5 minute read

KERNELEMENTEN VAN TAALDENKEN IN SPEL

Uitgangspunten Verkennen Verbinden Verrijken

1. Plezier in het spel staat voorop, voor kinderen en professionals

2. Schep spelsituaties waarin kinderen taal nodig hebben, met jou en met elkaar

3. Betrek alle kinderen in communicatie, dus ook de laagtaalvaardige, stille of minder actieve kinderen

4. Observeer eerst goed waar de kinderen mee bezig zijn in hun spel voordat je mee gaat spelen vanuit je spel:

5. Ga mee in het spel van de kinderen: stap in de doen-alsof-wereld

6. Betrek kinderen op elkaar met je taal:

7. Schep ruimte voor eigen bijdragen van kinderen en ga daarin mee vanuit je spel:

8. Verdiep het spel en breid het uit met je taal:

9. Benut kansen in het doen-alsof-spel om kinderen tot (complexe) denktaal uit te dagen

10. Gebruik een probleem of creëer een probleem in spel, samen met een begeleider van jullie organisatie. Jullie bespreken met elkaar waar je aan wilt gaan werken, wat tot nu toe je ervaringen zijn en wat je wilt gaan uitproberen.

Een inkijkje in een plg-bijeenkomst

Cansu werkt sinds een paar jaar als pm’er. Op haar locatie is veel aandacht voor spel en het team en de pedagogisch coach wil daarin nog verdere stappen zetten via het professionaliseringstraject Taaldenken in spel. In een van de plg-bijeenkomsten komt kernelement 5 aan de orde: ‘Stap in de doen-alsof-wereld.’ Hierbij heeft Cansu toch wel wat bedenkingen. Cansu is gewend de kinderen te observeren en ze reikt hen soms een idee aan of fluistert ze in wat ze zouden kunnen zeggen. Haar collega Nadia speelt vaak mee met de kinderen, maar Cansu vindt dat lastig. Helemaal met doen-alsof-spel, in de huishoek bijvoorbeeld. Ze voelt zich bekeken. Ze kan het gewoon niet goed. Wat zullen haar collega’s er wel van denken als ze zo raar doet? En ze vraagt zich ook af of de kinderen haar niet vreemd aan zullen kijken. Al snel blijkt dat meer collega’s zich hier ongemakkelijk bij voelen: ‘Het voelt gek.’ ‘Ik weet niet wat er gaat gebeuren.’ ‘Ik ben niet zo snel met improviseren.’

Nadia vertelt dat ze dat eerst ook had. Totdat Jonas haar meetrok naar de bakkerswinkel: ‘Jij ook kopen.’ Toen moest ze wel. En dat lukte ook nog: ze wilde een bruin bolletje. Dat bleek er niet te zijn. Dus hebben ze overlegd wat dan het meest daarop zou lijken, zodat ze het toch lekker zou vinden. Nadia’s verhaal maakt goed zichtbaar dat je zo de kinderen uitdaagt tot communicatie. Nadia, Cansu en haar collega’s willen juist meer van die natuurlijke communicatie in het spel uitlokken, omdat ze daarmee de taalontwikkeling van de kinderen sterk kunnen stimuleren. Hun collega Annet voegt daar nog aan toe, dat zij zelf niet houdt van ‘echt gek’ doen, maar dat ze haar rol speelt zoals ze ook in de echte wereld zou kunnen doen.

Van kikker naar avondje uit

In de loop van de plg-bijeenkomsten gaat Merjam, de begeleidster in deze plg, met de pm’ers oefenen in flexibel reageren. Bijvoorbeeld met een associatieoefening: Merjam zegt ‘kikker’ en vraagt de volgende om het eerste te zeggen dat er in haar opkomt. ‘Koud’. De volgende reageert daar weer op: ‘Schaatsen’. En de volgende: ‘Kramp’. En dan groeit de reeks verder: ‘Warm bad’, ‘Lekker geurtje’, ‘Avondje uit’. Doordat je op het laatste woord moet reageren, is het echt een oefening in je gedachten vrijuit laten gaan. Er zijn in zo’n oefening geen foute reacties: alles is goed. Wanneer je dan kijkt waar je bent begonnen en waar je uitkwam, is dat een mooi voorbeeld van flexibel reageren: van kikker naar avondje uit! Cansu en haar collega’s voelen zich geleidelijk aan meer thuis in dit soort improvisaties. Zo brengen de pm’ers in de plg-bijeenkomsten hun twijfel en dilemma’s naar voren. Ze bespreken met elkaar welke opties er zijn, wat ze belangrijk vinden voor de kinderen, welke overwegingen ze hebben, en wat ze zelf willen gaan proberen in hun groep. Iedere deelnemer brengt zijn eigen ervaringen en expertise in: zo leer je met elkaar en van elkaar.

Eigen film terugkijken, met je coach

Tussen de bijeenkomsten in oefent iedereen in haar eigen groep. En dan maakt ieder ook een filmpje daarvan om met de coach te bespreken. Pedagogisch coach Merjam en Cansu bekijken samen Cansu’s filmpje uit de huishoek. Cansu wilde in een eenvoudige spelsituatie gaan meespelen en communicatie uitlokken. Merjam vraagt haar wat ze ziet gebeuren bij de kinderen. Cansu mocht mee-eten bij Tracy en Daan. Daan, een vrij stille peuter, had opgeschept voor iedereen, en Tracy en Daan begonnen te eten. Cansu nam ook een paar happen. En zei toen dat ze nu wel genoeg had. Tracy vond als ‘moeder’ dat Cansu echt eerst haar bord leeg moest eten. Cansu keek sip, en keek toen Daan aan. Die zei dat ze pas daarna haar toetje mocht. Cansu stribbelde nog wat tegen, waardoor Tracy en Daan probeerden haar te overtuigen: ze moet eten, anders word je ziek; ze moet er nog van groeien. Cansu zag zo duidelijk in haar film terug dat de kinderen actief aan het denken en praten waren. En dat ze zelf op een natuurlijke manier op de situatie inspeelde. Merjam laat nog een keer in het filmpje zien hoe Cansu echt ruimte creëerde voor actieve inbreng van de kinderen: door hen uit te dagen met een ‘probleem’ (hoe ga je om met een kind dat niet wil eten?), en door af en toe wat te zeggen en dan weer stil te blijven. Cansu neemt zich voor vaker stil te blijven, ook in andere situaties. En om de denkontwikkeling van kinderen te stimuleren via een probleem dat past in de spelsituatie.

Een professionaliseringstraject

De combinatie van plg-bijeenkomsten, achtergrondkennis (over spel- en taalontwikkeling), oefenen, eigen films maken en die met je coach bespreken, zorgt ervoor dat je als pm’er echt je eigen vaardigheden verder kunt ontwikkelen. Ook als je al veel ervaring hebt. Zo zei Daphne, een van de pm’ers die deelnam in de ontwikkelfase van Taaldenken in spel: ‘De coaching vond ik heel fijn. Vooral als je al veel ervaring hebt, doe je soms dingen intuïtief en op je gevoel. Je blijft gemakkelijk hangen in het idee ‘we kunnen het wel’. Door de coaching ga je weer nadenken over: wat ging goed, wat niet?’ <

Oefening: geef de kinderen het voortouw

Maak een filmpje…

• je speelt mee in spel van de kinderen

• en laat daarbij ál het initiatief van de kinderen komen

• je reageert natuurlijk wel op die initiatieven: volgend, open

• maar jij voegt zelf géén nieuwe dingen toe

Bekijk het filmpje…

• zoek momenten waarop de kinderen heel actief zijn

• zijn ze daar ook aan het praten?

- zo ja: hoe ga je daarop in?

- zo nee: wat zou je op zo’n moment kunnen doen om het praten uit te lokken?

Verder lezen?

• Website (met voorbeeldfilmpjes): www.taal-in-spel

• Onderzoeksrapport: https://kohnstamminstituut. nl/rapport/taaldenken-in-spel-een-professionaliseringstraject/

• Kijkwijzer: https://kohnstamminstituut.nl/wp-content/uploads/2021/03/Taaldenken-kijkwijzer-bijde-10-kernelementen.pdf

• In de train-de-trainer cursus ‘Kwaliteit van taaldenken in spel’ (https://eduseries.matrixlms.com/ visitor_catalog_class/show/645344), krijgen begeleiders een uitgebreide handleiding en alle materialen om het traject uit te voeren binnen de eigen organisatie

Als pedagogisch medewerker heb je ermee te maken: je gaat meespelen in een van de speelhoeken waar kinderen al begonnen zijn met spelen. Je komt de hoek binnen en vult direct de hele hoek, niet alleen met je veel grotere lijf maar ook met wat je doet en zegt.

This article is from: