THE WA R
ON D RU G S
voorwoord
foto Julia Hendriks
Issue #10! Het was me er eentje! Ten eerste omdat een jubileum toch net iets specialer aanvoelt en ten tweede omdat ik zelden in zo’n korte tijd zoveel goede muziek voorbij heb zien komen als in de afgelopen twee maanden. Je hebt de ene plaat, waar je zo lang naar uit hebt gekeken, nog niet opgezet of de volgende ligt je alweer aan te staren. Pakketten vol promo’s vliegen door de brievenbus, de mailbox blijft maar berichten binnenhalen, alle blogs staan propvol en de cd-speler is misselijk van alle uren die hij staat te draaien. En wat een klanken bereikten mijn
The Daily Indie
oren! Pareltje na pareltje vloog over de redactie en mijn dagelijkse ritme moest zich steeds meer aan gaan passen op de vele releases. Tijdens het maken van dit blad ben ik ook eigenlijk alleen maar op mijn werk geweest en heb ik me daarnaast als een kluizenaar opgesloten om alles in de gaten te kunnen houden. Druk bezig om al het mooie spul te selecteren. En daar zijn we volgens mij uiteindelijk bijzonder goed in geslaagd. Het is een bomvolle editie geworden met een partij juweeltjes van nieuwe albums, video’s, singles en interviews waarmee je dit hele voorjaar door kunt
komen. In ieder geval ben je na het lezen helemaal klaar voor het denderende live-circuit dat weer voor de deur staat de komende maanden. Het hele land staat vol geprogrammeerd en je struikelt over de toffe shows en uitpuilende festivals. Ik ga ondertussen rustig door met het speuren naar de beste, nieuwe muziek en het interviewen van de mooiste bands en artiesten. Ik vind het alleen maar leuker en leuker worden en ik heb nog een paar speciale ideetjes voor The Daily Indie in petto voor de toekomst. Hou het in de gaten zou ik zeggen. Good times, baby!
Issue 10
Colofon
Issue #10 Hoofdredacteur Ricardo Jupijn Eindredactie Robin van Essel, Wessel van Hulssen & Ricardo Jupijn Redactie Dirk Baart, Stephen Bell, Arnout Coppieters, Robin van Essel, Lourens Fokkinga, Yoram van Hees, Petra Huijgen, Wessel van Hulssen, Ricardo Jupijn, Robbert van Kortenhof, Jente Lammerts, Dion van Leeuwen, Jorg Leijten, Jelmer Luimstra, Domenico Mangione, Wymer Praamstra, Liske Steenbergen, Rob Verkerk & Mabel Zwaan Grafisch ontwerp Ricardo Jupijn & Kevin Smink
#10
illustratie Sjors Driessen
Illustratoren Jenna Arts, Sjors Driessen, Kyra Neve & Laura Steenge Fotografen Julia Hendriks Special Thanks To Apneu, Nana van Dijk, Alex Huis in ‘t veld, David Jupijn, Robin Kramer, Tim Maarten Verheijen, Leonie Wenting, Kanye West & Jay-Z Publisher Rising Step www.risingstep.com
#09
#08
#07
#06
The Daily Indie Magazine Voor algemene informatie: ricardo@thedailyindie.nl Bezoek ons online www.thedailyindie.nl facebook.com/thedailyindie twitter.com/the_daily_indie Adverteren Adverteren in The Daily Indie? Ontdek de mogelijkheden van interactief adverteren via alex@thedailyindie.nl Š 2014 The Daily Indie Alle rechten voorhouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, kopie of welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van The Daily Indie.
Klik hier om eerdere edities terug te lezen
Coverstory
interview
interview
interview
INTERVIEW
Rubrieken
Rubrieken
East India Youth
Introducing
Redactie Top 5
The Daily Literature
New Music
Nieuw-Zeeland Special
Best of the Blog
The Daily Art
Concertagenda Eyedress
Albumrecensies
The Sweet Release Of Death
The Daily Video
Shiny Darkly Naive Set
Mixtape: Apneu
COLUMNS
Robin Kramer
redactie top vijf
Issue #10
SONG: CLOUD NOTHINGS - I’m NOt part of me Elke issue hebben we wel één nummer die ons door de laatste deadline-loodjes heen weet te trekken. Bij ons jubileum-nummer is de soundtrack overduidelijk I’m Not Part Of Me van Cloud Nothings. De band heeft er weer een indie-anthem bijgeschreven! Een stevige, maar opgewekte track dat de gulden middenweg vindt tussen chaos en orde, is vooral vanwege het gitaarwerk en het refrein enorm aanstekelijk. De single staat op het felle en sublieme ‘Here And Nowhere Else’, dat 1 april verschijnt in de betere platenzaken.
ONE DAY FESTIVAL: QUEENSDAY FESTIVAL Voor de veertiende en laatste keer zal het festival (26 april) neerstrijken in- en om Perron 55 in Venlo. Dit is hét Koninginnedag/Koningsdag festival bij uitstek voor liefhebbers van punkrock, garagerock en rock ‘n roll. Met onder meer Sleepy Sun, Eagulls, John Paul Keith en Dead Ghosts heeft het festival weer een internationale line-up bevestigd. Zoals gebleken is uit de afgelopen jaren zijn niet alleen de acts internationaal. Vanuit heel West-Europa komen jaarlijks bezoekers naar Venlo om het feestje van onze monarchie te vieren.
FESTIVAL: BEACHES BREW FESTIVAL Al een paar jaar organiseert Belmont Bookings het festival Beaches Brew. Een festival aan de Italiaanse kust met een line-up om u tegen te zeggen. Namen als Damien Jurado, Neutral Milk Hotel, Cloud Nothings, Suuns, Pond en Disappears treden van 3 tot en met 5 juni op aan de kust van Ravenna. En het mooie is: het is een gratis festival! Als je het een beetje slim aanpakt, kun je nog goedkoper uit zijn dan bij een Nederlands festival. En dan zit je ook nog eens lekker in een Italiaanse strandtent cocktails te drinken met Damien Jurado!
BLOG: THE 405 The Daily Indie zit zich dagelijks helemaal suf te speuren naar allerlei nieuwe muziek en komt daarbij nogal eens wat interessante sites tegen. Eentje die we zelf altijd heel erg leuk vinden is het Londense The 405. Zelf omschreven als: “The 405 is an award winning online Music & Culture magazine featuring the latest reviews, interviews, news, features & much more.” En dat is precies wat het is. Check de site door op het logo van de website te klikken aan de rechterkant. Zo mis je nog minder goede, nieuwe muziek!
LABEL: GNAR TAPES “Gnar Tapes is a Portland based cassette collective and producer of new musics. We make limited edition tapes of bands and artists from Portland and beyond. We are devoted to making, spreading and advocating not just the admiration of cassettes and the new cassette culture, but also to living a band-to-band, label-to-label, friend-to-friend lifestyle and sharing with people all over the globe.” Dat dus! Een tof label dat de meest gekke bandjes uitbrengt en een website heeft die eruitziet alsof die nog uit de nineties komt.
The Daily Indie
Issue 10
New MUSIC
The Snow / Memory Loss Yes, we hebben er een indie-supergroep bij! The Snow is het nieuwe wapenfeit van het Captured Tracks-label. The Snow, bestaande uit Beach Fossils‘ Dustin Payseur, Jack Tatum van Wild Nothing en Holograms‘ Andreas Lagerström. Eén van de vruchten die deze samenwerking heeft afgeworpen is Memory Loss, welke precies zo klinkt zoals je kunt verwachten van een dergelijk drietal. Het nummer voelt als een warme, grijze dreampop-deken die een klein beetje kriebelt door de raffelende shoegaze-randjes. Met constante drumpartijen, vloeiende en melodieuze baslijnen, genoeg echo op de gitaren en Langerström’s Curesque zang is het een heerlijk compact liedje geworden.
Thee Oh Sees / Penetrating Eye Liefhebbers van steengoede garage schrokken zich een hoedje toen de band een paar maanden geleden aankondigde om ‘tijdelijk tot misschien wel voorgoed’ on a break te gaan. Daar bleek gelukkig al snel niks van terecht te komen. En dat blijkt al helemaal na het horen van de nieuwe single Penetrating Eye, want de psych-goeroes van Thee Oh Sees klappen er weer als vanouds in met deze nieuwe single: lelijk artwork, een absurd geflipte track en een energie-level van 26.000. De band flikt het om het uiterste in zijn luisteraars omhoog te halen en hem toch compleet aan de speakers gekluisterd te houden. Op 19 april komt de nieuwe plaat ‘Drop’ uit via Castle Face.
The Daily Indie
Issue 10
New MUSIC
DZ Deathrays / Gina Works At Hearts Trashpoppers DZ Deathrays doken in 2011 plots op met een album vol harde feestmuziek. Niet chill naar beats luisteren met je zelfgemaakte mojito in de hand, maar met goedkoop bier en Jägermeister stuiteren door een kraakpand met je vrienden. DZ Deathrays houdt van feestjes en die hebben de twee heren tijdens hun achttien maanden durende tour zeker gehad. Drinken tot ze kotsen, van podiums gegooid worden, het volume op elf en feesten. Niet voor niets was DZ Deathrays onderdeel van de ‘Call The Cops Tour’. Nu is er een single van het nieuwe album ‘Black Rat’ dat op 2 mei verschijnt. Party!
The Horrors / I See You
Als velen het ergens over eens waren, was het over het feit dat ‘Skying’ overduidelijk een van de beste platen van 2011 was. The Horrors, die op album één en twee radicaal van goth-punk naar volwaardige shoegaze gingen, hadden synthesizers ontdekt en gingen hier succesvol en volledig mee los. Nieuw werk verschijnt binnenkort in de vorm van album ‘Luminous’ (5 mei), maar de eerste single I See You is er nu. Zet zevenenhalve minuut al je werk aan de kant, dit verdient je aandacht! De mix van shoegaze-gitaren samen met de simpele maar solide baslijnen, afgemaakt met de lichte synthpartijen staat nog steeds als een huis.
The Daily Indie
Issue 10
FEATURED ALBUM
Real Estate / Atlas (Domino/V2)
Irving Park, Chicago Illinois, zomer 2013, Real Estate bevindt zich in Wilco’s loft. Bepakt met veel te veel instrumenten en Perzische tapijten banen ze zich door de loft een auditieve weg naar het einde van ‘Atlas’. De vrolijke jongens uit New Jersey, die bekend staan om hun zonovergoten en rinkelende muziek, maakten gretig gebruik van de mogelijkheid om in Wilco’s fameuze studio op te nemen. Bekend om hun soft rockgeluid krijgt Real Estate vaak de kritiek dat ze hetzelfde klinken. Toch staat buiten kijf dat hun derde album ‘Atlas’ een stap in een nieuwe wereld is. Het nostalgische, ontspannen gevoel van eindeloos door Green Aisles rijden in suburban New Jersey, dat is wat overheerste op hun vorige album
The Daily Indie
‘Days’. Het alledaagse gevoel dat op zichzelf nietszeggend lijkt, maar werkelijk heel reëel is voor je leven. Toch verkoos Real Estate om met ‘Atlas’ niet meer te mijmeren in het simpele verleden, maar verder gaan met het heden en de angsten voor de toekomst. Met Had To Hear begint ‘Atlas’ goed, maar bijna nietszeggend, alhoewel de heldere klanken gelijk duidelijk maken dat de productie meer dan geweldig is. Wat Had To Hear nét mist maken Past Lives en Talking Backwards gelukkig meer dan goed met hun niet te versmaden melodielijnen. Over de helft van de plaat wordt met Crime duidelijk dat de rinkelende muziek van Real Estate écht niet meer naïef is. Teksten als “Toss and turn all night, don’t know how to
make this right/ Crippling anxiety” zijn namelijk zo direct als maar kan. Toch verdwijnt deze alarmerende directheid als sneeuw voor de zon onder de aangename geluiden van Matt Mondanile’s langzaam ronddraaiende gitaar. ‘Atlas’ heeft de bekende warme en rijke geluiden van Real Estate, alhoewel de nummers gedetailleerder zijn geworden. De band is opgegroeid en heeft een intrigerende overgang gemaakt van nostalgisch escapisme naar de heldere realiteit. Met ‘Atlas’ heeft Real Estate een bijzondere plaat gemaakt die niet alleen gemakkelijk te luisteren is, maar waar, ironisch genoeg, in de komende jaren goed op gereflecteerd kan worden. Domenico Mangione
Issue 10
New MUSIC
The Pains Of Being Pure At Heart / Simple And Sure Simple and Sure. Als je het muzikaal vergelijkt met het eerdere werk van The Pains Of Being Pure At Heart, dan kun je dat inderdaad wel stellen. De gruis is weggeblazen en de synthesizers hebben de gitaren overgenomen. Het is wel lekker, maar toch wel echt even flink wennen. De nieuwe plaat van de New Yorkse band heet ‘Days Of Abandon’ en zal 21 april verschijnen. Bij het voorproefje van het nieuwe album is er weinig meer over van de oude, vertrouwde sound. Het lijkt alsof de band op de single Simple And Sure voor het eerst in jaren figuurlijk het licht aan heeft gedaan. Catchy, lichtvoetig, schattig en makkelijk in het gehoor liggend.
Young & Sick / GLASS Uit het niets is daar een nieuwe kolonisator van de Nederlandse indie-wereld: Young & Sick treedt in de elektronische voetstappen die de afgelopen jaren in groten getale zijn achtergelaten. Zonder in Nederland veel muzikale potten te hebben kunnen breken, staat Young & Sick deze zomer wel op SXSW en Coachella. Met electro-tracks bouwt Young & Sick, alias van Nick van Hofwegen, toe naar zijn officiële debuutalbum. Glass is een nieuwe stap in het proces dat de Nederlander met zevenmijlslaarzen aflegt. Elk geluidje, elk bliepje en elke baslijn lijkt met een weegschaaltje te zijn afgewogen. Y&S produceert muzikale puzzelstukjes die precies en heerlijk op zijn plek vallen.
The Daily Indie
Issue 10
FEATURED EP
I am Oak & The Black Atlantic / Black Oak (Snowstar Records)
Holy smokes! De troepen van Snowstar Records hebben zich verzameld en vallen op volle sterkte aan met het superteam van The Black Atlantic (Geert van der Velde) en I am Oak (Thijs Kuijken). Als verrassing is daar ineens een gezamenlijke EP genaamd ‘Black Oak’, met daarop een aantal adembenemende pareltjes om aangenaam verdoofd van te raken. Gelukkig kunnen beide kampen niet stilzitten en is er dus weer een EP die niet mag ontbreken in je platencollectie. Apart en gezamenlijk kun je I Am Oak en The Black Atlantic horen op ‘Black
The Daily Indie
Oak’, een split 10” inch waarop de nummers naadloos in elkaar overlopen en een genot voor de oren is. Subtiel openend met Fracture staat de sound direct als een huis en wisselen prachtige akkoorden zich af met hemelse zanglijnen van Van der Velde. Op single Rove laten de songwriters hun innerlijke Fleet Foxes naar boven komen en zweeft het nummer hoger, hoger en hoger! De bands ontvoeren je tijdens dit nummer naar het diepste puntje van hun magische wereld, waarvan je voorlopig ook niet kunt en wilt ontsnappen. Het a capella Curt hakt de plaat kort
doormidden, waarna Kuijken het met zijn kenmerkende gitaargeluid overneemt, door het dromerige How Long met een frisse tokkel te begeleiden. Op Thaw sussen de songwriters de luisteraar in een diepe droom, waarbij hij en zij tijdens slotstuk Reverence For Fallen Trees in een zachte roes ergens tussen hemel en aarde belanden. Genoeg geluld voor nu, want eerst: eventjes ontspannen en genieten van de wonderschone muziek op ‘Black Oak’. Doe het niet voor mij, doe het vooral voor jezelf. Ricardo Jupijn
Issue 10
The daily indie RADIO
The Daily Indie Radio / Volg onze Mixcloud-pagina en beluister regelmatig nieuwe podcasts. Vol met de beste en meest opwindende muziek die we kunnen vinden. Gegoten in ĂŠĂŠn lange en aangename mix. Sit Back And Relax.
The Daily Indie
Issue 10
New MUSIC
Gorgeous Bully / Couldn’t Keep It To Myself Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik krijg me toch een partij positieve kicks van Couldn’t Keep It To Myself. De band Gorgeous Bully uit Manchester geeft met dit nummer een goede kijk op de huidige sound die uit Noord-Engeland komt. Met bands als Temple Songs en The Lucid Dream merk je dat die toch altijd wel wat ruiger zijn dan de fancyschmancy boys uit Londen. En dat is ook wel eens lekker voor de afwisseling. Hiernaast kun je naar de nieuwe single van de band luisteren, geïnteresseerden kunnen op de rest van het internet nog wat meer research doen. For now: play and dance!
Night Sun / No Pressure Burger Records brengt ons weer nieuw luisterplezier in de vorm van Night Sun! Dat is niet weer een of ander random bandje, maar een samenstelling waar je garage-hart sneller van gaat kloppen. Night Sun bestaat namelijk uit Cole Alexander and Joe Bradley (Black Lips), Danny Lee Blackwell (Night Beats) en Curtis Harding (Cee Lo Green). Helemaal geen slechte namen en het resultaat, No Pressure, liegt er dan ook zeker niet om. Dit is swingende garage om je vingers tot op het bot bij af te likken. Vet die heupjes maar wel even in voordat je het gaat luisteren, want die groovy, gruizige, uitgesproken en toch zo heerlijk subtiele sound laten de voetjes hard van de vloer gaan. Play it now!
The Daily Indie
Issue 10
FEATURED BAND
Great Ytene
Het zijn op dit moment wel de hoogtijdagen van psychedelische bands als Tame Impala, TOY, Temples, Jacco Gardner en Allah-Las. Deze Londense muzikanten duiken op hun eigen manier heerlijk in deze slipstream in de troebele en experimentele psych van deze tijd. Met een zes nummers tellende, zelfgetitelde EP drukt de band in ieder geval al een flinke stempel. Great Ytene bevindt zich ergens tussen bands als The Horrors en Hookworms, en dat is helemaal geen verkeerde plek om te zitten.
The Daily Indie
De psychy freakouts en rommelige noise van Great Ytene hebben dan ook genoeg klasse in zich om uitgebracht te worden op Bella Union. Bekend door het uitbrengen van bands als Beach House, Fleet Foxes, Explosions In The Sky, Jonathan Wilson, Mt. Royal, The Flaming Lips en Wild Nothing.
op een atmosferische en fuzzy trip, om hem en haar heerlijk te bedwelmen met rinkelende gitaren en galmende echo’s. Nummers als Away For You, Hunter en Unknowing hebben een diepe sound die je oneindig laten verdwalen in de uitgestrekte wereld van de Londense band.
De ruim dertig minuten durende EP, van Leon Diaper (gitaar/zang), Lewis Baker (drums), Jorge Stride (bas) en Tom Baker (gitaar), neemt de luisteraar mee
The summer of psychedelia houdt nog wel even aan! En dat is helemaal geen probleem als we daar een band als Great Ytene aan toe kunnen voegen.
Issue 10
New MUSIC
Avey Tare’s Slasher Flicks / Little Fang
Hoe je het ook wend of keert, de band Animal Collective en alles om Animal Collective heen is een beetje raar. Onvoorspelbare nummers, niet te plaatsen vocalen en trippy albumhoezen maken standaard deel uit van het oeuvre. Niet zo raar dus dat Avey Tare, die samen met Geologist, Panda Bear en Deakin, Animal Collective vormt, met zijn eigen band Slasher Flicks ook nummers maakt waarbij je het gevoel krijgt dat je in een bad vol LSD bent gevallen. Ik zou een hele lijst aan bijvoeglijke naamwoorden kunnen verzinnen die Little Fang beschrijven, maar het verstandigst is om zelf even lekker te luisteren en je verbazen over de wereld waar Slasher Flicks je mee naartoe neemt.
Featured album art
King Gizzard & The Lizard Wizard - Oddments The Daily Indie
Issue 10
New MUSIC
NieuwZeeland Special tekst Rob Verkerk & Wymer Praamstra
Wat doet een gemiddelde reiziger die af is gereisd naar Australië? Die reizen af naar dat andere eiland waar niet alles giftig is. Nu wij vorig nummer ‘down under’ zijn gegaan en je de beste nieuwe bandjes uit Australië voorstelden is het nu de logische beurt aan de Kiwi’s. Nieuw-Zeeland is het land van ongekend mooie natuur, 4,5 miljoen inwoners en tien bandjes die je moet checken!
Doprah Doprah is een bandje uit Christchurch (de grootste stad van het Zuidereiland van Niew-Zeeland) en in deze rij bands de vreemde eend in de bijt. Eerder dit jaar verscheen er een EP met drie tracks maar die verdween vrij snel met hetzelfde gemak weer spoorloos van het internet. De single San Pedro die ver daarvoor al werd uitgebracht is nog wel te beluisteren. Doprah maakt heerlijke triphop en worden in de triphop-kringen zelfs al vergeleken met Tricky en Portishead. Zelf zegt de band op Facebook dat ze een sinistere sekte is die jongeren tot drugsgebruik wil aanzetten. Dat mag gerust met een korreltje zout worden genomen, of een andere chemische substantie. Dat mag een ieder voor zich weten, spacen doe je toch wel met deze zowel dromerige als onheilspellende track die je doet vragen naar meer.
The Daily Indie
Terror Of The Deep Terror Of The Deep is een band afkomstig uit de hoofdstad Wellington. De band begon in 2008 oorspronkelijk als een soloproject van frontman Oliver Dixon. Met de toevoeging van bassist Taipua Adams en William Daymond op de drums kwam de band in 2010 tot stand in zijn huidige samenstelling. Terror Of The Deep maakt heerlijk simpele klassieke gitaargedreven popliedjes. Qua muziek zouden ze ook niet hebben misstaan in de jaren ’60. Het is het onvervalste, ouderwetse psychedelische tintje die de liedjes een heerlijke sfeer meegeeft. De jangly pop viert in Nieuw-Zeeland hoogtij en dat bewijst Terror Of The Deep op maar liefst twee albums en één EP die allen te beluisteren via hun Bandcamp.
Issue 10
New MUSIC
Nieuw-Zeeland Special
Males
The Bats
Males is een band afkomstig uit het stadje Dunedin, die ook wel bekend staat als de hoofdstad van jangly pop. Deze jonge band floreert met deze voor het gehoor onschuldige sound en maakt liedjes die bij vlagen zullen doen denken aan The Pains Of Being Pure At Heart.
Liefhebbers van Real Estate opgelet! The Bats uit NieuwZeeland is misschien wel de meest onderbelichte band uit de muzikale geschiedenis. Na een dertigjarige carrière, tours met onder andere Radiohead (1993) en vergelijkingen met een grote hand vol wereld veranderende bands is het kwartje in wereldwijd muziekland nooit gevallen.
Geïnspireerd door het gitaarspel van Sonic Youth maakt hij met zijn band naar eigen zeggen ‘alternative power pop’, een omschrijving die niet misstaat. De nasale falsetto van zanger Richard drukt een eigen stempel op het geheel. Males is momenteel in het thuisland enorm aan populariteit aan het winnen en overweegt de overstap naar Australië te maken. Wij denken dat dit geen probleem moet zijn en dat de stap naar het vasteland van Europa makkelijk te maken moet zijn. Het eerste album van Males is gratis te downloaden op de Bandcamp van de band!
Het meest recente werk stamt nu uit 2011 met het album ‘Free All The Monsters’ een naam die doet vermoeden dat er wellicht een donkere kant op is gegaan. Niets is minder waar! The Bats maken nog altijd de toonaangevende jangly pop die de regio van Dunedin zo erg heeft beïnvloedt. Een deel van de band is afkomstig uit The Clean en dit onderstreept nog maar hoe roerig en bedreven Nieuw-Zeelandse muzikanten zijn. Deze band had groter kunnen en moeten zijn! Gelukkig is het daarvoor niet te laat.
The Bemsha Swing The Bemsha Swing is een punky beatband uit Auckland die volgens de Bandcampomschrijving anti-bop maakt. Bop is een muziekstijl in jazz die complexe ritmes en harmonieën bevat en daarmee is alles meteen gezegd. De structuur van The Bemsha Swing’s liedjes is allesbehalve ingewikkeld maar janken over het algemeen in een bloedsnelheid van het begin naar het einde toe. Op de laatste EP ‘Objectionist’ die de band maakte is er echter iets meer ruimte voor vertraging. Openingsnummer Communique maakt gebruik van een riffje die wel heel erg lijkt op die van Michael Jackson’s Black Or White terwijl zanger Shane als een Beastie Boy daaroverheen ’C O M M UNNICATE’ uitschreeuwt. Dit alles is in een heerlijk lo-fi jasje gegoten met een krakerige productie. Lekker gruizig dus! Check de EP ‘Objectionist’ en de rest van The Bemsha Swing’s discografie op Bandcamp
The Daily Indie
Issue 10
New MUSIC
Nieuw-Zeeland Special
The Clean Iets schrijven over de muziekscene van Nieuw Zeeland en The Clean niet noemen is heiligschennis. Buiten eigen land mogen ze dan geen toplijst-bestormers zijn, maar als je door bands als Pavement en Yo La Tengo als inspiratiebron wordt genoemd, dan doe je iets goed. De muziek is dan ook het best met dat soort bands te vergelijken. Ze bestaan nog steeds en schijnen nog af en toe een tourtje te doen, maar hun muziek is nog altijd sterk verankerd in de jaren ’80. De broertjes Kilgour vormen op drums en gitaar de basis van de sterke post-punk georiÍnteerde sound. De eerste gedrukte single op het inmiddels befaamde Flying Nun records, die plaatjes van meerdere bands uit deze lijst hebben uitgebracht, kwam van The Clean.
Ghost Wave Op hetzelfde Flying Nun records, in samenwerking met het Amerikaanse Captured Tracks, kwam vorig jaar de debuutplaat Ages van Ghost Wave uit. Revival-bandjes te over de laatste jaren en Ghost Wave past prima in het rijtje Tame Impala, TOY, maar dan met een vleugje Deerhunter in de mix. Repetitieve psych-garage die niet de diepte in gaat, maar juist lekker zonnig aan het oppervlak blijft drijven. De mechanische drum/bas combinatie wordt door de jengelende gitaren van smaak voorzien, terwijl de laid-back zang de rest doet. Niet alle nummers zijn even bijzonder, maar met name de eerste helft van het album is van topniveau.
The Daily Indie
Issue 10
New MUSIC
Nieuw-Zeeland Special
Shocking Pinks
Die! Die! Die!
Nick Harte uit Christchurch is een druk mannetje. Na een handvol bands is hij voor zichzelf begonnen als Shocking Pinks. Het eerste album scoorde meteen een 8.2 op Pitchfork, wat zo ongeveer betekend dat je gebakken zit in de alternatieve scene. Een paar albums (niet geheel verassend kwamen die uit op Flying Nun Records) later werd hij getekend door het grote DFA-label van James Murphy en bands als Deerhunter en Eluvium maakten remixes van zijn nummers. Het grappige is dat de stijl van Shocking Pinks ontzettend kan verschillen, soms zelfs binnen een album. Van lo-fi shoegaze tot dansbare electro-pop, het van origine slaapkamerproject van Harte kent vele gezichten. Daardoor is elk album weer een avontuur op zich, met eigenlijk maar één overeenkomst: goede nummers.
Nog een noise-punk pareltje is Die! Die! Die!, die mede door een kort bezoek aan een aantal kleine podia in Nederland hier wat meer bekendheid heeft. Niet zo vreemd dat ze ook bij ons langskwamen, want al een jaar of drie touren ze, redelijk letterlijk, de hele wereld over. Dit drietal is niet verwonderlijk ook aan Flying Nun Records verbonden: hun voorlaatste album kwam hier op uit. Furieuze en retestrakke punk die de grenzen van het genre opzoekt. De prominente positie voor de bas resulteert in een stevige groove in de nummers, terwijl de zanger regelmatig met een heerlijke schreeuw de nodige agressie er in weet te leggen. Het leven voor de muziek, zoals deze drie doen, hoor je als pure passie terug in de albums. Niets dan bewondering. (behalve voor de bandnaam, dat kan beter.)
Surf City Noisy pop met de zon in de bol, dat is wat Surf City sinds 2004 hun publiek voorschoteld. Met twee albums en een EP is de oogst tot nu toe nog niet heel groot, maar met name het eerste album ‘Kudos’ wist behoorlijk indruk te maken in de blogosphere. Puntige en ‘sloppy’ pop die geregeld krautrockend uit de bocht vliegt, maar nooit ‘het liedje’ uit het oog verliest. Op het laatste album uit 2013 sloop er stiekem wat braafheid in de nummers, hopelijk weten ze op de volgende plaat hun experimenteerdrift weer terug te vinden, want dan kan Surf City op een vloedgolf van goede rencensies rekenen.
The Daily Indie
Issue 10
Luister The Daily Indie terwijl je ‘m leest Klik op de cover om Issue #10 op Spotify te luisteren
The Daily Indie
Issue 10
INTRODUCING
Naive Set
tekst Liske Steenbergen
Het rommelt in de Nederlandse muziekscene; de ene toffe band na de andere toffe band brengt eenplaat uit en wie zouden wij niet zijn om een lichtje te schijnen in deze duisternis? Ditmaal voeren we een filosofisch gesprek met de Amsterdambased groep Naive Set. Om maar gelijk de moeilijkste vraag te stellen: hoe zou je je eigen muziek omschrijven? Mikey: “Ik denk dat we traditionele popmuziek maken. Maar we proberen niet geheel traditioneel te zijn, het doet alleen denken aan oudere tijden.” Matthias: “We zijn wel eens een retro band genoemd wat eigenlijk grappig is. We worden vergeleken met veel oude bands uit alle jaren. Dat is eigenlijk een beetje gek, dat je muziek ziet als iets wat altijd het ene na het andere is…” Mikey: “We worden met veel tijdperiodes vergeleken. We zijn onderdeel van een continuüm. Het is ook goed om nieuwe bands te ontdekken door reviews, het werkt als een soort Spotify. Iemand zegt dat je ergens op lijkt en je luistert er naar en je denkt: oh, dit is goed! Nu zijn dat een paar van mijn lievelingsbands geworden. Mensen blijven echter wel ‘jangle’, ‘jangly’, ‘jengelpop’ zeggen…” Caspar lacht: “Klingklangpop?”
The Daily Indie
Matthias lachend: “Klimpa pop, knipperpop.” Mikey: “In het begin vond ik dit raar, maar ik zag later een documentaire over jaren ‘80 bands uit Nieuw Zeeland en die gebruikten het woord ‘jangly’, ‘jangle’ continu. En ook als je leest over grote bands uit de Engeland uit de jaren ‘80 lees je de hele tijd ‘jangle’ – dus het is niet negatief, zoals we eerst dachten.” Caspar: “Maar als we één woord moeten kiezen, is het dan ‘jangly’?” Mikey: “Ik wil niet één woord kiezen.” Matthias: “Het zit in dezelfde categorie als Spilt Milk en zij zijn niet jangle.” Caspar: Maar naar de buitenstaander, denk je dat we als hun klinken?” Matthias: Sterk, ja.” Mikey: “Spilt Milk is drone-folk. Ik wil iets met post erin.” Caspar grappend: “Het is neo?” Mikey: “Nee: ‘NU-JANGLE’! Bojangles. I’m sorry”, lacht Mikey. Iets anders: jullie werken ook samen met de kunstenaar Marijn van Kreij? Caspar: “Klopt, hij is degene die onze cover heeft gemaakt.” Matthias: “Hij heeft veel muzikale verwijzingen en herhalingen in zijn werk en toen we daarover aan het praten waren kwamen we samen tot iets nieuws. Een paar maanden geleden hebben we met hem opgetreden waarbij we twee uur lang een regel
uit een Bob Dylan-liedje speelde. Dus we probeerden hetzelfde te doen als wat hij in zijn schilderijen doet. Het is vernieuwend om even buiten muziek bezig te zijn en iets een andere context te geven. En voor hem geldt dat andersom ook.” Mikey: “We waren na twee uur echt kapot, maar het was wel gaaf.” Caspar: “We willen ook echt het concept van Marijn meer toepassen in onze eigen muziek.” Matthias: “We hebben zin in om nieuwe nummers te maken, we zijn ongeduldig en hebben veel nieuwe ideeën en materialen waar we aan willen werken. Er hangt veel in de lucht en we kijken er echt naar uit.” Hoe gaan de optredens? Matthias: “We zijn eigenlijk niet natuurlijke performers.” Mikey: “Het is elke keer weer leren. Dan heb je een goede show en denk je iets uitgevogeld te hebben en dat het vanaf dan alleen nog maar fenomenaal gaat worden, maar dan is het de volgende keer weer anders. Het is niet ongemakkelijk, maar er is een dunne lijn tussen het publiek vermaken en zich comfortabel te laten voelen en te ver doorslaan, zoals Mick Jagger. En dan dans je.” Jan-Pieter: “Maar dat komt vanzelf. We hebben meerdere optredens staan en hopelijk daarna de festivals”.
Issue 10
INTRODUCING
Eyedress
tekst Petra Huijgen
Amsterdam is grijs, maar toch prijkt er en een grote zonnebril op de neus van Eyedress. Gewend aan de zon thuis op de Filippijnen? Hij glimlacht. “Zo hoef ik niemand aan te kijken. Ik hou er niet van om mensen in de ogen te moeten kijken” legt de 23-jarige producer Idris Vicuña uit. Hij praat zacht en traag, denkt lang na voor hij toevoegt:“Eigenlijk vind ik dat doodeng.” Afgelopen november bracht bij zijn eerste EP ‘Supernatural’ uit die meteen een storm teweegbracht op blogs. Niet lang daarna meldden ook The Guardian en NME zich. Hoog tijd dus om kennis te maken met Eyedress. Idris, dit interview is om jou voor te stellen aan Nederland… “Vertel maar dat ik 23 ben. En dat ik in Manila woon, Toen ik klein was verhuisde ik naar de Verenigde Staten, Californië. Mijn vader werkte als animator, voor films. Toen ik daar naar school ging werd ik vaak in elkaar geslagen. Mijn klasgenoten daar noemden me ook vaak Bruce Lee.” Bruce Lee? “Ja, Bruce Lee. Omdat ik uit Azië kom. Amerikanen denken dat iedere Aziaat Bruce Lee is. Ik weet ook niet waarom. Ik verhuisde terug naar Manila toen ik vijftien was.”
The Daily Indie
Je muziek wordt daar nu opgepakt. Vorige maand interviewde NME je, en schreef de journalist over jou dat je ‘een van zijn favoriete nieuwe artiesten van 2014 was’. Hoe vind je dat? “Interesting. Dat soort dingen zijn altijd wel raar om te horen. Ik vind dat zelf helemaal niet, Ik zie mezelf niet zo, heb helemaal geen hoge pet op van mezelf eigenlijk. Maar ja, ze kunnen schrijven over mij wat ze willen. En het is ergens ook wel cool dat hij dat vindt.“ Thuis op de Filippijnen opende je voor Grimes en How To Dress Well. Hoe was dat? “Eerlijk gezegd was dat best wel lastig. Afgelopen week speelde ik bijvoorbeeld in Londen, dat was gaaf. Mensen dansten en vonden het cool. Het publiek in Manila is moeilijker. Zij vinden gewoon me niet echt tof. Ze houden niet van de muziek die ik maak.”
De enige andere coole muzikant uit Manila is een vriend van mij, Julius Vallador. Hij is ook regisseur en maakt mijn videoclips.” Je videoclips zijn erg gaaf, ja. Over die van Nature Trips is ook veel geschreven op blogs. Vind je videoclips belangrijk? “Ja zeker, ik vind dat veel muzikanten daar niet genoeg gebruik van maken. Het visuele aspect van een video vind ik belangrijk voor de muziek: de sfeer van de muziek en de clip kunnen elkaar aanvullen. Sommige bands maken een clip van zichzelf terwijl ze een nummer spelen, dat vind ik meestal niet zo tof. Soms kan het ook wel cool zijn hoor, maar veel muzikanten maken niet eens videoclips. Voor mij is het moeilijker om het niet te doen. Ik heb nog een paar videoclips gemaakt met Julius die niet eens op internet staan. Dat doen we dan gewoon om het maken.”
Hoe is de muziekscene op de Filippijnen dan? “De muziekscene daar is best wel lame. Er is wel van alles, maar wat ik doe wordt niet erg gewaardeerd. Er is een soort indie-scene, maar alle bandjes willen klinken als Arctic Monkeys. Ik snap niet waarom. Ook vindt iedereen Bloc Party te gek.
Issue 10
INTRODUCING
The Sweet Release Of Death
tekst Robin van Essel
The Sweet Release Of Death was vanuit het niets in the picture toen de band werd opgepikt door het ultrahippe Geertruida. Debuutplaat ‘Bulb’ kwam echter niet zonder slag of stoot tot stand. Dat vertellen de Rotterdamse noiserockers wanneer The Daily Indie hen aantreft op een regenachtige doordeweekse avond in de Maasstad, achter een paar enorme hamburgers. Hoe zijn jullie ooit begonnen? “We zijn met elkaar opgegroeid in Spijkenisse. We spelen sinds ons dertiende, veertiende in bandjes, maar pas sinds drie jaar met elkaar. Wil jij mijn augurken?” Eh, nee. Aha, Spijkenisse. Het kloppende hart van de indie-scene! “Er is best een grote alternatieve scene. Je had The Cuties, Surface Noise, King Kong Club. Iedereen speelde met iedereen. Toen dat allemaal een beetje afliep, zijn we met zijn drieën de oefenruimte ingegaan. Het ging meteen goed.” Zitten jullie nu nog in zo’n scene? “We spelen veel met Geertruidabands. Is dat een scene? Subroutine is ook een kliekje. Dat hoeft niet zo van ons. We hebben geen hip label nodig, we zijn Rotterdammers. Underdogs! Niet zeiken, handen uit
The Daily Indie
de mouwen en het gewoon spelen en doen.” Jullie hebben eerder al een EP uitgebracht, toch? “Ja, maar sindsdien zijn we een hele andere weg ingeslagen. We gooien heel veel weg. De songs op ‘Bulb’ zijn maximaal een jaar oud.” Hoe lang zijn jullie bezig geweest met ‘Bulb’? “Lang! We zijn vorige zomer begonnen, maar toen werd onze producer Corno Zwetsloot ziek. We konden alleen opnemen en mixen wanneer hij zich goed voelde. Maar het niet afmaken, is nooit ter sprake gekomen.” Hoe verliepen de opnames? “Het was heel confronterend. Corno is een bijzondere man. Hij is nogal eerlijk en heel hard. We kwamen erachter dat we helemaal niet zo klaar waren om op te nemen als we zelf dachten.” Hoe bedoel je? “Toen we begonnen vroeg hij: ‘Wil je een plaat maken die oké is, of wil je echt beter worden?’ We begonnen met inspelen en het klonk zo kut. We waren gewend in kraakpanden te spelen waar je elkaar niet hoort. Iedereen speelde op zijn eigen eilandje.” Wat vinden jullie van het resultaat?
“Door alle directe kritiek hebben we nu schijt aan hoe we klinken, haha. Door Corno’s extreme eerlijkheid zijn we gegroeid. Het was niet altijd even prettig, maar er is een betere plaat uitgekomen, de beste die we op dit moment konden maken.” Hoe zouden jullie je muziek omschrijven? “Duister met een korrel zout.” Ik vind jullie geen duistere mensen. “Zijn we ook niet, maar we haten blije muziek! We proberen wel meer popliedjes te maken. Vroeger wilden we wel heel graag een harde band zijn. We zijn erachter gekomen dat softere nummers juist heel heftig kunnen zijn.” Wat willen jullie bereiken met de plaat? “Het zou mooi zijn als we er een paar verkopen, we zijn blut! Verder veel spelen. Oh, en we willen terug naar Polen!” Polen? “We hebben daar vorig jaar op het Soundrive Festival gespeeld en het was zo cool! We dachten dat het een klein kutfestival was, maar het bleek gigantisch te zijn. Soft Moon speelde er, Still Corners, Holograms… Zo’n toffe sfeer!”
Issue 10
INTRODUCING
Shiny Darkly
tekst Ricardo Jupijn foto Søren Solkær
Vier jonge Denen die met beklemmende en duistere post-punk een indruk van jewelste achterlaten. Hoog tijd voor The Daily Indie om meer over deze band uit Kopenhagen te weten te komen. Vers uit een ongemakkelijk interview met de Duitse televisie neem ik het stokje over en ga ik met de kalme band om de tafel zitten. Waar andere punkbands uit Denemarken als iceage en Lower nogal eens agressief en intimiderend over kunnen komen, is Shiny Darkly erg mellow en relaxt om mee om te gaan: “Ja, dat is een soort ding volgens mij, want wij kennen ze ook wel uit de scene en normaal gesproken zijn ze heel relaxt en vriendelijk”, vertelt bassist Oliver Matthew Volz. “Bij sommigen is het een act, maar een aantal zijn ook gewoon klootzakken, haha.” Ontwikkeling Hoe is die scene daar eigenlijk in Kopenhagen? Gezien het vele aantal toffe bands die daar vandaan komen: “Ik weet niet precies waar dat vandaan is gekomen, maar je hebt in Denemarken echt een pop-scene, een punk-scene en nog een psychedelische scene. Er is veel ruimte om je als band te ontwikkelen, je kunt veel spelen en er wordt veel over muziek geschreven. Daarnaast kent de
The Daily Indie
Deense punk-hoek kent wel echt een community met hechte volgers en fans. Die alternatieve scene is niet heel groot of zo, maar er gebeurt wel veel in”, zegt zanger/gitarist Kristoffer Bach. “Maar het is wel anders dan in andere landen of steden heb ik het idee, het is bij ons aan de andere kant ook wel weer vrij competitief. Wat natuurlijk zijn voor- en nadelen heeft.” Hoe is de band zelf eigenlijk zo geïnteresseerd geraakt in punk en de duistere hoekjes van de alternatieve muziek? Volz vertelt: “Voor mij ging het allemaal om de energie. De rauwe energie die ik zo tof vind aan punk.” Is dat bij de band zelf ook het geval? “Dat gevoel hebben wij ook zeker. Het is voor ons belangrijk om goed te spelen, maar het is ook vooral belangrijk om de rauwe emoties te laten zien die achter de muziek zitten.” Geen bullshit dus? “Precies!” Debuut Na twee EP’s uit te hebben gebracht is het tijd voor een volledige debuutplaat (release: 31 maart). Tijdens het interview krijg ik de net gemasterde album ‘Little Earth’ in mijn handen gedrukt van de manager. Ik bekijk de cover en hou hem omhoog. Nou, vertel maar jongens: wat kan ik hier zoal
van verwachten als ik hem thuis ga beluisteren? “Een hoop energie en kracht. En ook wel een brede en gedetailleerde sound, daar hebben we veel aan gewerkt”, zeg Volz enthousiast. De sound van de band is vrij authentiek, sterk en toch vrij basic. Wat is het geheim volgens Bach? “Onze setup is inderdaad vrij simpel, maar de mix van geluiden maakt het tot iets eigens. Vooral de synthesizer is belangrijk voor ons geluid, het geeft een warme en vintage klank. We proberen er als het ware één geluid van te maken en alles samen te laten smelten. Ik denk dat dat goed gelukt is op onze nieuwe plaat, we hebben nu precies de juiste elementen bij elkaar gebracht om de sound te creëren die we voor ogen hadden.” Lange tours Waar zijn ze het meest tevreden mee als ze aan ‘Little Earth’ denken? “Ik denk vooral met hoe we gegroeid zijn als een band door de jaren heen”, vertelt drummer Mads Lassen. “De nummers zijn beter geworden en we hebben meer geëxperimenteerd met sounds en instrumenten. Maar vooral het feit dat we onze eigen stijl hebben gevonden.“ En wat zijn de plannen voor de rest van het jaar? “Het lijkt ons vooral heel cool om lange tours te gaan doen!”
Issue 10
THE DAILY VIDEO samenstelling Yoram van Hees
MA
The War On Drugs Red Eyes
DI
Concorde Sons
WO
Angel Olsen Hi-Five
DO
Metronomy Love Letters
VR
The Men Pearly Gates
ZA
Nasser The World is ours
ZO
Son Lux Alternate World
Hundred Waters Cavity
Klik op de preview om de video op YouTube te bekijken
interview
interview
tekst Domenico Mangione
Donkere wolken vliegen op hoge snelheid voorbij de trein die mij naar Real Estate, de koningen van de jangle pop, brengt. Onheilspellend op z’n minst én in opzienbarend contrast met de klanken van Real Estate’s immer zonnige nieuwe album ‘Atlas’. Hoewel ik totaal niet bijgelovig ben, lijken de klanken van het album de wolken weg te doen drijven. Eenmaal binnen is de gniffelende bassist Alex Bleeker grappen aan het maken met gitarist Matt Mondanile. Na een korte voorstelronde word ik door de glimlachende Bleeker meegenomen naar een berg eten en een zachte bank om een aantal vragen te stellen. Het vorige album ‘Days’ is gebaseerd op het contrast tussen jullie jeugd in ‘the suburbs’ en de nieuwe wereld in Brooklyn waar jullie nu wonen. ‘Atlas’ is een naam die zeer tot de verbeelding spreekt. Wat was de gedachte achter die specifieke naam? “Het is niet echt iets wat we van te voren hadden besloten. Martin (Courtney red.)heeft de meeste teksten geschreven op het album, dus vroegen we hem om te kijken naar iets wat uit die teksten zou springen. Eerst dachten we aan ‘the Navigator’, aangezien dat één van de rode draden door het album is. Voor ons gaan de nummers namelijk grotendeels over plaatsen, of beter gezegd, over de fysieke, geografische ruimte waarin wij ons verplaatsen. In ons leven is op tour zijn, veel reizen en daarmee weg zijn van de mensen waar je om geeft overweldigend. Wat zwaar is voor Martin, die net getrouwd is met zijn zwangere vrouw. Daarnaast is
The Daily Indie
‘Atlas’ voor ons ook een mentale verschuiving van het schrijven over het verleden, naar het heden en de angsten voor de toekomst. Het gaat dus om een metafysische atlas, oftewel: waar ga ik naar toe met mijn leven?! What’s the plan, what’s the road, what’s the map, what’s the ‘Atlas’.” Na het luisteren naar de plaat de laatste paar weken, kwam ik tot de conclusie dat ‘Atlas’ de bekende warme en rijke geluiden heeft van Real Estate, alhoewel de nummers gedetailleerder zijn geworden. Hoe zie jij die verandering? “Ik denk dat je helemaal gelijk hebt. Het is iets dat heel organisch is ontstaan. De compositie van de nummers, niet zozeer de structuur, is steeds complexer geworden met verschillende melodieën en tegenpartijen. Alhoewel het nog steeds geen prog-rock of math-rock is!” lacht Bleeker. “We zijn ouder geworden en daarmee ook enigszins beter in het spelen van onze instrumenten én dus ook in het schrijven van nummers.”
Issue 10
interview
Real Estate
“ We zouden geen flauw idee hebben gehad hoe we ons in een situatie als deze moesten gedragen.�
interview
Heeft het toevoegen van drummer Jackson Pollis geleid tot die verandering in aanpak en de verrijking van het geluid? “Nou, Jackson was meer een deel van het schrijfproces dan de vorige keer, omdat hij er bij ‘Days’ natuurlijk niet bij was! Dit keer hadden we een aantal maanden vastgelegd voor repetities, puur om nieuwe muziek te schrijven. Soms met z’n vieren en soms slechts twee van ons, maar iedereen was altijd betrokken. Het was een open en creatieve tijd.” “Maar wat écht cool is aan dit album, is dat we de basistracks, zoals drums, gitaar en bas, live hebben opgenomen. Alleen de toetsen, vocalen en wat kleine versieringen hebben we later opgenomen! Dat is de eerste keer dat we zoiets hebben gedaan. Het was ongelofelijk leuk en bevrijdend, want we konden ontzettend snel werken. We hadden vier nummers af in één middag en ze klonken al direct als een ‘echt’ nummer. It was fucking amazing!” Ondanks de lo-fi-beginselen van Real Estate hebben jullie ‘Atlas’ opgenomen in één van de werelds meest begeerde studio’s! Hoe surrealistisch was het om op te nemen in Wilco’s loft? “Het was te gek, aangezien we allemaal Wilco-fans
The Daily Indie
Real Estate
zijn! Gelukkig niet zó erg dat we ‘starstruck’ waren door Wilco. Wilco is geweldig, begrijp me niet verkeerd, maar er zijn andere bands waarvan ik letterlijk verlamd van angst zou worden!” buldert Bleeker lachend uit. White Denim’s album in Wilco’s loft viel mij lichtelijk tegen, misschien omdat ze zelf met Jeff Tweedy werkte. Was dit voor jullie de reden om niet met hem te werken? “Inderdaad! We hebben heel duidelijk aangegeven dat we met producer Tom Schick wilden werken en Jeff Tweedy niet bij het proces wilden betrekken. Hoewel het een enorm privilege is om met hem te werken, zouden we dan té zelfbewust zijn geweest. Overigens wilden we ook niet dat het een ‘Jeff Tweedy presenteert Real Estate’ plaat zou worden! Ook al is Tweedy niet direct aanwezig op de plaat, zijn geluid is wel overal te horen, want ‘Atlas’ verdrinkt bijna in het geluid van zijn spullen. Ik voelde me net een kind in een snoepwinkel met een overvloed van absurd mooie gitaren, versterkers en microfoons! We waren misschien niet met stomheid geslagen door Wilco, maar wel door de enorme hoeveelheid en kwaliteit van hun spullen.”
“Als je twee punten op de Real Estate tijdlijn pakt: ééntje in 2009, de andere ergens deze week en je zet ze naast elkaar dan is er echt een overweldigend verschil van ervaring! We waren een band, een jonge band, die zich nergens van bewust was. We zouden geen flauw idee hebben gehad hoe we ons in een situatie als deze moesten gedragen. Zeker als je nu de band ziet die net begonnen is met een best wel flinke perscampagne op een behoorlijk groot label. Nu ik het hard op zeg lijkt het een krankzinnig verschil! We zijn aardig gegroeid als band, maar de grap is dat ik me nog steeds precies hetzelfde voel als in het begin. Voor ons is Real Estate alles: we zijn hier op tournee, dit is alles wat we hebben, dit is alles wat we willen, dit is alles wat we moeten doen.“
Real Estate is de laatste paar jaar enorm gegroeid. Hoe denk je dat Real Estate zich heeft ontwikkeld?
Issue 10
THE DAILY LITERATURE Samengesteld door Tim Maarten Verheijen
Omdat we bij The Daily Indie (af en toe) heus ook nog wel iets anders doen dan de hele dag onze gehoororganen afbeulen in onze zoektocht naar de nieuwste en beste muziek die deze wereld te bieden heeft, bieden we vanaf nu jou ook even je rustmomentje, een tussendoortje om even mee bij te komen van al dat muzikale geweld zodat je daarna weer kwiek en vol goede moed je kan storten op de nieuwste en beste muziek die deze wereld te bieden heeft. Oftewel: The Daily Lit! Een literair intermezzo bij deze audiovisuele queeste. Elke uitgave een feature over een meer of minder bekend genre, auteur of boek én een publicatie van een getalenteerde ongepubliceerde schrijver. Graag gedaan.
De ogenschijnlijke alledaagsheid van James Salter De Amerikaanse auteur James Salter wordt voornamelijk geroemd om zijn beknopte stijl. Critici noemen het veelal minimalistisch of simplistisch, maar Salters stijl is eerder elegant en precies. De 88-jarige New Yorker heeft weinig woorden nodig om veel te zeggen, maar laat zijn lezer wel werken voor wat hij te vertellen heeft. Niet alles in het proza van Salter wordt namelijk duidelijk aan het oppervlak; de informatie wordt verschaft, maar ligt niet zomaar voor het oprapen. Salter demonstreert daarmee zijn kwaliteit als auteur en bewijst dat hij thuishoort in de club van Grote Amerikaanse Schrijvers. Zo schreef bijvoorbeeld ook F. Scott Fitzgerald (korte) verhalen met een bewonderingswaardig gevoel voor precisie en afgewogen stijl: geen woord te veel. De in 1925 geboren Salter debuteerde op 32-jarige leeftijd met zijn roman The Hunters (1957). Geboren als James Horowitz, had de Amerikaan meegevochten tijdens de Tweede
The Daily Indie
Wereldoorlog als gevechtspiloot bij de Amerikaanse luchtmacht, waarbij voor hem na afloop van de oorlog een glansrijke carrière in het verschiet lag. Hij besloot echter zijn leven volledig om te gooien: hij veranderde zijn naam, liet zijn baan, vrouw en twee kinderen achter zich en koos voor een leven als romancier. “I decided to write, or perish. It was like starting life from scratch”, aldus Salter. De dood of het schrijverschap. Tot aan 1981 schreef Salter op regelmatige basis (en met behoorlijk succes) romans en screenplays, waarna zijn productiviteit wat afnam. Voor de verhalenbundel Dusk & Other Stories (1988) ontving hij in 1989 nog de achtenswaardige PEN/Faulkner Award, maar daarna viel het geruime tijd stil rond de schrijver. Hij schreef wat poëzie, werkte aan zijn memoires en toen verscheen er in 2005 opeens de verhalenbundel ‘Last Night’ (in het Nederlands vertaald door Ronald Cohen als Laatste nacht). Ik wil graag kort ingaan op deze bundel, want hoewel Salter misschien van oudsher voornamelijk romanschrijver is, be-
wonder ik de man voornamelijk omwille zijn korte verhalen (en met name deze). In ‘Last Night’ schetst Salter relaties aan het begin, het eind, of tijdens de miscommunicaties er middenin. Het is nooit direct duidelijk hoe de vork in de steel zit: langzamerhand ontvouwt zich het verhaal en krijgt de lezer een duidelijker beeld van de situatie. Een van de hoogtepunten uit de bundel is het gelijknamige verhaal ‘Last Night’ (‘Laatste nacht’). Walter Such is vertaler, sympathiek maar ook prikkelbaar. Zijn vrouw, Marit, is ziek en wilt euthanasie plegen. Walter assisteert haar. Samen met een kennis, de jonge Susanna, gaat het echtpaar een laatste keer koninklijk uit eten waarna Walter haar injecteert met de dodelijke cocktail die op haar ligt te wachten in de koelkast. Dan blijkt dat Walter en Susanna een relatie hebben en komen de verhoudingen tussen Marit en Walter en zijn hulp bij de euthanasie in een compleet ander licht te staan. De volgende ochtend blijkt Marit echter nog te leven en komt ze achter de verhouding van Walter en Susanna.
Issue 10
DAILY LITERATURE
“That was how she and Walter came to part, upon being discovered by his wife. They met two or three times afterward, at his insistence, but to no avail. Whatever holds people together was gone. She told him she could not help it. That was just the way it was.” De titel verwijst niet alleen naar de gebeurtenissen van de ‘afgelopen nacht’, maar ook naar de vermoedelijke ‘laatste nacht’ van Marits leven, welke uiteindelijk de laatste nacht van de verhouding tussen Walter en Susanna blijkt te zijn. Al deze betekenissen worden samengevat in deze op het eerste gezicht alledaagse titel. En dat is bijzonder kenmerkend voor de stijl van Salter, die ogenschijnlijke alledaagsheid. Lees het volledige verhaal op The New Yorker.
Kort verhaal #3 Ik vond haar op de tweede verdieping van House of Billiards, aan het Jansplaats, op steenworpafstand van het Willemsplein en alles waar ik ooit van had gedroomd. Ze had haar bruidsjurk nog aan. Tussen haar lippen bungelde een sigaret waarvan ik gokte dat die voornamelijk was opgerookt door de ronkende machines die boven de tafels hingen. Ergens onder een tafeltje zag ik haar boodschappentas. De paniek was toegeslagen tussen het nepmarmer van de villa in het
The Daily Indie
#3
Sonsbeekpark. ‘Ik wil geen meubelstuk zijn,’ fluisterde ze, gaten in de champagnetoren makend. ‘Ik wil geen meubelstuk zijn, Robin.’ Dat je ergere dingen kunt zijn dan een meubelstuk, besloot ik te verzwijgen. ‘Het komt allemaal goed,’ zei ik, want dat kon ik heel goed zeggen. Ze nam plaats op een roodpluchen stoeltje, met een champagneglas in beide handen en begon te huilen. Ze maakte kleine schokken met haar hoofd, kopstootjes makend naar de geur van dure bloemen en lauwe zalm – zoals mensen knikken als ze niet echt naar je luisteren. ‘Ik wil biljarten,’ zei ze. ‘Ik wil bil-jartehehen.’ ‘Dat kan nu niet. Je kunt dansen, cadeautjes in ontvangst nemen, zalm eten; maar biljarten, dat gaat vanavond niet lukken. Zet het maar uit je hoofd. Prent het er maar in: er wordt niet gebiljart vanavond.’ ‘Kun je laten zien met je vingers?’ Ik lachte. Dat was iets wat we vroeger deden; om gradaties aan te geven. Als ze wilde weten hoeveel ik van haar hield, of in hoeverre ik bang was voor de dood, dan zei ze: ‘Laat zien met je vingers.’ Ik duwde mijn wijsvinger stevig op mijn duim. Ze hadden gedanst op een liedje van Harry Belafonte, wat ik een veel te geraffineerde keuze vond voor een jazzballetlerares en een public relations-medewerker voor het drukkerijmuseum in Meppel. Ik was vrienden geworden met de pilaar van imitatiesteen waar ik al een paar minuten tegen aan stond geleund. Als niemand keek, aaide ik de pilaar even. Soms
maakte ik een terloopse opmerking, zoals mensen dat doen op bruiloften: ‘Ze ziet er mooi uit, hè?’ en ‘Je ziet dat steeds vaker: een lopend buffet.’ Toen ze aan het dansen was, leek ze nog gelukkig. De paniek sloeg toe toen ze een kunstig krukje als cadeau had gekregen, waarna ze zich realiseerde dat ze niet meer dan een krukje zou zijn voor de rest van haar leven – dat ze een meubelstuk zou worden in de verwaarloosde woonkamer van het universum. Toen vond ze mij. Ik was haar kwijt. Ze zou even naar het toilet gaan om zich op te frissen en toen was ze verdwenen. Ik maakte mijn stropdas wat losser en dacht aan dat liedje van Harry Belafonte: ‘I don’t know where I’m going, but I know who’s going with me.’ Daarna keek ik naar de gapende wonden in de champagnetoren en kon het niet laten te glimlachen. In House of Billiards smeekte ik haar om terug te gaan naar het Sonsbeekpark. Maar as viel achteloos op het vilt. Nog één potje, zei ze. Nog één biertje. De boodschappentas was iets gaan glijden – ik kon de kruin van het kunstige krukje er boven uit zien komen. Uiteindelijk liet ik haar gaan. Ze klopte het geld uit de zakken van alle wijnzakken en doorzakkers die zich aan haar uitdagingen waagden, schaterlachend in haar bruidsjurk, rokend als de bossen in Australië. Toen we terugliepen naar het Sonsbeekpark, begon het te regenen. ‘Ik houd echt van hem, hoor,’ zei ze. Ik zei: ‘Laat zien met je vingers.’ Door Robin Kramer
Issue 10
The Daily Indie SPOTIFY Playlist Voor iedereen die het nog niet wist: ook op Spotify is The Daily Indie te vinden! In de digitale jukebox houden we onze eigen playlist bij, waarmee we onze volgers regelmatig up to date houden van de laatste en beste muziek die we tegen zijn gekomen. Klik op de tape om de playlist te volgen. Enjoy!
The Daily Indie
Issue 10
interview
interview
tekst Rob Verkerk
Bombay Bicycle Club is pas vijf jaar jong, maar bracht onlangs al zijn vierde album ‘So Long, See You Tomorrow’ uit. In Engeland blijft de kwaliteit van de Londense band niet onopgemerkt, en schoot de plaat gelijk door naar nummer één in de charts. Bombay Bicycle Club is een onuitputtelijke bron van lekkere liedjes. De band vindt zichzelf elk album opnieuw uit en is niet bang om een andere weg in te slaan. “Uiteindelijk blijven we toch dicht bij de kern”.
De middag voor het uitverkochte optreden dat Bombay Bicycle Club zal geven in de Melkweg spreken we met bassist Ed Nash en gitarist Jamie MacColl over vooroordelen, fans en India. Maar eerst feliciteert The Daily Indie de bandleden nog even met de nummer-één notering. Nash: “Dankjewel! Het was echt een enorme eer. Alleen werd de albumtitel verkeerd voorgesteld op Engelands grootste radiostation. BBC Radio One kondigde de plaat aan als ‘So Long, See You Later’.’’ Haha! Dat is niet best! Wat denken jullie dat ervoor heeft gezorgd dat dit album op nummer één terecht is gekomen? Jamie: “Ik heb niet echt het gevoel dat de plaat op zichzelf beter wordt ontvangen door de pers en fans. Dat heeft zich tot zover alleen in albumverkoop uitgedrukt. Het voelt meer alsof het geleidelijk is voortgekomen uit onze vorige albums. Natuurlijk is dit ook wel ons meest poppy album. Het heeft misschien niet zo’n to-the-point sin-
The Daily Indie
gle als Shuffle, maar het is het meest constante album wat we tot nu toe hebben gemaakt. Voor een groot deel heeft dat te maken met de ruimte die wij nog hebben tot ontplooiing. Het voelt nu alsof we de balans hebben kunnen vinden tussen ‘toegankelijke’ en ‘intellectuele’ muziek.’’ Frontman Jack Steadman heeft dit keer de productie op zich genomen, heeft dit invloed op gehad jullie schrijfproces? Jamie: “Het was heel anders! We hebben er nooit van gehouden om wekenlange sessies te houden in een grote studio waar je niet jezelf kunt zijn. Je weet niet hoe bepaalde dingen werken en er zit altijd bemoeienis van derden bij. Ten tijde van de opnames van ons eerste album waren we allemaal achttien jaar oud. Dat maakte het extra moeilijk voor ons om ons duidelijk te uiten of een bepaald standpunt in te nemen. We wilden daarvan weg stappen. De jaren dat we ons laten vormen door anderen zijn we nu voorbij. Dus kunnen we
Issue 10
interview
“ Het blijft verfrissend om te zien dat we in de rest van de wereld heel anders worden gezien dan het eiland waar we zelf vandaan komen.�
Bombay Bicycle Club
interview
muziek maken met een resultaat waar wel alle vier erg trots op kunnen zijn.’’ Zijn er meer voorbeelden van obstakels die jullie als band hebben moeten overkomen? Jamie: “Hoewel we nu op nummer één staan, worden we in Engeland niet gezien als een coole band. Het is erg moeilijk om daar populair en tegelijkertijd cool te zijn en te blijven.’’ Ed: “Het blijft verfrissend om te zien dat we in de rest van de wereld heel anders worden gezien dan het eiland waar we zelf vandaan komen. Er lijkt elders een stuk gemêleerder publiek op onze optredens af te komen. Echt een greep uit de maatschappij, jong en oud, met allerlei verschillende achtergronden en stijlen. Terwijl in de UK overwegend jongeren naar onze shows komen.’’ In vijf jaar hebben jullie al enorm veel bereikt. Hebben jullie nog doe-
The Daily Indie
Bombay Bicycle Club
len? Een soort muzikale bucketlist? Jamie: “Haha! Ik ben bang dat we onambitieus overkomen als we nu niet met een goede reactie komen! Het is misschien niet echt een doel, maar ik hoop dat de muziek met Bombay Bicycle Club altijd een artistieke uitlaatklep kan blijven. Het moet niet gaan voelen als een baan. Het belangrijkste lijkt me dat we altijd gewaardeerd zullen worden om ons laatste werk. Ik zou het echt heel erg vinden als ik over twintig jaar alleen nog gewaardeerd zou worden om mijn debuutplaat.’’ Ed: “Ik wil gewoon in India spelen, maar Jamie’s antwoord is veel beter!’’
wat wij wilden doen. Dit is de muziek die wij willen maken. Het werd gelukkig beoordeeld op zijn kwaliteit en niet met scheve ogen aangekeken.’’ Jamie: “Binnenkort wordt het nog een stukje erger! We zijn net klaar met een Bollywood-clip voor Feel. Ik kan er niet te veel over zeggen, maar het is waarschijnlijk de laatste stap richting de afgrond, haha!’’
Waarom India? Bombay, India en de Bollywood-samples op de plaat? Niet bang dat het een gimmick wordt? Ed: “Daar waren we wel huiverig voor. Het laatste wat je wilt, is een parodie worden van jezelf. We besloten gewoon ons hart te volgen en te doen
Issue 10
MIXTAPE
APNEU
Apneu is een samenwerking tussen verschillende Amsterdamse muzikanten, onder andere uit Katadreuffe. Ondanks de incidentele bezetting blijkt toch al dat Apneu, sinds de oprichting in 2010, vaak de juiste snaar weet te raken. Het nieuwe album ‘Hard Feelings’ heeft daarvoor nog geen twintig minuten nodig voor de elf songs die de plaat telt. Niet te moeilijk allemaal, maar wat zou het? Het zit verdomd goed en catchy in elkaar. Meer heb je niet nodig! In de tussentijd waren we nieuwsgierig geworden naar de eigen muzieksmaak van de jongens en vroegen we de Amsterdammers een mixtape te maken. Die gaat van Battles, Queen, Hunx and His Punx, Misfits tot Parquet Courts, Pavement, The Clash en Prince, Pixies, Sun Kil Moon en Brigitte Bardot. Enjoy!
The Daily Indie
Issue 10
COVER STORY
COVER STORY
tekst Robin van Essel foto’s Dusdin Condren
Afgelopen 17 maart kwam ‘Lost In The Dream’ uit, het derde volwaardige album van The War On Drugs. De band uit Philadelphia is na het vertrek van Kurt Vile in 2011 min of meer het vehikel van Adam Granduciel. The Daily Indie praat met hem over de lastige weg die hij aflegde voor die fenomenaal goede, nieuwe plaat: over eenzaamheid, paniekaanvallen en alleen maar muziek maken.
Adam Granduciel zit er ontspannen bij. The Daily Indie is interviewer nummertje acht en de voorman van The War On Drugs heeft nog minstens hetzelfde aantal te gaan. Maar café De Pont aan het IJ, de populaire Amsterdamse locatie voor persdagen, maakt een aangename setting. “I don’t feel like a piece of cheese sliced on a board just yet”, lacht de spraakzame 34-jarige. Mooi, want er is veel om over te praten: ‘Lost In The Dream’ is een voorlopig hoogtepunt in de discografie van The War On Drugs. Paniekaanvallen Al lag dat gegeven na het ook al prima ontvangen ‘Slave Ambient’ (2011) niet voor de hand. Granduciel had moeite met het succes van de plaat: “’Slave Ambient’ was moeilijk. Heel interactief, met recorders, tapemachines, effecten. Ik was naïef en dumbstruck door het succes. Maar het was in essentie een plaat voor en door een groepje vrienden. Ik had het gevoel dat mensen wel wat met de band hadden, maar niks met mij of mijn songs. Ik ben een
The Daily Indie
enorme Dylan-fan omdat hij verhalen vertelt. Je begrijpt wat hij heeft doorgemaakt. Dat wil ik ook. Bij ons was iedereen wel vol lof, maar ik had niet het idee dat ik echt iets bijdroeg aan de muziekgeschiedenis. Nu weet ik dat dit lag aan hoe ik was. Het klonk wel zo, maar ik liet niks persoonlijks zien.” Het persoonlijke leven na twee jaar toeren, vormde ook geen ideaal uitgangspunt voor een meesterwerk. Platen maken gaat Granduciel normaliter al niet makkelijk af, maar ‘Lost In The Dream’ was een emotionele tour de force: “In de herfst van 2012 kwam ik thuis en had ineens zeeën van tijd. In het verleden was dat anders: muziek maken was een uitlaadklep nadat ik op mijn werk de hele dag contact had met mensen. Nu had ik ineens geen idee meer wat mijn voormalige vrienden bezig hield. Ik dealde met emoties waar ik niet eerder mee te maken heb gehad. Ik vond het lastig om inspiratie te krijgen, zat thuis en hoefde niks anders dan muziek maken. Ik voelde me
Issue 10
COVER STORY
The War On Drugs
“ Deze plaat is een momentopname van Adam die zichzelf vragen stelt over liefde, de dood, vriendschap en eenzaamheid.”
COVER STORY
The War On Drugs
alleen, depressief, had paniekaanvallen.” Persoonlijke noot Die gesteldheid vond zijn weg naar de muziek. ‘Lost In The Dream’ is geen conceptplaat, maar in Granduciel’s, opvallend Dylan-esque verhalende manier van muziek maken, klinkt in alles een persoonlijke noot door. De meeste songs werden dan ook geschreven in een behoorlijk kwetsbare staat: “Vooral bij Disappearing was ik erg ver heen. Ik kan me niet eens herinneren dat ik de gitaarpartij heb ingespeeld. Maar toen ik het terughoorde vond ik het awesome. En Eyes To The Wind schreef ik in één keer, dat is me nog nooit gelukt.”
The Daily Indie
Dat de persoonlijkere lijn die op ‘Slave Ambient’ werd ingezet op ‘Lost In The Dream’ wordt doorgetrokken, is iets wat Granduciel geen slechte ontwikkeling vindt: “Voor dit album had ik geen idee hoe ik wilde klinken, maar ik wist dat ik me meer open wilde stellen, een verhaal vertellen waar mensen zich persoonlijk mee konden identificeren. ‘Slave Ambient’ was een momentopname van Adam die leert om een plaat op te nemen. ‘Lost In The Dream’ is een momentopname van Adam die zichzelf vragen stelt over liefde, de dood, vriendschap en eenzaamheid.” “Na een maand had ik de basis voor zo’n zeven songs en daar leefde ik
Issue 10
COVER STORY
“ Pas sinds twee weken kan ik accepteren wat het is. Ik ben er nu heel erg blij mee.”
The War On Drugs
COVER STORY
zo’n beetje een jaar mee. Ik nam ze mee naar de band, maar ze hielden altijd het ‘hart’ dat ze bij mij thuis hadden gekregen.” The War On Drugs is niet zozeer een soloproject, volgens Granduciel: “Dit is meer een soloplaat die door een band wordt gespeeld. Ik ben gelukkig in een unieke positie: alle mensen die hebben meegedaan, zijn vrienden en geweldige muzikanten. Ik kan voor elke song de meeste geschikte persoon vragen. Ik zou niet zomaar een pure soloplaat maken, maar als ik het deed, denk ik niet dat iemand zich beledigd zou voelen.” Donker maar uplifting Granduciel noemt ‘Lost In The Dream’ zijn donkerste plaat, maar niet deprimerend: “Het is muzikaal uplifting, ik ben heel bewust bezig geweest met het klankpalet. Ik heb nooit van heftige dynamiek in songs gehouden.”
The Daily Indie
The War On Drugs
Opvallend aan het album is dat de meeste nummers boven de zes minuten klokken. Het heeft te maken met de manier waarop de songwriter het schrijven aanpakt: geïmproviseerd, door lang dezelfde akkoorden te spelen over één doorlopende drumtrack: “Bij het terugluisteren van die ruwe songs, raakte ik eraan gehecht. De emotie gaat nog minutenlang door na de laatste vocalen. Ik wilde dat niet afbreken. Het was toeval, ik had niet gepland dat Under The Pressure bijna negen minuten lang zou worden. Er was gewoon veel ruimte op het canvas, zeg maar.”
verd, maar ik kon er lang niet naar luisteren zonder alleen maar de onvolkomenheden te horen. Ik heb bij de platenmaatschappij twee maanden geprobeerd om het van de persen af te laten halen. Pas sinds twee weken kan ik accepteren wat het is. Ik ben er nu heel erg blij mee.”
“Ik ben goed in dingen weggooien, want dat nummer was eerst dertien minuten lang. Het is voor mij wel lastig om te stoppen met bijschaven. Pretty much the deadline, yes, haha. Ik heb alles begin november 2013 ingele-
Issue 10
Omdat er dagelijks zoveel nieuwe muziek uitkomt, hebben we een aantal van onze favoriete nummers van de afgelopen tijd op een rijtje gezet in één overzichtelijke Soundcloud Playlist.
Fake Laugh Tell Me Why
Damaged Bug Eggs At Night
TOWNS Young At Heart
The Wytches Gravedweller
Made Violent Wasted Days
TOBACCO Eruption
White Lung Drown With The Monster
Royal Blood Little Monster
Black Mekon Deadman Afterthought Blues
Adult Jazz Springful
Tweens Be Mean
Weak Nerves Bedroom Rot
We Are Catchers Tap Tap Tap
Night Sun No Pressure
Girl Friend Perfume
Useless Eaters Integrated Circuit
The Electric Magpie Mourning Gloria
Sharon van Etten Taking Chances
Klik hier om naar de Soundcloud Playlist te gaan
The Daily Indie
Issue 10
interview
interview
tekst Rinze Voorberg foto’s Cameron Wittig
Het debuutalbum ‘America Give Up’ van Howler staat in mijn geheugen gegrift, van begin tot eind: het is mijn fotoalbum van zomer 2012. Opgefokt, super catchy en een branie met de hoofdletter BRANIE. Maar de wetten van de natuur leren ons dat opvolgers vaak proberen vroeger succes halfbakken te imiteren of dat er opeens grootheidswaanzin ontstaat en dubbele orkesten worden ingehuurd om halve arrangementen te verbloemen. Maar heremijntijd, opvolger ‘World of Joy’ is weer raak. Opgefokt, nog steeds catchy as hell en branie met… goed, je snapt wel. Daily Indie ging met Jordan Gatesmith (vocals en gitaar) en Ian Nygaard (gitaar) zitten om te babbelen over het ‘moeilijke’ tweede album, ziekenhuizen en het grote billen- of borsten vraagstuk. Over jullie tweede album, ‘World of Joy’, een klassiek ‘moeilijk tweede album’? Jordan: “Ja en nee. We waren wel een beetje bang om nieuw materiaal te gaan spelen voor live-publiek. Daarom hebben we ook besloten vijf maanden lang de boel stil te leggen. De pagina van een album is weer helemaal leeg, en dat is exciting en beangstigend tegelijkertijd. Toen we daarna weer bij elkaar kwamen, duurde het proces van schrijven en opnemen ongeveer zes weken; alles viel op z’n plek.” Voor het tweede album gingen jullie met dezelfde producer (Chris Heidman) aan de slag, was dat een logische stap?
The Daily Indie
Ian: “In eerste instantie wilden we een andere producer, een grotere jongen. Toen we bezig waren met een paar contacten, bedachten we dat we eigenlijk niet zoveel zin hadden om een grote naam aan ons product te verbinden, zo van: ‘Kijk! Nu kunnen we opeens grote studio’s en meneren betalen.’ Uiteindelijk komen we weer uit bij ons vaste team, hoe we zijn begonnen, als vrienden. Het was gewoon opeens logisch.” Toch hebben jullie grote veranderingen meegemaakt, jullie zijn nu met z’n tweetjes over, jullie ritmesectie is compleet veranderd. Ian: “Het gaf ons weer grote ruimte om samen te schrijven, de collaboratie was groter. De drummer is niet alleen de drummer nu, hij kan ook meedenken in het andere schrijfproces. We hebben geluk met onze ritmesectie, ze zijn tight as fuck. Daarom misschien ook een meer bass-heavy geluid op het tweede album, iets meer drums op de voorgrond. We wilden ook zo min mogelijk overdubs, naast een paar gitaarlijn-
Issue 10
interview
Howler
interview
tjes en de vocals hebben we alles live ingespeeld, vier gasten in een kamer en knallen. Ik denk dat je dat ook terug kunt horen.” Er zijn referenties naar water, The Smiths, ziekenhuizen… Wat waren de grote inspiraties? Jordan: “Ian is veel ziek geweest op tour, we hebben veel ziekenhuizen van binnen gezien, dat is een beetje het thema rondom Drip. Verder gaat het voornamelijk over je baantje opzeggen, skateboarden, hangen met vrienden en je kloten laten zien aan de grote, rijke en verwende jongens op hun mooie yachts. We hebben niet te veel haast om op te groeien, en iedereen kan altijd stoppen met het werk wat diegene doet en je leven opnieuw inrichten. Als er al een boodschap in zit, gaat het een beetje die kant op.” ‘World of Joy’ is een heerlijke plaat, waar misschien inderdaad niet te veel boodschap in zit. Hij duurt nog geen half uur, en is daarmee korter dan haar voorganger. No filler all killer zal het devies geweest zijn. Single Don’t Wanna is een rustige, Smiths-achtige
The Daily Indie
Howler
song met de kenmerkende overtuigende scheur van Jordan’s stem. Yacht Boys is een call to arms waar je bloed sneller van gaat stromen, en titeltrack World of Joy is verassend duister en hypnotisch, waar de baslijn vaag doet denken aan Joy Division of Neu!. Indictment is ronduit een juweeltje, en afsluiter Aphorismic Wasteland Blues doet een relaxte dop op de fles. We raken verder aan de praat over op tour zijn, studioverhalen en ondertussen worden de glazen weer bijgevuld. Ze vragen mij naar waarom ik interview, wat ik doe. Daarna komt het gesprek op wat zij leuk vinden aan interviews lezen…
zinnige feiten weten? Jullie favoriete boek bijvoorbeeld? Ian: “Beetje standaard, maar ‘Catcher in the Rye’. Er komen allemaal nieuwe ongepubliceerde werken uit van Salinger, daar kijk ik echt naar uit.” Jordan: “Maar als het gaat om echte feiten, dan wil het publiek vast wel weten of jij een billen- of borsten man bent, Ian.” Ian: “Ik vind het eigenlijk altijd een beetje armoe als mensen denken dat je per se moet kiezen.” Jordan: “Of ben je misschien dan toch meer van de wieners?” Tja.
Ian: “Als ik interviews lees, sla ik het gedeelte over de studio en zo altijd half over, ik ben altijd benieuwd naar de vage anekdotes of de gekke antwoorden.” Jordan: “Ja! Dat je er opeens achter komt dat de bassist van je favoriete band een favoriete smaak milkshake heeft of dat ze één of andere vage verzameling ergens van hebben.” Wat moeten Howler-fans voor on-
Issue 10
THE DAILY ART
Stilleven De mensheid is in evenwicht We leven bewust met onze geest Halen energie uit rust en soberheid
Een samenwerking tussen
We zijn ontwikkeld Leren onze kinderen het ‘nieuwe leven’ Het verleden is het verleden de focus ligt op de toekomst We kijken niet meer achterom
fotograaf Nana van Dijk
styling Leonie Wenting
illustratie Laura Steenge
albumrecensies
Issue #10
van de oceaan waren ze te gast bij ene David Letterman. Not bad at all! Goed album? Best wel heel goed zelfs. Wessel van Hulssen
emotionele vlak heel goed. De hoge achtergrondzang is er nog steeds, zij het minder vaak aanwezig. Motown-achtige single Love Letters is samen de vreemde eend in de bijt door het positieve geluid. Maar over de hele linie is ‘Love Letters’ vooral donker en misschien daardoor wel zo bloed- en bloedmooi. Wessel van Hulssen
Eagulls / Eagulls (PIAS)
Metronomy Hoe kan je Eagulls’ muziek het best omschrijven? Eerdere benamingen: indie-rock, punk, garage, hardcorepunk, etc. Het valt niet mee. De vijf gasten uit Leeds rammen er goed op los (zeker de ritmesectie), maar de gitaren zijn allesbehalve allesomvattend en overdonderend door de vaak met echo doordrenkte partijen. Indie-punk is een mooie middenweg. ‘METZ met genade’. Een klein beetje genade, niet te veel natuurlijk.
/ Love Letters (Because Music)
together PANGEA
Na een handjevol singles en een EP komt Eagulls nu met hun titelloze debuutalbum. Tien nummers vol gas erop. Opener Nerve Endings geeft goed weer waar Eagulls goed in is: snel stuwende drums, hard hakkende basgitaar, heftig echoënde gitaren. Frontman en zanger George Mitchell klinkt met zijn schreeuwerige zang zoals je van een punk zanger verwacht dat hij klinkt. Alle tien de songs zijn stuk voor stuk meer dan voldoende, en als je denkt alles wel gehoord te hebben, perst de band met afsluiter Soulless Youth alles eruit wat er nog in zit.
Ga er maar eens aan staan. Je maakt een van de albums van het jaar, en die moet je nu opvolgen. Het derde album ‘The English Riviera’ klonk net zo warm als het weer dat op de hoes afgebeeld stond, en daar waren veel mensen van gecharmeerd. Alleen het blijkt dat Joseph Mount het alleen nu wel gehad heeft met al die positiviteit. ‘Love Letters’ is naast een logisch vervolg op zijn voorganger vooral ook een exacte tegenpool ervan. Productioneel is dit op en top Metronomy. Ieder instrument klinkt kurkdroog. Geen opsmuk, what you hear is what you get. Het is simpel, en het werkt nog steeds als een trein. Waar deze vierde plaat zo anders in is, is de sfeer. Het is overduidelijk geen zomer meer is in Metronomy-land. Sterker nog: het is nacht en gaat voorlopig niet meer dag worden, zo lijkt het.
Muzikaal en tekstueel trapt Eagulls overal tegenaan. Iets wat ieder zichzelf respecterende punkplaat ook wel moet doen. En daar maak je, als de songs goed zijn, geen vijanden maar juist vrienden mee. Op dat gebied zit het bij Eagulls meer dan goed. De liveagenda staat vol en aan de andere kant
Het album opent met een simpele drumcomputer aangevuld met onheilspellende synthesizer-golven en een kampvuurgitaar. I’m Aquarius gaat hier op door, minus de gitaar maar met een in en in zware drum-kick. Metronomy is op een andere manier simpel dan voorheen, en dit werkt vooral op het
The Daily Indie
/ Badillac (Harvest Records)
De Californische garagerockers van together PANGEA zijn weer bezig: verandering van bandnaam, een uitgebreide wereldtour en de band wordt massaal geboekt voor alle zomerfestivals. Na enkel wat singles uitgebracht te hebben, heeft het trio drie jaar na hun tweede plaat ‘Living Dummy’ weer een album op hun naam: ‘Badillac’. Alive is het eerste nummer van de plaat, en kickt er gelijk lekker in. Een ruige, duistere ondertoon wordt gezet voor de rest van het album. De vocalen van zanger en gitarist William Keegan worden ietwat zeurderig overgebracht, maar de snelle en poppy gitaarriffjes brengen de boel weer in evenwicht. Gedurende single Badillac en het lome Why wordt het geheel gelijk weer over een compleet andere boeg gegooid en gaan we van een wild bierfeest naar een relaxed stranddagje. Of dat erg is?
Issue 10
albumrecensies Totaal niet. De band weet namelijk als de beste hoe een afwisselende plaat precies in elkaar moet zitten en houdt overduidelijk niet van genres: ‘Badillac’ gaat van van lo-fi garagepop naar gruizige, opzwepende skatepunk. Tekstueel gezien is ‘Badillac’ zeker geen uitschieter. Maar toch heeft elk nummer van together PANGEA een aanstekelijke factor en, zeker met een paar biertjes op, kan het niet anders dat het trio eindelijk haar naam internationaal gaat vestigen dit jaar. Jente Lammerts
Issue #10
genoeg liedjes die meer naar één of de andere kant leunen.Wat grunge en shoegaze met elkaar gemeen hebben is de sterke popsong-basis die iedere song heeft. Onder alle gruizige gitaren en zweverige vocalen gaan bergen aan memorabele gitaarloopjes en simpele songstructuren schuil. De complexiteit die veel galm en gruis kunnen veroorzaken is hier nergens te bekennen. Op papier is het verre van origineel, maar een heel album lang pakken de ideeën van de band wonderbaarlijk goed uit. Het is niet een opvallende plaat, maar wel een heel goede plaat met heel veel charme. Eentje voor de jaarlijstjes? Kans is groot dat Cheatahs zeker op die van mij terecht komt. Wessel van Hulssen
industrieel klinkende house en wat opgewektere synth-pop doen Trust’s machine nog altijd op volle toeren draaien. Alfons verhit de koude elektronica tot een ongekende temperatuur en sleept zijn luisteraar, met de psychedelische plaatopener Slightly Floating (een titel die het gevoel perfect samenvat), aan diens oorlellen naar de droomwereld die ‘Joyland’ heet. Daarna volgt een muzikale afdaling, waarin Trust zijn apparaten als besturingsmechanisme gebruikt. Geryon, een up-tempo housenummer, is bijvoorbeeld het tegenovergestelde van de eerdergenoemde opener van het album. Het album is continu in beweging. Dit derde album is een vertrouwensval in het oneindige, waarbij Trust geen steken laat vallen. Het album is voelt als een rondleiding door een wonderlijke wereld, van dansvloeren (Are We Arc en Icabod) tot verlaten industrieterreinen (Four Gut). ‘Joyland’ is voor de nacht, wat een kop koffie is voor de morgen. Dirk Baart
Cheatahs / Cheatahs (Wichita Recordings/ PIAS)
Het uit Londen afkomstige Cheatahs kwam al op de Daily Indie-radar toen ze in 2012 op Le Guess Who? speelde. Dat het debuutalbum verschijnt op het Wichita-label (waar onder andere ook FIDLAR, Cloud Nothings en The Cribs getekend zijn) maakte de interesse naar Cheatahs alleen maar groter. En of dat goed uitpakt! Op deze titelloze plaat gooit het viertal classic shoegaze in de blender met net zo klassieke grunge-elementen. De balans tussen zweven (shoegaze) en beuken (grunge) is de rode draad in alle nummers, wat voor een flinke bak spanning zorgt. Opener Geographic doet dit meteen formidabel door overstuurde akkoorden te rammen en lang uit te laten klinken, om in de refreinen vervolgens een hook van jewelste erin te gooien. Door het album heen zijn er
The Daily Indie
Trust
Luistertip
/ Joyland (Arts & Crafts)
Drie jaar geleden maakte de wereld kennis met Trust. De Canadese act is als een persoon, waarvan je maar huiverig de hand schudt en waarvan je de eerste minuten doodsbang bent, maar die later uitgroeit tot een goede vriend. Met ‘Trst’ was er in 2012 een tweede date, het gloednieuwe ‘Joyland’, waarop oprichter Robert Alfons het heft in eigen handen neemt, voelt als vertrouwd. Op die plaat keert Trust, dat sinds het vertrek van Maya Postepski in 2012 een eenmansact is, terug zoals ze haar fans na ‘Trst’ voor een jaar verliet: een donkere nacht, met een ongekend heldere sterrenhemel. De tandwielen van
King Gizzard & The Lizard Wizard / Oddments (Flightless)
Issue 10
albumrecensies
Issue #10
Wild Beasts / Present Tense (Domino/V2) Een band die vol verassingen zit is Wild Beasts. Als één van de weinige Britse indie-bands zijn zij juist niet in een hoekje te plaatsen. Niet alleen omdat hun sound zeer eigenzinnig is, maar omdat ze tot nu toe op alle drie hun albums de luisteraar steeds wist te verassen. Deze maand kwam op Domino Records alweer hun vierde plaat uit, ‘Present Tense’ getiteld. De vraag luidt natuurlijk of de mannen uit het Noord-Engelse Kendall ons al-
The Daily Indie
weer blij kunnen verassen met iets nieuws uit hun muzikale trukendoos? Het antwoord is bij de eerste track Wanderlust al duidelijk: ja! Ze hebben hun sound dit keer namelijk ‘gesynthesized’. Met behulp van Londense producer en componist Leo Abrahams hebben ze de synthesizer en allerlei elektronische hulpjes gebruikt om hun al diverse sound aan te vullen. Je hoeft als trouwe fan niet bang te zijn dat de band door deze shift haar roots verloochent. Tracks als Mecca en Pregnant
Pause omarmen de soms zo fragiele en hoge stem van Hayden Thorpe. Daartegenover staan de twee singles Wanderlust en Sweet Spot met een stevigere elektronische beat, die je prima op de dansvloer kunt draaien. De sound van Wild Beasts was er al een van vele contrasten, met ‘Present Tense’ hebben ze dat alleen maar meer weten te versterken. Stephen Bell
Issue 10
albumrecensies
Issue #10
The People’s Temple / Musical Garden (Hozac Records) Het is alweer het derde album van The People’s Temple uit Lansing, Michigan. Eerder uitgebracht door het geliefde Trouble In Mind Records, nu bij Hozac Records. Naar eigen zeggen ‘the most hated record label on earth’. Dat snappen wij dan weer niet helemaal, want ‘Musical Garden’ is boven alles een verdomd sterke en vermakelijke plaat. Vanaf opener Crimson Rose spat het enthousiasme er al keihard vanaf. De sound van de band is niet zozeer retro, het klinkt daadwerkelijk alsof het opgenomen is in de jaren zestig. Zonder problemen kun je deze plaat op een
The Daily Indie
feestje tussen The Sonics, The Seeds en The 13th Floor Elevators draaien, zonder dat het iemand op zou vallen dat dit in 2014 uitgebracht is. Met de niet te stoppen single Handsome Nick als (heerlijk) voorbeeld, met een tamboerijn die niet had misstaan op de legendarische Nuggets-compilatie.
beter! De nummers op de plaat zijn op een ouderwetse manier rauw, en tegelijkertijd verschrikkelijk catchy, zoals Smooth Moves en If You Wanna Roll. Maar ook hemels psychedelisch als I Heard You Singing en I Don’t Mind, dat met tweede, derde en vierde stemmen Beach Boys-achtig lekker is.
Maakt dat uit? Voor mij niet, want The People’s Temple heeft een tijdloze plaat geschreven met nummers die daadwerkelijk niet onder doen voor hun grootste invloeden. En dan kan ik alleen maar zeggen: hoe meer goede muziek, hoe
Via het trippy Male Secretary, het opgefokte Fast Thrills en licht punky Masters Touch en Speak No More is ‘Musical Garden’ een heerlijke, diverse muzikale tuin om in rond te hangen dit voorjaar. Ricardo Jupijn
Issue 10
albumrecensies
Issue #10
Mac DeMarco / Salad Days (Captured Tracks/Konkurrent) Our main squeeze, mister Mac DeMarco, is back! Deze slacker pur sang komt 1 april met zijn derde lp, die met de naam ‘Salad Days’, geheel in stijl een schijnbaar idiote titel heeft. Echter bij de release van het eerste nummer Passing Out Pieces werd het duidelijk dat Mac een andere kant opging, die gekenmerkt werd door een nieuwgevonden tastbare kwetsbaarheid ten opzichte van zijn gewoonlijk laconieke houding. Hoewel Mac op ‘2’ al schreef over zijn wereld in al haar mondaine glorie, viel op dat er een zekere terughoudendheid was. Toch kon je bij de hoogtepuntjes van zijn vorige platen, zoals Only You en My Kind of Woman, even een glimp opvangen van zijn ware gevoelens. Naast een komische eerbetoon
The Daily Indie
aan zijn lievelingsmerk sigaretten, Ode to Viceroy, blijven zijn beste nummers toch de nummers waar hij zich even ontwapend van zijn komisch talent. Dit is dan ook de reden waarom ‘Salad Days’ zicht heeft ontpopt tot een geweldige plaat. Mac is opgegroeid en heeft niet meer de neiging zich te gedragen als een viertienjarige jongen die drastisch een flinke dosis Ritalin nodig heeft. Opener Salad Days knalt door de speakers en de naïeve melodie doet gelijk denken aan de typische onzinnige Mac-song, maar na enkele keren luisteren begint de ironie duidelijk te worden. Na enkele minder memorabele, maar totaal niet slechte nummers, begint het synth-gedreven Passing Out Pieces, waarin DeMarco ons vertelt
over zijn publieke imago en de confrontatie hiermee. Na het akoestische Treat Her Better klinken enige drumslagen die Chamber of Reflection openen. De galmende drums verdrinken al snel in weelderige synthesizers en een melancholisch zingende Mac. Dit is wat Mac DeMarco kan én moet doen, een prachtig nummer waarin hij zijn oppervlakkige flegmatisme loslaat voor werkelijke gevoelens. Dit is dan ook het enige écht frustrerende aan ‘Salad Days’. De kennis dat Mac met iets meer tijd en moeite nog veel meer prachtige nummers had kunnen maken als Passing out Pieces en Chamber of Reflection. Domenico Mangione
Issue 10
albumrecensies
Issue #10
‘een zeer overtuigende 80’s synthesizer-act. De vorm is er, maar de inhoud en uitwerking hadden beter gekund. Wessel van Hulssen
het album. Elk nummer op ‘Underneath the Rainbow’ is weer een eigen, eigenwijs meesterwerkje, dat doet smaken naar meer. Op repeat, die handel! Jente Lammerts
Pillar Point / Pillar Point (Polyvinyl)
Eenmansact Pillar Point leeft in de jaren tachtig. Scott Reitherman, zoals hij in het echt heet, heeft één doel: een album afleveren dat net zo goed dertig jaar geleden uit had kunnen komen. Een album uit de tijd van de futuristische geluiden. Back To The Future, dus. Op ons blog noemde ik single Eyeballs al eerder melancholisch maar toch opzwepend. En net zoals met het nieuwe Metronomy-album is de single één van de vreemde eenden in de bijt. Van de negen tracks die ‘Pillar Point’ bevat is het merendeel vrij ingehouden en soms zelfs zwaar. Het is een sfeer die met het gekozen instrumentarium goed te maken is, zeker als de sounds van weleer op bijna wetenschappelijke wijze opnieuw gecreëerd worden. Op de toetsen-sectie valt dan ook weinig af te dingen. De ook al oud klinkende drums doen netjes hun werk, al blijft het daar wel bij. Het laatste ingrediënt, de zang, is over het hele album gezien nogal eentonig. De verrassing raakt eraf en daarmee ook een groot deel van de spanning. Waarschijnlijk een gevolg van het volledig focussen op de vele synthesizers. Met name in de eerste helft zitten de meer memorabele songs. En ook aan het eind van de plaat dat, bij gebrek aan een goede spanningsboog, vrij abrupt afgelopen is. In de basis is ‘Pillar Point
The Daily Indie
Black Lips / Underneath The Rainbow (VICE)
Bijzonder: de band heeft beloofd ‘geuren’ toe te voegen aan hun live-shows én cassettes, om het verhang van geur, emotie en muziek te versterken. Het uit Atlanta afkomstige kwartet Black Lips blijkt weer helemaal op gang. Nadat de jongens na drie jaar weer nieuw studiowerk afleverden in de vorm van een aanstootgevende single, Boys in the Wood, kwam de aankondiging van een nieuw album er snel achteraan. De zevende plaat van de garagepunkers heet ‘Underneath the Rainbow’ en bevat twaalf pareltjes van songs. Het album begint met het nummer Drive By Buddy. Grote hobby’s van de bandleden komen direct weer naar voren: prostituees en drugs blijven een hot topic bij Black Lips. Van het soms vrij duistere verleden van de band valt niets te merken. De swingende, zomerse gitaarriffjes en de nonchalante solo’s zijn net zo verslavend als in 2011, en misschien zelfs nog wel meer. De titels van de liedjes Smiling, Funny en Make You Mine verraden het al: de positieve, losbollige teksten van de jongens zijn geen spat veranderd. Black Lips zijn lekker zichzelf gebleven, en dat is de onderliggende kracht van
Holy Wave / Relax (The Reverberation Appreciation Society)
De eerste mooie bijna-zomerdagen van 2014 zijn alweer een feit en daar hoort een soundtrack bij. ‘Relax’ biedt zich aan als de perfecte kandidaat. Al ligt El Paso (Texas) niet bepaald naast de beste surfspot van de VS, de band laat het klinken alsof dat wel zo is. De psychedelische surfrockers brengen op ‘Relax’ weer de vibe die hun fans verwachten, maar hebben zich overduidelijk doorontwikkeld. Zo zijn de jongens instrumentaal beter geworden, de muziek kwalitatief beter en zitten de nummers losser en minder geforceerd in elkaar. Het intro van het derde nummer, Night Tripper, lijkt als twee druppels water op die van I’m Waiting For The Man van The Velvet Underground. Tijdens het hoogtepunt van de plaat, Change Your Head / Ecstatic Moment, is er ook nog ruimte om te dansen. Hier mixt Holy Wave het typische surfrock-geluid dat we allemaal kennen met hun eigen psychedelische ingrediënten. Laat ‘Relax’ je meenemen in een voortvloeiende stroom van rustige, voortkabbelende nummers. Laat je onderdompelen in de golf van dreunende drums
Issue 10
albumrecensies en psychedelische effecten. Over het geheel is nonchalant een constante echo gedrapeerd en een lo-fi sausje gegoten. Dit alles vormt het recept van de beste plaat om de zomer van 2014 mee in te luiden. Mabel Zwaan
Issue #10
sche zang vullen de plaat. Er is ook ruimte voor ‘rust’ (voor zover dat mogelijk is bij SKATERS) op de plaat bij Bandbreakers, waarbij een surfrockend deuntje als rode draad door het nummer loopt. SKATERS hebben een korte maar zéér krachtige plaat afgeleverd. ‘MANHATTAN’ is smullen geblazen, met geen seconde een dipje. Mabel Zwaan
door hun nieuwe album ‘War Room Stories’ zo divers mogelijk te maken. Zo klinkt openingstrack Envy alsof ze samen met Foals in de studio hebben gezeten, terwijl drie nummers later, op Got Well Soon weer dampende beats klinken die zo van de hand van Avicii hadden kunnen zijn. ‘War Room Stories’ is een divers geheel, een rollercoaster langs verschillende genres en invloeden, en hoewel het zo nu en dan wat geforceerd klinkt, gaat het nooit vervelen. Dion van Leeuwen
SKATERS / Manhattan (Warnes Bros.)
Hoe kunnen we hen vergeten, deze vier SKATERS met hun hoodies, caps, mutsen, bloesjes en fancy accessoires. Een krappe negen maanden geleden twitteren ze nog vol schattig enthousiasme hoe dol ze waren op de backstage (en dan vooral de hapjes) van Best Kept Secret. De wereld van festivals was nog compleet nieuw voor deze New Yorkse punkers. Nu ontvangen wij met hetzelfde enthousiasme hun heerlijke debuuthapje, en één ding staat vast. Er zullen een hoop meer backstages volgen voor deze jonge knapen. Ik denk dat we ‘MANHATTAN’ wel als fastfood kunnen bestempelen: 10 korte, hysterische, rommelige, chaotische, poppunk-nummers met overheerlijke titels zoals Miss Teen Massachusetts, Nice Hat en I Wanna Dance (But I Don’t Know How). Deze laatst genoemde was al eerder uitgebracht als single en behalve Deadbolt hadden we niet veel meer voer van deze New Yorkers om tot nu toe van te genieten. Het hoogtepunt van dit debuut is dan wel I Wanna Dance, maar ook over de andere songs valt weinig negatiefs te zeggen. Pakkende riffjes, vage geluiden en chaoti-
The Daily Indie
Breton / War Room Stories (Believe Recordings)
In een muzikale wereld die voor het grote publiek gebaseerd is op commercialiteit, is het als band met een iets alternatievere blik op die wereld soms lastig om op te vallen. Breton, momenteel bestaande uit Roman Rappak (vocals/ gitaar), Adam Ainger (drums), Ian Patterson (beats), Daniel McIlvenny (bas) en Ryan McClarnon (visuals), pakt dit goed aan, door niet alleen muziek te maken, maar zich ook te focussen op de media daaromheen. Zo zorgt Ryan McClarnon bijvoorbeeld voor een visueel spektakel tijdens optredens, proberen ze hun materiaal zo interactief mogelijk aan te bieden door onder andere posters op te hangen met QR-codes en hebben ze hun eigen ‘Breton Labs’, een website waar ze visuals en muziek zo dicht bij elkaar mogelijk te laten komen. Het gevaar van deze mix van interactiviteit en muziek, is dat de muziek kan gaan lijden onder de rest. Ook dit pakt Breton goed aan,
Warm Soda / Young Reckless Hearts (Castle Face Records)
Het debuut van het Californische Warm Soda stond vol met aanstekelijke garage-pareltjes. Nu is daar album nummer twee, die eveneens vol staat met zoete garage, zachte power pop en goede hooks. Toch blijkt frontman Matthew Melton al snel het enthousiasme kwijt te zijn geraakt. Nummers als Postcards, When Your Eyes Meet Mine en Young Reckless Hearts klinken allemaal lekker, maar missen wel een flinke dosis ballen en energie. Waar dat allemaal gebleven is, is de grote vraag van dit album. Het klinkt allemaal nogal eenzijdig en zoutloos, alsof Melton last heeft van zeurderige buren die de politie bellen als hij te hard op zou nemen. Jammer, want er zit veel meer in dit album dan het uiteindelijke resultaat laat horen. Ricardo Jupijn
Issue 10
albumrecensies
Issue #10
The Men / Tomorrow’s Hits (Sacred Bones/Konkurrent) The Men uit Brooklyn heeft de laatste paar jaren een flinke transformatie gemaakt. Het ging van hardcore punk, naar noise-rock, surf-rock riffs, boerderijmuziek tot en met grootse, klassiek Amerikaanse zachte spierballenrock op ‘Tomorrow’s Hits’. Maar laat je niet gek maken, The Men kan nog steeds flink bijten en grommen. Openers Dark Waltz en Get What You Give klinken dikker, waanzinnig puur en evolutionair logisch. Sterke nummers die met veel americanabravoure gebracht worden. Nummers waar weinig op af te dingen valt. Seventies. Springsteen en Tom Pettyachtig. Met het staccato Another Night wordt hier nog een schepje bovenop
The Daily Indie
gedaan, waar saxofoon-partijen de east coast-sound een swingend duwtje in de rug geven. Via Different Days kom je aan het einde van kant A, waarbij het klinkt alsof de band tijdens het schrijven een goede baard heeft laten staan en door het leven gaat in een ruige denim-outfit. Met onkreukbare, strakke en rauwe riffs als gevolg. Sleepless opent kant B daarentegen met vrolijke piano’s, mondharmonicasolo’s en een glimlachende lapsteel. En dan ineens…! Ben je bij hoogtepunt Pearly Gates aangekomen. En, oh boy, dan gaat het een potje los…! Het volume van je stereo gaat automatisch omhoog. Het is Dylan op zijn energiekst.
Opzwepende rock ’n roll zoals het bedoeld is. De piano’s en gitaren lijken wel in de fik te staan. Meer! Harder! Meer! Aaaaarrr! Voor de cooling down is er vervolgens het zwevende Settle Me Down en het puntige Going Down, die de plaat niet beter af kunnen sluiten en een einde maken aan een prachtige reis. Het diverse ‘Tomorrow’s Hits’ is de soundtrack voor een zonnige roadtrip, met nachtenlange escapades, avonturen met goedkoop bier en het opstaan met een gigantische kater die langzaam weer wegebt terwijl je de tijd van je leven hebt en de wereld aan je voeten ligt. Again! Ricardo Jupijn
Issue 10
albumrecensies
Issue #10
Temples / Sun Structures (Heavenly Recordings/PIAS)
In november ’12 interviewde uw trouwe trendspotter The Daily Indie het uit het Noord-Londense Kettering afkomstige Temples al. Dat was op London Calling. Terwijl het aantal live-shows dat de band gespeeld had nog op één hand te tellen was, speelde Temples de bovenzaal van Paradiso plat. Twee nummers stonden er destijds online, maar dat was genoeg om enthousiaste reacties los te weken bij onder anderen Johnny Marr en Noel Gallagher. Een ongetwijfeld erg hectisch jaar en drie maanden later is het dan bijna geen verassing meer, wanneer op de volwaardige debuutplaat ‘Sun Structures’ blijkt dat een die rake, ‘oude’ songs als Shelter Song en The Golden Throne geen toevalstreffers waren. Tuurlijk, James Edward Bagshaw en Thomas Warmsley hebben goed naar de ‘60s psych-rock van Kaleidoscope, The Hollies en ‘Sgt. Pepper’ geluisterd. En dat de band in esthetisch opzicht ook hoog scoort op de Age of Aquariusschaal, zal ook wel helpen. Maar vergis je niet. Het maakt niet uit of Temples knetterhigh rondzweeft over een Oosterse melodie (zoals in A Question... en Sand Dance), of het tempo opschroeft (in Keep In The Dark en de titelsong). Als je zulke catchy songs schrijft als die op ‘Sun Structures’, ben je gewoon goed bezig. Robin van Essel
The Daily Indie
Issue 10
albumrecensies
Issue #10
Cloud Nothings / Here And Nowhere Else (Wichita Recordings/PIAS) Voordat Cloud Nothings in 2012 doorbrak met het fenomenale ‘Attack On Memory’, bracht de band uit Ohio al twee platen uit die zo’n beetje in het blije surf- en grungepunk-hoekje zaten. Des te meer viel het op dat Cloud Nothings op ‘Attack On Memory’ vooral kwáád was. Heel kwaad. De plaat kende een spaarzaam luchtig momentje, maar op het gros van de songs schreeuwde voorman Dylan Baldi de longen uit zijn lijf, al dan niet zijn gitaar molesterend in minutenlang, in distortion gedrenkt beukwerk.
steevast dat hij door een donkere periode van zijn leven ging en dat zo van zich af wilde schreeuwen. Dat lijkt anno 2014 enigszins gelukt. ‘Here And Nowhere Else’ is een luchtigere en positievere plaat. Dat wil niet zeggen dat Cloud Nothings terug gaat naar zijn begindagen. Op Just See Fear en No Thoughts zet Baldi als vanouds zijn schuurpapieren, niet door enige zangtechniek gehinderde strot vol open. Anderzijds zijn opener Now Hear In en single I’m Not Part Of Me onmiskenbaar catchy, bijna vrolijk.
wanneer je zoals ondergetekende het indrukwekkende ‘Attack On Memory’ nog vers in het geheugen hebt. Maar ‘Here And Nowhere Else’ is absoluut geen slechte plaat. Nee, een nieuwe Wasted Days staat er niet op. Het ruim zeven minuten durende Pattern Walks heeft een opvallend gelijke structuur, maar is velen malen minder, eh, ja, boos, maar is absoluut geen slechte song. En dat tekent de hele plaat. Wie beide persoonlijkheden van Cloud Nothings wel goed trok, zal ook geen moeite hebben met deze nieuwe.
In interviews vertelde Baldi destijds
En het vergt wat luisterbeurten, zeker
Robin van Essel
The Daily Indie
Issue 10
albumrecensies
The Coathangers Suck My Shirt
Jaccuzi Jam Jacuzzi Jam EP
Issue #10
Horses On Fire Any Kind Of Storm
THE DAILY INDIE RADAR
Velvet Morning Velvet Moon
Moss We Both Know The Rest Is Noise
Drowners Drowners
The Lemons
Lorelle Meets The Obsolete Chambers
Hello, We’re The Lemons
CHAMPS
Marissa Nadler
The Notwist
Down Like Gold
July
Close To The Glass
New Bums Voices In A Rented Room
albumrecensies
Issue #10
Terwijl Beck ondertussen druk bezig is om zich in het rijtje van legendes als Neil Young, Nick Cave en Nick Drake te voegen. Mabel Zwaan
‘Blue Film’ is een muzikale tornado die op volle snelheid draait, maar die eerder streelt dan schaadt. Lo-Fang lijkt te schilderen met een oneindig kleurenpallet: dit kunstwerk zou niet in een museum misstaan. De Amerikaan profileert zich als dé moderne singer-songwriter en creëert eigenhandig een genre dat te bijzonder klinkt om als hokje te beschouwen. Dirk Baart
Beck / Morning Phase (Caroline)
Lo-Fang Het eerste nummer Cycle, van de twaalfde Beck-plaat luidt het album in met een lekker klassiek ‘herrijs uit de dood’ geluid. In dit geval een ‘herrijs uit de medische en persoonlijke problemen’ waar Beck de afgelopen jaren mee kampte. Zes jaar na zijn laatste plaat ‘Modern Guilt’ hebben we hebben op ‘Morning Phase’ te maken met de ingetogen Beck, die Beck die we alleen eerder bij ‘Sea Change’ leerde kennen tijdens zijn relatiebreuk. Dit album groeide uit tot een legendarische plaat, en dat is precies wat er bij ‘Morning Phase’ ook gaat gebeuren. De funk, hiphop en blues-elementen waar Beck eerder mee heeft gestoeid hebben plaats gemaakt voor country, rock en folk. Maar dit is geen enkel probleem. Tokkelende gitaren, pingelende piano’s, de serene stem van Beck en rustige sferen verwennen je oren dertien nummers lang. Nummers waaruit blijkt dat de songwriter zichzelf weer heeft herpakt en opnieuw heeft uitgevonden. Zelfverzekerde, lichte nummers die stuk voor stuk in hetzelfde tempo voorbij kruipen. ‘Morning Phase’ is de perfecte plaat voor in de, je raadt het niet, ochtend. Meerdere nummers gaan dan ook over het opgaan van de zon, zoals Waking Light en Morning. Dus gooi je espresso-apparaat aan, kruip onder een deken en geniet.
The Daily Indie
/ Blue Film (4AD)
Blood Red Shoes
Zoals Alice Wonderland in tuimelde, tuimelt de luisteraar Lo-Fang’s ‘Blue Film’ binnen. Het debuutalbum van de Amerikaan, dat dit jaar uitkwam, is een wirwar van muzikale draden, die in plaats van verstrengeld raken, een prachtig patroon vormen. Een album dat haar luisteraar de kans biedt te dromen met zijn ogen open. Gevarieerde albums zijn, vooral binnen de indie-scene, een steeds vaker voorkomend fenomeen. Lo-Fang echter, varieert binnen één nummer. Zo evolueert hij op de vooraf uitgebrachte single Look Away van house-DJ tot lieflijke singer-songwriter, die zelfs klassieke invloeden toelaat. Blue Film is een verhaal waarin elke zin in een andere taal geschreven is. De tracks zijn doordrenkt met emotie en verhit met elektronica, maar van kortsluiting is geenszins sprake. Lo-Fang bouwt zijn nummers zonder beperkingen, alsof hij een huis van LEGO in elkaar zet met uiterste precisie. De diepe baslijnen dienen daarbij veelal als fundament en de hoge, droomopwekkende vocalen als cement.
/ Blood Red Shoes (Jazz Life/PIAS)
Het uit Brighton afkomstige duo Blood Red Shoes heeft zijn vierde album afgeleverd! Voor de maak van het album werd het roer radicaal omgegooid. Drummer/zanger Steven Ansell en gitariste/zangeres Laura-Mary Carter reden met een busje naar Berlijn met het plan pas terug te keren naar Engeland als de plaat af zou zijn. Hierbij besloten zij producer Mike Crossey (Arctic Monkeys, Foals, Tribes) lekker thuis te laten nadat hij de vorige drie albums stuk voor stuk had geproduceerd. Naar eigen zeggen wilde de band de muziek communiceren zoals zij die in eerste instantie maakt zonder enige invloed van buitenaf. Waarschijnlijk kent het album om die reden in tegenstelling tot zijn voorganger ‘In Time To Voices’ waarschijnlijk weinig echte rustmomenten, in plaats daarvan is de band teruggekeerd naar de “punch” van het vroegere werk.
Issue 10
albumrecensies En dat klinkt lekker! Opener Welcome Home trapt de deur wagenwijd open om je vervolgens een album vol authentieke Blood Red Shoes tracks voor te schotelen. Het klinkt allemaal agressiever, het rammelt lekker en het dans- en meezinggehalte is als vanouds groot. Baanbrekende vernieuwingen hoeven luisteraars dus niet te verwachten. Wel een perfecte uitbreiding op het huidige repertoire van de nog altijd jonge band. Blood Red Shoes heeft het wiel voor zichzelf niet opnieuw uitgevonden maar geven er wel een stevige en vooral prettige draai aan! Rob Verkerk
Issue #10
samples mengen perfect met het geluid dat we van de band kennen en geven een mooie klank aan de liedjes. Daarnaast worden er mooie accenten gelegd door de vocale bijdrage van zangeressen Lucy Rose en nieuwkomer Rae Morris. Van opener Overdone tot afsluiter So Long, See You Tomorrow is het genieten geblazen. Uitschieters zijn het R&B-georiënteerde Home By Now en het epische Luna. Bombay Bicycle Club zet grootse stappen maar blijft dicht bij de kern. Het album zit slim in elkaar en de songs beschikken stuk voor stuk over een hook die veel nieuwe fans aan de haak zal slaan. Rob Verkerk
Congleton (o.a. The Walkmen, Modest Mouse, Cloud Nothings, Swans, David Byrne, Bill Callahan en St. Vincent). Dit gezamenlijke proces heeft: ‘Burn Your Fire For No Witness’ voortgebracht. Het album start met het melancholische grungepop-nummer unfucktheworld. Dat besluit met een abrupt einde, wat je doet verlangen naar meer. Het volgende nummer Forgiven/Forgotten geeft die voldoening, een nummer waarbij de reverb op de gitaren iets hoger wordt gezet en Olsen zelfs rammelt en haar punky kant laat zien. Het nummer White Fire is van een ander formaat. Een ijzingwekkend emotioneel nummer, waar haar gevoel centraal staat. Dat, met de herhalende melodie, maakt dit nummer perfect. ‘Burn Your Fire For No Witness’ is een album die je niet één keer moet luisteren, maar keer op keer, zodat je alle subtiele melodieën meekrijgt. En je mee kunt gaan in het gevoel wat Olsen er zo prachtig in weet te leggen. Indrukwekkend, mooi en elegant tegelijkertijd. Lourens Fokkinga
Bombay Bicycle Club / So Long, See You Tomorrow (Caroline/Island Records)
Bombay Bicycle Club is een druk bandje. Sinds de doorbraak in 2009 heeft de band elk jaar een album uit en de tours volgden elkaar snel op. Toch leek het na de derde plaat even tijd voor wat bezinning. Frontman/songschrijver Jack Steadman pakte zijn spullen en reisde de wereld rond. Turkije, Japan, India en ook Nederland hebben als inspiratie gediend voor de tien heerlijke songs op ‘So Long, See You Tomorrow’. In ons interview met de band in dit blad werd duidelijk dat de band bewust heeft gezocht naar een balans tussen muzikale vernieuwing en de toegankelijkheid van de muziek. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen. De oriëntaals aandoende
The Daily Indie
Angel Olsen
Luistertip
/ Burn Your Fire For No Witness (Jagjaguwar/Konkurrent)
En daar is dan alweer het tweede studio-album van Angel Olsen, We kennen haar nu al wat langer, wat begon met haar eerste EP ‘Cacti’ (2011), waarop ze pure en simplistische nummers ten gehore bracht. Opgevolgd door haar debuutalbum ‘Half Way Home’ uit 2012, waarop de nummers in een subtiele, poëtische manier gezongen zijn. Voor de in Missouri geboren singer-songwriter en gitarist is het opnemen van haar tweede album een persoonlijk proces. Waar ze normaal vaak alleen werkt, heeft ze dit album voor het eerst samengewerkt met twee andere leden, waaronder producer John
Damaged Bug / Hubba Bubba (Castle Face Records)
Issue 10
albumrecensies
Issue #10
The War On Drugs / Lost In The Dream (Secretly Canadian/Konkurrent)
Aan het einde van 2013 was daar plots het nummer Red Eyes. Een vijf minuten durend teken van terugkeer van The War On Drugs. Een korte introductie (voor wie het interview nog niet heeft gelezen deze issue): The War On Drugs is een band ontsproten uit het creatieve brein van multi-instrumentalist Adam Granduciel die toegankelijke psych/rock muziek maakt met sterke hints van americana. In 2011 verscheen het tweede album ‘Slave Ambient’ onder luid gejuich waardoor menig muziekliefhebber met hooggespannen verwachtingen uitkeek naar een eventuele opvolger. Na acht maanden durende opnamesessies is die langverwachte opvolger nu dan eindelijk hier onder de titel ‘Lost In The Dream’. Het album begint met het bijna negen minuten durende nummer Under The Pressure. Deze track wijst onmiddellijk naar de eerstvolgende afslag richting je dagdromen, want wederom zijn Granduciel en consorten er in geslaagd een heerlijke sfeer te creëren waarbij een uurtje kan worden weggedroomd. Tweede nummer en single Red Eyes is misschien wel het meest toegankelijke stuk muziek dat de band voort heeft gebracht en tevens het nummer dat het meest tegen vorig album ‘Slave Ambient’ aanleunt. Later in het album diept de band zijn geluid meer uit dan ooit tevoren en voegt verrassende, nieuwe accenten toe aan de bekende bandreceptuur. ‘Lost In The Dream’ toont zich uitermate sterk met nummers als Eyes To The Wind, Burning en het epische An Ocean In Between The Waves. De echoënde gitaar en dito zang, de subtiele pianopartijtjes, de soundscapes en samples, de opbouw en vooral die langgerekte afbouw van nummers klinken als van alles, maar wanneer het wordt samengevoegd toch het meest als The War On Drugs. De verwachtingen zijn niet alleen ingewisseld maar ruimschoots overtroffen met dit weergaloze album dat gemaakt is voor nachtelijke uurtjes op de snelweg. Een album om van voor tot achter te luisteren, zonder skippen. Een wereldplaat! Rob Verkerk
The Daily Indie
Issue 10
albumrecensies
Issue #10
altijd ruim voldoende, maar het verrast niet meer zoals de debuutplaat dat wel deed. De vraag is alleen of we nog iets horen van het duo. ‘After the Disco’. Jorg Leijten
ves omhullen. Dat het enige rustmomentje op de plaat drie minuten onrustige ruis is, zegt alles over de drang van Perfect Pussy om te overdonderen en is zowel positief als negatief. Niet altijd heb je zin in de deprimerende overload op je oren. Bloed, zweet en tranen zitten in deze cd, al dan niet letterlijk: de eerste dierhonderd elpees bevatten rode sporen veroorzaakt door afgetapt bloed van zangeres Graves. Wymer Praamstra
Broken Bells / After The Disco (Columbia)
Perfect Pussy Vier jaar hebben we moeten wachten op een hernieuwde samenwerking tussen James Mercer (The Shines) en Brian Burton (Danger Mouse). Na het verrassende zelfgetitelde debuutalbum ‘Broken Bells’, lukt het de band ditmaal echter niet om de aandacht de hele plaat lang vast te houden op hun nieuwe samenwerking ‘After The Disco’. Hoewel het titelnummer volgens het duo niet letterlijk verwijst naar de muziekstroming die sinds het laatste album van Daft Punk een mini-revival kent, bevat ‘After The Disco’ als geheel opvallend veel elementen van datgene wat na de disco kwam: de new wave, synth-pop en post-punk. Nummers als The Changing Light en Holding On For Life doen qua zang denken aan de Bee Gees, maar het zou de gladde productie van Danger Mouse te kort doen door Broken Bells neer te zetten als discokloon of 80’s-aftreksel. Waar de debuutplaat tamelijk spacey en divers klonk, is ‘After The Disco’ meer één geheel. Producer Burton weet in het titelnummer met prachtige soundscapes en een resonerende baslijn het verhaal dat Mercer vertelt muzikaal kracht bij te zetten. Keerzijde is dat het album dit keer niet nummer na nummer verrast, maar telkens klinkt als meer van hetzelfde. Te veel gladde producties die van de draaitafel komen. Te veel Burton, te weinig Mercer. Is dat erg? Nee, het album scoort nog
The Daily Indie
/ Say Yes To Love (Captured Tracks)
De noise-punkers van Perfect Pussy kwamen ineens bovendrijven vorig jaar. Hun debuut ‘I Have Lost All Desire For Feeling’ was eigenlijk maar een democassette, maar wat goed is komt snel, zeker als de Pitchforks van deze wereld er bovenop duiken. Even gejaagd als hun bij vlagen verontrustende bak herrie vloog Perfect Pussy thuisland Amerika door. Ondertussen werd aan het debuutalbum gewerkt. De maar liefst 24 minuten die het album duurt bouwen voort op hun onrustige eerdere werk. Wringen en schuren doet het Perfect Pussy in elk van de acht nummers. Opener Driver, argumenteerbaar het beste nummer van de plaat, wekt onrust, onmacht en woede op bij beluisteren. Het leven is geen ‘walk in the park’, maar een strijd. Een gevoel dat de schreeuwende Meredith Graves voor een groot gedeelte op haar conto mag schrijven, terwijl de daar omheen meanderende noisy gitaarerupties de rest doen. Meer hardcore nummers als Work en Advance Upon the Real voelen als wolken voor de zon, terwijl met afsluiter VII experimentele industriële noise de mijmerende vocalen van Gra-
Natural Child / Dancin’ With Wolves (Burger Records)
Natural Child ontkent hardnekkig het cowboybloed van hun voorvaderen uit Nashville dat door hun aderen stroomt. Zij noemen hun muziek ‘garage rock, rock ‘n roll, maar wij horen hun ware aard dwars door elk nummer van hun nieuwe plaat ‘Dancin’ With Wolves’ heen. Dit is door en door countryrock met vleugjes folk en, vooruit, pure rock & roll. Titels als Country Hippie Blues, Saturday Night Blues, Firewater Liquor en Nashville’s A Groovy Little Town vullen ‘Dancin’ With Wolves’. In deze nummers worden teksten als: ‘I’m gonna sing my cowboysong’ omringd door een bluesy, country, folky sixtiessound. In deze muziek bevinden zich orgels, slides, lome drums en meerstemmige zang. Het hoogtepunt is het vrolijke, energieke Saturday Night Blues die uit
Issue 10
albumrecensies puilt van de nanana’s. Daarnaast winnen lange instrumentale stukken zoals in Bailando Cos Lobos het van de tekst. Garagerock? Niet echt. Heerlijke countryrock? Absoluut. Deze drie cowboys-in-ontkenning zitten nog met hun hoofd in de jaren 60 en nemen je 10 nummers lang mee naar hun hometown Nashville. Ga op zaterdagavond mee op reis naar de ‘groovy little town’, daal af naar een klein, donker, rokerig café met je cowboylaarzen, plof neer op een stoffige barkruk, bestel een firewater liquor en geniet van de countryrockband genaamd Natural Child. Mabel Zwaan
Issue #10
not open before -- or would not open for anyone else.” Met ‘Axxa/Abraxas’ wordt de muzikale deur niet geopend, maar ingebeukt. Openingstrack Ryan Michalak (Is Coming To Town) begint weliswaar dromerig, maar schudt de luisteraar daarna al snel wakker met onophoudelijk gitaargerammel (de overige instrumentatie mag er overigens ook wezen). Het enige aspect dat blijft hangen uit de droom is Asbury’s fijne, zweverige stem, die één van de grote steunpilaren van de plaat blijkt. De meeste nummers zijn niet uniek, maar dat hindert eigenlijk geen moment. ‘Axxa/Abraxas’ is een zorgeloze, zonnige plaat. Of de bandnaam, die toch al zo lastig uit te spreken is, blijft hangen, is een vraag. Of de nummers blijven hangen, een weet. De Amerikanen weten namelijk op de overwegend lang durende nummers, zeker voor het punk-genre, de interesse van het luisterend oor feilloos vast te houden. Going Forth neemt wat gas terug, I Almost Fell schakelt verder. Axxa/Abraxas is een plaat met klassieke indie-rock, ontdaan van de elektronische poespas. Juist dat punt maakt het album, op dit moment nog meer dan de artiest zelf, tijdloos. Dirk Baart
Axxa/Abraxas / Axxa/Abraxas (Captured Tracks)
Een debuutplaat die klinkt alsof hij decennia op zolder heeft gelegen. Alsof de platenmaatschappij vergeten is het album uit te brengen. Het nostalgische stoflaagje op ‘Axxa/Abraxas’, het debuut van de gelijknamige band is echter kunstmatig. Hobbelige, voortkabbelende road-songs met een ongelooflijk Amerikaans geluid. Een bekend ingrediënt, dat toch nieuw lijkt. Een traditionele hot dog, met een nieuwe mosterdsoort, zogezegd. Op de Facebook-pagina van het zeskoppige collectief rondom singer-songwriter Ben Asbury (23 jaar) prijkt een tegeltjeswijsheid: “When you follow your bliss, doors will open where they were
The Daily Indie
Nick Waterhouse / Holly (Innovative Leisure/V2)
De zanger/gitarist, producer Nick Waterhouse wordt vaak gezien en genoemd in de hoek van soul revivalists. Wat niet heel verwonderlijk is als
je naar de swingende muziek van de fijn bebrilde muzikant luistert. En soul heeft Waterhouse zeker, maar daaronder is het toch wel echt een rocker, die tegen wat oude en fijne R&B-stromingen aanleunt. Dat bewees hij al op zijn dampende debuutplaat ‘Time’s All Gone’, het debuut van The Allah-Las dat hij produceerde en nu opnieuw op het zongeblaakte ‘Holly’. De girl-group backing vocals zijn er nog, de Hammond-orgels zwieren een slag in de rondte, de drums klinken groovy en de gitaren zijn messcherp. Waterhouse leeft in zijn eigen tijd en opent met High Tiding zijn tweede plaat in zijn eigen, onvervalste stijl. Het klinkt opnieuw als een rokerige en zinderende kelder waarbij het vocht langs de muren loopt. Toch is direct te horen dat deze plaat verfijnder en met meer souplesse in elkaar is gezet, er zijn veel details en alles klinkt meer doordacht. Ondertussen neemt single This Is A Game neemt het stokje over en schakelt de plaat direct een aantal versnellingen omhoog. Hier wordt al snel duidelijk hoe de productie en de mix zijn verbeterd ten opzichte van zijn vorige werk. Alles klinkt heerlijk in balans, valt perfect in elkaar, de kwaliteit van de opnames is helder en subliem en de uitwerking is magnifiek. Mede te danken aan producer Kevin Augunas (o.a. The Black Keys, Cold War Kids). Bij het derde nummer weet Waterhouse ook nog eens sterk te verrassen met een cover van Ty Segall! De garage-koning krijgt een speciale rhythmand-blues treatment van zijn stadsgenoot. Het nummer It #1 (op ‘Holly’ It #3 genaamd) wordt omgebouwd tot een catchy en piano-rinkelende kneiter. Via het schuifelende en vol met zwoele, zwarte achtergrondzang gevulde Let It Come Down en Sleepin’ Pills werkt de plaat toe naar nog meer hoogtepunten als Holly, Well It’s Fine en Ain’t There Something That Money Can’t Buy. De plaat duurt een half uur, maar vraagt al snel om meer luisterbeurten, want je blijft dingetjes ontdekken. Waterhouse klinkt zelfverzekerd, is zijn vurige, energieke en duivelsachtige sentiment nog zeker niet verloren en gaat nog steeds lekker zijn eigen weg. En die leidt naar mooiere en mooiere bestemmingen. Ricardo Jupijn
Issue 10
albumrecensies
Issue #10
Howler / World Of Joy (Rough Trade) Howler – World Of Joy (Rough Trade) Debuutalbum ‘America Give Up’ is de ideale ‘zon, ramen open, zonnebril, korte broek, aan het strand liggen, good vibes, vlees scheuren en bier drinken’soundtrack van 2012. Eén van die weinige platen die alleen als je eraan denkt al een goed gevoel geeft en heerlijke herinneringen oproept. Dan is het toch wel even spannend als ‘World Of Joy’ ineens door de brievenbus komt zeilen. Een nieuwe Howler?! Uh-oh… Bijna op mijn blote knieën raap ik de envelop op en laat het promo-cd’tje drie keer vallen voordat ik deze eindelijk in de cd-speler krijg. Wetende: dit kan twee kanten op... Het begint met een flink aantal tikken op de cowbell en
The Daily Indie
dan zijn we onderweg met Al’s Corral. En ja hoor, al na 24 seconden kickt het refrein in met rechtoe-rechtaan gitaarpartijen die catchy af worden gemaakt met jaren ‘80-plingelpartijtjes en heerlijk hoge tweede stemmetjes. Godzijdank: Howler is terug! Gelijk wordt het stokje overgedragen aan het chaotische en raggende Drip. De band is ontketend en die typerende, dikke sound slaat je van alle kanten voor je smoel. Iedereen wakker? OK, mooi! Via de galmende single Don’t Wanna pakt de band een lekker tempo op, dat met Yacht Boys trippend en puntig beetgehouden wordt. Titelsong World Of Joy trekt het geheel
weer wat richting de spannende, donkere kant van de band. Bij Louise is het ouderwets galmen en swingen met de gitaarlicks. Dat doorgaat tot het met oohtjes en aahtjes gevulde Indictment en Aphorismic Wasteland Blues, waar waarschijnlijk wel een betere demo voor uitgewerkt had kunnen worden. Of er een klassieker als Back Of Your Neck opstaat, valt te bezien. Maar het is wel een ‘ouderwetse’ knaller van de band uit Minneapolis. Met dezelfde ‘fuck you- en the-world-is-ours-vibe’. En dat kunnen we deze zomer wel gebruiken, ik kijk door deze plaat alweer uit naar een zon-, bier-, road trips- en vol slechte grappen geladen zomer. Ricardo Jupijn
Issue 10
NL recensies
Issue #10
Flying Horseman
Naive Set
Yuko Yuko
/ City Same City (N.E.W.S./Unday)
/ Reclining Nude (Subroutine Records)
/ Cultlove (RVRB Music)
Onbekend is onbemind. Dat motto gaat zeker op voor Flying Horseman. Deze nobele, Belgische onbekenden, onder leiding van multi-instrumentalist Bert Dockx, zijn nochtans zeker de moeite waard om te ontdekken. Als je ze dan toch wil ontdekken, zou ik beginnen met hun nieuwste worp: ‘City Same City’. Ambitieus opgevat als een dubbel conceptalbum, wordt gedurende de ganse plaat een bijzonder hoog niveau gehaald. Balancerend tussen elegante tristesse en epische heroïek, verkent het album alle hoeken van het muzikale universum.
De sixties zijn in. Na Tame Impala, Jacco Gardner en Temples is er nu weer een nieuwe band die iets spannends doet met de sound van de jaren zestig: Naive Set. Deze groep komt uit Amsterdam, maar maakt opmerkelijk on-Nederlandse, rammelende surfpop.
We hadden wel door dat er op muzikaal gebied iets bijzonder lekkers gaande is in het noorden van het land, we noemen alleen maar The Future’s Dust en Sväva. Maar The Daily Indie wist tot voor kort nog niet dat Bradford Cox (Deerhunter/Atlas Sound) een kleine broer in Friesland had wonen die op zijn nieuwe plaat ‘Cultlove’ helemaal niet onder doet voor zijn broer. Yuko Yuko, ook wel Elias, weet nostalgische en stoffige klanken op een bijzonder puike manier te combineren.
Het rebellerende City verwelkomt ons in de aardedonkere, sombere wereld van zanger Bert Dockx. In We Are Free maken we kennis met de onbegrensde muzikale mogelijkheden van Flying Horseman. Spanning, avontuur, opwinding, deze plaat heeft het allemaal, zoals ook blijkt uit afsluiter Same City en in Stories. De Belgische critici dragen deze band al op handen, het wordt stilaan tijd dat ook het grote publiek deze geweldige band, te beginnen met deze sublieme plaat, omarmt. Arnout Coppieters
The Daily Indie
‘Reclining Nude’, de debuutplaat van deze band, staat vol met twee minuten-songs met koortjes, lichte psychedelica en jangle-gitaren. Benieuwd hoe het zou klinken als Blur en Veronica Falls samen een plaat op zouden nemen? Zet ‘Reclining Nude’ op en je krijgt het antwoord. De plaat staat bovendien vol met potentiële indie-hitjes, zoals Honest en Like That. Het zal je niet ontgaan zijn: er komen steeds meer bands uit Nederland met muziek die je ook aan je vrienden uit het buitenland zou willen laten horen. Naive Set is er weer zo een. Als de band uit Engeland kwam, stonden ze in de NME. Waren ze Amerikaans, dan was dit ‘Best New Music’ bij Pitchfork. Zover is het nu nog niet, maar Naive Set heeft het in zich om erg ver te komen. Jelmer Luimstra
Als we van tevoren één kernwoord los mogen laten op de muziek van Yuko Yuko, dan is het ook wel ‘lo-fi’ (of: lowbudget). En er wordt hier maar eens weer bewezen dat daar mooie dingen uit kunnen ontstaan. Het begint al sterk met de heerlijke groove op het verdomd fijn en analoog klinkende Desire Song, maar op hoogtepunt Would You Join My Cult? komt de plaat echt los en slokt die je helemaal op tot het einde. Je verdwaalt acht nummers lang in een wereld vol ruis, felle kleuren, verspringende beelden en draaiende tape-machines. We’re going back to the nineties! Ricardo Jupijn
Issue 10
NL recensies
Birth of Joy / Prisoner (Suburban Records)
De drie jongens van Birth of Joy timmerden al flink aan de weg naar faam in het buitenland, maar bleven in ons eigen landje nog behoorlijk onbekend. Met hun derde studio-album ‘Prisoner’ lijkt dit patroon eindelijk doorbroken te worden. Het album start met het nog ietwat laidback nummer The Sound. De opbouw van dit zes minuten durende nummer is magistraal; zanger en gitarist Kevin Stunnenberg weet als geen ander hoe je de aandacht van de luisteraar beet moet houden. Het trio weet een ontzettend vol geluid te creëren, met slechts gitaar, drums en een lekker funky orgel. De sexy en zeer eigen klanken van Birth of Joy zijn haast niet uit je hoofd te krijgen. ‘Prisoner’ is een gevarieerd album met psychedelische rock-uitschieters als Three Day Road, Holding On en Clean Cut en een flink potje vieze Rock ’n Roll Show. De plaat staat gelijk aan vintage bloesjes en zwoele dansjes, maar het is zeker dat je ook een moshpit gaat vinden bij de shows van Birth of Joy. En dat is precies wat Nederland nodig heeft. Jente Lammerts
The Daily Indie
Issue #10
The Sweet Release of Death / Bulb (Katzwijm Records)
Wisten zij veel, dat toen deze Rotterdammers vorig jaar begonnen aan deze plaat hun bloedeigen bandnaam bijna een profetische lading zou krijgen? Want ‘Bulb’ kwam allesbehalve vlekkeloos tot stand. Een doodzieke producer, nog te schrijven songs, wanhopige bandleden en veel onzekerheid over het eigen kunnen. Maar niet afmaken was nooit een optie, vertelden Alicia, Martijn en Sven ons in het introducing-interview vooraan dit blad. De Rotterdamse mentaliteit wellicht: niet zeuren, gaan. Gelukkig voor ons, want ‘Bulb’ willen we niemand onthouden. De eerste noot in opener Ghosts In Fur Coats blijkt bijna misplaatst, als een seconde later het noise-geweld losbreekt. Ja, The Sweet Release Of Death speelt hard – maar toch ook weer niet. Want de songs zijn voorzien van de nodige dynamiek en dubbele melodielijnen. De zang, wisselend van zowel bassiste Alicia als gitarist Martijn, zit vooraan in de mix en blijft overal beheerst en luchtig. Echte hoogtepunten staan niet op ‘Bulb’, alles is van constant niveau: duister en toch poppy, een beetje lelijk en toch mooi. De band heeft een duidelijk idee en een eigen sound. Knap gedaan. Robin van Essel
Sir Ian / II (Eigen Beheer)
Wanneer de naam Bart Hoevenaars valt, weet u dan over wie er gesproken wordt? En als we over Sir Ian spreken? Oh, dan heeft u iets gemist. De man in kwestie heeft namelijk een langspeler uitgebracht die bij vlagen doet denken aan Led Zeppelin en Crosby, Stills, Nash and Young, met de stem van een jonge Neil Young. Maar het is wel een singer-songwriter. De opener Numbers Game vertelt in een notendop wat er verwacht kan worden van de rest van het album. Het zegt in feite hoe de verdeling werkt, en dat Hoevenaar niet aan logische indelingen doet. Refreinen en coupletten werken, uiteraard, zoals ze dat overal doen, maar bieden geen zekerheid dat ze gebruikt worden zoals u gewend bent. Zoals gezegd: de verdeling werkt anders, en dat is geen helemaal niet erg. Tekst en instrument fuseren samen door het acht nummers tellende album. Wanneer de stem verhoogt, spelen instrumenten intensiever mee. Het teaset, prikkelt en vraagt om aandacht op de juiste momenten. Consequent duister, op momenten fragiel, maar altijd ontastbaar. Een melancholisch geluid dat je terugneemt naar de tijden van weleer. Robbert van Kortenhof
Issue 10
Join Our Team!
Wij zijn op zoek naar: • schrijvers • fotografen • illustratoren • columnisten
Interesse? Mailen kan naar: ricardo@thedailyindie.nl
interview
interview
tekst Wessel van Hulssen foto’s Rebecca Miller
Als een van de meest gewaardeerde muziekwebsites ter wereld een eigen label opzet om muziek van een act uit te brengen (The Quietus Phonographic Corporation), dan weet je dat er iets aan de hand is. Het overkwam William Doyle met de muziek die hij maakt onder de naam East India Youth. Debuutalbum ‘Total Strife Forever’ is een album waar zoveel detail in zit dat je jezelf er zo in kan verliezen. Vlak voor zijn show op Eurosonic sprak ik met hem.
Het album dwingt de luisteraar om met zijn volledige aandacht naar de tracks te luisteren. Ik kan me voorstellen dat het maken van dit soort songs bij jou nog veel meer eist dan van de luisteraar? “Het opeisen van aandacht was voor mij het belangrijkste tijdens het maken van songs. Ik sluit me op in mijn kamer en zit vervolgens uren achtereen te werken. Als het goed gaat leef ik voor paar uur helemaal in een song of een idee, wat hopelijk ook terug te horen is. Je hoort wanneer een band of een producer lang en met veel aandacht ergens aan gewerkt heeft. Ik hou heel erg van dat soort muziek en door de keuze in werkwijze is dat voor mij het belangrijkste in het hele creatieve proces: dat je jezelf er helemaal in onderdompelt.” “Het heeft anderhalf jaar geduurd voordat de songs af waren. Toen heb ik het album aan wat mensen gegeven en daarna heb ik nog eens anderhalf jaar alles lopen perfectioneren en opnieuw te mixen zodat het
The Daily Indie
geheel meer open, groter en meer helder klinkt.” John Doran van The Quietus was ook een van de mensen die de eerste mix van ‘Total Strife Forever’ ontving, toch? “Sterker nog, van alle mensen die de eerste mix kregen was hij de eerste die hem kreeg die ik daarvoor niet persoonlijk kende.” En diegene heeft uiteindelijk een platenlabel opgericht om dat album uit te brengen. Hoe was het voor jou om te horen dat dat ging gebeuren? “Dat was geweldig. Toen ik John bij een optreden zag staan, met de grote baard die hij toen had, moest ik ook m’n album aan hem geven. Twee maanden later vertelde hij dat hij met The Quietus het album uit wilde brengen. Dat zat op een totaal ander niveau van wat ik verwacht had.” Jouw eerste release was in wezen een
Issue 10
interview
East India Youth
“ Als het goed gaat leef ik voor paar uur helemaal in een song of een idee.”
interview
soort middenweg tussen het uitbrengen via een label wat er al lang is of zoiets volledig zelf doen. Een al bestaande, niet platen uitbrengende partij in de muziekwereld was degene die nu met de muziek naar voren kwam. “Ja, is volgens mij nog niet vaak voorgekomen. Misschien is het ook helemaal niet zo logisch, maar ik ben blij dat het zo gegaan is.” Hoe belangrijk is het visuele aspect rondom de plaat? Denk aan de cover, de video’s etc. Ik heb de indruk dat daar net als bij de songs veel tijd in is gestoken. “Er zit inderdaad flink wat tijd in. Mijn vriendin schildert heel veel. Op de EP stond een foto van mij op de cover, iets wat ik graag wilde doen omdat veel elektronische muzikanten willekeurige objecten op de cover zetten in plaats van de persoon die het heeft gemaakt. De songs zijn voor mij heel persoonlijk, dus ik wilde ook mijn gezicht erop hebben om die persoonlijke connectie visueel neer te zetten. In een schilderij zit meer werk en kunstzinnigheid dan een foto, vandaar dat
The Daily Indie
East India Youth
het gebruiken van een schilderij voor mij heel logisch lijkt. Dat de maker mijn vriendin is, is alleen maar leuk.”
bumcover zijn de ingetekende akkoorden waar de vier Total Strife Foreversongs uit bestaan.”
Hoe komt het denk je dat veel elektronische acts het visuele aspect zo onpersoonlijk mogelijk maken? “Iedereen schaamt zich, minimaal een beetje, wanneer je iets heel persoonlijks naar de voorgrond brengt. Het was voor mij geen makkelijke keuze, ik vind het prima om zo onzichtbaar mogelijk de dag door te komen. Iedereen vind zijn/haar eigen stem op opnames apart klinken, je hoofd op de albumcover geeft hetzelfde ongemakkelijke gevoel. Nu ik er zo over nadenk heb ik misschien wel onbewust de keuze gemaakt om alles zo persoonlijk te maken om zo in één keer door al die schaamte heen te prikken.”
“Het intekenen gebeurde een soort van willekeurig, maar toen het eenmaal stond en ik synthesizers het liet afspelen zat ik direct helemaal in the zone. Ik was heel snel gehecht aan de geluiden die uit die akkoorden voortkwamen. Door die vier songs over het album te verdelen ontstond er een rode draad door het album heen. En met de akkoorden op de cover was voor mij het plaatje compleet.”
En de witte lijnen die daar doorheen lopen? Het ziet er niet uit alsof dat in het schilderij verwerkt zit, waar staan die voor? “In muzieksoftware kan je muziek intekenen op een tijdlijn, om daarna synthesizers en effecten die akkoorden te laten spelen. De witte balken op de al-
Issue 10
COLUMN
tekst Robin Kramer
Robin Kramer (1990) is schrijver en singer/songwriter. Meer over hem kun je vinden op www.robinkramer.nl en hij schrijft ook dingen in 140 tekens, daar kun je hem vinden onder @robinkramerr.
Er is een videoband bij mijn ouders thuis. Als ik jarig ben geweest, zetten ze die op. Of ik er nu bij ben of niet. Op de videoband staat een scène waarop ik met mijn vader door de keuken dans. Het liedje dat speelt is The Ballad of Ira Hayes. Laatst vond ik ook een oud fotoboekje van mijn vader. Er zijn foto’s van hem in het leger, tijdens voetbalpartijtjes, foto’s waarop hij zich lachend verstopt achter opgestapelde kratten bier. Dan is er een foto waarop hij een bezemsteel vasthoudt, een lok over zijn ogen heen, en Elvis imiteert. Ik denk dat hij toen een jaar of negentien was. Muziek, échte muziek, heb ik door mijn vader op prijs leren stellen. Ik kan me het moment nog herinneren waarop ik mijn vader vroeg: ‘Papa, wat is nu eigenlijk blues?’ Een week later kreeg ik een verzamelingsplaatje, ‘Best of Blues’. Het eerste nummer was Hoochie Coochie Man van Muddy Waters. Dat nummer heb ik grijs gedraaid. De tekst: ‘That gypsy woman told my mother, before I was born. You got a boy-child coming. He’s gonna be a son of a gun. He’s gonna
The Daily Indie
make pretty women jump and shout. And the world will know, what it’s all about’. Ik leek op geen enkele manier op Muddy Waters, maar dat ik de Hoochie Coochie Man was, daar bestond voor mij geen twijfel meer over. Niet veel later leerde ik mezelf gitaar spelen, ontdekkend dat als je de A en de E op een bepaalde manier achter elkaar speelt het met een beetje – eigenlijk met een heleboel – fantasie op de riff uit Hoochie Coochie Man leek. Ik keek naar mijzelf in de spiegel, met mijn zwarte kleren en de oude klassieke gitaar in mijn hand, naar de spiegel gericht zoals Johnny Cash dat deed. De meisjes zouden zich in de pauzes om me heen scharen, geen twijfel over mogelijk. Ik zou ze voor het kiezen hebben. De werkelijkheid was anders. Dat vrijwel iedereen een beter muzikaal gehoor heeft dan ik, leerde ik de dagen nadat ik de gitaar had opgepakt. Tijdens de muzieklessen speelde ik Hoochie Coochie Man, hoofdschuddend en met mijn voeten op de grond stampend. Niemand lachte, daarvoor vond iedereen het waarschijnlijk
te zielig. Ik kreeg een vijf. De jongen die na mij moest speelde Flappie op de piano en zoende het daaropvolgende schoolfeest met drie meisjes. Ik was geen Hoochie Coochie Man. Mijn vader zei die avond dat ze het gewoon niet begrepen hadden, dat ik een soort wandelende ‘Sgt. Peppers Lonely Hearts Club’ was. Nog steeds ben ik geen Hoochie Coochie Man. Sterker nog: ik ben het zorgenkindje van Zwolle. Als er een singer-songwriter afzegt, of als het geld op is dan bellen ze mij. Robin Kramer wil altijd wel wat liedjes spelen. Hij heeft aan muntjes genoeg. En ja, daarin hebben ze gelijk. Geef mij maar de wereld aan consumptiemuntjes, laat mijn geluk maar het geluk van een volle broekzak zijn – niets maakt mij vrolijker dan een flinke stapel plastic muntjes. Uiteindelijk ga ik er niet anders van zingen. Want als ik moet optreden in een kelder waar ik mijn gitaar uit de buurt moet houden van een lekkende pijp, of in een koffiehuisje waar het espressoapparaat mij constant overstemd, denk ik soms nog steeds: ‘Ik ben de Hoochie Coochie Man. Everybody knows my name.’
Issue 10
illustratie Kyra Neve
Wild Beasts / Donderdag 03 april Melkweg Amsterdam
/ Wild Beasts is al jaren een populaire band bij liefhebbers van minutieuze, geblanceerde, pakkende, zwevende en sophisticated pop. In januari speelde de band nog op Eurosonic, na is hun fenomenale album ‘Present Tense’ eindelijk uit en komt de band in april naar de Melkweg en Motel Mozaïque om al hun pareltjes live voor te schotelen aan het Nederlandse publiek. Met support van een band die op zichzelf al de moeite is: MONEY! Absoluut niet te missen.
concertagenda april
Forest Swords Donderdag 03 april OT301, Amsterdam
Quilt Zaterdag 05 april De Nieuwe Anita, A’dam
Nick Waterhouse Maandag 07 april Melkweg, Amsterdam
Unknown Pleasures Vrijdag 04 april MC Theater, Amsterdam
Lorelle Meets The Obsolete Zaterdag 05 april Paradiso, Amsterdam
Coasts Donderdag 10 april Hedon, Zwolle
Thumpers Vrijdag 04 april Paradiso, Amsterdam
Angel Olsen Zondag 06 april Paradiso, Amsterdam
Nordic Delight Vrijdag 11 april EKKO, Utrecht
Mountain States Zaterdag 05 april Merleyn, Nijmegen
Gap Dream Zondag 06 april Paradiso, Amsterdam
Ik Zie U Graag Vrij. 11 t/m zon. 13 april Mezz, Breda
Motel Mozaïque
Eagulls
/ Vrijdag 04 & Zaterdag 05 april Binnenstad Rotterdam
/ Het Rotterdamse festival staat altijd garant voor topnotch acts. Laten we er eens een paar noemen die er dit jaar zoal spelen: Angel Olsen, Àsgeir, Cashmere Cat, Eagulls, Erlend Øye Acoustic Trio, Gardens & Villa, Girls In Hawaii, Howler, Jonathan Wilson, Larry Gus, Jungle, Kurt Vile, La Luz, Nick Waterhouse, Quilt, Temples, Thumpers en Wild Beasts. En dan hebben we het nog alleen over de muzikale line-up, want ook op het gebied van performance & art is er ook van alles te beleven. Afijn, het is wel duidelijk volgens mij. Het eerste weekend van april staat volledig in het teken van Rotterdam!
The Daily Indie
Issue 10
traumahelikopter / Meerdere data NL Tour
/ Er is in Nederland nauwelijks een band geweest die je vaker op een podium hebt kunnen zien staan dan traumahelikopter. Net toen je dacht dat je even niks meer van deze Groningers zou horen, komen ze gewoon snoeihard met een nieuwe, ongepolijste plaat genaamd ‘I Don’t Understand Them At All’. De band trekt uiteraard weer het land in met hun tweede album en gaat langs EKKO (12/04), Merleyn (18/04), Xinix (19/04), Rotowon (24/04) en Atak (02/05) en Paard van Troje (08/05).
concertagenda april
Sleepy Sun Zondag 13 april Paradiso, Amsterdam
Mister and Mississippi Donderdag 17 april Rotown, Rotterdam
Blood Red Shoes Zondag 20 april Melkweg, Amsterdam
Pierced Arrows Maandag 14 april OCCII, Amsterdam
Marissa Nadler Vrijdag 18 april Paradiso, Amsterdam
Dead Ghosts Zondag 20 april dB’s, Utrecht
Timber Timbre Dinsdag 15 april Doornroosje, Nijmegen
Berlin Psych Fest Vrij & Zat, 18 & 19 april C-Club, Berlijn
Popstrangers Vrijdag 25 april Paradiso, Amsterdam
SOHN Woensdag 16 april Melkweg, Amsterdam
Customs + Tubelight Zaterdag 19 april Hedon, Zwolle
Oranjepop 2014 Zaterdag 26 april Hunnerpark, Nijmegen
Record Store Day / Zaterdag 19 april Onafhankelijke platenzaken in heel NL
/ Zet ‘m maar vast in je agenda: het grote feest voor alle platenzaken en muziekliefhebbers vindt dit jaar plaats op 19 april! Exclusieve uitgaves, optredens, remixes, gekleurd vinyl, nooit uitgebrachte nummers, het staat allemaal weer op het programma dit jaar. Meer dan tachtig onafhankelijke platenzaken doen dit jaar mee, dus ga langs je eigen platenboer en steun de winkel door een prachtige plaat kopen. Een dikke win-winsituatie.
The Daily Indie
Issue 10
London Calling / Vrijdag 09 & Zaterdag 10 mei Paradiso, Amsterdam
/ De line-up van London Calling is altijd wel de moeite waard om een kaartje voor te kopen, maar bij deze versie overtreft het festival in Paradiso zichzelf toch wel aardig. Het lijkt ons dat je al een kaartje hebt gekocht, maar mocht het niet zo zijn, dan noemen we graag wat namen die je ervan moeten overtuigen om zeker weten te gaan! We zullen eens wat noemen, wat dacht je bijvorbeeld van: Royal Blood, Wolf Alice, Jungle, Arthur Beatrice, Childhood, Telegram, Menace Beach, Public Access T.V., The Delta Riggs en The Proper Ornaments. En dat allemaal voor maar 35 euro!
Telegram
concertagenda april /mei
Augustines Zondag 27 april Melkweg, Amsterdam
Vertical Scratchers Vrijdag 02 mei Tivoli Spiegelbar, Utrecht
Menace Beach Donderdag 08 mei Rotown, Rotterdam
Painted Palms Woensdag 30 april Bitterzoet, Amsterdam
The Crookes Zondag 04 mei Effenaar, Eindhoven
PAWS Vrijdag 09 mei 013, Tilburg
Chet Faker Vrijdag 02 mei Bitterzoet, Amsterdam
King Khan & The Shrines Zondag 04 mei Melkweg, Amsterdam
Big Ups Zaterdag 10 mei Merleyn, Nijmegen
Here Comes The Summer Vrij. & Zat 02 & 03 mei Stortemelk, Vlieland
Pontiak Donderdag 08 mei dB’s, Utrecht
Thomas Azier Dinsdag 13 mei Melkweg, Amsterdam
Tweetakt / Vrijdag 04 - 21 april 2014 Neude, Utrecht
/ In het hart van Utrecht is het elk jaar weer tweeënhalve week feest tijdens Tweetakt. De Neude stroomt dit jaar weer vol met allerlei leuke bands, waaronder Adam & The Relevants, The Animen, Coppersky, Bodypolitics, Afterpartees, TWIN SHADES, MAASK, Baskerville, Happy Camper, Cheaters, Tim Knol, The Future’s Dust en Wooden Saints. Altijd gezellig, altijd goede muziek. En ook op het gebied van theater, dans en beeldende kunst is er van alles te doen. Check het volledige programma door rechts te klikken op de afbeelding.
TWIN SHADES
The Daily Indie
Issue 10
Together PANGEA / Woensdag 28 mei Vera, Groningen
/ Eén van de sensaties van 2014 is toch zeker wel het nieuwe album ‘Badillac’ van Together PANGEA. Stuiterende en beukende garage die vlijmscherp wordt geserveerd door dit energieke trio uit Los Angeles. Hun nieuwe album is net uit en die komen ze door ons hele land live ten gehore brengen. Zo speelt de band op Le Guess Who? (24/05), Merleyn (26/05), Rotown, (27/05), Dauwpop (29/05) en Best Kept Secret (21/06). Pick your date!
concertagenda mei
Dum Dum Girls Dinsdag 13 mei Bitterzoet, Amsterdam
Xiu Xiu Zondag 18 mei WORM, Rotterdam
The Amazing Snakeheads Dinsdag 20 mei Rotown, Rotterdam
Mac DeMarco Donderdag 15 mei Melkweg, Amsterdam
Jagwar Ma Zondag 18 mei Paradiso, Amsterdam
Soft Metals Donderdag 22 mei OT301, Amsterdam
Phantogram Vrijdag 16 mei Paradiso, Amsterdam
tUne-yArDs Zondag 18 mei Bitterzoet, Amsterdam
Scott & Charlene’s Wedding Donderdag 22 mei Rotown, Rotterdam
White Denim Vrijdag 16 mei Melkweg, Amsterdam
Cloud Nothings Maandag 19 mei Melkweg, Amsterdam
Black Lips Zondag 25 mei Bitterzoet, Amsterdam
Le Guess Who? May Day / Zaterdag 24 mei Utrecht
/ Le Guess Who? staat twee keer per jaar garant voor sterke en diverse line-up, en laat dat nou voor de May Day van dit jaar ook het geval zijn! Met bands als The War On Drugs, Black Lips, Neutral Milk Hotel, Future Islands, Laraaji & Sun Araw, Scott & Charlene’s Wedding, The Entrance Band en Golden Animals, wordt het weer rennen en vliegen op zaterdag 24 mei. Het wordt overigens de eerste Le Guess Who? waarbij ook de nieuwe zaal van Tivoli in het Vredenburg gebruikt gaat worden! Meer info vind je door de rechts op de afbeelding te klikken.
Neutral Milk Hotel
The Daily Indie
Issue 10
I’m in my finest hour Can I be more than just a fool