Stemband nr. 20 (2013)

Page 1

P.B. /P.P. 2/111 3000 LEUVEN MAIL  P802021. AFGIFTEKANTOOR 3000 LEUVEN MAIL

V.U. Koenraad De Meulder, Zirkstraat 36, B-2000 Antwerpen © Cover: Dirk Sardones

stemband #20 DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM VZW JAARGANG 11, 10 > 12 2013, NR 20


/// GENRE

INHOUD 4 INTERVIEW Johan Heldenberg 6 EEN SCHEPPINGSVERHAAL Interview Frank Van Mossevelde, Koen Dejonghe, Stefan Van Guyse

In memoriam Monique Lesenne

10 ZINGEN MET AUTISME 11 EEN GEMEENSCHAPPELIJK VERHAAL AAN DE SLAG • Annelies uit Sas van Gent – Jetse Bremer • Onvermogen – Thomas Geudens • Koormuziek kopen 18 BINNEN BIJ Een academie in Gent 20 ROLAND CORYN 80 jaar 22 LITURGISCHE MUZIEK 24 REPERTOIRENIEUWS 26 CD 27 VERSLAG

Moeder, Motor en Monument ‘Er is nog zo veel basiswerk te verrichten!’ Hoe eenvoudig en kort dit laatste bericht van Monique ook is, het tekent haar ten volle. Als geen ander kende zij het reilen en zeilen van de koorwereld. Zij stond als eenvoudige vrijwilliger tussen de zangers en spoorde hen kordaat aan om steeds opnieuw hun artistieke grenzen te verleggen. Zij was het luisterend oor op ontelbare concerten en wedstrijden maar ze bleef zich opbouwend kritisch opstellen. Als zij er niet was, werd dit als een echt gemis ervaren. Dirigenten waardeerden haar persoonlijke mening en haar rake opmerkingen die zij steeds met een vleugje humor wist te brengen. Mieke Martens heeft die mooie karaktertrekken van Monique Lesenne knap samengevat in de tekst van het lied ‘Ad Monicam’ die door haar metgezel Vic Nees op muziek werd gezet: ‘Zij is zij, om en nabij, zozeer zij’. De koorwereld verliest met Monique Lesenne een moeder die altijd klaar stond voor haar koorvrienden. Monique Lesenne was ook de organisator van een hele reeks schitterende nationale en internationale koorevenementen: zingweken, koorwedstrijden, festivals en cursussen. Als Monique Lesenne zich achter een idee schaarde, was er geen ontkomen meer aan. Haar gedrevenheid en enthousiasme werkten zo aanstekelijk dat uiteindelijk niemand nog ‘nee’ durfde zeggen. Haar doorzettingsvermogen zorgde ervoor dat kinderen en jongeren uit heel de wereld de kans kregen om elkaar te ontmoeten en samen te zingen. Als organisator stelde ze niet zichzelf, maar wel ‘de kwaliteit’ van wat er werd gezongen centraal. Monique Lesenne als motor van talloze koorevenementen, het is een beeld dat ons steeds zal bijblijven. Monique Lesenne was niet alleen een graag geziene gast en gedreven organisator, zij wist haar praktijkervaring ook te vertalen naar het beleidsniveau. Jarenlang engageerde zij zich als vrijwilliger in lokale, regionale, nationale en internationale organisaties. Zo legde Monique Lesenne samen met haar generatiegenoten de basis voor een internationale koorgemeenschap waarin via muziek en samenzang een boodschap van respect, verdraagzaamheid en vrede wordt uitgedragen. Zij wist ook perfect hoe je een organisatie kon sturen en voorbereiden op de toekomst. Stap voor stap bouwde zij organisaties uit tot krachtige spelers in de koorwereld. De Vlaamse Federatie van Jonge Koren, haar VFJK, is daarvan wellicht een toonbeeld maar ook binnen Europa Cantat en Koor&Stem speelde Monique Lesenne een belangrijke rol als bestuurder. Zo groeide zij uit van eenvoudige vrijwilliger tot monument voor de koorwereld. De nationale en internationale koorgemeenschap is Monique Lesenne heel erkentelijk voor wat zij heeft betekend. Wij verliezen met haar een moeder, een motor en levensgroot monument. // KOENRAAD DE MEUDLER, Namens de Raad van Bestuur van Koor&Stem vzw

2 // STEMBAND


/// IN MEMORIAM

AD MONICAM Cantemus, cantemus ad Monicam. Zij is zij, immer om en nabij, zozeer zij. In t’ lied dat wij zingen, in elk schril contrast, in al wat blijft wringen, een vrouw van houvast. Cherchez la femme, cantemus ad Monicam. Zij is zij, immer om en nabij, zozeer zij. Boezem, bolster, buffer, baken, furie, fakkel, fondament; naargelang de stand van zaken, moeder, motor of monument. Cherchez la femme, cantemus ad Monicam. Zij is zij, immer om en nabij, zozeer zij. Haar vonk blijft overspringen, geen strijd die zij niet streed. Zij kent de maat der dingen, zij meet niet meer, zij weet. Cherchez la femme, cantemus ad Monicam. Zij is zij, immer om en nabij, zozeer zij. // MIEKE MARTENS

BIOGRAFISCHE SCHETS Monique Lesenne werd geboren op 25 juli 1937 in Ronse. Ze studeerde archeologie aan de Universiteit te Gent, waar ze nadien als archeologisch medewerker actief was. Muziek en vooral koormuziek was haar passie. Vanaf 1967 begon ze als vrijwilliger te werken voor de Vlaamse Federatie van Jonge Koren (VFJK). Van meet af aan trok ze de internationale kaart en was ze actief in de European Federation of Young Choirs - Europa Cantat. Van 1997-2003 was zij bestuurder van deze organisatie. Dit kwam ten goede aan de internationale uitstraling van de Vlaamse koormuziek. Ze was ook heel sterk betrokken bij de afvaardiging van Vlaamse koren naar internationale zingwerken en wedstrijden en bij de organisatie van het driejaarlijkse Europa Cantat Festival.

Op haar 65ste ging ze officieel op pensioen, al was daar maar weinig van te merken: ze organiseerde verscheidene zingweken in Gent en elders, de Koordagen voor Kinderen, masterclasses voor dirigenten en een sessie van het World Youth Choir. Monique Lesenne verleende ook haar medewerking aan de fusie van VFJK met de andere Vlaamse federaties en de oprichting van Koor&Stem vzw. Op haar 75ste besloot ze om het wat rustiger aan te doen. Haar activiteiten “beperkten” zich dan tot het lidmaatschap van de Raad van Bestuur van Koor&Stem, het voorzitterschap van VFJK vzw, de organisatie van pre-tornooien in de provincie Oost-Vlaanderen, het begeleiden van de Koordagen voor de Kinderen, wedstrijden en festivals bezoeken in binnen- en buitenland, het opvolgen van nieuw talent in de conservatoria en het World Youth Choir.

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 3


/// INTERVIEW GENRE

Johan Heldenbergh

© Kurt Van der Elst

Door in theater te zingen stel je je heel kwetsbaar op

Sinds de alom geprezen film The Broken Circle Breakdown, is Johan Heldenbergh niet meer weg te denken uit het muzikale theater. En toch zat het zingen niet vanaf het begin in hem.”Ik had nooit kunnen dromen dat ik zou durven wat ik nu doe”, zegt hij. Van theaterproducties als Ten Oorlog, Mijn Blackie, Allemaal Indiaan, Trouwfeesten en processen, enzovoort en Broeders van Liefde tot gastrollen en hoofdrollen in televisieseries als Flikken, Ben X, Aanrijding in Moskou of Any Way the Wind Blows is hij voortdurend aanwezig op de planken, het scherm en het witte doek. Zijn echte grote doorbraak kwam er in dus 2011 met de genoemde film, een stuk muziektheater, waarvoor Johan verder ging dan ooit tevoren in het gebruik van muziek in zijn voorstelling. Als kind zat Johan in de jeugdbeweging. Daar werd enorm veel gezongen en daaraan deed hij altijd met veel plezier mee. Hij zat ook in het jeugdbewegingskoor in Ledeberg. Maar zingen op theater, dat durfde hij niet.”De zangexamens in Studio Herman Teirlinck in Antwerpen waren de enige waar ik ècht zenuwachtig voor was”, vertelt hij.”Ik kende mijn eigen beperkingen en wist dat ik niet de beste zanger was. Zingen vind ik dan ook iets heel kwetsbaars.”

4 // STEMBAND

Johan zong voor het eerst op het podium in 2006 tijdens de theatervoorstelling Trouwfeesten en processen.”Ik moest één liedje zingen samen met Mieke”, herinnert hij zich.”Dat vond ik zo leuk, dat we hebben besloten om The Broken Circle Breakdown te maken.” Om die voorstelling te kunnen brengen besloot Johan zich niets aan te trekken van het feit dat hij geen geweldige zanger is.”Het was een hele opgave om mijn vrees te overwinnen, maar sindsdien ben ik wel geëvolueerd naar het punt waarop ik zelfs optreed als muzikant en zanger”, zegt Johan.”Mensen horen wel dat ik geen fantastische zanger ben maar ik compenseer dat met een soort eerlijkheid. Ik probeer te voelen wat ik zing. Als dat lukt, dan is dat gevoel veel belangrijker dan de techniciteit van een goed getrainde stem.” Toch liep het overwinnen van zijn angst om te zingen op het podium niet van een leien dakje.”Ik was poepzenuwachtig voor de première van The Broken Circle Breakdown”, zegt hij.”Zingen is gewoon zo breekbaar. Je hebt iets te vertellen en dat doe je


/// JOHAN HELDENBERG

MUZIEKTHEATER “Theater is een samenvatting van alle kunsten”, meent Johan.”Er zit architectuur in de decors, literatuur in de teksten; er is dans. Volgens mij mag muziek daar niet in ontbreken.” Zelfgemaakte muziek is volgens Johan het mooiste.”Maar je hoeft ze niet zelf uit te voeren”’, vult hij aan.”Gewoon een plaatje opleggen tijdens de voorstelling kan ook al een meerwaarde geven aan het stuk.” Nochtans zegt Johan dat hij tot een tiental jaar geleden niets moest hebben van muzikanten op een theater.”Muzikanten zijn vaak enkel muzikant, en zitten dus dikwijls te wachten op het toneel tot het weer aan hen is.” Om dat wachten te vermijden, probeerde Johan in The Broken Circle Breakdown de muzikanten meer te betrekken bij het verhaal. Hij wilde hen een onderdeel maken van de voorstelling, niet gewoon mensen die erbij zitten en af en toe een beetje muziek maken.”Ik werk op vertrouwen”, legt Johan uit.”Net als bij acteurs zal ik niet zeggen waar een muzikant moet staan of wat hij moet doen. Het is een ontdekkingstocht die we samen tot een goed einde brengen. Ik ga ervan uit dat een muzikant zijn partituren kent en dan zoeken we samen wel naar de juiste arrangementen en de manier waarop we het verhaal willen vertellen.” Eén ding dat daarbij volgens Johan nooit uit het oog verloren mag worden, is het verhaal. Dat moet primeren.”Dat vind ik belangrijk en ik slaag er gewoonlijk ook in om dat over te brengen”, zegt Johan.”Eigenlijk brengen muzikanten sowieso ook een verhaal door middel van een bepaalde opvolging van nummers. Alleen staat bij muziektheater hun muziek niet op het voorplan. Maar de meeste muzikanten begrijpen dat heel snel.”

AMATEURKUNSTENAARS In The Broken Circle Breakdown werkt Johan samen met professionele muzikanten. Dat is echter niet zo in al zijn voorstellingen. Hij werkt namelijk heel graag samen met vrijwilligers en amateurskunstenaars.”De lijn tussen amateur en professioneel is vaak heel erg dun”, vindt Johan. Zo werkte hij aan de film Schellebelle 1919, waarin alle muziek gecomponeerd en uitgevoerd werd door mensen van Schellebelle zelf.”Als je eens rondkijkt in je eigen dorp, sta je er soms versteld van hoeveel talent er rond je zit; vaak talent dat niet uit de kast kan komen. De muziek van Schellebelle 1919 was ècht goed, hoewel de makers en de uitvoerders amateurs waren.” Toch is er volgens Johan één groot verschil tussen professionelen en amateurs. Hij ondervond dat amateurs veel minder zelfvertrouwen hebben.”Als je met amateurs werkt, moet je er rekening mee houden dat je hen genoeg bevestiging geeft”, legt Johan uit. Hij geeft hen meer vertrouwen door hen vrij te laten en weinig richtlijnen te geven; zo komen de vrijwilligers sneller uit hun schelp.”In het begin vinden ze de vrijheid beangstigend. Als ik hen zeg dat ik geen muzikant ben en zij dus de beslissing moeten nemen, dan twijfelen ze vaak. Ze vinden dat moeilijk en worden soms zelfs kwaad omdat ik geen richtlijnen geef. Maar na een tijdje komen ze los, trekken ze zich minder aan van wat het resultaat zou moeten zijn en zoeken ze hun eigen weg. En dat is voor mij veel belangrijker dan dat we de boekjes volgen.”

© Kurt Van der Elst

door zang. Achteraf krijg je dan commentaar van mensen die oordelen of je wel virtuoos genoeg zingt. Maar dat doet voor het verhaal eigenlijk niet ter zake. Het gaat om wàt ik zing, niet hoe ik dat zing.” En dus probeert Johan de critici te negeren en wat hij wil vertellen te laten primeren. Ondertussen is de schroom om in het openbaar te zingen weg.”Nog niet helemaal, ik blijf zenuwachtig. Maar ik heb meer zelfvertrouwen gekregen”, zegt Johan. Om zich voor te bereiden op een voorstelling zondert Johan zich ongeveer een uur voordien af.”Of het nu als zanger of puur als speler is, mijn voorbereiding is dezelfde. We doen altijd een korte soundcheck. Een uur voor de voorstelling begin ik in een soort concentratie te komen. Ik zoek de stilte op. Er zijn altijd acteurs die veel grapjes willen maken voor een voorstelling. Daar hou ik eigenlijk helemaal niet van. Voor mij mag er niet te veel drukte om me heen zijn.”

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 5


/// INTERVIEW

© Jesse Willems

KOREN Bij al die samenwerkingen met muzikanten, professionelen of amateurs kwam Johan nog nooit in contact met een koor. Maar daar komt binnenkort verandering in. Samen met Mieke Dobbels is hij momenteel op zoek naar mensen om met hen mee te zingen in een nieuwe voorstelling: De Soldaat-facteur en Rachel.”Het is een toneelstuk over WOI dat in 1988 werd geschreven door Arne Sierens. Voor de herdenking van de Groote Oorlog willen we dat stuk hernemen, met véél muziek. Als ik denk aan de oorlog, dan hoor ik meteen een koor. Dat hoort er gewoon bij voor mij”, bekent Johan.”Elk Vlaams dorp heeft een koor. Dat is heel erg volks.” Daarom is hij op zoek gegaan naar een koor.”Die keuze heb ik heel impulsief gemaakt.” Voor extra hulp ging hij aankloppen bij dirigent Hans Primusz. Die zal de arrangementen componeren en het koor leiden. Samen gingen ze op zoek naar een koor van zo’n veertig vrijwilligers per avond om met hem het podium te delen.”Ik werk echt heel graag met vrijwilligers”, zegt Johan.”Die mensen smijten zich op een project alsof hun leven ervan afhangt. En dan mogen ze nog minder zelfvertrouwen hebben dan professionele muzikanten, ik haal er veel meer plezier uit. Ik geef die mensen een kans die ze anders misschien nooit zouden hebben.” // HANNELORE SMITZ

ONVOLTOOID LANDSCHAP In onze volgende StemBand gaan we uitvoerig in op Onvoltooid Landschap, een project in het kader van WO I voor concertkoor, basiskoor, kinder- en jeugdkoor, verteller en 4 saxen op tekst van Annelies Verbeke en muziek van Maarten Van Ingelgem, een initiatief van Altra Voce in samenwerking met Koor&Stem, met concerten op zaterdag 20 en zondag 21 december 2014 in Kortrijk en Gent.

6 // STEMBAND


/// MUSICAL DE SNEEUWKONINGIN

Een scheppingsverhaal

© Dirk Sardones

Je ziet steeds meer muziektheaterprojecten opduiken in scholen en academies, vaak ook gedragen door de gemeente en met medewerking van vele vereningingen, muzikanten en kunstenaars. Veel talenten en disciplines, veel volk en enthousiasme samengebracht op het podium. Het zijn niet zelden culturele én sociale topmomenten voor de betrokkenen. Een gesprek over het scheppingsproces van de musical De Sneeuwkoningin met de drie tenoren: Frank Van Mossevelde (auteur), Koen Dejonghe (componist) en Stefan Van Guyse (regisseur).

Ter gelegenheid van het 150-jarige bestaan van de school Heilige Familie in Sint-Niklaas schreven Frank Van Mossevelde (tekst) en Koen Dejonghe (muziek) de musical De Sneeuwkoningin. Het werk ging in het feestjaar 2011 in première. Dat Frank Van Mossevelde als directeur mooie, vlotte liedteksten leverde en daarmee de basis legde van een succesvolle musical is buitengewoon; de ontwikkeling van dit kunstig schoolproject werd door de hele school gedragen. Componist Koen Dejonghe schreef in het verleden vooral erg hedendaags klinkende klassieke muziek en bediende zich daarbij graag van de atonaliteit en dodecafonie. Nu richt hij zich op toegankelijke muziek.

NAAR GENESIS 1, 1-4 1 In het begin schiep de H. Familie het idee om 150 jaar onderwijsactiviteit door de zusters Jozefienen in Sint-Niklaas op luisterrijke manier te vieren. 2 De school was weliswaar niet woest en leeg, maar toch lag duisternis over de speelplaats, en de Geest van God zweefde over de H. Familie. 3 Toen sprak de H. Familie: “Er moet een musical zijn!”. En er was een musical. 4 En de H. Familie zag dat het goed was.

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 7


/// INTERVIEW

×× Frank Van Mossevelde: “Neen! Drie jaar geleden kwamen enkele personeelsleden bijeen om te kijken wat we konden doen rond het 150-jarig bestaan van de school. Eén van de spontane ideeën was een musical.” Vanwaar de keuze voor De Sneeuwkoningin van Andersen? ×× Frank Van Mossevelde: “We zochten iets origineels, geen bestaande musical. Vanuit de link kinderen-sprookjes-de geschiedenis van de congregatie-weeskinderen ... kwam ik snel uit bij dat sprookje, een mooi verhaal waarvan ik al eerder een toneelbewerking had gemaakt. Het verhaal leent zich ook voor een productie waarbij veel volk op de scène komt. Dat wilden we absoluut: zoveel mogelijk leerlingen laten meewerken. Dan ging het vlug: toneeltekst en liedjes waren op drie weken tijd klaar. Het resultaat kreeg meteen het fiat van de werkgroep.” Hoe zijn jullie bij Koen en Stefan terecht gekomen? ×× Frank Van Mossevelde: “Anne Heyndrickx, de directrice van de basisschool, kende Stefan vanuit Jeugdtheater Ondersteboven; Koen is de echtgenoot van één van onze leerkrachten en leraar aan de academie hier in Sint-Niklaas. Beiden wilden graag de uitdaging aangaan. Het klikte ook direct en Koen voelde meteen de teksten aan.” ×× Koen Dejonghe: “Ja, dat was meteen bingo: heel mooie, vlotte liedteksten. Ik ben onmiddellijk beginnen schrijven. Toen ik een viertal liedjes af had, heb ik die voor de werkgroep voorgespeeld en -gezongen. Ik kreeg meteen groen licht.” ×× Stefan Van Guyse: “Ik zag het inderdaad onmiddellijk zitten. Ik voelde in welke richting Koen aan het denken was en ik zag meteen scènes. Die allereerste kennismaking met de muziek was heel inspirerend.” ×× Koen Dejonghe: “Ik heb dan eerst een volledige pianoversie geschreven en alle liedjes, zowat in juni 2009, uitgevoerd voor de werkgroep.” ×× Stefan Van Guyse: “Dat was even slikken, sommigen schatten het geheel in als te moeilijk. Echt gemakkelijk is de muziek natuurlijk niet, die zing je niet zomaar gauw even.” ×× Frank Van Mossevelde: “Dat was inderdaad spannend. Ik geef toe dat ik er bang voor was.” ×× Koen Dejonghe: “Het probleem was dat de school geen echte musicaltraditie had. Een zekere drempelvrees was dus wel normaal. Maar dat oordeel was overigens ook niet algemeen,

8 // STEMBAND

integendeel, sommigen hadden meteen door dat er wel wat meezingers inzaten. En zij hebben gelijk gekregen! De muziek van Koen is echt heerlijk. Er zitten hits in! “ De orkestbewerking is zeker niet echt alledaags. Hoe ben je daartoe gekomen? ×× Koen Dejonghe: “Omdat het van meet af aan de bedoeling was om zoveel mogelijk met mensen van de school te werken, hebben we binnen de school audities gehouden. Iedereen wou meedoen, aan kandidaten geen gebrek! Toen ik wist over welke instrumenten ik kon beschikken, kon ik aan de orkestratie beginnen. Alleen de kopers ben ik buiten de school moeten gaan zoeken.” ×× Stefan Van Guyse: “Ook voor toneelspel, dans en zang hebben we audities gehouden. Weer een massa volk, dus verschillende auditiedagen en twee selectierondes. De twee muziekleraressen, Chris De Witte en Myriam Baert, waren daarbij betrokken. Zij zouden immers de zangpartijen aanleren. Een dikke pluim voor hen beiden. En Tina De Keyser stond in voor de dans.” ×× Koen Dejonghe: “Bij de muziekaudities moest ik ook ontdekken hoe handig iemand is in het volgen van de dirigent? Ontzettend belangrijk voor wie nauwelijks of helemaal geen orkestervaring heeft.” De partituur is zuiver tonaal, ver van de complexiteit van heel wat hedendaagse muziek. Is dat ingegeven door de gelegenheid, door de opdracht om te schrijven voor kinderen en jongeren, of zit er meer achter?

© Dirk Sardones

Zo eenvoudig, alsof één vingerknip volstond, is het ongetwijfeld niet gegaan?


© Dirk Sardones

/// STEFAN VAN GUYSE, KOEN DEJONGHE, FRANK VAN MOSSEVELDE

×× Koen Dejonghe: “Al een aantal jaren ben ik vooral bezig met de vraag of iets overkomt of niet. Is dat niet het geval, dan ben je alleen maar voor jezelf bezig en dat heeft geen zin. Veel hedendaagse klassiek zit met een heel select publiek. Ik voelde me trouwens ook altijd aangetrokken tot pop en rock: muziek waarbij iedereen weet waarover het gaat. In die zin schrijf ik dus de laatste tijd meer en meer zogezegd gemakkelijke, alleszins voor een groter publiek meer toegankelijke muziek. Ik combineer de rationele schrijfwijze van vroeger nu met een meer intuïtieve manier van werken.   Anderzijds wist ik natuurlijk dat ik met amateurs te maken had, dat ik mijn schriftuur daarnaar moest richten. Ik moest de partituur eenvoudig houden, ik mocht niet overdrijven qua zangen speeltechnische moeilijkheidsgraad. Eigenlijk heb ik dat nauwelijks als een beperking ervaren; ik heb me maar weinig moeten inhouden. Uitgangspunt was de tekst en daar moest ik muziek op schrijven. Toen alles klaar was, ontdekten we dat we geen liedje hadden voor de sneeuwkoningin, de titelrol!  Frank heeft daar dan meteen voor gezorgd: in één nacht tijd had hij de tekst en bij mij kwam de inspiratie even vlot:   een tango.” Heb je, naarmate de repetities vorderden, de partituur nog moeten aanpassen? ×× Koen Dejonghe: “Neen. Ik heb geen enkele noot moeten veranderen. Weten wat kan, wat niet kan, dat is een kwestie ervaring als leraar aan de academie. Ik heb al heel wat geschreven voor leerlingen van het DKO.” ×× Stefan Van Guyse: “Het mag niet lijken alsof het allemaal zó eenvoudig is. Ik maak zelf ook al lang muziek en ik stel toch vast dat de muziek van Koen veel ingenieuzer in mekaar zit dan wat ik doe. Die arrangementen zijn schitterend gemaakt. Daar moet je kennis voor hebben, daar moet je vakman voor zijn. Ik hoor nog voortdurend nieuwe dingen in die muziek. Geweldig toch?”

×× Koen Dejonghe: “In een later stadium hebben we dan, onder impuls van Stefan, nog wat gepuzzeld met de partituur. Hij vond dat tien keurig afgelijnde liedjes niet genoeg waren om het geheel een volgehouden muzikale draagkracht te geven. Daarom hebben we de muziek die we al hadden, ook gebruikt op andere momenten in het stuk.” ×× Stefan Van Guyse: “Dan is er een echt toffe samenwerking ontstaan. Twee dagen intensief puzzelwerk.” Zijn de eerste beelden die je bij het horen van de muziek al zag, overeind gebleven in je regie? ×× Stefan Van Guyse: “Grotendeels wel. Ze groeiden natuurlijk wel tijdens de repetities. Ik geef een aanzet, ik wil iets zien en dan komen daar vaak andere dingen uit naar voren waaraan ik zelf niet had gedacht. Er stond wat mijn regie betreft veel minder op papier dan in de partituur.” ×× Koen Dejonghe: “Dat was bij mij de constante schrik. Ik weet dat hij zo werkt. Voortdurend wijzigen, schrappen, partijen herschrijven ... dat is voor een instrumentaal ensemble van amateurs niet echt haalbaar.” ×× Stefan Van Guyse: “Zo heb ik zelf al wel musical gemaakt. Ik moet geen partituur bijwerken: het zit allemaal in de pc en in de synthesizer; ik kan dat onmiddellijk veranderen als dat moet. Dat de muziek hier een vaststaand gegeven was waaraan liefst niet meer geraakt zou worden, was dan weer mijn aanpassing.” ×× Frank Van Mossevelde: “Ook wat teksten betreft is het altijd mijn idee geweest dat die zelf hun weg moeten maken; ze zijn niet heilig. Zo is een scène van een vijftal bladzijden volledig geschrapt omdat we vonden dat die niet op zijn plaats was in het uiteindelijke resultaat.” Wanneer zijn de repetities dan begonnen? ×× Frank Van Mossevelde: “Het laatste weekend van mei 2010 hebben we één repetitie gehad. Half september zijn we terug begonnen. We moesten de overgang naar een nieuw schooljaar wat afwachten. Het kan altijd dat leerlingen niet terugkomen. Je moet ook buiten de periode van de examens blijven natuurlijk.” ×× Koen Dejonghe: “Voor het orkest maakte dat in vorig trimester een achttal repetities van 3 uur waar op het laatst nog het koor bijkwam. Daarnaast hebben de diverse instrumentengroepen ook intensief partieel gerepeteerd.” ×× Stefan Van Guyse: “Ook door de dansers is uiteraard heel druk gerepeteerd. Op dat vlak was samenwerking van groot

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 9


/// INTERVIEW

belang, want het kwam er niet alleen op aan zomaar een dansje in elkaar te knutselen. Wat de dansers doen, moet het verhaal echt ondersteunen. Zij moeten op hun manier iets vertellen. Voor sommigen was het wel heftig werken door de noodzakelijke aanwezigheid op meerdere deelrepetities.” Hoe werd de zang tijdens de opvoeringen versterkt? ×× Stefan Van Guyse: “Dat vraagt inderdaad wat meer uitleg. We werkten op de scène met een zestigtal acteurs/ zangers. Het is perfect mogelijk om hen allemaal te voorzien van een zendmicrofoon, maar financieel is dat een ander verhaal. We opteerden daarom voor 16 zendmicrofoons die naargelang van de scène gewisseld werden. Maar om de ensemblezang op het podium te versterken was dat onvoldoende. Daarom hadden we backstage een koor geplaatst, dat gewoon door één microfoon meezong. Op die manier ontstond er geen wanverhouding tussen versterkte solozang en niet-versterkte ensembles.” Mag ik concluderen dat De Sneeuwkoningin niet alleen een toonbaar product was, maar, veel belangrijker, een pedagogisch totaalproject? ×× (unisono): “Absoluut !” ×× Frank Van Mossevelde: “Wij hebben er alles aan gedaan om zoveel mogelijk eigen mensen bij dit project te betrekken. Dat is echt gelukt. Zelfs de affiche was het ontwerp van een van de leerlingen. We hadden daarvoor een tekenwedstrijd uitgeschreven. Decors, kostuums ... allemaal werk van binnen de school. Ook ouders en grootouders kwamen helpen. Er was een grote inbreng vanuit de ouderraad. Behalve Stefan, een paar muzikanten en de professionele ondersteuning voor de geluidsversterking had iedereen iets met de school te maken.” ×× Koen Dejonghe: “Belangrijk in pedagogisch opzicht was zeker het feit dat iedereen onderdeel was van een groot raderwerk: ieder had met zijn/haar grote of kleine taak een dienende rol in het geheel. Men ervaart zich als individu belangrijk en onbelangrijk tegelijk. Men leerde op die manier de verantwoordelijkheid ten volle te nemen.” ×× Stefan Van Guyse: “Ook het aspect dat kinderen die op de schoolbanken misschien wat minder presteren, in dergelijk project konden ervaren dat ook zij onmisbaar zijn in het slagen van het geheel, was ontzettend belangrijk: we hebben elkaar nodig.” ×× Frank Van Mossevelde: “Het was voor iedereen die meewerkte, en in de eerste plaats voor de leerlingen, een fantastische

10 // STEMBAND

ervaring omdat het zo veelomvattend was. We probeerden natuurlijk ook een boodschap mee te geven die kadert in het pedagogisch project van de school. De kern van de zaak is ‘De warmte van je hart bepaalt de waarde van je leven’. Dat is eigenlijk het motto van het hele stuk.” ×× Koen Dejonghe: “De organisatie was ook super: alles liep op wieltjes.” ×× Stefan Van Guyse: “Het is een cadeau om in zo’n omstandigheden te kunnen werken.” ×× Frank Van Mossevelde: “Ik heb een beetje het gevoel dat dit allemaal te toevallig is om toeval te zijn. Ik wil daar niet diepzinnig metafysisch over doen, maar toch, toeval is dit niet. Wat hier gebeurde, noopt me te zeggen dat dit uniek, dat dit eenmalig was. De banden die hier en nu gesmeed zijn, zijn bijzonder mooi en kostbaar.”

NAAR GEN. 2, 1-4A: 1 Zo werd de musical De Sneeuwkoningin voltooid, en alles waarmee hij is toegerust. 2 Op een niet meer nauwkeurig na te tellen aantal dagen bracht de H. Familie het werk dat zij had verricht tot voltooiing. 3 Ze prees die dag voor al het werk dat zij scheppend tot stand had gebracht. 4 Dit is de geschiedenis van het ontstaan van een musical, zoals die werd geschapen.

// JACQUES VAN HOLEN (BEWERKING: IVO JACOBS) Door het succes van De Sneeuwkoningin zijn Dejonghe en Van Mossevelde al opnieuw in hun pen gekropen voor een volgende musical … De partituur en de cd van De Sneeuwkoningin zijn aanwezig in de bibliotheek van Koor&Stem, maar ook op YouTube vind je vele fragmenten terug.


/// ZINGEN MET BEPERKINGEN

Zingen met autisme Mensen met autisme en een normale begaafdheid kunnen zonder veel extra ondersteuning en begeleiding functioneren in een koor. Zingen in koor is een goed gestructureerde vrijetijdsbesteding waarbinnen zij hun talenten kunnen ontwikkelen. Zij hebben over het algemeen een heel goed geheugen voor muziek en kunnen dus letterlijk en figuurlijk voor een frisse noot zorgen in het koor.

Autisme blijft een ernstige beperking die zo zijn eigen aanpassingen behoeft op sociaal, communicatief en organisatorisch vlak. Graag geven we enkele tips waarmee je beter rekening houdt: ×× Een positieve houding van het koorbestuur zorgt ervoor dat de koorleden een zanger met autisme ook aanvaarden zoals hij of zij is. Die aanvaarding is de sleutel tot een succesvolle integratie van een zanger met autisme. ×× Maak het functioneren van de zanger met autisme in het koor bespreekbaar indien nodig. Doe dat eerst met de persoon in kwestie. Vraag toestemming om daar waar nodig uitleg op maat te geven aan het koor. ×× Zoek een vertrouwenspersoon die een zanger met autisme kan begeleiden en opvangen tijdens de sociale momenten van je koor. Het is ontzettend belangrijk dat het goed klikt tussen de zanger met autisme en de vertrouwenspersoon uit het koor. Soms merk je pas na een tijdje wie voor die taak geschikt is. ×× Hou rekening met de wensen van de zanger met autisme bij zijn of haar opstelling in je koor. Je zanger met autisme moet zich veilig voelen. Het kan gaan over een plaats naast de vertrouwenspersoon of naast een goede zanger die de zanger met autisme muzikale houvast geeft. ×× Zorg ervoor dat de zangers op tijd je koorplanning ontvangen. Besteed extra aandacht aan je communicatie met de zanger met autisme wanneer er zich wijzigingen in de planning voordoen. ×× Geef informatie niet enkel mondeling maar ook in geschreven vorm. ×× Geef bijkomende informatie over zaken of planningen die voor mensen zonder autisme misschien vanzelfsprekend zijn. ×× Bespreek duidelijk en concreet het gewenste gedrag in het koor. Geef tijdig heel concrete feedback en maak afspraken als het gedrag storend is, maar formuleer ook hoe het wel of beter kan.    // KOENRAAD DE MEULDER

EEN BEGELEIDER GETUIGT Een jonge vrouw met autisme vertelde me onlangs hoe belangrijk bijvoorbeeld de plaats in de opstelling van het koor voor haar is, hoe belangrijk het is dat ook de nevenactiviteiten van het koor autismevriendelijk gemaakt worden (een uitstap, een speciaal optreden....) enz. Ze vertrouwde me toe hoeveel positieve energie het samen zingen haar geeft en dat dit het enige moment is in haar leven waarbij ze echt het gevoel heeft ergens bij te horen. En toch kost het haar enorm veel moeite om bij het koor te blijven zingen. Vooral als er niet gezongen wordt, voelt ze zich een echte buitenstaander en overweegt ze telkens om te stoppen. Maar .... na elke repetitie keert ze laaiend enthousiast terug naar huis

Een jonge vrouw met autisme vertrouwde me toe hoeveel positieve energie het samen zingen haar geeft.

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 11


// PROJECT

KOOR&STEM EN DE KOORFEDERATIE WALLONIË-BRUSSEL A COEUR JOIE

Een gemeenschappelijk verhaal Op het moment dat twee grote federaties van amateurkoren uit het noorden en het zuiden van het land de wil uitspreken om de handen in elkaar te slaan en samen te werken, gaat André Dumont, de voorzitter van A Coeur Joie (ACJ) en het ware ‘geheugen’ van de beweging, na hoe die vriendschap begon... De dag na het Festival Internationale des Jeunes Chorales (Internationaal Festival van Jonge Koren), dat in augustus 1958 in Charleroi georganiseerd werd in het kader van de wereldtentoonstelling in Brussel (EXPO ’58, n.v.d.vert.), besloten 5 koren – La Clé des Chants uit Brussel, La Marlagne uit Namen, La Guitarelle uit Rixensart, Les Compagnons du Champeau uit Namen en La Pastourelle uit Charleroi – de vereniging ACJ Belgique op te richten, nu de Koorfederatie Wallonië-Brussel. Zoals de beweging ACJ in Frankrijk, door César Geoffroy begonnen, hield ACJ België vast aan het credo: koorzang in ieders bereik, geen enkele competitie tussen de leden, maar wel de wil om vooruitgang te boeken door een blijvende zoektocht naar kwaliteit. ACJ richt zich tot kinderen, adolescenten, jongeren en volwassenen; de activiteiten worden ingericht voor elke leeftijdsgroep. Sinds haar oprichting organiseert de beweging elke zomer een vormingsstage in voor koordirigenten en –zangers. De Federatie ACJ telt vandaag meer dan 200 aangesloten koren. Ze is de enige gestructureerde koorfederatie voor Wallonië en Brussel samen en is erkend door het Ministerie van Cultuur van de Franstalige Gemeenschap. In 1994 wijdde ACJ samen met de stad en de provincie Namen in de schaduw van de citadel het Centre de Choeur Chorale (Centrum voor Koorzang) in. Daar zetelen tegenwoordig het vaste secretariaat van de vereniging, het Centre d’Art Vocale et de Musique Ancienne (Centrum voor Zangkunst en Oude Muziek), het Kamerkoor, het ensemble voor barokmuziek Les Agrémens en de muziekbibliotheek. De beweging heeft talrijke partituren uitgegeven die nu weer samengebracht zijn door de Editions ACJ in Lyon. Onze federatie is stichtend lid van ACJ Internationaal, van Europa Cantat en van de Internationale Federatie voor Koormuziek. Samen met de Vlaamse Federatie voor Jonge Koren (VFJK) vertegenwoordigen we België in het uitvoerend comité van Europa Cantat.

12 // STEMBAND

FÉDÉRATION CHORALE WALLONIE-BR Grote ontmoetingen waren in Namen de Europa Cantat-festià cœur joie vals van 1967 en 1982, een atelier bestemd voor de VFJK. De voorzitter, dr. Gilbert Martens, was lid van het bestuurscomité en Vic Nees zetelde in de Muzikale Raad. Europalia Spanje (1985), Oostenrijk (1987) en Portugal (1991) hebben uitwisselingen tussen 60 koren in het leven geroepen en ook twee heuglijke ontmoetingen: de ene in Brussel met Oriol Martorell, de andere in Brugge voor de historische evocatie van het huwelijk van Isabella van Portugal met Filips de Goede van Bourgondië. Met de medewerking van Kamiel Cooremans, Johan Duyck, Roger Leens en Louis Devos werden er weekends en koorweken gehouden in Namen en St.-Hubert. Om de 25ste verjaardag van onze federatie te vieren (in 1985) was de gast het Gentse Madrigaalkoor o.l.v. Johan Duyck. De 50ste verjaardag van de bevrijding van Europa vierden de twee federaties op 8 mei 1995 in Vorst Nationaal te Brussel; de Ode an die Freude werd er gedirigeerd door Dirk Brossé. De aanwezigheid van onze Vlaamse vrienden op onze concerten en op de Choralies de Vaison-la-Romaine (koorfestival, n.v.d.vert.) en die van ons op de grote koormanifestaties in Vlaanderen hebben gezorgd voor een vruchtbare en vriendschappelijke samenwerking die bouwt op onze gemeenschappelijke passie voor de koorzang. // ANDRÉ DUMONT

DE TOEKOMSTPERSPECTIEVEN: De laatste maanden heeft de wil van onze federaties om hand in hand te werken terrein gewonnen, ongetwijfeld mee dankzij het feit dat we in de schoot van de grote Europese koorassociatie Europa Cantat zo dicht bij elkaar leven. De toenadering vertaalt zich reeds concreet en wel door een uitwisseling van artikels in onze publicaties, door de organisatie van de zangweek in Brussel rond het project Ready to Sing Groovy en door de toekomstige zangactiviteiten die we samen zullen organiseren. We staan duidelijk samen sterker om de verschillende beleidsniveaus te overtuigen van het belang van de amateurkoorzang in de maatschappij. // SEVERINE DELFORGE  voorzitster van de Koorfederatie Wallonië-Brussel   A Coeur Joie [Vert.: Ivo Jacobs]


AAN DE SLAG

/// GENRE

ANNELIES UIT SAS VAN GENT De Nederlandstalige versie van dit nummer werd vooral bekend door de bewerking die Louis Neefs (1937-1980) ervan maakte. Ter inleiding kan je met het koor naar die versie luisteren: ze is vrij beschikbaar via o.a. YouTube.

BEWERKING Jetse Bremer schreef een bewerking voor vierstemmig gemengd koor met een uitgeschreven pianobegeleiding. Die begeleiding levert een gezonde muzikale basis en nodigt tegelijkertijd uit tot personalisering en een creatieve aanpak, naargelang van de mogelijkheden van de pianist. Het lijkt eenvoudiger dan het is om dit nummer uit te voeren met een gemengd koor. Jetse Bremer koos ervoor om alle ritmische finesses nauwkeurig uit te schrijven. De vele syncopes en de grote hoeveelheid tekst vallen bij een eerste lezing meteen op.

DE STRUCTUUR Intro: maat 1-4. De sopranen zullen wellicht een zucht van opluchting slaken wanneer je hen meedeelt dat ze hun lalalaatjes een octaaf lager mogen zingen. Hetzelfde motiefje keert terug in maat 24-25 ter inleiding van de tweede strofe en in maat 73-76 als slot. Strofe 1: maat 5-24. Na een gedeelte waarbij eerst de heren en dan de alten de melodie hebben, volgt een homofone passage (maat 13-20) en ten slotte een onderonsje tussen alten en bassen waarbij tenoren en sopranen close harmony-gewijs ondersteunen (maat 21-24).

JETSE BREMER

Strofe 2 (maat 26-45) en strofe 3 (maat 54-73) kennen een gelijkaardige structuur als strofe 1. Deze strofes komen beter pas aan bod als strofe 1 in haar geheel is ingestudeerd. Tussen strofe 2 en strofe 3 volgt er een korte brug: maat 46-53 waarbij sopranen en tenoren de melodie zingen.

DICTIE In de eerste repetitiefase primeert de tekst: niet alleen de verstaanbaarheid maar ook de geloofwaardigheid staat op het spel. De herkenbaarheid van deze muziek is groot, de luisterbereidheid en kritische ingesteldheid van een gemiddeld publiek is er evenredig mee verbonden. Start de repetitie met de homofone passage vanaf maat 12 (laatste tel) tot en met maat 20, zo ondervinden alle stemmen tezelfdertijd de juiste manier van werken. Laat het hele koor de tekst luidop spreken: nog geen noten in deze fase, neem de tijd om het ritme in te oefenen. Hou het tempo laag zodat eventuele ritmische fouten snel uitgeklaard kunnen worden en eis een duidelijke dictie. Opgelet: een duidelijke uitspraak betekent niet dat de volumeknop opengaat, wel integendeel! Hou de klanksterkte tijdens het spreken rond mezzopiano.

SPREKEND ZINGEN Bijzonder: woorden die met een klinker beginnen (‘Annelies’, ‘Amsterdam’) moeten een licht glottale aanzet krijgen, wars van elke belcantoreflex. Een geaspireerde aanzet klinkt ronduit potsierlijk in dit soort muziek en een glottale aanzet behoort tot de normale spraakreflexen van elke mens. In

dit soort muziek ligt de zangstijl veel dichter bij het spreken dan in het meer klassiek geïnspireerde koorrepertoire en dat is wellicht wennen voor koren die zich zelden buiten de klassieke koorpaden begeven. Als tekst en ritme voldoende aandacht hebben gekregen kan je de noten van maat 12-20 aanleren. Neem de tijd om niet alleen elke stem afzonderlijk aan te leren: maak ook combinaties van twee of drie stemmen alvorens je overgaat tot de vierstemmige realisatie. De harmonie is gekleurd met de nodige septiemen, wisselnoten en ander fraais dat het eenvoudige harmonische schema opvrolijkt. Wees dus op je hoede voor leesfouten die al snel een eigen leven gaan leiden indien ze niet kordaat in de kiem gesmoord worden. De studeermethode van maat 12-20 herhaal je vervolgens voor maat 5-12 en maat 21-24 waarna je alles aan elkaar lijmt. De ‘backing vocals’ in maat 9-12 en maat 21-22 oefen je het beste apart in, zonder de partijen die de melodie zingen. Opgelet voor het verschil tussen ‘uuh’ (tongrug zweeft tegen het verhemelte aan, tongpunt tegen ondertanden) en ‘oeh’ (geeuwreflex in de keel, kleine ronde opening van de mond). Strofe 2 (opgelet voor de Engelse namen in maat 36) en strofe 3 (ingeleid door de brug met nieuw muzikaal materiaal in maat 46-53) verschillen slechts in details van strofe 1. Daarom is het aangewezen te wachten met de studie van die strofes totdat strofe 1 volledig gekend is.

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 13


/// GENRE

SPREKENDE UITVOERING

// 2

Annelies uit Sas van Gent

Text&Music: Bobby GoldsboroAnnelies (°1941)

uit Sas van Gent Arrangement: Jetse Bremer (°1959) (Mary Lou)

Translation: Gerrit den Braber (1929-1997) Text&Music: Bobby Goldsboro (º1941) Translation: Gerrit den Braber (1929-1997)

S.

C

[

mp 4 C ] ! 4 h = 84

C

Solo (opt.

8vb)

! 44 B mp B # 4 4

[

5 T.

C

h

La la

C h

la la

C T

BB

mp g g Õ! T C i C i B

T B

T

p ! T g C

An - ne - lies

[

Q

8

!

mp S T g C

CO

Õ! B

T.

B.

Tutti

R !

A.

#

ster.”

B

] !

ster.”

#

C h

T

En

R

T C C C C BC C CC T g T g C C C C

C h

C C B

h

B

g C

pB ig gi C C

uuh

uit

Sas van Gent

h

C

T

C

C

g

C C hj h

C

C

g

in

h

h

C C B

C

C

B

C

T g C

g

C

g

g C C C C C C C C g g T C C T C

h

C h

C BB

gi

C

g C T C h

haar

haar

C C CC T

gi g C C C

C

B

g

g T

C

in Sas van Gent

B

C

B

C C C C C g T C C

C

h

Zee- land,

BO

g

BB

g

Zee- land,

in

B

B

T

C jC h

C

C

g

hj

B

C

g

g g C C

C C h h h

C

C

C

C h

C

C h

CO

g T g C

T

uuh

C

BO

T

g

C

C

C

CC

g

C g

C

g C

BB B g

T

g C

g C

C g C

g

g C

“Mijn doch - ter wordt een

h

h

C

C

h

C

// PETER MAUS

“Mijn doch - ter wordt een

C C C

g C

C g

C

B uuh

C

h

T

S

CO CO

C

gi

moe - der zei:

A

h

gi

T

C

C

C

C

gi

B g

C

CC C

C

g C

g C

g

g C

in Zee- land zei: “Ja, dat An - ne - lies- je brengt het

B T

C

hj

T

g C

CC OOO C CO

B

C

g

la la la la

moe - der zei:

g

C

C

la

gi C

C

C

la la la la la

gi g C C

C

Sas van Gent

C

uuh

uuh

gi

T

B

g

uit

ie- der - een

C

g C

C

la

BB

B

C C C C C CC g g T T C C C

# C mp

S.

BB

B

mp # T C C hj hj ]

h

la la la la la

An - ne - lies

B.

C h

la

Arrangement: Jetse Bremer (º1959)

C C C C C T g C C

C C CC

T g C

C

B

B

uuh

C

C C C C T

C

C g

C

C C

T

C

C C

g

© 2013 Koor&Stem vzw, Antwerpen, info@koorenstem.be © 2012, Centrum voor Vocale Muziek vzw, Antwerpen, info@cvm.be

DRO13-430-Koorpagina 13_08 Gemengde stemmen-jaargang 2013_4-01.indd 2

14 // STEMBAND

Eens het studieproces achter de rug is, lijkt het mij aangewezen dit werk uit het geheugen te laten zingen: dat schept mogelijkheden om met je koor aan de slag te gaan op gebied van podiumpresentatie. Maak een beeldopname (of nodig publiek uit) tijdens een try-out en bespreek de beelden tijdens een volgende repetitie: hoe kijken je zangers de ruimte in tijdens het zingen? Klopt het beeld dat je ziet met het beeld dat je in gedachten had? Klinkt het geheel geloofwaardig? Ga in discussie met je koorleden.

16/12/13 09:25


AAN DE SLAG

/// GENRE

ONVERMOGEN De compositie Onvermogen van Thomas Geudens op tekst van Nicolaas Beets is een mooi werkje voor dameskoor. Hoewel het in zijn geheel geen overmatig gecompliceerd dingetje lijkt, zitten er toch enkele addertjes onder het gras die van de koorleider voldoende voorbereiding en een oplettende, nauwkeurige aanpak vragen.

THOMAS GEUDENS vergroot de appreciatie van de koorleden. Hoewel de beklemtoonde lettergrepen bijna altijd op de juiste plaats staan, zijn er ook enkele plaatsen (voornamelijk naar het einde toe), waar dat niet helemaal het geval is. Maat 21 kan bijvoorbeeld niet in een strak 4/4-gevoel uitgevoerd worden, dat zou namelijk voor een vals woordaccent zorgen op de laatste lettergreep van ‘schone’. Die maat bestaat dus uit drie groepjes van achtsten: 2+3+3. Dat is ook het geval in maat 23. Maten 25, 27 en 29 werken volgens een gelijkaardig systeem: hier is de maat 3/4 niet opgebouwd uit 2+2+2 (achtsten), maar 3+3 (zoals de maat 6/8). De maten ertussen (26 en 28) staan wél duidelijk in 3/4 (2+2+2 achtsten). Let er ten slotte in de voorlaatste maat voor op dat ‘springen’ 26 geen op de laatste lettergreep krijgt, door hetpiù f [ vals C W W accent WC C WC C C C C C T C C T C ! W hC C h te zingen. h h h er ook voor h h woord in een Zorg h kleine decrescendo in ’t ver -schiet, de schoon - ste wenkt mij in ’t ver -schiet om più f dat deW doffe e niet te dof wordt gemaakt, maar die regel geldt g W g , g g g g g , g C C C C C C C C C C ! W C C C C C C C C compositie. eigenlijk voor de hele in ’t ver -schiet, de schoon - ste wenkt mij in ’t ver -schiet om

// 4

HARMONIEËN EN SPRONGEN Het werk is geschreven in een frisse, hedendaagse toontaal. Veel koren zijn daar echter nog niet zo vertrouwd mee. Dat impliceert dat het voorbereiden en aanleren van de muziek wel wat voeten in de aarde kunnen hebben. Maar laat je vooral niet afschrikken. Het resultaat, na het leerproces, mag er zeker zijn en intussen heeft het koor heel wat nuttige ervaring opgedaan. Wanneer het repetitieproces aanvat, is het beter om tijdens de opwarming reeds enkele oefeningen in te bouwen op sprongen, van kleine secunde naar octaaf en mogelijk zelfs hoger. Het loepzuiver houden van die intervallen is zeer belangrijk voor dit werk en zal het repetitieproces (en het eindresultaat) in grote mate gunstig beïnvloeden. De moeilijkste plaats in het hele werk is maat 32 in de sopraanpartij. Het is belangrijk om die sprong voldoende vaak te oefenen met het koor en vooral om de sopranen genoeg tijd te geven om alle verschillende acties die in deze ene overgang zitten, juist uit te voeren. Niet alleen de sprong van méér dan een octaaf (en meteen daarop de grote septiem naar maat 33), maar ook het overschakelen van forte naar piano, en de aanpassing in het zangregister. Andere zéér moeilijke sprongen zitten in maat 1 (alt: la-do#-si), maat 10 (sopraan 2: re#-fa#do#-re) en maten 35-36 (juistheid in alt controleren: sol#-mido#-la). Verder zijn er verschillende plaatsen waar de sprong door de harmonie bemoeilijkt wordt, bijvoorbeeld in maat 10. Die samenklanken worden er best op voorhand uitgehaald.

TEKST

WWW C ] !

C

KORTOM in

g

C WC

C

g , g C

C

’t ver -schiet, de

g

C

C

g

C

schoon - ste wenkt

C

C

mij

in

C

g

C

WC

più f g , g C

’t ver -schiet om

Dit werkje aanleren neemt tijd in beslag, maar dat kan een heel 29 [ W W W C ervaring C C C C voor C A de koristen veel boeiende het W C W C koor C , fC zijn C C waarvan ! W h h 44 h h h h h h kunnen bijleren. tot haar door te drin - gen; ik strek mijn ar - men uit, WW ! W C

C

C

g

C

haar door // KOENtotVITS

WWW C ] !

tot

[

32

WW BO ! W WW ! W BO

WWW WBO ] ! uit,

C WC

g

C

haar door

C

g

C

g

te

C

C

te

drin

44 C W C drin

p sub. T g WA C

p sub. T g B C C WCWCVC zij

C

44 C

BOS

vliedt,

p sub. T g C A

hmm…

Q Q

hmm…

C WC -

C

-

C

g

g ,f C

C

(X ) B

f g g , C WC WC C

gen; ik

C

gen; ik

pg g g T C C C

C

S

C

pg g C C

g g

C

g

S

en al mijn sna - ren sprin

pg C

C g

g

g

en

C

C

g

C

g

h

C

mijn ar - men

B

C

g

g

C

-

g

C

C

g

al mijn sna - ren

?

dim.

B

B

gen,

dim.

C C C

WA ?

hmm…

g

C

en al mijn sna - ren sprin - gen,

T

C

strek mijn ar - men uit,

g C

g g g C (X ) C (X ) C

strek

g

C

C

hmm…

sprin -gen,

CO

dim.

C

hmm…

A C C

? A ca. 2 min.

EEN UITGAVE VAN HET CENTRUM VOOR VOCALE MUZIEK VZW IN SAMENWERKING MET KOOR&STEM VZW. Centrum voor Vocale Muziek vzw Although we have taken great care to trace the sources it is possible some were overlooked. Should this be the case, we apologise

Zirkstraat 36

to any translators and publishers who were not mentioned and undertake to bring any necessary changes to future publications.

2000 Antwerpen

© All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any

info@koorenstem.be

means, without the prior permission in writing of the publisher, Centrum voor Vocale Muziek.

www.cvm.be

DRO13-429-Koorpagina 13_09 Gelijke stemmen - jaargang 2013_4-onvermogen-01.indd 4

16/12/13 09:25

Vanaf het moment dat er aan/met tekst gewerkt wordt, is het belangrijk dat de koorleden het oorspronkelijk gedicht leren kennen. De dirigent kan de tekst met gevoel voordragen: dat

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 15


KOORMUZIEK KOPEN de bestelservice en webshop van Koor&Stem De zoektocht naar partituren is een permanente opdracht voor elk koorbestuur. Waar kan ik geschikt materiaal aankopen en tegen welke prijs? Koor&Stem geeft koorpartituren uit en stelt die tegen democratische prijzen ter beschikking van de koorwereld. Anderzijds kunnen we interessante prijzen bedingen voor uitgaven van andere nationale en internationale uitgevers.

BUNDELS VAN KOOR&STEM VIA DE WEBSHOP Koor&Stem geeft in het kader van projecten regelmatig zelf nieuwe partituren uit voor kinder-, jeugd- en volwassenenkoren, maar daarnaast ook enkele boeken, cd’s en dvd’s. Onze uitgaven kan je gemakkelijk online via onze koorwebshop bestellen: www.koorenstem.be/webshop. Per item krijg je een uitvoerige beschrijving van de muziek. Je kan betalen via overschrijving, creditcard of PayPal. Na ontvangst van je betaling, verzenden we alleen op dinsdagen en donderdagen. Je ontvangt steeds een e-mail als je verzending op de post gaat. We verzenden naar de Benelux, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Voor bestellingen van scholen, gemeenten en muziekhandelaars in grote oplage of bestellingen naar landen die hier boven niet opgesomd staan, neem je contact op via verkoop@koorenstem.be.

KOORPAGINA’S BIJ STEMBAND VIA DE WEBSHOP Ieder kwartaal verschijnen er twee koorpagina’s bij StemBand, het magazine van Koor&Stem. De koorpagina’s zijn meestal nieuwe composities voor kinderkoor, gelijke of gemengde stemmen van componisten uit Vlaanderen. In de lijst koorpagina’s vind je zowel religieus als profaan hedendaags werk terug van uiteenlopende moeilijkheidsgraad: van zeer eenvoudig tot moeilijk. Ze kunnen eenvoudig in oplage aangeschaft worden via de online webshop.

UITGAVEN VAN HET VLAAMS CENTRUM LITURGISCHE MUZIEK (VCLM)/ MADRIGAAL De eigen uitgaven van het VCLM/Madrigaal bestaan voornamelijk uit koorbewerkingen en orgelbegeleidingen van liederen uit Zingt Jubilate. Daarnaast zijn er een aantal pakketten voorradig rond thema’s als Kerstmis, Pasen, eerste en plechtige communie en uitvaart. In de reeks Musica Sacra vind je koorzettingen en orgelbegeleidingen van Latijnse missen en liederen van hoofdzakelijk Vlaamse componisten. Naast liedzettingen geeft het VCLM ook eenvoudige koorwerken uit voor breed liturgisch

16 // STEMBAND

gebruik of met een specifiek liturgisch thema. Bestellen kan niet via de webshop, maar wel via claudine.martens@koorenstem.be of rechtstreeks via de website: www.vclm.be

CENTRUM VOOR VOCALE MUZIEK Het Centrum voor Vocale Muziek (CVM) heeft een eigen uitgavenbeleid ontwikkeld waarin vooral de aandacht voor jonge Vlaamse componisten centraal staat. De catalogus van het Centrum voor Vocale Muziek bevat ondertussen een rijke collectie van religieuze en profane zettingen voor gemengd koor en voor gelijke stemmen, a capella of met begeleiding. De catalogus met Nederlandstalige en niet-Nederlandstalige werken kan je via de website van Koor&Stem consulteren. Daarnaast beheert Koor&Stem van de Vlaamse Gemeenschap ook het fonds De Notenboom. Dat fonds bevat een schat aan koormateriaal: elk koor vindt in deze boeiende collectie zeker wel één of meerdere werkjes die kunnen opgenomen worden in het vaste repertoire. De catalogus van De Notenboom werd opgenomen in die van het Centrum voor Vocale Muziek. De partituren van het Centrum voor Vocale Muziek kan je niet rechtstreeks via de webshop bestellen, maar via verkoop@koorenstem.be

KOORMUZIEK VAN ANDERE UITGEVERIJEN Zoek je partituren die elders uitgegeven werden? Laat ons weten wat je zoekt en we vinden de interessantste prijzen. Bladmuziek kan in het buitenland meestal alleen in kooroplage besteld worden. Je moet een levertermijn van 2 à 3 weken in acht nemen. Prijsaanvragen en bestellingen voor externe uitgeverijen kan je richten aan erik.demarbaix@koorenstem.be


/// BINNEN BIJ

Een academie in Gent

© AMWD Gent

Ongebonden, voor iedereen, een OdeGand op zich

Ik kom met de trein aan in Gent. Klassieke bijnamen schieten me door het hoofd: de ‘stad van Artevelde’, de ‘stroppendragers’… nogal onheus tegenover de zoveel anderen die in verleden en heden de geest van deze ‘fiere stad’ hebben doen leven en bloeien – om niet de talrijke namen te moeten noemen suggereer ik: google ‘Gent’ en lees alleen al de alinea ‘kunsten’! – Als ik het station verlaat, overstemt trouwens het bruisen van de stad het strijdgewoel en geklaag van weleer. Een allochtoon wijst me in zijn beste Nederlands de weg naar de kuip, waar ‘in de poel’, in een complex van gebouwen, de academie huist. Directeur Paul Voet heeft in zijn drukke agenda tijd vrijgemaakt om zijn enthousiaste verhaal te vertellen. Paul VOET: “In tegenstelling tot het overgrote deel van de academies in Vlaanderen zijn wij er een van het GO, maar er is een goede samenwerking met academies van alle netten. Ook de raad van bestuur

van VERDI, de koepel met directies van academies voor podiumkunsten, waarin ik zetel, draait goed. Onze academie is altijd een speciaal geval geweest. Mijn voorganger Dirk Verschraegen werkte al anders dan de anderen. Hij had een speciale visie over de manier om dingen aan te pakken en om ze voort te zetten. Het eigene van onze academie is gewoon een aanvoelen bij alle betrokkenen: we zijn er heel speciaal voor iedereen; is dat nu iemand die pas uit Turkije komt of iemand die als 17 jaar in Gent woont maar als Rus nog niet de juiste baan gevonden heeft, kinderen of ook volwassenen met een probleem – mensen uit St.-Guislain komen hier les volgen – de deur staat open voor iedereen en we maken er het beste van. Dat is niet altijd even evident, want mijn leerkrachten zijn – op 1 of 2 na – geen therapeuten. Maar, moeten zeggen dat iemand niet welkom is, dat kan er voor mij echt, maar ook echt niet in!”

NO STRINGS ATTACHED Paul VOET: “Veel academies hebben een beetje een politieke link; dat is geen gemakkelijke zaak want de ene keer zal het plaatselijke bestuur pro academie zijn, de andere keer ligt dat moeilijker… – de vette jaren zijn natuurlijk voor iedereen voorbij – maar wij zijn van die gebondenheid gespaard. Zo hebben wij onze eigen gebouwen en kunnen we een beetje onze zin doen. Onze school draait goed: de laatste tien jaren groeide het aantal leerlingen tot ongeveer drieduizend. De inspectie noemt ons de grootste school voor muziek in Vlaanderen naast andere zoals Lier en Roeselare. Daar zijn dan de leerlingen initiatie nog niet bijgeteld, die over twintig locaties verspreid les volgen.”

DE MUZIKALE EIGENHEID Paul VOET: “Vanaf het moment dat ik directeur werd, hebben we meer ensembles gestart voor allerlei

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 17


/// BINNEN BIJ

Ook wie geen straf muzikant, danser of woordkunstenaar is, moet zijn ding kunnen doen. instrumentengroepen: accordeons, blazers, harpen, gitaren, piano, saxen…; er zijn ook meerdere koren – voor volwassenen, jeugd en kinderen – en vocale ensembles; we hebben een bas-en-drumcombo, een big band, een ritmesectie combo; al in 1995 heb ik de brassband Panta Rhei opgericht; er is samenspel volksmuziek, afzonderlijk maar ook in combinatie met andere (bv. met de brassband op de dag van de amateurkunsten). Het werken met ensembles past wel in de geest van het vooropgestelde nieuwe decreet, maar toch is het een beetje dubbel: waar gaat de echte kamermuziek naartoe? Een strijkkwartet of een duo klarinet-piano is – met alle respect voor onze leerlingen – niet weggelegd voor iedereen. Samenspelen zonder dirigent is niet gemakkelijk, ook niet voor professionelen, het is eigenlijk het summum van musiceren. Tijdens de week van de amateurkunsten – zeg maar ‘onze opendeurweek’ – hebben we op zaterdag ons ‘Poelparcours’: een route van ca. drie kilometer rond de academie met ensembles op verschillende locaties (universiteit, designmuseum, Gravensteen, enz.) een beetje zoals OdeGand.”

Ook de koren draaien heel goed: kinderkoor en jeugdkoor werken afzonderlijk én samen, en tellen dan zeker een vijftigtal leden. In het kinderkoor leren de zangertjes echt in koorvorm samen zingen; ze kiezen er zelf voor, dat komt dus extra bij hun opleiding. Aangezien ze uit eigen beweging komen, is er geen nood aan een selectie, die gebeurt – voor de drie koren trouwens – ‘natuurlijk’, je gaat niet tegen je zin intensief zingen. In het jeugdkoor komen de zangers terecht die al twee à drie jaar bij Johannes Dewilde gezeten hebben en dan doorstromen. De leden van het jeugdkoor hebben een stem die al in de richting van (koor-) zang gaat, ze willen er ook in investeren, sommige volgen zelfs extra zangles. De leerlingen in de middelbare graad kunnen volgens het decreet kiezen voor koor of samenspel; die uit de zangklassen kiezen dan meestal voor het koor. Zij komen bij Patrick Debrabandere, die met hen toch al ‘serieuze’ concerten heeft verzorgd; vorig jaar nog de Coronation Anthems van HAENDEL samen met het schoolorkest, waarin ook leerkrachten en gevorderde leerlingen meespelen.”

KOOR EN/OF SAMENZANG IN DE OPLEIDING

Paul VOET: “Er ligt nog niets vast en ook de administratie twijfelt nog aan aspecten van de inhoud. De VERDI-mensen hebben toch een duidelijk standpunt: het moet mogelijk worden voor kinderen om zang of instrument te volgen vanaf zes jaar. Zelfs als ze ‘het nog niet weten’, moeten ze kunnen kiezen uit een brede waaier: muziek-dans-woord-beeld, zodat ze kunnen proeven van allerlei dingen. Dus een oriëntatiefase van één of twee jaren en dan in een bepaalde keuze kunnen instappen. Maar waarom zouden kinderen die op

Paul VOET: “Het pakket AMV telt in het totaal twee en een half uur, waarvan een half uur samenzang. Sommige leerkrachten laten de klassen die zang samen volgen; het duurt even lang maar de groep wordt dan groter. Dan ontstaan er heel mooie synergieën: een van de notenleer-leerkrachten heeft ook een jongeren-blaasensemble, dat samen met de samenzanggroep een kerstconcert heeft verzorgd.

18 // STEMBAND

ZANG IN HET GEPLANDE NIEUWE DECREET

hun zes jaar al weten dat ze heel graag zingen – al dan niet van thuis uit gestimuleerd – dat dan niet mogen leren? Of viool of trompet of slagwerk? Dat moet zeker kunnen. Wachten totdat ze negen zijn, dat is juist alsof je gaat voetballen en het eerste jaar op het veld mag staan zonder bal. Aan zesjarigen les geven is natuurlijk niet hetzelfde als aan acht- of tienjarigen. Wij bieden die leeftijdsgroepen nu apart AMV, anders krijg je een soort tweespalt. Ik ben er trouwens zeker van dat zo’n keuze geen problemen oplevert, als die gepromoot en ondersteund wordt door een gedreven koor- of kinderkoordirigent. Als directeur kan je leerkrachten kiezen die zang in hun opleiding hebben en dat aan de kinderen doorgeven. Zo kan dat van academie tot academie verschillen en komen er centra waar zang meer wordt bevorderd dan in andere.”

LICHTE MUZIEK Paul VOET: “Die loopt als een trein met een heel goed team: gedreven leerkrachten met naam en faam, schitterende coördinatoren, zowat 450 leerlingen – er zit zelfs jazzzang bij – Op evaluatiemomenten zetten de hogeschoolmensen die komen luisteren grote ogen op! Een tijd geleden hebben we ook musical geprobeerd – dat ‘proberen’ is niet negatief bedoeld: we hebben ook leerkrachten in huis die ervaring hebben in die wereld – maar het is een vrij complex gegeven: het omvat de vier disciplines! Voor volwassenen kost dat minimum 600 euro, driemaal een gewone inschrijvingsprijs. Vergeleken met het buitenland is dat peanuts, maar in tijden van laagconjunctuur… Een tweede probleem is de noodzaak om al die vakken binnen de opleiding


/// EEN ACADEMIE IN GENT

PLAATS VOOR NIEUWE RICHTINGEN (IN ‘DE STAD VAN HET IPEM’) Paul VOET: “… – Lucien Goethals zaliger was een van mijn leraars! Het IPEM was/is een instituut met wereldfaam: zelfs Stockhausen heeft hier gezeten! – dingen zoals elektronische muziek moeten allemaal kunnen! Ik vind dat een academie een bepaalde vorm van ‘carte blanche’, van vertrouwen moet kunnen krijgen! Een directie weet wat de noden zijn in zijn/haar school; hij/zij zal geen vak inrichten waarvan hij/zij weet dat het daar niet zal werken. Ik voel dus wel voor een opleiding elektronische muziek, maar ik heb het domein nog niet en ook de apparatuur is duur. Ze kan nu als project worden aangevraagd en loopt als zodanig in bepaalde scholen. Let op, we lopen op sommige vlakken wel vooruit en wijken af van het traditionele muziekbeeld: we geven bijvoorbeeld soundpainting – een nieuwe muziektaal – met leerkrachten die op

Vlaams niveau héél ver gevorderd zijn. Dat wordt meegeteld als ensemblespel! Ook organisatorisch, een concertvereniging… je kan het niet zo gek bedenken… de lijst is eindeloos!”

PLANNEN EN VOORUITZICHTEN Paul VOET: “Ik wil nog veel, heel veel realiseren! Zoals waarschijnlijk alle directeurs zullen zeggen: het DKO kan floreren, er zijn nog heel veel mogelijkheden, er moeten dingen opengetrokken worden: mogelijkheden, combinaties, vakoverschrijdend en richtingoverschrijdend werken, … wat aan veel academies reeds gebeurt, men is tegenwoordig heel creatief. Hier in Gent wil ik volgende dingen realiseren: ×× op deze locatie blijven; de kuip van Gent is heel belangrijk; ×× een goede school zijn (zoals elke directeur dat wil) met gedreven leerkrachten; ×× een school waar iedereen aan bod kan komen, ook de mensen die geen straffe muzikanten of dansers of woordkunstenaars zijn; ook zij moeten hun ding kunnen doen. De evaluatie daarvan is een ander paar mouwen. Zij halen misschien niet eens de hogere graad van de huidige structuur, maar moet dat wel? Als zo’n persoon met de tweede graad zijn eindstation heeft bereikt, is dat dan minder? Nee, die heeft die jaren ook het beste van zichzelf gegeven. En daar gaat het toch om! ×× samenwerking met alle andere instanties voor podiumkunsten in Gent. Er ontstaan hier – zoals in heel Vlaanderen – veel privé-initiatieven, omdat er een bepaalde nood aan is waarvoor het officiële DKO geen aanbod heeft. Misschien moeten we wel

eens out-of-the-box denken; misschien werken we wel te veel naast elkaar en gaan we van elkaar weg; misschien zijn we op een andere manier met hetzelfde bezig; misschien moeten we meer naar elkaar toe komen.” Een academie in Gent, in de kuip, ‘in de poel’, een plaats waar ideeën, mogelijkheden en creatieve mensen samenstromen. N.v.d.r.: er zijn veel meer namen van leerkrachten gevallen dan hier vermeld – surf eens naar de website van de academie en vind ze daar allemaal opgesomd!

© AMWD Gent

gestroomlijnd te krijgen. Het vergt een bepaalde vorm van teamteaching. We hebben dat geprobeerd en met goed resultaat, maar op dit ogenblik kan onze academie dat decretaal en organisatorisch niet volhouden. We beschikken ook niet over de middelen van een inrichtende macht. Wij hebben wel een folkmuziekopleiding: doedelzak, gitaar, zang, diatonische accordeon, viool, en ook samenspel folk, met allemaal heel beslagen leerkrachten. Ze hebben ook – analoog aan het poelbal – een jaarlijks bal op 1 mei, de school is dan gewoon vrij. Dan kunnen ze hun ding doen ‘in real time’ – daar gaat het toch over – en dat loopt over van enthousiasme. Het publiek kan dan ook dansen!”

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 19


/// VERJAARDAG

De vijfenzeventigjarige stembanden van

Roland Coryn Men vertelt dat Roland Coryn onlangs vijfenzeventig werd en dat nodigt uit tot een kortstondige reflectie over tijd, leven en welzijn. Ik geniet het voorrecht om hem mijn meester te mogen noemen. Onze meester-gezelperiode roept herinneringen op aan de heroïsche tijd toen de hedendaagse muziek nog gekoesterd werd aan het Gentse Conservatorium. Johan Huys, de toenmalige directeur, nam daarin het voortouw en Roland Coryn nam intensief deel aan dat gebeuren als gezaghebbend dirigent van talloze complexe studentenproducties en als professor compositie. In zo’n geprivilegieerde context was het heerlijk om compositiestudent te zijn. Als leraar toonde hij respect voor de dada’s van zijn studenten; geen dwangbuizen maar begeleiding langs zelfgekozen paden – omwegen incluis – en vaak niet parallel lopend met zijn eigen compositorische paden. Het enige waar hij geen duimbreed in toegaf was helderheid in formulering en vakmanschap in het algemeen. Zelfs nu nog, als een zeldzame keer de aandrang bij me opwelt om het even niet te nauw te nemen, voel ik nog steeds zijn alziend oog over mijn schouder meekijken; dat heeft een louterende werking en het heeft me in de loop der jaren veel verlenging van arbeidsvreugde opgeleverd. Dat Stemband mijn meester in de bloemetjes wil zetten is een beetje vreemd. Normaal is die eer voorbehouden aan koorcomponisten en Coryn is van nature niet echt een koorcomponist; hij koestert eerder het grootse symfonische palet of de virtuositeit van de kamermuziek. Het is pas later dat hij het koorlandschap betrad en veroverde. En gelukkig maar, want in zijn wilde componeerjaren hanteerde hij nogal heftige uitvoeringsstandaarden

20 // STEMBAND

en die zouden wellicht onbeklimbaar loodrechte werken opgeleverd hebben en hoogtevrees bij onze landelijke koren. De blijde intrede in de koorwereld is misschien gelieerd aan de intensieve koorpraktijk van zijn gemalin Agnes, zangeres en dirigent. Tijdens hun prille jaren zongen ze trouwens samen in koor; wat Roland betreft, kan ik me daar alleen iets omfloerst beerachtigs bij voorstellen, maar misschien was hij in zijn zwervende jaren meer nachtegaal, wie zal het zeggen? Om een lang verhaal kort te maken: zonder directe aanleiding en als uit het niets, doemden plots koorwerken op in zijn oeuvre: fris van schriftuur, melodieus zingbaar, gedragen door een milde of draaglijk scherpe harmonische onderbouw, coherent van structuur, uitdagend maar haalbaar, een enkele

keer ontroerend in eenvoud, soms huiveringwekkend krachtig, een andere keer aangrijpend passioneel of speels, soms in ragfijn geciseleerd contrapunt dan weer volkoren homofoon. Hier kwam een andere Coryn aan de oppervlakte met een veel grotere aaibaarheidsfactor, grondig gefilterd en met een mild bezinksel; met meer mededogen. Na de eeuwwende verschijnen op internet van de componist zelfs foto’s met een milde glimlach. Houden zo, vereerde meester. Namens mijn talrijke collega’s en de vele koorachtigen van hier en elders wens ik jou nog een lange en vruchtbare verdere carrière toe als componist van – onder meer – prachtige koormuziek. // LUCIEN POSMAN


/// CD

A Meeting with Roland Coryn: CHORAL MUSIC FOR MIXED CHOIR A CAPELLA ON ENGLISH POEMS / AQUARIUS CHAMBER CHOIR O.L.V. MARC MICHAEL DE SMET (IN FLANDER’S FIELDS NR. 81 – PHAEDRA) Hoewel Roland Coryn (1938) door de invloed van de onvolprezen Herman Roelstraete (1925-1985) al sinds zijn jeugd een grote belangstelling voor koormuziek koestert, is hij slechts gaandeweg en relatief laat in zijn carrière het koor volop gaan exploreren. Toeval of niet, dat viel samen met zijn ontdekking van de poëzie van Emily Dickinson (1830-1886): de uitgave van haar gedichten was jarenlang Coryns ‘livre de chevet’. De lectuur van de directe zeggingskracht van haar gebalde, maar altijd weer verrassende en stoutmoedige poëzie leidde in 1993 tot A Letter to the World op. 51, een vijfdelige cyclus voor gemengd koor die gecreëerd werd door Coryns vrouw Agnes Desloover en haar koor Musica Flandrorum. In 2005 greep Coryn opnieuw naar Dickinsons werk voor de cyclus There is another Sky op. 71, waarin hij harmonisch en qua doorwerking duidelijk verder gaat. Beide werken laten mooi horen dat Coryn een bijzondere band heeft met die poëzie die zich nochtans niet altijd makkelijk op muziek laat zetten. Sommige gedichten lijken al een melodie in zich te dragen, terwijl andere plots van betekenis verschuiven en onverwachte vergezichten openen, zoals een eenvoudige zonsondergang die een beeldende metafoor wordt. Het zijn uitdagingen die Coryn trefzeker vervult. Luister maar hoe hij in A Slash of Blue (op. 71) als een superieure schilder de kleurschakeringen van een ochtendgloren en een zonsondergang verklankt. Dat Coryn diep ín de tekst gaat, wordt helemaal duidelijk in de bezwerende klaagzang Because I could not stop for Death (uit op. 71), met een quasi reciterend koor waarboven een sopraan fladdert. Tijdloze muziek en een van de hoogtepunten op deze cd. De koorwereld reageerde enthousiast op deze koorwerken, en in een tijd

dat het steeds moeilijker wordt om eigentijdse orkestmuziek uitgevoerd te krijgen, werkt een dergelijke positieve respons dan ook productief. Voor het Festival van Vlaanderen-Kortrijk componeerde Coryn in 2006 de achtdelige cyclus A Tribute to William Blake (niet op deze cd) en een jaar later schreef hij op een gedicht van Lewis Carroll (1832-1898) A Game of Fives op. 75 (voor vier- tot zestienstemmig gemengd koor). Dit gedicht, dat kinderversjes lijkt te parafraseren, vertelt het verhaal van vijf vrolijke meisjes die ‘five passé girls’ worden, en krijgt van Coryn een ironisch-expressieve, maar technisch moeilijke zetting mee, vol tempowisselingen en chromatiek. Uit de jaren 2009-2010 stamt het opus 80, een bundel van vijf koorliederen op (naar het Engels vertaalde) teksten van Li T’ai Po (701-762). Vreemd genoeg spoort de poëzie van deze romantisch geïnspireerde Chinese dichter wonderwel met die van de andere, meer dan een millennium later geboren dichters op deze cd. Zijn sfeervolle natuurbeelden worden kleurrijk en gevarieerd verklankt, door middel van variatie in de

bezetting (van vier- tot zestienstemmig) en een bijzonder expressieve chromatiek. Tekstverklanking op zijn best, wat trouwens ook het geval is in de openingscyclus van de cd, A Meeting with op. 82 (2011) op natuurgerelateerde verzen van James Joyce (1882-1941), Joyce Kilmer (1886-1918) en opnieuw Li T’ai Po. Deze bundel is opgedragen aan de gedreven Marc Michael De Smet en zijn koor Aquarius, die deze mooie, maar veeleisende muziek met even veel overtuiging als kunde op cd zetten en zo een krachtig pleidooi houden voor Coryn als koorcomponist. Het is meteen Coryns ‘Letter to the World’. Deze inmiddels 81ste cd in de niet genoeg te prijzen In Flander’s Fieldsreeks van het Phaedra-label krijgt in het inlegboekje interessante duiding mee van Hendrik Willaert en Marc Michael De Smet. Een aanrader! // JAN DEWILDE

Bibliotheek Koninklijk Conservatorium Antwerpen Studiecentrum voor Vlaamse Muziek

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 21


/// LITURGISCHE MUZIEK

Wat kan muziek met ons doen in de liturgie?

Š Stefaan Van Damme

Bij veel kunstuitingen (toneel, film, concerten, ...) of bij het lezen van een boek kunnen mensen zo aangesproken worden dat ze achteraf het gevoel hebben dat er bij hen iets veranderd is. Ze voelen een soort ommekeer die voortkomt uit het feit dat ze bewogen of ontroerd zijn. Velen drukken dit zeer eenvoudig uit met de zin: het was heel mooi!

Het is echter de vraag wat dergelijke kunstuitingen effectief doen met een mens. Waaruit bestaat de catharsis of ommekeer die we ervaren bij het meemaken of ondergaan van intense kunstuitingen? Bij toneel of film wordt het publiek als het ware voor een spiegel geplaatst. De ervaringen en de handelingen van de personages confronteren de kijkers met hun eigen leven. Ze beleven het aangeboden verhaal op een emotionele manier

22 // STEMBAND

en reageren erop; ze voelen zich opgelucht of teleurgesteld en ondergaan op die manier een catharsis van de eigen gevoelens. Bij liturgie kun je dezelfde vraag stellen: wat bewerkt ze bij mensen die eraan deelnemen? Je kunt je ook afvragen of muziek in de liturgie de deelnemers zo aanspreekt dat ze erdoor veranderd worden. Daarom enkele beschouwingen over de werking van muziek in de liturgie. Heel wat kerkgangers zoeken een antwoord op diepere levensvragen die soms zelfs niet worden geformuleerd. Het gaat over zinvragen over het hele leven: wat betekent geloof en christen zijn voor mijn leven? In de liturgische muziek voelen ze een boodschap die daarbij behulpzaam is. Bepaalde situaties kunnen hen raken door nieuwe impulsen van geloofsgevoelens. Dat kan veroorzaakt worden door de tekst maar ook door de muziek van een kerklied. Enkele voorbeelden. ZJ 753: Zolang wij ademhalen. De tekst brengt een aantal gevoelens ter sprake: bescherming door God, gemeenschap met gelijkgezinden, dank, eenzaamheid die omgevormd wordt tot een zich gedragen weten, angst die overstegen wordt door hoop. ZJ 103: Ik heb mijn hart tot u geheven. De muziek laat een rustig stijgende melodie horen gecombineerd met voortschrijdend andante-tempo (gaande). Dat zorgt voor een rustige zekerheid waarin de zanger wordt opgenomen: God laat zijn mensen niet in de steek. Liturgische muziek wil een gemeenschapsgevoel opwekken. Door het zingen ontstaat een gevoel van verbondenheid, van gemeenschap. Voor veel mensen is het zingen in de liturgie een heel belangrijke reden om eraan deel te nemen. Het is voor hen belangrijk dat er een veelvoud van vormen aan bod komt waardoor de uitdaging en de realisatie van het zingen levendig worden gehouden: oude en nieuwe liederen, afwisseling tussen koor en gemeenschap, canons, acclamaties, ...


/// LITURGISCHE MUZIEK

De overtreffende trap van gemeenschapsgevoel wordt bereikt als men het gevoel heeft dat men uitstijgt boven de eigen grenzen. Sommigen spreken van hemelse muziek, die hen in contact brengt met het goddelijke. Het zingen zelf blijft de basis voor die ervaring, maar het verschuift naar de achtergrond. Belangrijker is het zich opgenomen weten in de klank. Die ervaring heeft met lichamelijkheid te maken: het hele lichaam voelt zich aangesproken en komt in beweging. Men voelt een grote eenheid met de andere aanwezigen die beschreven kan worden als een loskomen van het eigen lichaam om tot een gezamenlijk klanklichaam te komen. Dat kan leiden tot een contact met het transcendente: op een bepaald moment heeft men het gevoel dat men zijn eigen wil loslaat om die in handen te leggen van een hogere instantie. Klankmeditaties, gospel, muziek in Pinkstergemeenten hebben dikwijls die finaliteit als doelstelling. Maar ook in onze liturgie zijn er voorbeelden: het samen zingen van het Onze Vader met een volle kerk op een zeer bekende melodie (vb. ZJ 19) maakt sterke gevoelens van verbondenheid en gemeenschap los. Merkwaardig is dat sommigen op dat moment durven meezingen, terwijl ze anders bang zijn om hun stem te laten horen. Ook de volksdevotie in bedevaartsoorden kent dergelijke momenten: het eendrachtig zingen van Liefde gaf uw duizend namen of Lieve Vrouwe van ons land wekt een stroom van emoties los waaronder ook een sterk gemeenschapsgevoel. We kunnen ook iets leren over de rol van het lichaam zoals monniken en monialen het verwoorden in hun beleving. Zij spreken over het bewust aanvoelen van elkaars ademhaling bij het over-en-weer zingen van de psalmen. Zo schrijft de trappist Bruno Wilderbeek daarover: “Het gemeenschappelijk karakter van het reciteren van de psalmverzen, in twee alternerende groepen, roept een meditatieve sfeer op. Meer dan uiting is dat zingen inning. Deze ‘verinniging’ in het over-enweer vraagt om grote aandacht en voeling houden met elkaar. Het samen in- en uitademen, zingend op de cadans van de schriftverzen, is bij uitstek gemeenschapsvormend.” Liturgische muziek kan ook een gevoel van rust teweeg brengen wanneer ze werkt als een catharsis, een bevrijding tegenover het hectische leven van elke dag. Men neemt afstand van de drukte en gaat op zoek naar zichzelf. Taizégezangen met hun veelvuldige herhalingen kunnen dat bewerken. Maar ook gregoriaans (tijdloosheid) en polyfonie (versmelting van afzonderlijke melodieën) kunnen dat gevoel opwekken en aanwakkeren. Muziek kan ook troost brengen bij verdriet. Bij afscheidsvieringen vervult de muziek voor veel mensen een rol van troost, van heling bij het verlies van een geliefde persoon. Daarom kiezen

veel mensen voor het gregoriaanse repertoire bij een uitvaart. Vermoedelijk bewerkt de melodie van de gregoriaanse introïtus sterker dan de tekst een gevoel van troost en rust. De muziek begint zeer ingetogen en cirkelt rond 3 noten die naast elkaar liggen. Enkel op ‘eis’ en op ‘luceat’ krijgen we eventjes een uitbreiding naar 5 noten. De soberheid en de herhaling van motieven zorgt voor rust bij de deelnemers aan de dienst. Soms wekt muziek in de liturgie een intense religieuze vreugde op. Niet enkel gospel maar ook kerkliederen uit ZJ kunnen een diep gevoel van vreugde opwekken vanwege van het gewaarworden van God of vanwege de dankbaarheid voor het van God ontvangen leven. Bv. ZJ 415: Looft God de Heer. Wanneer de melodie voldoende vlot wordt gezongen, zodat de drieledige maat een constante stuwing teweeg brengt, kunnen de zangers meegetrokken worden in een intense uiting van Paasvreugde. Onder dezelfde voorwaarde van vlot zingen krijgt ZJ 447: Geest van God, Adem van leven de kans om bij zangers en luisteraars een diepe vreugde op te wekken. Mits een goede uitvoering kan liturgische muziek bij veel mensen zo diep en intens doordringen dat ze een innerlijke ommekeer bewerkstelligt. Zangers beleven tijdens het liturgisch zingen soms een spirituele gemeenschap en kunnen zo via de muziek hun geloof uitdrukken. // IGNACE THEVELEIN

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 23


REPERTOIRENIEUWS je je podiumangst overwint. Het boek wordt in Nederland inmiddels gebruikt door (koor-)zangers, dirigenten en zangdocenten. De derde druk verscheen in juni 2013. Uitgegeven bij Strengholt, beschikbaar in de bibliotheek van Koor&Stem.

TEACHING SINGING TO CHILDREN AND YOUNG ADULTS Jenevora Williams geeft al meer dan twintig jaar zanglessen aan kinderen en jongvolwassenen. Ze was verbonden aan instellingen met ronkende namen zoals The Royal College of Music, National Youth Choirs of Great Britain, de Yehudi Menuhin School, St Paul’s Cathedral en Westminster Abbey. Als gastdocente trekt ze regelmatig naar het buitenland. In oktober was ze voor een symposium van Evta te gast in Genk. Haar handboek Teaching singing to children and young adults is een handige gids voor leraars, dirigenten en zangstudenten. Zingen is goed voor je. Het gebeurt dus liefst zo vroeg mogelijk én zo goed mogelijk. Williams behandelt de mogelijkheden en grenzen van jonge zangers doorheen de verschillende stadia van hun leven. Het boek bespreekt tevens geschikte technieken bij verschillende stijlen, afhankelijk van leeftijd en geslacht en is doorspekt met oefeningen. Uitgegeven bij Compton Publishing en beschikbaar in de bibliotheek van Koor&Stem.

24 // STEMBAND

REINE MÄNNERSACHE!

Emancipatie van de man... bij koren haast een must. In Reine Männersache! bundelde uitgeverij Peters 66 toppers voor mannenkoor in het Duits. De bundel omvat profane a capella muziek voor jong en oud, met eenvoudige en iets moeilijkere arrangementen. Jürgen Faßbender, Jan Schumacher en Jochen Stankewitz selecteerden Schubert, Schumann en Mendelssohn naast volksliederen en lichte muziek. Aanbevolen voor mannenkoren! Beschikbaar in de bibliotheek van Koor&Stem. Professioneel zingen voor iedereen behandelt alles over zangtechniek, studeren, optredens en audities in de genres pop, jazz, folk, musical, e.a. Het is een duidelijk en prettig leesbaar handboek voor de beginnende en gevorderde zanger in klare taal met oefeningen en tips. Ineke Van Doorn beschrijft onder andere hoe je bedreven geraakt in het improviseren en variëren, hoe je je microfoon optimaal leert gebruiken en hoe

RUSSIAN SACRED MUSIC FOR CHOIRS presenteert het mooiste repertoire van Russische religieuze koormuziek voor gemengde stemmen a cappella. Minder gekende Russische componisten als Chesnokov, Grechaninov, Kastalsky staan naast grote namen als Tchaikovsky, Rachmaninov en Prokofiev. De teksten werden min of meer fonetisch genoteerd; het boek bevat desalniettemin een uitspraakgids die bovendien digitaal downloadbaar is. Interessant is ook de grondige duiding over het repertoire, de liturgische context en de uitvoeringstradities. Uitgegeven bij Oxford University Press, beschikbaar in de bibliotheek van Koor&Stem.


/// REPERTOIRENIEUWS

DO YOU LIKE MUSIC Untitled-2 1

LOLLIPOP

PLUIS HET UIT

27/10/13 18:24

Experts uit verschillende Europese landen deelden hun kennis en ervaring over zingen met kinderen. Zij schreven direct bruikbare didactische tips bij elkaar. De mix van internationale expertise zorgt voor een brede muzische benadering met aandacht voor verschillende kunstvormen. Do you like music is een tweetalige (NL-ENG) didactische leerkrachtenhandleiding met cd bij een selectie liedjes uit Attakatamoeva, een muzisch schoolproject van Koor&Stem. Je vindt er liedjes voor alle graden van het lager onderwijs die wereldwijd gezongen kunnen worden. De handleiding ontstond in het kader van het Europese project A voice for vocal training. De bijgevoegde cd is bijzonder handig om de uitspraak van de verschillende talen in te studeren. De cd bevat ook een instrumentale meezingversie van de liedjes.

Een lolly in je haar! Het zal je maar overkomen. Beverly Ross greep die netelige situatie aan om er een vrolijk popnummer Lollipop van te maken dat in de versie voor vocaal kwartet door de Chordettes in 1958 wereldberoemd werd. Roger Emerson bewerkte het snoepje voor SSA en piano, Greg Jasperse schreef een bewerking voor zowel SSA als SATB. Alle versies werden uitgegeven door Hal Leonard.

KOORPAGINA’S Voor de koorpagina’s kozen we voor hedendaagse toonspraak voor dameskoor door een jonge componist, Thomas Geudens (°1989). Hij zorgt met het mooie Onvermogen van Nicolaas Beets (1814-1903) voor interessant voer voor een gezelschap zanggodinnen. Daarnaast vroegen we Jetse Bremer om een bewerking te maken van Annelies uit Sas van Gent van Louis Neefs voor SATB met piano. Het resultaat mag er zijn. In de Aan de slag beschrijven Koen Vits en Peter Maus hoe je met deze werkjes te werk kan gaan.

Eind januari lanceerden we Pluis het uit, een knotsgek multidisciplinair project voor de 2de graad van de lagere school met muziek van Hans Helsen, teksten van Sien De Smet en tekeningen van Joey Stijven. Het hoofdpersonage Pluis is een vruchtpluis van een paardenbloem die meegevoerd wordt door de wind. Uiteindelijk zal hij zelf uitgroeien tot een nieuwe paardenbloem. Op zijn tocht ontmoet Pluis een reeks fantastische beesten: De Gluiperige Snuistersnuit, de Stinkende Snorkelpork, de Glibberige Gibberdril, Karel De Karakol, het Oogbegaafde Uilskuiken en de Raasknallers. De tocht dient als rode draad en leidt de leerlingen langs opdrachten en liedjes. Het verhaal en de liedjes kunnen teven creatief gebruikt worden al een voorstelling of een intergenerationeel slotevenement aaraan ouders, leerlingen DKO, verenigingen uit de buurt, e.a. aan kunnen meewerken. De basis van het pakket is uiterst geschikt voor de lessen muzische vormingen, maar werkt ook rond doelen voor de vakken Nederlands, wereldoriëntatie, wiskunde, e.a. De leerkracht kan zelf bepalen welke delen uit het pakket gevolgd worden en welke niet. Koor&Stem levert daarbij een portfolio voor de leerlingen met het verhaal, de werkbladen en de liedjes naast een didactische pakket voor de leerkracht voor lesideeën, partituren, verhaalteksten en een cd met liedjes. Scholen kunnen intekenen tegen 4 euro per leerling.

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 25


CD KORT In 2013 werden drie grote componisten herdacht die vooral het operagenre sterk beïnvloed hebben: Richard Wagner en Giuseppe Verdi zouden hun 200ste verjaardag gevierd hebben en Benjamin Britten zijn 100ste. Van de laatste twee zijn op de valreep nog cd’s verschenen, waarbij koren een belangrijke rol spelen. Van de grote Italiaan gaat het om twee verschillende cd’s, beide met religieuze muziek. Giuseppe Verdi schreef zijn Messa da Requiem in 1874, n.a.v. het overlijden van de schrijver Manzoni. De dodenmis werd van een groot orkest voorzien, trouwens de rijke instrumentatie is een typisch kenmerk van vele vocaal-instrumentale werken van de meester. Er zijn momenteel zowat 45 verschillende opnamen van zijn Requiem te koop, deze nieuwe van het Koor en Orkest van de Opéra National de Paris o.l.v. Philippe Jordan, heeft het met zo’n concurrentie natuurlijk moeilijk. (Erato) De realisatie van Quattro pezzi sacri van Giuseppe Verdi is evenals het Requiem, een live-opname. De hoofdredenen van concertopnamen zijn vanzelfsprekend de lagere financiële uitgaven, maar er zijn ook enkele artistieke voordelen aan een rechtstreekse opname verbonden, de belangrijkste is een natuurlijke directe interpretatie. Het is ook een pluspunt bij het beluisteren van Quattro pezzi sacri door het Koor en Orkest van de Accademia Nazionale di Santa Cecilia uit Rome o.l.v. Antonio Pappano. Pappano’s ensembles zijn zeer actief op de cd-markt en vooral in het Italiaanse repertoire scoren ze vaak zeer hoog. (Warner classics)

26 // STEMBAND

Van de andere gevierde, Benjamin Britten, is een interessant schijfje verschenen. Decca Australië pluisde in haar archieven en vond oude opnamen van de jaren zestig - toen Britten nog een actieve vijftiger was - voor haar reeks ‘Eloquence’. Het gaat om a capella-werken of werken met piano- of orgelbegeleiding. Five Flowers Songs en Choral Dances from Gloriana door de Elizabethan Singers (o.l.v. Louis Halsey), Hymn to the Virgin (London Symphony Chorus) en Missa Brevis (Westminster Cathedral Choir). Beide koren door George Malcolm geleid, zijn representatief zowel voor de componist als voor de uitvoeders. (Decca)

Orchestra hebben o.l.v. de jonge dirigent Edward Gardner, twee belangrijke werken van Szymanowski opgenomen, het ballet Harnasie en wat ons nog meer interesseert, het Stabat Mater. Dit werk voor solisten, koor en orkest demonstreert het best de vernieuwde tendensen in de Poolse muziek rond 1926, toen hij zijn werk beëindigde. Merkwaardig is dat voor de beste realisaties van Szymanowski’s Stabat Mater twee Engelse groepen zorgen: naast de genoemde ook nog het Birmingham Symphony Chorus and Orchestra o.l.v. Simon Rattle. (Chandos) // MIREK CERNY

We blijven in het religieuze repertoire. Het Kammerchor Stuttgart en de Hofkapelle Stutgart hebben met Frieder Bernius de Missa in C van Ludwig van Beethoven en Sciant gentes van Luigi Cherubini (eerste opname überhaupt) opgenomen. Het is een solide interpretatie zoals we het Kamerkoor (meer dan 70 cd’s-producties) kennen. Eén opmerking: er kon rustig nog iets bij, de cd is amper 48 minuten lang. (Carus) The Sixteen van Harry Christophers gooiden hun 3de volume van de verzameling Selva morale e spirituale van Claudio Monteverdi op de markt. Het is een verzorgd eindproduct zonder aanmerkingen, maar ik verkies liever een nog kleinere koorbezetting, bvb. de oudere realisatie van La Venexiana. The Sixteen zijn voor deze gelegenheid niet met zestien maar wel met twintig zangers. (Coro) Tot slot een minder bekende componist in ons overzicht. Karol Szymanowski heeft niettemin de Poolse muziek in de eerste helft van de 20ste eeuw sterk beïnvloed. De Engelse omroepensembles, het BBC Symphony Chorus and


Hearts in Harmony Festival

Koor&Stem heeft een markante rol opgenomen in de nog jonge Europese zingen koorbeweging Hearts in Harmony. Het globale doel is niet louter muzikaal, maar tegelijkertijd ook maatschappelijk bepaald: mensen met een handicap, hetzij auditief, visueel, motorisch of mentaal, met de hulp van aangepaste praktijken toegang verschaffen tot het zingen in groep. Anders gezegd: een plaats in het muzikale gemeenschapsleven geven (inclusie) aan mensen die zonder deze specifieke aandacht dreigen te worden uitgesloten (exclusie). Wat dat kan betekenen, werd aanschouwelijk gemaakt tijdens het openingsconcert op zaterdagavond in AMUZ. Het eerste deel werd verzorgd door The Liverpool Signing Choir (Liverpool Gebarentaal Koor), oorspronkelijk een schoolkoortje van 12 jongens en meisjes. Eén van hun leden was compleet doof, maar wilde wel meedoen. Daarom werden de teksten door iedereen ook aangeleerd in gebaren en zo kreeg de groep een gemeenzame taal. Zij die hoorden, zongen erbij. Stilaan breidde

het koor uit met mensen uit heel de stad, horenden en niet horenden. Ze bouwden een aanzienlijk repertoire op en bereikten ondertussen al een behoorlijk muzikaal peil. Wat het meeste treft bij hun vertolkingen, is de vreugde die de groep uitstraalt. De samenhorigheid is als het ware tastbaar en door hun intensiteit bereiken de zangers een uitzonderlijke, rechtstreekse interactie met het publiek. Het resultaat is een volwaardig muzikaal optreden door een volwaardige groep die geen behoefte heeft aan medelijden noch sentimentaliteit. De Betties gedirigeerd door An Alen namen het tweede deel van het concert voor hun rekening. Zij belichamen het muziektherapeutisch project dat in Huis Perrekes in Geel wordt gerealiseerd. Hoofddoel is het doorbreken van het isolement van mensen met dementie door samen te zingen en zo emotionele ervaringen uit het verleden op te diepen om die opnieuw te mobiliseren. De kern van het circa 70-koppig koor bestaat uit vrouwen en mannen met dementie van

gevorderde tot hoge leeftijd die worden bijgestaan door verzorgers, (deels heel jonge) familieleden en vrijwilligers. Al bij de eerste aanblik wordt het duidelijk dat ze liefdevol met elkaar omgaan, als leden van één hechte groep waarvan elk naar best vermogen zijn steentje bijdraagt tot het bereiken van een muzikaal resultaat dat qua repertoire en afwerking hoge eisen stelt. Aandoenlijk is de blijkbaar vanzelfsprekende solidariteit onder de zangers en zangeressen, onvergetelijk de bezieling waarmee ze hun muzikale en menselijke boodschap met de grootste natuurlijkheid weten over te brengen. Alles bijeen genomen had Koor&Stem geen betere keuze kunnen maken als inleiding tot dit internationaal studieweekend rond het thema “muziek en inclusie”. Ook de organisatorische voorbereiding en omkadering beantwoordde ten volle aan de hoge normen die de Vlaamse koororganisatie voor zichzelf stelt. // MICHAËL SCHECK Voor wie het festival nog even wil herbeleven: ga naar www.heartsinharmony.be voor foto’s en meer verslaggeving.

© Karel De Puysseleir

© Karel De Puysseleir

Antwerpen 29 en 30 november 2013

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 27


Aan dit nummer werkten mee:   Koenraad De Meulder, Hannelore Smitz, Jacques Van Hoolen, Ivo Jacobs, André Dumont, Séverine Delforge, Peter Maus, Koen Vits, Liesbeth Segers, Lucien Posman, Jan Dewilde, Ignace Thevelein, Mirek Cerny, Michaël Scheck EINDREDACTIE: Ivo Jacobs COÖRDINATIE: Jan Stofferis Kooraansluiting: € 70, Individueel abonnement: € 22,5 Rek. nr. 735-0037517-63 t.n.v. Koor&Stem vzw DRUK Van der Poorten OPLAGE 3.000 ex. VORMGEVING apple-n.be, brand-ink.be

28 // STEMBAND


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.