8 minute read

Meer ruimte voor diversiteit en inclusie

Wat betekent diversiteit en inclusie voor de kinderopvang? Hoe kunnen we alle kinderen het gevoel geven dat ze er mogen zijn, dat ze erbij horen en dat ze gewaardeerd worden? Wat doet pesten, uitsluiting en discriminatie met jonge kinderen? En welke vooroordelen hebben we zelf?

Hoe kunnen we opvoeden met respect voor diversiteit?

Een meisje brengt de pop naar bed, wiegt de pop en zingt een slaapliedje. ‘Heerlijk aan het spelen’, zou je zeggen. Wie goed kijkt ziet toch iets geks. Er zijn geen poppen die op haar lijken. Er zijn geen personages in prentenboeken die zij kan naspelen. Er zijn geen verkleedkleren die lijken op de kleding van haar voorouders, geen muziek zoals thuis, geen spullen die herinneren aan haar achtergrond.

Ieder kind is uniek en heeft het recht om gezien, gewaardeerd en gerespecteerd te worden. En dat is heel belangrijk, want kinderen vormen hun zelfbeeld aan de hand van interacties, rolmodellen, verhalen en beelden om hen heen. Maar biedt die omgeving wel ruimte voor diversiteit? Zijn het speelgoed, de prentenboeken, muziek en spelletjes op de groep een afspiegeling van de diversiteit in de samenleving? Praten we met respect en interesse over de achtergrond van de kinderen?

Diversiteit in volle breedte

Ik hoor regelmatig pedagogisch medewerkers (en ouders) zeggen dat ze wel meer ruimte voor diversiteit willen en dat ze kinderen antiracistisch willen opvoeden, maar niet weten hoe. ‘Ja we zijn ermee bezig. We hebben een bruine pop op de groep’, vertelt een pedagogisch medewerker. Dat is natuurlijk mooi. Maar diversiteit houdt veel meer in.

Wat verstaan we onder diversiteit? Alle kenmerken van mensen: sociaal-culturele achtergrond, educatie, beroep, financiële situatie, gender en sekse, levensbeschouwing/religie, uiterlijke kenmerken, leeftijd/levensfase, talenten, gezondheid. Het gaat dus om diversiteit en inclusie in de breedte.

De kaartenset Wij zijn samen verschillend is gebaseerd op Samen Verschillend. Pedagogisch kader diversiteit in kindercentra 0-13 jaar dat gaat over kinderen en hun bijzonderheden, hun familiecontext, achtergrond en toekomstperspectieven. En over hoe professionals in de kinderopvang kunnen bijdragen aan een samenleving waarin elk kind een unieke plaats heeft.

De diversiteitskaarten zijn gemaakt voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang, leerkrachten in het basisonderwijs en studenten

Diversiteitskaarten, een praktisch hulpmiddel

Wat kunnen pedagogisch medewerkers en leerkrachten bijdragen aan respect voor diversiteit? Ana del Barrio Saiz en Anke van Keulen ontwikkelden een praktisch hulpmiddel: de Diversiteitskaarten ‘Wij zijn samen verschillend’. Deze kaartenset biedt een praktisch handvat om bewust te worden van het thema diversiteit en kennis over dit thema te vergroten. De kaarten bevatten bovendien concrete voorbeelden van pedagogische activiteiten die inclusie bevorderen. Eigenlijk worden de volwassenen met deze kaarten uitgenodigd om te spelen. Om weer met nieuwe ogen te kijken.

van pedagogisch opleidingen. Zij gebruiken de kaarten onder begeleiding van een pedagogisch coach of docent in teambesprekingen of tijdens workshop/studiesessies.

Op elke kaart staat een thema uit het pedagogisch kader Samen Verschillend centraal, met daarbij een praktijkvoorbeeld, achtergrondinformatie en een reflectievraag of oefening.

De werkvormen zijn reflectievragen, oefentips voor de pedagogische praktijk en het delen van ervaringen.

De kaartenset is gratis te downloaden op www.anadelbarrio.nl/

Eigen bril

Werken aan respect voor diversiteit en inclusie vraagt om een gezamenlijk leerproces. Want als pedagogisch medewerker ben je niet neutraal of zonder cultuur. Hoe je bent opgevoed, je huidskleur, je geslacht, je woonplaats, draagt bij aan wie je bent aan en hoe je behandeld wordt. Je zou kunnen zeggen dat je in de loop van je leven een bril hebt gemaakt door ervaringen, waarden en normen in je eigen opvoeding; door je opleiding en theorieën die je je eigen hebt gemaakt; door wat je dagelijks ziet, hoort en leest en bespreekt met je collega’s, vrienden en familie. Hierdoor vallen sommige dingen op en andere dingen juist minder. Dit heeft uiteraard ook invloed op hoe we ons uitdrukken, ons (pedagogisch) handelen, de activiteiten die we aanbieden, het materiaal dat we aanschaffen.

Bij het bemiddelen bij onenigheid tussen kinderen over speelgoed blijken pedagogisch medewerkers van Nederlandse afkomst bijvoorbeeld vaker te zeggen ‘om de beurt’, terwijl pedagogisch medewerkers van Marokkaans-Nederlandse afkomst vaker kinderen aanmoedigen om samen te spelen met het speelgoed.

Tip: Iedere cultuur heeft zijn eigen muziek, liedjes, versjes en hand- en schootspelletjes zoals ‘zagen zagen’. Kun je misschien muziek, liedjes of spelletjes uit andere culturen gebruiken?

VN-verdrag van de Rechten van het Kind

Artikel 2: Elk kind heeft het recht zich te ontplooien in een omgeving die gekenmerkt wordt door gelijkwaardigheid en respect voor diversiteit.

Artikel 12: Elk kind heeft het recht om haar of zijn mening kenbaar te maken over zaken die hem of haar aangaan. De visie van elke kind moet erkend en gewaardeerd worden.

Onbewust

Je denkt misschien ‘discriminatie speelt bij ons niet’. Of we kinderen de ruimte geven om te zijn wie ze zijn, zit echter verborgen in onze uitspraken, reacties en ons handelen. En die verborgen boodschappen zijn vaak heel subtiel en onbewust. Denk maar eens aan pleisters. Die zijn vaak alleen maar verkrijgbaar in zalmroze. Ook op kleurpotloden staat er ‘huidskleur’ op het zalmroze potlood. ‘Er zijn toch heel veel huidskleuren? Waarom zou dat de standaard zijn?’ merkte kunstenares Gerjanne van Zuilen op. Het geeft de onbewuste boodschap aan kinderen met een andere huidskleur dat hun huidskleur er niet bij hoort.

Tip: Breng wat diversiteit in je materiaal en inrichting. Bijvoorbeeld poppen met verschillende etnische uitstraling, pleisters in verschillende tinten, alledaagse spullen uit verschillende culturen, kleurpotloden of krijtjes in alle huidskleuren (bijvoorbeeld van Lyra) en prentenboeken die diversiteit uitstralen.

Ook in onze uitspraken en vragen komt ons eigen beeld van de wereld terug en dat kan een kind het gevoel van uitsluiting geven. Bijvoorbeeld wanneer er na de zomer in de kring aan alle kinderen wordt gevraagd waar ze naartoe zijn geweest. Een kind dat uit een gezin komt waar op vakantie gaan niet mogelijk is, kan zich buitengesloten voelen.

Je kunt er ook niet van uitgaan dat wanneer een gezin naar het buitenland gaat, dat zij op vakantie gaan. Zoals dit voorbeeld laat zien: ‘Oh jullie gaan familie bezoeken in het buitenland tijdens de vakantie’, zei de pm’er. ‘No we go home’, antwoordde de ouder. Dit gezin gebruikt de vakantieperiode om naar hun geboorteland te reizen en daar in hun eigen huis op te laden voor de periode na de vakantie.

Wat een mooie naam!

De volgende voorbeelden laten verschillende reacties zien van een professional op de naam van een kind.

Hallo. Hoe heet jij? vraagt de pedagogisch medewerker aan het meisje.

Parvaneh, zegt ze verlegen. Hoe zeg je? Par…?

Parvaneh, herhaalt de moeder. Oké.Wat een moeilijke naam. Dat ga ik niet in één keer onthouden hoor.

Het meisje gaat stilletjes zitten.

Hallo. Hoe heet je?

Parvaneh, zegt het meisje verlegen.

Wat een mooie naam! Die naam ken ik nog niet.Wat betekent die naam?

Vlinder.

Wat mooi. Parvaneh. Zeg ik het zo goed?

Ja.

Echt een mooie naam. Parvaneh straalt en haar moeder ook.

In het tweede voorbeeld mag Parvaneh trots zijn op haar naam en mag ze vertellen over haar naam.

In het eerste voorbeeld krijgt zij die kans niet. De pedagogisch medewerker reageert wat onzeker op de naam. Het meisje kan zich hierdoor ongemakkelijk voelen en het gevoel krijgen dat haar naam niet mooi is. Ieder kind mag trots zijn op zijn afkomst. Waarom zouden we dan niet met enthousiasme en interesse reageren op buitenlandse namen?

Onbewuste vooroordelen

Kinderen ervaren al op jonge leeftijd vooroordelen. Door alle subtiele en soms minder subtiele boodschappen hebben ze een beeld van wie er ‘succesvol en geliefd’ is in onze samenleving. Het bekende poppenexperiment, uit de jaren ’40 en ’50 en recent herhaald, laat dit zien. Alle kinderen, ongeacht hun huidskleur, vonden witte poppen mooier en liever dan zwarte poppen. Wanneer gevraagd werd op welke pop ze zelf het meest leken, hadden kinderen met een andere huidskleur het zichtbaar moeilijk. Ze kozen de zwarte pop – de pop waarvan ze net hadden gezegd dat hij lelijk en stout was. Discriminatie beïnvloedt kinderen in hun identiteitsontwikkeling, in hun zelfbeeld, in hun welbevinden, in hun motivatie tot leren. Wil je eens onderzoeken hoe dat bij jou werkt? Dan is deze test interessant om eens te doen om te kijken welke verborgen voorkeur voor huidskleur of etnische achtergrond je hebt: www.onderhuids.nl/ test-jezelf/.

Tip: De familiemuur is een mooie manier om met ouders en kinderen in gesprek te gaan over thuis en geeft ouders en kinderen het gevoel dat zij als familie gewaardeerd worden. Op kaart 2.4 van de Diversiteitskaarten staat uitgelegd hoe je de familiemuur vormgeeft. Je kan met kinderen samen op zoek naar overeenkomsten tussen families. Bijvoorbeeld: ‘Hé. Jullie hebben allebei een broertje’. Let niet alleen op uiterlijke overeenkomsten, maar vooral op gedeelde kwaliteiten en interesses.

Kaartenset We zijn samen verschillend

2.4. Ouders ontmoeten met de familiemuur

Een familiemuur is een muur op school of in het kindercentrum waarop foto’s hangen van alle gezinnen. Deze muur geeft kinderen en ouders het gevoel dat zij als familie gewaardeerd worden en biedt een aanleiding voor gesprekken met ouders. Een kindercentrum is bij uitstek geschikt als ontmoetingsplaats, waar alle verschillende kinderen, ouders, pedagogisch medewerkers en leidinggevenden elkaar tegenkomen, en samen dingen kunnen doen. Een familiemuur is een ideale methodiek om zo’n ontmoetingsplaats vorm te geven.

Kaartenset We zijn samen verschillend foto’s ze willen ophangen en wat ze willen vertellen over hun privéleven

Hoe maak je een familiemuur?

› Maak eerst met je team van ieder teamlid een familiemuur en bespreek dat samen.

› Leg ouders uit waarom je een familiemuur gaat maken en vraag hen om familiefoto’s mee te nemen. Maak een fotocollage per kind en hang ze op in de groep of in de hal.

› Nodig ouders uit om de familiemuur te bekijken. Betrek de kinderen hierbij; zij vinden het leuk om elkaars familie te zien en om hun eigen familie te laten zien. Let erop dat er van alle families foto’s aan de muur hangen.

Reflectievragen

 Wat zijn voor jouw team redenen om met een familiemuur te werken?

 Sommige ouders zijn beducht om hun (privé) foto’s te geven. Wat doe je dan?

 Een moeder bekijkt de familiemuur en zegt: ‘wat zielig dat kind heeft twee moeders’. Wat is jouw reactie?

Tip: Zie ook kaart: 2.1.

Waarom een familiemuur?

Met een familiemuur werk je als kindercentrum inclusief en sluit je niemand uit. Als pedagogisch medewerker neem jij het initiatief tot gesprekken bij de familiemuur, dit hoort bij je professionele rol. De ouders en de kinderen bepalen welke www.anadelbarrio.nl – www.mutant.nl

En Doeleman (2006). Een handleiding over deze methodiek (Families in beeld) is gratis te downloaden op http://www.epub.nl/ boeken/595/families-in-beeld; kijk bij ebooks.

Tip: Bespreek met ouders dat je graag aandacht wilt besteden aan de thuiscultuur. Geef aan dat je interesse hebt in de cultuur van de kinderen en hier een plek voor wilt creëren op de groep. Hebben ouders daar misschien ideeën voor?

Aandachtspunten

Hoe ga je zo’n leerproces over diversiteit aan? Uit het praktijkonderzoek ‘Diversiteit en Verbinding’ van Elly Singer en Anke van Keulen, dat tussen 2020-2021 in samenwerking met drie kinderopvangorganisaties plaats vond, komen de volgende aandachtspunten naar voren:

• Bewustwording: dit is nodig bij alle betrokken professionals (pedagogisch medewerkers, managers, coaches, de hele organisatie): kinderen en ouders kunnen talenten, ervaringen, verwachtingen hebben die niet onderkend worden. Kinderen en volwassenen kunnen het gevoel hebben er niet bij te horen, niet welkom te zijn.

• Respectvol gedrag stimuleren: hieruit spreekt dat iedereen er mag zijn, en het recht heeft om naar eigen vermogen te participeren.

• Reflectie op gang brengen: aansluiten bij wat in de samenleving leeft; er zijn grote maatschappelijke gevolgen van uitsluiting en discriminatie voor sommige groepen, zoals minder inkomen, minder kansen op werk, carrière en goede gezondheid.

De diversiteitskaarten bieden een praktisch handvat voor deze aandachtspunten. De kaarten bevorderen bewustwording over het thema diversiteit, ze vergroten de kennis en geven concrete voorbeelden van pedagogische activiteiten die inclusie bevorderen. Zo bouwen we samen aan een wereld waarin alle kinderen zich gezien en gewaardeerd voelen! <

Over de auteur

Mehrnaz Tajik is adviseur Jonge Kind bij de CEDGroep. Zij geeft trainingen, lezingen en coaching over spelontwikkeling en spelbegeleiding, ontdekkend leren en omgaan met diversiteit. Daarnaast geeft zij les aan de opleiding Spelagogiek aan de Hogeschool Utrecht.

Bronnen

• Eva Dierickx en Eva Faes (2020). Gesprekken over etniciteit, HJK, nr. 3, p. 22-24.

• Sanne K. Huijbregts (2009). Cultural diversity in centre-based child care: Differences and similarities in caregiveres’ cultural beliefs. In A. Keulen en E. Singer (red.). Samen Verschillend. Pedagogisch kader Diversiteit in kindercentra 0-13 jaar. Maarssen: Reed Business.

• EarlyYearsBlog Pauline Slot, 8/10/2018, Culturele diversiteit en vooroordelen, https://earlyyearsblog.nl/2018/10/08/culturele-diversiteit-en-belang-rolmodellen/ en 08/06/2020 Discriminatie: samen kunnen we hier iets aan doen, https://earlyyearsblog.nl/2020/06/08/discriminatie-samenkunnen-we-hier-iets-aan-doen/

• Wilma Schepers (2021). Werken aan diversiteit, BBMP, p 15-17.

• Pauline Slot, 08/06/2020. Discriminatie: samen kunnen we hier iets aan doen, earlyyearsblog. nl/2020/06/08/discriminatie-samen-kunnenwe-hier-iets-aan-doen/

This article is from: