen Vits koos voor de opleiding koordirectie na prettige en inspirerende ervaringen in het koor van het Lemmensinstituut. Hij wordt vooral aangetrokken tot de koordirectie door het samen zingen, het samen musiceren en door de rijke cultuur waarin die koorwerking zich situeert. Marianne Caers werd al zingend geboren maar opteerde aanvankelijk toch voor een opleiding piano. Na de cursus inleiding tot de koordirectie aan het Lemmensinstituut, wist Marianne dat dit haar ding was. Zij schakelde daarom over naar de opleiding koordirectie en studeert in september af bij Kurt Bikkembergs. Pascale Van Os volgde een gelijkaardig parcours. Na haar master piano bij Levente Kende besliste zij te starten met een master koordirectie in combinatie met een master orkestdirectie. Pascale Van Os studeert momenteel bij Luc Anthonis aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen - Artesis Hogeschool. Kortom, vier jonge mensen die heel vroeg in contact kwamen met zingen en na wat omzwervingen uiteindelijk in de koordirectie terecht kwamen.

DROOM OF REALITEIT De vier dirigenten in opleiding dromen natuurlijk van een professionele carrière als koordirigent. De grote koorwerken kunnen uitvoeren met een professioneel koor, lijkt wel de grote droom. De grote werken voor koor en orkest kunnen dirigeren met professionele muzikanten blijkt de ultieme ambitie. Koorwerken van Van Nuffel, Engelse koorliteratuur, het Requiem van Verdi, de Vlaamse romantiek – het staat allemaal op het lijstje van dit aanstormend talent. Maar ze houden ook de voeten netjes op de grond en ze willen maar wat graag een stevige werking met de amateurkoren in Vlaanderen uitbouwen. Het enthousiasme van de amateurkoorwereld trekt hen aan. Het is plezierig om amateurzangers

6 // STEMBAND

te motiveren, om hen uit te dagen en om hen mee te nemen in een artistiek proces. De energie die je investeert in de werking met amateurkoorzangers, krijg je volgens hen in veelvoud terug. Dat mag je als startend dirigent niet laten liggen!

OPLEIDING OF COACHING Een goede koordirigent moet vooral een goede pedagoog zijn. Hoe zangers motiveren, hoe inspelen op hun kennis en ervaring, hoe een groep enthousiasmeren? Het is niet gemakkelijk om je als jonge dirigent in te leven in de zangers die voor je staan. Je bent tegelijkertijd pedagoog, psycholoog en muzikant. Dat maakt het vak koordirectie zo moeilijk maar juist ook zo aantrekkelijk. Marianne Caers ontdekte dat zij beter les kan geven door de vaardigheden die zij in de opleiding koordirectie heeft meegekregen. Zij heeft geleerd om een groep aan te voelen en hoe er het beste uit te halen, iets wat volgens Caers veel te weinig aan bod komt in de opleiding muziekpedagogie. Pascale Van Os acht het bijzonder positief dat studenten in de opleiding koordirectie kunnen gecoacht worden tijdens hun lessen in het oefenkoor maar vooral in het werkveld, tijdens de repetitie van hun amateurkoor. Het oefenkoor blijft een artificiële omgeving terwijl de repetitie van het eigen amateurkoor de echte werkplek is. Het is erg belangrijk bij die eerste stapjes in de koorwereld feedback te krijgen van docenten met een schat aan kennis en ervaring.

KLASSIEK OF LICHT Men zegt wel eens dat dirigenten de componisten uit de vorige generatie volledig negeren. Ze worden gewoon over het hoofd gezien. De jonge wolven zien dat net wat anders. Zij willen open staan voor alles wat op hen afkomt. Zij willen graag proeven van de grote werken maar ook experimenteren met nieuwe koorwerken. Zij willen de Vlaamse koormuziek op het concertprogramma zetten, en niet enkel de grote namen. Zij zoeken naar ruimte om te werken met componisten van hun eigen generatie maar stellen vast dat er tijdens de opleiding heel weinig aandacht aan wordt geschonken.


De dirigenten in opleiding hebben niet meteen een voorkeur voor de lichte koormuziek: musical, pop, jazz en andere genres. Zij zien dit meer als een toegift. Als de koorleden hier zelf om vragen willen zij rond dit repertoire werken zolang er maar een goed evenwicht blijft bestaan met de klassieke koormuziek. Baeken gaat nog een stapje verder. Showkoren rijzen als paddenstoelen uit de grond en trekken een eigen publiek aan. Zangers die zich willen focussen op dat repertoire kunnen daar terecht. De klassieke koren hoeven daarom geen ommezwaai te maken in de keuze van hun repertoire. Gevraagd naar de competenties rond directie van de lichte koormuziek, geven de vier jonge dirigenten volmondig toe dat hieraan in de opleiding geen aandacht wordt besteed. Stilletjes bekennen ze dat ze weinig interesse hebben voor dit repertoire en er bovendien niet mee aan de slag kunnen. Onbekend is onbemind?

ARTISTIEK OF SOCIAAL De ervaring van de jonge wolven met de besturen van de Vlaamse amateurkoren is over het algemeen positief. Jonge dirigenten komen altijd terecht in een groep mensen die vaak ouder zijn en heel wat kennis en ervaring hebben vergaard. Bestuursleden hebben soms de neiging om jonge dirigenten te overbeschermen en misschien zelfs wat te patroneren. Die aanpak zorgt er regelmatig voor dat de ruimte en de vrijheid aan de jonge dirigent wordt ontnomen om zelf de eigen artistieke ambities waar te kunnen maken. Heel wat amateurkoren hebben een sterke traditie uitgebouwd in de manier van werken en in de keuze van het repertoire. Wie hierin als jonge dirigent verandering wil brengen moet heel tactisch te werk gaan. Het is niet altijd evident om het evenwicht te bewaren tussen de artistieke en de sociale werking van het koor. Een koorbestuur kan veel sociale parameters hebben om bijvoorbeeld een concert te evalueren en artistieke parameters volledig uit het oog verliezen. Startende dirigenten moeten veel moeite doen om een gezonde balans te vinden tussen de sociale en artistieke werking van het amateurkoor.

JONG OF OUD Onze gesprekpartners geven ons een aantal interessante tips mee om het groot tekort aan mannelijke zangers te voorkomen: ×× Maak je koor zo aantrekkelijk mogelijk en kom er regelmatig mee naar buiten. ×× Zorg ervoor dat de kloof tussen de verschillende generaties niet te groot wordt. Maak van de verjonging een permanent aandacht in de bestuursvergaderingen zodat je niet te laat

tot de vaststelling komt dat de vergrijzing van het koor onomkeerbaar is. ×× Zorg voor een kinder- en/of jeugdwerking in je koor zodat er een natuurlijke doorvloeiing kan ontstaan tussen de verschillende generaties. De koorwereld kan hier rond heel wat opsteken uit de werking van de orkesten in Vlaanderen. De werking van De Piccolo’s uit Neerpelt en van de Ekerse C-koren wordt door de jonge wolven gezien als model voor de ontwikkeling van een jonge en dynamische koorwerking.

KINDEREN OF JONGEREN Jongeren die op latere leeftijd starten in een koor houden het meestal niet lang uit. Zij voelen heel snel aan dat ze iets gemist hebben en moeilijk mee kunnen met hun leeftijdsgenoten die wel in hun kindertijd gezongen hebben. De jonge dirigenten pleiten daarom voor de herwaardering van zingen op school en nog beter voor de heroprichting van schoolkoren in de lagere school. Je kan volgens hen alleen maar iets opbouwen als kinderen de kans krijgen om in de klas of in het schoolkoor te zingen. Kinderen moeten op heel jonge leeftijd leren ervaren hoe leuk is om samen te zingen en te musiceren. Jammer dat de opleiding koordirectie niet op deze positieve oproep inspeelt. De jonge wolven laten verstaan dat er in hun opleidingen geen speciale aandacht gaat naar het zingen met kinderen terwijl ze tegelijkertijd maar al te goed beseffen dat hiervoor specifieke competenties noodzakelijk zijn. Hopelijk komt daar snel verandering in. Na het interview werd er nog druk nagepraat over het statuut van de dirigent, de keuze van het repertoire, interessante quotes van docenten koordirectie en andere faits divers. Om maar te zeggen dat er met deze jonge wolven een nieuwe generatie van jonge en enthousiaste dirigenten klaar staat die de koorwereld in de komende jaren kan bezielen. Met dank aan Marianne Caers en Pascale Van Os, Baeken en Koen Vits ^ // INTERVIEW: KOENRAAD DE MEULDER, ERIK DEMARBAIX EN IVO JACOBS. TEKST: KOENRAAD DE MEULDER

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 7

Marianne Caers

Pascale Van Os

Koen Vits

Philipp Baeken

// AANSTORMEND TALENT IN DE KOORDIRECTIE


// WEGWIJS IN KOORDIRECTIE

- Van basis naar top Wegwijs in koordirectie INITIATIE In het najaar organiseert Koor&Stem de initiatiedag Mijn Stem, mijn instrument & Levende Slagtechniek voor koorzangers en aspirant-dirigenten. Aan de hand van het Handboek voor koordirigenten en Stemvorming, een doe-boek voor dirigenten en koorzangers van resp. Michaël Scheck en Jeanine Lambrechts, krijg je een stevige initiatie koordirectie.

KORTLOPENDE PROVINCIALE CURSUS Elke provinciale afdeling van Koor&Stem organiseert jaarlijks een kortlopende dirigentencursus. Tijdens een 3-tal sessies doe je in deze cursus in de breedte basiskennis en vaardigheden op die nodig zijn voor het dirigentschap. Je leert er nieuw repertoire kennen, je werkt aan toonvoorstelling, je ontdekt gezamenlijk de partituur en de basis van slagtechniek.

BASISOPLEIDING KOOR&STEM Parallel of daarop verder bouwend kan je terecht bij de opleidingen die Koor&Stem over een langere periode aanbiedt. Er is een concrete basisopleiding waar er intensief aan de basisnoden wordt gewerkt, maar tevens kan deze cursus verder reiken en een aanzet zijn voor verdere studie aan het DKO.

ZINGEN MET KINDEREN Koor&Stem heeft ook nog een specialisatieopleiding: Zingen met Kinderen. Deze opleiding richt zich tot iedereen die kinderen op een kwaliteitsvolle manier wil leren zingen. Wie de opleiding afrondt, weet hoe hij of zij op een boeiende manier een eenstemmig lied kan aanbrengen bij een groep kinderen en heeft kennis gemaakt met alle technieken die daarbij komen kijken. www.koorenstem.be/kalender of contacteer Erik Demarbaix, erik.demarbaix@koorenstem.be

KOORDIRECTIE AAN HET DKO Sinds enige jaren zijn er vier muziekacademies waar je een intensieve opleiding koordirectie kan volgen en waar je een sterk, persoonlijk begeleiding krijgt. Geregeld is beschik je over een oefenkoor. De muziekacademies van Hasselt, Lier, Waregem en Gent bieden deze opleiding aan.

PROFESSIONELE OPLEIDING AAN DE HOGESCHOOL In principe gelden bovenvermelde cursussen en opleidingen voor amateurkoordirigenten. Een professionele opleiding met een bachelor- of masterdiploma als finaliteit kan je volgen aan de Vlaamse Hogescholen (Lemmensinstituut, Leuven, Muziekconservatorium, Antwerpen) ___

NAVORMING & MASTERCLASSES In de zomermaanden kan je als koordirigent bij verschillende masterclasses en navormingssessies je kennis en kunde vervolmaken. In Vlaanderen hebben de Internationale Bachdagen te Brugge een goede reputatie opgebouwd. Naast het zingen in koor worden cursisten persoonlijk begeleid bij de voorbereiding van partituren en krijgen ze ruime gelegenheid om met een oefenkoor te werken. www.koorenstemwestvlaanderen.be Nederland kent sinds jaar en dag de Kurt Thomas Cursus. Deze cursus werkt met verschillende niveaus, namelijk A t/m D. Iedere groep vormt binnen het betreffende niveau zijn eigen koor. Men kan er opteren voor a capella tot werken met orkest. Sinds enkele jaren is Utrecht de thuisbasis. www. hku.nl/ktc Het driejaarlijkse festival Europa Cantat biedt ook telkens een ‘Conductors Study Tour’ aan o.l.v. gerenommeerde docenten. Dagelijks zijn er voor de deelnemers workshops, lezingen, bezoek aan repeties met bespreking. Een ideale manier om je te herbronnen en contacten met Europese collega’s te leggen. Onlangs had het festival plaats in Turijn. Noteer alvast de editie 2015 te Pecs (Hongarije) in jouw agenda! ^ www.ecpecs2015.hu, www.ectorino2012.it

8 // STEMBAND


// REPORTAGE

Leer kinderen opnieuw zingen! Koor&Stem organiseert de opleiding Zingen met Kinderen Van januari tot oktober loopt de opleiding Zingen met Kinderen. Een twintigtal gemotiveerde deelnemers leren hoe ze kinderen op een kwaliteitsvolle manier aan het zingen kunnen krijgen. En houden. De opleiding is ongeveer halfweg, en dus is het tijd voor een tussentijdse evaluatie.

De cursus is ontstaan ‘uit nijpende noodzaak’. Dat horen we ook van Inge Feyen, initiatiefneemster van de Kinderkooracademie en een van de docenten aan deze opleiding. Samen

met Kurt Bikkembergs, Noëlle Schepens, Marleen De Boo en Luc Anthonis leidt ze de groep van 21 cursisten een jaar lang doorheen de hele opleiding. “Er is constant vraag naar professionele omkadering, naar dirigenten die met kinderen willen en kunnen werken. Er blijken in ons land helaas maar weinig mensen te zijn die weten hoe ze met kinderen moeten zingen.” Eén van de deelnemers aan de cursus is de jonge Nele De Laet. Ze is onderwijzeres aan het Sint-Gumaruscollege van Lier en zingt zelf in het meisjeskoor Amarylca. “Ik heb altijd al de honger gevoeld om met kinderen te zingen”, zegt ze. “Ik deed dat op een speelse wijze, maar moet toegeven dat ik toch niet precies wist hoe je best te werk gaat. Daarom vind ik deze cursus zo boeiend. Hij geeft me een breed en verscheiden denkkader.” Over het zangtalent van haar kindjes (het tweede leerjaar) is ze duidelijk: “natuurlijk hebben kinderen zangtalent. Het komt er alleen op aan om dat talent wakker te krijgen.”

©EMJ

Op de laatste dag van het Europees Muziekfestival voor de Jeugd, volgen 21 cursisten een workshop lied-analyse van Kurt Bikkembergs. Ze doen dat in de lokalen van de academie van Neerpelt: op die manier kunnen ze ook nog een stuk van het festival meepikken. Ondertussen legt Erik Demarbaix van Koor&Stem ons uit wat de doelstelling van de cursus Zingen met Kinderen precies is. ”We willen met deze lange opleiding mensen klaarstomen om op een verantwoorde wijze kinderen te leren zingen. En dat zien we vrij breed: het gaat niet alleen om dirigenten van kinderkoren maar evenzeer om mensen uit het lager onderwijs, of vrijwilligers die in de parochie communieliedjes willen aanleren. We mikken op iedereen die met kinderen aan de slag wil.”

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 9


// LEER KINDEREN OPNIEUW ZINGEN!

ZINGENDE OMA De cursus mikt bewust op een heel breed deelnemersveld. Demarbaix: “We hebben leerkrachten AMV of instrument in het deeltijds kunstonderwijs, iemand van het Vlaams Radiokoor, maar evenzeer een gepensioneerde. We willen bewust van een heel brede basis vertrekken. Verdere bijscholingen zullen dan vanzelf het niveau wel verhogen. Je moet eerst letters kunnen lezen, dan woorden en zinnen en pas nadien kan je een boek aan. Volgend jaar komt er een vervolgopleiding.” Met die aanpak is Elisabeth De Bock erg tevreden: “Ik werkte vroeger in de non-profitsector en ben nu met pensioen. Ik heb een kleinkind waarmee ik vaak zing. Ik ben zijn zingende oma. Zingen zit nu eenmaal in onze familie. Ik wil in deze cursus leren hoe je kinderen meer kan bijbrengen dan alleen wat liedjes zingen. Het is mijn plan om in de naschoolse opvang met kleuters aan het werk te gaan.” Terug naar de workshop van Kurt Bikkembergs. Het gaat er bijwijlen erg gedetailleerd aan toe. Structuur van de compositie, tekst, uitspraakproblemen, stemtechnische moeilijkheden, slagtechniek (“Deze twee maten hoef je niet in achtsten te slaan, in vierden is OK.”), spelelementen (“Laat ze allerlei soorten van wind blazen.”), repetitieplanning (“Je hoeft niet bij het begin te beginnen.”). Het is een vette kluif, zeker als je rekening houdt met de erg uiteenlopende achtergrond van de deelnemers. Bikkembergs: “Mijn rol in deze opleiding is vooral het inzicht bij te brengen hoe een goed lied voor kinderen er uitziet. Ik werk vooral aan het repertoire.”

DIEPGANG Of het dan zo belabberd gesteld is met het zangniveau van kinderen, willen we weten. Bikkembergs zucht: “Nu word ik filosofisch”, zegt hij. “Het probleem ligt niet bij de kinderen maar bij de maatschappij. Die wil dat alles snel is, cool, flitsend. Ze besteedt geen aandacht meer aan diepgang, aan cultuur. Daardoor verliezen we onze volkse zangcultuur.” En daar zijn de kinderen duidelijk de dupe van. Inge Feyen legt de vinger op de ‘kinderzangwonde’: “Het probleem is dat kinderen vooral in een te diepe tessituur zingen. Dat komt door hun kopieergedrag: ze zingen maar na. Hun zangontwikkeling valt weg. Onze cursus moet mensen opleiden om terug op een goed niveau met kinderen te gaan zingen.” Demarbaix: “Ach, onze kinderen zingen nog wel, maar ze zijn daarin veel te sterk geconditioneerd door groepjes als K3 of televieformats als Eurosong for Kids. Wij willen mensen opleiden die hen stijlvol en goed leren zingen én hen tegelijk stimuleren om in groep te zingen.”

10 // STEMBAND

Er is constant vraag naar professionele omkadering, naar dirigenten die met kinderen willen en kunnen werken. Er blijken in ons land helaas maar weinig mensen te zijn die weten hoe ze met kinderen moeten zingen. De opleiding loopt van januari tot oktober en bestaat uit een startweekend en vijf cursusdagen, over het Vlaamse land verspreid. Na de opleiding volgen de cursisten nog een stage (drie stagemomenten, zowel passief als actief) en een slotdag. Een stevige brok dus, maar toch kost die amper 300 euro per deelnemer all-in. Demarbaix: “Dat dit zo goedkoop kan, ligt aan de financiële ondersteuning die we vanuit Koor&Stem bieden. Je moet dat als een investering zien in opleiding naar kinderen. Volgend jaar willen we dan een vervolgopleiding op poten zetten. Terwijl we ons in het eerste jaar vooral op eenstemmige literatuur concentreren, zal de vervolgcursus meer de nadruk leggen op meerstemmigheid.” De eerste zaadjes worden nu gezaaid: een initiatief dat op middellange termijn tot beter zingende kinderen moet leiden. Kinderen die in de juiste tessituur zingen, naar elkaar luisteren, de juiste techniek hanteren en plezier vinden in het samen zingen. Hun eerste voorgangers zijn halfweg hun eerste jaar opleiding. En we wensen hen veel succes! ^ // AART DE ZITTER


// AUGUST DE BOECK

Een boek over De Boeck en beeldmateriaal en aangevuld met een cd vol historische opnames uit het VRT-archief en en het label Phaedra. In september 2011 ging tevens het De Boeckjaar van start wat al resulteerde in meer dan 160 uitvoeringen van De Boecks werk.

Boek verkrijgbaar via www.augustdeboeck.be

KRONIEK VAN HET LEVEN VAN DE BOECK

In 2007 gaf Frank Teirlinck een voordracht naar aanleiding van de 70ste verjaardag van het overlijden van August De Boeck (1865-1937). Guido De Neve en Jan Michiels vertolkten daarbij de Sonate voor viool en piano van de componist. Op de receptie achteraf werden de eerste afspraken rond de creatie van het boek De Boeck gemaakt. Na de dood van de componist was er immers regelmatig de intentie geweest om een monografie over De Boeck samen te stellen, maar nooit was men eraan willen beginnen. De Boeck was namelijk uiterst slordig omgesprongen met zijn archief en zijn composities. René de Maeyer had rond 1950 wel een oeuvrecatalogus van De Boecks werk samengesteld in het kader van zijn licentiaatsthesis. Samen met Jan Melsen werkzaam in de internationale kunstmarkt en kleinzoon van de schilder Marten Melsen die een persoonlijke vriend van De Boeck was – en Jozef De Beenhouwer - pianist en musicoloog – stapte ook Frank Teirlinck – heemkundige en al sinds zijn jeugd bijzonder geïnteresseerd in Vlaamse muziek – toch in dit schijnbaar onmogelijke project. Het gemeentebestuur van Merchtem schaarde zich mee achter het project. Het resultaat mag er zijn: een monografie rond zijn leven en werk door een schare van deskundige auteurs opgesmukt met tal van foto’s

Teirlinck zelf was ontzettend goed gedocumenteerd om een kroniek samen te stellen die bijna een vijfde van de uitgave uitmaakt: feiten, getuigenissen, brieffragmenten, foto’s van diploma’s, partituren en concertprogramma’s vormen samen met uitwijdingen over facetten die meer verduidelijking behoeven (Edward Keurvels en de dierentuinconcerten, de karmelieten, Edgar Tinel, e.a.) een uiterst gestoffeerd overzicht van het leven van De Boeck. Op jonge leeftijd verving De Boeck geregeld zijn vader Florentinus (1826-1892) aan het orgel in zijn geboortedorp Merchtem en vanaf zijn 15de duikt hij ook op in de muziekvereniging Concordia, een zangvereniging die nauw samenwerkte met de Harmonie Sint-Cecilia. Na de dood van zijn vader werd De Boeck tijdelijk aangesteld tot organist van zijn parochiekerk. Daar deed hij heel wat ervaring op. De monografie maakt gewag van de plaatselijke pastoor die de gewoonte had een liturgisch lied in een bepaalde toonaard aan te vatten om enkele regels later in een totaal andere toonaard te belanden en in nog een andere toonaard af te sluiten. De Boeck moest maar volgen en ontpopte zich aldus tot een professioneel improvisator. Drie jaar later in 1895 nam hij ontslag als organist in Merchtem en ging hij samen met zijn twee ongehuwde zussen Florentina en Sidonia in Brussel wonen. Toch verbrak hij nooit het contact met Merchtem. Zo schreef hij in 1905 een cantate voor het 550-jarig jubileum van O.L.V.-terNood waarin hij op tekst van Jan De Smedt – boezemvriend, leraar aan de normaalschool en later inspecteur lager onderwijs - zijn liefde voor zijn geboortedorp uitdrukt. In 1909 werd De Boeck benoemd tot leraar harmonie aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium in Antwerpen ter opvolging van Paul Gilson. Tijdens WO I was De Boeck ook enkele jaren actief als leraar orgel in Antwerpen. In 1921 verhuisde De Boeck samen met zijn zus Sidonia naar Mechelen omdat hij tot directeur van het Mechels Conservatorium benoemd was. Een jaar eerder in 1920 was hij als leraar praktische harmonie al gemuteerd naar het Koninklijk Conservatorium van Brussel waar hij eerder ook al als monitor orgel tewerkgesteld was geweest. Zelfs nu nog bleef hij zich inzetten voor het muzikale leven in Merchtem; ook in 1930 zorgde hij er voor een compositie naar aanleiding van het – ditmaal – 575-jarig jubileum van O.L.V. -ter-Nood,

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 11


// AUGUST DE BOECK

de Missa in honorem Beatae Mariae Virginis Perdolentis. In 1930 verliet De Boeck ook Mechelen om zich op de leeftijd van 65 jaar definitief terug te trekken in Merchtem, waar hij erevoorzitter van de Koninklijke Harmonie Sinte-Cecilia wordt en de slabakkende ‘Maatschappij’ er weer moreel, financieel en muzikaal bovenop hielp. Opvallend is dat de componist zich steeds onpartijdig opstelde. Hij had banden met vrijzinnigen, Vlaams-nationalisten, socialisten, liberalen en katholieken, maar waagde zichzelf alleen op neutraal terrein. De beschrijving van het leven van de componist wordt naast de omvangrijke bijdrages van Frank Teirlinck aangevuld met interessante hoofdstukken rond De Boeck in kunstmilieus van Jan Melsen en De Boeck en het N.I.R. van Kristin Van den Buys. Vanaf het begin van de uitzendingen in 1931 tot 1936 werd er om de twee weken een compositie van hem op de radio gespeeld. In het seizoen 1936-1937 lag die frequentie lager, met nog een korte piek na zijn overlijden in oktober 1937. Meestal ging het hier om liederen, piano- en orkestwerken en opera’s. Van den Buys stelt dat De Boeck in die jaren wellicht in de top 10 van de meest uitgevoerde Vlaamse componisten op de radio belandt. Voor wie toen naar de radio luisterde, was De Boeck een bekend componist!

CANTATES EN KUNSTLIEDEREN Michaël Scheck onderzoekt in een ander hoofdstuk de cantates. De Boeck schrijft daarmee composities voor zangstemmen of koren met piano- of orkestbegeleiding, waarvan enkele met kinderkoren, zoals het bekoorlijke Gloria Flori voor tweestemmig (soms driestemmig ) kinderkoor met klavierbegeleiding, symfonieorkest of harmonieorkest. Je kan ze beluisteren op de cd bij de monografie. De solozangers vinden beslist ook hun gading bij August De Boeck. Jozef De Beenhouwer beschrijft hoe de componist vooral in zijn liederen op Franse teksten ongewoon meesterschap bereikte, maar ook een aantal Nederlandstalige kunstliederen zijn niet te versmaden. Cristel De Meulder noemt Groetend kindje een pareltje, Liesbeth De Vos zet kunstliederen van De Boeck op cd.

12 // STEMBAND

KOORMUZIEK ALS GEBRUIKSMUZIEK De bijdrage van Vic Nees over de koormuziek is voor koren erg waardevol. De profane –die ik hier achterwege laat - en de religieuze koorwerken worden uitvoerig besproken en naar waarde geschat; de tekst kan koren helpen bij de zoektocht naar een geschikt stukje De Boeck. Veel van De Boecks religieuze koormuziek is eenvoudig omwille van de bruikbaarheid in de plaatselijke koren. Het is opvallend hoezeer De Boeck de vocale mogelijkheden van de kerkkoren kende. Daarbij komt nog dat de kerk aan het begin van de 20ste eeuw alle profane elementen uit de liturgische muziek wilde bannen: het cecilianisme verdroeg geen chromatiek, geen ingewikkelde harmonieën en liefst geen instrumenten ter begeleiding, tenzij het orgel als het zich op de achtergrond hield. Dat maakt dat we bij De Boeck drie Ave Maria’s (in f, in Bes en in Es ) vinden die voornamelijk in de geest van dat cecilianisme geschreven werden. Daarnaast beschrijft Nees ook het meer voldragen Ave Maria in F uit 1896 en het verrassende Ave Maria in Bes. Veel van deze werken bestaan in verschillende versies, hetzij voor gemengd koor, hetzij voor gelijke stemmen. De Boeck beschouwde de motetten duidelijk als gebruiksmuziek. Een ander werk - het Ave Maria in D - verwoordt de volledige aankondiging of Annuntiatio volgens Lucas en verschilt zodoende van de gangbare Wees Gegroettekst. Het omvat tevens een solistische passage als dialoog tussen de engel en Maria1. Een tweede tekst die De Boeck veelvuldig voor koor zette is het Tantum ergo, maar Nees beschouwt die zettingen als minder interessante werken. Van de twee versies van O salutaris hostia volgt die in E volledig de beperkingen van het cecilianisme. Het eenvoudig werkje kan als gebruiksmuziek goed dienen2. Nees bespreekt vervolgens een aantal motetten waarvan er slechts één versie bestaat en die wellicht voor basiskoren in aanmerking komen – zoals een innig Pie Jesu voor mannenkoor, een tweestemmig Panis angelicus - , maar die meestal alleen in handschrift bestaan. Voor koren met een gevorderd niveau kunnen we O Beata Mater en Surrexit Dominus aanraden. Ze werden destijds door het Sint-Romboutskoor van Mechelen uitgevoerd onder leiding van Jules Van Nuffel (1883-1953). LEES VERDER OP PAGINA 17


// GENRE

AAN DE SLAG

O SALUTARIS HOSTIA AUGUST DE BOECK

// 3

O salutaris hostia

Naar aanleiding van het August De Boeckjaar [ WW p C C S B B B BO C BO O C C B B C C BO S c B C C hostia, bespreekt! WWWim Verdonck salutaris WW p S S een eenvoudig erg mooi vierstemmig ! W W c B C maar C B B B C C B B BO B B B B BO p werkje datÕ! WWWverleden jaar inS september Wc B C C B B B B B 2011 C C B C C BO S B B BO als koorpagina bij Stemband verscheen. p C C C # WW

Music: August De Boeck (1865 - 1937)

Andante

[

15

S.

O sa - lu - ta - ris

ho - sti - a,

quæ

cœ - lis

pan - dis

o - sti

-

um:

O sa - lu - ta - ris

ho - sti

-

a,

quæ

cœ - lis

pan - dis

o - sti

-

um:

O sa - lu - ta - ris

ho - sti

-

a,

quæ

cœ - lis

pan - dis

o - sti

-

um:

C C

pan - dis

o - sti

-

um:

- um.

- um.

W Wc B C C

WWWW

!

B B

O sa - lu - ta - ris

c AB B

A

B B

B B

ho - sti

-

BO

AA

# W W W W c BA

A

A

S C

a,

BO

B B C

THOMAS VAN AQUINO A p B Organ

S

quæ cœ - lis

A

A B BA

C C BA

B

A B B

B B

C

AB

B

BO

B C C B B

B BB

AB B

C

C De tekst is van de hand van Thomas van Aquino (1225-1274), geschreven voor de lauden op Sacramentsdag de hymne Verf C [ W WW O C strofen C O C C C twee C O C daarvan (O bum supernum C laatste B C De B B WB ! W B prodens. B WB h h h bel - werden la pre - muntlater ho - sti - toegevoegd li - a, da ro bur, fer deauCisterciënxi li door salutaris hostia) f g W g g O g W W C WC B W C Oop ! W menig C O C gezet. C muziek C C C O Cafzonderlijk B zers en door B B componist C C C C C B

C

U - ni - tri - no - que

C

BO

C

BO

C

BO

C XC C C

C

BO

mf S C

C B

Do

BO

-

mi - no

sit

sem - pi - ter - na

glo

BO

-

ri - a,

mi - no

sit

sem - pi - ter - na

glo

ri - a,

C XC C

C

C

C

C

BO

-

- um.

C

BO

-

U - ni - tri - no - que

Do

BO

-

mi - no

sit

C

sem - pi - ter - na

glo

-

ri - a,

- um.

U - ni - tri - no - que

Do

-

mi - no

sit

sem - pi - ter - na

glo

-

ri - a,

C C C C C C

BB

BB

BB BB

BB BB

B

Ped.

BBB

C

BO

B O CC C CC BS O C C S BB

CC

B

BO C B OW C W C CC BO BO

C

C XC C

C

C

C XC C

C

BB B S

XB X BBB

BBB B

BO

B

C C

C

mf S C

qui

mf C S

qui

B

qui

BB

BB

BB

S BO BO

XB

qui

B

B O C CC CC B S O C X C CC C

X BB X BB

mf S

B

Do

WW ! W W BB OO C C ff # W W W W B OO S B

A B B

BO

C C C

ff # WWWW B O C ]

S

C

U - ni - tri - no - que

W W ff Õ! W W B O C

T.

]

C C C

W W ff ! WW BO C

A.

B.

W W ff ! WW BO C

B

B

W BB Man.

9

Õ!

WWWW

bel - la

WB

B

pre - munt ho - sti - li - a,

B

COLLA # PARTE? WW B B B ]

WW

bel - la

C

C WC C

CO C C h

C OW C C O h

C

da

pre - munt ho - sti - li - a, da

h

C

f f

ro

CO

ro

B

-

-

h

bur,

C WB

CO C h

bur,

fer

g

au

C OW C B

fer

B

-

xi

C

B

-

CO C C C C B h een is dit au

-

xi

-

[

22

C C

li

-

O salutaris hostia is een overwegend homofone compositie. Meestal is het werk 4-stemmig opgevat, behalve van maat 16 met optijd tot en met maat 21 met de tekst “De enige, drieeenge Heer, zij eeuwig alle lof en eer”. Hier gebruikt De Boeck bewust een krachtige eenstemmige passage.

WW g g ! WW C C C C C g g WW Õ! W W C C C C C

vi - tam si - ne

Voor iedereen die houdt, bel - la van pre -Vlaamse munt ho - sti - li -romantiek a, da ro bur, fer au xi li g g WWWW haalbaar werkje. C O C W CB O C O C CB O B B W B W B ! B C C C BA C B C BO A C C C BB B h h misDe voortekening schrikt sommigen in instantie g f eerste g O C WBO C C C O W C W B W C B C B B O # WW W A B C B C C O C C zingen. C B C C BA C W C het C O W C geheel schien af, maar in feite laat zichC gemakkelijk C B h h h De componist werkt bovendien niet met extreme tessituren. © 2011, Centrum voor Vocale Muziek vzw, Antwerpen, info@cvm.be De compositie kan onderverdeeld worden in vijf zinnen: ×× A (maat 1 tot en met maat 8) ×× B (maat 9 tot en met maat 15) ×× C (optijd van maat 16 tot en met maat 21) ×× D (optijd van maat 22 tot en met 27) ×× E Amen (tweede helft maat 27 tot het slot) Het aanleren van dit werk kan het beste per zin gebeuren. Grote struikelblokken zijn er niet. De la kruis in de tweede zin heeft wel wat extra aandacht nodig, zowel in stijgende als in dalende lijn. De orgelbegeleiding ondersteunt het koor voortdurend; helemaal colla parte is het niet, maar het komt dicht in de buurt. In principe zou de orgelbegeleiding dus weggelaten kunnen worden, maar toch raden we aan om het met begeleiding uit te voeren, het geeft het geheel meer warmte en kleur.

HOMOFOON VERSUS UNISONO

C C C h h

vi - tam si - ne

-

li

WW ! WW B

# WWWW B

C C C h h

vi - tam si - ne

]

vi - tam si - ne

WW ! W W BB OO # W W W W BB

BB

C C C C

B

C C

ter - mi - no

C C C C

ter - mi - no

C C

B

C C

ter - mi - no

B

ter - mi - no

B

A

BB O

dim.

p

B

C C C C

C

B

no - bis

B

B

no - bis

B

B B

no - bis

B

no - bis

B

B

BB BB

BB

C C

B

dim.

B

dim.

p

do - net in

p

do - net in

B

C C C C

pB

dim.

C C

do - net in dim.

do - net in

B

B AA C C C C

koorpagina-01.indd 3

B

B

pa

-

tri

C C C C C C B

pa

-

tri

C C B

B

-

a.

-

a.

B

A

B

B B

R

-

tri

-

a.

pa

-

tri

-

a.

C C B

p

A

pa

A CC CCC CB C

pp A R

rall.

A

AAB

rall.

A

R

-

pp

B

?

men.

A

?

-

A

pp

B

?A

men.

A

?

A

A

-

men.

A

-

men.

B

AA B A

A

B

A

? AA

A ? A A 10/08/11 14:37

TEMPO EN DYNAMIEK De componist geeft als tempo andante aan. Voor het dirigeren kunnen we daar eigenlijk twee kanten mee uit. Het kan gedirigeerd worden in vier, maar het kan ook in een trage twee. Indien je zou opteren om het in twee te dirigeren is het wel noodzakelijk om op bepaalde plaatsen een onderverdeling te maken. Bijvoorbeeld voor de inzet van Uni trinoque Domino omwille van de optijd. Dit geldt ook voor maat 22 met optijd. Het Amen uit het slot kan je best in vier dirigeren omwille van de rallentando. De dynamiek is zeer belangrijk bij de uitvoering van dit werk. De aanwijzingen in de partituur gaan van p naar ff met alles wat daar tussen ligt. Verzorg deze dynamische verschillen goed, maak ze groot genoeg, bouw een crescendo gelijkmatig op en leg een decrescendo niet te snel neer. Met zijn 29 maten valt dit werk in de categorie van de kortere werken: dat is handig om in te studeren, maar ook handig naar gebruik in de liturgie toe. ^ // WIM VERDONCK

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 13


// GENRE

AUTUMN

Na de tweede strofe van het koor besluit de gitaar met een soort spiegel van het voorspel: een drietal akkoorden, vergezeld door de ostinaat-la, die op haar beurt weer tot harmoniek verwordt en zo langzaam uitsterft.

AANDACHTSPUNTEN VOOR HET KOOR

JAN VAN DER ROOST In 1993 componeerde Jan Van der Roost (°1956) A Year Has Four Lives voor meisjeskoor en gitaar. De vier delen – Summer, Autumn, Winter en Spring – werden voorzien van tekst door Linda De Bruyn-Taylor. Jeroen Keymeulen geeft tekst en uitleg bij Autumn dat bij deze Stemband als koorbijlage verschijnt. De volledige bundel werd uitgegeven door Musicerende Jeugd in 1994 en is nog steeds verkrijgbaar bij Euprint. De Wase Lijsters o.l.v. Veerle Spiloes namen in 1995 een cd op met het volledige werk van Van der Roost.

MODAAL VERSUS TONAAL Autumn kent een strofische vorm, met twee door het koor te zingen strofes. De gitaar verzorgt het voor-, tussen- en naspel. Elke strofe bestaat uit een antecedent en consequent, die op verschillende parameters van elkaar verschillen. Het antecedent, van maat 12 (mét optel) tot en met maat 20, ademt een modale sfeer uit door het gebruik van de dorische modus. Het vloeit organisch voort uit het voorspel van de gitaar, waarin al van in het begin een ostinaat-la te horen was. In maat 18 leiden vier blokken van parallel stijgende akkoorden naar een tonaal bevestigend la-akkoord. In de gitaar, die de brug maakt tussen antecedent en consequent, valt dan de ostinaat-la weg. De nieuwe inzet van het koor is een logisch vervolg op maat 20 door de oplossing van het dominant-akkoord naar de tonica in maat 23. Dat het consequent anders is opgebouwd, bewijst het harmonische schema: daar waar voorheen de re dorisch modus klonk, gefundeerd op tonica en dominant, verrast maat 23 met het gebruik van het re groot akkoord. Opvallend is ook de stapsgewijze opeenvolging van de akkoorden (D - C - Bes). Het consequent wordt tonaal afgesloten met een duidelijke cadensering IV - V - I in re klein. Let ook op de andere uitwerking van de gitaarpartij, waarbij de basnoten meer in reliëf worden gezet.

14 // STEMBAND

Hoewel dit werkje melodisch en harmonisch eenvoudig lijkt, zijn er toch wel een aantal addertjes te ontdekken. 1. Hou de halvetoonsdissonanten in maten 13, 14, 17 en 29 goed uit elkaar. Het kan helpen om eerst de consonante stemmen apart te repeteren om zo de hoofdnoten te stabiliseren en daarna pas de dissonant toe te voegen. 2. Luister aandachtig naar de parallel stijgende akkoorden in maat 19 en 20, die twee problemen in zich dragen: de juistheid van de stijgende kwinten en de intonatie van de terts binnen elk akkoord. Oefen daarom eerst – niet-geritmeerd – de uiterste stemmen om die kwinten juist te zetten, wat niet evident is door de vergrote kwart tussen de 2de en 4de noot. Plaats er dan de middenstem bij met veel aandacht voor de aard van de terts; weten hoe die noot zich verhoudt tot de andere akkoordnoten, zal de intonatie aanzienlijk vergemakkelijken. 3. Let in maat 26 op de balans op de 1ste tel, waarop de bovenste partijen allebei op unisono-la eindigen. Door deze unisono én de stemkruising moet dit met de nodige voorzichtigheid gebeuren. 4. Maak duidelijke afspraken over de plaatsing van eindmedeklinkers. Wordt de noot gevolgd door een rust, dan is het logisch de medeklinker op de rust te zetten. Vervolgt de zin echter (bijvoorbeeld maat 15 en maat 27), dan zou ik suggereren de medeklinker op de 2de helft van de 2de tel te plaatsen. 5. Besteed veel aandacht aan de Engelse uitspraak: ×× Een ‘r’ na een klinker wordt niet uitgesproken. ×× De eind-‘d’ is steeds stemhebbend. ×× Maak verschil tussen stemloze ‘s’ (bv. sleeps) en stemhebbende ‘s’ (bv. ashes). ×× Let erop dat “the” geen te doffe klinker krijgt, maar een beetje “a” in zich draagt.

SUGGESTIE VOOR DE GITAAR Net zoals in het eerste deel van deze bundel, Summer, staat ook hier scordatura aangegeven, waardoor de 6de gitaarsnaar naar D herstemd blijft. In de partituur staat deze lage D niet uitgeschreven. Omdat de toonaard er zich goed toe leent en ikzelf van een gitaarstemming met meer fond hou, zou ik suggereren om de gitaarpartij aan te passen: in overleg met de dirigent kan beslist worden om telkens de eerste basnoot van maten 4 tot en met maat 13 een octaaf lager te plaatsen. Naar mijn gevoel zal dit voor een steviger fundament zorgen enerzijds, en de realisatie van middenstem en ostinaat ten goede komen anderzijds. ^ // JEROEN KEYMEULEN


CARO MEA VERE EST CIBUS LODE DIELTIENS Enkele jaren geleden verscheen bij het VCLM (Vlaams Centrum Liturgische Muziek, Het Madrigaal) Caro mea vere est cibus van Lode Dieltiens (°1926). Dit motet is geschreven voor 4 gemengde stemmen en orgel. Lode Dieltiens heeft met deze compositie nogmaals bewezen dat hij als ervaren organist en dirigent het medium en de mogelijke moeilijkheden kent. Met eenvoudige middelen, een haalbare tessituur voor de stemmen en een goed in de hand liggende begeleiding weet hij in dit werk de juiste sfeer te creÍren.

TWEE AAN TWEE Voor de gedachte van de transformatie van het lichaam van Christus tot brood en wijn dat pragmatischer onder de gelovigen kan verspreid worden, kiest Lode Dieltiens voor een perfectum maat (de maat van drie) in een moderato assai-sfeer. De vorm kan je globaal zien als een AA’BA-coda, een didactisch voordeel bij het instuderen. De eerste zin wordt na een kort voorspel van de eenvoudige orgelpartij tweestemmig door de dames in een zoete sfeer van tertsparallellen op een liggende pedaalnoot van de begeleiding gezongen. Een letterlijke echo van de twee laatste maten weerklinkt die het belang van het woord ‘vere’ (waarlijk) onderlijnt. De heren herhalen op hun beurt in duet een octaaf lager deze gedachte. Ditmaal is er door de grote sprong in de tenor (met de nodige aandacht voor de intonatie) en de tegenbeweging in de bas een variatie bij de herhaling van ‘vere’ die het belang van de inhoud van het woord nog nadrukkelijker naar voren schuift. De vier partijen bevestigen dan samen deze tekst vanuit een tweestemmig akkoord (sopraan, alt en tenor zingen dezelfde toonhoogte wat extra aandacht voor de balans met de bas vraagt) en beĂŤindigen vierstemmig. Het laatste melisme op ‘cibus’ bij de heren kan mooi versmelten met de damesstemmen: daarom de tweede tijd uitvoeren als een torculus in het gregoriaans.

ZORGVULDIGE UITSPRAAK Hiermee is het concept van de uitvoering bepaald. De lyrische melodievoering met een knipoog naar de gregoriaanse Kyriale VIII (de engelenmis) wordt verkregen met legato-zingen. Bij

de komma’s in de partituur moeten er keuzes gemaakt worden: de herhaling van ‘vere est cibus’ kan met een poco ritenuto ingeleid worden om de ‘s’ uit te spreken en een gesteunde ademhaling meer tijd geven. In elk geval kan een zachte, korte ‘s’ soelaas bieden. Zo ook bij de verbinding ‘est cibus’, kan, als men de Romeinse dictie verkiest, gekozen worden voor een zachte versmelting van de medeklinkers tussen beide woorden in functie van het gebonden zingen. Deze gevoeligheid moet er ook zijn bij ‘est potus’ in het tweede deel waarbij er een potentieel prangend plofgevaar is bij een te penetrante ‘p’. Verder moet de dialoogvorm tussen de stemgroepen, die misschien symbool staat voor brood en wijn, vlot op elkaar aansluiten zonder een tempoverlies. Dit betekent tijdig de inzet voorbereiden.

CONTRAST EN EVENWICHT Het contrastrijke middendeel is nadrukkelijk vierstemmig met meer modulaties en expressie, goed gesteund en aangevuld door het orgel. De sopranen bereiken hun melodisch hoogtepunt op ‘manet’ dat mede door de brede harmonische ligging een blijvende stempel drukt. Belangrijk is dat de mannenstemmen hier forte verder zingen en dat de volgende woordschilderende vocalise met een ruime klank start. Een evenwichtig verspreide diminuendo, in canon overgenomen door de begeleiding, maakt vervolgens een sensitieve overgang naar het slotdeel. Dit werk is terug te vinden op www.vclm.be onder de noemer “communielied�. De tekst vinden we terug bij Johannes (6, 56-57) en wordt integraal gebruikt in het gregoriaanse Alleluia bij het proprium van Sacramentsdag (In festo corporis Christi), een viering die in principe de tweede donderdag na Pinksteren voorzien is maar ook kan verschoven worden naar de zondag. ^ // JOHAN VAN BOUWELEN

Caro mea vere est cibus D D D Â

ĂŒÂĄ ÂĄ

" D D ĂŒĂŒ D D DD ĂŒ (

6

" DD

Ca

-

‹

D

D D D ĂŒ

6

" D ĂŒ D D ĂŒ D DD " DD ĂŒ D ( Ca

D ĂŒ DD ĂŒ

12

" D ĂŒĂŒ DD

ĂŒĂŒ

ro

me

‹

12

-

‹

ĂŒĂŒ

a

ve - re

ci

ro

me

ÂĄ

ĂŒ ĂŒ ĂŒ ĂŒ

‹

est

ÂĄÂĄ

ÂĄÂĄ ÂĄÂĄ ÂĄÂĄ

ĂŒĂŒ

a

ve - re

ci

ĂŒ ĂŒ

ÂĄÂĄ -

‹

bus,

ÂĄ Q

est

ĂŒ ĂŒ ĂŒ ĂŒ

ÂĄÂĄ ÂĄÂĄ ÂĄÂĄ

ĂŒĂŒ

ve - re

ci

‹

est

ÂĄÂĄ -

bus,

Q

ÂĄ ÂĄ ÂĄ ÂĄ ÂĄ ÂĄ

ĂŒĂŒ

ve - re

ci

ĂŒ ĂŒ

Copyright VCLM, Leuven, 2009

‹

bus.

ĂŒ ‹

ĂŒĂŒ

ÂĄÂĄ -

ĂŒĂŒ ĂŒ

ĂŒ ‹

ÂĄ

ÂĄ

ÂĄ

ÂĄ

ĂŒĂŒ ĂŒ

ĂŒ ĂŒ ‹

ĂŒ ĂŒ

ĂŒĂŒ

ĂŒĂŒ

ĂŒ ĂŒ

-

m.: Lode Dieltiens

ĂŒĂŒ Â

ÂĄÂĄ ÂĄÂĄ ÂĄÂĄ

ĂŒĂŒ

‹

ÂĄÂĄ

ÂĄÂĄ

ĂŒ ĂŒ

ĂŒĂŒ

bestelcode: KW/SATB/1

-

ÂĄ

ĂŒĂŒ

ĂŒĂŒ

ÂĄÂĄ

ÂĄÂĄ

ÂĄ ĂŒ

O ĂŒĂŒ

ÂĄÂĄ

ÂĄ

ÂĄ

ĂŒĂŒ

Moderato assai

est

‹ ¥ -

bus,

ĂŒÂĄ ĂŒ ĂŒĂŒ

pag. 1

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 15

AAN DE SLAG

// GENRE


// GENRE

HOE BETAAL IK EEN DIRIGENT? De vraag ‘Hoe betaal ik een dirigent’ wordt met de regelmaat van de klok gesteld en is ook niet gemakkelijk te beantwoorden. Voor dirigenten van amateurkoren bestaat er geen statuut zoals dat bijvoorbeeld bestaat voor trainers in de sportwereld. Bijgevolg moeten we ons behelpen met verschillende wettelijke regelingen die de overheid aanbiedt. Bovendien bestaan er nergens barema’s waarin je kan terugvinden ‘hoeveel’ je je dirigent mag betalen. Zorg er vooral voor dat alle afspraken in verband met de betaling van je dirigent in een overeenkomst werden opgenomen zodat het altijd duidelijk is wat de sociale en fiscale relatie is tussen het koorbestuur en de dirigent. Het statuut van het koor doet hier niet echt ter zake. Je kan de volgende regelingen uitwerken als feitelijke vereniging of als vzw. De kostenvergoeding dient om de kosten van je dirigent terug te betalen. Bij de reële kostenvergoeding moet je dirigent zijn kosten kunnen bewijzen. De vrijwilligersvergoeding en de kleine vergoeding voor kunstenaars zijn forfaitair. De kosten hoeven dus niet aangetoond te worden. Op de kostenvergoedingen betaal je geen belastingen of sociale bijdragen.

REËLE KOSTENVERGOEDING Met de reële kostenvergoeding kan je koor de kosten die door de dirigent gemaakt werden terugbetalen. De dirigent moet die uitgaven kunnen bewijzen door een factuur, een aankoopbewijs of een busticket voor te leggen. Je doet er goed aan in de overeenkomst met de dirigent vooraf te bepalen welke uitgaven hiervoor in aanmerking komen: aankoop partituren, abonnement op tijdschriften, jaarlijkse licenties, cd’s, dvd’s, enz. Sommige kosten zoals kosten van telefoon/internet en vervoerskosten met de auto kunnen moeilijk bewezen worden met bewijsstukken. Die kosten kunnen forfaitair worden geraamd. Voor de verplaatsingen die je doet met de auto, mag je een bedrag aanrekenen van 0,3456 euro per kilometer (geldig vanaf 1 juli 2012 tot 30 juni 2013). Let op: de terugbetaling van reële kosten mag je niet combineren met de forfaitaire kostenvergoeding.

FORFAITAIRE KOSTENVERGOEDING OF VRIJWILLIGERSVERGOEDING Als je dirigent als vrijwilliger je koor dirigeert, mag je hem of haar een forfaitaire kostenvergoeding uitbetalen, ook wel vrijwilligersvergoeding genoemd. De dirigenten hoeft daarvoor helemaal geen bewijzen te verzamelen. Aangezien de dirigenten

16 // STEMBAND

zich meestal voor een lange periode engageren in het koor, is het beter om een forfaitaire kostenvergoeding van € 1.257,51 per jaar te voorzien. De vrijwilligersvergoeding is een all-in kostenvergoeding. Alle kosten zijn in dat bedrag begrepen. Het koorbestuur mag daarnaast ook nog de verplaatsingen van de dirigent terugbetalen voor maximaal 2.000 kilometer per jaar en maximaal 605,2 euro per jaar. Informatie over de tarieven: www.kunstenloket.be.

KLEINE VERGOEDINGSREGELING Je kan in de werking van je koor ook een onderscheid maken tussen de educatieve werking van je koor (repetities) en de artistieke werking van je koor (generale repetities, concerten, producties, enz.). Voor de prestaties van je dirigent voor de artistieke werking van je koor, kan je je dirigent betalen via de kleine vergoedingsregeling. Ook dit is een all-in kostenvergoeding. Voor die prestatie mag je niet meer dan € 118,08 per dag uitbetalen en maximaal 30 dagen per jaar. Je dirigent kan per jaar maximaal € 2.361,51 ontvangen via de kleine vergoedingsregeling, los van de opdrachtgevers waarvoor hij werkt. Let op: je kan de vrijwilligersvergoeding en de kleine vergoedingsregeling niet combineren. Maak dus in je overeenkomst met je dirigent duidelijk wanneer je hem of haar betaalt als vrijwilliger (repetities) of als artiest via de kleine vergoedingsregeling (generale repetities, concerten, producties, enz.). De voorgestelde regeling vragen nogal wat administratieve opvolging van het koorbestuur. Alle documenten kan je vinden op www.kunstenloket.be of specifiek voor de koorwereld op www.koorenstem.be. In de volgende editie van Stemband bespreken we het statuut van zelfstandige of zelfstandige in bijberoep. ^ Bron: www.kunstenloket.be // KOENRAAD DE MEULDER


// AUGUST DE BOECK

VERVOLG VAN PAGINA 12 O Beata Mater kan uitgevoerd worden door solo en gemengd koor of door solo en mannenkoor. De Boeck voorzag bij dit werk naast een versie voor orgel ook een orkestversie die in de SintPauluskerk in Antwerpen met orkest een vaste plaats kreeg. Het andere werk, het paasmotet Surrexit Dominus vraagt volgens Nees een aanzienlijke inspanning door de feestelijke koraalfuga in vinnige ritmiek. De vier missen die De Boeck schreef werden tijdens zijn feestjaar allemaal uitgevoerd. Nees omschrijft ze uitvoerig. De Mis in B uit 1896 is de enige voor vierstemmig koor met orgel en kende destijds weinig succes. Nu wordt ze wel gezongen. De componist schreef zelf boven de partituur ‘en la b’. Ivo Mortelmans (1901-1984) transponeerde de partituur wellicht op verzoek van de componist een toon naar beneden. Vervolgens pasten dirigenten Marcel Schelfhout (°1943) en Kamiel Cooremans (°1931) probleempassages aan waardoor er versies met kleine verschillen van deze mis circuleren. Frank Teirlinck heeft zelf een sterke voorkeur voor de Mis in h (1898), een driestemmige mis die dynamisch en vrolijk klinkt. In tegenstelling tot het gros van De Boecks religieuze muziek omvat ze opvallend veel allegro-passages. Ze werd geschreven voor gelijke stemmen met orgel. Van Nuffel liet ze postuum verschijnen bij Musica Sacra. Het is een vurige wens van Teirlinck dat deze mis op cd wordt opgenomen zodat we een beeld krijgen van De Boecks godsdienstige muziek. Op de doksalen trof men destijds verschillende ‘bekende’ missen aan: die van Peter Benoit (1834-1901), die van Lorenzo Perosi (1872-1956) én de driestemmige Mis in C (1902) van De Boeck, de bekendste en eenvoudigste mis van zijn hand, ook bekend als Missa Solemnis. Van deze mis bestaat een orgelversie en een orkestversie die net als de motetten Verbum supernum en het eerder vermelde O Beata Mater in de Sint-Pauluskerk in Antwerpen nog steeds uitgevoerd worden mét orkest. Voor gelijkstemmige basiskoren dus een unieke kans om een eenvoudige mis met orkest uit te voeren. Tot slot vermelden we de tweestemmige door orgel begeleide Missa in honorem B.M.V. Perdolentis uit 1929 naar aanleiding van het 575-jarig jubileum van Onze-Lieve-Vrouw-ter Noodt. Hier hebben we te maken met een interessante mis vol afwisseling, plotse modulaties, enharmonieën en een Credo in recitatiefstijl. ^

CONCERTEN EN LEZINGEN DIT NAJAAR Slotconcert August De Boeckjaar met orkest- en koorwerk door Brassband Buizingen en de Merchtemse koren in de O.L.V.-ter Noodkerk, Merchtem. 19/10, 20u. Koorwerk van De Boeck door de Koristen van de abdij Keizersberg o.l.v. Peter Maus in de Protestantse kerk in Antwerpen. 21/10, 10.30u. Mis in h van De Boeck door de Koristen van de abdij Keizersberg o.l.v. Peter Maus in de Sint-Michielskerk te Gent. 26/10, 20.00u. L ezing ‘August De Boeck en West-Vlaanderen’ door Frank Teirlinck tijdens tweedaagse in de Stedelijke Bibliotheek van Roeselare. 1/11, 11u. Mis ‘en la b’ door het Kathedraalkoor o.l.v. Filip Martens in de Sint-Baafskathedraal in Gent. 3/11, 20u. Religieus koorwerk door Le Petit Choeur du Sablon o.l.v. Thibault Lenaerts in de kerk van de Karmelieten in Brussel. 24/11, 20u. Annuntiatio voor koor door het Mannenkoor van Heusden o.l.v. Jos Van den Borre, O.L.V. ter Sneeuwkerk, Destelbergen. 25/11, 16u. Idem 24/11, Heilig Kruiskerk Heusden. 29/09, 20u.

Zie ook www.augustdeboeck.be

PARTITUREN Het AMVC Letterenhuis alsook de muziekacademie van Asse bewaren veel van zijn koormuziek in oude uitgaven en handschriften. Een aantal werken werd heruitgegeven. In de Collectio Cathedralis bij Euprint vinden we de motetten Fidelis namque, O salutaris hostia, Regina Coeli, Ecce panis angelorum en Verbum supernum terug alsook de Missa ‘en la bémol’. Bij Koor&Stem zijn O salutaris hostia verschenen en Ave Maria/ Annuntiatio. Het digitaliseren en beschikbaar stellen van veel van De Boecks partituren is alsnog broodnodig. Een aantal missen en motetten kan je in de bibliotheek van Koor&Stem ontlenen.

OP CD/DVD Het Brussels Kathedraalkoor bracht een cd uit Ad Laudandum Dominum. Sacred Music from Romantic Flanders met het volledige orgelwerk en eerste opnames van de Missa ‘en la bémol’, O salutaris hostia, Regina coeli à 4, Fidelis Regina Coeli à 2, Verbum supernum en Ecce panis angelorum. Bij Phaedra verschenen in 2006 in de reeks In Flanders Fields vol. 50 een aantal motetten (O Beata Mater, Pie Jesu, Ave Maria in F, O salutaris hostia, Surrexit Dominus) van De Boeck en een Pie Jesu van zijn vader, gezongen door het Lets Staatskoor o.l.v. Herman Engels. In september 2012 verschijnt bij Phaedra ook een cd waarop Liesbeth De Vos liederen van August De Boeck vertolkt. Jozef De Beenhouwer begeleidt op piano. Op de DVD Antwerpens monumentale Sint-Pauluskerk en haar orkestmissentraditie vind je o.a. O Beata Mater terug met orkest.

1. Dit werk is terug te vinden in de uitgave Romantic Choral Music from Flanders, uitg. dr. Musikproduktion Höflicht, München, 2011. 2. Dit werk werd uitgegeven als koorpagina bij Koor&Stem in september 2011 en wordt in deze StemBand besproken in de rubriek Aan de slag.

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 17


// VIRTUAL CHOIR 3

Hartverwarmend

virtueel

Dat een koor veel meer te bieden heeft dan alleen maar het plezier van het zingen, staat als een paal boven water. Het is de ontmoetingsplaats bij uitstek voor uiteenlopende persoonlijkheden die ten minste één passie delen. Wie zat dan eigenlijk te wachten op een virtueel koor? En wat is er dan zo boeiend aan het inzingen van je eigen partij voor een webcam?

Kelly Poukens studeert zang aan het Lemmensinstituut bij Greetje Anthoni. “Via het koor van de muziekacademie van Maaseik onder leiding van Guido Beckers kwam ik van kindsbeen af op een heel positieve manier in contact met zang”, vertelt ze. “Ik heb ook in een

18 // STEMBAND

kerkkoor gezongen en bij het meisjeskoor Artemis. Nu vind ik het zingen in de koren van het Lemmensinstituut ook heel leuk. Maar ik zie ook studenten die zich ziek melden voor koorprojecten op school. Ik denk dat het virtual choir hen misschien kan motiveren om de smaak te pakken te krijgen van samenzang. Dergelijke initiatieven zetten het zingen op een totaal andere manier in de kijker. Ik ben alvast laaiend enthousiast.” “Via facebook gaven zangers elkaar tips over hoe je de partij kon zingen of waar je ademhalingen kon plaatsen”, gaat Kelly Poukens verder. “Ook technische vragen over de webcam en de computer kwamen aan bod. Die verbondenheid, en het elkaar helpen om samen een goed resultaat te kunnen neerzetten, was hartverwarmend. Een minpunt blijft

het alleen voor de webcam zitten: het menselijke van een echt koor dat samen zingt is er uiteraard niet. Daarom kan het virtual choir niet het ideale koor van de toekomst worden. Beseffen dat je op tijd op de repetitie moet zijn om het geheel niet in gevaar te brengen of het doorzettingsvermogen dat je moet tonen om een partij helemaal onder de knie te krijgen: mijn discipline heb ik het koor geleerd. Overigens, die internationale verbondenheid van zangers mocht ik ook tijdens Europa Cantat ervaren. Er gaat dus niets boven een écht koor.” Wim van Aarle werkt als postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit Antwerpen en was tot voor enkele jaren niet meer, maar ook niet minder, dan een enthousiast muziekluisteraar. Zijn stap

Eric Whitacre

De Amerikaanse componist Eric Whitacre kwam drie jaar geleden op het idee om een virtual choir te lanceren toen hij een filmpje kreeg van een fan die de sopraanpartij van zijn Sleep voor de webcam zong. Even later riep hij via zijn website zangers vanuit heel de wereld op om een van de partijen van zijn Lux Aurumque voor een webcam in te zingen terwijl ze hem al dirigerend op het scherm bekeken. IT-specialisten smeedden deze 243 tracks van 185 zangers uit 12 landen tot een virtueel koor samen. Het resultaat werd op enkele weken tijd meer dan een miljoen keer bekeken. Deel twee van het virtual choir met Whitacres Sleep zette al meer dan 2000 zangers in beweging en voor deel drie, Water Night, werden 3746 video’s uit 73 landen samengevoegd tot een indrukwekkend auditief en visueel resultaat. In de lange deelnemerslijst vind je niet meer dan een tiental zangers uit ons land terug. Ze blijken elkaar niet of nauwelijks te kennen en ze hebben bovendien een erg verschillende muzikale achtergrond. We contacteerden vijf van hen en stelden vast dat het virtual choir hun passie voor het zingen in een echt koor alleen maar heeft aangewakkerd.


Virtual Choir 3 © Eric Whitacre

// HARTVERWARMEND VIRTUEEL

naar het universitair koor opende voor hem een nieuwe wereld. “Ik merkte dat je in vergelijking met het leren spelen van een instrument veel sneller resultaat boekt bij het zingen in een koor”, zegt Wim van Aarle. “Na enkele maanden sta je al op een podium. En uiteraard houdt ook het sociale aspect de zangers bijzonder gemotiveerd. Ik leerde in het koor ook mijn huidige vriendin kennen en zij introduceerde me even later bij een ander koor. Ondertussen ben ik in drie koren actief. In die zoektocht naar nieuwe uitdagingen heb ik ook aan het virtual choir deel 3 meegedaan omdat het concept me wel aansprak. Het resultaat was bijzonder bevredigend. Ik zou het zeker nog eens opnieuw doen.”

attent gemaakt op Whitacres project. “Ik kende het stuk al en was meteen gefascineerd door het concept van het virtual choir”, vertelt Patricia Janssens. “Je kan je bijdrage afwerken tot je tevreden bent, maar je kan je eigen stem niet afstemmen op het geheel. En ik vind het spijtig dat het project de deelnemers, al was het maar de Belgen, niet eens echt verenigd heeft. Toch was het een hele belevenis om onder de virtuele leiding van Eric Whitacre te zingen. Hij is heel relaxed en heel inspirerend. Zijn muziek is door die mix van moderne en toegankelijke aspecten typisch Amerikaans. Het is alvast een taal die heel veel mensen begrijpen. Niet de cultuur met grote C. “

Patricia Janssens begon met dwarsfluit en klarinet maar schakelde op haar 15de over op zang. Ze zong in het koor van Lieve Suys in Merksem en volgde er zang in de Muziekacademie. Ze woonde ook enige tijd in het Engelse Cambridge waar ze in een groot koor en een kamerkoor zong. Bij haar terugkeer naar België 6 jaar geleden werd Mensurabilis haar nieuwe passie, een driekoppig ensemble waarmee ze veel oude muziek zingt. Zo is ze nu ook semiprofessioneel met zang bezig. Via facebook werd ze door een vriend

“De nieuwe media kunnen de koorliefde zeker bevorderen. Vandaag proeven kinderen en jongeren van vele dingen tegelijk. In Engeland waar zingen nog meer in de hele samenleving ingebed is dan bij ons, merkte ik dat de jongere generatie het vaak toch moeilijk heeft met wekelijkse aanwezigheid op repetities. De passie voor zingen is er nog, en er wordt nog veel gecomponeerd, maar onophoudelijk engagement is en blijft uiteraard wel noodzakelijk. Sociale media die nu alom aanwezig zijn, kunnen

misschien helpen om zangers blijvend te motiveren. Wie het resultaat van virtual choir deel 3 bekijkt, ziet op zijn minst al het cliché van ‘koormuziek is saai’ doorbroken worden.” Annemie Lamon is ondertussen een van de grootste fans van Eric Whitacre en van zijn virtual choir. Met trots draagt ze het T-shirt met het opschrift ‘Choir Geeks of the World’ dat op Whitacres website besteld kan worden. Annemie Lamon werd in een muzikaal gezin geboren met een zangleraar als vader, die zijn vrouw in het koor van Gaston Feremans ontmoette. Ze groeide op in een gezin met acht kinderen die allemaal de weg naar de muziekschool vonden en die zowel zongen bij de vaat als op vakantie. Buiten het gezin werd er gezongen in het Onze-Lieve-Vrouwkoor Mechelen. Nu zingt Annemie in CantusAmici o.l.v. Urbain Van Asch. “Zingende vrienden, dat is eigenlijk wat het koor voor mij altijd geweest is”, vertelt ze. “Ook toen ik jong was, betekende het koor meer dan zingen alleen. Ik las er mijn eerste stripverhalen, ontmoette er vrienden en ontspande me er tijdens de examens. En ik heb er uiteraard heel veel mooie profane en liturgische muziek leren kennen.”

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 19


Virtual Choir 3 © Eric Whitacre

// HARTVERWARMEND VIRTUEEL

“Met CantusAmici hebben we enkele jaren geleden Lux Aurumque van Eric Whitacre gezongen, en tijdens mijn zoektocht naar opnames stootte ik op het resultaat van het eerste virtual choirproject”, gaat ze verder. “Ik was meteen onder de indruk. Toen deel twee, Sleep, gemaakt werd bleek ik echter niet over de geschikte computerconfiguratie te beschikken om mee te kunnen doen, en was ik zeer ontgoocheld. Ondertussen had ik via facebook wel contact gelegd met Eric Whitiacre en tekstschrijver Tony Silvestri. De tekst van Sleep werd plots heel actueel voor mezelf toen bij mijn broer de ziekte van Alzheimer werd vastgesteld. De compositie werd mijn medicijn in die periode. Toen mijn broer vorig jaar stierf, heb ik Eric Whitacre laten weten dat het lied mij enorm dierbaar geworden was. Eric Whitacre heeft me toen aangemoedigd niet bij de pakken te blijven neerzitten en die uitvoering van Mozarts Requiem waar ik helemaal geen zin in had, toch maar mee te zingen.” “ Met Water Night heb ik dan uiteindelijk wel mijn bijdrage kunnen insturen. Het is zalig om zo alleen voor je computer te zingen en je tegelijk verbonden te weten met duizenden mensen over gans

20 // STEMBAND

de wereld. Whitacres begeestering is enorm. Ik ben een groot liefhebber van zijn muziek geworden. “ Carine Spiloes studeerde regentaat muzikale opvoeding aan het Lemmensinstituut en geeft AMV en samenzang. Ze zong als kind al in het koor van haar vader en vanaf het vierde middelbaar in het meisjeskoor Amabile in Gent. Later doorliep ze de volledige opleiding zang aan de muziekacademie. Twintig jaar geleden startte ze op vraag van de basisschool en de parochie een koortje in Blanden voor kinderen van 7 tot 12, een project dat ondertussen tot drie koren voor kinderen en jongeren tot 20 jaar is uitgegroeid. In haar zoektocht naar nieuwe koorwerken, nieuwe componisten en koren ontdekte ze al googlelend het virtual choir. “Ik deed in het grootste geheim en met veel twijfels mee aan deel 2”, vertelt Carine Spiloes. “Ik was zenuwachtig als een kind voor Sinterklaas. Maar na afloop was ik enthousiast en heb ik het filmpje doorgestuurd naar vrienden. Ik deed opnieuw mee aan Water Night. Je maakt deel uit van een massagebeurtenis die wij met ons koor nooit kunnen realiseren. Je voelt je een klein deeltje,

en toch kan je samen iets bereiken. Het geeft ook een extra kick om onder Eric Whitacre te zingen. Ondertussen heb ik ook zijn Five Hebrew Love Songs ontdekt en uitgevoerd. En ik heb de ambitie om bij een volgend virtual choir leden van mijn koor die geïnteresseerd zijn te helpen bij het instuderen van de partijen zodat ook zij kunnen meedoen.” Virtual choir 1, 2 en 3 bekijken en uitkijken naar virtual choir 4 kan op www.ericwhitacre.com ^ // TOM EELEN


// LITURGISCH

Volkszang & koorzang in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal te Antwerpen

Het Antwerps Kathedraalkoor onder leiding van Sebastiaan van Steenberge staat wekelijks in voor het opluisteren van de Hoogmis in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal te Antwerpen. Een gesprek.

WIE BEPAALT HET PROGRAMMA VOOR DE KOOR– EN SAMENZANG? Het wekelijkse programma wordt opgemaakt door Kapelmeester Sebastiaan van Steenberge voor wat de koorwerken & volkszang betreft. Titularis Peter Van de Velde kiest de orgelwerken. Voor de grotere vieringen wordt het programma steeds bepaald in overleg met de Werkgroep Liturgie in de Kathedraal onder het voorzitterschap van Bisschop Mgr. Johan Bonny.

WELKE AFWEGINGEN WORDEN ER GEMAAKT BIJ DE SAMENSTELLING VAN HET PROGRAMMA? Bij zo’n overleg is er aandacht voor de juiste verhoudingen inzake liturgie en muziek. Daarbij houden we rekening met de aanwezigheid van de volgende elementen: liturgie en thematiek van de dag, gregoriaans, volkszang, koorzang, orgelspel, timing, specifieke aandacht (verjaardag componisten), diverse talen (Nederlands, Latijn, Engels, …). Uiteraard gebeuren alle keuzes in functie van de liturgie van de dag.

IS ER EEN MODEL DAT ALS BASIS DIENT? In grote lijnen kunnen we zeggen dat we volgend model frequent toepassen: ×× Introïtus is meestal een lied met samenzang, waarbij het koor zich kan uitleven in meerstemmige zettingen of een discant. Op hoogfeesten wordt telkens het gregoriaans introïtus door het koor gezongen gevolgd door een lied met samenzang in het Nederlands. ×× Kyrie & Gloria: ook hier proberen we een evenwicht te vinden tussen volkszang en polyfonie. Op Hoogfeesten wordt telkens een andere miscompositie uitgevoerd, op gewone zondagen door het jaar wordt er afgewisseld tussen volkszang (gregoriaanse missen, missen in het Nederlands) en polyfonie. Die keuze is o.a. afhankelijk van het orgel: de eerste 2 zondagen

werken we met het monumentale Schyvenorgel (1891) en de volgende 2 zondagen werken we met het Metzlerorgel (1993) ×× Psalm: elke viering zingen we de juiste psalm die hoort bij de liturgie van de dag en de lezing. Het keervers wordt gezongen door het volk terwijl het koor de psalmverzen zingt, meestal volgens het systeem van meerstemmige “chants” zoals in de Anglicaanse traditie gebruikelijk is. ×× Alleluja: het allelujarefrein wordt gezongen door het volk en het koor zingt een meerstemmige zetting op het vers dat van toepassing is op het daaropvolgende evangelie. ×× Acclamatie: met volkszang ×× Credo: gregoriaans met volkszang ×× Voorbede: met volkszang. Vanaf de tweede voorbede zingt het koor meerstemmige variaties op de originele melodie. ×× Offertorium: orgelspel ×× Sanctus: wanneer we een meerstemmige miscompositie zingen, proberen we er steeds op te letten dat het Sanctus niet te lang is om de drive van de liturgie niet te onderbreken. Daarnaast kiezen we vaak een versie met volkszang , bij wijze van acclamatie. (gregoriaans Sanctus). ×× Consecratie: acclamatie met volkszang ×× Pater Noster: doorgaans volkszang (Nederlands, gregoriaans Pater Noster op grote vieringen met internationale deelnemers) ×× Agnus Dei: zoals bij Kyrie & Gloria ×× Communio: bij de communie is er steeds orgelspel gevolgd door een koormotet. De beide werken worden steeds gekozen in functie van de liturgie van de dag, wat voor kapelmeester en titularis steeds een boeiende zoektocht is naar nieuwe literatuur. ×× Sortie: orgelspel

HOE LATEN JULLIE ‘HET VOLK’ MAXIMAAL PARTICIPEREN? Bij grote pontificale vieringen en speciale gelegenheden nemen we voor de dienst even de tijd om enkele liederen door te zingen met het volk. Voor alle vieringen worden aparte misboek-

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 21


// LITURGISCH

jes gemaakt met daarin alle teksten en liederen, informatie over de uitgevoerde orgelwerken en koormotetten. In de kathedraal merken we uiteraard dat de duidelijke, metrische liederen het best worden meegezongen. Het orgel heeft een belangrijke rol om de mensen ‘mee te krijgen’ en mag zeker niet te bescheiden klinken. Af en toe werken we ook met een extra cantor om de samenzang te ondersteunen. Het doet de mensen deugd af en toe te kunnen meezingen: we willen geen passieve luisterende kerk maar een dynamische kathedraal waarin de mensen actief deelnemen. Dat neemt niet weg dat er voldoende tijd is om te genieten van solo orgelspel of een koormotet.

SCHUILT ER DAN GEEN GEVAAR DAT HET KOORGEBEUREN EEN MINICONCERT WORDT? Daar zijn ook onze zangers zich van bewust: we zingen geen concerten op zondagochtend maar dragen op een muzikale manier bij aan de liturgie. Onze zangers worden ook opgevoed in die traditie en weten van jongs af aan wat het verschil is tussen een concert en de opluistering van de liturgie. Het is de taak van de kapelmeester om te waken over de kwaliteit van de samenzang: wanneer er voldoende aandacht is voor meerstemmige zettingen, discanten, enz. dan hebben de koorzangers er ook veel voldoening aan. Het vergt van onze zangers wel een behoorlijk engagement om er elke zondag te zijn, maar die inzet wordt ruimschoots beloond met een jaarlijkse koorreis naar het buitenland. Het feit dat ze wekelijks kunnen zingen in één van de mooiste kathedralen van Europa, is waarschijnlijk ook motiverender dan te zingen in een lokale parochiekerk.

IS JE RIJKE AANBOD OOK BRUIKBAAR IN EEN ‘GEWONE’ PAROCHIE? Overleg tussen de verschillende partners, in ons geval de kapelmeester, de organist en de commissie liturgie, is zeer belangrijk. Alle afspraken, hoe miniem ook, worden voor de deelnemers en uitvoerders van de muziek en de liturgie (voorgangers, misdienaars, lectoren, koorleden, etc.) duidelijk weergegeven in een schema, zodat het geheel loopt als een geoliede machine. ^ // redactie VCLM

22 // STEMBAND


// REPERTOIRENIEUWS

REPERTOIRENIEUWS Van Blad Zingen

en aan de grondtoon. Dat heeft als voordeel dat je, na voldoende training, in staat bent om naar elke willekeurige noot te springen, ongeacht waar je vandaan komt. Uitgegeven door Harmonia en beschikbaar in de bibliotheek van Koor&Stem. ^

tijs krammer

SPORTING SARABAND Van Moer, Van Himst, Van Basten, Van der Smissen maken plaats voor Tia Hellebaut en Kim Gevaert: Vic Nees schreef een hedendaagse versie van zijn populaire Voetbalgavotte. Naar aanleiding van de voorbije sportzomer passeren de nieuwe sporthelden de revue in een gracieuze drietelsmaat. Verkrijgbaar bij uitgeverij Annie Bank en aanwezig in de bibliotheek van Koor&Stem. ^

VAN BLAD ZINGEN

Onlangs verscheen het nieuwe boek Van blad zingen, van de hand van Tijs Krammer. Zijn vorige boeken, Een en al oor en Meerstemmig inzingen waren vooral bedoeld voor dirigenten, maar nu richt hij zich tot de eerder gevorderde amateurzanger die noten kan lezen en een instrument kan bespelen. In acht eenvoudige stappen kan je meer leren over hoe je snel van het blad kan zingen. Het boek heeft niet de ambitie om je van het blad te leren lezen, wel om je vaardigheden op dit vlak te verbeteren. In elk hoofdstuk worden oefeningen, tips, stukjes theorie, trucs en valkuilen aangereikt. Het is dus zeker geen boek vol muziektheorie. Zo kunnen bijvoorbeeld eenvoudige volksliedjes een enorme hulp zijn bij Van het blad zingen. Lezers die na het lezen van het boek zin hebben gekregen in theorie, vinden wel een lijst terug van muziektheoretische werken. In het boek reikt men de solmisatietechniek aan, waarbij zangers elke noot die ze zingen relateren aan de toonsoort

VERJAARDAGSWENS AAN GASTON NUYTS

Op 26 maart 2012 werd Gaston Nuyts 90! Naast kamermuziek en werken voor harmonie- en fanfareorkest schreef Nuyts heel wat koormuziek. Zo treffen we Een koe op reis voor kinderkoor en Dilectus meus voor gemengd koor aan in de lijst van koorpagina’s. Daarnaast zijn ook het eenvoudige Canticum Canticorum Salomonis en het iets moeilijkere Maria Lecina in Spaanse sferen nog steeds te koop bij Koor&Stem. Tal van andere werken van de jarige kan je ontlenen uit onze bibliotheek. ^

KOORPAGINA’S In 1993 componeerde Jan Van der Roost (°1956) A year has four lives voor meisjeskoor en gitaar. De vier delen; Summer, Autumn, Winter en Spring die van tekst voorzien werden door Linda de Bruyn-Taylor. De koorpagina omvat enkel het deel Autumn, dat tevens besproken wordt in de rubriek Aan de slag. Ook vrouwenkoren kunnen dit uitvoeren. De andere koorpagina Sicut cedrus, is van de hand van Jules Van Nuffel (1883-1953). Dit liturgisch werk voor gemengd koor en orgelbegeleiding. Sicut cedrus maakt samen met Immaculata conceptio est hodie deel uit van de Duo cantus Mariani. ^

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 23


// REPERTOIRENIEUWS

76

in Flanders’ Fields

Lodewijk de Vocht

(1887-1977)

Memorare

Cappella Concinite Luk Bastiaens, organ Ludo Claesen, conductor

OF MOON AND SUN

LODEWIJK DE VOCHT Naast o.a. Nuyts, Posman, De Boeck wordt ook Lodewijk De Vocht (1887-1977) dit jaar gevierd en dat verdient een cd. Cappella Concinite zong de cd Memorare in onder leiding van Ludo Claesen. In 1912 werd de componist op 25-jarige leeftijd benoemd tot tweede dirigent van het koor van de Antwerpse kathedraal, naast Emile Wambach. In datzelfde jaar ontstond ook de Missa in honorem Angelorum, geschreven voor drie gelijke stemmen en orgel ad libitum. Met dit werk schiep hij een nieuw geluid in de religieuze muziek van Vlaanderen. Een ander bekend werk van zijn hand dat dezelfde sfeer ademt, is de XIV Cantica. Die compositie is niet exact te dateren, maar de afzonderlijke nummers zijn waarschijnlijk ontstaan over verschillende jaren verspreid. Het is een verzameling motetten die op diverse momenten van het kerkelijk jaar een plaats kunnen vinden. Bijna de helft ervan is gewijd aan de Heilige Maagd. Ook van de Duo Cantus Mariani werd geen precies jaartal vermeld. Het copyright van zijn Nederlandse uitgever stamt pas uit 1961, maar toen werden de motetten in België al heel lang gezongen. Deze koorwerken zijn samen met het Larghetto voor orgel terug te vinden op de cd, uitgegeven bij Phaedra. Ze wordt voorgesteld tijdens concerten op 7 september om 20.30u. in de Sint-Elisabethkerk in Zoersel en op 6 oktober 20u. in de kerk van O.L.V. van Troost in Heverlee. De cd kan daar tijdens de concerten aan de promoprijs van €15 aangeschaft worden. Meer info www.cappellaconcinite.be en www.phaedracd.com. ^

24 // STEMBAND

Het is niet de eerste keer dat Jan Van der Roost (°1956) teksten van de Engelse schrijfster Linda de Bruyn-Taylor gebruikt: ook in A Year Has Four Lives (zie koorpagina en Aan de slag) voor 3 gelijke stemmen en gitaar voorzag hij haar fantasierijke hersenspinsels van passende muziek. De opdracht voor Of Moon And Sun kwam dit keer uit Latijns Amerika, nl. van het Coro Juvenil de Las Escuelas de Musica (Medellin - Colombië) o.l.v. Agustin Tamayo Buitrago. Dit is echter geen gewoon jeugdkoor, een klein woordje ter duiding is hier wellicht op zijn plaats. Het inmiddels wereldbekende “El Sistema” dat in Venezuela sedert een aantal decennia geweldig goed werk levert, werkt inspirerend op een aantal buurlanden: ook in Colombië bijvoorbeeld wordt aan straatkinderen en kansarme of door geweld getroffen jongeren de mogelijkheid geboden zich via de muziek uit de vaak uitzichtloze ellende te bevrijden. Dat heeft in de stad Medellin (jaren geleden nog een wereldcentrum van de drugshandel met alle kwalijke gevolgen van dien qua criminaliteit en corruptie) geleid tot het oprichten van maar liefst 29 muziekscholen die samen voor ettelijke duizenden jongeren veel méér betekenen dan gewoon muziekles. Voor de meesten biedt de muziekschool perspectief op een beter leven maar ook in puur fysieke zin bieden die instellingen aan een aantal zwaar getraumatiseerde jongeren onderdak, bescherming en zelfs voedsel. Sinds een paar jaar is onze landgenoot Frank De Vuyst (Zelenaar van geboorte maar sinds ruim 15 jaar woonachting in Spanje) de artistieke leider van de stichting, officieel “Red de Escuelas de Musica” genaamd. Hij richtte er o.m. nationale jeugdorkesten en – koren op

en is er tevens de stuwende kracht achter een jaarlijks 3-daags internationaal symposium voor dirigenten – specifiek voor harmonieorkesten. Vorig jaar was Jan Van der Roost er te gast als composer in residence en hij was er getuige van een bijzonder fenomeen: op een paar uitzonderingen na waren alle 1200 harmoniedirigenten van het land aanwezig! Verder waren er nog delegaties uit alle Centraal- en Zuid-Amerikaanse landen en een paar internationale gasten (uit de Verenigde Staten, Hong Kong, Rusland en … België!). De contacten met dat gepassioneerd musicerend land zijn gebleven en … zo is Of Moon And Sun ontstaan - in het kielzog van zijn aanwezigheid ginds. When The Moon is een rustig en melodisch gedacht koorwerkje in een tonaal-modaal klankidioom. De vier bijna evenwaardige melodische lijnen worden mooi in elkaar geweven en zorgen voor evenwicht tussen het horizontale en het verticale aspect. De piano heeft een wezenlijke rol: niet alleen voor, tussen en na de koorgedeelten maar ook als aanvullende partij tijdens het vocale aandeel. In contrast met deze verinnerlijkte sfeer barst The Sun van bij het begin los in alle vurigheid: de piano opent met een wervelende intro en het koor zet meteen de toon. De veelal homofoon geconcipieerde koorpartijen zijn ritmisch erg dynamisch en krachtig: het vlotte 6/8 metrum leent zich inderdaad uitstekend tot een briljante benadering van de tekst. Syncopische ritmes geven het geheel extra drive en houden de schwung er constant in: dit deel bruist van energie en levenslust en eindigt in een sonoor uitgewerkte apotheose! De partituur van het werk is verkrijgbaar bij Koor&Stem. ^


// CD

Voces8 - A Choral Tapestry

Voces8 is een vocale groep uit het Verenigd koninkrijk die bestaat uit 2 sopranen, 2 contratenoren, 2 tenoren, 1 bariton en 1 bas. Het is een professioneel ensemble van hoog niveau. Bij Voces8 heeft elke zanger een meesterlijke stembeheersing, wat leidt tot een fantastische muzikaliteit, een prachtige sound die de luisteraar vanaf de eerste noot inpalmt. Voces8 organiseert ook educatieve sessies waarbij ze kinderen aan het zingen willen krijgen. Via de vzw Voces Cantabiles Music heeft het ensemble schoolprojecten opgestart in Engeland, Frankrijk, Zweden en de Verenigde Staten.

Cantando el Mundo Hun laatste cd brengt een overzicht van de renaissance tot en met John Tavener waarvan ze The Lamb kozen op tekst van William Blake. Of Voces8 nu een keuze maakt uit de polyfone periode (da Palestrina, Byrd, de Victoria, Gibbons), uit de barok (Monteverdi) of uit de romantiek (Bruckner, Brahms, Rheinberger, Reger) of bewerkingen van Go Down Moses door Michael Tippett en Steal Away door David Blackwell - telkens vertolken ze de composities in een perfecte stijl en met veel betrokkenheid. Het is zeer aangenaam om naar hen te luisteren en verrast te worden door hun sublieme weergave van de composities. Een echte aanrader! De cd kan besteld worden via: www.voces8.com (Signum Classics SIGCD283). Bij Peters Edition verscheen onlangs Voces8, A cappella Songbook, een bundel met de favoriete nummers van het ensemble, zoals een achtstemmige bewerking van Erlkönig van Schubert, een opera medley en de bekende spiritual Wade in the water. Deze bundel kan je ontlenen in de bibliotheek van Koor&Stem. ^

Een cd met mooie momenten als herinnering aan het 9. Symposium on Choral Music dat plaats vond in augustus 2011 in Puerto Madryn, Argentinië. Op de cd vind je koren uit Noord-en Zuid-Amerika (VS, Canada, Argentinië, Brazilië, Uruguay), uit Europa (Duitsland, Estland, Frankrijk, Noorwegen, Spanje, Zweden), uit Afrika (Zuid-Afrika), Oceanië (NieuwZeeland) en uit Azië (Filippijnen). Alejandro Garavano, directeur van het symposium in Puerto Madryn, stelde de cd samen en zorgde voor een goede afwisseling tussen leuke bewerkingen, klassieke koorwerken en interessante creaties. Het artistiek comité van het symposium gaf drie opdrachten: aan César Alejandro Carillo, Venezolaan, Marlos Nobre, Braziliaan en aan Leo Maslíah, een Uruguaan. Verder was er het werk van Matt Van Brink die de compositieprijs won en er waren ook koren die nieuwe opdrachten gaven. Zo gaf dirigent Brady Allred niet minder dan 7 opdrachten die door zijn ensemble Salt Lake Vocal Artists werden uitgevoerd. Ook het Spaanse Grupo Vocal KEA creëerde een werk van David Azurza. Een uittreksel uit het openingsconcert met Malambo van Héctor Ariel Mac Donald, uitgevoerd door 300 zangers uit diverse provincies, een orkest en slagwerk, sluit de cd af. De cover van de cd vertelt over de uitbarsting van de vulkaan in Chili, het luchtruim vol as, de lange busreis van Buenos Aires tot Patagonia en over de walvissen en pinguins. Interessant voor muziekliefhebbers en voor dirigenten die op zoek zijn naar een nieuw repertoire vol variatie. Bestellen kan via www.fundacioncic.org (CD PULSO 70) ^ // SIMONNE CLAEYS

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 25


// CD KORT

CD KORT Drie Europese topkoren hebben recent interessante cd’s op de markt gebracht: het RIAS Kammerchor, het Nederlands Kamerkoor en het Kammerchor Stuttgart. Verder verscheen de tweede portret-cd van Raymond Schroyens, Voorbij de wind en zon, en ten slotte zijn er nog Engelse koren die voor geestelijke muziek van Mozart en Dvořák zorgden. Raymond Schroyens, leerling van Jules Van Nuffel, behoort tot de vaste waarden van ons koorleven. Montefagorum geeft met de Capella di Voce van Kurt Bikkembergs een tweede cd met werk van de Mechelaar uitgegeven. Het zijn allemaal werken die nog niet op cd opgenomen werden. (www.montefagorum.be) In een gelimiteerde uitgave verschenen twee werken van Mauricio Kagel. Het betreft het Chorbuch o.l.v. de componist zelf en Les Inventions d’Adolphe Sax m.m.v. het Raschèr Saxophone Quartet. De vertolking is voorbeeldig, jammer dat het een 5 jaar oude opname is en het hoesje weinig informatie bevat. (W&W) N.a.v. de 60ste verjaardag van de aanvoerder van de hedendaagse Duitse componisten, Wolfgang Rihm, verscheen een mooi verzorgde cd waarin het

26 // STEMBAND

RIAS Kammerchor met zijn chef-dirigent Hans-Christoph Rademann drie koorwerken van de man uit Karlsruhe vertolkt: twee passiewerken, Sieben PassionsTexte en Fragmenta passionis, en het omvangrijke Astralis. (Harmonia Mundi) Genoeg hedendaagse koormuziek? Goed, met Otto Nicolai duiken we midden in de romantiek. We blijven nog even in Duitsland en bij de religieuze koormuziek. Nicolai schreef verschillende psalmen, waarvan de stichter en dirigent van Kammerchor Stuttgart, Frieder Bernius, een aantal op een stemmig schijfje verzamelde. “Als ik zijn geest had, dan kon ik ook wat goeds maken,” zei Nicolai ooit over de door hem bewonderde Mozart. (Carus) Wolfgang Amadeus Mozart schreef zijn Krönungsmesse voor Salzburg; ze werd er in 1779 gecreëerd. De mis en enkele andere werken, waaronder het onsterfelijke Ave verum Corpus staan op de cd van het Choir of St John’s College, Cambridge en zijn dirigent Andrew Nethsingha. De oerstevige kwaliteit van Engelse knapenkoren wordt nog eens bevestigd. (Chaconne) Een cruciale rol speelt een groot koor in het Stabat Mater van Antonín Dvořák. Eén van de beste Engelse grote formaties, het London Philharmonic Choir, staat samen met een stel internationale solisten en het London Philharmonic Orchestra o.l.v. Neeme Järvi borg voor een zeer goede vertolking van deze liveopname uit de Royal Festival Hall. (LPO) We sluiten dit kleine overzicht af met een typische koor-cd. Het is een voortzetting van het volume I van de wereldlijke koormuziek a capella van Heinrich von Herzogenberg die vorig

jaar verscheen. Het ensemble Cantissimo van Markus Utz bestaat slechts 8 jaar, maar demonstreert nu al het hoge basisniveau van de Duitse koormuziek. (Carus) ^ // MIREK CERNY


// COLUMN

DE TANTE VAN PHARA -

g g C WC C C g g C -WlaC deC laC trel

Blanc’ es - trel - la de

! !

g Cg lle - va C C

W W C

C

-

C

C

la

C

hC C hC C se-gur’ l’a o h h

lle - va - l’a

-

C

C

mar

T

T

C

C

h

hC

C

mar

n’a - ban -

g Cg C C hC C - nesC miC bar do h C

C

C

Cg

g

- quil - la,

n’a - ban - do - nes mi bar - quil - la,

g g Cg Cg C C C C hC C C ril - la las tor - men - tas C C alC C h C

C

C

C

se-gur’ o - ril - la las tor - men - tas al

Toen ik Phara onlangs het laat avondnieuws hoorde lezen, viel mij het donkere timbre van haar stem op. Een stem met meer inherente warmte dan het troosteloze nieuws dat ze moest presenteren. Een stem waaruit een stempedagoge als Lucie Frateur een mooie mezzo of een alt had kunnen vormen. De koppeling van beide namen is niet toevallig. De familie Frateur stond in nauw contact met de familie de Aguirre toen die door de Spaanse burgeroorlog in Mechelen verzeild was. In het Mechelen van mijn jeugd. Dit verhaal gaat echter niet over de Phara die we allemaal kennen, maar over haar tante Pharaïlde, haar tia Phara. Lang voor Phara’s geboorte, zowat zestig jaren geleden, liep tante Pharaïlde school bij de Ursulinen. Wij van het college maakten vaak een omweg om de meisjes van de Ursulinen te zien. Alleen maar te zien. Wij hadden elk zo onze voorkeur. Mijn hart ging uit naar Pharaïlde. Alleen al de naam! Zuiders mooi en met een zacht wiegende gang die gunstig afstak tegen het stijvere noordelijke heupwerk. Een schuchtere verliefdheid. Ze reikte niet verder dan wat tersluiks kijken of stiekem achtervolgen op de kermis. Nooit een directe blik gewisseld, nooit een woord gesproken. Nada. Maar toch, toen de fascinatie stilaan verslapte, deed zich een mogelijkheid voor die onze verbeelding prikkelde. De oudere zus van Pharaïlde zou trouwen met een oud-leerling van ons college. Wij wisten waar en wanneer. Wij zouden de huwelijksmis muzikaal opluisteren, bij wijze van verrassing, onverwacht en ongevraagd. De organist kenden we. Dat was geen probleem. Met een achttal jonge mannenstemmen – allemaal gemuteerde sopranen van het St.-Romboutskoor – vormden wij een koortje. Wij repeteerden de tweestemmige liturgische stukken die we zo vaak hadden gezongen, waarbij ik tevens mijn eerste sporen als dirigent verdiende. De clou van ons verrassingsoptreden was een Spaans Marialied dat iemand van ons had gevonden. Wij zouden het na de huwelijksmis zingen. Ik herinner mij de eerste zin: Blanc’ estrella de la mar. Een minuutje zoeken op Google brengt de hele eerste strofe terug in beeld:

g Cg C bra

-

CO CO mar.

bra - mar.

Blanca estrella de la mar no abandones mi barquilla, llevala a segura orilla las tormentas al bramar. Ik herinner mij ook de melodie. Een simpel liedje in zesachtste maat, met de onvermijdelijke chromatische Seufzer. Als schooljongens die vreesden betrapt te worden, gingen wij heel vroeg plaatsnemen op het oksaal. Ik weet niet wat de familie dacht toen er onverwachts een gedisciplineerd koor begon te zingen dat duidelijk niet tot de parochiële routine behoorde. In zekere zin waren wij de familieleden aan het gijzelen: zij konden ons niet zomaar van het oksaal wegsturen zonder enige ophef. Misschien wisten ze zelfs niet wat er gebeurde en dachten ze dat het erbij hoorde. Lucie Frateur moet er aanwezig geweest zijn. Zij zal ons toen gehoord hebben. Toen ik veel later professioneel met haar in contact kwam, hadden wij zoveel essentiële dingen te bespreken dat het nooit tot een meer persoonlijk gesprek is gekomen. Ik was aanwezig op haar begrafenis. Haar boek, Het vocaal instrument, staat nog altijd vooraan in mijn boekenrek met vakliteratuur. Het hoofdmoment van de huwelijksmis moet ongetwijfeld het Spaanse Marialied zijn geweest. Wij konden echter van ons virtuele succes niet genieten. We moesten ons schuilhouden tot iedereen vertrokken was. Als weldoeners die onbekend wensten te blijven. Ik vermoed dat de familie het raadsel spoedig opgelost zal hebben, maar ik heb er later geen woord over gehoord. Toen Phara bij de VRT in dienst kwam, werkte zij op Reyerslaan en ik nog altijd op het Flageyplein. Ik heb haar nooit kunnen vertellen hoe vertrouwd haar naam voor mij al klonk, nog voor ze zelf bestond. Op een late avond bracht haar stem deze vluchtige fase uit mijn jeugd in herinnering. Voor een gelijkaardig oproepen van het verleden, maar op een reusachtige schaal, had Proust slechts een bescheiden madeleine nodig. ^ // VIC NEES

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 27

© Vrt Joost Joossen

g W ! 68 C C g W ! 86Blanc’ C esC


AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE:   Koenraad Demeulder, Erik Demarbaix, Rudy Tambuyser, Ivo Jacobs, Aart De Zitter, Jeroen Keymeulen, Wim Verdonck, Johan Van Bouwelen, Tom Eelen, Liesbeth Segers, Simonne Claeys, Mirek Cerny, Vic Nees. EINDREDACTIE: Ivo Jacobs, Liesbeth Segers, Jan Stofferis COÖRDINATIE: Jan Stofferis KOORAANSLUITING: € 70, Individueel abonnement: € 22,5 Rek. nr. 735-0037517-63 t.n.v. Koor&Stem vzw DRUK: Van der Poorten OPLAGE 3.000 ex. VORMGEVING: apple-n.be, brand-ink.be REDACTIEADRES: Koor&Stem vzw, Zirkstraat 36, 2000 Antwerpen,   T. 03 237 96 43, redactie@koorenstem.be, www.koorenstem.be

koorenstem.be 28 // STEMBAND


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.