Carmel Magazine april 2021

Page 1

Carmel Magazine » jaargang 18 » nummer 47 » april 2021

#koers

onderwijs en maatschappij verbinden

Carmel en verduurzaming

Duurzaamheid zit tussen je oren In gesprek met Carmel

Een persoon is uiteindelijk een open geheim


Toekomstbestendige Bedrijfsvoering

Met inbreng van betrokkenen en met oog voor lokale omstandigheden, om het onderwijs te ontzorgen. #koers2025

2


» Inhoud

6

‘Duurzaamheid zit tussen je oren’ Duurzaamheid, daar is niemand op tegen. Maar wat verstaat Carmel eronder?

16

Nóg betere bedrijfsvoering voor nóg beter onderwijs Toekomstbestendige Bedrijfsvoering: niet harder werken maar slimmer werken. Dit gaat iedere Carmelmedewerker aan.

Rubrieken 4 5 10 15 19 20 21 26 28

Standpunt #stelling Vertel! Passie! What's up? Hoe ging het verder met... College van Bestuur: Karin van Oort Opmerkelijk Het laatste woord

12

22

Op zoek naar de eigen buitenwereld Het Augustinianum maakt sinds 1 januari van dit jaar als aspirant deel uit van de Brainport Scholen.

‘De goede gesprekken ontstaan spontaan’ Iedere Carmelschool is anders, en toch ‘typisch Carmel’. Dat kenmerkende, waar zit dat in? Nieuwkomers en oudgedienden op Carmelcollege Gouda wisselen van gedachten.

Wij zijn Carmel Stichting Carmelcollege omvat 12 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties verzorgen we een breed onderwijsaanbod in een kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan Carmel verbonden: Almelo » Pius X College, Canisius Deventer » Etty Hillesum Lyceum Eindhoven » Augustinianum Emmen » Carmelcollege Emmen Enschede » Bonhoeffer College Gouda » Carmelcollege Gouda Groenlo » Marianum Haren » Maartenscollege, International School Groningen Hengelo » Scholengroep Carmel Hengelo Oldenzaal » Twents Carmel College Oss » Het Hooghuis Raalte » Carmel College Salland

3


‘Elke ochtend liggen er weer talloze mogelijkheden voor je open om het beter te doen dan gisteren’ Genio Ruesen

» Standpunt

GEEF, GROEI, GENIET Wil je iets aanleveren voor de rubriek ‘Standpunt’? Dat is een vraag waarmee je nogal onthand kunt zijn, als je zelf vindt dat je niet zoveel last hebt van sterke overtuigingen. En dat vind ik van mezelf. Maar ik wil me ook niet laten kennen, want natuurlijk heb ik wel een standpunt. Over schoolbesturen die ijsvrij geven (ik schrijf dit terwijl het hard vriest - hopelijk kunnen we ons daar in april niks meer bij voorstellen), en tegelijkertijd roepen dat de leerlingen school nodig hebben en achterstanden door corona oplopen. Daar vind ik dan wel wat van. Je kunt wel raden wat… Over rellen in de stad toen de avondklok inging en ik zeker wist dat er leerlingen van onze school bij betrokken waren. De veelgehoorde reactie “dan stuur je die leerlingen toch van school af?!”. Ook dat riep bij mij wel degelijk een sterke overtuiging op. Want nee, die stuur ik zeker niet van school af. Behalve een formeel juridische opvatting, heb ik

Genio Ruesen » voorzitter Centrale Directie Bonhoeffer College Passies » koken, eten in gezelschap, tuin Opleidingen » doctoraal geschiedenis aan de Radboud Universiteit (toen nog KUN)

4

en Master of Management in Education via Carmel Werkzaam bij Carmel sinds » 1981

daar ook wel een persoonlijke mening over: die kinderen houd ik zeker op school. Dan kun je bijsturen à la Aboutaleb, of een meer gerichte aanpak hanteren en zélfs met begrip. Niet dat ik nou zelf stenengooiend door mijn jeugd ben getrokken. Maar als ik hard was afgerekend op alles wat ik toen fout deed en buiten geduwd was, dan lag ik nu heel ernstig in de goot. Gelukkig kwam ik mensen tegen die meer of minder zachthandig (mijn ouders waren niet de allerbeste pedagogen en sommige van mijn leraren trouwens ook niet) lieten merken dat ik wel een domme actie had uitgehaald. Maar omdat zij me toch weer omarmden en begeleidden, denk ik dat ik nu niet in een koude goot lig, maar best goed in mijn vel zit én leiding mag geven aan het Bonhoeffer College. Een school in een stad waar kinderen veel (extra) kansen verdienen. Elke dag is een nieuw begin. Elke ochtend liggen er weer talloze mogelijkheden voor je open. Mogelijkheden om het beter te doen dan gisteren. Om iets over te doen of bij te stellen. Mogelijkheden om kansen te geven en kansen te grijpen. En die kansen worden (aan)genomen als ze oprecht gegeven worden en goed worden begeleid. Dat is mijn taak, dat is ieders taak. En... “toevallig” past daarbij het motto van het Bonhoeffer College: Geef, Groei, Geniet. Hé, ik heb een standpunt!


#stelling Komt het nog goed met dit schooljaar? We horen over leerachterstanden en aanpassingen van eindexamens. Over stress, bij leerlingen en docenten. De regering komt met extra geld, maar moeten we niet gewoon meer tijd nemen? Voor het Carmelpanel de stelling:

‘Schooljaar 2020-2021 is een verloren schooljaar’ Lynn Mulder » leerling dakpanklas mavo/havo 2, Maartenscollege Haren

‘Ik vind het echt een raar jaar. Eerst naar school, dan heel lang thuis. En nu weer een dag per week naar school. Dat heeft echt invloed op mijn motivatie en prestaties. In het begin stond ik ’s morgens nog op tijd op, nu volg ik het eerste uur vanuit bed. Daarom was het zo leuk om weer naar te school te kunnen. De tafels staan uit elkaar en veel is nog steeds anders, maar we zien elkaar weer. Iedereen was blij, we hebben elkaar gemist. En we hebben de lessen gemist. Het is toch anders als je in de klas zit. Het online leren is echt moeilijker, ik heb het gevoel dat ik minder heb geleerd dan ik had kunnen leren. Al was het ook fijn om veel thuis te zijn, met de stelling ben ik het eens.’

Yona Lammers » docent Nederlands, Marianum Groenlo

‘Verloren klinkt te zwaar, daarmee geven we onze leerlingen een vervelend gevoel. Het is te vroeg om over kennisachterstand te spreken. Volgens mij is de sociale schade veel groter. Ik heb veel mentorleerlingen die het zwaar vinden. Ze missen elkaar, ze missen de klas. Dat kan digitaal onderwijs niet opvangen. We zijn als docenten ook poortwachters voor de kinderen die dreigen weg te vallen. Daarom wil ik mijn leerlingen zien en horen, ze kunnen aankijken. En ik geef ze een groot compliment, ze hebben behoorlijk wat te verstouwen gekregen. In veel gevallen zal dat niet onherstelbaar zijn. Ik verwacht dat de meesten heel wat schade inlopen als ze een meer normale zomervakantie kunnen hebben.’

Stan Klein Nagelvoort » leerling vwo 6, Pius X College Almelo, locatie Aalderinkshoek

‘Deze stelling is me te negatief. Wat is dan verloren? Voor een zesdeklasser ligt dat anders dan voor een brugklasser. Als dit je eerste jaar op school is, mis je veel. Maar is het daarmee ook verloren? Ik wil breder kijken. Voor veel mensen is het zwaar, dat weet ik. Zelf vond ik het lastig om bepaalde spullen te regelen of dingen uit te zoeken voor mijn profielwerkstuk. Maar we hebben allemaal ook veel lessen geleerd en nieuwe ervaringen opgedaan. Denk aan online werken, aan thuiswerken. We hebben daarnaast kunnen vaststellen dat veel dingen veel beter kunnen. Je hebt levenslessen en leerstof. Het zwaartepunt lag de afgelopen maanden bij de levenslessen. Díe balans slaat snel genoeg weer om.‘

Gaby Abdalla » ouder en MR-lid, Bonhoeffer College Enschede, locatie Van der Waalslaan

‘Ik denk dat veel leerlingen hun weg wel vinden, die zijn doorgaans digitaal vaardig. Over de meer kwetsbare leerlingen maak ik me zorgen. Die hebben minder mogelijkheden om hun verantwoordelijkheid te nemen. Ik denk dat het onderwijs daar alles aan doet. Het gebrek aan sociale interactie is echt een gemis. Dit jaar zijn we op de proef gesteld, maar dat heeft ook wel waarde. Zeker leerlingen in de bovenbouw hebben moeten leren hoe te handelen als het tegenzit. Ze hebben nieuwe ervaringen opgedaan en geleerd dat niet alles vanzelfsprekend is. Hun weerbaarheid is toegenomen. Dat bereik je in een gewoon schooljaar niet. Het is een ánder jaar, een spannend jaar, maar geen verloren jaar.’

5


» Carmel en verduurzaming

‘DUURZAAMHEID ZIT TUSSEN JE OREN’ Duurzaamheid, daar is niemand op tegen. Maar wat verstaat Carmel eronder? En waarom is verduurzaming soms lastig? Negen vragen aan teamleider Leo van Wijchen en adviseur Leon Dullaart van Team Huisvesting & Facilities van het bestuursbureau.

1. Duurzaamheid, waar zie je dat op een Carmelschool concreet terug? Leon: ‘Bij de meeste scholen begint dat met de zonnepanelen op het dak. Op een centrale plaats binnen hangt een scherm waar je de opbrengst kunt zien. Maar je ziet het ook terug in de manier waarop we afval scheiden. Eigenlijk is het geen afval, maar zijn het grondstoffen, want heel veel wordt gewoon opnieuw gebruikt. En je ziet het terug in kleine dingen, zoals energiezuinige verlichting.’

2. In Koers 2025 gaat het over duurzaamheid. Wat verstaan jullie daaronder? Leo: ‘Duurzaamheid is vooral een mindset, het zit tussen je oren. Het is de wil om bewust om te gaan met de grondstoffen en energiebronnen die we tot onze beschikking hebben, om te stoppen met het uitputten van de aarde. Binnen Carmel willen we daar verantwoordelijkheid voor nemen door de manier waarop we omgaan met onze gebouwen en onze processen. Duurzaamheid is dus breder dan energiebesparing, al is dat zeker van belang.’

6

‘Als je lesgeeft over duurzaamheid, moet je het ook dóen’ 3. Wat is het verband met rentmeesterschap? Leon: ‘Rentmeesterschap is een woord uit de christelijke traditie. Het verwijst naar het idee dat we de aarde te leen hebben. We mogen alles gebruiken, als we er maar zuinig op zijn, zodat we de aarde in goede staat kunnen overdragen aan de generaties die na ons komen. Bij rentmeesterschap hoort een voorbeeldfunctie: je bent een voorbeeld voor de nieuwe generatie, in ons geval de leerlingen.’ Leo: ‘En als je lesgeeft over duurzaamheid, moet je het ook dóen.’ >>


‘We denken mee over manieren waarop scholen kunnen aanhaken bij duurzame initiatieven in hun omgeving’ 7


Wist je dat? Weetje! ...Stichting Carmelcollege Stichting Carmelcollege nuneemt deelneemt aan het nu deel aan het landelijkeinkoopprogramma inkoopprogramma landelijke ‘Energie voor Scholen’. ‘Energie voor Scholen’. ...Dat daardoor ingekochte Daardoor is alle alle ingekochte energie 100% duurzaam en energienu 100% duurzaam en afkomstig uit Europa. afkomstig uit Europa is. En het scheelt jaarlijks ook ...En dat het jaarlijks ook nogeens eens474.00 474.000 euro nog euro op de op de rekening! rekening scheelt!

+€474.000 per jaar

4. Geef eens een voorbeeld: hoe voegt Carmel de daad bij het woord? Leo: ‘Het meest opvallende is dat we de afgelopen jaren ruim 5 miljoen euro geïnvesteerd hebben in zonnepanelen op de daken van onze locaties, daarmee wekken we nu de helft van onze elektriciteit duurzaam op. En leerlingen maken hierdoor in hun eigen school kennis met duurzaamheid en de lastige afwegingen waarvoor je komt te staan.’

hoogfrequente verlichting in, want toen was led-verlichting nog niet zo ver ontwikkeld als nu. Inmiddels schrijft de wet voor dat een school led-verlichting moet hebben. Gaan wij nu duizenden euro's investeren om al die hoogfrequente lichtarmaturen te vervangen? Dat gaat mij te ver. We stappen over als de brandduur van de lampen op is of als er een andere goede reden is. Maar we gaan niet vervangen om het vervangen.’

6. Zijn er nog meer factoren die het ingewikkeld maken? Leo: ‘De krimp waarmee we te maken hebben. Een gebouw kan wel energielabel A+ hebben, maar als het maar deels met leerlingen gevuld is, is het toch niet duurzaam. Er zijn ook gebouwen waarvan we door teruglopende leerlingaantallen binnen 5 tot 15 jaar waarschijnlijk afscheid moeten nemen. Daar gaan we niet veel geld steken in verduurzaming. Maar sommige dingen moeten gewoon: je kunt niet zeggen “vervang maar driekwart van het dak” of “geef ons maar een halve cv-ketel”. De vaste lasten blijven gelijk of lopen op, terwijl de inkomsten teruglopen. Dat is een duivels dilemma. Daarom steken we veel tijd in het in kaart brengen van de kwaliteit van alle gebouwen en maken we strategische huisvestingsplannen.’

7. Hoe maken jullie de afweging: dit wel, dit niet? Leon: ‘Dat is makkelijker als je een duidelijke visie hebt.

5. Wat is er lastig aan duurzaamheid? Leo: ‘Je moet met beide benen op de grond blijven staan, want je kunt er waanzinnig veel geld aan uitgeven. Het gaat om verantwoorde keuzes. Tijdens een interview voor een profielwerkstuk vroeg een leerling mij laatst: “Maar meneer, hoe kan het nou dat er nog niet op élk dak zonnepanelen liggen?” Dan leg ik uit dat er geen subsidie meer is, dat zonnepanelen zonder subsidie niet rendabel zijn en dat we onze euro’s dan liever steken in duurzame systemen die het hele jaar door geld opleveren en niet alleen als de zon schijnt. Maar het blijft lastig uit te leggen. Een ander voorbeeld: we hebben vier jaar geleden voor het Augustinianum in Eindhoven een gebouw opgeleverd met een bijzonder hoge duurzaamheidsscore. Maar er zit

Heb je een idee om je school duurzamer te maken? Team Huisvesting & Facilities denkt graag mee. Mail naar Leo van Wijchen of Leon Dullaart, via l.vanwijchen@carmel.nl of l.dullaart@carmel.nl

8

Daarom heb ik voor Carmel een notitie over duurzaamheid geschreven. Daaraan kunnen we alles ophangen: hoe we met duurzaamheid omgaan, hoe we onze keuzes verantwoorden, hoe we een voorbeeld zijn voor de generatie na ons. Met een visie zit je zelf aan het stuur in plaats van dat je wórdt gestuurd.’

8. Hoe krijgt zo’n beleidsvisie een vertaling in concreet gedrag op school? Leo: Wij stimuleren scholen bijvoorbeeld mee te doen aan Energy Challenges (zie pagina hiernaast). Ook denken we mee over manieren waarop scholen kunnen aanhaken bij duurzame initiatieven in hun omgeving. Zo draait de locatie Tubbergen van Canisius deels op biogas van een naastgelegen boerenbedrijf. Daar steken we onze nek voor uit, want scholen zijn deel van hun omgeving en zo brengen we duurzaamheid voor leerlingen dichtbij. Daarnaast nemen scholen zelf veel initiatieven. Alle technasia besteden aandacht aan duurzaamheid, het Etty Hillesum Lyceum heeft een Ecolyceum, op het Bonhoeffer College locatie Van der Waalslaan zijn leerlingen energieambassadeurs, enzovoort. En dan hebben we het nog niet eens over alle individuele docenten die hier uit overtuiging mooie lessen en projecten over maken.’

9. Wat zouden jullie willen dat leerlingen meenemen als ze van school gaan? Leon: ‘Het zou mooi zijn als ze weten wat duurzaamheid kan betekenen in hun eigen leefomgeving en voor hun eigen leefstijl. Als ze zich daarvan bewust zijn, hebben we het goed gedaan.’


NIEUWS & BLOGS carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties

#duurzaam: Energy Challenge zet aan tot energiebesparing ‘Ik pak nu de fiets naar school’ Eind november gingen 110 mavo 3-leerlingen van Het Hooghuis locatie Mondriaan College in Oss de Energy Challenge aan. Ze deden onderzoek in hun eigen school, volgden workshops en bedachten praktische manieren om slimmer om te gaan met energie.

Tochtstrips langs de deuren, folie achter de verwarmings­ radiatoren en nóg meer gescheiden prullenbakken in de aula: het zijn drie van de tientallen energiebesparende ideeën die de teamleider facilitair van Het Hooghuis in Oss eind november ontving van de leerlingen. Normaal gesproken loopt 3 mavo eind november een week stage, maar dit jaar was dat door de coronamaatregelen niet mogelijk. Teamleider Twan Rovers en zijn vijf 3 mavomentoren moesten dus op zoek naar een andere invulling voor de week. Die vonden ze in de Energy Challenge: een project dat leerlingen uitdaagt om campagne te voeren voor energiebesparing en duurzaamheid. ‘Ik vind het belangrijk dat leerlingen zich ervan bewust worden dat het belangrijk is goed om te gaan met de aarde’, zegt Twan Rovers. ‘Zij zijn de toekomst, zij moeten het straks verder uitdragen.’

Niet alles kan: zo moet de verwarming in het weekend momenteel wat hoger staan, met het oog op extra ventilatie in het kader van de coronamaatregelen. Maar andere maatregelen, zoals de bakken in de aula, zijn wel makkelijker uitvoerbaar. Misschien nog wel belangrijker is dat de Energy Challenge de deelnemers persoonlijk heeft uitgedaagd. Jade (15): ‘Thuis hebben we het best vaak over energie, maar je bent er toch niet de hele dag mee bezig. Dit zorgt voor meer bewustzijn.’ Twan Rovers: ‘In mijn kantoor hangt nu een A4’tje dat me eraan herinnert de lamp uit te doen als ik mijn kantoor uitga.’ Ook Rahmo voegt de daad bij het woord: ‘Vroeger pakte ik vaak de bus, nu fiets ik naar school.’

‘Stoel van de toekomst’

Indruk De activiteiten van de challenge vinden gewoonlijk over een langere periode plaats, maar voor 3 mavo werden ze samengebracht in één week. Begeleid door project­ medewerkers en hun eigen mentoren deden de leerlingen onderzoek, volgden workshops en ontwierpen in groepjes een eigen energiebesparingscampagne voor hun school, waaruit de winnende campagne werd gekozen. Het team van Jade (15) kwam bijvoorbeeld met het voorstel om alle deuren van tochtstrips te voorzien. Het team van Rahmo (15) stelde voor om in het weekend de verwarming nog lager te zetten en om één of twee keer per jaar een warme­truiendag te houden. Het winnende voorstel was om op meer plekken in de aula gescheiden afvalbakken neer te zetten. Rahmo: ‘Leerlingen zijn vaak te lui om op te staan en gooien al hun afval in de dichtstbijzijnde bak. Nu er meer bakken staan, kunnen ze het makkelijker in de goede bak gooien.’

Bewustzijn Op Het Hooghuis is het nu aan de teamleider facilitair om te bekijken welke aanbevelingen uitgevoerd kunnen worden.

Stoel van de toekomst Een bijzonder onderdeel van de Energy Challenge was het decoreren van een “stoel van de toekomst”, die Rahmo en Jade gaan aanbieden aan een lid van de gemeenteraad. Het idee is dat de stoel in de raadszaal komt te staan. Jade: ‘Het zien van de stoel kan wethouders helpen om bij hun beslissingen rekening houden met het milieu en de opwarming van de aarde.’

Ook meedoen? Kijk op www.energychallenges.nl

9


» Vertel! naam artikel Samengestelde verhalen over bijvoorbeeld spontane reacties van leerlingen, een gedicht van een collega of een impressie van een gesprek tussen docent en leerling. Betrokken collega’s geven je graag een kijkje in het leven op hun school. Waar lopen zij tegenaan in hun onderwijsbaan of wat maakt ze juist blij? Lees mee!

Veerkracht Maandagochtend startte ik de NT2-les met “Pip a Short Animated Film” over een hondje dat met tegenslagen te maken krijgt. Daarbij stelde ik mijn ISK-leerlingen drie kijkvragen vooraf: wat is zijn droom, waarom is het moeilijk en wat doet hij als het moeilijk is? Vol aandacht bekijken ze de video. Ik laat het verhaal in stukjes navertellen en maak de stap naar “veerkracht”. Ik laat een veer zien. Wat gebeurt er als je die induwt? Hoe zie je dat terug bij de hond? Alle mensen hebben veerkracht. Ik vraag mijn leerlingen of dit herkenbaar voor ze is, wanneer had jij het nodig en voor welke droom wil jij hard werken?

Doel als motivatie Wat zit er tussen waar je nu bent en het behalen van dat doel? Een aantal weet dat heel helder te verwoorden. Veel schooljaren, beter Nederlands leren praten, moeilijke boeken lezen, etc. Iets graag willen en het leven zijn geen constant stijgende lijn. Júllie leven niet, dat van mij niet, dat van niemand. Iedereen komt voor uitdagingen te staan. Weg omhoog, weg omlaag. Een doel kan helpen om jezelf te motiveren, om steeds weer op te staan. Ik hang deze bijpassende afbeelding aan het bord en geniet na. Wat is onderwijs toch mooi!

Vallen en opstaan Soms wil je iets heel graag, komen er tegenslagen (die pijn doen) en blijf je het toch proberen. Vallen en weer opstaan. Zoals de hond die fouten maakt op school en voor het examen zakt, maar later toch zijn droom waarmaakt en dus slaagt.

Het gaat niet om perfect zijn, zeg ik, maar om weer opstaan en doorgaan. Blijven oefenen en proberen. Natuurlijk mag je een dag of een week balen, maar daarna moet je verder. Er zelf wat van maken. Hier iets opbouwen.

Lydia Nieman, docent ISK Gouda »

weg naar ‘Desucces ’

Daarna maak ik geleidelijk de overstap naar doelen. Wat wil je bereiken? Wat is jouw droom? Ik hoor dokter, werken in een winkel, stewardess, douane, rijk worden, rijbewijs halen en op het WK spelen.

10

eid

uw Jo

Ik benoem dat ze allemaal veerkracht hebben laten zien. Allemaal een land, familie, vrienden, schoolcarrière, sport, etc. achtergelaten en opnieuw moeten starten. Nu allemaal in de klas, dus niemand is onder een deken in een hoekje blijven zitten of gaan wachten (wat ik demonstratief uitbeeld).

pl

Veerkracht omzetten in doelen

h lijk ke er W

an

Er ontstaat een mooi moment als een leerling het begrip veerkracht verbindt met haar eerste week op de ISK. Zij had tegen haar vader gezegd: “Papa, ik wil niet meer. Ik versta de mensen niet en alles is moeilijk.” Ze is toch naar school blijven gaan. “Ik ben niet perfect, maar word wel beter.”


CARMEL SPECIALS carmel.nl/ specials/vertel

Deel ook jouw verhaal! Scan de bovenstaande QR-code en deel jouw ervaring met ons!

Olaf Koot over pesten »

Ik realiseer me nu ‘ pas dat ik het anders had moeten doen’ Een einde aan pesten Marcel had een Honda MT5. Dat is een brommer, die lijkt op een crossmotor. Toen ik puber was, bestond er niets coolers dan dat. Ik wilde ook een Honda MT5. Er was zelfs een meisje bij ons op school met een MT5, zij was de coolste chick ever. Als je een Honda MT5 had, was je gevrijwaard van pesten. Maar voor Marcel gold dat niet. Marcel sprak een beetje nasaal en op de een of andere manier vonden we dat hij net iets te veel z’n best deed om erbij te horen. Ondanks z’n MT werd Marcel toch gepest. Niet door mij. Ik kón hem helemaal niet pesten, want ik hoorde er al helemáál niet bij. Ik was net zo’n nerd als Marcel, maar dan zonder Honda MT. Kun je nagaan. Ik sloeg het gade, ik zag dat sommige leerlingen werden gepest en was allang blij als ze een dagje mij niet als mikpunt hadden. Ik werd ook weleens gepest. Op een middag toen ik na schooltijd naar huis wilde gaan, werd de weg versperd door een groep jongens, die Marcel aan het pesten waren. Ze hadden zijn brommersleutels afgepakt en gooiden die over en weer in een kring, met Marcel als gefrustreerd middelpunt. Hij stond daar met z’n coole MT, voor de zoveelste keer gepest te worden. Ik wilde erlangs, bange poeperd dat ik was, toen ik volkomen toevallig net de sleutels in m’n handen gegooid kreeg. Ik stond daar een paar seconden met de sleutels in m’n hand in de kring, denkend wat ik zou moeten doen. Marcel smeekte me, zoals hij bij alle anderen ook had gedaan, om z’n sleutels terug te geven.

Ik had natuurlijk volkomen rustig en bedaard de brommer­ sleutels aan Marcel terug kunnen geven. Ik realiseer me, jaren later, dat dit het übercoolste was geweest dat ik op dat moment had kunnen doen. Ik had het móeten doen, om voor eens en voor altijd de pestkoppen te tonen dat wij die gepest werden, ondanks de loodzware groepsdruk, de macht hebben om het heft in eigen hand te nemen. Iedereen zou steil achterover slaan van zoveel rust, wijsheid en bedacht­ zaamheid. Op school zouden ze me met ontzag bekijken en achter m’n rug zouden mensen fluisteren “Daar heb je hem, die gozer die een einde maakte aan het pesten op school.”

‘Ik heb me zelden zo klein en waardeloos gevoeld’ Ik gooide de sleutels terug de kring in, de pesters konden verder joelen, Marcel kon blijven smeken en ik ging naar huis. Ik heb me zelden zo klein en waardeloos gevoeld.

Olaf Koot Docent Engels en mentor op Etty Hillesum Lyceum

11


NIEUWS & VLOGS

» Schoolontwikkelingen

carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties

OP ZOEK NAAR DE EIGEN BUITENWERELD Augustinianum sluit zich aan bij Brainport Scholen Het Augustinianum maakt sinds 1 januari van dit jaar als aspirant deel uit van de Brainport Scholen. Dat is een leergemeenschap van scholen voor basis- en voortgezet onderwijs in Eindhoven en omgeving, die hun leerlingen wil voorbereiden op een toekomst in een regio met veel kennisintensieve bedrijvigheid. Vooral door in te zetten op “ondernemend, onderzoekend en ontwerpend leren”.

12


‘De wens om Brainport School te worden komt uit onszelf’, begint Jan-Willem Strik, coördinator Brainport School en docent Duits. ‘We willen meer contact met de buitenwereld. Dit is een bijzondere regio, met veel kennisintensieve bedrijven. Er zijn hier veel expats, hier wordt op grote schaal kennis en kunde gedeeld. Daarbij zoeken we aansluiting. Passend bij Koers 2025, dat pleit voor internationalisering en onderzoekend leren dat niet alleen op school plaatsvindt.’ Marlène Hendriks, docent economie, vult hem aan: ‘Brainport Scholen spreekt over de “3 O’s”: ondernemend, onderzoekend en ontwerpend leren. De leerling van nu wil meer gemotiveerd raken en ruimte om zelf aan de slag te gaan.’ Zo biedt de school een betere voorbereiding op vervolgstudie en baan, meent Jan-Willlem: ‘Met alleen schoolse vaardigheden komen onze leerlingen er niet, ze moeten meer in huis hebben. Het is wel goed om hier meteen te zeggen dat Brainport Scholen voorziet in een onderwijsmodel voor álle leerlingen, het is niet een excellentietraject.’

Uit de bubbel De school heeft ook naar zichzelf gekeken, vervolgt Jan-Willem. ‘Wij hebben veel leerlingen met een bijzonder “iets”. Sommigen zijn een soort paradijsvogels. Dat kan hier. Maar misschien schermen we ons zo wel enigszins af van de buitenwereld.’ Maarten Kemperman, docent aardrijkskunde

‘Leerlingen voorbereiden op de wereld van morgen’

en coördinator internationalisering, valt hem bij: ‘ Het Augustinianum heeft een open, sociale sfeer. Je mag hier zijn wie je bent.’ Jan-Willem: ‘Dat gaan we natuurlijk vasthouden, maar we willen niet in een bubbel terechtkomen. We geven onze leerlingen veel mogelijkheden om zich binnen de school te ontplooien. Dat willen we graag met anderen delen, maar we willen ook meer naar buiten.’ Het woord is gevallen: delen. Dat is volgens het Brainport School Groeiboek, uitgave van de overkoepelende organisatie, een van de doelstellingen. De aangesloten scholen willen een community of leergemeenschap zijn waarin kennis, ervaringen en best practices worden gedeeld en uitgebouwd. ‘Dat zoeken we’, verduidelijkt Maarten. ‘Binnen Carmel hebben wij een wat excentrische ligging. We zijn in geografisch opzicht wat meer op onszelf aangewezen. De Brainportscholen hier in de regio zijn de ideale partners om samen te werken.’ Hélène knikt: ‘Juist omdat de scholen zelfstandig zijn en blijven. We leren van en met elkaar, vanuit de eigen autonomie.’ En Jan-Willem: ‘Aansluiten bij de samenleving moeten we híer doen.’

Internationalisering Dat gaat overigens niet vanzelf. Een visitatiecommissie vanuit Brainport Scholen toetst eerst of de school voldoende meerwaarde biedt. Treft ze die aan, dan kan de desbetreffende school een jaar deelnemen als aspirant. Aan het einde van dat jaar valt het besluit of ze volwaardig lid kan worden. ‘Uiteraard komt dit niet uit de lucht vallen, er waren al langer contacten’, merkt Jan-Willem op. Want verschillende Brainportscholen hebben belang­ stelling voor de internationaliseringsprojecten van het Augustinianum. ‘We hebben een Lesothoproject, waarin leerlingen van 4 havo en 4 vwo in dat land anderhalve week aan daadwerkelijke ontwikkelingssamenwerking doen. Ze zamelen zelf geld in, onder meer om “Wonderbags” te bekostigen, tassen waarin pannen warm blijven’, licht Maarten toe. ‘In Lesotho sterven veel vrouwen aan rookvergiftiging omdat ze op houtvuur koken. De “Wonderbags” helpen dat voorkomen. Onze leerlingen gaan ernaartoe en steken daar de handen uit de mouwen.’ Marlène noemt de uitwisseling met China. Leerlingen en docenten uit Eindhoven verblijven daar een aantal dagen in een gastgezin, leerlingen en docenten uit China komen naar Eindhoven. ‘Het is niet een excursie, het is echt een uitwisseling. Je ziet de leerlingen onder je ogen groeien.’ Dat is ook Maartens ervaring: ‘Ze doen nieuwe indrukken op, ze maken kennis met een heel andere wereld. Daar leren ze enorm veel van.’

Wensen en ideeën Om tot volwaardig lidmaatschap te komen, moet het Augustinianum een visie voor de korte en de langere termijn uitwerken. Ideeën en wensen zijn er alvast. ‘We zoeken onze eigen buitenwereld op’, zegt Jan-Willem. ‘Dat past eveneens bij Koers 2025, dat het onderwijs wil verbinden met de maatschappij.’ Hij geeft voorbeelden: ‘Over het algemeen zijn de ouders van onze leerlingen hoogopgeleiden met vaak uitgebreide netwerken. Die willen we graag meer bij ons onderwijs betrekken. >>

13


‘Aansluiten bij de samenleving moeten we hiér doen’

Ik denk aan een oudernetwerk en aan een alumninetwerk, bijvoorbeeld voor loopbaanoriëntatie en stages.’ En Maarten: ‘Andere Brainportscholen doen een beroep als expats als native speakers. Dat spreekt ons ook aan. Kom maar een aantal weken geregeld bij ons op school, dat verdiept ons onderwijs.’ Maar: ‘Het moet organisch gaan’, stelt Jan-Willem. ‘We nemen deel aan het coördinatorenoverleg van Brainport Scholen. Daar komen de initiatieven van de scholen aan de orde. Is daar iets bij wat je aanspreekt, of wat goed bij jouw school past, dan kun je aanhaken. Je kunt vervolgens als scholen of docenten samen iets verder ontwikkelen, het is

co-creatie. Je kiest wat je wilt, het is halen en brengen.’ Voor de docenten is dat al uitdagend. En dat moet het voor leerlingen nog worden. ‘We zijn net begonnen, op dit moment merken ze er niets van. Bovendien hebben we nog te maken met de coronabeperkingen. Maar straks kunnen ze deelnemen aan buitenschoolse initiatieven, waarvoor ze kunnen intekenen. Daar kunnen ook stages uit voortkomen. En ze kunnen meedoen aan de Grand Challenge, een door Brainport Scholen geformuleerde onderzoeksvraag voor teams van verschillende scholen. Die staan voor iedereen open, je hoeft er niet een 8 voor te hebben. Zo kunnen we onze leerlingen nog meer bieden.’

Ondernemend, onderzoekend en ontwerpend Brainport is sinds de jaren ’90 de aanduiding voor Eindhoven en de omliggende regio. Ze willen hiermee benadrukken dat de grote bedrijven in deze omgeving kennisintensief en innovatief zijn. En, met hen, de toeleverende bedrijven. Het Brainport School Groeiboek spreekt van een "uniek ecosysteem", dat in 2011 werd uitgeroepen tot "slimste regio van de wereld". Die bekroning heeft geleid tot het concept van Brainport Scholen, om leerlingen in staat te stellen hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen, en zich te oriënteren op toekomstkansen in de eigen regio. De aangesloten scholen voor basis- en voortgezet onderwijs committeren zich aan de missie van de Brainport Scholen: "De Brainportschool staat voor het aanbieden van onderwijs dat leerlingen voorbereidt op de wereld van morgen waarin een lerend leven essentieel is. De school richt zich daarbij sterk op de omgeving en werkt bij de vormgeving van dit onderwijs samen met externe partijen uit deze regio."

3 O’s Dit onderwijs stimuleert de “3 O’s”: ondernemend, onderzoekend en ontwerpend leren. Leerlingen worden uitgedaagd om initiatief te nemen, waarbij de verbinding van

14

schoolse kennis met de praktijk van het bedrijfsleven hun motivatie en talenten prikkelt. ‘De kennis die op school wordt aangereikt krijgt meer betekenis zodra er aansluiting met de (buitenschoolse) omgeving plaatsvindt’, meldt het Groeiboek. Gastlessen en opdrachten vanuit het regionale bedrijfsleven en excursies moeten hieraan bijdragen. Bijzondere aandacht gaat uit naar internationalisering. De leidende industrieën in de omgeving trekken veel expats aan en slijten hun producten wereldwijd. De scholen besteden dan ook “veel aandacht” aan “taalvaardigheid, intercultureel bewustzijn en internationale samenwerking en communicatie”.

Autonome scholen De aangesloten scholen delen best practices, die ze naar eigen inzicht mogen gebruiken of aanpassen. ‘Co-creatie, samenwerken en delen zorgen ervoor dat het vormgeven van Brainportonderwijs versneld wordt en de kwaliteit van het onderwijs geborgd wordt’, meldt het Groeiboek. De autonomie van de scholen blijft hierbij bewaard: ‘De kracht van de Brainportscholen zit in de eigen identiteit en historie van de deelnemende scholen.’


» Passie! naam artikel Anja Wessels »

wacht ‘ Soms ik anderhalf uur op die éne blik

Kijk ook op: anjawessels.photography

‘Ik vind het leuk om voortdurend nieuwe dingen te leren in een omgeving die steeds verandert. Daar zit de link tussen de twee werelden die me boeien. Aan de ene kant is dat de wereld van ICT op Carmel College Salland: een mooie combinatie van werk op school en meedenken binnen Stichting Carmelcollege. Aan de andere kant is dat de wereld van mijn hobby, natuurfotografie. Ik maak en bewerk graag portretten van dierentuindieren. Soms zit ik wel anderhalf uur voor een dierenverbijf te wachten op die éne blik. Dit najaar ging een van mijn foto’s viral, een zwart-wit­ portret dat ik ooit maakte van Mike, een chimpansee in Dierenpark Amersfoort die in november bij een ontsnapping werd gedood. Ineens kreeg ik allemaal berichtjes: jouw foto is op televisie! Bleek dat Frans de Waal, een bekende primatoloog, mijn foto online had gedeeld. In de weken daarna heb ik mezelf weer even de vraag gesteld: zal ik van mijn hobby mijn werk maken? Maar ik denk dat ik er dan minder plezier aan beleef dan nu.

‘Ik vind het leuk om voortdurend nieuwe dingen te leren in een omgeving die steeds verandert’ Dan móet het, als hobby is het relaxter. Fotografie is ook best solistisch: in je eentje op pad, in je eentje beelden nabewerken. En ik geniet juist van contact. Een bak koffie drinken met collega’s, ICT-cursussen geven, er zijn voor gebruikers die hulp nodig hebben. Misschien dat ik in de aanloop naar mijn pensioen een dag minder ga werken. Maar stoppen? Ik zou de mensen op school teveel missen.’

Anja Wessels » ICT-coördinator Carmelcollege Salland Leeftijd » 57 jaar Privé » Heeft twee volwassen zonen en twee kleinkinderen

Interesses » is graag creatief bezig en onderhoudt contact met hobbyfotografen over heel de wereld

15


» Toekomstbestendige Bedrijfsvoering

NÓG BETERE BEDRIJFSVOERING VOOR NÓG BETER ONDERWIJS Toekomstbestendige Bedrijfsvoering (TBB) of Bedrijfsvoeringsapplicaties (BVA). Niet meteen termen die de fantasie prikkelen of de aandacht trekken. Dat kan veranderen door de wereld erachter toe te lichten, want dit gaat iedere Carmelmedewerker aan. Het gaat om nieuwe software en de organisatie van bedrijfs­ voeringsprocessen, en over de professionalisering van de ondersteuners. ‘Niet harder werken maar slimmer werken’, vat Leo van Wijchen samen. Als Teamleider Huisvesting & Facilities leidt hij het deelproject BVA.

In dit verhaal komen verschillende lijnen samen. Eerder schreven we over het programma Toekomstbestendige Bedrijfsvoering, dat de kwaliteit van de dienstverlening in stand wil houden (liever nog verbeteren) in tijden van afnemende leerlingaantallen. De inkomstendaling die hiervan het gevolg is, noodzaakt tot efficiënter werken, onder meer door uniforme werkprocessen. Dit raakt aan de overstap, op 1 januari 2022, naar nieuwe bedrijfsvoeringsapplicaties: softwarepakketten voor onder meer personeels- en salarisadministratie, inkoop en facturering. ‘Je komt dan vanzelf ook tot de vraag hoe we willen werken met elkaar’, verduidelijkt Leo. ‘Dit brengt de nodige veranderingen met zich mee. We gaan processen uniformeren en de organisatie anders vormgeven, dat vraagt om overleg en zorgvuldige afstemming.’ Frank Tromp, de externe organisatiedeskundige die TBB begeleidt, geeft aanvullende uitleg. ‘De bestaande software nadert het einde van de levensduur. Op basis van aanbesteding heeft Carmel nieuwe pakketten aangeschaft die op 1 januari 2022 moeten werken. Daarmee komt ook "vanzelf” de organisatie aan de orde. Wie doet wat, en waar? En: wie kan wat het beste doen? Wat is de beste plek om werkzaamheden uit te voeren, zodat ze optimaal

16

aansluiten bij de behoeften?’ Een voorbeeld. Het kan zijn dat de medewerker van locatie X een bestelling wil doen of een vraag heeft. Daarvoor richt hij zich in de toekomst tot een servicedesk. Frank: 'De servicedesk is een rol, die door een persoon of meer personen kan worden vervuld, dus geen fysieke locatie. Je kunt die bij een school of instelling leggen. Maar je kunt ook gebruikmaken van selfservicemogelijkheden van applicaties, door je vraag of bestelling via een app of website in te dienen.' Dat komt overeen met Koers 2025. Onder het kopje "Vernieuwing van de bedrijfsvoeringsapplicaties" vermeldt het document de doelstelling: "Uniforme, gebruikersvriendelijke processen in geïntegreerde systemen, met oog voor lokale omstandigheden."

Meer uniform In de gesprekken met Frank heeft het College van Bestuur daar expliciet op gewezen. ‘De applicaties moeten eraan bijdragen dat scholen, locaties en bestuursbureau uniform gaan werken. Vanuit de wens om de dienstverlening naar een nog hoger peil te brengen, en vanuit de noodzaak om efficiënter te werken. Met inachtneming van de cultuur van Carmel, dus met zoveel mogelijk inbreng van alle


‘We ontzorgen de docenten, zodat zij zich helemaal kunnen richten op het onderwijs’ Margreet Rave en Maureen Wildenborg

betrokkenen. En, heel belangrijk: met oog voor lokale omstandigheden.’ Inbreng van betrokkenen is om diverse redenen gewenst. Frank: ‘Met de visie op de bedrijfsvoering maken we duidelijk waarom we dit doen en hoe de nieuwe situatie eruitziet. Dan kan iedereen een verbinding maken met de toekomst: “Wat wordt mijn rol, wat wordt straks van mij verwacht en hoe kan ik dan bijdragen aan het onderwijs?”’ Hij wijst er verder op dat het programma ook inhoudelijk een beroep doet: ‘We hanteren de expertbenadering en vragen een delegatie van de meest direct betrokkenen hoe we uniform en efficiënter kunnen werken. Hun inbreng is onmisbaar, die zorgt ervoor dat de nieuwe processen de beoogde resultaten opleveren.’ De stuurgroep heeft via Teams een digitale rondgang gemaakt langs verschillende organisaties: ROC van Amsterdam, ROC van Twente, gemeente Enschede, Zorgpartner Midden-Nederland en een rechtbank. Je ziet dan hoe het ook kan, je leert ervan. Dat werkt motiverend. Het kost tijd, maar het betaalt zich terug in het veranderproces. De kring wordt ook steeds groter. De stuurgroep telt acht personen, maar in de ontwerpteams zijn meer dan dertig collega’s aan de slag, uit alle lagen van de organisatie.’

Ontwerpteams Inmiddels zijn vijf ontwerpteams aan het werk, voor Operationele inkoop (ook wel PtoP, Purchase to Pay genoemd), Tactische inkoop, Debiteurenbeheer, Personeels- en salarisadministratie en Balie- en servicedesk. De teamleden maken een globaal ontwerp (“houtskoolschets”) van de gewenste organisatie. Krijgen ze daarop groen licht, dan volgt de verdere uitwerking. Frank: ‘Op deze manier blijft het van de mensen. Niet opgelegd maar samen met experts uitgedokterd.’ Hoe dat gaat, vertelt Margreet Rave, directeur bedrijfsvoering van Marianum in Groenlo, lid van de stuurgroep en voorzitter van het ontwerpteam Operationele inkoop. Ze legt uit dat er ook een ontwerpteam Tactische inkoop bestaat, onder aanvoering van Leo. ‘Ons team bestaat uit collega’s van de instellingen en het bestuursbureau. Het zijn mensen die de praktijk kennen. Frank neemt eveneens deel, met het oog op de samenhang tussen de verschillende ontwerpen. Wij richten ons op een efficiënt en gebruiksvriendelijk inkoop- en bestelproces. We kijken wat wenselijk zou zijn en beschrijven de verschillende rollen: je hebt bestellers, budgethouders en degenen die de facturen betalen.’ >>

17


Op het moment van het interview is het globale ontwerp bijna gereed. ‘Om een beeld te geven: we hebben als Carmel zo’n vijftig locaties, elk met een eigen manier van werken. Nu willen we toe naar een uniforme en efficiënte bedrijfsvoering. Het maakt dan qua werkproces geen verschil meer of je iets bestelt in Haren, Gouda of Groenlo.’

Professionalisering Dat brengt de nodige veranderingen met zich mee. Van “eigen manier van werken” naar een uniforme aanpak. ‘Daarvan zijn we ons bewust. Volgens mij vinden alle teamleden het leuk om aan de basis daarvan te staan. Iedereen is enthousiast, maar aarzelingen zijn er uiteraard ook. Maar we willen met zijn allen iets goeds maken.

‘Niet harder werken, maar slimmer werken’ En in de volgende fase, als ons ontwerp wordt goedgekeurd, betrekken we nog meer mensen. Je ziet de olievlek ontstaan.’ En, zegt Margreet: ‘Op deze manier laten we ook zien dat bedrijfsvoering echt een vak is. Onze mensen zijn professionals.’ Dat beaamt Frank. ‘We denken aan de oprichting van een bedrijfsvoeringsacademie. Als je meer professionalisering wilt, moet je mensen een ontwikkelperspectief geven.’ Of, zoals Koers 2025 het stelt, na eerst te hebben opgemerkt dat Carmel van docenten permanente ontwikkeling vraagt: ‘Het onderwijsondersteunend personeel kan rekenen op een passend scholingsaanbod dat tegemoetkomt aan de persoonlijke ontwikkeling én tegelijkertijd ook past

18

bij organisatieontwikkelingen zoals toekomstbestendige bedrijfsvoering.’ En Frank: ‘Zo bind je mensen en krijg je meer ‘samen-gevoel.’ Zeker als docenten merken dat ze zaken met een gerust hart kunnen neerleggen bij de professionals. Het onderwijs heeft specialisten nodig, voor de klas en in de ondersteuning.’ Zo komt een volgende stap in zicht, waarover Koers 2025 ook spreekt: de invoering van een regieorganisatie op het gebied van Huisvesting en Facilities. Die doet (niet) meer alles zelf, maar heeft de kennis en de kunde om kwaliteit van leveranciers te beoordelen en doelmatig in te kopen, en vervolgens de uitvoerders aan te sturen. ‘Professionalisering van de ondersteuning betekent ook dat we met elkaar beter kunnen bepalen wat we zelf doen en wat we niet of niet meer zelf doen.’

Docenten en leerlingen Zodat nog een vraag overblijft: wat gaan docenten en leerlingen hiervan merken? ‘Voor docenten wordt het gemakkelijker om bij de frontoffice bestellingen te plaatsen of meldingen door te geven’, antwoordt Margreet. ‘Gemakkelijker betekent ook: gebruiksvriendelijker. We ontzorgen de docenten, zodat zij zich zoveel mogelijk kunnen concentreren op het onderwijs.’ Hier ligt ook winst voor de leerlingen, benadrukt ze: ‘De kwaliteit van het onderwijs gaat nog verder omhoog. Bovendien, ze trekken ongetwijfeld aan de bel als internet het niet doet of als er iets anders speelt. Ze moeten dan merken dat er sneller een oplossing komt.’ En: ‘We willen een duurzame, gezonde en veilige leer- en leefomgeving. Onze processen dragen daaraan bij. Dat is eveneens in het belang en het voordeel van de leerlingen en alle collega's. Alles hangt met elkaar samen.’


Volg ons op Social Media @stgcarmel

» What’s up?

@CarmelVacatures stgcarmel stgcarmel stichting carmelcollege

Thuisonderwijs via Virtual Reality Marianum, locatie Lichtenvoorde, lanceerde in februari als eerste school in Nederland thuisonderwijs via Virtual Reality. Docent Sander Esselink omschrijft het als volgt: ‘Het is vernieuwend en weer een nieuwe stap binnen het lesgeven. Ik kan mijn eigen presentatie inladen en heb veel meer interactie met de leerlingen. Ook kunnen ze nu op afstand echt leren door te doen en dat is wel erg mooi!’ Het ziet er een beetje gek uit; leerlingen en docenten zitten thuis met een grote VR-bril op. Met het gevoel dat ze écht in de klas zitten. Ook leerlingen zijn enthousiast: ‘Het is erg leuk, ik heb meer contact met mijn klasgenoten en je kunt opdrachten uitvoeren met je handen. Eigenlijk net als in de echte school’.

Meer weten over thuis­onderwijs via Virtual Reality? Scan dan de QR-code en bekijk de video. Of kijk op www.marianum.nl/nieuws/

Benoeming lid Centrale Directie Bonhoeffer College Het College van Bestuur heeft Greetje Sulimma benoemd tot lid Centrale Directie van het Bonhoeffer College in Enschede. In de loop van mei begint ze met haar nieuwe functie, waarmee ze Genio Ruesen opvolgt. Hij is per 1 januari 2021 benoemd tot voorzitter Centrale Directie. We wensen Greetje alvast veel succes in haar nieuwe functie!

19


naamging artikel » Hoe het verder met...

EIGENTIJDS TAAKBELEID ‘Hoeveel taakuren krijg ik daarvoor?’ Bij Carmelcollege Gouda is dat een achterhaalde vraag. Sinds twee jaar verdelen de docenten hier in teamverband de taken. Welke stappen zijn daarvoor gezet?

Het taakbeleid is op veel scholen een heikel punt. Hoe verdelen we de niet-lesgebonden taken zo eerlijk mogelijk over alle docenten? Traditioneel worden hier gedetailleerde berekeningen voor gemaakt, bij wijze van spreken tot drie cijfers achter de komma. Maar in de professionele cultuur waarover het gaat in Koers 2025, zijn docenten samen verantwoordelijk voor het werk op school. Daarom ontstaat op steeds meer scholen behoefte aan een andere aanpak van het taakbeleid.

20

Werkgroep en pilot De schoolleiding van Carmelcollege Gouda besloot al vier jaar geleden om met de MR en met docenten in gesprek te gaan over een vrijer taakmodel. Een werkgroep van teamleiders en docenten dacht mee over een eigentijdse aanpak. Alle docententeams experimenteerden vervolgens een jaar lang onder aansturing van hun teamleiders met onderlinge taakverdeling. Na een paar aanpassingen is er nog een jaar proefgedraaid en toen lag er een voorstel


MEER BLOGS

» CvB

carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties

waarover de docenten konden stemmen. Het nieuwe taakbeleid kreeg de vereiste tweederdemeerderheid en inmiddels is het alweer anderhalf jaar van kracht.

Open gesprekken In essentie werkt het op Carmelcollege Gouda nu zo: iedere docent heeft lesgebonden taken en draagt bij aan een goede gang van zaken, bijvoorbeeld door in pauzes te surveilleren. Vrijwel alle andere taken worden binnen de docententeams verdeeld. Om dat makkelijker te maken, hangt aan elke taak een “kaartje”: incidenteel of structureel? Klein, middelgroot of groot? Over de verdeling wordt in alle openheid gepraat. Docenten kunnen zo hun talenten inzetten en taken doen waar ze energie van krijgen. De openheid zorgt voor begrip: welke taken iemand aankan, hangt onder meer af van diens levensfase en ervaring. Het maakt het ook makkelijker om belangstelling te tonen voor een taak die eerder bij iemand anders lag.

‘Problemen worden minder snel bij de teamleider gelegd, er wordt meer in oplossingen gedacht’ Onderlinge relaties ‘Het grootste voordeel vind ik dat je gezamenlijk bespreekt wat er moet gebeuren en hoe je het werk verdeelt’, zegt Ruud Paalvast, teamleider vmbo bovenbouw. ‘Problemen worden minder snel bij de teamleider gelegd, er wordt meer in oplossingen gedacht. En het doet geen afbreuk aan de onderlinge relaties. Integendeel: die worden juist bevorderd doordat je het hebt over de dingen waar het écht om gaat.’ In de vmbo-teams verlopen de gesprekken wel makkelijker dan in (de bovenbouw) havo/vwo. ‘Onze docenten voelen zich sterk verbonden met hun vaksectie’, zegt Arie-Willem Stek, teamleider havo 4 en 5, ‘en dan is het soms nog de vraag welk belang prevaleert: van het team of van de sectie?’.

Sterke teamleiders De schoolleiding speelt een sleutelrol bij het slagen van eigentijds teambeleid, zeggen ze in Gouda: de directie moet er honderd procent achter staan en er zijn heel bekwame teamleiders nodig om de gesprekken in goede banen te leiden. Ruud, Arie Willem en hun collega’s zijn daarom uitvoerig geschoold, onder meer in gesprekstechnieken, procesmanagement en timemanagement. In totaal zal het wel vijf jaren duren totdat het nieuwe taakbeleid optimaal functioneert, verwacht schoolleider Ank Brent. ‘Maar we willen nu al niet meer terug.’

Duurzaam onderwijs? Fantastisch nieuws: de overheid steekt 8,5 miljard in onderwijs de komende 2,5 jaar. Maar… het brengt óók een aantal puzzels met zich mee. De eerste is: wat zijn precies de voorwaarden? Blijkbaar moeten we gebruikmaken van “bewezen methoden”, die leiden tot het inhalen van tekort aan leertijd. Aan de ene kant een goede zaak, want je wilt geen geld uitgeven aan iets dat niet werkt. Alleen: wat is een “bewezen methode” in een situatie die niet eerder bestond? Is “dat wat altijd werkte” in deze nieuwe realiteit nog steeds het beste en waarom niet juist investeren in een nieuwe, meer passendere methode? Ik snap dat de overheid niet “zomaar” een zak geld kan geven. Maar waarom vertrouw je er niet op dat op iedere school, dag in en dag uit, iedereen zijn uiterste best doet voor de leerling om eruit te halen wat erin zit? Er zijn op het moment van schrijven al veel discussies in het land, want je moet eerst een aanvraag doen. Het is natuurlijk niet wenselijk om een deel van het geld te besteden aan het inhuren van dure bureaus die een aanvraag kunnen schrijven of de gemiste leertijd kunnen wegwerken. Bovendien moet er een nulmeting komen, wat het accent te veel legt op kwalificatie. Socialisatie en persoonsvorming zijn in de brede opdracht van het onderwijs minstens zo belangrijk, maar minder goed te meten. Een meting gebaseerd op enkel kwalificatie is niet essentieel in deze tijd, zeker niet als je rekening houdt met alles waar jongeren van nu mee dealen, en de ervaringen en vaardigheden die ze daarmee óók hebben opgedaan. Als laatste: het is veel geld, maar niet structureel. Ik houd mijn hart vast wanneer we over 2,5 jaar waarschijnlijk uit de coronacrisis zijn, maar misschien wel in een financiële crisis komen. De extra steun van de overheid zal op den duur wegvallen. Op een aantal supermarkten en postorderbedrijven na, zijn er niet veel mensen die in deze tijd zoveel winst hebben gemaakt dat ze extra belasting kunnen betalen. Het wegvallen van dit tijdelijke geld zal aanvoelen als een bezuiniging. En als eventuele toekomstige andere of extra bezuinigingen ook het onderwijs gaan treffen, hoe duurzaam is dan het tijdelijke onderwijsplan voor de komende tijd?

21


» In gesprek met Carmel

‘DE GOEDE GESPREKKEN ONTSTAAN SPONTAAN’ Iedere Carmelschool is anders, en toch ‘typisch Carmel’. Dat kenmerkende, waar zit dat in? In Carmel Magazine wisselen nieuwkomers en oudgedienden op Carmelscholen hierover van gedachten. Ditmaal: wat betekent het voor leerlingen, docenten en schoolleiding van Carmelcollege Gouda, locatie Antoniuscollege, om met elkaar in gesprek te zijn?

In gesprek bij Carmelcollege Gouda Nieuwkomer: Julien Pape Docent Frans sinds augustus 2020 Vertrouwd gezicht: Anne Kuiken Docent biologie (regulier en tto) sinds 2015 Oudgediende: Ank Brent Rector (en voormalig locatiedirecteur) sinds 2011 Gespreksleider: Franciska Soepboer Adviseur onderwijs bij Stichting Carmelcollege

Het gebeurt niet vaak dat een gesprek begint met een minutenlange stilte. Vanochtend wel, want schoolleider Ank Brent en docenten Anne Kuiken en Julien Pape denken na over de tekst die voor hen ligt. Het is een tekst van de karmelieten over openheid en respect: ”...De persoon is niet een maakbaar en herhaalbaar individu. (...) Jij, zoals je bent, mag er zijn...” (zie kader). Na een paar minuten zegt gespreksleider Franciska Soepboer: ‘Wat roept deze tekst bij jullie op? Daarover zou ik graag het goede gesprek

22

‘Hoe kunnen wij leerlingen helpen zonder projecties naar andere zienswijzen of culturen te kijken?’

voeren. Deze term - “het goede gesprek” - gebruiken we in de dagelijkse praktijk voor allerlei gesprekken die voor ons van betekenis zijn. Maar “het goede gesprek” is ook de naam van een specifieke werkvorm, waarin mensen samen zoeken, open vragen stellen, nieuwsgierig zijn zonder in discussie te vervallen. In “het goede gesprek” leggen mensen hun perspectieven naast elkaar. Daarom is mijn vraag: wat zijn jullie perspectieven op deze tekst?’ >>


Ruimte in verbinding In het najaar van 2020 verscheen bij Carmel het kennismakingskatern ‘Ruimte in verbinding’. Dit digitale magazine - bedoeld voor nieuwe medewerkers - gaat over wie wij zijn, onze waarden en normen, onze geschiedenis en onze verhalen. In de komende edities van Carmel Magazine gaan we met nieuwkomers en oudgedienden op een Carmelschool in gesprek over een van de vijf thema’s: ‘Elke mens, heel de mens, alle mensen’, ‘Kennis is maar de helft’, ‘Carmel in gesprek’, ‘Ons verhaal’ en ‘Onderdeel zijn van Carmel’.

Lees het katern via: kennismaken.carmel.nl of scan de QR-code.

De persoon open houden De spiritualiteit van de karmelieten houdt de persoon open: de persoon is niet een maakbaar en herhaalbaar individu, een product van opvoedingsmechanismen. Een persoon is uiteindelijk een open geheim, Onvervangbaar, En niet op te delen en in te passen in hokjes en rollen. Dat betekent dat je de ander benadert met respect: Jij, zoals je bent, mag er zijn. Dat je de ander ondersteunt (om het beste in zichzelf naar boven te halen, Zonder eigen projecties en belangen). Bron: Bezielde Professionaliteit, module Aandacht.

23


Anne: ‘Wat ik mooi vind, is dat stuk over “jij mag er zijn zoals je bent, we ondersteunen je, we benaderen je met respect.’ Julien: ‘Voor mij gaat dit over de wens om iedere leerling gezien te laten worden. Ook de leerlingen die terughoudender zijn, die minder opvallen in de klas. Een klas is geen verzameling individuen die je iets probeert bij te brengen, elk individu is een persoon.’ Anne: ‘De zin over “ondersteunen zonder projecties” vind ik mooi. Daar moet je als docent naar streven, denk ik, al is het moeilijk.’ Ank: ‘Hoe kunnen wij leerlingen helpen zonder projecties naar andere zienswijzen of culturen te kijken? Dat vind ik een interessante vraag in het kader van burgerschapsvorming. Bij ons op school voeren we daar al veel gesprekken over, bijvoorbeeld binnen de Student of Colour Alliance.’ Anne: ‘Misschien kennen jullie de Gender Sexuality Alliance, een initiatief om op school te praten over gender en seksualiteit. Met mijn collega Franka Brouwer heb ik hier op school iets vergelijkbaars opgericht rondom antiracisme en -discriminatie. De Student of Colour Alliance is een plek waar leerlingen goede gesprekken voeren en veel van elkaar leren. We beginnen vaak met een werkvorm, vandaaruit ontstaat het gesprek vanzelf. Van tevoren hebben we met de leerlingen afgesproken wat de Student of Colour Alliance voor groep moet zijn. Voor iedereen stond op één dat het een veilige plek moet zijn. Een plek waar niemand zich veroordeeld voelt en waar je openstaat voor feedback als je onverhoopt toch een keer iets zegt wat niet zo tof is. Doordat die afspraken er zijn, kunnen we makkelijk zeggen: “hé, dit wordt een discussie, die kant zouden we niet opgaan.” Maar dat gebeurt niet vaak. Het zijn allemaal toffe, welwillende leerlingen.’

Ik vind het lastig in woorden te vatten, maar openheid is iets wat je uitstraalt als team.’ Ank: ‘En door het als team goed voor te leven, gaan de leerlingen er makkelijker in mee.’ Anne: ‘Ik denk dat we onderschatten hoe kneedbaar leerlingen zijn. Als je gewoon het gesprek aangaat, zijn leerlingen zoveel meer open-minded dan je in eerste instantie misschien denkt. We moeten jongeren niet onderschatten: de volgende generatie is echt cool.’

Is er een vergelijkbare openheid onder docenten en schoolleiding? Julien: ‘Ik ben net klaar met mijn opleiding, dus ik heb de afgelopen jaren veel scholen van binnen gezien. En dan merk ik dat de sectie hier erg openstaat voor nieuwe ideeën. Het is niet: “jij bent de nieuwkomer, dus je doet het maar zoals wij het hebben bedacht”. Voor mijn gevoel was ik vanaf dag één volwaardig lid van de sectie.' Ank: ‘Ik trek als schoolleider vooral veel met de mensen op. Zonder relatie geen prestatie, daar geloof ik in. Beleidsstukken schrijf ik op andere momenten wel, mijn tijd op school besteed ik liever aan het voeren van gesprekken. Als ik hoor of weet dat iemand niet goed in zijn vel zit, stuur ik een berichtje: “als je behoefte hebt om erover te praten, laat het even weten”. Daar hoeft een docent niet op in te gaan, maar ik vind het belangrijk dat we van elkaar weten dat die ruimte er is, dat je die mag nemen.’

‘Voor mij gaat dit over de wens om iedere leerling gezien te laten worden’ Julien: ‘Ik werk pas sinds dit jaar op het Antonius, maar ik merk dat er ook in de klassen die ik lesgeef veel acceptatie is. Ik heb bijvoorbeeld twee leerlingen in de klas die in transitie zijn van meisje naar jongen. Die worden volledig geaccepteerd, ze draaien gewoon mee in de vriendengroepen die ze al voor de start van de transitie hadden.’

Wat maakt het voor leerlingen mogelijk om open te staan voor elkaar? Julien: ‘Mijn beeld is dat we met zijn allen een veilige sfeer creëren in het gebouw.’ Anne: ‘Ja, het zit in je houding. Natuurlijk ben je tijdens de les niet voortdurend goede gesprekken aan het voeren, je hebt ook gewoon je Franse grammatica of je biologie-onderwerpen te bespreken. Het zit meer in de kleine dingen, bijvoorbeeld in de keuze van een voorbeeld waarmee je laat zien: we zijn allemaal goed zoals we zijn.

24

V.l.n.r.: Julien Pape, Anne Kuiken en Ank Brent


Hoe voer je goede gesprekken als de scholen (deels) gesloten zijn?

In hoeverre kan een docent in gesprek met leerlingen eigen ervaringen inbrengen?

Julien: ‘Ik bel soms met een collega met wie ik vanaf het

Anne: ‘Ik denk dat het juist bij jongeren van deze leeftijd belangrijk is om te laten zien dat jij ook onzekerheden hebt. Ik doe bijvoorbeeld bij biologie in samenwerking met levensbeschouwing een project over liefde, seksualiteit en relaties. Als de sfeer in de groep goed is - en dat is tot nu toe eigenlijk altijd zo geweest - kan ik ook over mijn eigen ervaringen en onzekerheden in de puberteit vertellen. Leerlingen vinden dat fijn, want ze hebben allemaal hartstikke weinig ervaring, maar denken van elkaar dat ze veel ervaring hebben. Doordat ik open ben over mijn ervaringen, zien ze: “oh, wacht, dit is geen gek gevoel, dit hebben veel mensen”.’

begin een goede klik heb, gewoon om even te sparren. Online lesgeven heeft haken en ogen; zeker als je nieuw bent, is dat redelijk lastig. Het is geruststellend om te horen dat het normaal is dat de ene les beter gaat dan de andere. Als je vanuit huis lesgeeft en niet veel collega’s ziet, kom je in je eigen bubbel te zitten. Dan ben je soms geneigd vooral te kijken naar dingen die niet goed gingen. Het is fijn om af en toe even een collega te spreken.’

‘De volgende generatie is echt cool’ Anne: ‘Ik had onlangs nog een mooi online gesprek met een leerling, meer een chat met een voormalige tutorleerling eigenlijk. Hij stuurde een berichtje: “Mevrouw, ik lever mijn huiswerk wat later in, want het is allemaal niet gelukt en ik heb net ruzie gehad thuis en ik heb er een beetje stress van”. Ik stuurde een berichtje terug en toen kwam er een heel gesprek op gang. Later stuurde hij: “Mevrouw, bedankt dat ik dat even mocht vertellen.” Dat vond ik mooi, dat het contact toch zijn weg vond. Het hielp dat we al een relatie hadden opgebouwd.’

Is het makkelijk om de ruimte te nemen om met collega’s in gesprek te gaan? Anne: ‘Ik kan zo bij de teamleiders binnenlopen en zeggen: kunnen we het hier of daar eens over hebben, want ik heb er iets over te zeggen. Voor mij voelt dat als vanzelfsprekend, maar als ik mensen van andere scholen spreek, besef ik hoe luxe dat is. Ik voel me hier heel erg thuis, ik mag mezelf zijn. Ik denk ook dat je pas echt een goede school kunt zijn als docenten zich gezien en gehoord voelen.' Julien: ‘Als jij je als docent op je gemak voelt, straal je dat uit. Niet alleen naar je collega’s en naar de teamleiders, maar ook naar de leerlingen. Dan ontstaan de goede gesprekken spontaan.’

Wi l je meer horen van Ju lien, Anne en Ank? Scan de QR-code en bekijk de video! 25


» Opmerkelijk naam artikel

Lees in Koers 2025: 'Groei zichtbaar maken' carmel.nl/specials/Koers2025/ groei-zichtbaar-maken

DE KOERS NAAR EEN FORMATIEVE CULTUUR ‘Docenten werken graag hard, willen kennis doorgeven aan hun leerlingen. In een (meer) formatieve cultuur, doet de docent eigenlijk juist een stapje terug.’ Christel Wolterinck kan er uren over vertellen. Dit voorjaar promoveert zij op dit onderwerp bij de Universiteit Twente, wat een mooi proces is geweest van pieken én dalen. Daarnaast is ze werkzaam als conrector Onderwijs en Onderzoek op Marianum, en brengt ze haar kennis en ervaring graag in praktijk binnen Carmel.

26

Evaluatieve cyclus

Regie in eigen hand

Christel: ‘De kern van zo’n formatieve cultuur is dat je denkt en handelt vanuit doelen. Dat je de doelen scherp hebt met elkaar: hoe ziet succes eruit? Waar staan we nu? En wat is vanuit daar de volgende stap? Deze "evaluatieve cyclus" van vragen is een essentieel element in een formatieve cultuur. Het maakt het proces, de groei en ontwikkeling zichtbaar. Maar formatief handelen is niet iets dat alleen gebeurt in de klas. Het werkt ook door in de leerlingbegeleiding van een mentor, de ontwikkelingen binnen een vaksectie en wanneer je als schoolleider gesprekken voert over het teamplan. Samen borg je kwaliteit, bespreek je doelen, meet je waar je staat en bepaal je de volgende stap. Formatief evalueren is van iedereen.

Binnen Carmel staan we aan het begin van dit uitdagende proces. Met elkaar zijn we bezig om gemeenschappelijke beelden te ontwikkelen. Hoe staan we ervoor en waar werken we samen naartoe? De onderwijsparagraaf in Koers 2025 beschrijft het mooi. Door meer te denken in doelen en te beschrijven hoe succes eruitziet, breng je het onderwijsproces in beeld en kunnen leerlingen hun persoonlijke leerroutes beter volgen. We willen dat onze leerlingen zelf goed weten waar ze staan in hun ontwikkeling, waardoor motivatie en zelfregulatie ontstaat. De regie in eigen hand zorgt weer voor betekenisvoller onderwijs op maat. Als docent ben je dus minder aan het zenden, maar je creëert betrokkenheid door de manier van leren samen vorm te geven.


» naam artikel In Koers gebruiken we gemeenschappelijke taal voor ambities waaraan scholen vorm en inhoud geven binnen de eigen context. Het is belangrijk om eigenaarschap te creëren in scholen en gelijktijdig de kansen te benutten van een kennisinfrastructuur binnen Carmel. Kennis, vaardigheden en ervaring met elkaar delen en beschikbaar maken, dáár ligt de kracht. Dit vergt een omschakeling, waar Carmel zich in ontwikkelt. Kijk naar de platforms “Onderwijs en Innovatie” en “Kennis is maar de helft”, de reeds ingevoerde zelfevaluaties en de collegiale visitaties. En zeker niet onbelangrijk: hebben we alle kennis zelf in huis om dit te leren, of willen we optrekken met andere partijen om deze professionaliseringsslag samen te ontwikkelen? Niet alleen binnen de grenzen van Nederland, ook het leren van onderwijs in andere landen is iets dat we steeds meer doen. Denk aan sessies met John Hattie en Shirley Clark.

COLOFON Carmel Magazine wordt gemaakt

‘Je les formatiever inrichten? Kleine stapjes!’

Feedbackcultuur Ons Nederlandse onderwijssysteem is veelal gericht op resultaten van (school)examens en de summatieve functie van toetsen (cijfers geven). Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat het beter is om je te richten op vragen als: wat kan een leerling al wel en niet, en wat heb ik te doen om hieraan te werken? Bovendien zien docenten soms wel 150 leerlingen op een dag, dus je moet het ook niet willen om alles zelf in beeld te hebben. In een feedbackcultuur ben je gericht op inzicht in de voortgang en om verdere ontwikkeling bij te sturen. Laat leerlingen elkaar feedback geven. En niet alleen leerlingen, maar ook docenten en leerlingen, docenten onderling, en schoolleiders en docenten.

Kracht van kennisinfrastructuur De overheid schrijft voor wat we moeten toetsen en examineren. Maar wat kunnen wij zelf doen zodat we nadrukkelijker ‘samen leren’?

Formatievere lessen: kleine stapjes!

voor medewerkers en

Als onderdeel van het promotieonderzoek vonden er afgelopen jaren verschillende trainingen plaats op het gebied van formatief toetsen. Want hoe kunnen docenten hun lessen nou formatiever inrichten? Het antwoord is: kleine stapjes! Neem eens een les op en reflecteer daar zelf op. Deel je criteria en leerdoelen met elkaar, hoe zien ze eruit? En doe dit met een aantal collega’s, kijk naar en leer van elkaars lessen. Wat werkt goed en wat niet? Als leerlingen een presentatie moeten houden, stel dan samen met leerlingen de succescriteria op. Gebruik voorbeelden van goede en minder goede presentaties en vraag of leerlingen dit kunnen benoemen. Wat je dan krijgt is dat leerlingen zélf ervaren wat succes is, je ontwikkelt samen een neus voor kwaliteit.

relaties van Stichting

Samenbrengen wetenschap en praktijk Ik kijk ontzettend positief terug op het promotie­ onderzoek en heb mijn rugzak enorm kunnen vullen. Het mooiste vind ik om met een been in de wetenschap te staan en het andere in de praktijk. Hier zit soms een grote kloof, want wat zie je van die waardevolle opbrengsten uit onderzoek nou uiteindelijk terug in de school? De vertaling van die kennis naar de praktijk vind ik ontzettend gaaf. En zo is er nog een aantal mooie initiatieven binnen Carmel, waarbij veel wordt samengewerkt met externen zoals de Universiteit Twente. Aan de andere kant: zo’n onderzoek vergt een lange adem, vooral de combinatie met een baan op school en een gezin. Dat is het meer dan waard, maar geen fulltime onderzoekers­functie voor mij! De rol van kennismakelaar tussen wetenschap en praktijk, die hoop ik nog lang te mogen blijven vervullen.’

Carmelcollege en verschijnt drie keer per jaar. Wil je iets aan ons kwijt of heb je nog vragen? Stuur dan een mailtje naar carmelmagazine@ carmel.nl.

Redactie • Stichting Carmelcollege » Fijke Hoogendijk » Daphne Razi • Hans Morssinkhof Publicity » Hans Morssinkhof • Perspect Communicatiebureau » Suzanne Visser

Ontwerp en opmaak Digidee - creating brand love

Fotografie Van Dijken fotografie en film

Drukwerk Gildeprint

Oplage 4.520

27


» Het laatste woord

De toekomst kijkt ons aan Die jongen, wat zal er van hem worden? En wat van de meisjes en jongens in zijn klas en alle andere klassen? Zit er een minister bij? Een ambachtelijke bakker of een briljant chemicus? Misschien een verpleegkundige die mensenlevens redt? Vrijwel dagelijks zitten ze voor ons. Nu even niet, maar die tijd keert terug. En dan zullen ze als vanouds enthousiast zijn of verveeld. Soms zelfs ronduit vervelend. Vandaag gemotiveerd, morgen met geen stok in beweging te krijgen. Maar ze zijn er. Ze kijken ons aan en verwachten leerstof en levenslessen. En wij kunnen niet wachten tot het eindelijk weer zo ver is. Die volle klas. Het rumoer, het gefluister, de spontane lach, de heftige verontwaardiging. We zien onze leerlingen in de ogen. Zo trekken we met elkaar op. En leren we van elkaar. Zij van ons, wij van hen. In onuitgesproken vertrouwen helpen we elkaar door een moeilijk jaar. Dat is het mooie van ons werk: wij maken toekomst. Voor de leerlingen en onszelf. Voor elke mens, heel de mens en alle mensen.

Stichting Carmelcollege Drienerparkweg 16 » Postbus 864 » 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 » info@carmel.nl » www.carmel.nl

@stgcarmel

@CarmelVacatures

stgcarmel

stgcarmel

stichting carmelcollege


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.