Carmel Magazine » jaargang 17 » nummer 44 » april 2020
#koers
Samen kijken we vooruit
Sterk Techniekonderwijs
‘We gaan techniek weer sexy maken!’ Kennis is (maar) de helft
Wie ziet de stille leerling?
‘
Met zorg voor elkaar en de gemeenschap #koers
2
’
» Inhoud
6
In de taalklas begint de toekomst Twents Carmel College opent deuren voor jonge statushouders.
16
Ingrediënten voor Koers 2025 Inspirerende Meetups, aandachtspunten voor College van Bestuur.
Rubrieken 4 5 13 14 19 24 25 26 28
Standpunt #stelling College van Bestuur: Fridse Mobach Vertel! What's up? Hoe ging het verder met... Passie! Opmerkelijk Het laatste woord
10
20
‘We gaan techniek weer sexy maken!’ Sterk Techniekonderwijs.
Wie ziet de stille leerling? Kennis is (maar) de helft.
Wij zijn Carmel Stichting Carmelcollege omvat 12 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties verzorgen we een breed onderwijsaanbod in een kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan Carmel verbonden: Almelo » Pius X College, Canisius Deventer » Etty Hillesum Lyceum Eindhoven » Augustinianum Emmen » Carmelcollege Emmen Enschede » Bonhoeffer College Gouda » Carmelcollege Gouda Groenlo » Marianum Haren » Maartenscollege, International School Groningen Hengelo » Scholengroep Carmel Hengelo Oldenzaal » Twents Carmel College Oss » Het Hooghuis Raalte » Carmel College Salland
3
» Standpunt
HET GAAT OM BALANS Het hield de gemoederen bezig eind januari. Op 30 en 31 januari staakte een deel van onze docenten voor: • 80 miljoen euro structureel om de carrière-perspectieven voor onderwijsondersteunend personeel (OOP) te verbeteren; • 6 75 miljoen euro structureel om het aantal lesuren stapsgewijs te verlagen naar 20 uur; • 2 46 miljoen euro structureel voor een grotere doorstroom van leraren in de LB-salarisschaal naar de hogere LC-schaal; • 1 ,25 procent loonsverhoging bovenop de normale loonruimte zodat leraren en onderwijs-ondersteuners een inhaalslag kunnen maken. Tegelijkertijd staakte het primair onderwijs (PO) en hun eis was het gelijktrekken van PO-salarissen met die in het voortgezet onderwijs (VO). Leerkrachten in het PO zijn immers net zo hoog opgeleid als tweedegraads leraren in het VO en werken even hard in een even moeilijk beroep, dus waarom niet hetzelfde salaris? Met deze eis ben ik het van harte eens: leerkrachten in het PO mogen wat mij betreft evenveel verdienen als LB-docenten in het VO. Als het aan mij ligt verdient iedere leraar in het VO een carrièreperspectief met doorgroeimogelijkheden naar een LC- en LD-schaal op grond van eigen competenties. Tevens geldt dit voor het OOP, zodat doorgroei ook daar mogelijk en bereikbaar wordt. Ik droom van een tijd dat we structureel nog meer ontwikkeltijd hebben. Van mij mag het maximaal aantal lessen dat een docent geeft stapsgewijs
4
terug van 25 naar 20 lessen per week en ik ben dan ook blij om te zien dat die eis het zwaarst is aangezet. De uren die we ‘over hebben’ zet ik graag in voor ontwikkeltijd, deels ook met elkaar hier op school, zodat we het Middle Years Programme écht goed kunnen doorontwikkelen! Een mooi voorbeeld vind ik Finland. Hier laten ze namelijk al jaren zien dat je met minder onderwijstijd prima resultaten kunt boeken. Als we de onderwijstijd per jaar omlaag zouden schroeven, wordt het verlagen van de werkdruk van docenten ook beter betaalbaar voor de overheid. Het gaat om balans: leerlingen en leraren die beter in balans zijn, presteren beter. Niemand wordt productiever van het telkens verhogen van de werkdruk. Dáárom sta ik vol achter de doelen van de staking en begrijp ik dat collega’s de moeite namen om te gaan staken. Als je mijn persoonlijke mening zou vragen, dan zou ik die extra looneis in het VO liever inruilen tegen het gelijktrekken van de PO- en VO-salarissen. Een mooi gebaar vanuit het VO naar het PO. Dit is mijn persoonlijke mening en iedereen is natuurlijk vrij om daar anders over te denken. Ik sta open voor een goed gesprek hierover.
Roel Scheepens » rector Maartenscollege en International School Groningen Passies » dirigenten, humanisten en pedagogen.
Opleidingen » Natuurkunde (MSc) en onderwijskunde (MEd). Werkzaam bij Carmel sinds » 2019.
#stelling Gehoord tijdens een bijeenkomst: een leerling die een schooluniform wil. Dan draagt namelijk iedereen dezelfde kleding. En is iedereen gelijk. Uitlachen om goedkope kleding komt dan niet meer voor. Zou dat echt helpen? Maar zouden we het willen? Voor het Carmelpanel de stelling:
‘Een schooluniform helpt tegen pestgedrag’
Loes Hake » leerling atheneum 4 » Carmelcollege Emmen
‘Ik snap dat een uniform kan helpen om pestgedrag te voorkomen. Zelf zou ik het niet eens erg vinden, want het heeft voordelen. Je hoeft ‘s morgens niet meer na te denken wat je die dag zult aantrekken. Maar echt een goed idee vind ik het niet. Er zijn leerlingen die met hun kleding hun identiteit willen uitdrukken. Die zullen een uniform beslist niet waarderen. Ik begrijp de gedachte achter de stelling, maar volgens mij werkt het beter om leerlingen die pesten op hun gedrag aan te spreken. Dat kunnen wij als medeleerlingen ook zelf doen. Ik geloof niet dat er bij ons op school veel wordt gepest, maar ik zou zelf in elk geval niet willen omgaan met leerlingen die pesten.'
Cathelijne Pape » teamleider havo bovenbouw » Etty Hillesum Lyceum, locatie Het Vlier
‘Ik vind het een mooi idee. Maar ik geloof niet dat het een oplossing biedt. Pesten heeft veel meer oorzaken. Groepsprocessen spelen een rol, net als het je afzetten tegen de ander om je eigen identiteit te ontwikkelen. Terecht besteden alle scholen veel aandacht aan het tegengaan van pesten. Wij uiteraard ook, al spelen zulke problemen op onze locatie vrijwel niet. We hebben alleen bovenbouw havo en vwo. Onze leerlingen zijn iets ouder en laten zich goed aanspreken op ongewenst gedrag. De dynamiek hier verschilt van een omgeving met veel jonge kinderen. Dat maakt ons niet minder scherp, iedereen moet zich welkom en veilig voelen. Hoe sympathiek ook, ik ben het oneens met de stelling.’
Cas Karperien » leerling vmbo 2 » Scholengroep Carmel Hengelo, locatie C.T. Stork College
‘Ik vind het een leuk idee, maar het levert niks op. Een uniform beschermt je niet. Als anderen jou willen pesten, blijven ze dat ook doen als iedereen hetzelfde draagt. Misschien wordt het er zelfs nog erger door. Kinderen kunnen er soms lang mee doorgaan en als ze willen pesten, vinden ze altijd wel iets. Ik zie dat bij ons op school. Er wordt niet veel gepest, maar het komt voor. Dan is het vaak een groep leerlingen tegen een eenling, omdat die iets gezegd of gedaan heeft. Het gebeurt ook in de klas wel. Dan grijpt de leraar in of de mentor. Ze pakken het altijd aan, maar daarmee is het nog niet meteen afgelopen. En daarom geloof ik niet dat een schooluniform hierin verandering brengt.’
Yuri Liebrand » ouder en MR-lid » Twents Carmel College, locatie Lyceumstraat
‘Met de stelling zoals die hier staat, ben ik het eens. Dat meisje heeft volgens mij een punt. Ik moest even denken aan vrienden in Ierland. Hun dochters gaan inderdaad in uniform naar school. Dat zou het een oorzaak van pestgedrag kunnen wegnemen, maar dan blijven er nog genoeg andere oorzaken over. En ik zie nadelen. Zo’n uniform zal ook betaald moeten worden en ik neem aan dat je er daarvan zeker twee moet hebben. Je wilt niet de hele week in dezelfde kleren lopen. En het is maar de vraag of de leerlingen het zelf willen. Ze zijn in de puberteit, ze ontwikkelen hun identiteit en daar hoort vaak een stijl van kleden bij. Dus: eens met de stelling, maar met de nodige kanttekeningen.’
5
» Twents Carmel College opent deuren voor jonge statushouders
IN DE TAALKLAS BEGINT DE TOEKOMST Je bent voorgoed in Nederland komen wonen, je bent tussen de 11 en 14 jaar oud en dus is het tijd om naar de middelbare school te gaan. Maar je spreekt nog niet goed Nederlands. Wat nu? In de regio Oldenzaal kunnen leerlingen terecht in de taalklas van het Twents Carmel College aan de Potskampstraat.
Het is een belangrijk moment voor Raed (14) en Naima(14). Deze week gaan ze voor het eerst meedraaien in een reguliere onderbouwklas. Hoe gaat het er in zo’n klas aan toe? Kunnen ze het niveau en het tempo bijbenen? ‘We beginnen met drie lesuren en als het goed gaat, bouwen we dat uit naar meer’, zegt Eric Steffens.
Taal en cultuur Raed en Naima zitten in de taalklas waar Eric de mentor van is. Het is een speciale klas waar kinderen de Nederlandse taal en cultuur leren kennen voordat ze naar een gewone middelbareschoolklas gaan. Leerlingen van de taalklas zijn uit hun eigen land gevlucht. Ze hebben een verblijfsstatus, maar wonen nog niet lang in Nederland. De taalklas is hun poort naar het Nederlandse voortgezet onderwijs. Ze leren er vooral veel taal, want dat hebben ze straks nodig bij alles wat ze doen. Daarnaast werken ze veel aan sociale vaardigheden (hoe ga je hier met andere mensen om?) en zelfredzaamheid (hoe zorg je voor jezelf?). Dit alles gebeurt binnen vakken als taal/Nederlands, rekenen/wiskunde, Engels, mens & maatschappij, lichamelijke opvoeding, drama, handvaardigheid en digitale vaardigheden. Afhankelijk van hun voorkennis en vorderingen volgen de leerlingen hun eigen route door de leerstof. Elke week krijgen ze een weektaak waarop staat wat ze moeten doen. Ze worden geholpen door een team van leraren, een onderwijsassistent en een orthopedagoog. Hebben ze de taalmethode bijna uit, dan krijgen ze er andere vmbo-vakken bij, zoals natuur- en scheikunde en mens & gezondheid. Ook komen ze dan op het punt waar Raed en Naima nu staan: de geleidelijke overstap naar een reguliere klas. Dat is een hele overgang, zegt Eric Steffens: ‘Eén van onze leerlingen is al eerder overgestapt. Je merkt dat ze de ontspannen sfeer in de taalklas mist. Daarom komt ze vaak een uurtje terug om even op adem te komen.’ >>
6
‘Van de eerste ‘‘lichting’’ had maar één leerling een tweede jaar in de taalklas nodig’
7
School voor iedereen Op de meeste plekken in het land zouden Raed en Naima hun Nederlandse schoolloopbaan niet in een taalklas, maar in een internationale schakelklas (ISK) zijn begonnen. Waarom biedt het Twents Carmel College een taalklas aan? ‘Wij willen dicht bij huis onderwijs bieden aan alle kinderen in onze regio’, antwoordt Julisca Prins, die als adjunct-directeur van het Twents Carmel College, locatie Potskampstraat, verantwoordelijk is voor de taalklas. ‘In de missie van Carmel staat het heel mooi: voor elke mens, voor heel de mens, voor alle mensen. Onze school is er voor iedereen.’ Daar zitten ook praktische voordelen aan. De leerlingen van de taalklas wonen grofweg in een straal van tien kilometer rond Oldenzaal. Om naar de dichtstbijzijnde ISK te gaan, zouden ze dertig kilometer moeten reizen. Op je twaalfde helemaal naar Enschede, in een land dat je nog niet goed kent? Dat is niet ideaal. Als je dicht bij huis naar school gaat, voel je je ook sneller thuis, denkt Prins. ‘Dan kom je ’s middags op straat kinderen tegen die naar dezelfde school gaan als jij.’ Bovendien is de overstap naar een reguliere opleiding makkelijker als de instroomklas in dezelfde school zit. ‘Er moet in korte tijd veel gebeuren om deze leerlingen met succes te laten doorstromen’, legt Prins uit. ‘Het gaat niet alleen om de taal. Ze zijn allemaal uit hun land van herkomst gevlucht; door de situatie daar zijn ze soms weinig naar school geweest en hebben ze veel meegemaakt. Hoe eerder ze bij ons op school zijn, hoe beter we zicht krijgen op hun mogelijkheden en behoeften en hoe makkelijker we een passende plek voor ze vinden. Binnen de school zijn de lijntjes kort.’
Band met leerlingen Het team van de taalklas is met de leerlingen begaan. Alle teamleden hebben bewust ja gezegd tegen dit werk en brengen iets mee dat in de taalklas van belang is. Zo is mentor Eric Steffens ooit opgeleid als docent Nederlands als tweede taal en wil hij in de slotfase van zijn loopbaan graag nog een keer voor leerlingen het verschil maken. Onderwijsassistent Meryem Tunc is zelf als kind met haar ouders vanuit Turkije naar Nederland gekomen en wil iets terugdoen voor het land dat haar en haar ouders kansen heeft gegeven. En Saskia During, in de taalklas docent Nederlands, Engels en mens & maatschappij, vindt het een mooie uitdaging om hier minder “talig” les te geven dan in haar andere klassen. Alle teamleden waarderen de band die ze met de leerlingen opbouwen. ‘De taalklas zit in een centraal gelegen lokaal; rustig maar toch midden in de onderbouw. Als ik op mijn kamer aan het werk ben, heb ik vaak even oogcontact met leerlingen die langslopen’, zegt Julisca Prins. ‘Nog niet zo lang geleden was er een meisje dat maar voor mijn raam bleef staan. Toen ik haar naar binnen wenkte, zei ze: “Ik wil alleen even zeggen dat ik u zo lief vind, u kijkt zo blij.”’ Saskia During heeft soortgelijke ervaringen. ‘Soms komt een leerling zomaar even een knuffel halen. Ik krijg zo veel van deze leerlingen terug!’ En Meryem Tunc houdt van ze ‘alsof het mijn kinderen zijn’. Juist daarom is ze af en toe streng. ‘Ze denken soms dat Nederland een
8
luilekkerland is waarin alles vanzelf gaat. Ik snap het: ze zijn moe van alles wat ze hebben meegemaakt en sommigen dromen nog van wat ze hebben moeten achterlaten. Maar als je hier iets wilt bereiken, moet je wel hard werken. Die les wil ik meegeven.’
‘Soms komt een leerling zomaar even een knuffel halen’ Andere taalklassen De taalklas draait nu voor het tweede jaar. Het Twents Carmel College begon ermee op verzoek van de gemeente Oldenzaal, die het belangrijk vindt dat statushouders wortelen in de regio. Om die reden, en omdat de taalklas relatief duur is (de groepen tellen maximaal 14 leerlingen en er is veel begeleiding), levert de gemeente ook een financiële bijdrage, bovenop de standaardbekostiging
NIEUWS & VLOGS carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties
‘Onze school is er voor iedereen’
per leerling die scholen van het Rijk krijgen. In de aanloop naar de start zijn Eric Steffens en zijn collega’s eerst bij soortgelijke initiatieven gaan kijken. Ze brachten onder meer een bezoek aan een taalklas in het voortgezet onderwijs in Hardenberg en aan een taalklas in het speciaal basisonderwijs in Oldenzaal: De Regenboog. Die laatste klas levert veel leerlingen aan de Potskampstraat; reden voor de twee teams om te gaan werken aan een doorlopende leerlijn. De overige leerlingen komen van een islamitische basisschool in Hengelo, van basisscholen in Losser en Denekamp en uit de eerdergenoemde ISK in Enschede.
Doorstroom Leerlingen kunnen maximaal twee jaar in de taalklas blijven. Afhankelijk van hun leeftijd en mogelijkheden stromen zij door naar een reguliere klas in de onderbouw vmbo, de bovenbouw vmbo, het praktijkonderwijs of een entreeopleiding van het ROC. Aanvankelijk was het idee dat leerlingen op zijn vroegst na een jaar zouden doorstromen. Maar sommige leerlingen bleken al eerder zo ver. Nu bekijkt het team elk halfjaar of leerlingen aan een overstap toe zijn. De eerste resultaten zijn veelbelovend: van de eerste
‘‘lichting’’ had maar één leerling een tweede jaar in de taalklas nodig. De rest is eerder doorgestroomd. Een garantie dat het de leerlingen verder in Nederland voor de wind zal gaan, is dit natuurlijk niet, zegt Eric Steffens. ‘Ze zullen hard moeten werken. Maar de eerste stap naar de samenleving is gezet. Ook dat is een doel dat we met de taalklas hebben. Onze leerlingen helpen bijvoorbeeld geregeld mee bij activiteiten in verzorgingshuizen in de buurt, zoals een high tea.’ Deze “bijdragen aan de buurt” tellen bovendien mee voor een ander maatschappelijk project waar de leerlingen warm voor lopen: de FC Twente Cup. In zes maanden tijd werken voetbalteams uit de hele regio met trainingen, oefenwedstrijden en “sociale buurtbijdragen” toe naar een eindtoernooi dat plaatsvindt in het Trainingscentrum van FC Twente. Ook de taalklas levert hiervoor een team. ‘De taal van het voetbal spreekt iedereen’, lacht Steffens.
9
» Sterk Techniekonderwijs
‘WE GAAN TECHNIEK WEER SEXY MAKEN!’ Met het project Sterk Techniekonderwijs wil het ministerie van OCW meer vmboleerlingen warm maken voor een opleiding en een baan in de techniek. Voor de periode 2020-2023 stelt het jaarlijks honderd miljoen euro beschikbaar voor verbetering en vernieuwing. Alle Carmelscholen met technische vmbo-opleidingen doen mee. Met groot enthousiasme, zo blijkt bijvoorbeeld in Oss en Twente.
‘Leerlingen ervaren de trots van ambachtelijk vakmanschap’ 10
Sterk Techniekonderwijs wil onder de huid van de leerling kruipen. Want hoewel het bedrijfsleven veel banen te vergeven heeft, lukt het niet om voldoende aanwas opgeleid te krijgen. Terwijl het personeel vergrijst. John van der Vegt, voorzitter van het College van Bestuur van ROC van Twente, wijst daarop tijdens de start van Sterk Techniekonderwijs Twente (waarover hieronder meer). Al heeft “zijn” ROC relatief meer techniekstudenten dan enige andere mboinstelling, hij ziet een patroon: ‘Veel jongeren die op het vmbo een technisch profiel hebben gevolgd, kiezen bij ons een andere studie. En veel jongeren uit andere profielen kiezen juist een technische opleiding.’ Hij zegt het niet hardop, maar er dient zich een conclusie aan: onderweg gaan veel jongeren verloren die op het vmbo een technisch profiel hebben gevolgd. Als ze het diploma op zak hebben, slaan ze een andere weg in. Pierre de Kleijn, teamleider Techniek bij Het Hooghuis in Oss, verklaart de landelijke afname van vmbo-leerlingen “harde techniek” (de profielen Bouwen, Wonen en Interieur, Mobiliteit en Transport, en Produceren, Installeren en Energie) uit het achterhaalde negatieve imago van techniek als vies en slecht betaald. Daarnaast is er de opwaartse druk om vooral vmbo-tl of havo te volgen. Behoedzaam gaat hij nog iets verder: ‘De recente herstructurering van de profielen heeft geleid tot sluiting van vele techniekafdelingen, omdat besturen de investeringen te hoog achtten vanwege de afnemende leerlingaantallen. Die door de overheid gewenste herstructurering moest budgettair neutraal verlopen. Maar techniekonderwijs is duur. Dat botst.’ Het programma Sterk Techniekonderwijs wil een uitweg bieden. Het investeert in een evenwichtig verspreide duurzame kwaliteitsverbetering van het techniekonderwijs. Daartoe is Nederland verdeeld in 75 regio’s, waar vmbo’s, ROC’s en bedrijven met elkaar aan het werk gaan. Patric Wigman, vestigingsdirecteur van CSG Het Noordik in Vroomshoop, benadrukt de urgentie: ‘In Twente is het vijf voor twaalf. We zien veelbelovende bedrijven door personeelsgebrek naar elders vertrekken.’
Vmbo als trekker Kartrekker is het vmbo. Met bedrijfsleven en lokale en regionale overheden maakt het plannen, waarbij ondernemers zich verplichten om voor 10% van de kosten bij te dragen. ‘Nu kunnen we techniek “sexy” maken!’, zegt Pierre de Kleijn, teamleider Techniek bij Het Hooghuis in Oss. Hij ondervindt dagelijks hoe zeer industriële bedrijven in de omgeving smachten naar nieuwe medewerkers. Dat heeft al geleid tot samenwerkingsverbanden die onbewust op Sterk Techniekonderwijs hebben voorgesorteerd. ‘De metaalindustrie hier heeft eerder al de handen ineengeslagen’, vervolgt De Kleijn. ‘Zo zijn ze een jaar of tien terug bij ons in school gekomen, om samen techniek aantrekkelijker te maken. We werken bovendien al samen
met het mbo. Neem onze leerlingen die verder willen in pneumatiek. Daarvoor gaan ze ook naar het ROC, dat heeft apparatuur die wij niet kunnen betalen. De lijnen die Sterk Techniekonderwijs nu wil samenbrengen, liepen hier al.’
Rotonde En zelfs op verrassende manieren. De onderneming die vorig jaar een kunstwerk maakte voor een rotonde in Oss, betrok daar ook het onderwijs bij. ‘Bron van inspiratie was het zwaard dat werd aangetroffen in een uit de zevende eeuw voor Christus daterende grafheuvel van een rijk man. Onze leerlingen hebben metalen grafurnen gelast, die zijn gevuld met voorwerpen uit onze tijd en pas over 500 jaar mogen worden geopend. Zo laten we zien dat techniek zelfs kunst kan zijn.’ Door leerlingen gemaakte voorwerpen waren tijdelijk in een galerie te bewonderen. ‘Dat maakt die kinderen trots. Ze ervaren wat ze met ambachtelijk vakmanschap kunnen bereiken.’ Het past bovendien in wat de school voor ogen staat. ‘Persoonsvorming is de basis. Verder gaan we uit van het idee: ‘Smal waar het kan, breed waar het moet.’ Een leerling die al weet wat hij of zij wil, moet je stimuleren en uitdagen. Door samenwerking met mbo en bedrijven kunnen we de leerlingen veel meer laten zien, voelen, beleven. Dankzij Sterk Techniekonderwijs, wij spreken hier van Het Techniekloket, kunnen we een grote stap vooruitzetten. De bedrijven doen volop mee. We hebben goud in handen.’
‘We hebben nu tijd en geld’ Maakindustrie In Twente volgen negentien vmbo-scholen, ROC van Twente en regionaal bedrijfsleven een vergelijkbare koers. Ze hebben gekozen voor de ‘Twentse schaal’, al is het gebied opgedeeld in vijf subregio’s. In januari vond de feestelijke aftrap plaats op historische grond: de voormalige gieterij van de machinefabriek Stork in Hengelo, tegenwoordig hoofdvestiging van het ROC van Twente. John van der Vegt verwijst daarnaar: ‘Het zal de oude Stork verheugen dat jullie werk maken van modern techniekonderwijs. Twente is nog steeds een regio met veel maakindustrie.’ Hij raakt een gevoelige snaar. Een groep techniekdocenten toont zich na het officiële gedeelte enthousiast. ‘We kunnen eindelijk iets doen aan de beeldvorming. Daar is nu tijd en geld voor. We gaan met onze leerlingen de bedrijven in zodat ze beter zien hoe het daar gaat en wat het vak inhoudt’, zegt een van hen. Een collega vult aan: ‘Er gaat echt iets veranderen, dat merken we al. Ik ben ervan overtuigd dat het duurzaam is. Dit gaat verder dan alleen onderwijs.’ >>
11
‘Dit gaat het onderwijs echt veranderen’
Ook Patric Wigman, coördinator voor de subregio Almelo e.o., is optimistisch. ‘Er begint een vliegwiel te draaien. Ik merk het aan het enthousiasme, ook bij bedrijven en overheid. We moeten met zijn allen een stap maken. Dat vraagt tijd, we willen bouwen en borgen voor de lange termijn. Het helpt dat iedereen is doordrongen van de noodzaak.’
Cofinanciering Zowel in Oss als in Twente draagt het bedrijfsleven meer bij dan de gevraagde 10% cofinanciering. Hans Meinders, adjunct-directeur van het Twente Carmel College en penvoerder van Sterk Techniekonderwijs Twente: ‘We kunnen nu tijd en faciliteiten regelen, docenten de ruimte geven om het onderwijs te ontwikkelen. Daarmee vervalt een argument om veranderingen tegen te houden: we hebben er € 19 miljoen voor.’ En de massa, vult programmamanager Marieke Rinket aan: ‘Als ik nu bij mbo, hbo of bedrijven aanklop om de samenwerking vorm te geven, kan ik spreken namens negentien vmbo-scholen. Dat werkt, dat opent deuren.’ Voorlopig ligt het accent op het maken en uitvoeren van plannen. Rinket heeft hierbij een schakelfunctie: haar
12
taak is om alle scholen te betrekken en een netwerk te smeden, zodat de nu in gang gezette ontwikkelingen blijven doorgaan. Dat zijn er al heel wat. Elk van de vijf subregio’s krijgt een technieklab voor vmbo’ers en leerlingen uit het basisonderwijs. Meinders: ‘Leerlingen vmbo-tl moeten straks ook een praktijkgericht vak volgen. Hier in Oldenzaal willen we dat ook van havoleerlingen vragen. In zo’n lab kunnen ze aan de slag en zelf ontdekken.’ Ook de gemeenten zijn erin geïnteresseerd: ‘Die willen eveneens meer mensen in aanraking brengen met techniek. Er is nog een verborgen potentieel dat zich door de gebruikelijke werving niet laat aanspreken. Zo’n lab kan ze over de drempel helpen.’
‘Dit gaat het onderwijs echt veranderen’ Dat vraagt het nodige van het onderwijs. Zoals meer samenwerking tussen vmbo en mbo, en tussen vmbo en bedrijfsleven. Maar ook tijd van en voor docenten van de deelnemende scholen om te overleggen met collega’s en lesmateriaal te ontwikkelen. Dankzij Sterk Techniekonderwijs
MEER BLOGS
» CvB
carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties
Werken aan de toekomst van ons onderwijs Het hele Nederlandse onderwijsstelsel wringt en daarom is er groot onderhoud nodig. Samen met vele partners uit het landelijke onderwijsveld hebben we de handen ineengeslagen en een onderwijspact afgesloten. Als we met meerdere partijen optrekken, zijn we ook beter in positie om bij de politiek aan te geven wat we graag anders zouden zien. Uitvoering van het pact vraagt een lange adem. Ondertussen zitten we niet stil en werken we door aan de toekomst van ons onderwijs binnen de grenzen van wat kan.
zijn ze allemaal op hetzelfde moment vrij geroosterd. Dan nog blijft het een opgave, beseft Rinket: ‘We doen dit met heel veel scholen en we willen gezamenlijk gedragen plannen. Dat kost tijd, maar het lukt. Iedereen wil dit.’
Onderwijsvernieuwing Uitvoering van de plannen zal het onderwijs veranderen, verwacht Meinders: ‘We gaan de school uit. Een deel van ons onderwijs zal in bedrijven of bij het ROC plaatsvinden. We zullen meer moeten loslaten. We gaan nu met het bedrijfsleven het techniekonderwijs opnieuw vorm geven. Dit is een echte onderwijsinnovatie, die ook belangrijk is voor de zorg en andere sectoren.’ De Kleijn valt Meinders bij. ‘Als we zo intens gaan samenwerken en de bedrijven vragen om mee te denken, krijg je vanzelf ander onderwijs. Concreter en prikkelender.’ Hij wijst op nog iets anders: ‘Vanaf komend schooljaar is het vak wetenschap & technologie in het basisonderwijs verplicht. Dat verandert alles en vooral de beeldvorming rond techniek. Die kinderen gaan onderzoekend en ontwerpend leren. Je rol als docent wijzigt, want de leerling gaat meer zelf leren. Dit gaat het onderwijs echt veranderen.’
Een geweldig voorbeeld van onderwijsvernieuwing is het traject "De havo van de toekomst", waarin Carmelscholen samen met andere VO-scholen en Saxion verkennen hoe de toekomst van de havo eruitziet. Samengestelde leerteams op de betrokken scholen ervaren hoe het anders kan. Onder het motto ‘Groter denken, kleiner doen’ oefenen ze onder andere met de rol van mentor naar coach, met meer praktijk op de havo en formatief werken vanuit leerdoelen. Een coach en wetenschappers van Saxion ondersteunen hierbij. Bij dit bijzondere traject kwamen onlangs twee ministers polshoogte nemen. Onze boodschap aan hen was: ‘We hebben meer ontwikkeltijd nodig voor onze docenten en meer ruimte in het overladen curriculum, help!’ Met trots deelden we met hen inspirerende ervaringen van verschillende leerteams. De nieuwsgierigheid van de ministers werd gewekt en we zijn uitgenodigd aan te reiken welke grenzen we verder als belemmering ervaren voor de havo van de toekomst. Dat gaan we doen! Ondertussen werken we gestaag door aan de toekomst van ons onderwijs en kijken we uit naar het groot onderhoud aan het Nederlandse onderwijssysteem.
13
» Vertel! Samengestelde verhalen over bijvoorbeeld spontane reacties van leerlingen, een gedicht van een collega of een impressie van een gesprek tussen docent en leerling. Betrokken collega’s geven je graag een kijkje in het leven op hun school. Waar lopen zij tegenaan in hun onderwijsbaan of wat maakt ze juist blij? Lees mee!
Laatste der Mohikanen “Mam, wat dééd je vroeger dan na school”? Ze gruwen bij het idee geen internet, Netflix of mobiel te hebben. Als ik dan zeg dat ik huiswerk maakte (lachsalvo van de oudste), muziek luisterde (middelste rolt met de ogen) en graag boeken las en appeltaart bakte (ongelovige blik van de jongste), kan ik werkelijk zeggen dat ik volgens mij niets heb gemist. Zij zijn blij met een nieuw seizoen van Riverdale, 13 Reasons Why en Stranger Things; ik was blij met de Top 40 op vrijdagmiddag met Lex Harding. Verandering. Leerlingen van nu zullen mogelijk een beroep of functie uitoefenen dat nu nog niet bestaat. Stan uit 5 vwo wordt een dronepiloot, Suus uit 3 havo een werkgelukdeskundige en Sam uit 1 havo/vwo, nerd in wording, wordt uiteindelijk een growth hacker of zelfs ethisch hacker bij Defensie. Fiene uit 3 vwo wil “iets” met rechten doen en wordt mogelijk een DNA-jurist. Bij de uitvoering van al deze beroepen zullen ze nieuwe vaardigheden eigen moeten maken, zoals opgavegericht werken, integraal adviseren met uiteraard de bijbehorende, digital skills. Vanzelfsprekend allemaal uitgerust met de nieuwste iPhone 19+ of zo. Een tijdje geleden had ik na een val van mijn e-bike (die heb ik vroeger wél gemist) dringend pijnstilling nodig. Ik belandde bij de drogist van het winkelcentrum in de wijk waar ik ben geboren en getogen en ook sinds 4 jaar werk. Geen Kruidvat, Etos of DA, maar een zelfstandige drogist: Harrie. Bij binnenkomst klonk dat belletje dat ik 44 jaar geleden al hoorde en mijn komst aankondigde. Toen geduwd in de
14
kinderwagen door mijn moeder, nu licht strompelend om mijn gekwetste lijf te ontzien. In deze kleine, volgepropte drogisterij had de tijd volkomen stilgestaan. Reclameborden uit de jaren '70/'80, prijsjes op artikelen waarvan de randjes bruin verkleurd waren, producten waarvan ik zeker weet dat het logo al jaren terug is gewijzigd en dan die bruine, uitgesleten tegeltjes op de vloer. De geur die er hing bracht een explosie aan herinneringen bij me teweeg. Een heuse toonbank aan de linkerkant en daar stond Harrie. Met witte jas. Vroeger struise man met zwart haar en baard. Nu grijs haar en baard, licht gebogen houding, en vriendelijke, twinkelende, grijze ogen. Ik voelde sterk de behoefte te vragen of hij mij nog kende. Eigenlijk wilde ik hem ook zeggen dat ik zo’n pijn had en dat hij als een vader zou reageren en zou zeggen dat het allemaal wel goedkomt. Het pinapparaat was al een poosje kapot dus contant betalen alstublieft. Of ik nog een snoepje wilde? Het kleine, bruine bakje met muntdrop stond precies daar waar ik ‘m voor het laatst had gezien, ongeveer 33 jaar geleden want op mijn elfde zijn we verhuisd. Met het doosje Ibuprofen liep ik zo voorzichtig mogelijk naar buiten. Toen ik de hoek om was, heb ik wel even snel de houdbaarheidsdatum gecheckt. Harrie, held… laatste der Mohikanen… Rebecca Stavast Decaan bovenbouw op Twents Carmel College
CARMEL SPECIALS carmel.nl/ specials/vertel
Deel ook jouw verhaal! Scan de bovenstaande QR-code en deel jouw ervaring met ons!
Een luisterend oor Misschien moet ik er maar eens een punt achter zetten. Al die gesprekken met leerlingen die het prettig vinden om na schooltijd even een uurtje met me te praten. Wellicht wordt het tijd om mijn grenzen aan te geven, te zeggen dat zo’n uurtje betekent dat ik werk laat liggen. Werk dat ik op een later moment alsnog zal moeten afmaken. Wordt het tijd om te zeggen dat ik echt wel begrip voor hun situatie heb, maar helaas gewoonweg geen tijd heb om hen aan te horen. Dit is wat ik me geregeld afvraag in periodes dat het nakijkwerk me de neus uitkomt, de vergadering slecht gepland is of als ouders van een mentorleerling je vragen om zo spoedig mogelijk te reageren op hun bezorgde mail. Waarom laat ik het elke keer weer toe, als een leerling vraagt of ik binnenkort nog een uurtje heb? Doen mijn collega’s dat ook? Is het nog wel van deze tijd, om aan te horen welke grote en kleine problemen deze jonge onzekere ego’s hebben in hun school- of privéleven? Ik kan hun situatie toch niet veranderen, ik ben toch geen therapeut? Tegelijkertijd realiseer ik me dat deze leerlingen wellicht wel een therapeut hebben met wie ze hun problemen bespreken. Die ervoor heeft geleerd om door te vragen en hun opmerkingen op juiste waarde te schatten, maar die niet per se “alleen maar aanhoort”.
Dat is wat ik vaak als reactie krijg, als ik hun vraag waarom ze naast de gesprekken met de therapeut ook nog met mij willen praten. “U luistert gewoon, bij u hoef ik niet naar een oplossing toe te werken. Of een plan te maken.” Heftige gesprekken zijn het soms. Ellendige thuissituaties, relaties met vrienden en vriendinnen, pesterijen, een oprechte vraag wat voor nut het leven nog heeft. Soms ook “gewoon” nare opmerkingen van klasgenoten. Van wezenlijk belang in het leven van een puber. De overweging blijft lastig. Is het de investering waard om opnieuw een uur te spenderen aan de onzekerheden van een leerling, die behoefte heeft om even van zich af te praten? Of laat ik dat bij hun vrienden en vriendinnen of thuis? Daar worstel ik mee. Heb je tips? Dan hoor ik die graag! Tijdens het afsluitende gesprek dat ik laatst met een leerling had, bleek in ieder geval het nut. Ze vertelde me dat ik als ik niet in de afgelopen jaren gesprekken met haar had gevoerd, ze er waarschijnlijk nu niet meer was. Op dit soort momenten merk je dat je echt het verschil kunt maken. Soms. Olaf Koot Docent Engels en mentor op Etty Hillesum Lyceum
‘ Op dit soort momenten merk je dat je echt het verschil kunt maken’ » Olaf Koot 15
» Inspirerende Meetups, aandachtspunten voor College van Bestuur
INGREDIËNTEN VOOR KOERS 2025 Wat moet er staan in Koers 2025? Nu het strategisch beleidskader Koers 2020 de houdbaarheidsdatum nadert, staat het College van Bestuur voor de taak opnieuw lijnen uit te zetten voor de komende jaren. Meetups, waaraan leerlingen, docenten, ouders en andere betrokkenen deelnemen, zorgen voor de nodige input.
‘Stel: je bent directeur van deze school. Wat zou je willen veranderen?’ De gespreksleider laat haar blik gaan langs de zes leerlingen tegenover haar. ‘Ik zou schooluniformen invoeren, dan is iedereen écht gelijk en wordt er minder gepest’, zegt een meisje. Haar medeleerlingen reageren verrast: ‘Je wilt toch jezelf kunnen zijn?’ De jongen in het gezelschap snijdt een ander onderwerp aan: ‘Ik zou meer vertrouwen geven. Nu krijg je straf als je drie keer te laat komt. Maar als ik eenmaal bij het lokaal ben, is de leraar er vaak nog niet. En die krijgt geen straf!’ Zo komt een volgend item in beeld: de communicatie. Die kan beter, vinden ze. ‘Een les is leuker als je een jonge leraar hebt die met de tijd meegaat. Dan praat je gelijkwaardiger’, wordt gezegd. ‘Dat mag zijn’, komt er een tegengeluid, ‘maar nu ik in de eindexamenklas zit, merk ik dat ik in de lessen van die ene chille leraar wel wat dingen heb gemist.’ Zo rijpt een idee: ‘Als directeur zou ik groepjes aanstellen van docenten en leerlingen, om alle lessen te bezoeken en te kijken of een leraar goed lesgeeft.’ Dan is het tijd om te stoppen. ‘Is er iets wat je nu mist?’, wil de gespreksleider nog weten. ‘Meer kennis over economische dingen, zoals hypotheken’, zegt een leerling. Een ander: ‘Kennis over koken en andere praktische zaken, voor als ik straks op kamers ga.’ En de laatste: ‘Meer aandacht voor wat het betekent om zelfstandig en volwassen te zijn. Dat wordt van ons verwacht, maar zijn we het?’ De gespreksleider vat samen. ‘Ik denk dat we het volgende hebben gehoord: jullie willen dat leraren meer moeite doen om je te begrijpen. Je vraagt om kwaliteitsbewaking en meer aandacht voor praktische vaardigheden.’ Waarna ze de aanwezige volwassenen uitnodigt ideeën en gedachten op geeltjes te schrijven en op te plakken.
Leerlingarena
16
De voorgaande alinea’s geven een beeld van de ‘leerlingarena’, onderdeel van de Carmel Meetups die Carmel in februari heeft gehouden in Enschede, Oss en Raalte. In dit geval komen de leerlingen van het Bonhoeffer College in Enschede. Tijdens de andere bijeenkomsten zijn eveneens leerlingen aan het woord geweest. Vooral om de aanwezigen – docenten, schoolleiders, ouders,
afgevaardigden van bedrijven en instanties – een indruk te geven van wat er leeft. Zodat de genodigden kunnen noteren wat het onderwijs van Carmelscholen de komende jaren moet bieden. Of, zoals Jan van Schilt, voorzitter van de centrale directie van het Bonhoeffer College en regiocoördinator van deze Meetup, zegt: ‘Denk met ons mee. Waarmee moeten we doorgaan, wat moet erbij? En vooral: waarmee moeten we stoppen, wat mag eraf?’ De aanwezigen nemen deel aan verschillende bijeenkomsten, zoals de leerlingarena. Terug in de zaal ontstaan overal gesprekken. Een ouder schiet CvB-lid Fridse Mobach aan: ‘Zet in op meer locatieonafhankelijk onderwijs. Steek het geld niet in stenen!’ Mobach wijst dan op de socialiserende en vormende betekenis van onderwijs. Hij vertelt wat hem opvalt: ‘Mij raakt het enthousiasme van de leerlingen. Ze houden ons een spiegel voor. Zo hoorde ik een leerling zeggen dat wij hen wel aansporen om regie te nemen, maar zélf niet durven loslaten. Ik denk ook dat we meer aandacht moeten geven aan kansenongelijkheid. Uit onderzoeken blijkt dat die toeneemt. Onderwijs, en zeker Carmelonderwijs, was lang een emancipatiemotor. Hier ligt een belangrijke opdracht voor ons.’
Loslaten Tijdens het laatste deel van de avond zitten de aanwezigen per school gegroepeerd om tafels. Op grote vellen schrijven ze wat ze willen behouden, toevoegen of loslaten. Aan een van de tafels van het Marianum noteert een docent in de kolom “Loslaten”: “Alles klassikaal.” Ze licht toe: ‘Het systeem van jaarklassen is rigide, het beperkt ons.’ Na enige discussie schrijft de tafel “exameneisen” in de kolom. De motivatie: ‘Schoolexamens zijn te veel gericht op het eindexamen. Als we dat doorbreken, kunnen we meer eigen keuzes maken.’ De opmerking bij “Toevoegen” wekt nauwelijks verbazing: “Meer ruimte.” Even later rondt Jan van Schilt af. ‘Ik zag geanimeerde gesprekken, ik hoorde mooie dingen. Zelf ben ik enthousiast over het idee om onze leerlingen nog meer te betrekken. Daar klopt mijn hart sneller van.’ Fridse Mobach geeft uitleg over het vervolg: ‘De Meetups geven veel om over na te denken. Tegen de zomer hebben we een Koersplan. Daarover gaan we dan weer in gesprek.’ >>
Bekijk de video Foto door Derk van der Pol.
‘Geef ruimte om te groeien’ Rianna Leeijen, docent economie, rekenen en wiskunde aan de Internationale Schakelklas van Het Hooghuis in Oss, nam deel aan de Meetup in Oss. ‘Het was intensief’, blikt ze terug, ‘met mooie gesprekken, ook omdat het gezelschap gemengd was.’ Ze heeft het boeiend gevonden. Al plaatst ze een kanttekening: ‘Ik heb niet met leerlingen gesproken, maar mij viel op dat die veelal lid zijn van de Leerlingenraad. Ze zijn positief en betrokken, maar niet alle leerlingen zijn zo.’ Niet dat het haar stoort. ‘Ik heb mooie dingen gehoord’, zegt ze. ‘Er is veel gesproken over de vraag hoe we onze leerlingen meer keuzevrijheid kunnen geven. En, hiermee samenhangend, hoe we de mogelijkheid kunnen bieden in eigen tempo te groeien.’ Ze verwijst naar haar eigen schoolloopbaan. ‘Ik ben zelf na de mavo naar de havo gegaan. Dat was prettig en overzichtelijk. Veel leerlingen bevinden zich op verschillende niveaus: voor het ene vak
op mavoniveau, voor het andere op havo- of vwo-niveau. Laten we hen ruimte geven om te groeien.’ Mede daarom bepleit ze een andere opzet van het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). ‘Nu is dat dichtgetimmerd. De focus ligt op toetsen, niet op het leren van de leerling. Ik ben voorstander van formatief toetsen, van kijken wat de leerling al kan en nog nodig heeft. Dat stimuleert, ik weet nog hoe benauwd ik het kreeg van al die toetsen.’ En: ‘We moeten aanvaarden dat leerlingen van 12 jaar echt niet zelf keuzes kunnen maken. Ik vind het belangrijk dat we naar onze leerlingen luisteren, maar niet doorslaan. Onze deskundigheid en professionaliteit zijn nodig. Net als een goed pedagogisch klimaat waarin het rustiger mag zijn, waar niet alleen het hoogste niveau telt, waar leerlingen mogen groeien.’
‘Zoek verbinding met de maatschappij’ ‘Een mooie bijeenkomst. Breder kijken en wisselen van perspectief is gezond en waardevol.’ Henk ter Haar, teamleider havo op de locatie Het Stormink van het Etty Hillesum Lyceum in Deventer, is enthousiast over de Meetup in Raalte. En geïnspireerd: de havo-afdelingen van het Etty Hillesum Lyceum organiseren een eigen Meetup. ‘Om met alle betrokkenen te praten over de vraag welke havo Deventer nodig heeft. Noem het een bijvangst van de Carmel Meetup, ingegeven door onze maatschappelijke opdracht. We willen dat onze leerlingen uitgroeien tot mooie mensen, goede burgers. Daar vinden ouders en anderen ook iets van. Laten we daarover in gesprek gaan.’ Vooral met het oog op de toekomst. ‘School is niet de enige plek waar onze kinderen leren. Dat kan ook in bedrijven. We
zijn nu bezig met de maatschappelijke diensttijd. Leerlingen brengen dan een dagdeel buiten school door. Ik denk zelf aan voorleesclubs, waar onze leerlingen voorlezen op basisscholen, in taalcursussen of aan ouderen. Het klaslokaal buiten de school, dat verbindt. Daar leren ze veel van, zo maken ze kennis met de samenleving en wat die nodig heeft.’ Concrete aanbevelingen voor het nieuwe Koersdocument heeft hij niet. ‘Wel een suggestie: formuleer realistisch. Koers 2020 bevat zeven beloftes. Dat zijn grote woorden, hoe kun je die waarmaken? Mooie dromen zijn nodig, maar de praktijk is altijd weerbarstig. Als je schrijft ‘We streven naar…’ ga je ver genoeg. En dan nog een aanbeveling: zet in op de verbinding met de maatschappij. Kennis is maar de helft, we zeggen het zelf.’
17
Foto door Derk van der Pol.
‘Zet in op wat leerlingen gelukkig maakt’ ‘Vaak overheerst de gedachte dat onze leerlingen zo hoog mogelijk moeten presteren. Ik zou liever koersen op wat onze leerlingen gelukkig maakt.’ Tanja van de Greef, mentor en praktijkdocent op locatie De Singel van Het Hooghuis in Oss, reflecteert bedachtzaam over de Meetup. ‘Die heeft me nieuwe inzichten gegeven.’ Ze ging uit nieuwsgierigheid. ‘Binnen Het Hooghuis zijn wij als praktijkonderwijs de kleinste en onze leerlingen stromen zonder diploma uit naar werk. Ik wilde weten hoe vmbo, havo en vwo denken, want uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde’, legt ze uit. Daarbij viel haar het nodige op. ‘We praten veel over differentiëren, maar we maken het niet altijd waar. De leerlingen wezen daarop. Ze hielden ons voor dat de profielen vaak al zijn ingevuld. Wil je een natuurkundig profiel, dan is het soms niet mogelijk muziek
of tekenen te kiezen. ‘Dat krijgen we roostertechnisch niet rond’, zeggen we dan. Maar de leerlingen vragen nu juist vrijheid om hun pakket zelf samen te stellen.’ En dan dat andere punt. ‘We hebben de neiging opstromen hoger te waarderen dan afstromen. In het praktijkonderwijs werkt het anders. Als wij een leerling hebben die omhoog kan, moet hij of zij naar een andere locatie. Dat kán een drempel zijn. Verder, als een leerling weet dat hij timmerman wil worden maar vwo-advies krijgt, kan hij op het vwo geen timmeropleiding volgen. Dat vind ik vreemd. We zouden meer oog moeten hebben voor wat iemand gelukkig maakt. Dát zie ik graag terug in Koers 2025.’ Ze scherpt het nog aan: ‘Het gaat mij om de ontwikkeling van onze leerlingen. Van álle leerlingen, ongeacht hun niveau.’
TOTSTANDKOMING KOERS 2025 Centrale vraag: wat moet blijven en wat moeten we anders doen? Input ophalen bij leerlingen en oud-leerlingen (3 Meetups) Input ophalen bij medewerkers, en stakeholders (3 Meetups) Verwerken input door klein team Uitwerken: wat betekent dit voor het onderwijs? Vervolgens: wat betekent dit voor de ondersteunende processen? Laatste check via medezeggenschap, RvT, schoolleiders Publicatie Koers 2025 18
Volg ons op Social Media
» What’s up?
@stgcarmel @CarmelVacatures
Schat aan informatie We hebben belangrijk nieuws, want we hebben een schat in huis.
stgcarmel stgcarmel stichting carmelcollege
Een prachtige schat met cijfers, rapporten, wachtwoorden en persoonlijke verhalen over leerlingen en medewerkers, examenvragen en ga zo maar door. Zo’n schat mag je niet laten slingeren, maar moet je koesteren. Je staat er niet bij stil, maar soms neem je deze schat mee naar huis. Je werkt bijvoorbeeld onderweg in de trein op je laptop of thuis aan de keukentafel. En ook dan is het belangrijk om veilig te werken. Veilig werken, hoe doe je dat? Denk bijvoorbeeld aan informatie beveiligd en digitaal opslaan of het vergrendelen van je beeldscherm als je wegloopt bij je computer (ctrl + L). Maar ook is het belangrijk dat je geen gebruik maakt van USB-sticks, of dat je geen papieren dossiers meeneemt naar huis. Op de beveiligde informatiepagina ‘Schat aan informatie’ op het Carmel Intranet vinden Carmelmedewerkers meer tips over hoe je veilig kunt werken. Dus blijf alert! Een ongeluk zit in een klein hoekje en als je even niet oplet, ligt er informatie op straat of belandt onze schat in verkeerde handen.
Start Europese openbare aanbesteding bedrijfsvoeringsapplicaties na afronding marktconsultatie Het project Bedrijfsvoeringsapplicaties is onderdeel van het overkoepelende programma Toekomstbestendige bedrijfsvoering en heeft als doel de software te vernieuwen van inkoop, de financiële, personeels- en salarisadministratie. Denk aan RAET, Basware en Exact. In de oriëntatiefase heeft de werkgroep de knelpunten en behoeften geïnventariseerd onder een grote groep Carmelgebruikers uit de instellingen en het bestuursbureau. Om een beeld te krijgen van de systemen en mogelijkheden van de nieuwste systemen, hebben 8 marktpartijen hun applicatie gepresenteerd en hebben zij vragen beantwoord. Dat leverde uiteindelijk input op voor een advies van de projectgroep aan het College van Bestuur. Het College van Bestuur heeft inmiddels het advies opgevolgd en besloten dat er één Europese openbare aanbesteding wordt opgestart. Deze wordt gesplitst in drie delen (“percelen”): Financiën, HRM en Inkoop. Inmiddels zijn de voorbereidingen gestart: het opstellen van de business case en een investeringsvoorstel. Ook de aanbesteding zelf wordt voorbereid. Begin juni 2020 wordt de aanbesteding gepubliceerd en half februari 2021 afgerond.
19
» Kennis is (maar) de helft
WIE ZIET DE STILLE LEERLING?
Deze aflevering in de reeks ‘Kennis is maar de helft’ gaat over de betekenis van aandacht voor sociale veiligheid. Het is het persoonlijke verhaal van docent Denise Brilman, die uit eigen ervaring weet wat het betekent om als leerling niet gezien te worden. Wat wil zij andere docenten meegeven? En hoe kijkt karmeliet Anne-Marie Bos tegen het onderwerp aan?
Denise Brilman is docent natuur- en scheikunde op het Twents Carmel College, locatie Potskampstraat. Dit is haar verhaal.
Toen ‘Van de ene leerling weet je meteen de naam, de ander blijft meer onzichtbaar. In een klas met meer dan twintig leerlingen kun je als docent niet altijd iedere leerling zien. De leerlingen die opvallen, bijvoorbeeld door gedrag, krijgen als eerste de aandacht. Maar soms hebben juist de stille leerlingen die aandacht het hardst nodig. De leerlingen die je blik ontwijken, die introvert zijn, die niet om aandacht schreeuwen. Ik was zo’n stille leerling. Altijd braaf aan het werk, van mij had je geen last. Maar ik was ook de leerling die alleen zat, die minder connectie had met de rest, die het laatst gekozen werd als er groepjes gemaakt werden. En de leerling die altijd hoofdpijn had, die tijdens elke les vroeg of ik bij de conciërge een paracetamol mocht halen. De leerling die na de les en na schooltijd opvallend vaak bleef hangen. Ik wilde gezien worden. Maar het viel niemand op.
20
Ik had problemen thuis, de situatie was onveilig. Ik zocht iemand die me kon helpen, die me het zetje gaf dat ik nodig had om erover te praten, want ik was niet mondig genoeg om er zelf over te beginnen. Ik hoopte dat de docenten me begrepen, dat ze zagen dat het niet goed ging. Snapte nou niemand waarom ik nooit mijn huiswerk af had? Maar mijn signalen waren te subtiel. Ik wist alles van de conciërge, zo vaak kwam ik er. Ik wist waar hij op zeilvakantie ging en wat de naam van zijn huisdier was. Elke dag hielp ik met corveedienst om maar naar niet naar huis te hoeven. Welke leerling doet dat? Maar ook de conciërge zag het niet.
‘Voor elke leerling is er maar één docent nodig die de signalen oppakt’
Met mijn mentoren had ik jammer genoeg geen klik, ik kon niet goed met ze praten. Dat was gewoon pech, het had heel anders kunnen zijn. Want de mentor is wel degene bij wie de informatie samenkomt. Toen in de vierde klas mijn cijfers omlaag duikelden - van achten en negens naar drieën en vieren - hadden mijn docenten de mentor kunnen mailen. Ze wisten immers dat ik slim was. ‘Dit vind ik niets voor Denise, weet jij misschien wat er aan de hand is?’ Maar dat gebeurde niet. De ene persoon die mijn signalen wél oppikte, interpreteerde ze verkeerd. Met een van de ondersteunende medewerkers kon ik redelijk goed praten. Ik zocht zoveel contact dat hij dacht dat ik verliefd op hem was. Dus moest ik met hem in gesprek, met de vertrouwenspersoon erbij. Ik vond het grappig, maar ook ongemakkelijk. Twee mensen tegenover me die dachten dat ik op een van hen verkikkerd was - ik kon echt niet vertellen wat het dan wél was dat maakte dat ik om hem heen hing. Ik kon alleen maar stamelen dat ik niet verliefd was. En toen kon ik dus ook daar niet meer terecht. Terwijl ik echt graag hulp wilde, maar het niet durfde te vragen. Ik bagatelliseerde alles: was het wel erg genoeg? Wat ik nodig had, was dat een volwassene erkende: je hebt het zwaar, je verdient hulp. Uiteindelijk is de toegangsdeur naar hulp toch open gegaan. Docenten zagen alsnog mijn slechte cijfers, stelden vragen bij mijn gedrag. Ik kwam weer terecht
bij de vertrouwenspersoon, die mij doorzette naar maatschappelijk werk, waarna ik bij Bureau Jeugdzorg terechtkwam. Met hulp van de vertrouwenspersoon en de docenten schoten na een heel moeilijke periode mijn cijfers weer omhoog. Ik stond er niet meer helemaal alleen voor.’
Nu ‘Inmiddels ben ik zelf alweer een jaar of vijf docent, uit volle overtuiging. Onderwijs is mijn passie, ik vind het leuk om anderen iets bij te brengen. Ik geniet van de flexibiliteit van leerlingen, ze veren mee. Je kunt met ze lachen en je kunt serieus zijn. Mijn eigen ervaringen kleuren wel hoe ik invulling geef aan de “andere helft” van mijn beroep, de helft die niet direct met natuur- en scheikunde te maken heeft. Ook in een stikvol programma probeeer ik oog voor de leerlingen te hebben. Binnen de les is er niet veel tijd, maar ik hoop altijd dat er wat leerlingen eerder komen of langer blijven, zodat ik even een connectie met ze kan maken. Ik heb maar een paar klassen, dat scheelt. Als je elke week honderden leerlingen voor je neus hebt, kun je ze niet allemaal zien. Maar als ik collega’s één ding zou mogen meegeven, dan is dat: let op de signalen, want het begint bij jou. Jij kunt voor een leerling de toegangspoort zijn naar hulp. >>
21
Je hoeft niet van alle leerlingen de problemen op te lossen of met je mee te dragen. Maar let wel op de signalen. Vraag door of geef ze door. Je helpt al door eens anders te kijken naar de cijfers van de leerlingen in je klassen. Cijfers vertellen een verhaal, ook als de leerling dat niet zelf kan. Wat is er aan de hand? Kan de leerling het niveau niet aan, spelen er dingen in de klas, of is er misschien iets anders? Als je het niet weet, mail dan de mentor. “Ik zie dat Denise ineens slechte cijfers haalt en ik krijg er niet goed de vinger achter. Zie jij dat ook, is er misschien iets aan de hand?” Als docenten hebben we het niet vaak over de stille leerlingen. Als je lesgeeft zit je als het ware met je leerlingen op een eilandje. En onderling praten we vooral over de drukke leerlingen. “Het viel weer niet mee met Kevin, doet hij dat bij jou ook?” We hebben het zelden over leerlingen die op minder duidelijke manieren om aandacht vragen. Over de jongen die een half uur in de buurt van je lokaal
22
blijft zoeken naar een kwijtgeraakte jas die er overduidelijk niet is. Die op je vraag wat er is, alleen maar zegt “ik zoek mijn jas”, omdat er ook nog twee meisjes in het lokaal zitten en er verder dus geen gesprek mogelijk is. De jongen die je even later naar huis ziet fietsen mét zijn jas. De jongen die de volgende keer misschien wel antwoord geeft. Of niet. Maar die door jouw vraag in elk geval weet dat je hem zíet. Als we allemaal onze zintuigen iets verder openzetten, dan zien we die stille leerling misschien wel. Die leerling die graag gezien wil worden, maar niet om hulp durft te vragen. Voor elke leerling is er maar één docent nodig die de signalen oppakt. Die een toegangsdeur opent naar hulp, door een signaal door te geven aan de mentor of zelf het gesprek met de leerling aan te gaan. Een opmerking als "Hé, wat doe jij zo laat nog op school?" zet niet altijd deuren open, maar geeft de leerling wel het gevoel dat hij gezien wordt, dat er iemand naar hem omkijkt. En wie weet opent dat deuren in de toekomst.’
NIEUWS & VLOGS carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties
Kennis is maar de helft ‘Een leerling is geen abstract fenomeen, het is een levend mens, een unieke persoon; een mens met een eigenheid, met verlangens, met kwetsbaarheden, met talenten, met een bepaald sociaal netwerk… noem maar op. Kennis is maar de helft. De ontwikkeling van het verstand alléén helpt een leerling niet vooruit. Er is méér. Een leerling die zich in de klas niet veilig voelt, zal meer moeite hebben kennis op te doen. Een leerling die gepest wordt, een leerling die (stiekem) verliefd is, een leerling met faalangst, met woede, met pijn… heeft vaak het hoofd vol met gedachten en angsten, waardoor kennis überhaupt niet binnen kan komen. Hoe kun je iets leren van een docent
die jou niet ziet staan? Kennis is maar de helft. Er is méér, altijd. Mentaliteit, sfeer die voelbaar wordt: ik mag er zijn.’
Anne-Marie Bos » Wetenschappelijk medewerker en coördinator onderwijs, Titus Brandsma Instituut Geboren » Geboren in 1973, zuster karmeliet sinds 2000 Opleidingen » hbo sociaalpedagogische hulpverlening, doctoraalstudie en promotie in de theologie
Weet veel van » Titus Brandsma, de Karmelorde, vorming en onderwijs, kunst.
Hoe draag je bij aan sociale veligheid op school? De betekenis van aandacht voor sociale veiligheid, daarover gaat deze aflevering van “Kennis is (maar) de helft”. Docenten en leerlingen van Carmelscholen vertellen over hun ervaringen in een korte video. Video bekijken? Scan de QR-code of ga naar carmel.nl > Nieuws en publicaties > "Kennis is maar de helft".
Bekijk de video
23
» Hoe ging het verder met...
ANTONIUSMAVO XL Aan het begin van dit schooljaar ging op Antoniusmavo in Gouda het roer in één keer om. Toen ging Antoniusmavo XL van start: een mavo die meer biedt dan de doorsnee mavo, met persoonlijke leerroutes, intensieve coaching en een flexrooster. Hoe is het nu?
link. ‘Om Antoniusmavo XL mogelijk te maken, hebben wij als eerste binnen Carmel vrij taakbeleid ingevoerd’, zegt Brent. ‘Binnen de kaders bepalen de docenten nu zelf welke taken zij belangrijk vinden en hoe zij die onderling verdelen.’
Positief Het lijkt gedurfd: in één keer met de hele school overstappen op een nieuw concept. Het wás ook spannend, vertelt Ank Brent, rector van Carmelcollege Gouda, waar Antoniusmavo deel van uitmaakt. ‘Maar dit concept raakt de hele school, dat konden we niet stapsgewijs invoeren. En we hadden ons goed voorbereid, met intensieve scholing voor docenten en een pilot vorig jaar. De kleine kinderziektes waren eruit en daardoor maakten we een goede start.’
Een halfjaar na de start gaat het goed met Antoniusmavo XL. ‘We hebben de eerste evaluatie gehad en die is positief’, zegt Brent. ‘Ouders waarderen het dat leerlingen bij thuiskomst hun huiswerk afhebben als ze op school goed hebben doorgewerkt. Leerlingen zijn blij dat ze makkelijker naar docenten kunnen toestappen, bijvoorbeeld als ze vlak voor een proefwerk vragen hebben. En docenten vinden het fijn dat ze in de les meer kunnen doen, omdat de lessen langer duren en er minder leswisselingen zijn.’
XL
Trots
Het nieuwe concept van Antoniusmavo heet niet voor niets XL: leerlingen krijgen er meer ruimte voor eigen keuzes en ook meer persoonlijke begeleiding. Ze stippelen met hun coach en ouders zelf hun leerroute uit, naar het mbo of naar de havo. Wordt het havo, dan kunnen ze gegarandeerd verder op het Antoniuscollege. Ook leren ze veel door doen en bepalen ze in ‘‘flexuren’’ deels hun eigen rooster.
Natuurlijk kan het nog beter. Zo was het leerlingen niet meteen duidelijk dat ze tijdens flexuren aan huiswerk mogen werken en moeten docenten er juist aan wennen dat huiswerk niet meer thuishoort in de lessen. ‘Maar we leren met elkaar en samen doen we het elke dag beter,’ zegt Brent. ‘Iedereen zet zich voor de volle honderd procent in. Ik ben ontzettend trots dat het team in zo’n korte tijd zoveel heeft neergezet.’
Koers Dit sluit aan bij Koers 2020. Ook daarin gaat het over gepersonaliseerde leerroutes, flexibilisering en begeleiding. Maar ook op het gebied van personeelsbeleid ligt er een
WWW.ANTONIUSMAVOXL.NL
‘We leren met elkaar en samen doen we het elke dag beter’
24
» Passie! Voormalig locatiedirecteur Frans Coehorst »
43 jaar lang oog voor de leerling
‘Het kwartje viel 43 jaar geleden tijdens een stage in het speciaal basisonderwijs. Aanvankelijk twijfelde ik over een loopbaan in het onderwijs, ik zag mezelf niet in een reguliere basisschool voor de klas staan. Maar tijdens die stage wist ik: dít is het, ik wil iets betekenen voor jongeren die wat extra aandacht nodig hebben.’ ‘Sindsdien heeft dat als een rode draad door mijn loopbaan gelopen. Ik werkte in het speciaal onderwijs, in het praktijkonderwijs, op een vmbo-zorglocatie... Van de eerste tot de laatste dag met evenveel plezier. De spontaniteit, de echtheid van de leerlingen: ik heb er zoveel energie en arbeidsvreugde uitgehaald! Ik wilde iedere leerling bij naam kennen. Pas toen ik bovenschools directeur werd, lukte
dat niet meer. Eerst had ik daar moeite mee. Maar het was een logische stap, en op beleidsniveau kun je ook veel voor leerlingen betekenen. Op 1 maart ben ik met pensioen gegaan. Ik heb een goede opvolger, ik laat het met vertrouwen los. Mijn boodschap voor Carmel is om vooral vast te houden aan die prachtige missie en visie waarin het gaat om de mens. Systemen en bureaucratie zetten het menselijk belang in het onderwijs soms op de tweede plaats. Weersta die druk. Laat bij Carmel de mens centraal blijven staan.’
Frans Coehorst » voormalig locatiedirecteur Bonhoeffer College, locatie Vlierstraat Werkzaam bij Carmel » sinds 1 augustus 1998 Met pensioen » sinds 1 maart 2020
25
» Opmerkelijk
EEN TÊTE-À-TÊTE IN PARIJS Dit is het negende jaar dat docente Dorothée Fonteijn, Pius X College locatie Aalderinkshoek, haar vwo-leerlingen meeneemt naar Parijs om daar deels hun examen Frans af te leggen. Afgelopen februari was het de beurt aan 14 vwo-leerlingen om een “echte” Parijzenaar te interviewen. Presentaties over Parijse bezienswaardigheden werden niet voor de klas gegeven, maar levensecht op locatie.
Frans klinkt beter in Parijs Dorothée kwam jaren geleden op dit idee tijdens een congres. ‘Ik hoorde dat een school de examens compleet verving door een trip naar Parijs. Dus voor alle onderdelen: luisteren, spreken en schrijven. Te veel werk voor mij alleen, maar wát een mooi idee om een deel op te pakken en met leerlingen naar Parijs te gaan. De gesprekken met lokale inwoners zijn veel natuurlijker en komen het meest dichtbij een spontane situatie. Hoe dichter je op het “echte leven” zit, hoe waardevoller de ervaring.’
de stadswandelingen, waarbij de leerlingen allemaal een presentatie houden over een bekende bezienswaardigheid. Geheel in het Frans uiteraard. Leerling Milou vertelde iets over de Universiteit van Parijs. ‘Thuis had ik me voorgenomen om me in de trein verder voor te bereiden op de presentatie en het interview. Maar de weg ernaartoe was al zo gezellig, dus dat kwam er niet meer van. Ondanks de zenuwen ging de presentatie goed! Mocht je de tekst vergeten, dan kon je altijd terugvallen op een klasgenoot die jouw “souffleur” was.’
Stadswandeling met presentaties De driedaagse trip begint zondagochtend om 8.00 uur op het treinstation. Met de Thalys reist Dorothée, samen met een collega en de leerlingen uit 6 vwo, naar de stad van de liefde. Ze verblijven in een hostel midden in het centrum, vlakbij de Notre-Dame. Even de bagage droppen en door naar Montmartre, een wijk in Parijs. Hier starten
26
Boost voor hun zelfvertrouwen ‘De grootste winst is dat het een boost is voor hun zelfvertrouwen’, geeft Dorothée aan. ‘En het is natuurlijk vrij uniek, thuiskomen bij de Fransen.’ Op maandagochtend vonden alle interviews plaats, in een cafeetje of bij iemand thuis. Milou: ‘We gingen in tweetallen en je bereidt samen
COLOFON Carmel Magazine wordt gemaakt voor medewerkers en relaties van Stichting Carmelcollege
‘Je begint op nul en na zes jaar voer je een volwaardig gesprek’
en verschijnt drie keer per jaar. Wil je iets aan ons kwijt of heb je nog vragen? Stuur dan een mailtje naar carmelmagazine@ carmel.nl
wat open vragen voor. Als de één interviewt, dan filmt de ander. Het gaat uiteindelijk om de interactie, dus de vragen dienen meer als een back-up. Deze aardige meneer sprak natuurlijk alleen maar Frans, en je kunt je niet voorbereiden op wat hij gaat zeggen. Improviseren dus! De zenuwen waren zeker aanwezig, maar je werkt hier al een hele tijd naartoe. Het is een mooie test om al het geleerde in praktijk te brengen. Je begint op nul en na zes jaar zit je een volwaardig gesprek te voeren. Hier heb ik het dus al die jaren voor gedaan!’
‘Hier heb ik het dus al die jaren voor gedaan!’ Een gezellig uitje ‘Voor veel leerlingen was het de eerste keer in Parijs, dat is een ervaring op zich. Ook de zelfredzaamheid van leerlingen wordt op de proef gesteld. Ze zoeken zelf uit welke metro ze het beste kunnen nemen om ergens te komen’,
vertelt Dorothée. Milou vult haar aan: ‘Je ziet veel van de stad. In onze vrije tijd gingen we zelf op pad, de stad verkennen, shoppen, en samen eten en drinken in typisch Franse cafeetjes. We waren er voor ons examen, maar het voelde óók als een gezellig uitje.’
Redactie
Levendigheid, plezier en interactie
» Hans Morssinkhof • Perspect
• Stichting Carmelcollege » Fijke Hoogendijk » Daphne Razi • Hans Morssinkhof Publicity
Eenmaal terug in het oude vertrouwde lokaal Frans is er nog werk aan de winkel. Sommige leerlingen presenteren hun ervaringen aan vierde- en vijfdeklassers in het Frans. Anderen schrijven een verslag voor de docentenkrant. Ook staat het schriftelijk examen nog op het programma. Of Milou echt iets met de Franse taal gaat doen, dat waarschijnlijk niet. ‘Het motiveert wel om het nog beter te leren spreken. Wie weet komt het nog eens aan bod tijdens mijn vervolgstudie Commerciële Economie.’ Dorothée is blij met het enthousiasme van de leerlingen: ‘Het is mooi om te merken wat het doet met hun zelfvertrouwen. De meerwaarde zit hem in de levendigheid, het plezier, de interactie en het ervaren van het échte Franse leven. Ik gun iedereen deze mooie ervaring!’
Communicatiebureau » Suzanne Visser
Ontwerp en opmaak Digidee - creating brand love
Fotografie Van Dijken fotografie en film
Drukwerk Gildeprint
Oplage 4.510
27
» Het laatste woord
Een andere bril Kort voor dit magazine ter perse gaat, komt het bericht: scholen en andere instellingen sluiten. Zeker tot maandag 6 april, misschien zelfs nog langer. Nederland gaat dicht. Niet helemaal. We spreken alle creativiteit en mogelijkheden aan om ons onderwijs voort te zetten. Voor eindexamenkandidaten vindt de minister een oplossing. Andere leerlingen blijven we uitdagen langs digitale weg. Intussen investeren we in volgende, eveneens toekomstgerichte zaken. Zoals ons nieuwe visiedocument. De naam is bekend: Koers 2025, de inhoud is in de maak. Die halen we op, bij leerlingen, ouders, medewerkers en maatschappelijke partners. Samen nodigen zij ons uit om een andere bril op te zetten. Om nog meer aan te sluiten bij de vraag van leerlingen, samenleving en beroepsleven. Wisseling van perspectief ontsluit lang ondenkbaar geachte horizonten. Zo draagt (zelfs) een akelig virus op termijn bij aan nog beter onderwijs voor een betere wereld. Van en voor elke mens, heel de mens en alle mensen.
Stichting Carmelcollege Drienerparkweg 16 » Postbus 864 » 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 » info@carmel.nl » www.carmel.nl
@stgcarmel
@CarmelVacatures
stgcarmel
stgcarmel
stichting carmelcollege