The Daily Indie | Issue #04

Page 1

Issue #04 www.thedailyindie.nl

SUUNS | WHITE FENCE | METZ


foto Julia Hendriks

voorwoord

Daar zijn we weer! De edities beginnen nu steeds sneller achter elkaar uit te komen, editie 5 (de eerste jubileumeditie) is zelfs al in zicht! Per editie merk ik dat we steeds meer onze eigen weg aan het vinden zijn en weten wat we willen. Zowel qua opmaak als qua content. We behandelen deze editie weer een hele lading nieuwe en jonge bands, maar we hebben ook weer een paar grotere ‘indie-namen’ weten te strikken. Bands en artiesten die voor mijn gevoel goed op elkaar aansluiten en een goede afspiegeling zijn van wat ik ook dagelijks deel via de social media van The Daily Indie en wat ik op de website post. Bands en artiesten die ik te gek vind, waar ik in geloof en die ik aan zoveel mogelijk mensen wil laten horen.

The Daily Indie

Ik schrijf dit terwijl ik naar een muur vol A4’tjes kijk, met daarop de indeling van het nieuwe tijdschrift. Waar ik het A4’tje van Jacco Gardner zie en direct terugdenk aan de dag dat we samen met Modereporters en Jacco een prachtige fotoshoot hebben gedaan in het schitterende restaurant Bazar Amsterdam in de Albert Cuypstraat. De posters van INDIE INDIE, die tegenwoordig zeker twee keer in de maand een te gekke undergroundavond organiseren in Vrankrijk. De introducerende interviews met bands als Wampire, Cosmonauts en The Cigarette Bums, maar ook grotere namen als SUUNS, METZ, White Fence en Villagers. Persoonlijke helden die in mijn eigen magazine staan! Bij elk blaadje dat hier op de muur hangt ben

ik trots dat we hem kunnen publiceren en aan onze lezers kunnen laten zien. Dat we ‘t hem gewoon weer geflikt hebben deze editie en dat de volgende alweer lekker onderweg is met een aantal mooie namen en een hoop leuke ideeën. We hebben de smaak goed te pakken, een leuk team bij elkaar, een goede dosis enthousiasme en bijna te veel toffe, nieuwe muziek die we móéten delen. Die drang om nieuwe muziek te vinden en te delen is elke dag nog steeds bijzonder groot, en de drang om elke keer een nieuw magazine te maken haast nog groter. Want op het moment dat ik de concertagenda in elkaar aan het zetten ben, begint het alweer te jeuken als ik al die artiesten zie die weer naar Nederland komen. Ik heb er zin in!

Issue 4


Colofon

Hoofdredacteur Ricardo Jupijn Grafisch Ontwerp Iris Deppe, Ricardo Jupijn, Kyra Neve, Kevin Smink & Laura Steenge Eindredactie Ricardo Jupijn & Sophie Westhiner Redactie Robin van Essel, Cathelijne de Groen, Yoram van Hees, Wessel van Hulssen, Lisa de Jongh, Ricardo Jupijn, Harm de Kleine, Maartje Knaap, Jelmer Luimstra, Bart Nijland, Joris Postulart, Roeland Rutgers, Liske Steenbergen, Rinze Voorberg & Sophie Westhiner Fotografen Julia Hendriks, Victor van der Griendt (Mcklin), Melissa Houben, Maan Limburg & Robin van der Ploeg Special Thanks To Maartje van Denderen, Tonnie Dieleman, Jacco Gardner, David Jupijn, Jorn Mathijssen, Jasper van der Put & Leonie Wenting

Coverfoto Maan Limburg

Publisher Rising Step www.risingstep.com The Daily Indie Magazine Voor algemene informatie: thedailyindie@gmail.com Bezoek Ons Online www.thedailyindie.nl facebook.com/thedailyindie twitter.com/the_daily_indie

Advertising advertising@thedailyindie.nl Promotiemateriaal promo@thedailyindie.nl


The Daily Indie

Issue 4


The Daily Indie

Issue 4



redactie top vijf

1-2-3-4-5

SONG: Mozes and the Firstborn - Seasons Je hoeft niet heel lang naar een nummer van Mozes and the Firstborn te luisteren of een concert te bezoeken, om door te hebben dat dit een fuckin’ gave band is. Wij hielden de band dan ook in de smiezen, interviewden ze in issue #02 en keken uit naar hun debuutalbum. Waarvan we kunnen niets anders zeggen dan dat het een heerlijke plaat is geworden: de energie, verwoestende drums, krachtige zang en de west coast ademende gitaarpartijen maken dit een garagepareltje. Het nummer Seasons was tijdens het maken van deze editie ons lijflied. Die rauwe en groovende energie: heerlijk! These boys got skills.

FASHION: Dearhunter Vintage Dearhunter is de plek om in Rotterdam je vintage kleding en accessoires te scoren. In een mooi licht pand aan de prachtige Eendrachtsweg - om de hoek van de Witte de Withstraat - vind je bij Dearhunter een gevarieerd aanbod van unieke vintage kleding en accessoires. De collectie is een eigentijdse mix van stijlvolle stukken en toffe eyecatchers met opvallende prints. Naast het shoppen kan je hier ook terecht bij kapsalon Dye Hard voor een nieuw kapsel of kleurtje. Bezoek zeker de winkel eens als je in Rotterdam bent, want Dearhunter heeft echt een te gek assortiment in hun winkel liggen en hangen.

BLOG: Booooooom Hoe ze het zelf zeggen: “Booooooom was launched in 2008 by Vancouver-based artist Jeff Hamada, with the hope that it would foster a community of people excited to go out and be creative. It has quickly become one of the largest blogs on the internet, with 3 million pageviews each month, and readers from all over the world. Incredibly, this is mainly the result of good old fashion word-of-mouth! So if you’ve told even one person about this place hold your hand up to the monitor and accept this high-five! Did you feel that? That was no regular high-five, that was the highest-five in the history of highs and fives.”

CONCERTS: INDIE INDIE We kunnen niet vaak genoeg het Amsterdamse muziekplatform INDIE INDIE benadrukken. Begonnen als blog, maar sinds 2012 ook organisator van een heel zooitje toffe band-avonden. En die blijven zeker niet onopgemerkt bij de liefhebbers van fijne nieuwe underground bands. Inmiddels worden er steeds meer avonden geboekt en moet je op tijd zijn voor een plekje in het gezellige en muffe Vrankrijk (Spuistraat), waar de avonden tegenwoordig worden gehouden. Houd hun agenda zeker in de gaten als je op zoek bent naar onontdekte nieuwe bands, een goede sfeer en goedkoop bier (dat ook nog!).

FESTIVAL: The Great Escape The Great Escape: het showcase-festival van Engeland waar je je favoriete nieuwe band kunt zien spelen in een klein zaaltje. Een soort Eurosonic/Noorderslag, alleen dan Brits en aan het strand. De kustplaats Brighton staat elk jaar decor voor 350 bands en artiesten die het in 2013 en 2014 gaan maken. Als je snel bent zijn er nog kaartjes te koop voor het festival, dat van 16 t/m 18 mei plaats zal vinden. The Daily Indie is er in ieder geval bij, want al die nieuwe bands mogen we natuurlijk niet missen! Voor meer informatie over tickets en line-up (die standaard erg goed is), check de website door rechts op het logo te klikken.

The Daily Indie

Issue 4


foto v/d redactie

+ Issue #04 Playlist

Late nights at The Daily Indie HQ...

Luister The Daily Indie terwijl je ‘m leest

Klik op de cover om Issue #04 op Spotify te beluisteren

The Daily Indie

Issue 4


new indie

Mikal Cronin & Wavves

Mikal Cronin - Shout It Out Mikal Cronin speelde in allerlei bandjes, maar bleek zelf ook verdomd toffe liedjes te schrijven. Dat hoorden we al op zijn zelfgetitelde debuutalbum, dat in 2011 plots omhoog kwam zetten uit de grote golf van west coast garagebandjes. 13 mei komt Cronin terug met zijn nieuwe album ‘MCII’, waarvan Shout It Out de eerste, bijzonder opgewekte single is. We zien een videoclip voor ons met versnelde opnames van een strand vol bbq’s, bier, rondrennende en lachende meisjes en mensen die doen alsof ze de camera op de foto zetten.

Wavves - Sail To The Sun Op 26 maart komt het nieuwe album ‘Afraid Of Heights’ van Wavves uit, die verrassend genoeg geproduceerd is door John Hill (M.I.A., Santigold, Rihanna). Voorproefje Sail To The Sun klinkt als een ouderwets staaltje pop-punk die we gewend zijn van de band. Catchy, energiek, snel en vol ‘Wavvesiaanse’ melodieën. Het klinkt allemaal iets cleaner en directer dan voorheen, wat waarschijnlijk het werk van Hill is. Gelukkig is de hele strand en west coast-vibe nog ruimschoots aanwezig. Op 26 maart dus: ‘Afraid Of Heights’.

The Daily Indie

Issue 4


new indie

The Black Angels & Dead Ghosts

The Black Angels - Don’t Play With Guns Van het moment dat de bas het nummer inzet, weet je het al: Oh! Yeah! The Black Angels zijn terug, en dat wordt vet (zoals altijd eigenlijk). Op 2 april verschijnt het nieuwe album ‘Indigo Meadow’, en dat belooft, afgaande op het nummer Don’t Play With Guns weer een stevige psychrocker te worden. De fuzzy en groovy baslijnen, spooky orgeltjes, rauwe gitaren en de ongelooflijk lekkere drive laten je smeken om meer. Is het al 2 april?!

Dead Ghosts - Roky Said Het blijft maar komen! Er lijkt echt geen eind te komen aan allerlei toffe, vuige en ‘nognooit-van-gehoord’ garagebandjes uit Californië, waar wij al jaren een zwak voor hebben. Dead Ghosts is er ook weer zo eentje. 30 april komt hun nieuwe album ‘Can’t Get No’ uit via Burger Records (het label dat ongeveer elk garagebandje uit LA en SF uitbrengt). Wat ons op een idee bracht: als iedereen nou geld naar The Daily Indie opstuurt, dan vliegen we naar die west coast en maken we daar eens een hele grote special van. Deal?

The Daily Indie

Issue 4


new indie

Thee Oh Sees & Yellowbirds

Thee Oh Sees - Toe Cutter - Thumb Buster Van die hoes kregen we het al een warm (sowieso bij de aankondiging van een nieuw Thee Oh Sees-album), maar met de muziek zit het ook wel snor. ‘Floating Coffin’ komt 16 april uit, de eerder verschenen albumpreview Minotaur was nog tamelijk laidback, waar Toe Cutter - Thumb Buster dik is. Ontzettend dik. En fuzzy. Een hele hoop ontzettend zware gitaarpartijen die ondergedompeld zijn in dikke, vette fuzz. Gooi daar repeterende basen drumpartijen plus delayende zang bij en BAM! Moddervette garage als eindresultaat.

Yellowbirds - Young Men Of Promise Young Men Of Promise heeft de zonnige en lichtfuzzy kant van Ty Segall, een melodie die op een vroeg Shins-album had kunnen staan en een toefje Deerhunter on top of it. De New Yorkse band Yellowbirds, onder leiding van Sam Cohen, komt 28 mei met hun nieuwe album ‘Songs From The Vanished Frontier’. Als dat album volstaat met ietwat viezige, gruizige, maar toch lichtvoetige psych-pop als dit nummer, zou het zomaar eens zo’n verborgen pareltje kunnen worden tussen alle andere grote releases van de komende tijd.

The Daily Indie

Issue 4


introducing

The Cigarette Bums

tekst Ricardo Jupijn

Voor iedereen die zijn muziek graag vuil, dansbaar, lo-fi en fuzzy wil, is er The Cigarette Bums. We spreken met Steven (gitarist/zanger), die hier en daar bijgestaan wordt door Eamon en Ryan. Hi guys! Wat zijn jullie allemaal aan het doen op het moment? “We zijn veel nieuw materiaal op aan het nemen de laatste tijd, dus we doen het vandaag even rustig aan. Ik werk bij een platenzaak in LA en vanavond speelt Eric Burdon (zanger van The Animals red.) een show, waarna ik plaatjes ga draaien.” Hoe zijn jullie de band begonnen? Steven: “Nou, dat ligt er dus aan, aan wie je het vraagt” Eamon (gitarist/zanger): “Ik ontmoette Steven op de middelbare school toen we met een groep stonden te roken. Ik hoorde dat hij tegen iemand over de blues aan het praten was, dus ik stapte op ‘m af en vanaf daar ging het eigenlijk.” Ryan (gitarist/zanger): “Jaime en ik speelden en in een duo genaamd The Hips. Steven was destijds wat aan het jammen met zijn broer en Eamon, en die wilde meer toeren, dus vroeg hij aan ons of we niet samen konden spelen.” Voor lezers die The Cigarette Bums

The Daily Indie

niet kennen, hoe kun je jullie band het beste beschrijven? “Wild, freakout, trashcan stomp that’ll make you wanna bop.” Wat draaien jullie in de bandbus? “Onze bus heeft geen werkende iPodaansluiting, tape-deck, cd-speler of iets anders, dus we luisteren meestal naar de radio… Maar on the road kan die best hard blazen en we hebben geleerd that the road loves AC/DC, want het lijkt alsof dat het enige is dat er telkens gedraaid wordt. Wanneer we de iPod-aansluiting wel aan de praat krijgen, dan draaien we vaak albums van labels die we tof vinden, zoals Burger Records, In The Red, Goner Records etc.” Wat kunnen we nog verwachten? “We willen dit jaar nog wat 7-inches gaan doen met bevriende bands en een full length zit er wel aan te komen. En hopelijk nog veel meer toeren. Ik hou echt van jullie rauwe en gruizige opnames. Kun je ons iets vertellen over het maken van de EP? “Ik hou echt van lo-fi en het proces van reel-to-reel opnemen. Het creëert echt een atmosfeer die je met digitaal opnemen niet krijgt.” Eamon: “Maar dat betekent niet dat we er tegen zijn of zo.” Steven: “We hebben deze net ge-

maakt voor we op tour gingen. Het waren twee sessies: eentje voor de instrumenten die bijna vijf uur duurde en nog een andere voor de zang van acht uur ’s avonds tot zes uur ’s ochtends. Toen speelden we die avond een release-show en zijn we op tour gegaan de volgende dag.” Wat is het leukste aan het spelen in The Cigarette Bums? Steven: “Iedereen haat je.” Eamon: “Om de nummers te spelen die we samen hebben gemaakt...” Ryan: “Betaald krijgen om dronken te worden.” Hebben jullie nog wat toffe, nieuwe West Coast-bands voor ons? Steven: “Ik vind Criminal Hygiene, Spaceships, Beach Party, Meat Market, Lovely Bad Things erg gaaf. Maar het is voor mij moeilijk te zeggen, want ik ga elke avond wel ergens naartoe, dus ik zou eeuwig door kunnen gaan.” Eamon: “Night Beats.” Steven: “Night Beats zeker, inderdaad! Oh, en The Pharmacy. Alles wat zij doen is te gek. En Wyatt Blair, Mr. Elevator en The Brain Hotel.” Nog iets anders? “We zijn blut, dus koop onze muziek. Oh ja, boek daar ook een tour voor ons zodat we naar Europa kunnen.”

Issue 4


introducing

Baby Guru

tekst Maartje Knaap

Baby Guru zit verstopt in een donker hoekje van de Spieghel in Groningen. Een uur later zullen ze hier hun psychedelische sixties krautrock tijdens Eurosonic laten horen. In half Grieks, half Engels en bijna schreeuwend om boven de kneiterharde metal op de achtergrond uit te komen, vertelt het drietal over de invloeden van spiritualiteit, Afrika en de crisis op hun muziek. ‘Doop der namen’ George, Axion en Joe stellen meteen hun alterego’s voor: Prins Obi, Sir Kasmiche en King Elephant. Ze noemen dit ook wel de ‘doop der namen’, want na deze doop zijn ze pas echte Baby Gurus geworden: “Soms gedragen we ons echt als baby’s, maar we zijn voornamelijk goeroes”, lacht Prins Obi. “En met goeroes bedoelen we hier spirituele leraren van onze muziek.” King Elephant heeft op dat moment zelf even een spiritueel moment nodig en blijkt dan ook niet zo’n taaie huid te hebben als zijn naam doet vermoeden. Hij zegt het harde geluid van de muziek niet aan te kunnen en gaat even terug naar het hotel om tot zichzelf te komen. We houden er gelukkig nog twee over om te ondervragen. Afrikaanse invloeden De jongens hebben net hun tweede album ‘Pieces’ uitgebracht bij Inner Ear Records, waar net als bij hun debuut-

The Daily Indie

album veel verschillende muziekstijlen op terug zijn te vinden. Alles is mogelijk, zo springen ze van punk naar proto-elektronica en folk. Opmerkelijk zijn ook de Afrikaanse invloeden, ze spelen alledrie percussie: “Afrika fascineert ons. We willen er graag een keer naar toe,” zegt Sir Kasmiche. Op dit tweede album besloten ze ook voor het eerst een gitaar te gebruiken: “We dachten altijd origineel te zijn door geen gitaren te gebruiken, maar we misten toch iets. Het voegt toch net iets extra’s toe.” De economische crisis De jongens zijn gefrustreerd over de economische crisis en uiten dit op ‘Pieces’: “Onze muziek gaat meestal over dagelijkse routines. Sinds de crisis in Griekenland zijn deze routines door de war geschopt”, vertelt Prins Obi. Het kon dan ook bijna niet anders dit in hun muziek te verwerken. “Niet alleen voor onze families die nu grotendeels uit werklozen bestaat is de crisis heftig, maar ook voor ons als muzikanten. Het was al moeilijk om geld te krijgen voor een optreden, maar nu kan je dat al helemaal vergeten!”

Het drietal wil nu namelijk vooral zoveel mogelijk muziek maken, wat ook een van de redenen is dat ze naast Baby Guru een nieuw project zijn gestart: KU. Het zijn de verschillende muziekstijlen die we van Baby Guru gewend zijn, gemengd met vocals van andere Griekse muzikanten. Positief Daarnaast zien ze de toekomst rooskleurig tegemoet: “We doen nu eenmaal wat we het liefste doen: mensen blij maken door onze muziek te verspreiden.” Deze positiviteit komt naast die frustratie over de economische crisis ook terug op het album ‘Pieces’. Zo wordt er op de single Necessary Voodoo luidkeels gezongen ‘Get away from your darkest times, there is a new thing going on!’ En met die spirit komen deze goeroes er wel!

KU Gelukkig kunnen ze Griekenland nu even achter zich laten en zich vooral focussen op hun eerste Europese tour.

Issue 4


introducing

Cosmonauts

tekst & foto Maartje Knaap

De psychedelische garagerockers van Cosmonauts zijn de continu schijnende zon in Californie helemaal zat, waardoor ze dan ook lang hebben uitgekeken naar een Europese tour. Drie jaar en twee albums verder is het dan eindelijk zo ver. En ze hebben geluk: het stormt en regent als The Daily Indie ze vraagt naar hun muziek en invloeden. Het begon allemaal toen Derek en Alexander aan elkaar werden voorgesteld op een feest en ze muzikaal op één lijn bleken te zitten: “Ik kende weinig mensen die luisterden naar Brian Jonestown Massacre en Spacemen 3. Derek was een uitzondering en dus hadden we meteen al een klik”, vertelt Alexander. Nu schrijven beide jongens de nummers, zingen ze en spelen ze gitaar. James, de bassist, voegde zich al snel toe aan dit tweetal, maar de zoektocht naar een drummer ging wat minder gemakkelijk. Fletcher is in de drie jaar dat Cosmonauts nu bestaat namelijk alweer de vijfde drummer. Dit lijkt hem zelf niet zoveel te doen, tijdens het interview is hij vooral uiterst geconcentreerd bezig knalrode lippenstift op zo’n beetje alle mogelijke plekken behalve zijn mond te smeren. Psychedelisch? Gelukkig zijn de jongens nu wel “heel blij dat we elkaar gevonden hebben

The Daily Indie

en dat we zo goed bij elkaar aansluiten”, aldus Derek. Waar ze het alleen nog niet helemaal over eens zijn is de manier waarop hun muziek moet worden omschreven. “We worden vaak omschreven als psychedelisch, maar daarbij moeten wijzelf vaak meer denken aan bands als Syd Barrett en Jacco Gardner (met wie ze samen hebben gespeeld in TRIX te Antwerpen). Wij zijn veel meer rock ’n roll dan dat!” Alexander vult dit aan: “Een journalist beschreef onze muziek een keer als ‘doped up psychedelia’, dat vond ik een hele goede benaming!” Professioneel In 2010 is het tweede album uitgekomen, waardoor de jongens met de komst van Fletcher als nieuwe drummer stonden te trappelen na lange tijd de studio weer in te duiken. Vlak voor ze hun Europese tour begonnen is hun derde album opgenomen door Patrick Haight van Burger Records. Een naam voor het album hebben ze nog niet bedacht, maar ze kunnen wel alvast verklappen dat hij eind juni zal uitkomen: “Het was heel cool om zo professioneel op te kunnen nemen. Patrick woont in een kast van een huis in Seattle, waar we ook logeerden. Dit is zeker een van mijn leukste herinneringen aan het spelen in Cosmonauts“, zegt Alexander.

Surf Ze zijn dan ook razend enthousiast over het nieuwe album. De muziek ligt in het verlengde van de voorgaande albums, maar toch hebben de jongens zelf het idee dat ze wel zijn gegroeid. James zegt hierover: “Ons ‘buzzy and clingy’ gitaargeluid blijft ons handelsmerk. Inclusief surfriffs, want we blijven natuurlijk surfers uit Californie.” De jongens hebben de smaak verder flink te pakken, eind 2013 willen ze namelijk nóg twee albums af hebben. Of dit ze daadwerkelijk gaat lukken, zullen we nog wel zien. Wat we verder nog allemaal van ze kunnen verwachten? “Good shows, good quality and cool sweaters.”

Issue 4


introducing

Wampire

tekst Ricardo Jupijn foto Rodrigo Melgarejo

Rocky Tinder en Eric Phipps zitten met hun spooky synthpop op het hoge psych-niveau van John Maus en Ariel Pink. Eerste single The Hearse is een heerlijk voorproefje van debuutalbum ‘Curiosity’, dat in mei zal verschijnen en is geproduceerd door Jake Portrait van Unknown Mortal Orchestra. Goedemorgen! Wat zijn jullie aan het doen? “Oh, hey! We zijn momenteel in San Francisco op het kantoor van ons label Polyvinyl. We zijn heel eg opgewonden dat de tour bijna gaat beginnen, we willen op het moment zoveel spelen als mogelijk is.” Hoe is de band tot leven gekomen? “Eric en ik zijn naar Portland verhuisd vanuit onze vorige woonplaats Keizer. Op dat moment woonden we samen en zijn we liedjes gaan schrijven, we schreven eigenlijk vooral akoestische nummers in het begin. Vrienden van ons vroegen destijds of we wat nummers wilde spelen op hun ‘dance party’ dat weekend, dus maakte Eric en ik een aantal verschrikkelijke beats op mijn laptop om op mee te spelen en te zingen. Maar iedereen leek het tof te vinden, dus toen zijn we op meer huisfeestjes gaan spelen, toen clubshows, toen hebben we een hele band gevormd, en nu zijn we hier.”

The Daily Indie

Hoe gaat het met de band? De reacties op jullie eerste single The Hearse zijn erg goed! “Het gaat uitstekend, we hadden nooit verwacht om zo snel zoveel positieve feedback te ontvangen. Ik kan niet wachten tot iedereen de hele plaat kan beluisteren!” Hoe kun je jullie muziek het best omschrijven? “Dat kan ik eigenlijk niet. We zeggen normaal altijd rock ’n roll, maar onze soudn verschilt van sound tot sound.” Aha! Naar welke muziek luisteren jullie graag zelf? “Ariel Pink, Rolling Stones, Misfits, Kraftwerk, Belle & Sebastian, Roy Orbison, The Clash, 13th Floor Elevators, DIIV en zo kan ik nog wel even doorgaan!” Wat is het leukste aan het spelen in Wampire? “Dat we op tour gaan met Unknown Mortal Orchestra is erg gaaf! Ik heb erg veel zin om weer de weg op te gaan. En weten dat mensen over de hele wereld naar je muziek luisteren die je zelf hebt gemaakt is echt een fantastisch gevoel.” Kun je ons iets vertellen over jullie debuutalbum ‘Curiosity’? “’Curiosity’ is net als een heerlijk buf-

fet, waar je meerdere smaken kan proeven op één bord.” Hoe is die spooky sound van jullie ontstaan? “Die ‘spookiness’ was een soort van last-minute iets. Nadat de plaat eigenlijk al af was, hadden we het erover dat bijna al onze nummers over dood, geesten, schimmen en reuzen gingen, en dat we eigenlijk veel meer moesten doen met die kant en sfeer van onze muziek. Dus we zijn bewust wat meer spooky stuff in onze muziek gaan stoppen. Aan de andere kant zijn er ook wel wat zachtere sentimenten in een aantal van onze nummers te vinden, hoor.” Wat zijn de plannen voor 2013? “Zoveel mogelijk toeren! We gaan ook naar Europa en we zouden heel graag een keer naar Japan en Australië willen, knipoog knipoog. We willen eigenlijk gewoon naar elke plek die cool is en ons wil hebben. Hoe zou ik eigenlijk aan shows in Rusland kunnen komen?” Is er toevallig nog iets anders dat jullie willen delen met onze lezers? “Ja. Word erg stoned voordat je onze plaat voor de eerste keer gaat luisteren!” Waarvan akte.

Issue 4



interview


interview

tekst Wessel van Hulssen | foto’s Robby Reis

Oktober 2012: opeens had iedereen het over METZ. Wij Europeanen werden compleet verrast door de mokerslag die de debuutplaat van METZ bleek te zijn. NoordAmerika, en thuisland Canada in het bijzonder, wisten door de ijzersterke live-reputatie die de band heeft, al lang wat hun te wachten stond. Afgelopen februari was METZ voor het eerst in Nederland, en The Daily Indie ging voor de show even langs in Paradiso. Ze zijn pas net binnen en nog druk bezig met gear opzetten in de bovenzaal van Paradiso. Er was wat vertraging op de weg naar Amsterdam toe, dus de soundcheck staat op het punt te beginnen. Oordoppen bij de hand, want naast de ijzersterke livereputatie staat METZ er ook om bekend erg hard te spelen. Net als op de plaat maniakaal fel, zonder rem op de volumes. “Does that sound good at your end?” vraagt bassist Chris na wat songs aan de geluidsman achterin de zaal. “I like it, finally a band who isn’t afraid creating some serious volume”, antwoordt de man achter het mengpaneel. METZ ziet dat het goed zit en gaat en we beginnen, met nog een half uur voordat de deuren opengaan, het flitsinterview. “We moeten maar snel in de stemming komen voor de show. We moeten over een uur al op. Meestal hebben we rond deze tijd wel al wat bier op, we hebben wat in te halen, haha.” En nog voordat frontman Alex die zin helemaal uitgesproken heeft, zitten bassist Chris en drummer Hayden al op de bank met een biertje in hun hand. Het is de eerste keer Nederland voor

The Daily Indie

METZ? Hoe zit dat per individu? Chris: “Voor mij is het ook echt de eerste keer, ja. Voor Hayden ook.” Alex: “Ik ben hier wel eens eerder geweest, maar als METZ is dit de eerste keer in Amsterdam. Mijn moeder heeft tot haar dertiende in Nederland geleefd voordat ze naar Canada verhuisde. Als ik een heel spiritueel mens was zou ik de link met dit land voelen.” Chris: “We zijn alle drie gewoon toeristen. Met muziekinstrumenten als bagage.” Het tourschema van METZ is er eentje om jaloers van te worden (of gek). Wekenlang shows met maar af en toe een vrije dag is een zeldzaamheid. En ondanks de haast in de opbouw en soundcheck zit de band er erg kalm bij in de Paradiso-kelder. Alex: “We hadden gisteren een van de zeldzame dagen vrij. Na zes shows in zes dagen wil de energie overdag nog wel eens inkakken. We hebben deze tour voor het eerst een tourmanager die ons heen en weer rijdt.” Chris: “Normaal bepaalden we met een ‘coin toss’ wie er die avond aan de frisdrank zou gaan. Nu kunnen we alle drie slapen in de bus.”

Issue 4


interview

METZ

“Normaal bepaalden we met een ‘coin toss’ wie er die avond aan de frisdrank zou gaan.”

The Daily Indie

Issue 4


interview

METZ

“ Op dit moment kruipen alle nieuwe songs nog rond. Als baby’s.”

Hayden: “Als je aan slapen toekomt. Tegen de tijd dat je in slaap valt ben je er al bijna. De afstanden tussen de steden zijn veel kleiner dan in Noord-Amerika.” Hoe bevalt de Europese tournee tot nu toe? Alex: “Deze tour overtreft tot nu toe al onze verwachtingen. Iedereen is vaak net zo enthousiast als wij. Dat is alles waar we om kunnen vragen, toch?” Chris: “En meer mensen die er zijn kennen de songs ook. Dat is ‘kind of amazing, really.’ Als we starten met een bepaalde song en dat dan iemand zijn longen uit z’n lichaam schreeuwt en naar voren rent om helemaal los te gaan.” Hayden: “Dat is gek en cool tegelijkertijd. Dat zoiets nu ieder optreden van de tour gebeurt, overkomt ons ook voor het eerst.” Zijn de nachten na shows, nu er een vaste chauffeur is, langer dan normaal? Puur om het feit dat naast het podium minder zelf geregeld moet worden?

The Daily Indie

Alex: Niet steevast, het hangt meer van het energieniveau na de show af of het bier er weer bij wordt gehaald.” Hayden: “Als tijdens de show de link met het publiek goed is zorgt dat juist voor extra adrenaline. Met die energie-kick gaan we dan de stad in en kan het regelmatig wel eens laat worden.” Chris: “Het is goed voor je conditie, we merken dat we steeds makkelijker tot laat door kunnen gaan. We trainen onszelf om ’s avonds alles te geven. Op dit moment zijn we zo’n beetje op de helft.” Alex: “Maar we komen er wel. We hebben veel tijd om er te komen. Aan het einde van deze tour stuiteren we waarschijnlijk als konijnen heen en weer.”

Hayden: “We willen constant vooruit blijven gaan zonder achterom te kijken. We willen meteen weer een nieuw album maken. Dat is het eerste en enige wat we doen als we daar tijd voor hebben.” Chris: “Wat we met het resultaat gaan doen weten we nog niet eens. Als blijkt dat die liedjes benen krijgen en gaan lopen zullen die op een album of 7” terecht komen, maar op dit moment kruipen alle nieuwe songs nog rond. Als baby’s.”

Na de release van het album in oktober 2012 startte direct METZ’ tour. Met slechts een kleine pauze aan het einde van december. In die tijd postte de band een foto van een studio op de social media-kanalen. Al snel na hun debuut waren ze dus alweer actief met nieuw werk.

Issue 4


Klik op de hier om op de playlist op YouTube te bekijken Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Bonusdag

The Daily Indie

Issue 4


interview


interview

tekst Cathelijne de Groen

Twee jaar op rij staat de Canadese band SUUNS op Le Guess Who?. Geheel terecht nadat ze in 2011 Tivoli Oudegracht vele mensen raakten met hun donkere, noisy geluid. BBC omschreef de muziek van Suuns als: ‘A beguiling group that take wonderfully immersive, transfixing, repetitive electro elements and fuse them to quasi-stoner rock grooves and shoegaze atmospheres.’ Voilà: SUUNS in een notendop.

De band bestaat uit de vier heren Ben Shemie, Liam O’Neill, Max Henry en Joseph Yarmush. Wij spreken Ben (zanger & gitarist) en Max (bassist & toetsenist). In hun thuisstad maakten ze in 2010 hun debuutalbum ‘Zeroes QC’. Het allereerste optreden van SUUNS was in 2007 op een feestje in een loft. Een goede oefening, want een week later zouden ze spelen op het festival Pop Montreal. Max: “We speelden als eerste band op de avond, maar ik vond het wel goed gaan. Het was de eerste keer dat ik basgitaar speelde en de eerste keer dat Ben zong.” Ben: “Maar onze verwachtingen vooraf waren ook niet erg hoog. Dus ging het best goed.” Plassen Nerveus zijn ze nog steeds wel eens. Vooral voor grote shows. Max: “Een beetje nervositeit is altijd goed.” Ben: “Ik moet dan altijd plassen, dat is een teken dat ik nerveus ben. Gelukkig gaat dat tijdens een optreden weer weg.” Ben gaat verder: “En wat betreft de ins en outs van optreden, hebben we vooraf wel bepaalde verwachtingen van een show. In Europa zijn die anders dan in Noord-Amerika. En van land tot land verschilt dat weer. Het publiek is ook

The Daily Indie

overal anders. Soms zijn ze heel rustig aan het luisteren, soms heel enthousiast en dan weer agressief. Maar altijd op een positieve manier. Automatisch ga je publiek op bepaalde plekken wel generaliseren, maar daardoor is het ook allemaal beter te bevatten.” Vorig jaar stond SUUNS ook al op Le Guess Who?. Ben: “Ja, toen speelden we op de andere locatie. Tivoli ehh… senior? Prachtige zaal. Dat was een goede show, één van de beste. En groot. Het publiek was super. Ik heb goede herinneringen aan dat optreden. We zijn goed bevriend met Bob (van Heur, mede-oprichter en programmeur van LGW? red.), we hebben enorm veel vertrouwen in hem.” Max: “Als Bob ons iets aanbiedt, dan weten we al dat het tof gaat worden.” Du Futur In maart komt het nieuwe album uit van SUUNS ‘Images Du Futur’. Voor de pressrelease hebben ze gekozen voor Edie’s Dream als eerste single. Max: “Het artwork is erg mooi!” Ben: “Het album klinkt nog steeds als SUUNS, er heeft qua stijl geen grote

Issue 4


interview

SUUNS

tekening Ben & Max

“Ja, toen speelden we op de andere locatie. Tivoli ehh… senior?”

The Daily Indie

Issue 4


interview

Suuns

“ We zijn niet drie maanden naar India geweest en teruggekomen in een heel andere trip. ”

omslag plaatsgevonden of zo. We zijn niet drie maanden naar India geweest en teruggekomen in een heel andere trip. Verder is het album beter afgewerkt dan ons eerste album. We hadden meer tijd in de studio en daardoor meer tijd om kritisch te zijn. Ook zijn we nu meer ervaren en het album is diepzinniger. – it has all the stuff you love so much about us!” (lacht) “Het is nog steeds een SUUNS-album en heeft dat SUUNS trademark-geluid. We zijn al zo lang bezig met de ontwikkeling van dit album, dat het als een natuurlijke voortzetting van de band voelt. Daarom zien we inmiddels niet meer of we erg zijn veranderd. We zijn erg benieuwd hoe het album wordt ontvangen, of het voor het publiek als een verandering wordt ervaren of dat het in dezelfde lijn is als wat we al deden op ‘Zeroes QC’.” Studentenprotesten Tijdens het opnemen van het album waren er heftige studentenprotesten aan de gang in Montreal. Aanleiding hiervoor waren de kabinetsplannen van Quebec om het collegegeld van 2168 Canadese dollar (ruim 1600 euro) te verhogen naar 3793 Canadese dollar (bijna 3000 euro). Studenten gingen staken en op 18 mei deden er maar liefst 500.000 mensen mee aan de protesten. Pas op 5 september kondigde het kabinet

The Daily Indie

aan om het collegegeld niet te verhogen en stopten studenten hun staking. Ben noemde de periode van de opnames en de protesten ‘een klimaat van opwinding, hoop en frustratie’. Puur op muzikaal vlak hadden de protesten geen invloed, maar wel op de sfeer: “We praatten er de hele tijd over”, vertelt Ben. “Dit gebeurde allemaal rond de verkiezingen voor een nieuw kabinet. Op de verkiezingsdag gingen we ’s morgens eerst stemmen en dan de studio in. Het was fijn om in die periode thuis te zijn en niet op tour, zodat we dit mee konden maken”, vertelt Ben. Vooral Max is veel betrokken geweest bij de protesten. Hij liep mee met de protesten en voelde zich erg betrokken met de studenten. Uit de opmerkingen van Max blijkt dat hij er niet te veel over zal uitweiden, omdat hij er eeuwig over door kan blijven gaan. Kort legt hij uit wat de historie van de protesten zijn, maar dat alles inmiddels weer ‘cool’ is. Ben vertelt verder: “Het was heel indrukwekkend om mee te maken, heel krachtig, of je het er mee eens was of niet. Goed voor de democratie.”

vaak niet eens meer een cd-speler.” Maar, grapt Ben vervolgens: “Over tien à twaalf jaar wordt alles weer opnieuw uitgebracht op cd, omdat dat dan helemaal retro is.” Max knikt instemmend en tekent driftig verder. Brian Eno Op de vraag of er artiesten zijn waar ze graag nog eens mee willen samenwerken volgt een stilte. En nog meer stilte. Uiteindelijk antwoordt Ben: “In principe willen we met iedereen wel samenwerken, waarom niet. Maar we hebben geen specifieke artiest in gedachten. Misschien met iemand die ouder is, van een andere generatie, iemand die een heel andere techniek gebruikt dan wij. Dat zou zeker interessant zijn. Brian Eno bijvoorbeeld, maar wie zou daar nou níet mee samen willen werken?!”

Cd of vinyl? Ben: “Vinyl! Natuurlijk vinyl. Wat is een cd? Over vijf jaar kennen we niet eens meer cd’s. Computers hebben

Issue 4


Mozes and The Firstborn

De garagerockers van Mozes and the Firstborn komen toch echt uit Eindhoven, terwijl alles doet vermoeden dat ze geboren en getogen zijn in CaliforniĂŤ. Vuige, energieke en verdomd lekker garage, dat is wat MATF neerzet op hun zelfgetitelde debuutalbum. The Daily Indie vroeg de jongens een mixtape voor ons te maken, en die gaat van The Black Lips, Arcade Fire, Kendrick Lamar en The Men naar Mazzy Star en The Replacements. Klik hier links op de tape om de gehele mixtape van deze Brabantse helden te beluisteren!

foto Nick Helderman



live

tekst Jelmer Luimstra | foto’s Melissa Houben

De skinny jeans en asymmetrische kapsels die de laatste jaren het modebeeld bepaalden zijn natuurlijk uiteindelijk allemaal retro. Ze slaan immers terug op de late jaren ’70 en vroege jaren ’80. Het was de tijd van een moeilijk definieerbare muziekstroming die zeer invloedrijk is gebleken: new wave. Nederland beleeft met Grauzone op 1 februari in de Melkweg zijn eerste officiële new wave-festival en uiteraard was The Daily Indie aanwezig. Nederland volgt hiermee het Belgische wavefestijn Sinner’s Day. Grauzone is qua line-up even melancholisch als zijn Belgische variant, want de headliners bestaan voornamelijk uit klassieke wavebands. Dit zijn echter niet de minsten: Echo & the Bunnymen, A Certain Ratio en zelfs The Chameleons, tegenwoordig Chameleons Vox geheten. Er zijn wel nieuwe bands in de categorie punk/wave, maar hiervan is eigenlijk alleen het Deense Iceage noemenswaardig. Bij een festival met klassieke, nog net niet antieke groepen is het natuurlijk te verwachten dat er alleen maar ‘oudere’ muziekfans op afkomen. Die zijn inderdaad in groten getale gekomen: bij sommigen staan de spinnenwebkapsels nog overeind, maar ook de grijze koppen spreken boekdelen. Opvallend is echter dat er ook veel jonge mensen de entreeprijs van 35 euro over bleken te hebben voor dit festival. Het resultaat is een goede sfeer met een mix van oud én jong. A Certain Ratio De eerste grote naam van deze avond is A Certain Ratio, natuurlijk bekend van het legendarische label Factory. Het is meteen al een hoogtepunt op deze avond, want de groep van Jeremy Kerr weet ruim 35 jaar

The Daily Indie

na dato nog steeds een onuitwisbare indruk achter te laten. Het leuke aan deze groep is dat ze binnen het donkere new wave-genre een nieuw element hebben toegevoegd: funk. Dit werkt in 2013 in de Melkweg nog steeds. Meteen vanaf de openingsnummers Wild Party en Do the Du is het raak. Kerr, die er allerminst uitziet als een rockzanger, overtuigt met zijn funky baslijnen, de drums van Donald Johnson zijn nog even onnavolgbaar en strak als tijdens de hoogtijdagen en de atonale blaaspartijen maken het af. Bovendien: een band die scheidsrechterfluitjes cool weet te maken verdient bonuspunten. Chameleons Vox Een andere bekende naam uit de jaren ’80 is The Chameleons, die tegenwoordig met een gedeelte van de originele bezetting optreden als Chameleons Vox. Niemand heeft het echter deze avond over Chameleons Vox, maar over The Chameleons van zanger Mark Burgess. Liet A Certain Ratio nog horen dat new wave best vrolijk kan klinken, bij de band van Burgess is dit effect helemaal weg. Het publiek krijgt een letterlijk donkere show voorgeschoteld met Chameleons-klassiekers als Monkeyland en Souls in Isolation. Alhoewel de aan-

Issue 4


live

GRAUZONE

A Certain Ratio

The Daily Indie

Issue 4


live

GRAUZONE

Chameleons Vox

schouwers laaiend enthousiast zijn, is een volledig concert van Chameleons Vox toch wat eentonig. De donkere sound fungeert wel als een perfecte opmars naar de headliner van deze avond: Echo & the Bunnymen. Echo & the Bunnymen Deze band maakt er zoals verwacht

een greatest hits-show van en niemand neemt ze dat kwalijk. Seven Seas, The Killing Moon, The Cutter: ze komen allemaal voorbij en dat hoort ook bij een band met de status van Echo & the Bunnymen. Er is echter ĂŠĂŠn ding aan de hand: zanger en boegbeeld Ian McCulloch wordt ouder. Nou is dat natuurlijk niet verwonderlijk, want ook hij is de vijftig inmiddels

gepasseerd, maar deze show mist bij vlagen de urgentie, waardoor het een automatische piloot-gig wordt. Dat is jammer, want aan sterk repertoire ontbreekt het de groep allerminst. Iceage Dat new wave en dan met name punk in een nieuwe tijd van economische recessie nog steeds relevant is be-

Echo & the Bunnymen

The Daily Indie

Issue 4


live

GRAUZONE

Iceage

The Daily Indie

Issue 4


live

GRAUZONE of niet is voor iedereen om zelf te bepalen, maar één ding is zeker: Iceage is legendarisch. De groep brengt de urgentie naar Grauzone, die toch wat ontbrak bij oudgedienden Echo & the Bunnymen en Chameleons Vox. Al met al is Grauzone een zeer geslaagd festival dat naast klassieke wavebands ook een nieuw geluid durft te laten horen, iets waar de organisatie zich bij een vervolgeditie nog best verder in mag verdiepen. Maar ook weer niet teveel, want wat een new wave-festival zo leuk maakt is het zien van wavebands waarvan je misschien niet eens meer wist dat ze bestonden. Grauzone is hiervoor hét festival in Nederland gebleken.

wijst Iceage, de Deense punkband die de hemel in wordt geprezen door Pitchfork en NME, maar ook bij The Daily Indie de gevoelige snaar weet te raken. Nou ja, de gevoelige snaar: een concert van deze vier jonge heren is er meer één van overleven. Zanger Elias Bender Rønnenfelt

The Daily Indie

kijkt zó star voor zich uit dat het eng wordt en hij zwalkt over het podium. Terwijl hij nog eens zijn microfoonstandaard omschopt, spelen de overige bandleden een half uur lang de grootste no future-punk die er is. In de zaal vertaalt dat zich uiteraard in een keiharde moshpit. Of je ervan houdt

Issue 4


interview


interview

tekst Wessel van Hulssen | foto’s Tom Beard

Ga er maar aan staan. Door het grootste muziekblad van Engeland op de cover worden gezet als “de belofte voor Engelse gitaarbands”. Het gebeurde Palma Violets toen ze hun eerste single uitbrachten. Het feit dat dat bij het prestigieuze Rough Trade was, spitste nog meer oren van muziekliefhebbers. De week na hun show op Eurosonic zijn bassist Chilli Jesson en drummer Will Doyle in Amsterdam, waar wij Will spreken. Hoe was ES/NS voor jullie? Jullie zijn een band die voortvaren op de connectie met publiek, terwijl ES/NS vooral vol staat met pers en bobo’s. “Eurosonic bleek voor een persfestival losser en bewegelijker te zijn dan we hadden verwacht, dus dat was alleen maar goed. Vera had daar ook een goede invloed op. De zaal is groot, maar wel zo opgezet dat er geen onzichtbare grens zit tussen de band en de fans. Backstage is het ook lekker knus, je hebt totaal niet het idee dat je straks een podium opgaat waar zoveel mensen voor kunnen staan.” Die grote zalen zijn jullie inmiddels wel gewend, toch? Wanneer de NME je op de cover zet is het slechts een kwestie van tijd tot de zalen vol staan. “Dat de clubs opeens vol staan is helemaal waar, maar het kan ook zo weer over zijn. In Engeland zoekt de pers constant naar de next big thing: Arctic Monkeys, The Vaccines, you name it. Nu hebben ze ons eruit gepikt. De impact is bij ons nog niet echt overgekomen, onze manager en platenlabel beschermen ons daar nogal in. Wat goed is, want er zijn in het verleden wel eens bands geweest die aan de aandacht bezweken zijn, of te groot gingen

The Daily Indie

denken over zichzelf. Over twee jaar kan deze aandacht compleet weg zijn.” Heb je het gevoel dat dat zo gaat zijn dan? “Nee, dat niet. De hype rond Palma Violets zal op een gegeven moment gaan liggen, want er zijn altijd nieuwe gitaarbands. Nu is het voor ons tijd om onszelf neer te zetten als band, ik denk dat wij als band voorlopig nog wel doorgaan, zoals het er nu uitziet. Hype rond je band hebben is wel het beste wat je kan overkomen, als je er klaar voor bent. Meer mensen zullen je muziek horen dan wanneer de hype er niet was. Dus je moet ervan genieten en er werk van maken.” Denk je dat jullie door de NME zijn gekozen omdat het aantal nieuwe gitaarbands de laatste jaren wat laag is? “Ik weet het wel zeker. Onze labelbaas vertelde laatst dat in 2011 en 2012 een gitaar het meest gevraagde kerstcadeau onder jongens onder de achttien was. Engeland is een gitaarland, en ze worden een beetje ongeduldig als er paar jaar achter elkaar geen nieuwe gitaarbelofte langs is gekomen. Gitaarmuziek zal er altijd zijn, al helemaal in Engeland. En we zijn blij dat

Issue 4


interview

Palma Violets

“In Engeland zoekt de pers constant naar de next big thing: Arctic Monkeys, The Vaccines, you name it. Nu hebben ze ons eruit gepikt.�

The Daily Indie

Issue 4


interview

de Engelse pers ons nu de kans gunnen ons te bewijzen.” Heeft de minder plezierige kant van de NME-hype zich al laten zien? “De schaduwkant van de hype krijgt pas grip op jouw band als je jezelf groter gaat zien dan je bent.” Is dat de reden dat jullie de hype wel gaan overleven? Er heel erg laidback tegenover staan? “Ja, een andere manier is er volgens mij niet. Ten tijde van je eerste album heb je geen reden om een groot ego te hebben. Zelfs na album vijf is dat al niet echt gerechtvaardigd. Je bent als band zo goed als je laatste album. We hebben sinds we op de cover van de NME staan niet gezegd dat we de beste band ooit zijn en het beste album van het jaar gemaakt hebben. We blijven gewoon doen wat we doen.“ Luisterend naar het album valt op dat Best Of Friends de meest felle

The Daily Indie

Palma Violets

en energieke track van de plaat is. Viel dat verschil tijdens het schrijven ook al op? “Er zit voor de band ook een duidelijk verschil tussen Best Of Friends en de andere tracks. Bij Best Of Friends pakken de gitaren de voorgrond, bij de rest zijn het vooral de teksten die naar voren stappen. In de basis is het nummer een straightforward pop-song die letterlijk in een uurtje geschreven is. Chilli kwam met de teksten en wat akkoorden en iedereen wist vrijwel direct wat ze moesten spelen. We hadden ook een catchy track nodig, eentje die mensen hun aandacht direct grijpt. Best Of Friends is daar by far de beste track voor. De rest van de tracks wijken meer af van de popsong structuur, en die zijn ook geschreven vanuit meerdere ideeën die door meerdere mensen zijn aangedragen. Daar zit het verschil in.”

bum geen tracks op staan die zo manisch en energiek zijn als Best Of Friends? “Je kan nooit iedereen tevreden stellen. Als er mensen zijn die na het luisteren van ‘180’ alleen Best Of Friends gaaf vinden, hebben ze in ieder geval één track op hun iPod staan. Als je als band altijd iedereen tevreden houdt met alles wat je doet, ben je daarin de eerste.”

Ben je bang dat mensen teleurgesteld gaan zijn omdat er op het al-

Issue 4


de platenkast van...

twee wegwerpcamera’s met...

door Ricardo Jupijn

We geven onze geliefde Jacco Gardner deze keer een setje wegwerpcamera’s mee. Een goed moment voor The Daily Indie om zo, naast een interview met de muzikant, ook een zelfgeschoten inkijk in de wereld van de getalenteerde muzikant te krijgen.

The Daily Indie

Issue 4


The Daily Indie

Issue 4


The Daily Indie

Issue 4


The Daily Indie

Issue 4


The Daily Indie

Issue 4


The Daily Indie

Issue 4


The Daily Indie

Issue 4


2 8 pa

gina’s

NU!

€1 ophalen

0 ,5 €2 bij verzending Klik hier voor meer informatie

Een zine (afkorting van fanzine en magazine): is een publicatie van gefotokopieerde magazines op kleine schaal, vaak gericht op een minderheidspubliek.

Een populaire definitie schrijft voor dat de oplage niet groter dan 5000 zou mogen zijn en dat opbrengst nooit de reden tot publicatie mag zijn.


interview


interview

tekst Lisa de Jongh | foto’s Richard Torrens

Girls Names is een vierkoppige band uit Belfast, opgericht in 2009 door gitarist/zanger Cathal Cully en drummer Neil Brogan toen ze Wavves hadden beloofd voor hen te openen. Een jaar later worden bassiste Claire Miskimmin en gitarist Philip Quinn toegevoegd aan de inmiddels voltallige band. Na het uitbrengen van verschillende releases op Slumberland Records komt dit voorjaar het album ‘The New Life’ uit.

‘Dead To Me’ is de titel van het debuutalbum van Girls Names dat verscheen in 2011. Een plaat waarop galmende vocalen het lo-fi geluid van bas- en gitaarloopjes vergezellen, op een opgewekte en frisse manier. Hier en daar een snufje psychedelica, of een mespuntje new wave zonder de donkere kleur. Niets mis mee. Maar tijdens optredens wordt momenteel geen enkel oud nummer meer gespeeld, zo vertelt zanger Cully: “De reden waarom het album ‘Dead To Me’ heet, is omdat de liedjes letterlijk ‘dead to me’ waren. Ik durfde het alleen niet hardop te zeggen, dus maakte ik er een albumtitel van. Gek genoeg werd er niet naar gevraagd, en kon ik het dus alsnog niet kwijt”, glimlacht hij. Cully gaat verder: “We hebben zes maanden gespeeld met die plaat en waren de nummers op het eind hartstikke beu. Ik heb me verveeld op het podium”. Als tegenbeweging is daar ‘The New Life’, een album dat symbool staat voor een nieuw begin, met nummers waar de band voor altijd achter zal blijven staan, deels omdat ze continu veranderen. Improvisatie en experiment zijn belangrijke nieuwe elementen in het spel van Girls Names. Titeltrack

The Daily Indie

The New Life, een donker en hypnotiserend spektakel van zeven minuten, is het eerste veelbelovende voorproefje. Bassiste Miskimmin: “Iedere keer dat we het spelen verandert het. Het heeft een goede groove, een hypnotiserende en terugkerende klank en een aanhoudende spanning”. Moeilijk Drummer Brogan vertelt over de eerste keer dat Girls Names het nummer speelde, in Belfast tijdens Kerst: “De bezoekers daar konden het niet aan. Het duurde te lang, het was te veel van hetzelfde. Je zag de aandacht verslappen, en veel aanwezigen vertrokken al voordat we bij de solo waren gekomen.” En inderdaad, je kan je afvragen of zo’n nummer niet alleen interessant is voor de jammende bandleden zelf. Cully vindt van niet: “Het is juist de uitdaging om het publiek zeven minuten te vermaken met een jam, met een riff die blijft doorkruipen maar die tegelijkertijd zoveel meer bagage met zich meebrengt. Het gaat om de verpakking rondom het stuwende ritme. Daarmee moet je het publiek grijpen”. Miskimmin lacht: “Maar ik denk ook dat het publiek die avond er geen zin in had.

Issue 4


interview

Girls Names

“Ons eerste optreden in Dublin heeft ons ruim vijfhonderd pond gekost. Je hoopt dat dan ooit weer terug te verdienen.” Iers publiek is veel moeilijker dan hier. Ze zijn niet snel geamuseerd”. En daar zijn haar bandleden het roerend mee eens. Vooral Belfast blijkt een ware hel te zijn voor beginnende bandjes: “Er is een grote recessie gaande, dus de jeugd wil niet meer betalen voor optredens. Dat heeft tot gevolg dat de bands gratis moeten spelen, maar dat kunnen ze nooit lang volhouden. Wij hebben dat wel gedaan, maar er veel geld aan verloren. Dat is de keerzijde van het hele DIY-gedoe”, vertelt Cully. “Ons eerste optreden in Dublin heeft ons meer dan vijfhonderd pond gekost. Je hoopt dan dat je het ooit weer terug zal verdienen.” Lege zaal “Het heeft ook iets treurigs,” zegt

The Daily Indie

Miskimmin. “Laatst speelde Iceage in Belfast en we besloten er met z’n vieren heen te gaan. Ze hadden Cathal nog gevraagd om te openen om zo meer publiek te trekken, maar hij moest nog werken. Toen we daar aankwamen waren we de enige bezoekers, samen met nog vijf mensen van het personeel. En de enige reden daarvoor is omdat er entree betaald moet worden”. Girls Names heeft vaak genoeg in dezelfde situatie gezeten, aldus Brogan. “Het uitwijken naar Dublin, en later ook naar Londen, heeft ons goed gedaan. De muziekindustrie zit daar op elkaar gehoopt, je merkt meteen het effect van een goed optreden. Hopelijk worden nog wat meer mensen wakker geschud als ‘The New Life’ uitkomt, ook in Belfast.”

Issue 4


14 vragen aan...

broeder Dieleman

tekst Ricardo Jupijn | foto McKlin

Zijn in het Zeeuws-Vlaams gezongen liedjes op het album ‘Alles Is IJdelheid’ lieten ons niet ongeroerd. The Daily Indie wil dan ook graag meer weten over Tonnie ‘broeder’ Dieleman en stelde de liedjessmid veertien random vragen. Mijn eerste album… John Denver – ‘Best Of’. Ik nam het op van de LP door een microfoon van m’n cassetterecorder bij de boxen van de stereo te houden. Ik vind het nog steeds mooi. Het eerste optreden waar ik naartoe ging is… The Continental Singers, een gospelkoor. Daar wilde ik naar toe, m’n vader ging mee. Ik kocht een button. Eerste liedje waar ik verliefd op werd… Annie’s Song van John Denver. De mooiste albumhoes die er is, is… Mijn tante had een exemplaar van ‘Live at Central Park’ van Simon and Garfunkel. De foto’s daarin fascineerden mij mateloos. Twee muzikanten en dan zo’n immens publiek. Dat vond ik er heel krachtig uitzien. Het eerste nummer dat ik geleerd heb om te spelen is… Palace Music – Old Jerusalem. Maar daarvoor leerde ik gitaar te spelen zodat ik een eigen liedje kon spelen op de bruiloft van m’n zus.

The Daily Indie

Toen ik 12 was luisterde ik naar… Ik denk reggae en wat er op de radio was. Daarna kwamen The Pogues, wat ik echt een openbaring vond. Mijn jeugdheld is… Ik was altijd graag fan van mensen, en geniet nog steeds van ergens in te duiken, of om iemands oeuvre te ontdekken. Zolang het me blijft voeden blijf ik iemand ook wel volgen. In m’n pubertijd waren dat onder andere David Edwards, Will Oldham maar ook The Whisky Priests en The Ramones. Op dit moment luister ik veel naar… Herrek, Alasdair Roberts, Willem Vermandere, Sahel Sounds en Zeeuwse traditionals van de Liederenbank. Mijn favoriete bezit… Het is niet echt van ons, er zit een hypotheek op, maar we wonen in een heel fijn huis, midden in de stad met een mooie lichtinval. Vanuit m’n bed zie je veel lucht en de Lange Jan. Zo weten we de tijd.

tisch en groots schrijft. Mijn slechtste gewoonte is… Ik ben heel erg slordig, en ik mopper vaak tegen m’n vrouw en kinders. Mijn ochtend-routine is… M’n vrouw heeft de wekker, zij maakt me wakker. Dan wek ik m’n dochters, we ontbijten en ik breng de kinders naar school. Dan, als het kan, koffie met de krant, dan werken. Mijn favoriete stad is… Ik heb niet echt een favoriete stad maar heb aan meerdere steden goede herinneringen door herinneringen die me wat doen en de mensen die ik er ken. Kom graag in Utrecht, Groningen, Rotterdam maar woon ook prima in Middelburg. De zee is hier nooit ver weg en er gebeurt genoeg aan cultuur.

Het tofste wat ik de afgelopen tijd gekocht heb is… Een indiaas harmonium. We zochten iets kleins om niet teveel te hoeven sjouwen naar optredens. Beste boek dat ik pas gelezen heb is… Alles van David Mitchell. Was er in Nederland maar iemand die zo fantas-

Issue 4


interview


interview

tekst Rinze Voorberg | foto’s Julie Bonato

Met Luis Vasquez, de man achter The Soft Moon, gaat het allemaal net iets anders: door het onverwachte succes van zijn zelfgetitelde debuutplaat besluit hij om zijn muziek ook live te gaan spelen. Na de release van zijn tweede album ‘Zeros’ trekt hij weer de wereld door, met zijn gitaar en synthesizers onder zijn arm. We praten met hem over zijn invloeden, het idee van zuivering middels muziek en… insecten.

De mannen die met de Luis mee zijn voor de live-begeleiding, maar ook zijn tourmanager zijn makkelijk te herkennen in het backstage gedeelte waar we hebben afgesproken: ze zijn allemaal van top toon in het zwart gekleed. Hij is zelf geen uitzondering. Het past in de sfeer van het machinale wat er in de muziek zit, wat misschien wat koeltjes kan zijn, misschien wat ongemakkelijk hier en daar, maar nooit onvriendelijk. En dat is ook precies wat we terugvinden in de persoon achter dit project. Door het succes van je eerste plaat heb je besloten te gaan toeren. Heeft het vooruitzicht van het live spelen je schrijfproces voor ‘Zeros’ beïnvloedt? “Ja, dat heeft wel het een en ander veranderd, maar ik denk meer op een onbewuste manier. Als je je muziek live speelt, merk je ook wat beter werkt, waar je meer respons op krijgt. En natuurlijk neem je dat mee als je aan het schrijven bent. Maar toch wou ik het zicht op mijn eigen manier van werken niet kwijtraken, er is toch een verloop van het proces die ik het fijnst vind. Namelijk

The Daily Indie

gericht op jezelf en niet naar hoe je het eventueel naar het publiek wilt vertalen.” Is het dan ook lastig als je op het podium staat om, wat als het ware van jezelf is, ‘uit handen’ te geven door anderen mee te laten spelen? “Mijn muzikanten zijn geselecteerd op hun respect voor het project, als vrienden daarvan. Dat stond voorop, dat ze begrepen wat ik van plan was, en dat heeft vele malen meer meegewogen dan hun instrumentale kunde. Het is zeker anders als je niet complete controle hebt, maar de manier die we hebben gevonden geeft mij nu de ruimte die ik wil.” En wat voor reactie hoop je te krijgen van het publiek als jij de ruimte voor je kunst neemt? “‘Catharsis’. Een zeer emotionele beleving van zuivering, loutering. Want zo voel ik mij ook op het podium. Iedere keer is het weer een totale emotionele rollercoaster om op het podium te staan, alles te geven. En ook vermoeiend, er is geen tussenweg. Ook al denk je soms: ik ga het kunstje afdraaien, vanavond hoeft het niet, dan nog gaat

Issue 4


interview

The Soft Moon

“Mijn muziek is vooral gebaseerd op imitatie van mijn omgeving.”

The Daily Indie

Issue 4


interview

The Soft Moon

“ Het openingsnummer probeert je als het ware in mijn wereld te krijgen, je mee te nemen in mijn onderbewuste. ”

de knop om, en je kunt niet anders.” Je muziek heeft een vrij duidelijke en constante sound, en atmosfeer. Toen ik het album luisterde, kwam de term ‘retro futurisme’ in me op. “Dat is ook exact hoe ik het noem.” Haha, dat meen je niet! “Ja, retro futurisme of post-apocalyptic. De keuze van sounds, zoals flanger en chorus die vrij evident zijn op de plaat, zijn natuurlijk ook de sounds waar ik zelf mee opgroeide in de jaren ‘80. En voor mij hebben dat soort effecten, of atmosferische invloeden, een groot organisch gevoel, het klinkt nog steeds machinaal maar de machine van de muziek komt daardoor wel tot leven.” Dus je zou kunnen zeggen dat je beïnvloedt bent door de bands als Joy Division, The Cure etc.? “Natuurlijk ben ik daardoor beïnvloedt qua sound, maar als het gaat om songwriting zit het veel meer in de hoek van soundtracks voor films, een passend geluid bij wat je ziet. Mijn

The Daily Indie

muziek is vooral gebaseerd op imitatie van mijn omgeving, hetzij bijvoorbeeld auto’s of sirenes die ik thuis continu hoor, of het geluid van de natuur, insecten en dergelijke. Als vanzelf probeer ik dat soort geluiden te imiteren in mijn muziek, en zo als het ware de soundtrack te schrijven voor wat er visueel gebeurt. Er zit niet veel tekst in mijn muziek, wat daar natuurlijk veel mee heeft te maken.”

het openingsnummer achterstevoren is. Wat bedoel je daarmee? “Het openingsnummer probeert je als het ware in mijn wereld te krijgen, je mee te nemen in mijn onderbewuste. Door dat nummer achterstevoren op het eind te zetten, kom je als het ware weer boven water, terug in je eigen realiteit. Hopelijk kon je even kijken naar hoe ik in mijn omgeving sta, hoe ik reflecteer.”

In het boekje van ‘Zeros’ bedank je ‘nature en science documentaries’. “Als ik niet op tour ben, kijk ik constant documentaires. Laatst zag ik een fantastische over mieren, dat was echt te gek. Ook zag ik er een over water. Als je een glas water op tafel zet, neemt dat water alle licht en beelden wat er om hem heen staat, in zich op en reflecteert dat vervolgens weer. Zo zie ik mijn manier van werken ook, ik ben als het ware dat glas water dat zijn omgeving compleet in zich op neemt en vervolgens dat weer terug de ruimte in reflecteer. “ Je album begint met het nummer ‘It Ends’ en eindigt met ‘sdnE tI’, wat

Issue 4


column

Hoe Jasper van der Put zich voorstelt op zijn blogspot.nl: “Born 1987. Nightowl by default, always on the lookout for gems of music wisdom. A jack-of-all-trades in the field of music, Van der Put has been involved in the music industry as a booking agent, events manager, journalist, scholar, roadie and performer.” Dan weet je dat ook weer.

Je ziet ze niet staan, maar je hoort ze wel, toch? Je loopt binnen bij een podium bij jou in de buurt voor een avondje bandjes kijken. Misschien heb je al maanden naar deze avond uitgekeken. Je betaalt voor de artiest op de poster, maar er vertoont nóg iemand zijn kunsten op zo’n avond, al ken je zijn naam waarschijnlijk niet. Ik heb het over de pauze-dj. Het is die wat schuchtere figuur die vanuit zijn licht verdekte positie de avond overziet, en de sfeer maakt vooraf, tussendoor en ná de optredens waar je voor bent gekomen. Je zou denken dat het ondankbare taak is: Je naam wordt niet genoemd en over een gepaste compensatie voor je kunsten kun je maar beter zwijgen. De pretenties van een artiest passen niet bij een man die de gaten tussen optredens invult. Veelal is de pauzedj ‘een aardige vent die wat plaatjes komt draaien’. Een hobbyist, zo je wilt. Het is ook veelal geen persoon die het voetlicht ambieert. Maar wel eentje die voor vele (zo niet alle) gelegenheden een plaatje weet. Een vakman die zijn liefde voor muziek kan etaleren in vele genres, perfect (en vaak ook op verrassende wijze) aansluitend bij de artiest du jour.

The Daily Indie

In sommige vallen gaat de liefde voor het vak ver. Zo ontmoette ik laatst een geval dat voor elk concert waar hij optrad een specifiek cd’tje brandt met nummers die hij associeerde met de artiesten in kwestie. En dat zijn er velen. Die cd’s hebben allemaal hun weg gevonden naar zijn cd-map, alwaar ze chronologisch en op muziekstijl zijn geordend. Hij is curator van zijn eigen geschiedenis als pauze-dj, maar ook van de vele momenten dat er tussen twee concerten ‘even een plaatje wordt gedraaid’. Ga maar eens na met hoeveel muziek een pauze-dj Tivoli vult als hij een paar jaar meedraait. Meer dan wie dan ook bepaalt hij waar het publiek naar luistert. De eerste keer dat ik in deze voorname cd-map mocht bladeren, werd ik overvallen door het gevoel in een museum te zijn beland. Ik zag muren voor me vol handgeschreven lijstjes en koptelefoons. Er zijn aparte ruimtes voor de ‘vaste klanten’, artiesten met 10 of meer optredens op hun conto. Lange rijen doemen op bij de playlist voor het optreden van Nirvana in Tivoli in ’89. In de giftshop koop je sleutelhangers met de beeltenis van de dj’s van dienst en gesigneerde custom cd-mappen. De

pauze-dj als popidool, voor de verandering. Op elke hoek is een bar, want van al die pauzemuziek krijg je dorst. En dat is waar het hele plan spaak loopt: het domein van de pauze-dj beslaat de momenten waarop er niet geluisterd wordt; een sfeervol sonisch behangetje tussen de bedrijven door. Daar is niks mis mee; de pauze-dj weet waar hij staat. Voor hem hoef je geen lans te breken, want hij doet het met liefde. Het is ook maar de vraag hoe bewust hij zich is van zijn bijdrage aan de historie van al die legendarische podia in de wereld. Hij schrijft hooguit zijn eigen geschiedenis. Terug naar het podium, de avond is halverwege. Roadies zijn druk in de weer met het klaarzetten van de volgende band. Heel af en toe kijkt er iemand op. Een blik van herkenning. De DJ draait zijn plaatjes. Maar voor het hooggeacht publiek is het podium leeg, het glas moet gevuld en verhalen uitgewisseld. Pauze. Jasper van der Put @jaspervanderput Meer lezen? http://jaspervanderput. blogspot.nl

Issue 4


interview


interview

tekst Sophie Westhiner | foto’s Ruth Swanson

Voor een geboren en getogen Californiër is het klimaat in Nederland op z’n zachts gezegd niet fijn. Tim Presley zit dan ook in elkaar gedoken aan een van de houten tafels in een Utrechts café. Vorig jaar bracht hij drie platen uit: zijn eigen ‘Family Volume 1 & 2’, en ‘Hair’, een plaat samen met Ty Segall en op 9 april komt zijn nieuwe plaat ‘Cyclops Reap’ alweer uit. “Ik ben dit niet gewend hoor, zo koud en nat”, moppert hij met zijn armen over elkaar en zijn jas nog aan. Op zijn verkreukelde en bleke hoofd verschijnt een glimlach als er een groot bord soep voor hem wordt neergezet. Nee, gezond ziet de voorman van White Fence er niet uit. Misschien komt dat ook wel door de vele sigaretten die hij rookt. “Meer dan een pakje per dag”, vertelt hij ietwat schuldig. Ondertussen haalt hij een wit stokje uit zijn binnenzak: “Een elektronische sigaret”, en slaat zijn ogen neer. “In het vliegtuig mag je niet meer roken, en ik kan echt niet een paar uur zonder peuk. Dus dan maar zo.” Het verklaart zijn grijze gelaat. En dan ook nog die kou, het doen hem allemaal geen goed. Met een ratelend geslurp eet hij zijn soep en praat hij honderduit over zijn band White Fence, Ty Segall en die eeuwige jaren ‘60 vibe van San Francisco. Hippiehoofdstad van de wereld 2012 was het jaar van hem en Ty Segall. De twee Californiërs maakte de garagepunkplaat ‘Hair’: “Dat was een logische stap voor ons”, aldus Presley. “We komen allebei uit San Francisco en maken dezelfde soort muziek. Ik kende Ty vaag via wat gemeenschappelijk vrienden. Toen ik een keer net na een optreden een peuk stond te roken – daar is ‘ie weer – kwam Ty naar mij toe en vroeg of ik zin had om met

The Daily Indie

hem een plaat op te nemen.” Klinkt simpel, was ook simpel. Die liefde voor garagepunk en de ‘60’s sound is niet vreemd. San Francisco was in de jaren ‘60 hippiehoofdstad van de wereld. Presley: “Volgens mij is de muziek die daarbij hoort altijd een beetje blijven hangen. Er zijn heel veel van dat soort bandjes in San Francisco, best tof. Maar zelf luister ik ook naar andere muziek, hoor. Al hoewel, het echt muziek luisteren en platen kopen is bij mij een beetje weggeëbd. Ik ben de hele dag al met muziek bezig.” Hij buigt zich over zijn soep en slurpt weer een hap naar binnen. “Ik heb eigenlijk geen idee waarom het sixtiesgeluid nu zo populair is. Misschien zijn de garagerockbands simpelweg nu beter geworden en lukt het ze daardoor om uit de underground te klimmen.” Hij staart even over zijn bord heen en haalt zijn schouders op. De wat chaotische kettingroker blijkt ‘s avonds in Tivoli een waar podiumbeest te zijn. Gitaar onder de oksel en gaan. Hij staat op de rand van het podium, de andere twee bandleden hangen bij de drummer. Zij doen er eigenlijk niet toe, het draait enkel om Presley. Psychedelische jams en ellenlange solo’s laat hij horen. Van zijn warrigheid is nog maar weinig te merken tijdens de show.

Issue 4


interview

White Fence

“Tuurlijk worden artiesten beïnvloedt door muziek van andere bands, maar dat wordt Skrillex net zo goed. ” The Daily Indie

Issue 4


interview

White Fence

“ Eeh, ja, niet dat ik denk dat jij dat zal doen hoor... Maar het moest er even uit.”

In 2011 schreef journalist en muziekcriticus Simon Reynolds het boek ‘Retromania: Pop Culture’s Addiction to Its Own Past’. Hierin beweert de Amerikaan dat in de popmuziek altijd wordt teruggegrepen naar muziek die al gemaakt is, zoals nu ook gebeurt met die sixties-revival. De enige artiest die zichzelf daarvan weet los te maken, en dus muziek maakt die nog nooit eerder was te horen, is volgens Reynolds de bebrilde dubstepkoning Skrillex. De rest is achterhaalt, wordt gekopieerd uit vroegere jaren. Deze kwestie leggen we voor aan Presley. Hij is immers één van de artiesten die hetzelfde geluid uit zijn gitaar haalt als The Kinks, The Beatles en andere artiesten van 45 jaar geleden. Maar van deze stelling raakt Presley lichtelijk geïrriteerd, hij legt zijn lepel neer en gaat rechtop zitten. “Onzin”, zegt hij met vuur in zijn ogen. “Tuurlijk worden artiesten beïnvloedt door muziek van andere bands, maar dat wordt Skrillex net zo goed. Je gaat mij niet vertellen dat hij nooit naar techno, dub of andere elektronica heeft geluisterd. Onbewust neem je dat mee in de muziek die je zelf maakt. Pfff, wat een bullshit!” Presley neemt zijn lepel weer ter hand en schudt afkeurend

The Daily Indie

zijn hoofd. Je zou er bijna je excuses voor aanbieden. “Ik maak muziek die ik gaaf vind”, gaat hij verder. “Daarbij denk ik niet na over of het wellicht net zo klinkt als een andere band.” Met een boos gezicht slokt hij weer wat soep naar binnen. “Journalisten lullen sowieso vaak maar wat”, raast hij door. “Ze interviewen artiesten, die geven netjes antwoord op hun meestal stompzinnige vragen, en vervolgens wordt de boel verdraaid. Zetten ze gewoon hun eigen mening in het stuk.” Hij kijkt op en zet zijn gezicht in een wat verontschuldigende blik. “Eeh, ja, niet dat ik denk dat jij dat zal doen hoor... Maar het moest er even uit.” We zwijgen. Opeens graaft hij in zijn tas en haalt hij er een rol gekleurde Mentos uit. “Hier, je drinkt bosvruchtenthee dus zul je deze vast ook lekker vinden. Hou maar.”

debras, White Fence als rustige maar doordachte broertje van. Het zijn twee tegenpolen die elkaar in het midden tegenkomen. Als de twee samen de eerste drie nummers van ‘Hair’ spelen tijdens Le Guess Who? wordt dat ook visueel zichtbaar: Segall schudt met zijn hele lichaam en geeft het publiek aandacht, Presley staat aan de andere kant van het podium en bespeeld geconcentreerd zijn instrument. Na die drie keer drie minuten aan wervelstorm verlaat Presley het podium. Nu is Segall aan de beurt. En Presley, die gaat lekker een sigaretje roken.

Nieuwe boost Later die avond staat vriend en collega Ty Segall op hetzelfde podium. Hij was dit jaar een van de succesvolle garagepunkers en creëerde een hype in de indie-scene. Hij heeft de garagerock een nieuwe boost gegeven en daar lijkt White Fence op mee te varen. Ty Segall als hysterische wil-

Issue 4


Melted Toys Always (Demo)

The Cigarette Bums Stoned To The Bone

POND Giant Tortoise

James Blake Retrograde

CHVRCHES Recover

Omdat er dagelijks zoveel nieuwe muziek uitkomt, hebben we een aantal van onze favoriete nummers van de afgelopen tijd op een rijtje gezet in één overzichtelijke Soundcloud Playlist Wild Smiles Tangled Hair

Kurt Vile Wakin On A Pretty Day

High Pop Loner

Blue Hawaii Try To Be

Mineral Beings Strobe

Hibou Glow

King Tuff Sun Medaillon

Wildmen Haters Gonna Hate

F.U.R.S. Striptease

Pick A Piper All Her Colours

Inc. The Place

Wampire Spirit Forest

Pleasure Leftists Elephant Men

Gloss Ian’s Dream

Boneyards Vega Chain

Kim Janssen Drift

Screaming Females Poison Arrow

LODRO Big Sleep For Alice

Warm Soda Busy Lizzy

Klik hier om naar de Soundcloud Playlist te gaan


interview


interview

tekst Lisa de Jongh | foto’s Rich Gilligan

De Ierse folkpopband Villagers, met voorop het muzikale brein Conor O’Brien, brengt dit jaar de langverwachte opvolger van ‘Becoming A Jackall’ uit. Het album draagt de titel ‘{Awayland}’, een zelf verzonnen woord, verwijzend naar de onaangeraakte, nieuwe wereld die aan de voeten van een pasgeboren kind ligt. Muzikaal gezien gaat Villagers een stap verder richting de elektronica en triphop. Want, zoals O’Brien zelf zegt: “elektronica kan ook emotioneel zijn.” We spreken Villagers op Eurosonic, waar hij drie jaar geleden nog als ‘veelbelovende nieuweling’ werd bestempeld, en nu inmiddels één van de grootste namen van het affiche is. De maanden ervoor bracht de band door als voorprogramma van Grizzly Bear door Engeland en Europa. Lachend zegt O’Brien: “Het is geweldig om iedere avond naar die band te kijken. We hadden veel plezier, misschien iets te veel plezier. Dit is onze ‘healthy tour’, ik drink alleen vruchtensap en water.” De tour met Grizzly Bear was de perfecte manier om de nieuwe nummers van ‘{Awayland}’ ten gehore te brengen: “Het publiek van Grizzly Bear is ook ons potentiële publiek. Ze zijn stil en luisteren echt naar de liedjes, of ze het nu kennen of niet. We hebben bijna alleen maar nieuwe nummers gespeeld, en de reacties waren overweldigend.” Over zijn oude repertoire zegt hij: “Ik haat veel van mijn oude nummers. Als ik ze speel, krijg ik een brok ik mijn keel. Ik wil ze niet meer zingen, ik sta er niet meer achter.” Techno Het was wel even schrikken toen Villagers weer van zich liet horen met de single The Waves. Het nummer, dat veel elektroni-

The Daily Indie

scher is dan het vorige materiaal en zelfs een beetje triphop uitademt, kwam voor veel fans als een verrassing. De Ierse zanger vertelt geruststellend: “Het is het meest afwijkende nummer van de plaat, de rest heeft wel synthesizers, maar niet zo op de voorgrond als op deze single.” De reden voor de muzikale omslag van Villagers is onder andere te vinden in de persoonlijke smaak van O’Brien: “Als 15-jarige luisterde ik veel naar techno, en ik heb ook een tijdje die muziek gemaakt. Dat laat ik nooit aan iemand horen, omdat het niet goed zou zijn voor mijn reputatie”, glimlacht hij. “Toen ik aan mijn eerste album als Villagers begon, luisterde ik naar gitaarmuziek en folk. Op dit moment heb ik de elektronische muziek uit mijn jeugd eigenlijk weer herontdekt. Toen ben ik gaan experimenteren met geluiden.” “Toen Mumford & Sons plotseling zo groot werd, leek het wel als folkmuziek de enige manier was om je emoties en gevoelens te uiten. Ik irriteerde me aan de folkfans. Elektronica kan ook emotioneel zijn, vind ik. Bovendien vond ik het fijn om akkoordenschema’s en maten los te laten, en juist te werken met allerlei geluiden en lagen.

Issue 4


interview

Villagers

“In sommige winkels ligt dus de eerste versie van de plaat, en in sommige winkels de tweede, aangepaste versie.� The Daily Indie

Issue 4


interview

Villagers

Het is geen academische plaat geworden, er zit juist veel gevoel in.” En zo begon O’Brien met het samenstellen van allerlei geluidslandschappen, die later het album ‘{Awayland}’ zouden vormen. Hij produceerde en mixte het album samen met gitarist Tommy McLaughlin, om de simpele reden dat hij het niet uit handen wilde geven. “Ik zou niet kunnen uitleggen hoe ik het album wilde laten klinken, dus moest ik het zelf doen. Het mixen nam veel tijd in beslag, en de nummers zijn daardoor ook flink veranderd. We hadden een synthesizer naast de mixtafel staan, zodat we al mixend nog wat geluiden konden toevoegen”.

genomen, in een demo set-up, omdat ik geen tijd meer had. Toen was het echt tijd om het album los te laten”, glimlacht hij. “In sommige winkels ligt dus de eerste versie, en in sommige winkels de tweede, aangepaste versie. Maar waarschijnlijk ben ik de enige die het verschil hoort.” Daarnaast liep het album de nodige vertraging op door het intense tourschema van Villagers in 2011 en 2012: “Ik heb twee jaar lang bijna iedere dag opgetreden, en dat doe ik nooit meer op die manier. Het kon niet anders, omdat ik mijn naam toen nog moest vestigen. Ik heb ruim een jaar alleen in Ierland gespeeld, tot ik Europa in kon. Nu begin ik op een ander punt.”

Vertraging De fans hebben niet voor niets zo lang op het nieuwe album moeten wachten. Toen het album eindelijk klaar was, en zelfs al door het label was uitgebracht, besloot O’Brien het toch weer terug te halen: “Ik wilde toch nog wat dingen veranderen, en daar was niemand blij mee. Het label gaf me daardoor maar kort de tijd om het over doen en terug de studio in te gaan. Alle veranderingen die er toen nog zijn gekomen heb ik heel lo-fi op-

Jong en onschuldig ‘{Awayland}’ is een conceptplaat geworden, als we O’Brien mogen geloven. Het verhaal begint op de cover, waar de zoon van zijn broer op te zien is: “Hij kijkt uit over zee, alsof er nog een hele wereld voor hem open ligt. En vanuit dat standpunt is het album geschreven; als een jong, onschuldig kind, die dingen voor de eerste keer ziet. Het was voor mijzelf een verfrissend thema, vooral omdat ik na het toeren in een donker en diep gat was

The Daily Indie

gevallen. Ik schreef allerlei depressieve nummers, als een soort theorie, om weer op te klaren. Toen het thema mij duidelijk werd, viel alles op zijn plek. Ik voelde me weer de oude, had weer plezier in het schrijven en spelen, en kon ook een zeker soort humor in de plaat inbouwen. Het is een tragikomische verzameling van liedjes geworden, met veel tegenstellingen en metaforen, maar het mooie is dat ze universeel zijn. Het zijn geen statements of politieke uitingen, of breakup songs, maar het zijn positieve gevoelens en ‘vibes’ die door iedereen begrepen kunnen worden. Er is geen goede of foute manier om de nummers te interpreteren.”

Issue 4


Join Our Team!

Wij zijn op zoek naar: • schrijvers • fotografen • columnisten • personal assistant

Interesse? Mailen: thedailyindie@gmail.com


II PRESENTEERT: Z AT E R DAG

23 MAART 2013 21:00 - 03:00 5 EURO

LOWER

(DK)

ESCHO

KATADREUFFE KLEININDUSTRIE

W W W. I NDI EINDI E.NL

VRANKRIJK SPUISTRAAT 216, AMSTERDAM


interview

fotografie Maan Limburg styling Maartje van Denderen visagie Laura Steenge


interview

tekst Ricardo Jupijn | foto’s Maan Limburg

Het verschil tussen ons vorige interview begin oktober in zijn knusse studiootje in Zwaag, en dit interview in januari kan bijna niet groter. Alleen vandaag heeft Jacco Gardner (24) op het hoofdkantoor van Excelsior al veertien interviews staan. En dat is nog maar één dag. Je kunt gerust zeggen dat er in de tussentijd verschrikkelijk veel is veranderd voor de uiterst begaafde, bescheiden en vriendelijke muzikant. Hoe is het nu met de psychedelic boy wonder? Op een bovenkamertje zit de kleine muzikant opgewekt te wachten op de volgende journalist die ‘m weer wat vragen komt stellen. Met een mok koffie, een bord vol koekjes en een goed humeur wacht hij ze stuk voor stuk op. Buitenlandse aandacht In november en december slaat het Jacco Gardner-virus ineens aan beide kanten van de oceaan toe. In Amerika schrijft Pitchfork over hem, wat altijd garant staat voor een hoop exposure op andere blogs, krijgen NME en The Guardian hem in de gaten en sijpelt zijn muziek binnen korte tijd door naar het grote publiek in binnen- en buitenland. Overdonderd? “Nou, ik ben niet snel overdonderd, behalve als het echt allemaal tegelijkertijd gebeurt, dan kan mijn hoofd het niet meer aan. Ik moet dan even bijkomen en daarna kan ik weer verder, maar iedere keer als er iets gebeurt denk ik: ‘oh vet, hier kunnen we weer iets mee doen’. Dan stel ik me erop in en kijk ik gelijk weer vooruit wat we daar aan hebben of hoe we daar op in kunnen spelen. We stellen eigenlijk constant de koers bij.” Wat vindt de liedjessmid zelf eigenlijk van al die aandacht? “Ja, super. Mensen gaan wel

The Daily Indie

kritischer naar de live-shows nu, dat vind ik ergens wel vervelend, omdat ze soms vergeten waar het om gaat. Juist omdat het album redelijk gehyped wordt, gaan ze naar een show en verwachten ze een superslicke en perfecte show met van alles erop en eraan. En ja, ik krijg er voornamelijk heel veel goede reacties op, maar sommigen zeggen toch: ‘Ja, die Jacco viel toch een beetje tegen’. En dan wordt er ineens gelet op van die hele kleine details en randzaken die niet over de muziek gaan, terwijl ik zoiets heb van: ‘Het gaat toch om de liedjes, om de sfeer van de muziek. Waar heb je het over?!’ Dat is wel eens vervelend.” Over het album zijn de reacties immer positief. Gardner zelf is ook erg overtuigt van de kracht van zijn plaat, die – ondanks dat we toch niet echt het land van de sixties en psychedelica zijn – zelfs in Nederland aanslaat: “Ja, het wordt echt overal opgepikt ineens, zelfs op 3FM en dan niet alleen door 3voor12. Ik heb echt geen idee waar dat vandaan komt. Ik vond het al bizar dat Allah-Las op 3FM gedraaid werden, laat staan dat ik daar ineens te horen ben.” Gardner valt met zijn neus midden in de boter, hij vaart immers lekker mee op

Issue 4


interview

Jacco Gardner

“Het gaat toch om de liedjes, om de sfeer van de muziek. Waar heb je het over?!� The Daily Indie

Issue 4


interview

de muzikale retro-stroming van tegenwoordig: “Ik heb er niet bewust over nagedacht om die plaat nu te releasen, maar ja, het is zeker een goed moment. Het is in ieder geval niet zo bedacht, ik ben namelijk al erg lang met die plaat bezig. Sommige nummer ben ik al zes, zeven jaar mee bezig. Maar het idee van het album en de echte albumversies van de nummers, daar ben ik zo’n anderhalf jaar geleden mee begonnen. Ik heb het daarvoor een tijd laten liggen, want als producer had ik voor mijn gevoel nog niet de techniek en de know-how die nodig waren voor deze plaat. Dat is ook de reden waarom er zoveel tijd tussen de allereerste versies en het uiteindelijke album zit.” Bestempeld als ‘goed’ Terwijl de multi-instrumentalist nog

The Daily Indie

Jacco Gardner

eens rustig door zijn koffie roert, blijkt wel dat hij erg blij is dat het album nu eindelijk klaar is. Een verlichting?: “Ja, helemaal omdat het nu zo opgepikt wordt en echt bestempeld wordt als ‘goed’. Dat betekent in ieder geval dat ik mij in ieder geval als producer en studio-artiest heb bewezen.” Gardner heeft wel een handje van perfectionisme. Is hij helemaal blij met de plaat zoals deze nu is? “Op heel kleine details na ben ik echt heel tevreden.” Is Gardner ook alweer bezig met zijn opvolger inmiddels of dat niet? “Nee. Ik heb nog wel wat nieuwe nummers, maar op het moment ben ik daar niet mee bezig. Ik luister ook bijna helemaal geen nieuwe muziek meer, in mijn hoofd is er helemaal geen ruimte meer voor. Behalve mijn eigen muziek live spelen dan. Er gebeurt zo ontzettend veel op het moment, ik laat

dat eerst een rustig allemaal over me heen komen en dan komt het vanzelf wel weer.” Muzikale opvoeding Muzikaal talent heeft de jonge componist genoeg, dat is wel te horen op zijn debuutalbum. Waar komt dat eigenlijk vandaan? “Ik ben de jongste in ons gezin en mijn broers en zus waren altijd al met muziek bezig. Ik ben dus eigenlijk niet eens echt bewust begonnen met muziek, dat ging vanzelf. Omdat de rest ook iets met muziek deed, dachten mijn ouders dat ik het ook wel leuk zou vinden en deden ze mij op AMV, Algemene Muzikale Vorming, waarbij je kennis maakt met muziek en instrumenten. Dus muziek werd wel gestimuleerd toen ik jong was, ha ha.” Dan is het nog zoeken naar je muzikale smaak. Gardner

Issue 4


interview

The Daily Indie

Jacco Gardner

Issue 4


interview

Jacco Gardner

“ Dat lijkt me echt te gek, ik zou graag in Londen willen wonen.” komt er al vrij snel achter dat de sixties zijn favoriete tijdperk is: “Een vader van een vriend van mij heeft mij heel erg op weg geholpen. Hij kwam met allerlei platen aanzetten die ik volgens hem dan moest luisteren. Hij kwam bijvoorbeeld met Syd Barrett. Terwijl ik toen nog naar wat meer commerciële rock en punk luisterde. Niet echt toffe dingen… Toen ineens hoorde ik Barrett en Pink Floyd en dat was de reden dat ik in de jaren zestig belandde.” En dat heeft veel goeds gedaan, want een artiest als Barrett en een band als The Zombies hebben Gardner in de kleurrijke underground van de sixties gezogen.

The Daily Indie

Swinging London Zijn huidige woonplaats Zwaag staat nou niet echt bekend om zijn bruisende muzikale en culturele scene. Nu het in het buitenland zo lekker loopt, met shows in Duitsland, Engeland, België, Frankrijk, Spanje en zelfs een wekenlange tour door Amerika in maart, is het misschien wel eens tijd om lekker naar het buitenland te verhuizen?: “Ja, dat lijkt me echt te gek! Ik zou graag in Londen willen wonen. Ik heb nu ook een werkvergunning voor drie jaar in Amerika, dus ik zou daar zo ook nog eens een tijd kunnen gaan wonen, wie weet.” Hopelijk blijft Gardner nog even in Nederland.

Issue 4


albumrecensies

Maston Beach Fossils Daughter Mozes and the Firstborn Eins, Zwei & the Parallel Cinema Palma Violets Girls Names SUUNS Foals Jacco Gardner + The Daily Indie Radar

The Daily Indie

Issue 4


albumrecensies

Beach Fossils Clash The Truth (Captured Tracks)

Issue #04

Na het eerste gelijknamige album werd al snel duidelijk dat er bij de band Beach Fossils sprake was van een tegenstelling. Zo ontstond er een kloof tussen het relatief rustige album en de energieke live-optredens, waar volume en tempo plotseling omhoogschoten en het publiek veranderde in een zee van armen en benen die door de lucht vlogen. Frontman Dustin Payseur, de oprichter van de band in 2009, wilde deze tegenstelling overbruggen door de live-energie nu ook op album vast te leggen. Zo ontstond hun tweede album ‘Clash The Truth’. Op het album komt inderdaad een grotere mate van enthousiasme en agressiviteit door, zoals bij de nummers (met al net zulke dynamische titels) Generational Synthetic, Crashed Out en Burn You Down. Wel ligt de basis nog steeds bij die dromerige lo-fi indie met melodieke gitaarlijnen en mijmerende zang waar Beach Fossils bekend om staan. Dit komt vooral terug bij het nostalgische en rustigere nummer Sleep Apnea, dat meer in het verlengde ligt van het vorige album. Hiermee kan Beach Fossils dan ook nog steeds in het straatje worden geplaatst met Captured Tracks labelmaatjes Wild Nothing en DIIV. Payseur kondigde het ook eigenlijk in het openingsnummer Clash The Truth zelf al aan: ‘Life can be so vicious and we can’t even appreciate its purities.’ Spatzuiver album. Maartje Knaap

De Canadese band SUUNS brengt met ‘Images Du Futur’ haar tweede album uit. De grote vraag: kan dit nieuwe album tippen aan het debuut ‘Zeroes QC’. Een eerste geruststelling is dat het nog steeds de eigen SUUNS-sound heeft. Voor degenen die niet weten wat die sound is: experimentele indie, dromerige en hypnotiserende psychedelica en elektronica. Images Du Futur betekent ‘beelden van de toekomst’ en past uitstekend bij de muziek. Experimenteren met nieuwe muziek, toekomstmuziek. Openingssong Power Of Ten gooit je gelijk in het diepe met noisy psychedelica. Maar als eerste single van het album is gekozen voor het juist dromerige Edie’s Dream. Een wat aparte keuze, omdat het album veel pakkendere nummers heeft. Zoals de tweede single 2020, die meer de kracht en moody psychedelica van SUUNS laat horen. De typerende monotone en verbeten zang van Ben Shemie is ook weer duidelijk aanwezig, veelal echoënd. Mirror Mirror en Halocene City raken iets meer de rock-kant, terwijl Bambi ritmisch meer uptempo en elektronisch is. Titelsong Images Du Futur, het één-na-laatste nummer, zit meer in de chill-out modus. Eigenlijk meer in een fade-out modus, maar afsluitend komt nog het bijna zes minuten durende Music Won’t Save You. Opmerkelijk is het lachende en soms lichtelijk applaudisserend publiek op de achtergrond. Een volwaardige en afwisselende opvolger van debuut ‘Zeroes QC’.

SUUNS Images Du Futur (Secretly Canadian)

Cathelijne de Groen

The Daily Indie

Issue 4


albumrecensies

Palma Violets 180 (Rough Trade Records)

Issue #04

Palma Violets is de beste nieuwe gitaarband die er is. Althans, als we de Engelse pers (met de altijd enthousiaste NME voorop) mogen geloven. Wat het is? Rauwe rammelrock met meeschreeuwteksten. Live ligt de focus vooral op de energie tussen band en publiek. Maar hoe brengen ze dat over op hun eerste studioplaat? De kop wordt er meteen hard afgeblazen met single Best Of Friends, de track waar ze de hype in hun thuisland aan te danken hebben. Meeschreeuwen en raggen maar. En daarna gaat de turbo uit. Tweede single Step Up For The Cool Cats doseert de energie netjes door het nummer heen en biedt meer ruimte voor de zang. Dit wordt voor de rest van het album zo volgehouden. Is dit nou de beste nieuwe gitaarband die er is? Eentje waar de teksten negentig procent van de tijd voorop gaan? Wie een album vol Best Of Friends-achtige songs verwacht komt misschien van een koude kermis thuis. Voor de rest die benieuwd is: geef het album een kans. Het niveau van de tracks wisselt soms nogal, maar ‘180’ heeft genoeg sterke songs heeft om boeiend te blijven nadat de hype is gaan liggen. Wessel van Hulssen

‘The New Life’ is het tweede album van Girls Names en de opvolger van het prima debuut ‘Dead To Me’. Het geluid van de Ierse band is flink veranderd in de anderhalf jaar die tussen de twee albums zit. Van de opgewekte garagepop en aanstekelijke wave naar duistere, galmende postpunk met een macaber, naargeestig sfeertje inbegrepen. Dat komt mede door de spookachtige zanglijnen van zanger Cathal Cully die mijlenver op de achtergrond te horen zijn, een trucje dat The Horrors bijvoorbeeld ook gebruikt, en dat best goed werkt.

Girls Names The New Life (Tough Love Records)

De nummers op ‘The New Life’ kruipen langzaam richting een gemiddelde van vijf minuten, wat op zich niet zo erg is, maar Girls Names herhaalt zich echter te snel in formule en structuur. Hypnotic Regression is een aangename frisse wind tussen de trage en bijna deprimerende galmen die bijvoorbeeld te horen zijn op Drawing Lines, Occultation en Second Skin. Al met al geen makkelijk album en hier en daar ook niet zo origineel, maar het is altijd fijn dat een band zichzelf zo weet te vernieuwen. Het is even wennen, dat nieuwe leven van Girls Names, maar na een paar luisterbeurten goed te pruimen. Lisa de Jongh

The Daily Indie

Issue 4


MMOSS Only Children

Mazes Ores & Minerals

Indians Somewhere Else

Iceage You’re Nothing

Youth Lagoon Wondrous Bughouse

Blue Hawaii Untogether

Atoms For Peace Amok

Veronica Falls Waiting For Something To Happen

Inc. No World

Psychic Ills One Track Mind

Widowspeak Almanac

The Men New Moon


albumrecensies

Jacco Gardner Cabinet Of Curiosities

(Excelsior)

Issue #04

Als lezer van The Daily Indie | Issue #04 (en #02) heb je waarschijnlijk al genoeg gelezen over Jacco Gardner. De jonge muzikant die in zijn thuisstudio net zo lang heeft lopen pielen en sleutelen aan zijn nummers en sound totdat alles helemaal perfect naar zijn zin was. Op ‘Cabinet Of Curiosities’ creëert Gardner een totaal eigen wereld, met een sprookjesachtige sfeer. Ouderwets barokke en psychedelische instrumenten van een mellotron tot harpsichord, ondersteunen de imaginaire teksten. De plaat wordt geopend met het opgewekte, kleurrijke en ‘direct-de-toonneerzettende’ Clear The Air, één van de betere nummers van het album. Na het middeleeuwse The One Eyed King, het lichte wiegende Puppets Dangling en het glinsterende Where Will You Go en Watching The Moon zit je diep in het psychedelische bos van de albumhoes. Het pad vervolgt zich met nog een rits sterke nummers als het kleurrijke en charmante Help Me Out en Summer’s Game, waar Gardner de luisteraar nog dieper het bos intrekt naar een plek waar zich allerlei prachtige taferelen afspelen (als je je ogen sluit en je fantasie de vrij loop laat gaan). Via het uptempo Chameleon en het beeldschone The Ballad Of Little Jane kom je weer langzaam uit het sprookjesbos gekropen. Ricardo Jupijn

Waar muziekgenres zich enerzijds steeds meer overlappen tegenwoordig, zijn er aan de andere kant nog een hoop bijzonder interessante en actieve niches. Neem bijvoorbeeld de barokke en psychedelische stijl, die een ongelooflijke opmars heeft gemaakt. Eén van de muzikale leiders is Frank Maston: een jonge muzikant die in zijn eentje één van de beste platen maakt die wij de laatste tijd hebben gehoord. ‘Shadows’ is het zonovergoten resultaat van een gezonde dosis westkust-invloeden als The Beach Boys (véél Brian Wilson), Van Dyke Parks, de sound van Spector en de speelse kant van McCartney. Zo’n album dat je helemaal wegvoert naar een andere wereld, en de wereld van Maston is een bijzonder fijne om in rond te dwalen. Geheel in barokke en psychedelische stijl opent de plaat met het instrumentale Strange Rituals, waarna het ene na het andere fijne nummer je voor de oren vliegt. Verlichtende melodieën en psychedelische pop met een palet aan nostalgische en orkestrale instrumenten zetten de toon op het album. (You Were) In Love, Messages, Looks, Young Hearts, Flutter, Night. Ach, eigenlijk is elk nummer prachtig op zijn eigen lieflijke, gedreven, pulserende, speelse en vredige manier. Een plaat die altijd tot z’n recht komt, of het nou de sixties is of niet.

Maston Shadows (Trouble In Mind Records)

Ricardo Jupijn

The Daily Indie

Issue 4


albumrecensies

Daughter If You Leave (4AD)

Issue #04

Als ondergetekende een luie recensent zou zijn, zou hij het Daughter afdoen als een schaamteloze kopie van het eveneens Londense The xx. Maar hij is niet lui, en die vergelijking doet Daughter sowieso tekort. Songschrijfster Elena Tonra, inmiddels met complete band, maakte al indruk met twee EP’s en optredens op ITGWO en Crossing Border. Debuutalbum ‘If You Leave’ staat vol met uitgeklede kippenvelmomenten die eens een keer géén bedachte formule lijken te zijn. Tonra schrijft liedjes als folksongs, met zang en akoestische gitaar. Die liedjes worden vervolgens door vriendlief, gitarist en producer Igor Haefeli opgeleukt met subtiele elektronica en bombastische strijkkoren. Dat resulteert in songs met af en toe inderdaad die ruimtelijke, overdonderende sound die we zo goed kennen van alle xx-jes van deze wereld, maar die veel meer kop-enstaart-popliedjes zijn. De plaat luistert als een betoverende trip over een besneeuwde vlakte, maar met genoeg om het lijf om de aandacht erbij te houden. Zo zijn Still, Human en single Smother eigenlijk best catchy, met die meehum-refreintjes, zonder de adembenemende breekbaarheid te verliezen. Een enkele misser als Shallows, is simpelweg dermate uitgekleed dat het nummer te inwisselbaar wordt. Het is een uitzondering op een verder sterke plaat. Robin van Essel

De indierock van Foals is iets wat, mede door de explosieve liveoptredens in diverse festivalweides, als een lopend vuurtje ging. Na drie jaar wachten is er dan eindelijk een nieuwe cd. ‘Holy Fire’ begint met het nummer Prelude. Vier minuten lang wordt er een spanning opgebouwd, wat de interesse naar de rest van de cd enorm aanwakkert. Inhaler begint typisch Foals: opzwepende drums en spastische loopjes en piepjes. Het eindigt echter als een groot rocknummer met veel geschreeuw. My Number, de eerste single, is net zo aanstekelijk als eerdere hits zoals Total Life Forever of Cassius. Maar wie goed luistert hoort dat er meer emotioneel geladen teksten zijn en de band meer rust durft te pakken. Neem bijvoorbeeld Bad Habit: ‘Cause I’m a bad habit … I hope I change’. Ook Out Of The Woods en Milk & Black Spiders hebben dit in zich. Net als veel andere bands in dezelfde carrière-periode, zijn de vijf heren van Foals verder opgegroeid en hebben ze een meer volwassen sound gekregen. Dit is terug te horen in meer persoonlijke teksten, de ijzersterke productie en de interessante riffjes en loopjes. Tegelijkertijd is het geluid typisch Foals en bevat de cd weer heerlijke meezingers. Ook dit jaar zal de band het publiek bij festivals en concerten gegarandeerd in vuur en vlam zetten.

Foals Holy Fire (Warner Records)

Liske Steenbergen

The Daily Indie

Issue 4


albumrecensies Mozes and the Firstborn Mozes and the Firstborn (Top Notch)

nl recensies

In 2010 werd Mozes and the Firstborn geboren, niet in een rieten mandje maar in ‘Eindhoven de gekste!’. Na drie jaar heeft de band een stevige live-reputatie opgebouwd en met I Got Skills een radiohitje te pakken. De twaalf tracks op het titelloze debuut leveren je aanbevolen dagelijkse hoeveelheid garagerock, met een smakelijk klassiek geluid. Aanstekelijke nummers als Bloodsucker en Seasons doen denken aan een tijd dat hun ouders jong waren. Niet alle tracks zijn muzikale noviteiten, maar na een paar luistersessies blijft Peter Jr of het herhalende refreintje van Down With The Band wel in je hoofd hangen. Met deze gelijknamige debuutplaat hebben de heren een mooi document op zak en degenen die hier niet door overtuigd is, zal dit zeker zijn na het bezoeken van één van de concerten of festivals waar ze de komende tijd gaan spelen. Bart Nijland

Aestrid begon in 2004 als een soloproject van de uit Soest afkomstige Bo Menning. ‘Box’ is na ‘The Echo Resistance’ (2011) het tweede album van de groep. Waar dat album ruim vier jaar in de maak was, is ‘Box’ in slechts een half jaar geschreven, opgenomen en uitgekomen op het Britse Function Records. Het eerste Aestrid-album was neerslachtiger en gefrustreerder van aard, maar ook op ‘Box’ zal de luisteraar bar weinig optimisme aantreffen. De essentie van Mennings muziek is weemoed. Een muur van synths en dromerige maar melodieuze gitaarpartijen, gemodelleerd naar The Sounds en A-Ha, zijn in bijna alle tracks het beginpunt. De beklaagde zang van Menning komt goed uit de verf op de momenten dat hij er wat kracht achter zet. De breekbare sound van zijn half huilerige kopstem kan wat al te gepijnigd overkomen. Toch is ‘Box’ een inspirerende plaat; speciale TDI-tip voor getormenteerde wave-fans. Roeland Rutgers

Eins, Zwei & the Parallel Cinema Parallel Cinema

BOX (Function Records)

Na het shoegaze-project Eins, Zwei Orchestra, dat zich liet inspireren door de architect Friedensreich Hundertwasser, en de kerstige tussendoortjes met How To Throw A Christmas Party is Eins, Zwei deze keer in een heel ander concept gedoken. En wel in de gekke en vreemde wereld van de Indiase Bollywood. Op ‘Parallel Cinema’ weet de band oosterse elementen te combineren met een fijne en verrassende dosis Arcade Fire. Een hoop violen, koren, sitar gemengd met indierock-geladen gitaarpartijen en veel stuwende en uptempo drums maken deze plaat een krachtige en overtuigende plaat. Naast dat hebben nummers als Sweet Tomorrow, Fire, ABC en Reincarnation ook een bijzonder groot enthousiasme in zich, die het geheel net dat beetje extra geven. Toch kan het uptempogehalte af en toe wel een beetje te veel van het goede zijn na ruim 45 minuten. Ricardo Jupijn

Met ‘Dance on Time’ (2011) ging Pien Feith van ‘meisje met gitaar’ naar een meer ritme-georiënteerde sound met speelse percussiepatronen en gedoseerde synthen gitaarpartijen. Al deze veranderingen stonden gelukkig wel nog steeds in dienst van datgene wat Pien Feiths muziek zo kenmerkt: haar prachtige, krachtige stem. Met ‘Tough Love’ belooft Feith een ‘persoonlijker, maar ook spannender’ album te hebben gemaakt terwijl juist hier haar stem dikwijls verzuipt in synths en blazers. Net als op zijn voorganger wordt wederom enthousiast met vocale samples en tegendraadse ritmes gespeeld, maar er lijkt te zijn gegaan voor een rijker geluid. Als de muziek ‘spannender’ is gemaakt door de ‘persoonlijke’ teksten terug te dringen, dan is dat gelukt, maar op ‘Tough Love’ lijkt de band haar grootste forté even te zijn vergeten. Yoram van Hees

The Daily Indie

Aestrid

Pien Feith Tough Love (V2 Records)

Issue 4


interview


interview

tekst Rinze Voorberg | foto’s Ricardo Jupijn

Het concept is al zo oud als geld in de muziekindustrie zelf: room de geniën van verschillende bands af, sluit ze met elkaar op en laat ze een langspeler maken. Je kunt Beak> echter geen ‘supergroup’ noemen, ook al zijn de sporen die daarvoor nodig zouden zijn al wel verdiend. Het is natuurlijk ook niet per se erg rock-’nroll om een band te starten die draait om het zielige broertje in de populaire muziek: improvisatie. Gezamenlijk puzzelen we naar wat er achter hun werkwijze zit. “Het was niet zozeer een jam, het was meer een soort improvisatie-sessie”, legt bassist Billy Fuller (Fuzz Against Junk en Strange Sensation, de backing-band van Robert Plant) uit over de eerste muzikale ontmoeting van Beak>. Het was een kerstfeestje: “Ik kan me in geen velden of wegen meer herinneren hoe dat heeft geklonken. Volgens mij speelde ik toen bas, Geoff (Barrow, van Portishead) zat achter een drumkitje en volgens mij speelde Matt (Williams, gitaar/ toetsen in o.a. Team Brick) klarinet.” Wat ze nog wel herinneren, is dat het enjoyable klonk. Zelfs zo, dat ze nu, drie jaar verder, hun tweede album toeren. Improvisatie Nog steeds staat improvisatie centraal in het ontstaan van de muziek. Hun eerste album, ‘BEAK>’, was in twaalf dagen ‘geschreven’ en opgenomen. De composities worden pas achteraf samengesteld door stukken muziek achter elkaar te plakken en in elkaar over te laten lopen. Geoff: “Met het tweede album ‘> >’ is onze aanpak wel

The Daily Indie

iets strakker geworden, we hebben dit keer meer gearrangeerd. De improvisatie staat nog steeds aan de basis voor het ontstaan van de liedjes. Wat we hebben verandert is, dat we zodra we de geïmproviseerde structuren hadden, we die vervolgens zijn gaan oefenen. Deze tour spelen we in principe een uit ons hoofd geleerde improvisatie-set. Wat natuurlijk een beetje raar is.” Toch zit er een denkproces achter de improvisatie: “Je wilt jezelf niet herhalen, je moet op je tenen lopen om niet te vervallen in wat je al eerder hebt gedaan. Aan de ene kant probeer je dus niet te denken en je muzikaliteit de vrije loop te laten gaan, anderzijds leidt je het wel met je hoofd in banen.” De drie heren zoeken hard naar woorden om hun proces duidelijk te maken, ze proberen een ‘je had erbij moeten zijn’-moment te verklaren. Wanneer is een Beak>-song dan af? Geoff: “Als we er een goeie take van hebben.” Billy onderbreekt: “Als we er verveeld van raken!” Matt moet lachen. De gitarist/toetsenist is een echte klassieke boy wonder. Erg jong, maar met een overvolle agenda die bestaat uit touren, schrijven en opnemen, jaar in jaar uit. Hij lijkt echter niet helemaal op zijn gemak in een interview-setting en kijkt de hele

Issue 4


interview

Beak>

“Deze tour spelen we in principe een uit ons hoofd geleerde improvisatie-set. Wat natuurlijk een beetje raar is.�

The Daily Indie

Issue 4


interview

Beak>

“ Het is het meest simpele ooit, een label oprichten.”

tijd wat onwennig en schichtig om zich heen. Het is mooi om te zien dat twee vaderlijke figuren hem flankeren en aanmoedigen om dingen in te brengen. Imperfectie maakt iets uniek “Het is ook nog maar een recente ontwikkeling dat iemand heeft bedacht en zei: alles op een album moet perfect zijn, alle sounds moeten op hun plaats zijn, de nootjes moeten feilloos geordend worden. Twintig jaar geleden was dit nog helemaal niet zo. Het zijn voor ons juist die imperfecties die het tot iets unieks, iets individueels maken. Het is als met een gezicht, het zijn uiteindelijk de karakteristieke dingen die het herinneringswaardig en tot iets eigens maken. Daar zijn we naar op zoek”, vertelt Billy met vuur. Er komt duidelijk iets los: “Als je commerciële radio luistert, god forbid, dan maakt het niet uit wat voor stijl het is: country, pop, rock, het klinkt allemaal hetzelfde. Puur geluidstechnisch gezien, het is allemaal naar de klote gecompressed, ge-equalized. Er is geen ruimte meer voor iets kleins, of iets interessants”, vervolgt Geoff. “Ik wacht nog steeds op een band die langskomt waarvan ik denk: ‘Yeah! Dit is echt helemaal de shit!’ Zo’n band die me weer helemaal kinderlijk enthousiast maakt. Ik luister veel nieuwe muziek, maar er zit gewoon niet iets tus-

The Daily Indie

sen waar ik weer echt lijp van word.” Geoff gaat nog iets verder op het puntje van z’n stoel zitten en vervolgt: “Ik weet dat ik als een ouwe zak klink. Ik bedoel: ik ben al veertig, maar alle nieuwe muziek die onder de algemene aandacht komt luister ik en denk: dit heb ik eerder gehoord. Alle stijlen gaan in cirkels en ik heb de cirkels soms al een paar keer voorbij zien komen.” Matt trekt eindelijk zijn mond open: “Zelfs ik, ook al draai ik zelf nog maar weinig jaren mee, hoor al dingen terugkomen en opnieuw gedaan worden. Het meeste is gewoon fucking boring.” Invada Records Toch is het niet zo dat ze verbitterd om zich heen kijken. Ze wachten gewoon op iets totaal verfrissends. Ze zijn kritisch, dat zeker. Maar zet ze niet weg als nee-zeggers, hun zoektocht is nog steeds oprecht. Misschien ook daarom dat ze een eigen label hebben, Invada Records, waarbij ze dingen uitbrengen die ze de ruimte willen geven: “Het is het meest simpele ooit, een label oprichten. Je maakt muziek, je zet het op internet en je zet de naam van je label eronder. Dat is, in principe, alles.” Zelfs als de band wordt opgehaald voor het eten blijft Geoff nog energiek doorpraten over nieuwe muziek, nieuwe bandjes, in-

teressante dingen die hij gemist zou kunnen hebben, als een schooljongen die in de pauze met zijn vrienden enthousiast praat over wat hij gisteren op de radio heeft gehoord. Zo simpel kan het dus zijn. Drie muzikanten in hart en nieren die hun vak verstaan en samenkomen om intuïtief muziek te maken. ’s Avonds op het podium maken de heren onderling grapjes en valt het vooral op hoe relaxed Matt muziek staat te maken, hij is duidelijk in zijn element. “Het volgende liedje heet Wonderwall, wij waren Oasis”, grapt hij voor het laatste nummer. Beak> doet duidelijk waar het zin in heeft. Met plezier en vriendelijk oncompromisloos. We wachten met ze mee op het volgende waar we lijp van worden.

Issue 4


column

Harm de Kleine valt al jarenlang mensen in zijn directe omgeving lastig met liedjes ‘die je moet horen’ en bands ‘die echt te gek zijn’. Sinds 2007 probeert hij dat hysterische gedram onder woorden te brengen op zijn nog steeds niet volprezen muziekblog Apply Some Pressure. Zijn koffie drinkt-ie zwart en z’n boeken leest-ie van voor naar achteren. Voor The Daily Indie licht Harm zes bands uit die je ‘zou moeten horen’! The Revival Hour Scorpio Little Devil

Nightlands Oak Island

klik op de hoes om op Spotify te luisteren

We beginnen deze editie maar eens in Amerika, want ook daar gebeurt wel eens wat. Goed, een bandje: The Revival Hour. Het is een nieuw project van DM Smith, die je misschien wel kent van DM Smith. Scorpio Little Devil is een geweldige plaat waar onze collega’s van de Engelse kwaliteitskrant The Guardian doodleuk de namen van dinosauriërs als Dusty Springfield en Roy Orbison in hun review gooien. Dat zou ik niet durven. Maar goed, ik vind aan de andere kant van de weg rijden ook heel eng, terwijl hele volksstammen daar in Engeland het de gewoonste zaak van de wereld vinden. Interessant, die verschillende culturen. En wat kunnen we nog veel van elkaar leren.

The Daily Indie

We blijven nog even in Amerika, zoals dat soms gaat als je ergens niet meteen weg wilt. Nightlands, dat is een project van Dave Harley, ook bekend als bassist van topband The War On Drugs. Oak Island is z’n tweede album als solo-artiest en alleen al vanwege fantastische single I Fell In Love With A Feeling het draaien waard. Zelfs die moeilijk kijkende azijnpissers van Pitchfork zijn fan, dus moet je nagaan.

Issue 4


column

Harm Tipt!

Bed Rugs Rapids EP

Joe Banfi Nomads EP

Een lijstje met tips is niet compleet zonder een bandje uit België. Dat hoor je wel eens in de betere platenwinkels. Grapje natuurlijk, want waar je vind je die dingen nog. Ja, in Amerika misschien, maar dat is een heel ander verhaal. Daar hebben ze immers ook van die absurde pizza’s met knakworsten verwerkt in de uiteraard te dikke korstsrand. En dan zeggen ze dat het crisis is. Afijn, Bed Rugs dus. Gasten hebben met 8th Cloud vorig jaar een bijzonder toffe plaat gemaakt en met dit EP’tje laten ze horen dat ze nog veel beter kunnen. Luister maar naar single Blinds.

Over EP’s gesproken: Joe Banfi heeft er weer eentje uit. Wie? Joe Banfi, binnenkort uw favoriete troubadour uit Norwich. Vorig jaar overrompelde Banfi mij met z’n debuutEP ‘Iron’, en vooral met de daarop staande track Guts and Bones. Met deze tweede EP, ‘Nomads’ getiteld, pakt-ie me verder in. Een beetje zwaar soms, maar hey, je kunt niet altijd zingen over jongens en meisjes met lang haar, zeg ik maar altijd.

The Drowners Between Us Girls EP

Dune Rats Red Light Green Light

Een orkestje dat zich vernoemd heeft naar een liedje van Suede, dat is The Drowners. Ze komen natuurlijk uit Engeland en hebben met ‘Between Us Girls’ een alleraardigst EP’tje uit. Drie liedjes waarvan de langste twee minuten duurt. Ja, dan weet je het wel: geen geouwehoer, maar gewoon scheuren. Toffe single Long Hair gaat over jongens en meisjes met lang haar, om maar eens wat te noemen. Een beetje lichtzinnig misschien, maar hey, je kunt niet altijd zingen over loslaten en je als een dolende nomade voelen in de eeuwige woestijn van onbeantwoorde liefde. (Om nog maar te zwijgen over het zand van verzoening tussen je tenen van eenzaamheid.)

De grappenmakers van het Australische Dune Rats doen ook niet aan langdradig geneuzel. Eerste single Fuck It uit 2012 duurde exact twee minuten en de nieuwe (Red Light Green Light) heeft zes seconden minder nodig. Maar wel zo catchy dat je ‘m zes keer achterelkaar afspeelt. Kom daar maar eens mee aan in de eeuwige woestijn van onbeantwoorde liefde.

The Daily Indie

Issue 4


interview


interview

tekst Cathelijne de Groen | foto’s Deron Pulley

Deerhoof: love it or hate it. De onconventionele zanglijnen en experimentele rock kunnen lang niet iedereen overtuigen, maar staan wel voor originaliteit. De band werd in 1994 opgericht in San Francisco en bestaat tegenwoordig uit de leden Satomi Matsuzaki (zang/bas), John Dieterich (gitaar), Ed Rodriquez (gitaar) en Greg Saunier (drums). Vorig jaar kwam alweer hun twaalfde studioalbum ‘Breakup Song’ uit.

Tijdens Le Guess Who? maakt John Dieterich tijd vrij om The Daily Indie te woord te staan. Iemand die beredeneert terwijl hij vertelt, een beetje chaotisch is, humoristisch, oprechte interesse toont, enorm vriendelijk is en dankbaar voor iedere dag dat hij muziek mag maken. Eén van de vier bewonderenswaardige muzikanten van Deerhoof. Jullie hebben inmiddels twaalf albums uitgebracht… John: “Ehmm… ja, zoiets. Het ligt eraan wat je als albums meetelt, want we hebben ook nog een heleboel EP’s, live-albums, e.d. uitgebracht. Maar puur studioalbums, dan zou twaalf wel kunnen ja. Geen idee, ik heb ze nooit geteld.” Heb je er nog plezier in? “Ja, naast de standaard negatieve kanten van het muzikantenvak. We zijn erg blij dat we muziek kunnen maken en de hele wereld over kunnen reizen, maar tegelijkertijd is het soms moeilijk om daarnaast een ‘normaal’ leven te leiden. Maar ik ben erg dankbaar dat we dit kunnen doen, ik heb vrienden over de hele wereld, dat is toch best bijzonder. Wat betreft het maken van muziek zit ik vol ideeën, energie, creativiteit en kan ik hier steeds beter aan beantwoor-

The Daily Indie

den. Je ontwikkelt je in de loop der jaren.” Je wordt ouder… John lacht: “Ja, misschien zijn het gewoon mijn hersenen die langzamer gaan werken en ik er dus makkelijker op kan reageren” Crisis Rond 2004 besloten de bandleden hun andere baantjes op te zeggen en fulltime als muzikant te gaan werken: “Om een hoger niveau te bereiken moet je alle energie in de band steken en een jaar of acht geleden kwam het moment dat we besloten om ons volledig op de band te storten.” John en Ed hadden administratieve baantjes, Greg werkte als ober in een Thais restaurant en Satomi werkte als redacteur voor een Japans tijdschrift: “We blijven dit doen zolang we er plezier in hebben en nieuwe ideeën kunnen ontwikkelen.” “We hadden voor het eerst een boekingsagent. En je kan natuurlijk wat toeren en daarmee niet veel geld verdienen, maar als je meer shows gaat spelen kun je misschien blijven toeren. Dus hadden we zoiets van: als we dit willen proberen moeten we onze jobs nu opzeggen.” “De muziekscene heeft een flinke deuk

Issue 4


interview

Deerhoof

tekening John Dieterich

The Daily Indie

Issue 4


interview

opgelopen door de financiële crisis. Dat heeft het moeilijker gemaakt. Er is veel concurrentie voor minder concerten, omdat veel podia hun deuren moeten sluiten. Er is minder geld te verdienen. Ook wij hielden onze adem in en zeiden tegen elkaar: ‘zou dit het zijn? Misschien gaan wij hier ook aan ten onder.’ Maar we toeren veel, vorig jaar was ik zes maanden van huis en dit jaar vier maanden. Het lijkt erop dat we het voorlopig zo nog vol kunnen houden. Zo lang we kunnen blijven optreden…” “Onze partners zien we ook niet zo veel, ze gaan ook zelden mee op tour. In Amerika toeren we met een klein busje waar we alle vier in zitten en waar ook alle instrumenten in gepropt zitten en alle merchandise. Er is echt geen stukje ruimte meer over. Tussen de zitplaatsen in liggen stapels spullen.” Dan moeten jullie wel goed met elkaar kunnen opschieten als je zo op elkaars lip zit… “De tour-cliché is dat je met z’n allen in de tourbus zit te zingen en jammen. Wij zijn daar precies het tegenovergestelde van, doodse stilte, geen muziek, iedereen doet zijn eigen ding. De één is bezig op zijn laptop, de ander kijkt een film. We zijn wekenlang 24/7 samen, dan creëer je automatisch grenzen en je eigen persoonlijke ruimte.”

The Daily Indie

Deerhoof

“En ik moet zeggen, de uitvinding van GPS heeft onze band gered! We maakten altijd ruzie over de route en welke afslag we hadden moeten nemen. Sommige mensen zeggen dat technologie dom maakt, maar dit heeft ons echt gered. Een band is als een flink gecompliceerd huwelijk, dus het heeft ons huwelijk gered!” (lacht) Jullie hebben getourd met veel grote bands zoals Radiohead en Sonic Youth. Hoe was dat? “Vooral Radiohead heeft een grote impact gehad op me. Ik was altijd al fan van Radiohead, maar vond niet alle albums even leuk. Toen we een paar shows met ze gedaan hadden was ik compleet omver geblazen en vond ik alles geweldig! Ik ben de band op een andere manier gaan waarderen. Zij leggen de lat zo belachelijk hoog voor zichzelf. Hun soundcheck duurt uren en ze gaan alles na. En niet alleen de nummers maar ook het geluid. Hun hele crew is geobsedeerd door geluid en dan roepen ze bijvoorbeeld weer: ‘Can we put some distortion on the snare drum?’ En dan proberen ze een tijdje verschillende distortions. Dit doen bands als ze een album opnemen, maar niet voor optredens. Het is krankzinnig, niemand kan dat doen. Bijna niemand. Het feit dat ze zo bezig zijn met de details is enorm inspirerend. En ze waren ook ontzettend aardig en bemoedigend naar ons toe.”

Downloaden “Het is de realiteit en het heeft ons erg geholpen als band. Maar het is ook wel frustrerend. Een vriend van me vertelde dat de muziek van zijn band 200.000 keer beluisterd was op Spotify en ze een cheque kregen van 50 dollar. Dat is absurd! Downloaden neemt een stukje gevoel van de muziek weg. Computers staan vol met muziek dat je zo van internet kan plukken, maar er wordt soms vergeten hoeveel moeite eraan vooraf is gegaan om de muziek te maken, de persoon erachter. Een bepaalde waardering voor de moeite zou wel een norm moeten zijn. Wij hebben geluk dat we alles zelf kunnen doen. We nemen de muziek zelf op, mixen en masteren zelf, managen onszelf, rijden onszelf rond. Behalve in Europa, hier hebben we wel een chauffeur. We zijn gewend om alles zo goedkoop mogelijk te doen en dat lukt ons. Maar er zijn nog zoveel bands die niet zoveel geluk hebben. Greg en ik mixen nu ook muziek voor andere bands, daar kun je ook een centje mee bijverdienen. Hoewel ik er niets aan verdien. Het zijn altijd bekenden en dan zeg ik al gauw dat ik ze wel gratis help omdat ik enthousiast ben over hun werk. Ooit kan ik er hopelijk wel iets mee verdienen.”

Issue 4


II

&

II

NON-REALITY

PP RR EE SS EE N N TT EE RE ER N T :: Z AT E R DAG

4 MEI 2013 21:00 - 03:00 5 EURO

GROUP RHODA

(US)

NIGHT SCHOOL / NOT NOT FUN

MINERAL BEINGS DRVG CVLTVRE C.L.A.W.S. DJ SET BODY II BODY DJ SET

W W W. N O N - R E A L I T Y.C O M W W W. I N D I E I N D I E .N L

OCCII

AMSTELVEENSEWEG 134, AMSTERDAM


Julia Hendriks studeert fotografie aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en is tevens zangeres/gitariste van de Utrechtse band April. Julia maakte een reeks portretten van een aantal Nederlandse indie-artiesten en vertelt hierover het volgende: “Het thema van mijn werk is het bewustzijn van jezelf en hoe dat de representatie van een persoon beïnvloedt. Tijdens het fotograferen ben ik altijd bezig met houding, gezichtsuitdrukking en wat dit uitstraalt. Vrijwel elke keer komt hier een verstilt beeld van iets of iemand uit. Als fotografe en muzikant ben ik dan ook bijzonder geïnteresseerd in de rol van een frontman/vrouw. Als artiest ervaar ik een soort overbewustzijn op het podium, waardoor ik niet zoveel beweeg en een beetje in mijn eigen wereld zit. Als ik mijn arm de lucht in gooi, gooi ik hem voor mijn gevoel tien meter de lucht in. Op zulke momenten vind ik het ook lastig om contact te maken met het publiek. Mijn bewustzijn heeft dus veel invloed op hoe ik mijzelf presenteer. Dit gevoel heb ik geprobeerd te reflecteren op personen die diezelfde rol vervullen. Tijdens het fotograferen merkte ik dat de persoon soms ook werd overdonderd door een gevoel van overbewustzijn, wat dan weer invloed heeft op iemand zijn houding. Daardoor herken ik mezelf terug in deze portretten.”


Sjef

The Daily Indie

Issue 4


David

The Daily Indie

Issue 4


Niek

The Daily Indie

Issue 4


Giuseppe

The Daily Indie

Issue 4


Jorn

The Daily Indie

Issue 4


interview


interview

tekst Cathelijne de Groen | foto Ed Harris

Uit het kleine plaatsje Tooting, in Zuid Londen, komt de indierock-band Dignan Porch. Frontman Joe Walsh (zang en gitaar) begint in zijn eentje de band en brengt een eerste album uit. Inmiddels bestaat de band uit en vijftal vormen gezamenlijk Dignan Porch: een band met invloeden van psychedelica, shoegaze en dreampop. Joe Walsh overtuigt na het maken van zijn eerste album zijn twee broers, Luke en Sam Walsh, om samen met hem daadwerkelijk een band te vormen en hij reserveert voor de twee een mooi plaatsje op drums en gitaar. Nog een meisje erbij, Hayley Akins, die de taak van toetsenist op zich neemt, en dan blijft Ben Goodwin nog over op basgitaar, die behalve als vriend geen verdere relatie heeft tot de broertjes Walsh. Een interview met oprichter en frontman Joe. Bleven je broers zeuren totdat je ze in de band liet? “Haha, nee, ik wilde ze graag bij de band hebben. Luke was nog erg jong toen we begonnen, maar nu is hij bijna 19. Anders was het een probleem geweest om hem binnen te krijgen bij podia. Toen we door Amerika toerden was hij nog geen 21. Bij sommige podia moest hij dan buiten wachten tot we op konden gaan treden. Onder de 25 is het sowieso lastig om in een band te zitten, want een busje huren om mee te toeren mag dan vaak ook nog niet.” Je bent in je eentje begonnen… “Ik heb het eerste album ‘Tendrils’ in mijn eentje gemaakt. Ik nam wat dingen op en zette het online. Daar werd goed op ge-

The Daily Indie

reageerd, dus ben ik een band bij elkaar gaan zoeken om te gaan spelen. Captured Tracks vond de nummers goed en wilden ze releasen. Op het eerste album speel ik alleen, nu spelen we alles met de band.” Hebben jullie nog andere baantjes? “We hebben allemaal baantjes. Ik ben vijf dagen per week freelance copywriter dus ik maak teksten voor bijvoorbeeld websites. Hayley is grafisch vormgever, Ben werkt in een kroeg, Sam is runner bij een filmstudio en Luke is pas gestopt met zijn studie en werkt ook in een kroeg. We hebben allemaal baantjes nodig, want Londen is een dure stad om te leven. Met de band verdienen we nog niet genoeg om van rond te kunnen komen. Maar misschien schrijven we ooit die ene hit-song.” Hopen jullie een soort Coldplay te worden? “Ik heb niets tegen geld verdienen en het zou geweldig zijn om van de band te kunnen leven. Maar hoe dan ook zijn we gepassioneerde muzikanten, dus in de eerste plaats maken we muziek omdat we niets liever doen.” Komen jullie allemaal uit Londen? “Hayley komt uit het noorden van Engeland, een plaatsje in de buurt van

Issue 4


interview

Dignan Porch

“De titel ‘Nothing Bad Will Ever Happen’ klinkt zo stompzinnig naïef, en zo is het ook bedoeld.”

The Daily Indie

Issue 4


interview

Dignan Porch

studio in Londen met een reel-to-reel recorder. We nemen alles live op en doen een paar overdubs. Soms wat extra vocals. Het geeft een beetje vintage geluid. We hadden het al gedaan met de EP ‘Deluded’ en dat klonk erg goed, dus besloten we het album ook zo op te nemen. Maar het is niet zo dat ik dat altijd wil doen. Het volgende album wil ik alles apart opnemen waarbij ieder zijn inbreng kan leveren en op die manier beetje bij beetje opbouwen.”

Newcastle, maar woont tegenwoordig ook in Zuid-Londen. Verder komen we allemaal uit het ZuidLondense Tooting. Hier wonen onze vrienden en familie, dus we zijn hier een beetje blijven hangen. Dan gingen we naar Oost-Londen om op te treden. Tooting is goedkoper om te wonen. Het is niet zo hip, maar het interesseert me niet wat andere mensen daarvan vinden. Het is niet belangrijk.” Waar schrijf je over? “Eigenlijk alles wat in me opkomt. De meeste nummers gaan over verschillende dingen. Maar bijvoorbeeld Like It Was, ons populairste nummer, gaat duidelijk over iemand die iets terug wilt. Een relatie bijvoorbeeld. Het is niet dat ik van tevoren bedenk waar een nummer over moet gaan. Ik ga gewoon zitten en schrijf alles op wat in me opkomt, ik ga een beetje zingen en uiteindelijk plak ik de eindjes aan elkaar en probeer er iets tofs van te maken. Teksten vind ik erg belangrijk, daarom zorg ik voor lyric-sheets bij de albumhoes.” Jullie hebben veel korte nummers… “Ja, als je een leuk melodietje in je hoofd hebt, dan is dat gewoon je nummer. Veel bands gaan het melodietje uitbreiden en er van alles bij verzinnen. Als je een gitaarriff hebt, een melodie, waarom maak je daar niet ge-

The Daily Indie

woon het hele liedje van? Je hoeft het niet te veranderen in iets anders, dat is gewoon het liedje. Op het nieuwe album staan wat langere nummers waar we wat mee geknutseld hebben, maar ik hou graag de kortere nummers erbij.” Geen nummers van zes/zeven minuten dus? “Nee, ik zal niet in de verleiding komen om zulke lange nummers te maken. Ik denk dat ‘t gaat vervelen. Ik luister zelden albums in hun geheel, maar zap naar mijn favoriete nummers. We leven in een wereld waar mensen maar een korte aandachtsspanne hebben.”

Cd of vinyl? “Vinyl. Vinyl heeft iets speciaals. Je hebt groot artwork en als je vinyl koopt krijg je er meestal een downloadcode bij zodat je het ook onderweg kunt luisteren. Ik denk dat de cd verouderd is. Ja, dat kun je wel in de auto luisteren, maar tegenwoordig plug je gewoon je iPod in en daarvoor gebruik je dus de downloadcode. Ik denk dat het wel belangrijk is dat mensen de LP blijven kopen om de band te supporten. En dan het liefste rechtstreeks van de band kopen. Natuurlijk hoop ik dat mensen ons album kopen, daardoor kunnen we muziek blijven maken. Maar als je geen geld hebt heb ik liever dat mensen de muziek wel kunnen luisteren, dan dat ze het niet kunnen luisteren. Ik weet het niet. Ben, wat denk jij?” Ben: “Ik denk dat het twee kanten op werkt. Door het downloaden horen mensen je muziek en delen het via social media.” Het blijft een tweestrijd.

Vanwaar de albumtitel ‘Nothing Bad Will Ever Happen’? “Daar kwam ik op toen we het album aan het opnemen waren. Ik liep buiten te zingen, het was een prachtige dag, ik luisterde naar muziek en ik was ontzettend vrolijk. De titel ‘Nothing Bad Will Ever Happen’ klinkt zo stompzinnig naïef, en zo is het ook bedoeld. Natuurlijk gebeuren er slechte dingen, ook wij hebben het nodige meegemaakt, maar je moet proberen daar niet op te concentreren maar op de positieve dingen.” Vertel eens over die reel-to-reel tape. “Een vriend van ons heeft een kleine

Issue 4


column

Jorn Mathijssen is stiekem eigenlijk ook ‘Jorn April’, zanger en bassist van de Utrechtse band, je voelt hem al aankomen: April. Jorn is een echte muziekliefhebber, hij is er altijd mee bezig, praat er veel over en denkt er meer dan regelmatig over na. In het algemeen en in het bijzonder. Daarom vroegen wij Jorn om eens een column te schrijven voor ons, om zijn gedachten een plaats te geven. Hieronder lees je het resultaat.

Er zijn platen waar ik met iedereen over wil praten, waar ik voor naar de kroeg ga of naar een show om daar met vrienden te kunnen spreken. Over sounds, studio, microfoons, versterkers, effecten, gitaren, geuren, kleuren, smaken, gevoelens, tekst, melodie de hele reut. ‘MBV’ van My Bloody Valentine is zo’n plaat. Dat is een plaat waar twee vrienden dronken in een toegewezen rokerige ruimte met pils in de hand elkaar diep in de ogen voor kijken en discussie bedrijven, niet beleerd en langzaam als oude wijzen maar zoals een jong stel neukt. Vol passie en onwetendheid. ‘MBV’ is z’n plaat omdat er lang op gewacht is, Kevin Shields een notoire studio genie is, ook als dit de kop van een label kost. Omdat de plaat op YouTube gezet is, als statement, maar vooral omdat er genoeg over te vinden valt. Het is namelijk niet allemaal even denderend. Het meeste wel en het is fascinerend om naar al die lagen geluid te luisteren, echt alleen Kevin Shields kan op die manier een plaat opbouwen. Maar. Er zijn ook platen waar ik het met niemand

The Daily Indie

over wil hebben. Waarvan ik mijn mening niet klaar heb en voor wil hebben. Waar ik liever niet van wil weten wat een vriend, vriendin, buurman, labelbaas, muzikant ervan vindt. Eigenlijk wil ik dat niemand van het bestaan van de plaat af weet, het is mijn plaat en ik luistert erna. Alleen. Op een koptelefoon. Met mijn deur gesloten, gordijnen dicht en mijn enige lamp op schemer. Als een eenzame weduwnaar op zaterdagavond de nacht in. Retrograde van James Blake is voor mij de plaat waar ik met niemand over wil praten, waar ik geen rokerige ruimte met vrienden mee wil delen. Retrograde is er om naar te luisteren, alleen, hier wil ik niet over spreken en geen mening over verdedigen. Waarom niet? Of waarom zo? Omdat het iets raakt misschien, omdat ik mij verwant voel, omdat de klanken mij aanstaan? Eigenlijk weet ik niet waarom er niet gediscussieerd hoeft te worden over die plaat en dat hoef ik ook niet te weten, ik ga er namelijk niet over discussiëren. Het is een uitzonderlijk goede plaat, dat is het enige. Zoek de rest maar lekker zelf uit, alleen, met je deur gesloten, gordijnen dicht en je enige lamp op schemer. Als eenzame weduwnaar op een zaterdagavond de nacht in.

Issue 4


uitgelicht

Jamie Strong en Nate Nelson beginnen samen met Hanni El Khatib in Los Angeles het label Innovative Leisure. Een label dat zich naar eigen zeggen focust op algemene, goede muziek in plaats van goede, genre-specifieke muziek. Innovative Leisure biedt dan ook muzikaal onderdak aan diverse artiesten als Allah-Las, Crystal Antlers, Nosaj Thing, Nick Waterhouse, Bass Drum Of Death, Nguzunguzu en Rhye. We spreken met Nate Nelson over het algemene hoe en wat van het label, over muziek, e-mailen en plannen voor de toekomst.


interview

door Ricardo Jupijn

Wat deden jullie voordat je Innovative Leisure op hebben gericht en hoe is het ontstaan? “Ik en Jamie werkten eerst allebei bij een ander label in LA genaamd Stones Throw. Wij verlieten Stones Throw omdat we graag onze eigen projecten op wilde gaan zetten. Dat deden we samen met Hanni El Khatib, die als creative director werkte bij het skateboard fashionmerk HUF. Hij verliet dat bedrijf om zich te focussen op zijn eigen muziek en het design van ons label.” Wanneer kwam het moment dat je wist dat je van muziek graag je leven wilde maken? “We hebben altijd al een grote passie voor muziek gehad: spelen in bands, bestellingen verwerken bij labels, het werken bij radiostations, albumcampagnes uitwerken etc. Het is een cliché, maar we hebben altijd vertrouwd op het credo: als je iets doet waar je van houdt, dat je dan eigenlijk nooit een dag in je leven hoeft te werken.” Wanneer besloten jullie het label op te richten? “Toen we nog voor een ander label werkten, was er steeds vaker muziek waar we echt achter wilde gaan staan en iets mee wilde gaan doen, maar dat was niet mogelijk vanwege muzikale verschillen en creatieve controle.” Wat was de doorslaggevende factor om het ook echt te doen? “We hadden de ervaring en de kennis om

The Daily Indie

een label te runnen. En ook de gretigheid om gewoon muziek uit te gaan brengen waar wij erg enthousiast over waren.” Hoe begin je een label? Waar start je? “Je moet zoveel mogelijk leren bij andere werkgevers en baantjes. Je moet van boekhouding net zoveel afweten als van A&R. Weet zoveel van design als dat je van office management weet en van marketing net zoveel als van contracten. Het is een toffe business, maar aan het eind van de dag is het nog steeds business. En als je een element niet beheerst, dan moet je iemand bij de organisatie betrekken die dat wel weet.” Waarom de naam ’Innovative Leisure’? “Ik zag die woorden ergens staan en ik vond het mooi hoe die samen klonken.” Wat waren de verwachtingen toen jullie het label op hadden gestart? “Om een band te tekenen en een plaat op vinyl uit te brengen. Dat was al moeilijk genoeg! Toen we dat eenmaal hadden gedaan, was het tijd voor het volgende project en zo bleven we groeien.” Waar staat Innovative Leisure als label voor? “Wij houden van het element ‘design’ binnen de muziek. Iedere band die we tekenen heeft een bepaalde esthetiek: een look, een sound, een uniek karakter. Dat was ook de belangrijkste reden dat we Hanni bij het label hebben betrokken.”

Issue 4


uitgelicht

Innovative Leisure

“ We zijn alles begonnen op creditcards en spaargeld. Dat was een risico” Sub Pop, Merge, hebben hun label gebouwd door te focussen op goede muziek in plaats van genre-specifieke muziek. We willen dat graag ook doen.” Hoe is de muziekindustrie voor jullie veranderd de afgelopen jaren? “Het is echt heel erg anders geworden! Je hoort vaak pessimistische geluiden van mensen die in de gloriedagen van de CD, de 90’s en begin 00’s, hebben gewerkt. Toen je een zeer gezonden, robuuste industrie had en dat labels de financiers waren van muzikale ontwikkeling. Maar de technologie is erg veranderd en iedereen in de muziekindustrie die daarin mee is gegaan heeft een business model gevonden waarbij je dat omarmt in plaats van dat je er tegen vecht.”

Allah-Las

Hoe is het label gegroeid? En hoe gaat het nu met ’t label? “We zijn alles begonnen op creditcards en spaargeld. Dat was een risico, maar een risico dat we bereid waren te nemen. Toen we op een gegeven moment voorbij het punt van persoonlijk investeringen kwamen, gingen we alles wat we verdienden terug in het bedrijf stoppen. Tot nu toe werkt dat erg goed en we blijven groeien en geld steken in de artiesten en het label.” Hoe ziet een typische dag op het kantoor van Innovative Leisure eruit? “Hetzelfde als elke dag op een ander

The Daily Indie

willekeurig kantoor: e-mailen, e-mailen en e-mailen!” Waar vinden jullie nieuwe bands? “We spotten nieuwe bands vooral door connecties buiten ons label eigenlijk. Daarna gaan we intern goed nadenken of we een band of artiest willen tekenen.” Als een lezer van ons blad, die onbekend is met jullie getekende bands, willekeurige een band zou beluisteren. Wat kan hij/zij verwachten? “We zien onszelf graag vrijgesteld van een genre. Labels die wij heel erg respecteren, zoals Domino, XL, 4AD,

Hoe zie je het internet voor jullie label? “Het is een erg nuttig instrument, die het makkelijk maakt om muziek te consumeren. We hebben een supertoffe webstore en we verkopen een hoop muziek via iTunes en een hoop elpees en cd’s via Amazon.” Is er nog een grote toekomst voor platenlabels? “Zeker! Vooral voor indie-labels.” Als je één plaat uit zou kunnen brengen via Innovative Leisure, je mag alles kiezen, welke zou je uitkiezen? “We zijn op dit moment bezig om die band te tekenen, dus dat kan ik nog niet zeggen. Nog niet!”

Issue 4


uitgelicht

Innovative Leisure

Innovative Leisure op Spotify

The Daily Indie

Issue 4


uitgelicht

Innovative Leisure

Nick Waterhouse

“ We staan echt versteld van alle artiesten waar we mee samenwerken.” Wat is het beste aan het werken bij een indie-label? “Flexibiliteit.” Hoe ziet de muziekindustrie er over vijf jaar uit? “Pfffff, wie weet! Opnieuw champagne en limo’s?!” Wat kunnen we allemaal van Innovative Leisure verwachten dit jaar? “Nieuw werk van El Khatib, Tijuana Panthers, Classixx, Crystal Antlers, Superhumanoids, Bass Drum of Death. Hopelijk nieuwe albums aan het eind van 2013, begin 2014 van

The Daily Indie

The Allah-Las en Nick Waterhouse. En daarnaast ook nog twee of drie platen van bands waar we ons oog op hebben laten vallen. Sick, sick, sick records, we staan echt versteld van alle artiesten waar we mee samenwerken.” Laatste vraag: wat is jullie standpunt betreft het stickeren van cd’s en elpees? Want ik pulk die dingen er altijd af, en dan blijft er soms een lijmrestje zitten waardoor je de hoes beschadigd. “Ha! Dat is een intern debat waar we nog steeds niet over uit zijn!”

Issue 4


The Daily Indie duikt onder

tekst Yoram van Hees & Kevin Smink

Het idee voor deze rubriek begon op een herfstavond in november waar uw verslag’ gevers een optreden The Used (ja, je leest het goed) bezochten in Tivoli. Als grap sms’ ten wij hoofdredacteur Ricardo: “We staan backstage bij The Used! Zullen wij ze in’ terviewen?” Waarop hij antwoorde: “Ja dat is prima… Maar niet voor mijn magazine.” The Daily Indie heeft dus zo zijn grenzen en toen heette die grens The Used... Maar er is nog een hoop speling! Vanaf deze editie duiken vormgever Kevin en redacteur Yoram onder in de werelden die we niet per definitie tot de ‘indie’ rekenen. We trap’ pen af met een avond EINDBAAS. Druk op start! Een avond chiptune, bitpop en 8-bit muziek dus... De organisatie van EINDBAAS brengt naar verluidt de allerbeste muziek van nu, gemaakt met de gamecomputers van vroeger. De geluidchips van deze consoles met een capaciteit van 2-, 4-, 8- of 16bits produceren een ‘extreem dansbaar lo-fi geluid’. De Gameboy van Nintendo is het meest gebruikte ‘instrument’, maar ook andere consoles worden gebruikt of dusdanig versleuteld tot ze het juiste geluid produceren. De eerste avonden vonden plaats in ACU te Utrecht, maar inmiddels hebben er zelfs EINDBAAS-avonden plaats gevonden in New York! Goed, de vooroordelen voordat we EKKO binnenlopen: het is hoogstwaarschijnlijk een sausagefest met alleen maar takkeherrie... Kevin, bij binnenkomst: “Hee, er zijn nog best wel wat chicks!” Er staat er zelfs één op het podium: de Ierse Chipzel haalt ‘brutal kick-ass chiptunes’ (volgens de website van EINDBAAS) uit haar Gameboys en vormt samen met ‘bekende’ (maar voor ons tamelijk illustere) namen als Psilodump en

The Daily Indie

Monodeer de line-up van deze elfde editie van EINDBAAS. Er lopen wel degelijk een paar bleke jongemannen rond met sikjes en lang, pluizig haar, gebonden in een paardenstaart. Alsof ze rechtstreeks uit de Dutch Game Garden aan de Neude zijn gelopen. Dat bevindt zich natuurlijk in dezelfde dimensie... Vanavond vind EINDBAAS gewoon plaats in EKKO. Alhoewel ‘gewoon’? Bij binnenkomst lijkt EKKO zich in een hele andere dimensie te bevinden! Een dimensie waarin Pikachu en Pacman naast elkaar over de dansvloer flaneren, waar de jongen met de Gameboy niet ergens in de hoek van de zaal zit en waar een eindbaas niet verslagen hoeft te worden. Nee, de jongen (of het meisje!) met de Gameboy staat zelfs frontaal op het podium en Pikachu, Pacman en tig andere malloten gaan uit hun dak op de ‘tunes’ die naar verluidt uit de Gameboys (meervoud!) komen. Een avond EINDBAAS kan het beste worden beschreven als een ouderwetse

Issue 4


TDI duikt onder

EINDBAAS

“ Een dimensie waarin Pikachu en Pacman naast elkaar over de dansvloer flaneren.”

The Daily Indie

Issue 4


TDI duikt onder

EINDBAAS

‘Power Up’? Weet je nog? Dat ene itempje binnen een computerspel waarmee je poppetje gelijk sneller, sterker en zelfs onverwoestbaar leek te worden? Waarmee ook het hele scherm begon te flikkeren en de ‘soundtrack’ in de derde versnelling ging waardoor je in alle stress een ravijn inrende en het bleek dat je niet zó ‘onverwoestbaar’ was. Die soundtrack, dat is de muziek van vanavond en wellicht zullen sommige feestgangers vanavond zich onverwoestbaar hebben gevoeld, de meesten staan gewoon te stuiteren en uit hun dak te gaan. Zelfs óp het podium van EKKO, áchter Chipzel, want vanavond wordt elke eindbaas niet overwonnen, maar enthousiast begroet. PS De twaalfde editie van EINDBAAS zal plaatsvinden in de Melkweg (26 april).

The Daily Indie

Evenement: Eindbaas 11 Datum: 18-01-13 Locatie: EKKO, Utrecht

Issue 4


interview


interview

tekst Robin van Essel | foto’s Andrew Amorim

Nieuwe aanwinst in je collectie Scandinavische bands: Young Dreams. De single Fog Of War cirkelde al even rond in de welingelichte blogkringen en debuutplaat ‘Between Places’ kwam begin maart uit. Tijd om kennis te maken met deze twaalf sympathieke Noren. Pardon, twaalf? Ja.

Collectief Young Dreams is het geesteskind van frontman Mathias Tellez, maar de band bestaat uit een collectief van twaalf muzikanten uit Bergen, Noorwegen. Nederland werd eerder aangedaan in het voorprogramma van Tame Impala en op Eurosonic, in april staat de band op Motel Mozaique. The Daily Indie ontmoet zanger Rune Vanderskog en gitarist Chris Holm in een tochtige kleedkamer annex rommelhok op de bovenverdieping van Rotown. Rune: “Mathias begon met muziek maken. Ik weet niet welke ambities hij had, maar hij vroeg wat vrienden om mee te komen doen. Die groep werd steeds groter. En ineens hadden we een gig.” Chris: “We hadden geen idee wat ons te wachten stond. Het was de kortste show ooit, we speelden drie nummers.” Desondanks heeft Young Dreams veel te danken aan dit optreden, op 6 november 2010 in Ingensteds, een zaal in Oslo. Hoofd-act van de avond is The Swiss, een Australisch duo getekend bij Modular People. Het duo is dermate onder de indruk van Young Dreams dat ze er bij hun label op aandringen om de Noren toe te voegen aan hun stal. Modular, waar onder andere ook Tame Impala, Klaxons en Yeah

The Daily Indie

Yeah Yeahs zijn getekend, geeft gehoor en Young Dreams heeft werk aan de winkel. Maar hoe doe je dat in godsnaam, een plaat opnemen met twaalf man? Rune: “Mathias heeft de hele dag door ideeën. Hij begint een compositie, en vraagt dan iemand om een tekst te schrijven of gitaar te spelen. Er is één creatieve leider, de rest heeft variërende rollen.” Chris: “Live zijn we el een echte band, hoor. We staan met zijn zessen op het podium, dat staat nu vast. De anderen hebben ook eigen bands, dus die kunnen niet altijd aan de verplichtingen voldoen.” Between Places Het debuutalbum klinkt in de eerste luisterbeurten vrolijk, zomers en lichtvoetig. Maar wie beter luistert, hoort een zekere onrust door, een behoefte om te ontsnappen. Chris: “De titel zegt het al. Op onze leeftijd ben je bezig met je toekomst, wat je gaat doen met je leven. Daar maken we muziek over.” Rune: “Maar we klinken niet bewust zo. Iedereen krijgt zijn creatieve ruimte, kan zijn eigen kleur toevoegen. De plaat is van ons allemaal. Klassieke muziek is een grote inspiratie voor Mathias. Ik haal veel uit de sixties. Maar we luisteren ook

Issue 4


interview

Young Dreams

“Ik wil niet opscheppen, maar wij doen iets compleet nieuws. Gewoon omdat we klaar waren met alle kutmuziek.”

The Daily Indie

Issue 4


interview

naar Braziliaanse en Portugese muziek uit de jaren zeventig. Het is een goede tijd om muziek te maken. Dankzij Spotify hebben we overal toegang toe. Dat is geluk hebben.” Maar die invloeden worden niet bewust gerecycled bij Young Dreams. Rune: “We zitten niet zo van: ‘laten we nu eens retro gaan doen, want dat is nu populair’. Wij willen op onszelf kunnen staan en die muzikale invloeden in goede popmuziek gieten en dan zien we wel. Eerst zien wat het album doet, een stap tegelijk. Als een paar mensen het leuk vinden en we daardoor live kunnen blijven spelen, is het goed genoeg voor mij.” Bergen Het album was er nooit gekomen als Young Dreams niet de beschikking had over een eigen studio. Chris: “We hebben de studio samen met de band Casiokids gebouwd, met veel gekregen spullen.” Zo sconkt Erlend Øye

The Daily Indie

Young Dreams

van the Whitest Boy Alive en Kings Of Convenience een mengpaneel. “Het zit in zo’n oude fabriek waar nu veel ateliers en zo zitten. Het is een inspirerende plek.” Rune: “Over een paar jaar zeggen mensen: dat is waar het gebeurde. Alle bekende bands hebben een studio daar. Röyksopp zit naast ons.”

wie we zijn nu. Ik denk niet dat wij die Noorse sound hebben. Veel mensen doen hetzelfde, creatief gezien. Ik wil niet opscheppen, maar wij doen iets compleet nieuws. Gewoon omdat we klaar waren met alle kutmuziek. We willen muziek niet alleen voor onszelf maken. We zijn niet bang om ambitieus te zijn.”

Daarmee heeft Bergen een opvallend goede popscene. Niet vreemd, als je weet dat honderd aaneengesloten dagen met regen geen uitzondering zijn. Rune: “Je kan dan twee dingen doen. Binnen gaan zitten gamen, of een gitaar pakken.” Chris: “Bergen is klein, niet groot genoeg om verschillende scenes te hebben. Iedereen hangt op dezelfde plekken rond. Wij werden vrienden omdat we naar dezelfde bar gingen. Mathias begon met muziek maken, wij volgden hem.” En hoe past Young Dreams in die kleine scene? Rune: ”Mensen weten

Issue 4


II PRESENTEERT: Z AT E R DAG

6 APRIL 2013 21:00 - 03:00 5 EURO

DIVORCE NIGHT SCHOOL

APOSTILLE NIGHT SCHOOL

SPOELSTRA DJ SET:

NON-REALITY INC. W W W. I N D I E I N D I E .N L

VRANKRIJK SPUISTRAAT 216, AMSTERDAM


The Daily Indie

Issue 4


vriendenboekje

The Daily Indie

Issue 4


vriendenboekje

The Daily Indie

Issue 4


interview

Team Ghost

tekst Cathelijne de Groen

Hoewel de naam Team Ghost nog weinig bekendheid draagt, draaien ze zeker al enige tijd mee in de muziek-business. Frontman Nicolas Fromageau richtte in 1999 samen met Anthony Gonzalez de band M83 op, die hij in 2004 verliet. Later in 2007 richtte Nicolas Team Ghost op. Een kort interview met de Fransmannen Nicolas Fromageau en Benoît de Villeneuve. Hoe is de band ontstaan? Nicolas: “In het begin was het mijn eigen project, nadat ik was gestopt met M83. Ik ben naar Parijs gegaan en maakte wat nummers. Daarna kwam Christophe erbij. Christophe is een vriend van me, we komen uit dezelfde regio. Samen startten we de band op en voegden een drummer en gitarist toe, die de band ook weer verlaten hebben. Daarna hebben we Felix als drummer aangeworven en Pierre op basgitaar. Op het Britse label Sonic Cathedral hebben we twee EP’s uitgebracht. Benoît heeft de tweede EP ‘Celebrate What You Can’t See’ geproduceerd. Dat was zo cool dat we hem bij de band gevraagd hebben, dus we zijn nu met z’n vijven. Op 18 maart 2013 komt ons eerste album ‘Rituals’ uit.”

The Daily Indie

Waar komt de naam Team Ghost vandaan? Nicolas: “Dat is een shitty verhaal. Team Ghost was gewoon mijn e-mailadres, geen idee waarom. En toen ik op zoek was naar een goede naam voor mijn band zeiden vrienden van me dat ik dat moest gebruiken, en dat deed ik.” Wat kunnen we van het album verwachten? Nicolas: “De muziek is een beetje hetzelfde als op de twee EP’s, maar ik denk wel dat de muziek nu beter is. We zijn nu een complete band en hebben weer meer ervaring. Je moet vooral onze video voor ‘Dead Film Star’ bekijken op YouTube, als je ’s avonds in het donker alleen thuis bent.” De jongens gniffelen. Muziektijdschrift NME beschreef jullie muziek als cold-gaze, een samenvoeging van coldwave en shoegaze. Benoît: “Ja, hoe cool is dat hè?! Ze hebben een apart genre bedacht voor onze muziek!” Nicolas: “Maar dat zijn niet de enige invloeden in onze muziek. Ook poprock, en invloeden van Tangerine Dream, The Cure, Joy Division en Slowdive.

Hoe was het om het voorprogramma van Crystal Castles te verzorgen? Nicolas: “Het was een flinke uitdaging om het voorprogramma van Crystal Castles te verzorgen. Er komt danspubliek voor de electropunk van Crystal Castles en dan komen wij als meer rock-georiënteerde opwarmer. We moesten dus extra veel moeite doen om dit publiek voor ons te winnen en dat lukte vaak ook. We zijn heel blij dat we hun voorprogramma mochten verzorgen!” Waarom ben je uit M83 gestapt, Nicolas? “Dat is al lang geleden, maar Anthony wilde zelf wat muziek maken als M83. We waren een beetje een ‘odd-couple’. We maakten al tien jaar muziek samen en hij wilde zijn eigen weg gaan. Dat vond ik prima. Ik heb er ook geen spijt van. We zijn nog steeds vrienden. Met Team Ghost hebben we een remix gemaakt van M83’s ‘Midnight City’.” Nicolas laat uit zijn mond vallen dat ze een project hebben, maar slikt gauw zijn woorden weer in. Wie weet komt daar nog een leuke verrassing uit.

Issue 4


interview

Team Ghost

“Ja, hoe cool is dat hè?! Ze hebben een apart genre bedacht voor onze muziek!”

The Daily Indie

Issue 4


interview


interview

tekst Joris Postulart | foto’s Robin van der Ploeg

Het verhaal begint klassiek: producer en gitarist Nick van den Eertwegh begint op zijn zolderkamertje te schrijven. Langzaamaan ontstaat er een band. Een ervaren band, een band met ambities. De band duikt de studio in voor haar debuutplaat. Henk Jonkers (Hallo Venray) helpt het Nijmeegse viertal met de opnames. Het resultaat: een voor Nederlandse begrippen ongekend energieke garageplaat, met invloeden uit de sixties, seventies en de fuzz. En dan moet het allemaal nog beginnen.

Het is een zonnige, doch koude winterdag als The Daily Indie drie van de vier leden van Suit And Tie Johns ontmoet. Met veel plezier lichten ze toe waar ze mee bezig zijn geweest, en over wat ze willen gaan doen. Want dit voorjaar gaat het eindelijk echt beginnen: Suit And Tie Johns gaat de Nederlandse podia trachten te veroveren met debuutplaat ‘PAUL’. Frontman Nick van den Eertwegh neemt als eerste het woord: “Eigenlijk was de plaat al een tijd klaar, maar toen kwam Xavier (Teerling) bij de band. Dus hebben we het opnameproces weer open gegooid. We hebben gekeken wat er nog bij kon, maar niet overdreven veel extra partijen opgenomen. Wat Xavier opnam was echter in één keer raak. Heel tof.” ‘PAUL’ klinkt alsof het in een donkere, stoffige studio is opgenomen. Niet is echter minder waar. “Ik hou van licht”, verklaart Van den Eertwegh. “Voor ons dus geen donkere holen, tenzij we er moeten optreden, dan heb ik er geen moeite mee.” In die lichte ruimte nam het viertal op met Henk Jonkers, één van de helden van Van den Eertwegh: “Die vent is echt de groovemeister, wauw! Vooral in het ritmische aspect van de opnames heeft hij een goede

The Daily Indie

invloed gehad. Gewoon ‘lekker dom drummen’, niet teveel poeha. Heerlijke vent.” Garage “Garage is hot op het moment, de meeste bands gebruiken heel veel galm. Dat hebben wij niet,” vervolgt de net als de rest van de band bebaarde en besnorde frontman. “PAUL bestaat uit een bonte verzameling liedjes, er zit niet echt een rooie lijn in. Het is een gevarieerd album, maar toch klinkt alles heel erg Suit And Tie Johns. Dat hoop ik althans.” Maar waarom zou je je album vernoemen naar de drummer van je band? Paul Alstein: “Haha, nee de plaat is niet naar mij vernoemd. Er zit verder ook geen concept achter of zo. Je roept eens wat.” Vooruit “Vanaf hier kan alles alleen nog maar vooruit”, vervolgt van den Eertwegh. “We hebben allen veel ervaring in bands, maar eerdere projecten liepen altijd spaak door een gebrek aan ambitie. Nu gaan we er vol voor. Met die insteek is Suit And Tie Johns ook ontstaan. We hebben niks te verliezen, dit is het leukste dat er is.” Bassist Teun Gruijters vult zijn bandmaat aan: “We

Issue 4


interview

Suit And Tie Johns

“ Het liefst speel ik in lage, donkere kelders. Dat je denkt: ‘waar doe ik het allemaal voor?” willen het nog één keer zelf doen en er hard voor gaan. We zitten met z’n vieren duidelijk op één lijn en doen er alles aan.” Op het moment van schrijven staat er een flink aantal optredens in Nederland op de planning voor de verse band. Toch heeft de band grotere plannen. “Over een paar jaar hoop ik dat we een Europese tour kunnen doen”, aldus Gruijters. “Of naar Japan, dat lijkt me ook wel wat. Dan zijn we klaar hoor, als we dat voor elkaar krijgen!”

Tie Johns de komende tijd zien? Gruijters: “Het liefst speel ik in lage, donkere kelders. Dat je denkt ‘waar doe ik het allemaal voor?’, en dat het dan een heel gave, zweterige show wordt. Daarnaast had ik ons graag op Fuzzbox (Le Guess Who?-festival red.) gezien, wie weet volgend jaar.” Van den Eertwegh vult aan: “Waar we spelen maakt me eigenlijk niet uit. Zolang het maar voor mensen is die het leuk vinden. Gewoon gaan, weet je wel.”

Maar eerst maar eens Nederland. In wat voor setting gaan we Suit And

‘PAUL’ verschijnt 21 maart, check de site van de band voor live-data.

The Daily Indie

Issue 4


samengesteld door Ricardo Jupijn & Liske Steenbergen

concertagenda

Mozes and the Firstborn

Zaterdag 13 april 2013 Paradiso Amsterdam

The Daily Indie

Issue 4


concertagenda INDIE INDIE: Lower & Katadreuffe & Kleinindustrie Zaterdag

23 maart

Vrankrijk Amsterdam

Voor je maandelijkse portie herrie kun je het beste naar de INDIE INDIE-avond van 23 maart in Vrankrijk gaan. Naast een paar gruizige Youtube-filmpjes en een Bandcamp is er weinig te vinden over de rauwe Deense punkband Lower. Katadreuffe is een Amsterdamse band die nooit op adem lijkt te hoeven komen. Hun muziek springt telkens alle kanten op, maar man wat klinkt het lekker. Ook uit Amsterdam: het duistere postpunk/noiserocktrio Kleinindustrie!

Issue #04

Le Guess Who? May Day Zaterdag

18 mei

Utrecht

Wauw, wauw, wauw: wat een line-up! Thee Oh Sees, DIIV, Deerhunter, Unknown Mortal Orchestra, King Tuff, Bleached, Merchandise, Dirty Beaches, Mikal Cronin en nog veel meer! Voor dertig euro sta je de hele dag hard te gaan op allerlei uiteenlopende bands. En dan is er ook nog Le Mini Who?, een dag vol nieuwe Nederlandse bands op allerlei plekken in de altijd gezellige Utrechtse Voorstraat. Dat mag je niet missen!

The Soft Moon Woensdag 17 april

Melkweg Amsterdam

Geen zin in de zon of het voorjaar? Dan ga je naar de postpunk van The Soft Moon. Luis Vasques stort met zijn band donkere, hypnotiserende, haast claustrofobische geluiden op je af. Dit wordt alleen maar versterkt door een bak licht waar je u tegen zegt. Niet voor mensen met een allergie voor stroboscopen...

Jacco Gardner

Vrijdag 10 mei Zaterdag 11 mei Voor gehele tour, klik hier!

Effenaar Eindhoven Tivoli Utrecht

Na de Amerikaanse tour en voor de Europese tour, is wonderkind Jacco Gardner weer even in town. Psychedelische ‘baroquepop’ met spetterende visuals. De Nederlandse belofte is nu nog in kleine zalen te bewonderen, voordat we hem volledig kwijt zijn aan het beloofde land

Kliko Fest Zaterdag

20 april

Mozes and the Firstborn Donderdag 11 april Zaterdag 13 april Voor gehele tour, klik hier!

Rotown Rotterdam Merleyn Nijmegen

Het nummer I Got Skills wil je het liefst hard, met de ramen open mee blèren onder een lentezonnetje. Lome jaren zestig garagerock met een psychedelisch en lekker west coast-randje. Een band met lef, een band met bluf, en een band met een fantastische plaat op hun naam. Laat je opzwepen door deze jonge enthousiastelingen!

Patronaat, Haarlem

Van 21.00 tot 6.00 uur kun je voor maar twaalf euro genieten van hét garage- en rock ‘n roll-festival Kliko Fest. Wat dacht je van traumahelikopter, The Cubical, The Satelliters? The Jon Spencer Blues Explosion? Of de soulvolle garageblues van Little Barrie! Pak je flanellen blokjesblouse uit de kast and you’re good to go!

The Daily Indie

Issue 4


concertagenda

maart/april

Black Rebel Motorcycle Club

Motel Mozaïque

Clock Opera

Incubated: Sightings + Divorce

Vrijdag

Dinsdag

22 maart

26 maart

Wild Nothing

Woensdag 27 maart

Disclosure

Donderdag 28 maart

Paradiso Amsterdam

Bitterzoet Amsterdam

Bitterzoet Amsterdam

Trouw Amsterdam

Weekend 05 + 06 april Binnenstad Rotterdam

Vrijdag

05 april 013 Tilburg

Matthew E. White Zaterdag

06 april Paradiso Amsterdam

II: Divorce + Spoelstra + Apostille Zateradg

06 april Vrankrijk Amsterdam

Subbacultcha! Presents: The Sound Of The Dutch Underground Donderdag 21 maart

Melkweg Amsterdam

Liefhebbers van de Nederlandse underground: maak je borst maar nat! Ruim twintig bands en artiesten zullen de Melkweg vullen met bijzonder uiteenlopende muziek. Van Nouveau Vélo, April, Herrek, WOLVON, Vox Von Braun, Spilt Milk, zZz, Bismuth, Glass Eyes, Earth Control, Those Foreign Kids en meer!

Jessie Ware

Donderdag 28 maart

Melkweg Amsterdam

Peace

Maandag

08 april

Paradiso, Amsterdam

Eins Zwei & The Parallel Cinema

The Black Atlantic + Herrek

Lower

Psychic Ills

Donderdag 28 maart

Vrijdag

29 maart

Janne Schra Zondag

31 maart

Eels

Maandag 01 april

Tivoli de Helling Utrecht

WORM Rotterdam

Tivoli Oudegracht Utrecht

Paradiso Amsterdam

Torre Florim & Roos Rebergen: De Speeldoos Woensdag 03 april

TEEN

Donderdag 04 april

Inc.

Donderdag 04 april

The Daily Indie

Zaterdag

Zondag

13 april

14 april

The Sheepdogs

Donderdag 18 april

Paws

Vrijdag

19 april

Record Store Day Zaterdag

De Unie Rotterdam

EKKO, Utrecht

Melkweg Amsterdam

De Nieuwe Anita Amsterdam

20 april

Platenzaken in heel Nederland

26 april

OT301 Amsterdam

Melkweg Amstedam

Aestrid Melkweg Amsterdam

Vrijdag

Here’s Your Future #2 Paradiso Amsterdam

Zondag

28 april

013 Tilburg

Issue 4


concertagenda Villagers

Woensdag 01 mei Vrijdag 03 mei

French Films

Donderdag 09 mei

Woods

Vrijdag

Savages

Woensdag 15 mei

Veronica Falls Paradiso Amsterdam

Woensdag 15 mei

White Fence 10 mei

Mac DeMarco Zaterdag

Metropool Hengelo Paradiso Amsterdam

april/mei

11 mei

VERA Groningen

Woensdag 15 mei

Melkweg Amsterdam

Paradiso Amsterdam

013 Tilburg

Thee Oh Sees + King Tuff

Bitterzoet Amsterdam

Virjdag

17 mei

Widowspeak Woensdag 24 april

Area51 Eindhoven

OT301 Amsterdam

De dromerige indiepop van Widowspeak heeft een lekker grauw randje. Met net een nieuwe plaat uit komt dit trio terug naar Europa en gelukkig ook naar Nederland. De donkere muziek in combinatie met de dromerige stem van zangeres Molly Hamilton pakken je volledig in en nemen je mee naar haar donkerste gedachten.

AlunaGeorge Zaterdag

11 mei

SUUNS

Zondag 12 mei

DIIV

Maandag

Melkweg Amsterdam

Dinsdag

21 mei

13 mei

14 mei

Palma Violets

Donderdag 28 maart

Sugar Factory Amsterdam

Bitterzoet Amsterdam

Unknown Mortal Orchestra Donderdag 22 mei

Allah-Las

Mikal Cronin Dinsdag

Paradiso Amsterdam

Parquet Courts

Donderdag 23 mei

Merleyn Nijmegen

Rotown Rotterdam

London Calling Paradiso Amsterdam

Vrijdag 24 mei Paradiso Amsterdam Zaterdag 25 mei madretsmA osidaraP

Bitterzoet Amsterdam

De belofte van 2013: de Britse band Palma Violets. Op basis van maar één nummer en een ontzettend sterke live-reputatie kregen ze een recorddeal. De single Best Of Friends werd door NME uitgeroepen tot 2012’s nummer van het jaar. No nonsense indierock waar vele invloeden in te horen zijn, maar wat bovenal heel erg fijn klinkt.

The Daily Indie

Issue 4


v


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.