Issue #06 www.thedailyindie.nl
the black lips | splashh | THE WYTCHES
foto Julia Hendriks
voorwoord
That’s right: de eerste editie van The Daily Indie kwam 19 juli 2012 uit en we bestaan dus alweer één jaar! Yeezus, wat gaat dat toch allemaal snel, zeg. Het ene moment heb je een idee en het andere moment sta je ineens met je bij elkaar verzamelde team op je eigen Issue Launch in Paradiso. Maar toch! Toch is er voor mijzelf gedeeltelijk ook weer weinig gebeurd, want het gaat allemaal nog steeds om de liefde voor muziek en het feit dat ik mensen graag in aanraking wil laten komen met nieuwe muziek. De basis is hetzelfde. Maar daaromheen is er toch wel een hoop veranderd het afgelopen jaar. Ten eerste het feit dat we alweer zes edities (!) hebben gemaakt.
The Daily Indie
Eén uitgave leek me al gaaf! Ik had eigenlijk helemaal geen lange termijnplannen. Maar ik had al helemaal niet verwacht dat we uiteindelijk ‘The Daily Indie V.O.F.’ op zouden richten, dat we bandavondjes zouden organiseren in Paradiso, dat ik bijzonder geliefde artiesten als Tame Impala en The Black Lips zou interviewen, dat er zulke mooie vriendschappen zouden ontstaan met nieuwe medewerkers, dat we naar The Great Escape in Brighton konden gaan vanuit het magazine (en in september naar het Liverpool Psych Fest!), dat onze fanzine (dat feit überhaupt al) verkocht zou worden bij allerlei te gekke zaken, dat we mediapartner zouden worden van toffe
festivals en ga zo maar door. De trein is in beweging gezet en sindsdien niet meer te stoppen. De wens is natuurlijk om nog zoveel mogelijk magazines te maken, de website dagelijks te blijven updaten, nieuwe muziek te ontdekken, avonden te organiseren, zines te maken en weet ik veel welke ideeën we allemaal nog krijgen in de tussentijd (een hoop waarschijnlijk). Maar goed, het is voor iedereen crisis, en ook in huize Jupijn zijn bijbanen niet te vermijden en moet er eerst hard gewerkt worden om alle rekeningen te kunnen betalen. Gelukkig geven alle goede reacties de perfecte stimulans om dit al een jaar te kunnen blijven doen in al mijn vrije uurtjes. Bedankt daarvoor!
Issue 6
Colofon
Issue #06
Hoofdredacteur Ricardo Jupijn Eindredactie Ricardo Jupijn & Sophie Westhiner Redactie Stephen Bell, Robin van Essel, Yoram van Hees, Wessel van Hulssen, Lisa de Jongh, Ricardo Jupijn, Maartje Knaap, Joris Postulart, Jasper van der Put, Liske Steenbergen, Tim Maarten Verheijen, Rinze Voorberg & Sophie Westhiner Grafisch Ontwerp Iris Deppe, Ricardo Jupijn, Kyra Neve, Kevin Smink & Laura Steenge
#06
coverfoto Melissa Houben
Fotografen Julia Hendriks, Julia Hogervorst & Melissa Houben Special Thanks To David Jupijn, Jorn Mathijssen, DaniĂŤl van der Meer, Vanya Pieters, Thomas Snoeijs, Leonie Wenting & WOLVON Publisher Rising Step www.risingstep.com The Daily Indie Magazine Voor algemene informatie: ricardo@thedailyindie.nl
#05
#04
#03
#02
Bezoek Ons Online www.thedailyindie.nl facebook.com/thedailyindie twitter.com/the_daily_indie Adverteren Adverteren in The Daily Indie? Ontdek de mogelijkheden van interactief adverteren via alex@thedailyindie.nl Š 2013 The Daily Indie Alle rechten voorhouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, kopie of welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van The Daily Indie.
Klik hier om eerdere edities terug te lezen
Coverstory
interview
interview
interview
interview
Introducing
Rubrieken
Miles Kane
Melted Toys
Redactie Top 5
Beach Fossils
MMOSS
Best of the Blog New Indie
Columns
Mixtape: WOLVON Wegwerpcamera
The Wytches
Joris Postulart
Concertagenda
Childhood
Thomas Snoeijs
Albumrecensies
Cousins
The Daily Video
Charlie Boyer and The Voyeurs
Uitgelicht: Das Magazin
redactie top vijf
Issue #06
SONG: HOLOGRAMS - MEDITATIONS Man, man, man: wat een nummer! De allereerste gitaarriff is direct al een voltreffer, die vervolgens de deuren opent naar al het lekkers wat daarna nog komt. De messcherpe gitaren en de grootse vocalen in combinatie met de snelle en strakke rechttoe-rechtaan drums zijn simpelweg niet te weerstaan. Het heeft inderdaad wat weg van Iceage en The Cure, maar de Zweedse punkers van Holograms hebben wel degelijk een eigen stijl te pakken. En wat voor eentje, poe! Dit is de tweede single van het tweede album ‘Forever’ dat 3 september uitkomt. Hier kunnen we geen genoeg van krijgen. Repeat! Repeat! Repeat!
LABEL: AMPLE PLAY RECORDS & Gringo records Liefhebbers van psychedelische muziek doen er goed aan om bepaalde labels in de gaten te houden. Een label dat wij zelf graag in de gaten houden is Ample Play Records uit Londen. Met bands als Bed Rugs, The Smoking Trees, The Paperhead, The Sufis en The Sudden Death Of Stars brengt het label regelmatig interessante releases uit. Een andere aanrader is Gringo Records, dat al in 1997 op werd gericht en platen uitbrengt van Vision Fortune, Fists, Sauna Youth en Hookworms. Hou het in de gaten!
COMPILATION: GARAGE SWIM Van goede, nieuwe garage kunnen wij geen genoeg krijgen op de redactie. Dat William Street Records laatst met een 15-nummers tellende garage-compilatie uitkwam is dan ook een geschenk uit de hemel. De compilatie, met daarop een hoop piekfijne bandjes als Bass Drum Of Death, Thee Oh Sees, King Tuff, Gories, Black Lips, King Khan And The Gris Gris, JEFF The Brotherhood, Apache Dropout, Cheap Time, Mikal Cronin, Weekend en Mind Spiders is te downloaden door rechts op de albumcover te klikken!
CONCERT: THE DAILY INDIE @ NOODLANDING Op donderdag 25 juli zal The Daily Indie zijn allereerste avond organiseren tijdens Indiestad! Van 23.30 tot 04.00 zullen wij de Kelder van Paradiso omtoveren tot een ondergrondse Daily Indie Bunker, waar wij de officiële Issue Launch gaan houden van Editie 6. Met onder andere live-muziek en een speciaal samengesteld Daily Indie DJ Team achter de draaitafels. Verder zijn er exclusief gedrukte zines te koop, liggen er wegwerpcamera’s klaar om volgeschoten te worden en zullen er nog veel meer verrassingen op de loer liggen. Zet ‘m in je agenda: 25 juli, 22 augustus, 19 september en 3 oktober!
FESTIVAL: HIT THE CITY Effenaar en Friendly Fire presenteren begin november opnieuw een dag vol spannende muziek, literatuur en exposities in Eindhoven. Vorig jaar werd met veel succes de eerste editie van het festival gehouden, waar liefhebbers van muziek en literatuur hun hart op konden halen. Dit jaar staat het festival gepland voor zondag 3 november en kun je weer een dag lang allerlei toffe ontdekkingen doen op vier verschillende locaties in Eindhoven. Voor nu zijn in ieder geval METZ, Glass Animals, Natural Child en Föllakzoid al bevestigd. Let’s Hit The City again!
The Daily Indie
Issue 6
New indie
Temple Songs & Hunx And His Punx
Temple Songs - Passed Caring Wauw, f*ckin’ wauw, wat een lekker melodietje! Zo simpel, maar oh zo lekker, precies zoals we ze graag hebben. De debuutsingle Passed Caring op het label RIP Records komt 1 juli uit en is afkomstig van Temple Songs uit Manchester. Passed Caring is een ongelooflijk catchy en groovende underground-single geworden: heerlijke lo-fi garage waarbij duidelijk naar fuzzige west coast-helden als Ty Segall is geluisterd, maar die wordt gemengd met een typische Noord-Engelse sound en feeling. Interessante en bijzonder fijne combinatie.
Hunx And His Punx - Bad Skin Ineens zijn de gay rock ‘n rollers van Hunx And His Punx terug een nieuwe single. Daarbij kondigen ze direct een nieuwe plaat aan, genaamd ‘Street Punk’, die op 23 juli uitkomt. De nieuwe single Bad Skin is ouderwets fantastisch, maar toch wel effe wat anders als je de band kent van hun voorgaande werk. Het is is hard, rauw en is tamelijk agressief. Maar goed, de teksten plaatsen het allemaal weer redelijk in Hunx-perspectief: ‘I kill you with a knife! Cause I got bad skiiiiiihhiihhiiin!’ Die gekke Hunx. Oh, how we love him…
The Daily Indie
Issue 6
New indie
Boneyards & Vision Fortune
Boneyards - Rest In Beach Geen idee hoe we eigenlijk weer bij dit garage-bandje terecht zijn gekomen, we weten wel dat ze een zeer vermakelijke EP ‘Rest In Beach’ (fantastisch slechte naam om te beginnen), hebben uitgebracht. Boneyards heeft, laten we ‘t lichtjes zeggen, een lekker DIYachtig geluid: veel gruis, weinig definitie, maar wel lekker rauwe opnames vol energie! Vooral het heerlijk lompe nummer Rip It Up doet het positieve energie-gevoel erg in waarde stijgen. De hele EP kun je beluisteren door op het Soundcloud-knopje te drukken.
Vision Fortune - XX We hebben XX van hun album ‘Mas Fiestas con el Grupo Vision Fortune’ afgeplukt, (dat überhaupt, maar voor deze band zeker een kort nummer is). Wel een nummer vol kenmerkende elementen van de band, namelijk een hoop repetitieve partijen, spinnende orgeltjes, rondzwervende tweede stemmen, drums die je op het verkeerde been zetten en met de kenmerkende zang die helemaal meegezogen wordt in de draaikolk van verschillende instrumenten. Experimentele muziek van een erg fijne soort.
The Daily Indie
Issue 6
New indie
Jacuzzi Boys & King Khan And The Shrines
Jacuzzi Boys - Domino Moon Op 10 september komt de band uit Miami terug met een zelfgetitelde derde plaat na ‘Glazin’, die heerlijke tweede. Domino Moon is de eerste single en heeft weer die fijne Jacuzzi Boys-vibe. Het is daarentegen minder lomp en vernietigend dan hun eerdere werk, maar dat is zeker geen nadeel. De gitaren en drums krijgen nog steeds voldoende ruimte, maar de zang en de productie is luchtiger, subtieler en meer relaxed. Dat zelfgetitelde debuut belooft een prima soundtrack voor een mooie (na)zomer te worden!
King Khan And The Shrines - Born To Die Na vijf jaar komt er op 3 september weer een nieuwe plaat, genaamd ‘Idle No More’, van King Khan And The Shrines. En we kunnen een plaat vol sweat-drenched, ass-shaking, groovy psyched-out numbers complete with rip-roaring horn lines, southern-fried guitar riffs and lysergic melodies verwachten. De dikke psychedelische en onheilspellende riffs op de eerste single Born To Die, gemengd met de groteske blazers die het nummer naar steeds hogere hoogtes brengt, laten ons smachten naar die nieuwe plaat! Totally mad!
The Daily Indie
Issue 6
Luister The Daily Indie terwijl je ‘m leest Klik hier om Issue #06 op Spotify te beluisteren
The Daily Indie
Issue 6
samenstelling Yoram van Hees
Maandag
London Grammar Wasting My Young Years
Dinsdag
Balthazar Sinking Ship
Woensdag
The 1975 The City
Donderdag
Thee Oh Sees Toe Cutter - Thumb Buster
Vrijdag
Mikal Cronin Change
Zaterdag
MĂ˜ Waste of Time
Zondag
Pure X Thousand Year Old Child
Bonusdag
Kurt Vile KV Crimes
Klik op de preview om de video op YouTube te bekijken
INTRODUCING
Melted Toys
tekst Ricardo Jupijn
Melted Toys: vier muzikanten die een verdomd fijne psychedelische sound hebben gevonden, aan het eind van de zomer een album uitbrengen bij het label Underwater Peoples, en waar verder erg weinig over bekend is. Hoog tijd om met gitarist Steven Harkins te praten. Goedemorgen, wat ben je aan het doen? “Ik ben op school en ik probeer me te concentreren om mijn huiswerk voor sociologie af te krijgen. Die les start over twintig minuten, dus dat ga ik niet redden denk ik.” Wat is de rest aan het doen? “Geen idee wat Brian, Daniel en Ole aan het doen zijn, zeker niet sinds we allemaal in andere steden wonen op het moment. Maar ik kan me zo voorstellen dat Ole op zijn scooter aan het rijden is, Daniel is sowieso bubeltjesthee aan het drinken met zijn vriendin en Brian zal wel aan het vliegeren zijn aan het strand terwijl ‘ie op een pizza kauwt.” Voor lezers die nog nooit van Melted Toys hebben gehoord,wat doen jullie? “Nou, er was een tijd voordat we Ole kende en waarbij we gitaar en synth over een drummachine heen speel-
The Daily Indie
den en we waren heel erg into Shoesachtige powerpop en probeerden we dat ook te maken. Met de nadruk op ‘proberen’. Maar deze vraag vind ik altijd erg lastig omdat ik het niet belangrijk genoeg vind om onszelf te analyseren. Mensen omschrijven ons als electro powerpop, nostalgisch en soms psychedelisch, denk ik.” Wat vind je het leukste aan de muziek die jullie maken? “De dansbaarheid van de muziek is wel het meest favoriete aspect van onze muziek. Het is ook makkelijk om te dansen omdat alle ritmische lagen in onze nummers bovenop een erg simpele drumbeat liggen.” Hoe schrijven en nemen jullie je muziek op? “Ik speel continu op mijn gitaar eigenlijk, het is een soort verslaving, een tik. Wanneer ik een idee voor een riff of een akkoordenschema heb dat een nieuw nummer zou kunnen worden, begin ik de harmonieën te bedenken en de drums een soort van te beatboxen waarbij ik tegelijkertijd de melodieën neurie. Als dat gebeurt neem ik het direct op met mijn telefoon zodat ik het niet vergeet en probeer ik het op mijn kamer op te nemen en zover mogelijk af te maken. Vervolgens zet ik het op de cloud waar de rest er ook
mee aan de slag kan. Iedereen heeft een soortgelijk proces en dat werkt heel erg goed zo.” Wat luisteren jullie zoal wanneer jullie op tour zijn? “It’s all over the place. Bands die er wel uitspringen zijn: Pootee mixes, Further, Tatsuro Yamashita, The Byrds, Girls, Perfume, Kyary Pamyu Pamyu, Pure X, Todd Rundgren, Rita Lee, Oscar Peterson, Cornelius, Big Bang, G Dragon, David Sylvian, Mykki Blanco, Real Estate, The Memories, Starfucker, Ken Seeno.” Wat zijn de rest van de plannen voor 2013? “Ons album zou in augustus uit moeten komen, en daar hangt dan wel weer een leuke (US) tour aan vast.” Wanneer kunnen we wat Nederlandse shows verwachten? “Het is onmogelijk om naar Europa te komen, dus we hebben er eigenlijk nog nooit over nagedacht! Hopelijk snel!” Nog nieuwe bands waar je veel naar luistert? Any tips? “Ogre You Asshole, dat is Japans, Sonny & The Sunsets, de nieuwe van Phoenix, Kosumo-Notto, Teams en Street Gnar.”
Issue 6
INTRODUCING
MMOSS
tekst Ricardo Jupijn
In september komt de psychedelische trein van MMOSS langs voor een paar Nederlandse shows met The Resonars en Maston. MMOSS maakt experimentele, melodische en bijzonder pure psych. We spreken over de band met Doug Tuttle, gitarist van de band uit New Hampshire. Hello there! Wat ben je vandaag allemaal aan het doen. ? “Ik ben eigenlijk wat dingen op aan het nemen vandaag, ik heb nog wat ander werk gedaan en een bagel gegeten. Zo even roken en dan misschien nog iets meer opnemen.” Hoe zijn jullie begonnen met de band? “Rachel (fluit & orgel) en ik (gitaar) hebben de band ruim zes jaar geleden opgericht in Boston. Justin (bassist), kwam vijf jaar daarna erbij toen we naar New Hampshire zijn verhuisd. Ongeveer dertig mensen hebben sindsdien nog in de band gezeten, waarvan Keven (drums) en Lukas (12-snarige gitaar) momenteel de andere bandleden zijn.” Voor lezers die geen idee hebben wie jullie zijn, hoe kunnen we jullie het beste beschrijven? “Freaky Garage Folk… Maar dan triest, en een hoop f*cked up klinken-
The Daily Indie
de drums, wiebelige harmonieën en een fluit.” Wat luisteren jullie zoal op toer? “In de bus luisteren we naar van alles, mijn voorkeur gaat uit naar The Byrds. Justin speelt vaak Agitation Free en Vangelis, Luke houdt van de Stones en Rachel erg van Lungfish en The Grateful Dead. Keven luistert Marty Robbins.” Wat waren bands waar jullie tegenop keken toen jullie nog kleine MMOSS’jes waren? “All the usual suspects. Maar er waren wel drie nummers op de radio that completely blew my mind elke keer als ze voorbij kwamen. Dat was Spirit In The Sky van Norman Greenbum, Turn, Turn, Turn van The Byrds en Dirty Water van The Standells. Oh wacht, Rock On van David Essex ook.”
Burgeroorlog op 1/4-inch 8-track in de winter van vorig jaar. We hadden weinig microfoons, maar des te meer distortion/reverb/echo/leslie en flanger. Ik weet er niet meer heel veel van eigenlijk, we namen één dag per week op, meestal één nummer per keer. Bijna alles wat we opgenomen hebben in die winter is op de plaat gekomen. Sommige opnames deden we met de hele band live, sommige laag voor laag. En we hebben voor het eerst piano gebruikt op een plaat.”
Wat is het leukste aan het spelen in MMOSS? “Om met een groep mensen te spelen die totaal voldaan zijn om één noot twintig minuten lang te spelen.”
Hoe leggen jullie die mysterieuze en bijzonder imaginatieve sfeer vast in de studio? “Geen idee, we doen het gewoon kennelijk. We weten wat werkt en niet werkt en de helft van onze nummers, ook de wat meer pop-achtige nummers, hebben geïmproviseerde stukken en elementen in zich. Dat heeft misschien wel te maken met wat je beschrijft. Het is het geluid van vier à vijf mensen die door een nummer heen proberen te komen die ze nog nooit gespeeld hebben en ze laten hun foutjes die ze maken niet merken.”
Kun je iets vertellen over jullie laatste album ‘Only Children’? “We hebben het opgenomen in een groot huis aan een boerderij uit de
Nog iets anders dat je wilt delen met onze lezers? “Stay high. Tenzij je dat niet wilt natuurlijk.”
Issue 6
WOLVON
De Groningse noise-rockers van WOLVON hebben met hun laatste plaat ‘Folds’ prachtig laten zien wat de band in zich heeft. Na vele luisterbeurten vroegen wij ons eigenlijk af waar de band zelf naar luistert, en vroegen wij de jongens een mixtape voor ons te maken. En dat is een interessante playlist geworden die van Each Other, Fawn Spots, The Men, Savages, naar No Age, Dirty Beaches en The Smiths. Klik hier links op de tape om de gehele mixtape van deze noise-helden te luisteren!
foto Erik Lumbela
interview
foto Cosmo Macdonald
interview
tekst Wessel van Hulssen | foto’s Rebecca Smeyne
In een koude en regenachtige Tolhuistuin vond een week voor de ‘normale’ London Calling nog een editie van het festival plaats. Tegelijkertijd met The Great Escape vond in de Tolhuistuin een mini-versie van London Calling plaats. Een van de bands die wij al een tijdje in het vizier hebben is Splashh. Nu ze voor het eerst in Nederland zijn is het hoog tijd voor een gesprek.
Een uur na hun optreden in de Tolhuistuin druppelt de band langzaam de backstage binnen. Ze zijn allemaal het terrein op gegaan en tourmanager Johnny zoekt iedereen bij elkaar. Gitarist/toetsenist Toto Vivian komt als eerste aan, vlak daarna is het drummer Jacob Moore die zijn entree maakt. Ze duiken beiden direct de aanwezige koelkast in voor wat bier. De sfeer zit er goed in. “Zo, ik ben er. Maar Toto zal vooral aan het woord zijn, haha.” Jacob ploft neer aan de ruime tafel die backstage aan het raam staat en opent twee biertjes waarvan ik er één krijg. Ondertussen komt frontman Sasha Carlson ook aanlopen. “Daar komt de volgende. He’s trouble”, waarschuwt Jacob voor de grap. Na een korte kennismaking beginnen we dan echt, startend met de vraag hoe hun show van zojuist volgens hun zelf ging. Sasha neemt het woord: “Het was goed,
The Daily Indie
we hebben een lekkere show gespeeld voor een hoop mooie mensen. We zijn hier voor het eerst en we vermaken ons erg goed. Het is ook altijd fijn om in de buitenlucht te spelen.” Plotseling wordt het stil. In de verte komt de laatste van de vier, bassist Thomas Beal, aangelopen. Jacob gaat naast de deur staan en laat Thomas wanneer hij door de deuropening komt goed schrikken. “We laten hem altijd schrikken, het lukt bijna altijd”, aldus Sasha, terwijl Thomas zijn belager met een big smile de huid volscheld. Voordat de band naar Amsterdam kwam hebben ze opgetreden op The Great Escape. Hoe verschillen de twee festivals van elkaar voor een band? Toto: “Ze zijn beide cool. Hier is het iets rustiger, wat eigenlijk wel beter is, want Brighton was een grote gekkenhuis. En ze zorgen hier goed voor je. We hebben chips, er is veel bier. In Engeland proberen ze ons vaak
Issue 6
interview
Splashh
“ Iedere versie van het album was een soort van status-update�
interview
zo nuchter mogelijk te houden.” Sasha vertelt verder: “Vooral op het gebied van drank een groot verschil, haha. Dit is ook iets meer een festival in plaats van enorm veel zalen met enorm veel bands bij elkaar.” Jacob vat samen: “Daar drink je veel bier en zie je wat bands. Hier zie je met veel bier heel erg veel bands.” Op het moment van schrijven heerste er wat onduidelijkheid over het uitbrengen van Splashh’ debuutplaat ‘Comfort’. Toto legt uit: “Het was de bedoeling om de plaat wereldwijd op 3 juni uit te brengen. Maar volgens ons platenlabel is er hier en in de UK nog iets te weinig vraag naar de plaat, dus komt die nu 2 september uit (daarna is de release overigens weer op 22 juli gezet, red.). De UK/EU-editie heeft wel meer songs, min een paar songs die er nu in Amerika erop staan.” Sasha: “We zien een plaat niet als een album maar meer als een collectie liedjes die op dat moment het meest recent en actueel zijn. Iedere versie van het album was een soort status-update. Als we dat niet zouden doen, lopen we anders straks
The Daily Indie
Splashh
zes maanden achter op onszelf. We groeien als band en experimenteren nu volop, het zou zonde zijn als dat in september niet al op plaat te horen zou zijn.” Thomas ziet ook een mogelijkheid voor Europese fans om te kunnen gaan verzamelen: “Echte fans kunnen altijd de Amerikaanse versie importeren. Heb je in juli twee versies van hetzelfde album te pakken!” ‘Comfort’ is naast een verzameling recente songs ook vooral een verzameling goed opgenomen demo’s. Opnamesessies in mooie studio’s brachten niet de energie en rauwheid die hun slaapkameropnames wel hadden. Jacob en Thomas interesseert het niet of zij zelf op de plaat te horen zijn: “If it sounds good, it sounds good. En wij zijn nu ook in Amsterdam, dus wij zijn de laatsten die klagen.”
boven om het uit te werken.” Toto vult aan: “Sasha komt met de ideeën en ik ben meer de producer. Op die manier bouwen we samen overal aan verder. Ik heb inmiddels wel het idee dat mijn buren doof of dood zijn, want het geluid staat hard als we opnemen en er is nog nooit geklaagd. We geven ze af en toe een fles wijn als we het een tijdje erg bont gemaakt hebben, haha.” ‘Comfort’ is uit in Amerika, de plaat verschijnt 22 juli officieel in heel Europa.
Het opnamen van het album is dus bij Toto thuis gebeurd, Sasha legt uit hoe dat ging: “Naast Toto’s huis zit een heel goed café. Dus als ik van de drank of de koffie opeens een goed idee heb rennen we bij hem thuis naar
Issue 6
interview
foto Christian Faustus
interview
tekst Lisa de Jongh | foto’s Terri Nguyen
In 2009 begon Dustin Payseur in zijn slaapkamer met het opnemen van liedjes. Als Beach Fossils bracht hij in 2010 een titelloze debuutplaat uit, opgevolgd door ‘What A Pleasure EP’. Onder zijn hoede waren o.a. Cole Smith (DIIV) en John Pena (Heavenly Beat) te vinden, maar zelfs met een band om zich heen profileerde Payseur zich als brein, maker en onvermijdelijk middelpunt van Beach Fossils.
The Daily Indie spreekt Beach Fossils een uur voordat ze het grote podium van Paradiso opgaan tijdens London Calling. De zenuwen zijn toegeslagen: “We hebben vaker in Amsterdam gespeeld, ook in verschillende bezettingen, maar nog nooit heb ik mij zo fijn en trots gevoeld op deze band als nu. Het album is af, de setlist is af, we hebben goed gerepeteerd, en het voelt alsof alles klopt. Maar juist dan slaan de zenuwen toe”, vertelt Dustin Payseur. Hij zit achterover in zijn kleedkamer in Paradiso en neemt een slok water. Zijn bandleden Tommy Gardner, Jack Doyle Smith en Tommy Davidson hebben zich om hem heen verzameld, maar laten de zanger netjes aan het woord. Opname ‘Clash the Truth’ is een album dat puur is geschreven om de live ervaring van Beach Fossils door te trekken naar de huiskamer. Het is een plaat die haast aanvoelt als de opname van een concert”, vertelt Payseur over zijn laatste werk. De verantwoordelijke
The Daily Indie
voor dit geluid was Ben Greenberg van de band The Men, dé specialist in het dynamische, levendige en volle geluid dat te horen is op de tweede plaat: “De keuze om hem erbij te betrekken was snel gemaakt. Hij begreep wat ik van de plaat verwachtte en samen hebben we dat kunnen vastleggen. Het is een lastige taak, maar hij deed het voortreffelijk”, vertelt Payseur. Uitdagingen De grootste uitdaging voor Beach Fossils was om de stap van slaapkamerproject naar studioband te maken. Voor Payseur zelf was hij dat stadium al gepasseerd, maar voor zijn luisteraars nog niet. Hij vertelt: “Ik begon in mijn eentje met een gitaar liedjes te schrijven. Zodra ik er meer muzikanten bij betrok en ook daadwerkelijk met hen de oefenruimte indook, voelde Beach Fossils voor mij al als een voltallige band – eentje met passie en genoeg kennis en ervaring om een sterke plaat op te nemen. Een sterke productie kan echter zoveel meer uitmaken dan alleen een scherper
Issue 6
interview
Beach Fossils
interview
Beach Fossils
“ Er is geen vaste definitie voor de muziek van Beach Fossils.” randje hier, of meer echo daar. Het kan juist de volledige plaat naar een hoger niveau tillen en de gehele feel en sfeer bepalen. Dat gedeelte had ik misschien onderschat. Ben liet me zien wat een goede productie voor een plaat kan betekenen.” Progressie Met ‘Clash The Truth’ laat Beach Fossils een overduidelijke progressie zien, niet alleen in de kwaliteit van de productie, maar ook zeker in het songwriterschap en de muzikaliteit van de band. Ook een kleine hint van post-punk en noisecore
The Daily Indie
is wat producer Ben Greenberg de groep heeft nagelaten, maar verder teert Beach Fossils vooral op zijn galmende, dromerige lo-fi indieklanken die ook op de vorige werken te horen zijn. Payseur lacht: “Zo klinkt het alsof we een hele andere band zijn geworden. Ik geef toe dat we, ook door de wisseling in onze bezetting, toch wat schommelen in ons geluid. Er is geen vaste definitie voor de muziek van Beach Fossils. Op het podium komt echter alles samen, dan smelten onze nummers samen in een bijzonder en boeiend geheel. Nou ja, dat is in ieder geval wat ik graag zou willen.”
Issue 6
wegwerpcamera’s The Daily Indie @ Dondergrondse
The Daily Indie hield 23 mei voor de eerste keer een officiële Issue Launch in de kelder van Paradiso tijdens de nieuwe ‘Dondergrondse’ reeks. Samen met INDIE INDIE, Fuck Forever en Dark Allies wisselen we op donderdag de kelder af om allerlei toffe undergroundfeestjes te bouwen. Tijdens onze avond drukten we het publiek meerdere wegwerpcamera in de handen. Het resultaat zie je de volgende pagina’s!
The Daily Indie
Issue 6
wegwerpcamera’s
The Daily Indie
The Daily Indie @ Dondergrondse
Issue 6
wegwerpcamera’s
The Daily Indie
The Daily Indie @ Dondergrondse
Issue 6
wegwerpcamera’s
The Daily Indie
The Daily Indie @ Dondergrondse
Issue 6
wegwerpcamera’s
The Daily Indie
The Daily Indie @ Dondergrondse
Issue 6
wegwerpcamera’s
The Daily Indie
The Daily Indie @ Dondergrondse
Issue 6
wegwerpcamera’s
The Daily Indie
The Daily Indie @ Dondergrondse
Issue 6
wegwerpcamera’s
The Daily Indie
The Daily Indie @ Dondergrondse
Issue 6
COLUMN
tekst Thomas Snoeijs
Thomas Snoeijs is freelance cultuurjournalist, werkzaam voor onder andere OOR, BN DeStem, Muziek.nl en MEST Magazine. Hij is verzot op sixties popcultuur, geniet van de recente retromania, maar met een argwaan tegen alles wat hijgerig hip is.
Goed, iemand nog een idee welke kant we op moeten? Het is immers alweer donderdag en iedereen tatert maar door. Gaan we linksom of rechtsom? Of gaan we ergens anders naartoe? Kom op, vooruit, wij eisen antwoorden. Er is toch altijd wel iemand in de buurt die het allemaal weet? “Hier rechtdoor en dan de derde links”, zegt de verlosser. Bon, en wat vinden wij daar? Psychedelische garagerock. Ja, dat is het! Dat we daar goddomme niet eerder aan dachten! Met z’n allen er bovenop, kom op, daar gaan we. Sleep het eerste rammelrockbandje dat we tegenkomen uit de repetitiekelder en geef het een podium. Een uitzinnige menigte en vijf hemelbollen onder de concertbespreking in ons lijfblad van de week. Het is nu eenmaal onze taak om Het Goede van Het Slechte te scheiden en de verlosser heeft besloten dat de eerste categorie een fuzzpedaal aan zijn gitaar heeft geknoopt. Dus kom aan, allemaal naar de popzaal om onze nieuwe helden toe te juichen. Naar Ty, Mikal, Jacco of hoe die plezante pukkelkoppen ook mogen heten. Adoreer hen, ontbloot uw borsten en buig voor de rockhelden van vandaag tot de drek vanzelf naar uw hersenen loopt. Sorry, horen we daar iemand vragen
The Daily Indie
wat we met de held van gisteren moeten doen? Bekommerd diegene zich nu echt om het lot van die pantydrager met z’n synthesizer? Haha. Hier, geef de stakker dit plastic bekertje maar. Als hij negen gelijksoortige exemplaren van de grond weet te schrapen krijgt hij er een muntje voor terug bij het groene tentje om de hoek. Met hartelijke groeten van de cultuurpolitie. Enfin, voorwaarts! We hebben een hele batterij aan spijkerjasjes klaarstaan en die moeten vereerd worden. Ere wie ere toekomt. De kaartverkoop voor het volgende indiefestijn is al een half uur bezig en de server ligt nog altijd niet plat. Gotspe. Wat een zwaktebod. Oh, u heeft geen zin meer in garagerock, zegt u? Nou ja, het is inderdaad een beetje vlak allemaal. Dat nieuwe liedje laatst was ook weinig lol meer aan te beleven. Oké, dus onze nieuwe helden vallen een beetje tegen. De eerste indruk blijkt maar weer eens niet de zuiverste. Maar we zijn de lafste niet en zullen het edelmoedig toegeven: wij hebben ons vergist, sorry. Gelukkig is de deur naar de uitgang binnen handbereik en staan we zo weer buiten de popzaal. De zon komt weer op, de vrijdag dient zich aan. Iemand nog een idee welke kant we op moeten?
Issue 6
interview
interview
tekst Ricardo Jupijn
Na hun laatste plaat ‘Arabia Mountain’ in 2011 en een aantal Nederlandse shows hier en daar hebben we weinig gehoord van de band. Het goede nieuws is dat ze weer aan het toeren zijn en dat er nieuw materiaal aan zit te komen. Wij stellen de band uit Atlanta, vooral Joe en Ian, de rest is tamelijk knock-out, wat random vragen op het fantastisch debuterende Best Kept Secret Festival.
Hey hey! Jullie zijn weer nieuwe op aan het nemen begreep ik. Kun je daar wat meer over vertellen? “Ja, we zitten midden in het opnameproces eigenlijk. And it’s amazing so far! It brings me to tears everytime I hear it. We werken met meerdere mensen samen op het moment, zoals Patrick Carney, de drummer van The Black Keys, die een aantal nummers produceert. Maar ook Thomas Brenneck van The Budos Band en voorheen The Dap-Kings. En gisteravond hebben we besloten om eens een sessie met Bradfod Cox van Deerhunter te gaan doen. We kennen hem goed en houden echt van zijn werk. Hij heeft nog in onze kelder geoefend toen ‘ie net begon.” Wat hebben jullie gisteravond gedaan? “Niet geslapen vooral. We speelden op het All Tomorrow’s Parties Festival in Londen dat gecureerd werd door Deerhunter. Het was echt te gek. Volgens mij is er alleen iemand overleden ofzo…”
The Daily Indie
Wat? “Ja. Ik ben er bijna zeker van dat er iemand omgekomen is. Althans, dat zei iedereen die daar was. We waren aan het DJ’en in een hotel ergens, en op een gegeven moment kwamen er allemaal ambulances, waren er overal ziekenbroeders en werd er een wit doek over iemand heen gelegd en werd ‘ie meegenomen. Maar we weten het nog niet zeker, het zal wel door drugs komen of zo. Ik ben ook geen dokter, weet je. Het was bizar in ieder geval.” Hoe lang hebben jullie geslapen dan vannacht? “Ik denk een kwartiertje.” Dus jullie duiken er vroeg in vanavond na de show? “F*ck no, bro! We’re gonna rage!” Wat was het beste raging moment van de tour? “Het begin ervan. Zeker.”
Issue 6
interview
The Black Lips
“ Iedere versie van het album was een soort van status-update” “ Toch hecht ik niet heel veel aan fysieke muziek Ik verzamel vooral geweren.”
interview
The Black Lips
Dus nu gaat het alleen nog maar bergafwaarts? “Nee, nee, dat dan ook weer niet. Vooral het eten was erg goed zeg in Italië. We hebben paardenburgers gegeten. They’re a little meaner than beef. Het lijkt wel een beetje op kangoeroe. Het enige jammere is wel dat ik al vrij snel mijn tas, met daarin onder andere mijn computer, kwijt ben geraakt.” Verlies je een hoop spullen op tour? “Ja! Pfff…” Ondertussen wordt er ruzie gemaakt over een charger, of Joe nou genoeg heeft aan een USB-lader of dat ‘ie nu ook een stekker nodig heeft voor zijn telefoon. Hij gaat namelijk zo DJ’en op het festival, tourmanager Martin heeft tegenwoordig kennelijk de waardevolle spullen bij zich voor de band. Gaat dat lukken met je telefoon? “Jawel. Ik zou liever met platen draaien, maar dan zit je op tour met een gitaar, je tas en dan ook nog een koffer met platen. Naaah, f*ck that. Ik heb wel eens gedraaid op een vriend zijn verjaardag met platen, maar die ben ik toen de volgende dag kwijtgeraakt omdat ik te moe en te dronken was. Die kreeg ik pas vijf maanden later terug, dus ik doe het wel gewoon met mijn telefoon.” Wat doen jullie zoal op tour? “Smoke, get wasted and chasing women.” Wat is het Best Kept Secret van The Black Lips? “Die hebben we niet echt. We hebben geen lijken in onze kast, we zijn vrij open over alles en hebben weinig schaamte. Mensen houden van openheid.” Wat is de beste plaat van dit jaar tot nu toe? “De nieuwe plaat van Deerhunter vind ik wel echt heel gaaf. En de nieuwe van King Khan And The Shrines. Die is nog niet uit, maar die wordt echt heel tof. Dat zijn denk ik ook de enige twee nieuwe platen die ik gehoord heb dit jaar.”
The Daily Indie
Wat luisteren jullie in de bandbus? “Vooral veel muziek van dead black guys. We lezen wel veel eigenlijk in de bus. We zouden nog wel graag een keer een Playstation in de bus willen hebben, dat zou echt cool zijn.” Wat is jullie favoriete vide game? “Skyrim. Dat is een onderdeel van The Elder Scrolls-serie. Red Dead Redemption vind ik ook wel heel erg cool, hoor. Er komen trouwens nummers van ons in de nieuwe Grand Theft Auto!” Wie is jullie rolmodel? “Ted Turner. Een miljardair die onder andere de oprichter van CNN is. Hij is de grootste privégrondbezitter van Amerika, eigenaar van onze honkbalclub The Atlanta Braves en heeft de wilde bizon gered in ons land. He’s a total bad ass, self made billionaire.” Wat is het beste dat jullie dit jaar hebben gedaan? “There’s this one chick, haha. She was pretty hot. Verder hebben we weinig gedaan eigenlijk… O ja, ik heb wel twee keer rechtszaken achter de rug,
maar die zijn geseponeerd.” Huh, waar ben je voor aangeklaagd? “Voor terrorisme. Ik heb een politieagent bedreigd door te zeggen dat ik ‘m pijn zou gaan doen. Maar goed, die aanklachten delen ze uit alsof het snoepgoed is in Amerika. Barack Obama is de nieuwe Bush. Gelukkig heb ik een goede advocaat.” Je mag wel uitkijken nu de NSA in Amerika kennelijk alles meeleest. Wat was je laatste sms’je? “Ik sms eigenlijk nooit. We houden meer van face-to-face.” Hopelijk zijn jullie wat veiliger hier in Europa. Waar kijken jullie nog naar uit tijdens deze tour? “We willen nog wel wat hasj meenemen, ik hoorde dat dat hier legaal is.” Hier wel, maar dat mag de grens dan weer niet over… “Oh, jawel. Maar onze regel is altijd dat je nooit meer mee moet nemen dan dat je door kan slikken. Dus als we dan aangehouden worden kunnen we alles snel innemen.”
Issue 6
interview
Iets anders dat wel belangrijk is om te weten: wie is jullie favoriete Spice Girl? “Toen ik klein was vond ik die ginger altijd wel heel erg vet. Zij heeft de tand des tijds wel het best doorstaan denk ik.” Wat is het raarste geval dat jullie met fans mee hebben gemaakt? “Een keer waren we aan het spelen in Atlanta en een jongen kwam het podium op en zette zijn schaamhaar in de fik. Man, die lucht was echt niet te doen! Het was zo goor. We were basically eating his penis.” De beste plaat die je ooit gekregen hebt? “Ik heb ooit een van een Spaans meisje een ’45 gehad van een band die Los Saicos, een zeldzaam plaatje en het is een van de vroegste punkbands, ze komen uit de jaren zestig. Het is echt een plaat die tweeduizend dollar waard is of zo, dus ik begrijp ook echt niet dat ze die aan mij gegeven heeft. Toch hecht ik niet heel veel aan fysieke muziek, ik vind het al prima als ik het gewoon op mijn telefoon of laptop heb. Ik verzamel vooral geweren.” Geweren?! Goed, wat is je favoriete geweer dan? “Ik heb een Mossberg Shotgun die ik van mijn stiefvader heb gekregen, die is echt te gek?”
The Daily Indie
The Black Lips
Wat schiet je er zoal mee? “Kleiduiven vooral. In de buurt van mijn huis kun je dat doen en we doen dat vaak met onze vrienden. In The Black Lips heeft iedereen wel een paar geweren ook.” Dus jullie worden omgeven door geweren thuis? “Sterker nog: vlakbij Atlanta ligt een plaats, Kennesaw, en daar is het zelfs verplicht om een vuurwapen in huis te hebben. Het is eigenlijk illegaal als je geen vuurwapen in huis hebt. Dan krijg je een boete.” Voel je je veiliger met een geweer? “Wij vinden het vooral leuk om voor de sport te schieten, maar het zou wel fijn zijn als we eigenlijk geen geweren nodig zouden hebben. Er zijn er bijna driehonderd miljoen in Amerika! Maar goed, omdat bijna iedereen een geweer heeft moet je jezelf wel bewapenen. Het is jammer, maar het is nou eenmaal zo.”
“Kids are f*cking idiots. Natuurlijk is het gevaarlijk, maar zo vaak gebeurt het ook weer niet. Er vallen altijd nog meer ongelukken in het verkeer dan met geweren.” Wat is zo cool aan Atlanta? “Goed weer, mooie historie, goed eten en te gekke muziek. Alleen al James Brown, Little Richard, Outkast en Otis Redding.” Wat zou jullie favoriete muzikale samenwerking zijn? “Dat ligt eraan. Die oude muzikanten hebben wel echt een andere stijl van samenwerken. Zij zijn echt de leider, het is niet echt een samenwerking, jij werkt voor hen. Maar ik zou wel heel erg graag met André 3000 samen willen werken. Dat zou echt een f*ucking awesome record worden.”
Wanneer kreeg je je eerste geweer? “Toen ik dertien was, van mijn opa. Hij leerde mij dat je een geweer altijd moet behandelen alsof die geladen is en daarom nooit op iemand moet richten.” Vinden jullie het niet gevaarlijk dan? Je leest ook regelmatig over kinderen die per ongeluk hun broertje of zusje neerschieten.
Issue 6
Omdat er dagelijks zoveel nieuwe muziek uitkomt, hebben we een aantal van onze favoriete nummers van de afgelopen tijd op een rijtje gezet in één overzichtelijke Soundcloud Playlist.
The Wytches Beehive Queen
Childhood Solemn Skies
Woods Be All Be Easy
Jackson Scott Sandy
The Numerators Dead
Crocodiles Cockroach
Street Gnar Twenty Two, Twenty Two
Hibou Sunder
Jonathan Rado Faces
Fruit Tones One Foot Loose
Babyshambles Nothing Comes To Nothing
METZ Can’t Understand
F.U.R.S. Going Nowhere
Twin Peak Stand In The Sand
Astral Pattern Sitting In The Sun
The Non Travellin’ Band Two Hands Full Of Fingers
Crushed Breaks Tropes
Pond Xanman
Klik hier om naar de Soundcloud Playlist te gaan
The Daily Indie
Issue 6
COVER STORY
COVER STORY
tekst Ricardo Jupijn | foto’s Melissa Houben
e zomerse powerpop van Mikal Cronin is de ideale soundD track van de zomer dit jaar. Wanneer de 27-jarige gitarist uit San Francisco geen dikke riffs blaast als live-bassist van Ty Segall of met andere side-projects bezig is, schrijft hij zijn eigen nummers. Op zijn titelloze debuut is zijn potentie al goed te horen, op ‘MCII’ heeft hij zijn draai compleet gevonden en begeeft hij zich met tijdloze en pakkende songs op een nieuw niveau van Californische psych-pop. Diep onder de grond hangt Cronin moe, maar tevreden ogend achterover in de backstage. Het toeren en het missen van Californië lijken hem parten te spelen: “I’m pretty good”, zegt hij. “We zitten aan het einde van een korte toer hier en daarna gaan we weer terug naar huis. Ik mis mijn vriendin en het strand wel heel erg.” Ondertussen lopen bandleden in en uit en zit Cronin vooral een beetje onrustig om zich heen te kijken: “Zullen we ergens anders gaan zitten?” Uiteindelijk gaat de rest van de band even kijken bij Allah-Las die nu aan het spelen zijn en praat hij weer rustig verder: “Het is wel erg leuk om hier in Europa te zijn. Het was een korte toer, maar we komen in juli en augustus weer terug voor een paar weken.” Tijdens de laatste korte tour deed de band wel, ook naar eigen verbazing, De Wereld Draait Door aan: “Haha, dat was echt raar. Het was wel leuk. Ik ken de show natuurlijk helemaal niet, maar het schijnt door veel mensen bekeken te worden. Gelukkig kregen we wel negentig seconden in plaats van die nor-
The Daily Indie
male zestig seconden. Dat was dan wel weer aardig van ze.” Ontwikkeling Niet alleen in Nederland krijgt de garagerocker steeds meer bekendheid, ook in Brighton – waar we dit interview houden – staat er al een lange rij voor de deur om de powerpopper live aan het werk te zien: “Ik zag het! Daar ben ik wel redelijk verbaasd over eigenlijk, haha.” Is het valse bescheidenheid of heeft hij echt niet door dat zijn nieuwe plaat ijzersterk is: “Nee, echt! We zijn hier eigenlijk ook nog niet zoveel geweest, het is pas de tweede keer dat we in de UK zijn.” Later tijdens de show staat de forse zaal inderdaad helemaal vol en is het buiten ‘one in, one out’ bij de deur. Cronin speelt met zijn bedreven en constant toerende bandleden een strakke set, waarbij de nieuwe nummers al volledig ingesleten zijn. Nummers van een plaat die voor de songwriter heel anders was om te maken: “Het voelde voor mij meer ontspannen om deze plaat te maken, want ik had veel
Issue 6
COVER STORY
Mikal Cronin
“Sommigen vinden het een hele zomerse plaat. Daar snap ik echt niks van.”
COVER STORY
meer tijd om het op te nemen. Het vorige album heb ik in één week tijd opgenomen tijdens een voorjaarsvakantie toen ik nog studeerde.” Cronin studeerde en haalde in de afgelopen jaren zijn BFA (Bachelor of Fine Arts) in de richting muziek. Een uitstekende mix tussen het zelf aankloten met allerlei bandjes sinds zijn vijftiende en de theoretische kant van het componeren. Dat, en de factor ‘tijd’ zijn de sleutel tot zijn nieuwe nummers: “Deze plaat heb ik op meerdere momenten tussen het toeren opgenomen, maar ik ben wel een aantal maanden met het proces bezig geweest en dat voelde een stuk natuurlijker. Hierdoor is de de plaat naar mijn gevoel volledig ontwikkeld en klinkt het allemaal wat meer gefocust. Volgens mij hoor je dat er veel meer aandacht in de nummers en de sound is gestoken.” Daar is Cronin inder-
The Daily Indie
Mikal Cronin
daad niet de enige in, zeker de balans in de nummers is erg sterk. De sound is puur, exact afgewogen en spatzuiver, waarbij de nummers haarscherp en onberispelijk zijn. Op nummers als Weight, Shout It Out en Change is dat goed te horen: “Ik wilde graag meer dynamiek in de nummers. Meer contrast.” Introvert versus extravert Het strand zou zomaar de beste plek kunnen zijn om naar deze plaat te luisteren, maar Cronin raadt zelf een compleet andere plaats aan: “Alleen in je eigen kamer, met een koptelefoon op. Maar mijn ervaring is ook compleet anders dan hoe anderen het beleven merk ik. Voor mij is dit album heel introvert en best wel duister, maar sommigen vinden het een hele zomerse plaat. Daar snap ik echt niks van. Maar goed, prima als mensen deze plaat meenemen naar het strand
of zo. Voor mij voelt het in ieder geval niet zo.” Ook de manier waarop Cronin zijn nummers schrijft en opneemt is erg solitair: “Ik schrijf muziek als ik helemaal alleen ben en de tijd ervoor kan nemen, ik doe het niet even tussendoor of op tour. Het opnemen van de plaat heb ik voor het grootste gedeelte ook zelf gedaan. Er kwamen wel regelmatig vrienden langs die beter op de drums of gitaar zijn bijvoorbeeld. Ik vind het op die manier veel gemakkelijker doordat ik mijn gedachten niet telkens hoef te vertalen naar andere mensen. Ik heb nogal specifieke wensen, zeker wat betreft muziek. En ik ben tijdens het hele proces ontzettend gefocust en tegelijkertijd aardig koppig, dus dat kan wel eens lastig zijn voor anderen. Waarschijnlijk ben ik inderdaad niet zo gemakkelijk om mee te werken nee, haha.”
Issue 6
COVER STORY
Vertaling naar de band Maar dan komt toch het moment dat Cronin al zijn ideeën omgezet heeft naar een plaat, die hij vervolgens wel met een hele band moet gaan spelen. Hoe gaat die omslag, is het van: ‘nou, dit is de plaat en dit zijn de partijen’? Cronin: “Mwah, wel een beetje. Maar ik wil wel dat iedereen zijn eigen interpretatie aan de nummers geeft en de muziek op zijn eigen manier speelt en partijen toevoegt. Ik zie ‘live’ en ‘studio’ dan ook echt als twee verschillende dingen: in de studio is alles goed gecontroleerd en wordt overal op gelet. Live is alles harder en is het gevoel anders omdat je met een hele band speelt waardoor het een andere energie heeft. Beide kanten hebben hun ups en downs, maar ik denk dat ik de studio-kant stiekem iets leuker vind.” Populariteit De bekendheid en populariteit van psychedelische muziek en met name garage is de laatste paar jaar ongelooflijk gegroeid. Een ondergeschoven genre dat op het moment zijn hoogtijdagen lijkt te vieren in Nederland. Bandjes van de West Coast zijn bijna niet aan te slepen, maar waar komt dat toch ineens vandaan? Cronin: “Ik heb echt geen flauw idee. Dit soort
The Daily Indie
Mikal Cronin
muziek maak ik al mijn hele leven en ik ben ook niet anders muziek gaan maken dan ik deed. Maar goed, het is wel echt te gek om te zien dat het zo opgepikt wordt natuurlijk. Ik snap ook niet hoe dat werkt, dat mensen ineens naar een bepaalde stroming gaan luisteren.” Cronin surft tegenwoordig op wat grotere golven dan voorheen. Waar zijn debuut nog bij de kleinere platenmaatschappij Trouble In Mind Records uitkwam, maakte hij met ‘MCII’ een overstap naar het grote indie-label Merge Records: “Het is natuurlijk een groter label, maar het gevoel dat ik van hen kreeg was gewoon heel goed. Ik kende ze eigenlijk helemaal niet, maar het is een behoorlijk legendarisch label. Ik hou intens veel van sommige platen die zij uitbrengen, dus toen ze mij benaderden moest ik er wel over nadenken, maar ik was vooral vereerd en redelijk verbaasd dat ze mij vroegen om eerlijk te zijn. Ik vond het wel een beetje eng omdat het toch meer een ‘groot label’ is. Maar het is erg relaxed en het zijn echt muziekliefhebbers. Het was een mogelijkheid die ik echt niet links kon laten liggen. Ik merk ook wel dat dit album nu erg goed en veel breder opgepikt wordt en dat is altijd fijn natuurlijk.”
Consequenties Het vele toeren en het succes van zijn tweede plaat beginnen ook weer zijn tol te eisen, namelijk het gemis van zijn geliefde San Francisco: “Ja, ik mis thuis altijd. Het is best lastig om niet zo vaak met mijn vriendin te kunnen spreken bijvoorbeeld. Ik heb het best wel eens moeilijk tijdens een tour, maar de shows maken het allemaal goed.” Het interview zit er bij deze ook op, want The Great Escape moet aan Cronin gaan geloven. Hij pakt zijn gitaar die naast hem staat, duwt hem onder zijn arm en duikt direct door de betonnen gangen van de backstage heen. Op weg naar het podium om nog meer Europese powerpop-harten te stelen.
Issue 6
I SHOT THE BAND & THE DAILY INDIE
In I Shot The Band 2013 komt muziek en fotografie samen in een expositie met werk van fotografen Luca Negtering, Laura Kok, Katy Strange, Marcel Kollen, Martijn Petrus Olieslagers & Erik Lumbela. Zij maakten allen fotografisch werk van de bands/muzikanten die voor ISTB speciaal geselecteerd waren door Atze de Vrieze (3voor12), Job de Wit (DJBroadcast) en Anton Speijers (Concerto). De fotografen werden genomineerd door de professionele jury bestaande uit fotografen Nick Helderman & Annie Hoogendoorn en Marlies Waters (V2). ISTB vindt voor de tweede keer plaats, in 2012 deden The Kik, Skip&Die en New YX mee. Dit jaar zijn dat The Real Youth, FilosofischeStilte & WOLVON. De expositie is nog te zien tot 31 juli 2013 in Concerto Amsterdam.
The Daily Indie
Issue 6
Katy Strange
Erik Lumbela
Lucas Negtering
Marcel Kollen
Martijn Petrus Olieslagers
Laura Kok
interview
interview
tekst Maartje Knaap | foto’s Julia Hogervorst
Met deze oververhitte zomer kunnen er nooit genoeg heerlijke garagebands zijn, vandaar dat ook Bass Drum of Death dit keer een plekje verdient in The Daily Indie. Qua muziek liggen ze precies in het straatje van Ty Segall, Jay Reatard en Wavves: niet erg vernieuwend, maar toch wel heel fijn. 27 mei verschijnt hun nieuwe gelijknamige album, en om dit te vieren kan een feestje bij deze jongens zeker niet ontbreken.
Dat Bass Drum of Death wel van een feestje houdt, wordt meteen duidelijk zodra John, met een hoofd alsof hij zojuist onder een hijskraan is belandt, de hal van het hotel binnenloopt. “Eén hele grote koffie graag”, roept hij naar de bediening, terwijl hij zich verontschuldigd over het feit dat hij net uit zijn bed komt rollen en nog maar één uur heeft geslapen: “Gisteren was het nogal laat geworden. We speelden op Le Guess Who en we waren zo stom door te gaan feesten in ons hotel met Thee Oh Sees, Deerhunter en King Tuff. Het moet een verschrikking zijn geweest voor de schoonmakers de volgende dag...” Dit, en het feit dat een jetlag nog steeds optreedt, zorgt ervoor dat de andere twee bandleden Print en Len nog even blijven slapen. Trio Want ja, Bass Drum of Death is sinds deze Europese tour geen duo meer. De drummer Colin die meespeelde tijdens de live-shows van het vorige album, is inmiddels gestopt. Drummer Len en extra gitarist Print zijn
The Daily Indie
voor hem in de plaats gekomen: “Het was soms makkelijker om te spelen met slechts één ander bandlid. Vooral vanwege het feit dat er minder meningen waren, en er dus ook minder meningsverschillen ontstonden”, vertelt John. “Het grote nadeel was dat we altijd vergeleken werden met andere duo’s als de Black Keys, terwijl we daar muzikaal helemaal niet op lijken. Dit vond ik ontzettend irritant.” Gelukkig is hij nu tevreden met de formatie: “Met meerdere mensen is het gezelliger onderweg tijdens de tour, en daarnaast klinken we live beter door de vollere gitaar-sound.” De jongens komen alledrie uit Mississippi, maar dit heeft muzikaal geen invloed op ze gehad: “Natuurlijk is in Mississippi wel de blues ontstaan, en heeft dit geleidt tot rock ’n roll. Daar ben ik dankbaar voor, maar de muziekindustrie stelt er tegenwoordig niks meer voor.” John lijkt hier echter niet mee te zitten en terwijl hij rustig zijn koffie verder opdrinkt, wijs ik hem op zijn shirt waar nadrukkelijk de tekst ‘FUCK IT’ op gedrukt
Issue 6
interview
Bass Drum Of Death
“ Muziek hoeft niet perfect te zijn, it should be a bit rough around the edges.”
interview
staat: “Ja, onze muziek heeft die I-don’t-give-a-shit- attitude. Muziek hoeft niet perfect te zijn, it should be a bit rough around the edges.” Goedkoop opnemen Dat ‘rough around the edges’ wordt wel duidelijk als John de manier waarop de opnames verliepen vertelt. Net als het vorige album ‘GB City’ is ‘Bass Drum Of Death’ opgenomen in een kelder met USB-microfoons, ofwel: veruit de goedkoopste manier: “’GB City’ heb ik op deze manier in mijn eentje opgenomen. Ik heb altijd gezegd dat ik het volgende album met de hele band en meer onderlinge samenwerking wilde opnemen, maar heb me hier toch niet aan gehouden. In mijn eentje leek het gewoon gemakkelijker, maar nu ik er op terugkijk lijk ik wel gek! En dus ga ik nu weer zeggen dat de opvolger van ‘Bass Drum of Death’ wel zal ontstaan uit meer samenwerking, en dit keer hou ik me aan mijn woord!” Als groot verschil tussen ‘GB City’ en ‘Bass Drum Of Death’ noemt John het feit dat het nieuwe album nog ener-
The Daily Indie
Bass Drum Of Death
gieker is. Zo zijn de liedjes sneller en sluiten ze beter op elkaar aan. Toch sprong er voor hem niet per se één nummer uit: “Vandaar dat de titel van het album nogal saai is. Maar ik vond geen enkel stuk tekst op het hele album goed genoeg of passend als titel. Je kunt deze gelijknamige titel wel zien als een nieuwe start voor ‘Bass Drum Of Death’. De naam van de band is hetzelfde gebleven, maar dit album geeft de nieuwe formatie weer.” Niet te stoppen Die nieuwe formatie heeft alweer van alles meegemaakt tijdens de promotietour van het nieuwe album, en John kan er bijna niet over stoppen met praten: “Het vreemdste was nog wel dat een promotor die ons veel geld had beloofd, dit geld helemaal niet bezat. Zo kwam het dat we de hele nacht en volgende dag rond hebben gereden in Atlanta naar vrienden en familie van hem, waarvan hij geld kon lenen. Uiteindelijk hebben we het geld op deze manier toch nog bij elkaar weten te sprokkelen.”
de jongens dit soort ‘crazy’ gebeurtenissen zelf opzoeken. Het is inmiddels namelijk tijd Print en Len wakker te schudden en naar London Calling Tolhuistuin te racen. De weinige uurtjes slaap die de jongens hebben gehad houdt ze niet tegen een energiek optreden te geven. En dat ook een afterparty niet kan ontbreken, weten de jongens als geen ander. De avond blijkt nog vol verrassingen te zitten, maar één ding wordt al snel duidelijk: met deze energie is ‘Bass Drum Of Death’ is niet te stoppen.
Misschien valt ook wel te stellen dat
Issue 6
illustratie Laura Steenge
Albumrecensies SPLASHH The Mantles Jessica Pratt Austra Sigur R贸s Smith Westerns Mikal Cronin Bass Drum Of Death V氓r Surfer Blood Jagwar Ma + The Daily Indie Radar
albumrecensies
Splashh Comfort (Luv Luv Luv Records)
Issue #06
Wanneer op de blogs, van de mensen die het kunnen weten, een nog uit te komen plaat gehypet wordt ware het de nieuwe Get Lucky, dan weet je dat je het moet gaan luisteren. Dat wisten ze op Best Kept Secret blijkbaar ook toen ze Splashh boekten. En dat terwijl de band nog geen jaar bestaat en we op de langspeler ‘Comfort’ in Nederland officieel nog moeten wachten tot eind juli. Splashh, huidige uitvalsbasis Londen, bestaat uit Nieuw-Zeelander Sasha Carlton en de Aussie Toto Vivian. Ze namen hun debuutplaat op in een garage in Byron Bay, het zonovergoten hippiestadje aan de Australische oostkust. En zoals die setting suggereert, klinkt ‘Comfort’ trippy, zonnig en psychedelisch, met veel fuzz op de gitaren en reverb op de zang. Denk Bleached, Yuck, Washed Out. Maar wie eventjes door luistert, hoort dat de band ook goed naar Pixies heeft geluisterd en niet vies is van wat jaren ‘90-noise, zoals in opener Headspins. Singles All I Wanna Do en Vacation zijn maar twee van de tien recht-in-de-roos tracks op het album. Splashh is de beste combi van heerlijk zonnige en gruizige psy-garage, met voldoende muzikale bagage om langer dan een paar draaibeurten boeiend te blijven. Deze gaat mee in de vakantiekoffer. Robin van Essel
Dagelijks krijgen we een hoop promo’s binnen van allerlei soorten bands en artiesten. Alles gaat door de cd-speler heen en als het op het eerste gehoor lekker klinkt blijft de cd nog even liggen voor een paar extra luisterbeurten. Ook The Mantles uit San Francisco/Oakland bleef hangen, dat met ‘Long Enough To Leave’ al snel een ideale soundtrack bleek te zijn voor mijn dagelijkse beslommeringen als forens in de zomer. ’s Ochtends vroeg even rustig wakker worden als de aarde weer langzaam op voelt warmen en ’s middags als je de deur uitloopt en die namiddagse zon je huid voelt verwarmen. Opener Marbled Birds is voor beide scenario’s uitstekend, een stukje freewheeling gemixt met de relaxte west coast-vibe van een band als Allah-Las. De band heeft een nostalgisch gevoel zoals ook Ducktails dat heeft, maar het is zeker geen jaren ’60 revivalist-achtig gedoe. The Mantles leven wel degelijk in het heden en laten de andere kant van de west coast gitaarmuziek zien, zoals op het kleurige en ‘take-it-easy-garage’ nummer Hello. De gruis die de band op haar zelfgetitelde debuut had, is weggeblazen door een fijn briesje, dat duidelijk wordt geïllustreerd door het Real Estate-achtige Long Enough To Leave en Rapsberry Thights. De jangly gitaren gaan nog even door op de tweede helft van de plaat, die met het uptempo Bad Design en More That I Pay. Deze plaat voelt aan alsof je lekker luierend ligt te dobberen op een bootje in de zomer. Met je voeten in het water, een licht briesje en af toe een kleine golf die even de boot omhoog tilt. Niks meer aan doen. Ricardo Jupijn
The Daily Indie
The Mantles Long Enough To Leave (Slumberland Records)
Issue 6
albumrecensies
Issue #06
Jessica Pratt Jessica Pratt (Birth Records)
Een belofte te breken door een geheim te delen. Ik wil niet zeggen dat het me niets doet, maar het is het meer dan waard. Mijn lippen branden al enige tijd. Dat is de schuld van een bewonderenswaardige vrouw die zich samen met haar gitaar ophoudt in San Francisco. Ik heb het over Jessica Pratt en haar titelloze debuutalbum. Een eerste luisterbeurt doet vermoeden dat Jessica Pratt een onontdekte folk parel is die is ondergesneeuwd in het geweld van de jaren ‘70, maar niets is minder waar. Deze plaat kwam afgelopen winter uit (en pas eind mei in NL) waarvoor mijn dank uitgaat naar Tim Presley, ook be-
The Daily Indie
kend als White Fence. Hij is speciaal voor deze plaat een label gestart met de gedachte om deze aan de wereld te schenken.
plaat is gemaakt voor jou, maar wil je het delen met iedereen? Wat maakt een bepaalde plaat zo charmant en vertrouwd?
Jessica Pratt maakt intieme, verleidelijke en bovenal betoverende liedjes. Steek een kaars aan, zet deze plaat op voor je het weet begeef je je in een totaal andere wereld. Maar verdwalen doe je niet, Pratt houdt je hand stevig vast. Haar liedjes hebben een liefelijke en kinderlijke simpelheid, maar zijn zo doeltreffend.
De magie van sommige albums komt misschien door de manier waarop je er aan komt. Laten we daarom iets afspreken. Je mag deze plaat met één iemand delen. Die persoon doet dan vervolgens precies hetzelfde. We noemen het ons geheimpje en waag het niet deze te breken. Dat werd mij ook gevraagd. Ik beloofde het. Ik kon me er alleen niet aan houden. Alex Huis in ‘t veld
Waarom heb je het gevoel dat een
Issue 6
albumrecensies
Austra Olympia (Domino Recordings)
Issue #06
Drie minuten. Zo lang duurt het tot What We Done?, de opener op Austra’s tweede langspeler ‘Olympia’, van het minimalistische intro over gaat in een regelrechte discotrack. Pardon? Jawel. Op debuutplaat ‘Feel It Break’ uit 2011 mocht er af en toe voorzichtig gedanst worden, maar de Canadese band heeft op de opvolger de disco echt omarmd. Bewust, getuige frontvrouw Katie Stelmanis in elk interview benadrukt dat ‘Olympia’ “...is fundamentally a dance record”. De bombast is vervangen door beats en glitchy synthesizers, meer The Knife dan Enya. En Austra tapt duidelijk niet uit één dancevaatje. Zo begint Painful Like met Detroit-technobeats en horen we op Home houseinvloeden. Maar het niveau van deze singles wordt niet overal gehaald: ‘Olympia’ kent een aantal inwisselbare momenten. Wel is Austra – eerst toch een soort soloproject – nu duidelijk een echte band geworden, met meer ruimte voor achtergrondzangeressen Sari and Romy Lightman en een prominentere rol voor de muziek. De klassiek aandoende zang van Stelmanis is nog steeds het middelpunt; je moet ervan houden. Ook de dramatische thematiek is gebleven, maar deze keer is de concertzaal opgeleukt met een discobal. Robin van Essel
In een jaar kan er veel veranderen. De band wist zelf dat er iets moest veranderen. Eén richting had Sigur Rós al een tijd niet meer. Van het vertrouwde geluid maakte ze een stap naar rechts naar een luchtiger geheel, om bij ‘Valtari’ (die mei 2012 uitkwam) compleet naar links door te schieten in lange soundscapes. Binnen de band was er onenigheid, wat ervoor zorgde dat toetsenist Kjartan de band verliet.
Sigur Rós Kveikur (XL Recordings)
Wat overbleef was een herboren Sigur Rós. ‘Kveikur’ is het resultaat van een boost van creativiteit die het kreeg van de nieuwe situatie. Vanaf het begin is het meteen duidelijk dat de agressie en vooral de focus weer terug is. Opener Brennistein knalt er meteen hard in: stuwende drums, grote orchestraties, de bekende met strijkstok bespeelde feedback-gitaar. Alle bekende ingrediënten zijn present, maar draaien deze keer niet om de hete brij heen. Sterker nog, bijna alle songs (met Isjaki als meest duidelijke voorbeeld) hebben zelfs een herkenbare songstructuur in zich.Ondanks dat de songs gemiddeld nog steeds vier à vijf minuten lang zijn, is Sigur Rós zelden zo to-the-point geweest. Het is de frisse wind die de muziek inmiddels wel nodig had. En de songs zijn ook nog eens heel goed en klinken als een klok. ‘Kveikur’ is met gemak de beste en meest interessante Sigur Rós plaat in tien jaar. Wessel van Hulssen
The Daily Indie
Issue 6
Sudden Death Of Stars Getting Up, Getting Down
Baths Obsidian
Still Corners Strange Pleasures
Beaulieu Porch We Are Beautiful
Lust For Youth Perfect View
Cloud Boat Book Of Hours
Houndmouth From The Hills Below The City
Generationals Heza
Kanye West Yeezus
Charlie Boyer And The Voyeurs Clarietta
Majical Cloudz Impersonator
Shannon And The Clams Dreams In The Rat House
albumrecensies
Issue #06
Smith Westerns Soft Will (Mom + Pop)
Nog niet zo lang geleden verraste het piepjonge Smith Westerns met een aanstekelijke plaat vol glamrock-invloeden (‘Dye It Blonde’ uit 2011). Tieners met meeslepende tienerproblemen, gegoten in een lekker vettig jaren ‘70 jasje. Zo kan het dus gebeuren dat het drietal uit Chicago, dat ooit debuteerde met onstuimige lo-fi niemandalletjes, de volle aandacht van het muziekjournaille op zich gevestigd ziet voor hun derde album ‘Soft Will’. Bij eerste beluistering wordt al meteen duidelijk dat we met een totaal andere plaat te maken hebben dan zijn voorganger. De gitaren zijn een heel eind in volume en intensiteit teruggeschroefd en ook zanger Cullen Omori laat zich van een totaal andere kant zien: Die van de bedachtzame twintiger. Omori is de pathos voorbij, en
The Daily Indie
schotelt ons hier een reeks afgemeten popliedjes voor die nergens verdrinken in Weltschmerz. Deze ingetogenheid is een volstrekt nieuw concept in het werk van Smith Westerns, maar voelt nergens geforceerd. De truc is om deze liedjes niet te overschatten. Verwacht van deze jongelingen (nog) geen diepgravende overpeinzingen of hemelstormende lyriek. ‘Soft Will’ is vooral een geslaagde poging in het creëren van een popalbum dat al te gemakkelijke vergelijkingen met soortgenoten overstijgt. Het idee om de jaren ’70 invloeden te verpakken in jaren ’80 synths is een geslaagde productionele greep, die tracks als afsluiter Varsity precies de juiste dosis eigen smoel meegeven. Het purisme
dat bij veel retro-acts de kop opsteekt, staat niet hoog in het vaandel. Je kunt als band prima je invloeden eer aandoen zonder je klakkeloos te conformeren aan andermans gedachtegoed. Smith Westerns doen er hun voordeel mee door een plaat te maken die muzikaal en thematisch luchtiger en ingetogener is dan voorheen, en daardoor des te beter te behappen. Dat ze daarbij hebben nagelaten om briljante singles als Weekend (van Dye It Blonde) in te blikken, is niet meer dan een klein smetje op het succes van deze plaat. Soft Will is een nieuwe piek in de ontwikkeling van deze jonge band. Daar gaan we nog veel plezier aan beleven, de komende jaren. Jasper van der Put
Issue 6
albumrecensies
Mikal Cronin MCII (Merge Records/Konkurrent)
Issue #06
De bassist van Ty Segall’s band bewees op zijn zelfgetitelde debuut al dat hij solo een prima album af kan leveren, maar dat hij dit album in zich had zitten zagen we niet aankomen. Op zijn tweede plaat ’MCII’ heeft de twintiger het algehele niveau een flinke trap onder zijn reet gegeven en laat de songwriter zijn gezicht zien en durft hij zijn nummers te tonen zonder een bak distortion en gruis. Onder al die fuzzlagen komen nu powerpop-nummers van jewelste naar boven drijven die hi-fi en retestrak klinken. Vooral de balans tussen deze twee is de kracht van deze plaat, de ‘pop-kant’ klinkt moeiteloos en catchy, terwijl de ‘power-kant’ zorgvuldig wordt ingezet en op de juiste momenten voor een heerlijke boost zorgt. Los van het feit dat de sound verdomd soepel klinkt, is het gevoel van de liedjes ook in optimale conditie. Wetende dat Cronin ook nog eens bijna allemaal zelf heeft opgenomen. Toch voelen de nummers op ‘MCII’ erg speels aan en klinkt het alsof het live op is genomen met een hele band. Cronin klinkt vers, onbevangen en maakt een nieuwe start met deze plaat. Luister bijvoorbeeld eens naar Shout It Out, Weight, Change en I’m Done Running From You en je weet direct wat we bedoelen. De west coast lijkt voorlopig een nieuwe koning te hebben met Mikal Cronin. Ricardo Jupijn
Het benauwde, strakke, uit de bocht vliegende en claustrofobische geluid van Iceage is altijd fascinerend verwarrend en plezierig complex om naar te luisteren. Maar het blijkt dat de Kopenhaagse frontman Elias Bender Rønnenfelt ook wel eens zin heeft om zijn muzikale creativiteit in een andere mal te gieten, wat hij samen met Loke Rahbek van Sexdrome doet onder de naam Vår. ‘No One Dances Quite Like My Brothers’ is inderdaad wel even iets anders dan je gewend bent van de heren. Te beginnen bij het tweede nummer van de plaat: The World Fell. Dat direct de ongelooflijke potentie van deze gelegenheidsband laat zien. De ongelooflijk heerlijke en lompe rechtoe-rechtaan bassdrum, catchy melodieën, duistere sound, vage soundscapes en dreigende vocalen maken het een bizarre mix van vreemde muzikale partijen die perfect met elkaar weten samen te werken. Een soort muzikaal poldermodel. De rest van de plaat gaat door met speelse en (relatief) lichte melodieën voorzien van een gemeen duister randje, waarbij vooral het beat-gedreven Picture Of Today / Victorial in het oor springt. Deze ‘poppy’ nummers worden afgewisseld met instrumentale, ruimtelijke en experimentele nummers als Boy en het militaristische Motionless Duties en het meeslepende Into Distance. Een verrassende plaat waarop veel valt te ontdekken en liefhebbers van vintage elektronische muziek en war-folk zeer tevreden zal stellen. Ricardo Jupijn
The Daily Indie
Vår No One Dances Quite Like My Brothers (Sacred Bones Records)
Issue 6
albumrecensies
Issue #06
Savages Silence Youself (Pop Noire)
Hoeveel postpunkrevivals zijn er nu al geweest? Vijf? Zes? Interpol, Franz Ferdinand, Blood Red Shoes en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Bands die ooit begonnen met de donkere sound zoals hun collega’s uit eind jaren zeventig het voordeden. Maar langzaamaan evolueerden die hedendaagse postpunkers naar opzwepende bands, met een publiek dat niet meer depressief voor zich uit staart maar vrolijk over de festivalweide springt. Maar dát was niet de bedoeling. De authentieke postpunk was boos, ontevreden, zat verveeld op de kunstacademie. Een genre dat werd aangevoerd door Johnny Rotten’s Public Image Limited en werd opgevolgd door bands als Wire, Au Pairs en The Fall. Dát is postpunk. Gitzwarte gitaren die je in een afgrond
The Daily Indie
lijken te duwen. Diepe bassen die je de kamer doorsmijten. Dát is echte postpunk. Albums die je met een unheimisch gevoel achterlaten op je koude, ongezellige zolderkamertje. Dát is...ok, genoeg over de hoogtijdagen. De Londense Jehnny Beth en haar drie bandleden voeren ons onder de naam Savages terug naar het regenachtige Londen van eind jaren zeventig. Hun debuut ‘Silence Yourself’ doet nog het meest denken aan de begintijd van Siouxsie and the Banshees: een bak rauwe herrie met alleen een baspartij waar je aan vast kunt grijpen. In het zwart gekleed, met intens boze koppen en een zangeres die het zusje van Ian Curtis had kunnen zijn. Het is geen vereiste maar wel een pré. Op
nummers als Shut Up, I Am Here en Husband springen we niet met z’n duizenden tegelijk vrolijk op en neer, maar rennen met vijftig anderen een dikke mosh pit in. Met als rustpuntje het instrumentale Dead Nature, waarbij het inderdaad klinkt alsof Moeder Natuur haar laatste adem uitblaast. Een wereld die enkel uit zwart-wit bestaat blijft over waar ‘Silence Yourself’ de soundtrack van is. Langzaam aan raast Savages de wereld over, met optredens bij Jools Holland en Jimmy Fallon. Deze vier Britse postpunkers draaien vrolijkheid de nek om. Zoals het hoort in de postpunk. Revival nummer zeven? Shut up, Savages gaat door waar Londen in 1984 mee stopte. Sophie Westhiner
Issue 6
albumrecensies
Bass Drum Of Death Bass Drum Of Death (Innovative Leisure)
Issue #06
Acht april lekt het eerste nummer Shattered Me van het gelijknamige album van ‘Bass Drum of Death’ al uit, en dit schiep meteen hoge verwachtingen. Gelukkig hoefden we dan ook niet lang meer te wachten op het uitkomen van het gehele album. Innovative Leisure Records bedacht deze opvolger van debuutalbum ‘GB City’ namelijk al 28 mei uit te brengen in plaats van het voorspelde eind juni. En dat is mooi, want deze zomer kan deze plaat niet ontbreken. De heerlijke garage past perfect bij een biertje en een hoop gezelligheid. Voeg hier gelijksoortige bands als Ty Segall, Jay Reatard en Wavves aan toe en je hebt de perfecte zomeravond. Het gitaardeuntje van Such a Bore doet ook nog eens sterk denken aan Allah Las, wat later dan wel weer overgaat in een melodielijn die van Black Lips had kunnen zijn. Melodieuzere nummers als Fine Lies, Such a Bore en Crawling After You springen er toch wel uit, maar Shattered Me blijft het hoogtepunt. Check ook zeker die videoclip, aanrader! Alhoewel dit album met zijn elf nummers maar zo’n half uur duurt, is het zeker de moeite waard te om hem eens te gaan beluisteren als je dat nog niet gedaan hebt. Het doet dan wel sterk denken aan andere artiesten en is misschien ook niet heel verrassend, maar ‘Bass Drum of Death’ bevat wel bijzonder lekkere mee-dein-no-worries-BIER-muziek. Maartje Knaap
Alternatieve Rock met, zoals de naam al verklapt, veel invloeden afgekeken van surfmuziek. Veelgenoemde muzikale ankerpunten zijn Weezer, Vampire Weekend en Pavement. Dat ze een tour lang het voorprogramma van Interpol hebben verzorgd heeft dan weer weinig muzikale onderbouwing. Debuutalbum ‘Astro Coast’ deed het goed, en in aanloop naar de release van de opvolger is er getekend bij een major label. Wordt dit het moment voor Surfer Blood?
Surfer Blood Pythons (Kanine Records)
Om meteen met de deur in huis te vallen: waarschijnlijk niet. Belangrijker is dat Surfer Blood op moet letten hun bandnaam niet te verloochenen. Waar op hun debuut nog de surf en het bloed goed te horen waren, ligt het bij ‘Pythons’ allemaal wat meer onder het oppervlak. De scherpe randjes zijn er genadeloos af, iets wat wel vaker gebeurt wanneer een band tekent bij een grote platenmaatschappij. Is dat erg? Niet per definitie. De eigen sound mag dan nu wel wat teruggeschroefd zijn, de songs zijn (nog steeds) bijna allemaal goed tot heel goed. Singles Demon Dance en Gravity voorop. Gelukkig maar, want het is zo’n beetje het enige wat nog overblijft nu het surfen en bloeden voorbij is. Ondanks dat het op het eind wat inzakt en de sound algemener is geworden, is ‘Pythons’ een goed album. Op naar de volgende. Wessel van Hulssen
The Daily Indie
Issue 6
albumrecensies
Issue #06
Jagwar Ma Howlin (Marathon Artists)
De grote deuren van de psychedelische en experimentele groove van Jagwar Ma openen zich langzaam als What Love de debuutplaat van de Australiërs opent. Terwijl je wordt verblindt door het schijnende licht dat er achter vandaan komt, glippen er steeds meer subtiele en spannende muzikale laagjes doorheen en trekken de sjofele beats steeds meer aan. Ondertussen kruipen oprichters Jono Ma en Gabriel Winterfield stiekem als insecten onder je huid, om je te infecteren met hun verslavende en onweerstaanbare nummers. Single The Throw is een uitstekend voorbeeld, de Madchester sound van de jaren negentig acid-house (denk Stone Roses/ Happy Mondays) wordt door dit fascinerende duo op een spectaculaire manier in volle glorie herleeft. De naald groeft
The Daily Indie
zich door een partij scherpe synthesizers, schitterende harmonieën, rake gitaarpartijen en nog veel meer beats waar je je niet tegen kunt verzetten. De muziek kruipt door je hele lichaam, zoals het geval is op That Loneliness en Uncertainty, waar het onmogelijk is om niet gepast mee te grooven en ondertussen high te worden als je langs de psychedelische jaren zestig sound van Come Save Me komt. Voordat je weer volledig wakker wordt geschud op Four: een staaltje prog-house die het album doormidden breekt en met één knallende beat de basis vormt voor een hoop heerlijk freaky op- en afbouwtjes. Met Let Her Go wordt het tweede deel van de plaat plotseling geopend door een rammelige gitaar, luchtige vocalen en een lichtvoetige
drumpartij. The Beatles schijnen hun licht op Man I Need, waarbij je rustig je ogen kunt sluiten, naar achterstevoren afgespeelde gitaren en fluitende vogels kunt luisteren en je fantasie volledig de loop kunt laten gaan. Al zwevend laat je de muzikale MDMA op je inwerken, waarbij je rustig down stream gaat met Did You Have To en vervolgens met zachte synths en gitaren ondergedompeld wordt in afsluiter Backwards Berlin. Deze plaat is grotendeels in de zon liggend en met de ogen dicht geschreven, waarbij je een volledig ervaring beleeft. Je gaat dingen zien en voelen als je je geest helemaal loskoppelt van je bewustzijn. Niet dat ‘Howlin’ anders een minder goede plaat is, want het is een meesterlijk en verslavend debuut. Ricardo Jupijn
Issue 6
NL albumrecensies
Jesus And The Christians The Pros and Cons of Hell (Universehell)
Issue #06
Cosmo V No Street Name (Kindred Spirits)
Jesus And The Christians is het Heilige Geesteskind van multi-instrumentalist en producer Pim van de Werken, en de titel van zijn nieuwe EP is ‘The Pros and Cons of Hell’ (gereleased op zijn eigen label, Universehell, natuurlijk). Dat is nog eens een binnenkomer, niet?
Het Utrechtse Cosmo V brengt met ‘No Name Street EP’ vier warme en heerlijk fuzzige nummers uit, de Molukse zangeres creëert een onmiskenbaar fijne sound op haar tweede EP. Een geluid dat diep gaat, maar ook zeker een heel erg lo-fi gevoel in zich heeft, wat aan Friends en Lykke Li doet denken.
Meer? Oké. De liedjes gaan over thema’s zoals 9-11, copyright op aids-medicatie, indoctrinatie van helle-angst in kleine kinderhoofdjes, telkens gepaard met idiosyncratische, maar toch verdomd lekkere catchy muziek. Single Copyright Kills Kids In Africa is exemplarisch voor de hele EP: dansbaar, groots, ongemakkelijk. Het schommelt continu tussen mineur en majeur, net zoals de rest van de EP: vrolijke klanken met duistere inhoud.
De nummers zijn individueel sterk, zoals het spannende en ontzettend groovende Desire Will Bring You Sorrow, het loopende No Name Street, het mysterieuze Nightrider en het experimentele With The Wild Beasts. Toch passen alle nummers als een warme handschoen die in de winter heel even op de verwarming heeft gelegen voordat je naar buiten gaat. Pracht van een EP, fysiek te koop bij uw betere platenzaak. Ricardo Jupijn
Een anti-zomerhit, dus. ‘The Pros and Cons…’ is een heerlijk donkere, ongemakkelijke, dansbare, cynische en tegelijkertijd euforische plaat. Kortom: laat deze beker niet aan je voorbijgaan. Rinze Voorberg
The Daily Indie
Knalland Knalland (Knalland)
Kanaleneiland is tegenwoordig niet meer een ghetto, maar een creatieve broedplaats! Knalland is hiervan het bewijs: een massaal project bestaande uit ruim vijftig muzikanten die het hele muzikale spectrum vertegenwoordigen. Het hele album is een mengelmoes geworden tussen hard en zacht, groots en intiem maar ook elektronisch en akoestisch. Het massale werkt soms tegen. In Stones worden meerdere vocals op zulke epische wijze gebruikt dat het refrein erg aan de soundtrack van The Lion King doet denken. Verder is de plaat onvoorspelbaar dankzij ongebruikelijk combinaties van genres. Zoals in Summer Colony waar akoestische instrumenten met elektronische beats worden afgewisseld. Knalland is dan ook gedurfd én geslaagd project dat Kanaleneiland als creatieve hub op de kaart zet. Wie weet wat voor muziek er binnenkort uit de zogenaamde ‘shariawijken’ gaat komen… Stephen Bell
Issue 6
SPECIAL
INTERVIEWS
CHILDHOOD THE WYTCHES Cousins Charlie Boyer
And The Voyeurs
+ LIVE-VERSLAG
The Daily Indie
Issue 6
interview
tekst Ricardo Jupijn The Wytches uit Brighton waren een absoluut hoogtepunt van de nieuwe jonge honden-bands op The Great Escape. Live en op plaat is zanger/gitarist Kristian Bell een exacte, haast bizarre mix van Jack White, Alex Turner en Kurt Cobain waarbij de andere twee bandleden hem haarfijn aanvullen op bas en drums. Waar zijn jullie allemaal druk mee op het moment jongens? “We zijn net op tour geweest met Drenge, waarna we nog vier noordelijk headline shows hebben gespeeld. Verrassend genoeg was het allemaal vrij tam daar.” Zeker in Holland is The Wytches nog een relatief nieuwe band. Kun je me wat vertellen over jullie? “We spelen met ze drieën, we hebben elkaar leren kennen op de universiteit waar we naartoe gingen. Onze muziek is een balans van zware en ingewikkelde factoren. Live komt onze sound uit de richting van de jaren ‘50 surfmuziek. We komen oorspronkelijk uit Peterborough, maar daar gebeurde niks, dus toen zijn we naar Brighton
The Daily Indie
verhuisd. Onze ideeën en de progressie die we maken zijn allemaal onze eigen ideeën. Op een of andere manier hebben we het gevoel dat we iets aanslaan, maar we zijn er niet zeker van wat dat is.” Hoe zouden we jullie band het beste kunnen omschrijven? “Zwaar en duister. We zijn ook al genoemd als psych- en garageband. Daar zijn we het toch niet echt mee eens. Ons geluid draait om een sombere blik op de jaren ’60 en ’70. We stoppen veel onszelf in de live-shows en daar komt altijd een hoop energie en agressie uit.” Wat moeten we écht weten over jullie? “We are nice people.” Wat is het beste aan het spelen in The Wytches? “Vernieling, schreeuwen, stress kanaliseren en componeren.” Kun je ons iets vertellen over het maken van jullie laatste EP? “We hebben het opgenomen in de Toe
Rag Studios in Oost-Londen, waar we hebben gewerkt met Liam Watson (o.a. White Stripes red.). De studio is van hem en hij heeft daar echt een unieke manier van het opnemen van alles. Het kostte ons twee dagen om alles op te nemen, we hebben alles live opgenomen met eenpaar overdubs.” Welke muziek luisteren jullie zoal? “Heel veel Bright Eyes. Maar echt een hele hoop bright Eyes. Ook Electric Wizar, Black Sabbath. Verder inspireert ons niet echt veel als een band. We luisteren allemaal naar verschillende muziek. Het is zeldzaam als we allemaal heel erg into dezelfde muziek zijn.” Kun je ons drie niet-muzikale invloeden op je muziek geven? “Bedrieglijke meisjes, sociale verwarring en beschouwing binnen religie.” Wat zijn muzikanten die je hebben geïnspireerd om muziek te gaan maken? “Conor Oberst. Leonard Cohen. Bob Dylan.”
Issue 6
The Wytches
“ Op een of andere manier hebben we het gevoel dat we iets aanslaan.”
Jullie favoriete bands/albums van dit moment? “METZ – ‘METZ’. The Shins – ‘Wincing The Night Away’. Arctic Monkeys – ‘Humbug’. Leonard Cohen – ‘Songs From A Room’ en ‘L.A. Woman’ van The Doors.” Wat zijn jullie plannen voor de rest van het jaar? “We maken nog een 7”-inch met een video. Daarnaast gaan we heel
The Daily Indie
veel toeren en een album opnemen! Algemeen hard werken en allemaal van dat soort dingen.” Wat is het eerste dat je gaat doen als je in juli in Holland aankomt? “Diep ademhalen en mijn adem refelceteren als die zoete Hollandse lucht inadem. Daarna slapen en een geode show spelen. Ik ben al jaren niet meer buiten de UK geweest, dus ik ben er helemaal klaar voor!”
Issue 6
interview
tekst Ricardo Jupijn De fuzzy, Londense gitaarband Chilhood buzzt op The Great Escape heftig door het kuststadje. Met een paar goede singles op hun naam en wat hulp van bekende hedendaagse ‘hype-makers’ gaat het snel voor de jonge muzikanten. Er hangt dan ook een opgewonden en enthousiaste sfeer rond de live-shows van de band. We spreken ze in Brighton in de zon aan de kust.
maken van een goede omelet als in het schrijven van een goede song.”
Goedemiddag jongens, hoe gaat het ermee? “Hello! Het gaat bijzonder lekker met ons. De zon schijnt en ik heb geen broek aan.”
Er hangt nogal een buzz rond jullie band, over het feit dat jullie de nieuwe Vaccines of Palma Violets zouden zijn. Merk je die buzz of druk live of als je een nieuw nummer uitbrengt. “The buzz is erg fijn, maar we proberen daar niet mee bezig te zijn. Voor ons is het veel belangrijker om te merken dat we telkens beter worden als band, zowel live als met het schrijven van nummers. Er is geen beter gevoel dan het spelen van een goede show, of het gevoel hebben dat je zojuist een keiharde ‘banger’ hebt geschreven. Maar goed, er is geen moment dat we op de hype gaan varen of op onze lauweren gaan rusten. Het spelen in een band gaat om constante verbetering van jezelf, en zolang dat gebeurt zit je goed!”
Hoe was de The Great Escape voor jullie? “Het was echt een te gek weekend. Onze tweede show van het weekend was fantastisch, veel van onze vrienden waren er en we hebben vele goede bands kunnen zien, we zijn nog wezen skinny dippen en we hebben nog een ezel bereden.” Vooral in Holland is Childhood nog een relatief nieuwe bands, kun je iets vertellen over de band? “We zijn allemaal fantastische koks. We stoppen net zoveel moeite in het
The Daily Indie
En voor lezers die jullie echt niet kennen, hoe kunnen we jullie het beste omschrijven? “Onze muziek is gepassioneerd en sexy. Als je van gitaren houdt, dan vind je Childhood cool. We klinken als laatste eruptie van een stervende vulkaan.”
Denk je dat jullie op een andere plek in jullie carrière hadden geweest als er geen internet was geweest? “Muziek is zo compleet anders zonder het internet. Ik denk dat het een stuk interessanter en opwindender zou zijn omdat er veel meer focus zou zijn op de live-shows van bands. Muziek was frisser en gevaarlijker voor het internet, en de scenes waren meer authentiek. Het internet betekent dat bands bijna uit het niets een hype kunnen worden, maar ik vind het toffer als je de band alleen echt kunt leren kennen, en kunt beoordelen, door middel van hun shows.” Wat móéten we echt weten over jullie? “Dat ons debuutabum hét evenement van de eeuw gaat worden.” Wat vinden jullie het allerleukst aan de muziek die je maakt met Childhood? “Ik hou van het feit dat als de wereld vergaat, dat er geen enkele spoor van onze muziek meer is. Die gedachte is zo eng dat je het moet omarmen.” Om een gevoel van jullie inspiratie te krijgen, waar luisteren jullie naar in de bandbus?
Issue 6
Childhood
“ Ons debuutabum gaat hét evenement van de eeuw worden.” “Van alles! We hebben vooral de laatste van Tame Impala ongeveer 79 keer gedraaid tijdens de laatste tour. We hebben er nu bijna een hekel aan. We luisteren ook veel naar The Cure, soms Daryl Hall & John Oates en een beetje Limp Bizkit.” Wat inspireert jullie op dit moment? Er zit een patroon in mijn koffie dat me doet denken aan een geest. De lucht heeft een fantastische, blauwe schaduw en ik heb net een rups voor de eerste keer in drie jaar tijd gezien. Al dat soort dingen inspireren me.” Kan je ons drie niet-muzikale invloeden op je muziek geven? “Babes, het bestaan van aliens en herten.”
The Daily Indie
Wat zijn je favoriete bands/albums van dit moment? “De nieuwe Deerhunter is fantastisch. Mac DeMarco wordt beter en beter en het album van Splashh is echt geweldig, en ik kan niet wachten tot het nieuwe album van Smith Westerns uitkomt.”
Check. Wil je nog iets anders delen met onze lezers? “I love you.”
Wat zijn de plannen voor de rest van het jaar? “We doen een hoop festivals dit jaar, wat te gek moet worden, en we kunnen niet wachten om ons debuutalbum op te gaan nemen!” Nog specifieke dingen die je wilt doen dit jaar? “De wereld overnemen.”
Issue 6
LIVE-VERSLAG
LIVE-VERSLAG
tekst Ricardo Jupijn & Joris Postulart
Vers ingevlogen en ingecheckt in ons hotel (met zeezicht!) laat het zonnige plaatsje Brighton zich nog volledig raden voor uw onwetende verslaggevers. Wandelend door de zeer smalle en drukke straatjes van de zuidelijke kuststad bespringen vintage winkeltjes, restaurantjes, platenzaakjes en talloze andere particuliere zaakjes je van alle kanten. Even een lekkere Britse hamburger scoren and we’re good to go!
donderdag 16 MEI Het volle programma, met 350 artiesten, begint al vroeg op de dag om iedereen hun gewilde plekje op het festival te kunnen geven. Eén van die artiesten die we toevallig al vroeg tegen het lijf lopen is onze eigen Blaudzun, die in de kelder van de Komedia al direct een volle zaal mee weet te krijgen. De singer-songwriter heeft de nodige shows gespeeld met zijn laatste plaat ‘Heavy Flowers’ en dat is goed terug te zien. Een moeiteloos, overtuigende set weet het publiek enthousiast te krijgen en breekt The Great Escape direct open. Als old fashioned toeristen gaan we weer op pad door het compacte en snel overzichtelijk wordende centrum van de stad. De venues liggen over het algemeen niet ver uit elkaar, met een gemiddelde loopafstand die ergens tussen de drie en maximaal tien minuten ligt. Al is het af en toe wel een speurtocht om een zaal te vinden. Zo lijkt de Coalition op ons plattegrondje aan de weg aan het strand te liggen. Na
The Daily Indie
zes keer langs de rij gebouwen aan het strand te zijn gelopen, en we inmiddels ook een groepje hebben verzameld met meer zoekende festivalgangers, blijkt de tent zich onder de weg te bevinden aan het strand. Na het trappetje af te zijn gedaald duiken we een bunker in die normaal gesproken waarschijnlijk als foute club wordt gebruikt. De bijzondere plek, met grote gewelven die de bovenliggende straat doen zweven op een volgepakte zaal, opent op het moment haar deuren om alle nieuwsgierigen de heren van Girls Names op te zien treden. De band komt hun laatste plaat ‘The New Life’ live vertolken. En dat lukt goed. De nummers staan als een huis, klinken strak en doen recht aan de duistere doch open sfeer van de muziek. Het is ongeveer het moment dat de biertjes voor het eerste getapt worden en dat de festivalgangers een beetje warm beginnen te lopen (en nog lekker fris en popelend is), maar hier speelt de band niet heel erg op in. Ze zitten haast in een soort bubbel ten grootte van het podium, wat wel ten goede komt aan de ster-
Issue 6
Live Verslag ke instrumentale stukken in hun muziek en de nummers die ze heerlijk uit weten te rekken. De band is ontzettend gefocust, maar misschien wel net iets te veel van het goede. Het lijkt wel alsof ze in de studio zijn, in plaats van op het podium. De volgende act is een persoonlijke favoriet van ondergetekenden: Mac DeMarco. De Canadese excentriekeling brengt zijn korte, schelle maar o zo rake liedjes zoals we van hem gewend zijn: vol nonchalance en humor. Bij het jonge Engelse publiek gaat het er goed in. De hitjes van zijn laatste plaat, Ode To Viceroy en Freaking Out The Neighbourhood worden nog net iets enthousiaster ontvangen dan de rest van de set. Als hij zijn optreden afsluit van een brute verkrachting van The Beatles’ Blackbird is het compleet. Mac DeMarco toont zich als geboren en inmiddels ervaren performer. Feathers uit de Verenigde Staten is een synthpopbandje, naar eigen zeggen de allereerste ‘all-female’. Dat de drummer een baard heeft waren ze blijkbaar even vergeten, maar de vier charmante dames weten wel indruk te maken. Hoewel ze er wat verlegen bij staan, is de muziek spannend en bedwelmend. Een knap optreden van de vier mooie nerd-dames, verkleed als hippe meiden. En een drummer. Het is in ieder geval één van de meeste opvallende bandnamen dit festival: Charlie Boyer & The Voyeurs. We zien de lange frontman over zijn microfoon gebogen staan hangen in, wat later onze ‘stamvenue’ blijkt te zijn: The Haunt. Bij de Londense ‘glamorous rock ’n roll’ makende band valt vooral het geluid van begin tot eind op bij deze show. En dan niet zozeer de sound maar eerder het volume daarvan. De muziek van de band is dynamisch, vloeit en swingt, maar komt hier telkens vooral als één grote, lompe stenen muur op je afzetten. Met een beetje muzikale voorkennis van Charlie’s muziek blijven de nummers gelukkig nog wel overeind en komt de soepele en beweeglijke muziek wel lekker over, maar als Charlie Boyer-leek is het niet gek als je het
The Daily Indie
Mac DeMarco
idee hebt dat de band een soort rock ’n roll-shoegaze aan het maken is.
zichten, daar zelf anders over zullen denken.
De Belgische band Balthazar gaat al eventjes mee, wat ze in Brighton ook bewijzen. Ze moeten alles nog opbouwen als het café als stampvol zit, wat de nodige irritaties van de roadies opwekt. Als ze eenmaal begonnen zijn, en ze als tweede track Fifteen Floors inzetten, zit de sfeer er goed in. Hoofdjes knikken tevreden mee en hier en daar wordt er meegezongen. Balthazar bewijst zich als een ingespeelde band, met knappe vierstemmige zang, veel dynamiek en een originele ritmesectie. Ook de nieuwe, minder bekende tracks zijn vaak adembenemend. Een prachtshow, hoewel ze, gezien hun chagrijnige ge-
Op een of andere manier is het geluid wel eens vaker een dingetje tijdens The Great Escape, zo ook tijdens Blue Hawaii in het auditorium van het Brighthelm Centre waarbij er meer is te voelen dan dat er echt muziek te horen is. De geraffineerde electro-pop van het duo uit Montreal mist hierdoor het grootste gedeelte van haar dynamiek en melodie, waardoor de muziek totaal niet uit de verf kan komen. Af en toe komt er door de doffe en harde geluidsmuur een toffe melodie zetten, maar over het algemeen hebben we te weinig kunnen horen om er echt iets zinnigs over te zeggen. En daar bovenop is er kennelijk ook
Issue 6
Live Verslag geen lichtman aanwezig, waardoor DJ Alex’ Agor’ Cowan en zangeres Raphaelle Standell-Preston redelijk wegvallen op het podium van deze grote hal en zelf ook vragen of iemand misschien wat licht aan kan doen. Er zat vast meer in, want debuutalbum ‘Untogether’ is erg sterk, maar het kwam er niet helemaal uit voor het duo. Phosphorescent speelt laat, maar weet een grote zaal in bedwelming te brengen. De folky songs hebben soms heftige uitbarstingen die we vooral kennen van postrockbands als Explosions In The Sky, maar over het algemeen neigt de band meer richting Bruce Springsteen, met hier en daar een uitstapje naar de country. Mooie sound, mooie liedjes en mooie samenzang. Prima band om de donderdag mee af te sluiten. VRIJDAG 17 MEI De vrijdag beginnen we rustig met een Engels ontbijt, de benodigde hoeveelheden koffie, ijskoude cola’s en wat conferenties over blogs en DIY in het muzikale landschap. Leuk leuk, maar het muziekprogramma begint tegelijkertijd weer tot leven te komen en er staat genoeg op het programma vandaag. We beginnen de middag met de Canadese band COUSINS in de kroeg The Blind Tiger. Het blijkt ook een heerlijke band te zijn om zo’n
cousins
tweede dag mee te beginnen. Even lekker de motor aanslingeren met een potje lo-fi garage die wordt gebracht door een goedlachse dame en heer, die alles doen met een gitaar, een drumstel en zang. Die niet te moeilijk doen en een sterke set met goede nummers neerzetten. De band heeft een album ‘The Palm At The End Of The Mind’ uitgebracht vorig jaar, maar heeft recent ook een nieuwe opgenomen, die richting het einde van dit jaar zou moeten verschijnen. En dat belooft, luisterend naar de heerlijke slacky groove die ze mixen met pakkende melodieën, gekke intervallen en een solide lo-fi sound, erg veel goeds. De plannen van de band zijn om dit najaar nog eens naar Nederland te komen; wij houden je op de hoogte. Rond een uurtje of vier in de middag is er elke dag een pauze in het programma tot ongeveer zeven uur, om wat bij te komen van het middagprogramma, wat te eten en uiteraard om losse feestjes te bezoeken die overal rondom het officiële programma heen worden gepland. Zo ook het feestje dat door het Londense label Heavenly Recordings (o.a. Toy, Temples, Sea Of Bees en Stealing Sheep), dat onderdeel is van The Alternative Escape wordt gegeven op de binnenplaats
The Daily Indie
van een aantal bewoners. Met daarop onder meer The Wytches (daarover later nog veel meer), Splashh, Temples en Charlie Boyer & The Voyeurs. Iemand heeft zo te zien zijn garage voor deze middag opgeruimd en de luiken omhoog gedraaid zodat de bands, tussen de haaks op elkaar staande huizen en de hoge schuttingen in, een bijzonder intieme setting spelen. Er kunnen hier ongeveer honderd bezoekers staan, waardoor het supercompact en kleinschalig blijft. Een band die wij bijzonder hoog hebben zitten en interviewden in issue #03 is het Londense Temples. De flamboyante kleding van de jonge muzikanten maakt hun psychedelische sixtiesrock vanmiddag helemaal af. Deze band heeft het allemaal: onweerstaanbaar goede nummers, de looks, de sound, de attitude, ach, noem het en ze hebben het. Het is alleen nog wachten op die debuutplaat, maar daar wordt druk aan gewerkt vertelt de krullerige zanger bij navraag. Het brutale Velcro Hooks lijkt al een aardige hype te hebben gecreëerd in hun thuisland, getuige de grote groep jonge fans. De liedjes van de jongelingen zitten vol goede refreinen, welke ze verpakken in een rauw, energiek
Issue 6
Live Verslag
TEMPLES
THE WYTCHES pakketje rock ‘n’ roll. Repetitieve baslijnen, dissonante gitaarpartijen en opgefokte drums. Velcro Hooks klinkt als een aan-lager-wal-geraakt Kensington, dat besloten heeft voortaan alleen nog maar vervreemdende punktracks te schrijven en coke te snuiven. Een interessante live-band, veel beter dan op plaat. Alles gaat los, alles mag kapot. De bandleden spelen alsof hun leven ervan afhangt, wat het gebrek aan schoonheid in de liedjes prima compenseert. Prima band voor de punkkids onder de twintig, de meer ervaren luisteraar zal gezien het puberale randje eerder afhaken. Maar dan, ergens rond 21.15 in The Haunt , tikt een band vier keer af die het hele weekend op zijn kop zou gooien: The Wytches. Het is gelijk raak, de drie jonge honden spelen alsof er een bijl naar beneden komt zetten als ze maar twee seconden
The Daily Indie
niet honderd procent geven. De band speelt vanavond in thuiswedstrijd en is in absolute topvorm. Vooral de bizarre muzikale staaljes van zanger en gitarist Kristian Bell zijn een genot om naar te kijken en luisteren. De frontman is een haast bizarre blend van Jack White, Alex Turner en Kurt Cobain. Het is haast verbluffend welke energie, riffs en sounds hij uit zijn gitaar en strot weet te krijgen. Een mega-mega-talent. Na een goede 25 – 30 minuten verlieten we met een gigantisch goede ‘slap in the face’ weer het gebouw. Wauw. Drenge, bestaande uit de Britse broertjes Eoin en Rory, weet vanaf minuut één te overtuigen. De jonge drummer is de blikvanger voor de enthousiaste dames, terwijl de oudere gitarist/zanger als een soort Ian Curtis met zijn ogen dicht en gitaar om zijn nek het talentje is. De minimale bezet-
ting lijkt een steeds meer voorkomende bandgrootte, in navolging van het succes van bands als Japandroids en The Black Keys. Drenge onderscheidt zich door de focus te leggen op blues en stoner, gegoten in een rock-’n’rock-meeknik-mal. De oudste van het duo moet nog twintig worden, maar de broers breken de complete tent nu al af. Een duo om in de gaten te houden. Deze editie is Mikal Cronin natuurlijk onze coverheld, die ook in Brighton geprogrammeerd staat en wel in het prachtige The Dome Studio Theatre. Cronin speelt energiek, overtuigend en beheerst door het intensieve toeren alles tot in de puntjes. Hij speelt zonder veel te zeggen en zet het ene liedje na het andere liedje in. De band heeft dan ook wel een bijzonder sterke setlist die afgewerkt moeten worden. Vooral van zijn nieuwe en bijzonder goed ontvangen power-
Issue 6
Live Verslag pop-album ‘MCII’, nummers als Shout It Out, Weight, Change, Am I Wrong en ga zo maar door. Powerpop op het hoogste niveau. Cronin’s ongelooflijke hoeveelheid tourkilometers, gemengd met zijn songwriter-kwaliteiten kan het nog wel eens spannend gaan maken wie de onbetwiste west coast garage-koning is. Brighton heeft hij in ieder geval al veroverd. Jeremy Earl startte Woods in 2005 als solo-project, maar acht jaar later staat er een complete band te knallen op één van de hoofdpodia van The Great Escape. De folky songs komen overtuigend over, hoewel de aandacht elk nummer wordt getrokken door de losschietende band één van de gitaristen, die tegelijkertijd z’n gitaar omhoog moet houden en spelen. Tien seconden na het intro van elk nummer schiet de band weer los en gaat er een golf van lichte medelijden door de zaal. De band raakt hierdoor niet optimaal in haar spel, maar weet toch een overtuigende set neer te zetten. Het typerende hoge stemgeluid van Earl is perfect in balans met het instrumentarium, wat ervoor zorgt dat met name de nummer van het laatste album Bend Beyond goed uit de verf komen. Ook de meer richting post-rock en psychedelic neigende intermezzi en outro’s blazen de goed gevulde zaal omver. Woods lijkt nog niet op de top van haar kunnen, maar bewijst wel over een hele rits prachtliedjes te beschikken. ZATERDAG 18 MEI De laatste dag van The Great Escape laat zich inmiddels al raden denk ik: dat wordt weer bandjes checken! Voor de echte die-hards beginnen de eerste bands al om twaalf uur ’s middags, gezien het programma beginnen wij even iets later en reizen we naar af naar een independent platenbeurs die in een lokaal buurthuis wordt gehouden. Waar ineens overal platen voorbij komen die we alleen maar ‘van het scherm’ kennen. Berooid en vol tasjes struinen wij weer de heuvel af richting de zee, waar we gelijk door konden lopen naar een aangename en gratis barbecue aan het strand. Waar we in de Concorde 2 graag Jagwar Ma
The Daily Indie
THE ORWELLS wilde zien, maar die bleken hun tour te hebben gecanceld. Daarvoor in de plek kwam Hungry Kids In Hungary. Daar houden we het graag bij... (Dat gaat ‘m effe niet worden voor ons.) Gelukkig zien we daarna een band die alles goed maakt: The Orwells. Vijf snotjochies van 18 jaar oud uit een buitenwijk van Chicago die niets vernieuwend doen, maar het wel verdomd lekker doen. Deze show is de laatste van de tour en dus de ‘allesnaar-de-klote-show’, waarbij bandleden en instrumenten het allemaal niet meer op een rijtje hebben. Heeft zo zijn charmes, maar het kan wel lullig overkomen als je opkomt met de mededeling: “uh, we’re so pissed” en afgaat met: “good luck for the next band.” Maar goed, los van die momenten was het wel erg goed en vooral erg meeslepend. De hele band stort een bak energie op de zaal uit die niets minder dan ongelooflijk aanstekelijk is, waarbij zanger Mario Cuomo toch wel een hoogtepuntje is. Hij is eigenlijk de exacte match tussen Robert Plant en Roosbeef. Hij staat als een soort wild beest op het podium, met zijn lange haar en zijn gekke ogen die alle kanten opgaan, waarbij het af en toe net een soort tenniswedstrijd lijkt als hij van links naar rechts en van boven naar beneden over het podium heenvliegt. Buiten adem en vol over-
gave doet The Orwells eigenlijk denken aan The Strokes toen ze nog jong en ‘exciting’ waren. Absoluut één van de hoogtepunten van de zaterdag. Bij de volgende venue (Digital), staat een rij van pak ‘m beet vijftig meter en die komen voor een avondje hippe beats van MØ en Chvrches, de electropop-internet-sensaties van 2013. Gelukkig komt daar het voordeel van een ‘delegate-bandje’ om de hoek kijken, want dan sta je in een aparte rij/ helemaal geen rij en kun je snel/direct doorlopen. Eenmaal binnen is het net mogelijk om af en toe om de hoek te kunnen kijken en belachelijk veel hippe bliepjes, een Lana Del Rey-achtig stemmetje en dikke beats te horen. Electronic soul noemen de bands dat zelf. Jaja… Half flauwvallend verlaten we weer het gebouw. White Fence. Absolute held die op zijn tour The Great Escape aandoet. Geef ons elektronische portie maar aan Fikkie, wij willen gitaren! Met zijn nieuwe plaat ‘Cyclops Reap’ trekt hij als een stierenvechter door Europa, met zijn gitaar hoog tegen de borst die hij haast als een rode lap voor het publiek houdt. En dat is ook wel de kunst van Tim Presley, de springerige overgangen, plotselinge wendingen, over elkaar heen vallende en door elkaar lopende partijen. Eén halve rot-
Issue 6
Live Verslag
zooi waar op een of andere manier toch een logische lijn in te horen is. Presley is het centrum van al deze psychedelische gitaarmuziek waar alles omheen draait. Hij draait soms wat rond en richt gitaar als Zeus dat met zijn drietand doet en vuurt de ene na de andere fantastische solo in het rond (gelukkig maar, want solo’s lijken steeds meer te verdwijnen de laatste tijd, ook op The Great Escape hebben we ze nauwelijks gehoord). Ja, Presley gaat lekker en laat dat aan Brighton zien. Wat een baas. En over lekkere bandjes gesproken. Inmiddels Brighton dubbelziend van alle pints en festival moeheid, struinen we door de straten van Brighton en worden we ergens een kelder in ger-
The Daily Indie
tokken waar het Haagse Soul Sister Dance Revolution speelt (die band met die verkeerd gekozen bandnaam inderdaad). Inmiddels is elke band natuurlijk hippe DJ-setjes aan het draaien, maar hier wordt nog even een potje upbeat hardrock gespeeld in de kelder van Sticky Mike’s Frog Bar (dat eruit ziet zoals het klinkt). Het woord ‘lekkâh’ is hier erg op zijn plek op de late avond. Niet te vergeten het woord ‘claustrofobisch, want de kelder is ruim twee meter hoog, erg vol, krap, snikheet en daarmee behoorlijk beklemmend. Maar ach, #YOLO, toch? De band maakt het helemaal goed door de sterren van de hemel te rocken en laat zien waar Den Haag voor staat. We had fun! Dance Revolution speelt (die band met die verkeerd
gekozen bandnaam, inderdaad). Inmiddels is elke band natuurlijk hippe DJ-setjes aan het draaien, maar hier wordt nog even een potje upbeat hardrock gespeeld in de kelder van Sticky Mike’s Frog Bar (dat eruit ziet zoals het klinkt). Het woord ‘lekkâh’ is hier erg op zijn plek op de late avond. Niet te vergeten het woord ‘claustrofobisch, want de kelder is ruim twee meter hoog, erg vol, krap, snikheet en daarmee behoorlijk beklemmend. Maar ach, #YOLO, toch? De band maakt het helemaal goed door de sterren van de hemel te rocken en laat Brighton zien waar Den Haag voor staat. Prachtige afsluiter voor drie fantastische dagen. De volgende editie is van acht tot en met tien mei in 2014, wij zijn erbij in ieder geval!
Issue 6
interview
tekst Ricardo Jupijn
Het Londense label Heavenly Recordings blijft maar fijne bandjes tekenen, waar Charlie Boyer And The Voyeurs het laatste voorbeeld van is. Toch doen zij het weer heel anders dan hun psychedelische labelmaatjes als Toy en Temples. De band klinkt veel meer rock ‘n roll en heeft de CBGB protopunksound van eind jaren zeventig. Frontman Charlie Boyer vertelt ons, in één of andere gekke Brightonse piano-bar, dat het allemaal vooral erg ‘sexy en glamorous’ moet zijn. Na een tijdje te hebben gekloot met allerlei landnummers, gaat uiteindelijk de telefoon over van Danny, een klein manusje van alles van Heavenly. Hij trekt de lange en ietwat achterover hellende frontman aan zijn jasje mee de kleedkamer uit, op zoek naar een rustig plekje waar we over de primitieve, sexy en glamorous rock ’n roll van Charlie Boyer kunnen praten. Iedereen krijgt een pint in de hand gedrukt en ‘we’re good to go’! Zo, waar is Charlie allemaal druk mee? “Ik ben gisteren bezig geweest met het mixen van een cover die we laatst hebben gedaan, Sister Ray van The Velvet Underground. We hebben er een elf minuten durende versie van gemaakt die we live hebben opgenomen. Het nummer wordt exclusief op vinyl uitgebracht. Gisteren hebben we hem zo luisterbaar mogelijk gemixt en vandaag wordt ‘ie gemasterd.” Who is Charlie Boyer? Wij kunnen er van alles over schrijven, maar hoe omschrijft de frontman zijn muziek eigenlijk? “We maken simpele en pri-
The Daily Indie
mitieve rock ’n roll. Het is erg Engels en een beetje excentriek en redelijk glamorous.” Waar komt die glamour dan vandaan? “Het komt niet specifiek ergens vandaan, het komt denk ik voort uit het feit dat er tegenwoordig nog maar weinig glamour is bij de bands. We worden vaak vergeleken met bands uit de jaren zeventig, waar we zelf ook veel naar luisteren. Veel bands creëerden echt hun eigen wereld met een hoop vuige, maar ook realistische aspecten en daar hou ik erg van.” Naar wat voor muziek luisteren Charlie en de Voyeurs zoal als ze op tour zijn? “Van alles en nog wat natuurlijk, maar voor mij is de grote top drie wel: Lou Reed, Syd Barrett en Marc Bolan. Definitely.” Hoe is de songwriter uiteindelijk in deze stroming terecht gekomen? “Toen ik een tiener was, werd ik heel erg aangetrokken tot vrouwen, drugs en rock ’n roll, zoals zoveel tienerjongens. Ik wilde destijds heel graag een platenspeler en mijn vader kocht ik er eentje en gaf mij wat platen van
Issue 6
Charlie Boyer And The Voyeurs
Charlie Boyer And The Voyeurs
hem om mijn collectie te starten, waar vooral ‘Piper At The Gates Of Dawn’ van Pink Floyd een startpunt was voor mij. Vanuit daar ging ik naar The Ramones en New York Dolls en kwam ik in de muziek die ik graag wilde maken: primitieve en sexy muziek.” ‘Clarietta’ Het debuutalbum is inmiddels uit. Wat vindt Boyer van het eindresultaat? “Het is echt een plaat geworden van een band die, tijdens het opnemen, pas zo’n negen maanden bij elkaar is. Dat kan je horen en dat vind ik ook tof eraan. Het is erg ongepolijst en echt een tijdsdocument van een jonge, frisse band. We hebben bijna alles live opgenomen, zonder veel overdubs of allerlei andere losse instrumenten. Het is echt het geluid van onze band en meer niet.” De debuutplaat klinkt
The Daily Indie
inderdaad als eentje die spontaan gemaakt en opgenomen is, hoe ging dat proces? “We zijn gelijk gaan schrijven van juli tot en met september en hebben in drie weken in januari alles opgenomen. Dat is een niet-muzikale overeenkomst met andere bands op het label denk ik: we houden er echt van om hard te werken en zaken snel op de rit te zetten, dat houdt het spontaan.” Wordt er dan ook al gewerkt aan een tweede? “Yeah!”
gaan. Ook wist hij het tempo van de nummers en het album goed in de hand te houden en dat is belangrijk voor een jonge band. It’s all about dynamics! ”
Nog even terug naar de eerste. Voor de plaat ‘Clarietta’ schakelde Boyer de hulp van Edwyn Collins in als producer. Wat deed hij met de muziek? “Collins heeft vooral invloed op de sound gehad, daar is ‘ie echt fantastisch goed mee. Ik wilde graag een crunchy, maar wel solide geluidsmuur en daar zijn we mee aan de slag ge-
Issue 6
interview
tekst Joris Postulart
Het Canadese duo COUSINS is één van de grote verassingen van The Great Escape. Het eigenzinnige geluid, leunende op rock ‘n’ roll en blues met een moderne indie-inslag, in combinatie met de energieke show die ze weten neer te zetten, zorgt voor een dampende zaal vol blij verraste gezichten. Reden genoeg om de bezwete Aaron Mangle en Leigh Dotey direct na de show, nota bene midden op de dag, aan een interview te onderwerpen. Wat blijkt: achter dit duo gaan twee vriendelijke en hardwerkende Canadezen schuil. “Dit is de eerste keer dat we naar Europa komen”, vertelt drumster Leigh Dotey. “We hebben veel in Canada en de Verenigde Staten gespeeld, wat erg tof was. We toeren redelijk succesvol omdat we overal het beste van willen maken. Eigenlijk boeken we alles zelf, en we werken veel met andere bands samen. De laatste twee jaar toeren we bijna fulltime.” Zanger/gitarist Aaron Mangle vult aan: “Nu gaan we ook
The Daily Indie
veel festivals doen, een mooie uitdaging. We zijn gewend om in kleine clubs en kelderbarren te staan. Dat is wel spannend dus. Op festivals zijn meer mensen en het publiek heeft een andere houding. We speelden eerder op SXSW (Austin, TX), CMJ (New York, NY) en Pop Montreal (Canada). We gaan naar dat soort festivals, waar belangrijke mensen uit de muziekindustrie rondlopen, niet met het idee van ‘dit zou wel eens onze doorbraak kunnen worden’. Natuurlijk hopen we wel de juiste mensen tegen te komen, maar vooral proberen we gewoon een goede show neer te zetten. Er spelen honderden bands, het is moeilijk om op te vallen.” Bijna fulltime toeren, dat klinkt alsof ze er al van kunnen leven. Mangle: “Haha, nee het toeren levert weinig geld op. Maar we zijn hier!” Dotey vult trots aan: “We hebben er al wel een paar keer onze huur van kunnen betalen, haha!” “Inmiddels hebben we veel ervaring,” gaat Mangle verder, “dus we helpen veel bands ook op weg, we
nemen ze mee op tour en delen onze ervaringen en contacten. We moeten een beetje voor elkaar zorgen. Dan kunnen er dingen gebeuren die je van tevoren niet kunt zien aankomen. Als je me vijf jaar geleden zou hebben verteld dat COUSINS naar Europa gaan om te toeren had ik je uitgelachen. En nu zitten we hier.” Dat komt niet alleen maar door het werkethos van het duo. Canada heeft namelijk ook een prima muziekexport-regeling, wat inhoudt dat er veel fondsen beschikbaar zijn om te toeren in het buitenland of een plaat op te nemen. Ook op het The Great Escape-festival is er een door Canada gesponsord podium met enkel Canadese bands. Daar zien wij COUSINS ook. “We zijn niet professioneel, but just trying really hard. De support vanuit onze regering is super, we komen overal ter wereld Canadese bands tegen. We kijken niet te ver vooruit, maar willen alles halen uit wat we doen. Ook uit onze zelf geboekte Europese tour de komende twee weken.”
Issue 6
Join Our Team!
Wij zijn op zoek naar: • schrijvers • fotografen • columnisten • personal assistant
Interesse? Mailen: thedailyindie@gmail.com
COLUMN
tekst Joris Postulart
Joris Postulart heeft als muzikant heel Europa gezien, werkt als organisatorische duizendpoot in de muziekindustrie en kan zijn schrijversdrang botvieren op o.a. 3voor12 en The Daily Indie. Kritisch waar nodig, lyrisch waar verdiend.
Boekenclubs. Je kent ze wel; van die groepjes biologisch-dynamische Libelle-huismoeders die onder het genot van een kop warme kruidenthee en een zelfgemaakte wortelquiche de nieuwste roman van Tommy Wieringa bespreken. Persoonlijk heb ik mij altijd voorgenomen om mij, ondanks mijn diepgewortelde liefde voor literatuur, ver af te houden van dit soort clubjes. Toch begin ik steeds meer begrip voor te krijgen voor het stukje verering van de kunst, het stilstaan bij een modern meesterwerk. Ik heb namelijk sinds kort zelf zo’n clubje. Maar dan veel cooler. Hoewel anno 2013 niet iedereen het met mij eens zal zijn, is opgenomen muziek meer dan enkel de muziek. Ik wil iets vast kunnen houden. En dan bedoel ik geen cd; mijn volledige collectie is gedigitaliseerd en de deur uit. Ik heb het natuurlijk over vinyl. De plaat. De LP. De singletjes. De collector’s items. Elk goed album moet ik tegenwoordig op vinyl hebben, alleen dan is het pakket ‘compleet’. Gelukkig ben ik niet de enige met deze obsessie, welke tot de jaren tachtig een noodzaak was (hoe kwam je anders aan je muziek?). Een aantal vrienden
The Daily Indie
van mij deelt deze neurotische tik: het kopen van elk plaat die de moeite waard is. Het liefst in een gelimiteerde oplage, op splattered vinyl of picture disc. En op een avond in de kroeg was daar opeens het idee: onze eigen vinylclub. Met vier vrienden zitten we nu één keer in de twee maanden bij één van ons thuis. Koud bier, een asbak op tafel en een avondje albums uit elkaar trekken. Met een scherp oor horen we elke kraak, elke hi-hat, elke tweede stem. En we waarderen het, bediscussiëren waarom het zo mooi is of straffen het genadeloos af. De hele avond staan er alleen maar platen op en likken we onze vingers af bij de hoezen, klanken en cijfers (‘plaat nummer 13 van een persing van 150, hell yeah!’). Het hoogtepunt moet dan nog komen. Onze vinylclub is ontstaan uit het idee van muziek delen. Niet online, niet op mixtapes, maar door elkaar platen te geven. Het idee: mijn favoriete plaat van de afgelopen twee maanden (in dit geval: Unknwon Mortal Orchestra - II) koop ik voor één van mijn vrienden. Als ie die al heeft ga ik op zoek naar een andere prachtplaat, en allen die zoektocht is al zo’n clubje meer
dan waard. Zo krijgt ieder een plaat, een aanrader van de ander. Want dat zijn meestal toch de vetste bands: de bands die je door je vrienden worden aangeraden. Zo bouw je niet alleen een collectie op van prachtplaten, maar krijgt je verzameling ook regelmatig nieuwe input van vrienden. En waarom zo’n collectie platen belangrijk is? Omdat dit de soundtracks zijn van onze levens. Over tien, twintig, dertig jaar zijn dit misschien wel de meeste tastbare herinneringen aan deze tijd. En omdat LP’s tijdloos en crisis-bestendig zijn. Het mooiste podium voor opgenomen muziek, één van de hoogst aangeslagen kunstvormen. En dan opeens beseffen we dat we steeds meer lijken op onze moeders uit het boekenclubje, met hun thee en quiche. Oude vriendschappen krijgen nieuwe energie, we nemen muziek nog serieuzer en gunnen liedjesschrijvers de intensieve luisterbeurt die hun werk verdient. Een lichtpuntje in tijden van crisis. Een stukje troost in moeilijke dagen, een mentale steun in donkere nachten. Lijm voor vriendschap. En daar is muziek toch uiteindelijk voor bedoeld.
Issue 6
samengesteld door Ricardo Jupijn & Liske Steenbergen
concertagenda
Allah-Las Vrijdag 06 september 2013 Doornroosje, Nijmegen
concertagenda
Issue #06
Jackson Scott + WOODS
Merchandise
De ster van Jackson Scott is rijzende: hoewel zijn album pas 23 juli uitkomt wordt hij in de blogosphere al langer bejubeld. Scott maakt dromerige lo-fi psychpop, of apocalyptische pop zoals hij het zelf noemt. Deze twintiger is zeker iemand om in de gaten te houden! Deze avond komt inclusief een awesome DJ-set van The Daily Indie!
Subbacultcha! is zoals altijd lekker actief met het programmeren van fijne bandavondjes, met ditmaal de Amerikaanse band Merchandise. Deze band doet denken aan een hardere variant van The Smiths met hun mix van jaren ‘80 new wave, strakkere rocknummers, punk, noise en een vleugje industrial. Erg lekker. Al zeggen we het zelf.
Zondag
11 augustus
MC Theater, Amsterdam
Woensdag 14 augustus
Melkweg, Amsterdam
Thee Oh Sees
Maandag 22 juli Bitterzoet, Amsterdam Wij krijgen géén genoeg van psychedelische garagerock en zijn dan ook erg blij dat Thee Oh Sees deze keer naar Bitterzoet komt. Op Le Guess Who? Mayday maakte ze al bijzonder veel indruk en lieten ze zien een volwaardige clubshow te kunnen geven. Strakke drums, lagen fuzz en een manische zanger. Love it!
Incubate
The Daily Indie @ Noodlanding
De bands waarvan je nog niet wist dat je ze graag wilde zien staan op Incubate. Dit is hét festival van Nederland waar je de meest uiteenlopende bands kunt zien while they were cool. Zeven dagen voor tachtig euro, da’s eigenlijk bijna voor niks. O.a. bevestigd tot nu toe: Cocorosie, Múm, Sean Nicholas Savage, Dead Meadow, Fenster, Still Corners, Night Beats, Sex Jams, White Manna en nog veel meer... Zo f*ckin veel meer.
Wij gaan hoogstpersoonlijk de Kelder van Paradiso opnieuw ombouwen tot een Daily Indie Grot. En we gaan Editie 6 van The Daily Indie eens even goed lanceren tijdens onze Issue Launch op 25 juli. Met daarbij livemuziek, een DJ-set van Earth Mk. II + The Daily Indie DJ’s. Ook zullen er zines te koop zijn en het publiek mag o.a. zelf de avond vastleggen door middel van doorgeef-wegwerpcamera’s. Tot dan!
Festival
16 t/m 22 september Tilburg
Cloud Boat Zaterdag
17 augustus
Donderdag 25 juli & 22 aug Paradiso, Amsterdam
De Nieuwe Anita, Amsterdam
Het Engelse duo dat schuilgaat achter Cloud Boat komt oorspronkelijk uit de metal-scene. Zou je niet zeggen als je naar de elektronische tonen van hun nieuwe band luistert. Te vergelijken met Vondelpark plus de melancholische zang van James Blake. Voorprogramma Beacon zorgt voor sensuele electronica met r&b-invloeden.
The Daily Indie
Issue 6
concertagenda
juli & augustus
White Fence
Slim Twig + U.S. Girls
Welcome To The Village
A Campingflight To Lowlands Paradise
SUUNS
Kim Janssen
Zondag
Festival
Zaterdag
21 juli EKKO, Utrecht
26 t/m 28 juli Groene Ster, Leeuwarden
03 augustus Rotown, Rotterdam
Schollenpop Zaterdag
03 augustus Scheveningen
Donderdag 15 augustus Vrijhaven, Den Haag
Festival
Zondag
16 t/m 18 aug. Biddinghuizen
18 augustus Mezz, Breda
Cerebral Ballzy Maandag
19 augustus Melkweg, Amsterdam
Into The Great Wide Open Weekend
6 t/m 8 augustus Vlieland
Even helemaal wegdromen kan op Vlieland tijdens het immens populaire festival Into The Great Wide Open. Binnen tien minuten was het dit jaar weer strak uitverkocht. Toch zijn er altijd nog wel wat kaartjes via via te regelen op het laatste moment. En dan kan je acts zien als Bombino, Cayucas, Beach Fossils, Blaudzun, Eefje de Visser, Efterklang, Jacco Gardner, Parquet Courts en traumahelikopter.
Generationals
David Byrne & St. Vincent
Noorderzon
Ducktails
Calexico
Torre Florim & Roos Rebergen
Zaterdag
Festival
03 augustus Merleyn, Nijmegen
15 t/m Meerdere locaties, Groningen 25 augustus
Donderdag 15 augustus
Mikal Cronin
Dinsdag 13 augustus Woensdag 14 augustus
Openluchttheater Caprera, Bloemendaal aan Zee
Zondag
Dinsdag
Zaterdag
25 augustus Tivoli, Utrecht
27 augustus Paradiso, Amsterdam
31 augustus EKKO, Utrecht
Doornroosje, Nijmegen Vera, Groningen
Mikal Cronin groeide op in Laguna Beach, dat hij dus zijn hele leven al in surf-punkrock bands speelt is niet heel verwonderlijk. Momenteel is hij solo bezig waarbij hij diverse stijlen op ĂŠĂŠn hoop gooit: een beetje surf, garage, psychedelica, punk en gitaarpop. Een hele fijne ontdekkingstocht die je zeker niet mag missen. Maar goed, gezien de cover had je ook niet anders verwacht natuurlijk.
The Daily Indie
Issue 6
Concertagenda interview
Jackson Scott
tekst Ricardo Jupijn
Op een rustige avond begin juni, tijdens een urenlange zoektocht naar nieuwe muziek, was er weinig dat onze aandacht wist te trekken. Tot Sandy ineens voorbij kwam zetten uit het niets! Qua sound lijkt het erop alsof Scott tijdens een studiosessie van MGMT stiekem in de rookpauze naar binnen is geglipt met zijn bandje en direct het nummer heeft opgenomen. Zelf noemt hij zijn muziek ‘apocalyptische pop’, en daar zouden we op zich wel goed in kunnen komen. Op 23 juli verschijnt er een album genaamd ‘Melbourne’ en 11 augustus speelt hij in het MC Theater te Amsterdam. Wij stelden de muzikant de ‘Vijf W-Vragen’
Wie is Jackson Scott? En wat doe je graag naast het maken van muziek? “Ik ben een gemiddelde Amerikaanse jongen die erg veel bezig is met muziek en kunst. Daarnaast hang ik graag in de bossen en lees ik boeken enzo.” Waar kom je vandaan? Geografisch en muzikaal gezien. “Ik ben opgegroeid in Pennsylvania, waar ik als kind veel bloot werd gesteld aan de klassieke bands uit de jaren ’60, mijn ouders waren heel erg into de Stones en Jimi bijvoorbeeld. Als tiener hield ik van een hoop verschillende muziek, maar ik trok vooral richting rock en psychedelische muziek van allerlei decennia. Van Velvet Underground, Nirvana, Beatles, Pixies, etc.” Wat kunnen we verwachten van je show in Amsterdam op 11 augustus? “Mijn vrienden en ik proberen altijd zo ‘psychoactief’ mogelijk te zijn als we het podium op gaan, dus ik verwacht dat je wat ‘out of body experiences’ kunt verwachten. Zeker omdat Amsterdam daar zo’n legendarische plaats voor is.” Waarom begon je muziek te maken? “Ik ben ermee begonnen omdat ik dacht het prachtig was. Het kan ook erg lelijk en misleidend zijn. Daarom is het mijn wens om deze twee aspecten in één element te gieten zodat een aantal mensen zich er hopelijk in kunnen vinden.”
The Daily Indie
LIVE: Jackson Scott + WOODS 11 augustus, MC Theater
Wanneer heb je je debuutalbum ‘Melbourne’ opgenomen? Kun je er iets over vertellen? “Ik heb de plaat opgenomen tussen september 2012 en januari 2013. Het is een collectie van verschillende nummers die ik geschreven heb, maar het is wel de bedoeling dat het als één samenhangend geheel te beluisteren is. Ik was in een rare, hyperactieve en angstige staat toen ik op aan het nemen was. Maar goed, waarschijnlijk ben ik momenteel nog steeds wel in die gemoedstoestand.” Nog iets anders dat je wilt delen? “Als je het moet vragen zal je het nooit weten.”
Issue 6
concertagenda
september
Efterklang
White Hills + Dead Ghosts
Allah-Las
The Maureens
Ringo Deathstarr
Sean Nicholas Savage
Cayucas
The Resonars + Maston + MMOSS
Donderdag 05 september Doornroosje, Nijmegen
Vrijdag
Zaterdag
Zaterdag
06 september Doornroosje, Nijmegen
07 september Paradiso, Amsterdam
07 september Rotown, Rotterdam
Woensdag 11 september Vera, Groningen
Zaterdag
Dinsdag
14 september EKKO, Utrecht
17 september WORM, Rotterdam
Woensdag 18 september Vera, Groningen
Cosmonauts Zondag
25 augustus dB’s, Utrecht
Voor nog geen acht euro zie je deze dag maar liefst vier bands in dB’s te Utrecht. Met onder meer El Zombie, The Afterpartees, Joe Madman & His Sidewalkers en de heerlijke garageband Cosmonauts. Ze schuwen niet voor een lekkere fuzz of distortion en samen met dubbele gitaren zorgt dit voor een bak lekker vuil lawaai. Met ook nog eens een goede live-reputatie zit er op 25 augustus maar één ding op en dat is naar dB’s gaan!
JOUW ADVERTENTIE HIER. Adverteren in The Daily Indie? Ontdek de mogelijkheden van interactief adverteren via alex@thedailyindie.nl
APRIL tipt...
Magneet Festival 2013 23 aug t/m 15 sep 2013 Stadsdeel Amsterdam Oost
UITGELICHT
interview Ricardo Jupijn
Das Magazin is met afstand één van de leukste tijdschriften van Nederland. In een relatief korte tijd wist het literaire tijdschrift (dat in 2011 opgericht werd door Daniël van der Meer en Toine Donk, d.m.v. crowdfunding) al een oplage van 2.500 exemplaren te bereiken. In een toch moeilijke categorie werd het blad daarmee al snel het grootste literaire tijdschrift van Nederland en bracht het onlangs haar zesde editie uit. Das Magazin is speels, fris, scherp, origineel, zit boordevol goede inhoud, is toegankelijk en heeft daarnaast ook nog een schitterende vormgeving. Het magazine biedt een podium aan verrassende nationale- en internationale auteurs, zowel bekend als minder bekend en verovert, als een soort boekenclub voor hipsters, de harten van een leesgrage en in literatuur geïnteresseerde doelgroep. The Daily Indie is nieuwsgierig en vroeg Daniël van der Meer naar de ‘Vijf W’s’ van Das Magazin.
Uitgelicht
Das Magazin
WANNEER is Das Magazin begonnen en wat is in ‘t kort jullie verleden, heden en toekomst? “Nadat de roes van de Boekenbalnacht was opgetrokken, werd Das Magazin in gang gezet. Alleen hadden we, uiteraard, geen geld. Het nulnummer werd gecrowdfund. Binnen twaalf dagen werd er 5000 euro opgehaald en is september 2011 verscheen ons nulnummer. Twee jaar later hebben we een oplage van 3500 exemplaren, waarvan ruim duizend abonnees. Daarnaast organiseert Das Magazin de literaire talkshow Literaturfest en evenementen als het Das Magazin Festival (dat afgelopen mei voor het eerst plaatsvond met dertig leesclubs op één avond, op dertig locaties in Amsterdam). De toekomst bestaat uit het maken van een steeds beter blad, nieuwe evenementen en buitenlandse avonturen.”
WIE zijn de mensen achter Das Magazin en wat moeten we over ze weten? “Das Magazin is opgericht in 2011 door Toine Donk en Daniël van der Meer. Toine (1981) werkte op dat moment in het Nieuwscentrum van Boekhandel Athenaeum op het Spui in Amsterdam en zag dagelijks alle bladen ter wereld voorbijkomen. Daniël (1986) was interviewer voor De Groene Amsterdammer en programmamaker voor de Rode Hoed. In 2011 kwamen Toine en Daniël elkaar tegen op het Boekenbal en op een tijdstip waarop doorgaans alleen snel-vergeten plannen ontstaan, kwamen zij tot de conclusie dat Nederland een nieuw literair tijdschrift nodig had. Het literaire broederschap was een feit.”
The Daily Indie
WAAR komt de liefde voor literatuur vandaan? “Het uitleggen van je liefde voor iets of iemand, is tot mislukking gedoemd – net als je ook niet kunt uitleggen waarom je links- of rechtshandig bent. Het is zo, maar het had ook anders kunnen zijn. Sterker nog, mijn Sinterklaaslijstjes van een jaar of twintig geleden begonnen met ‘liefst geen boeken’. Toine en ik zijn allebei politicoloog, we hebben er geen literatuurstudie opzitten, maar de liefde voor literatuur is langzaam, natuurlijk en zonder wetenschappelijke onderbouwing ontstaan. Dat is volgens mij wel een goede basis.”
Issue 6
Uitgelicht
Das Magazin
WAAROM denk je dat een literair tijdschrift als Das Magazin zo populair is en ook zeer snel gegroeid is? “De literaire wereld heeft lang stilgestaan. Wij zijn relatieve nieuwkomers en doen veel zaken op gevoel of met de muziek- of filmwereld in het achterhoofd, werelden waar zich allerlei vernieuwingen hebben afgespeeld die aan de boekenwereld voorbij zijn gegaan. Daar was absoluut behoefte aan, al is het feit dat we dingen ‘anders’ doen niet de reden dat mensen een blad lezen. Dat doen ze toch gewoon omdat het goede en verrassende stukken zijn, de vormgeving verzorgd is en er nieuwe auteurs instaan, ook vanuit hoeken die niet direct met literaire tijdschriften worden geassocieerd, zoals muzikanten (Sticks, Faberyayo, Gert Vlok Nel), cabaretiers (Jan Jaap van der Wal) of acteur (James Franco).”
WAT is de reden dat jullie Das Magazin zijn begonnen? Wat is jullie grootste drijfveer? “Das Magazin is een baken in de tijdschriftenbak, een lust voor het oog met een verzorgde en gedurfde vormgeving die de inhoud ondersteunt en uitdaagt. Bovendien moet Das Magazin een warme thuishaven zijn voor jonge auteurs en aan lezers de mogelijkheid bieden die nieuwe auteurs voor het eerst te ontmoeten. Die ontmoeting staat niet alleen centraal in het tijdschrift, maar vormt ook de basis voor verschillende live-activiteiten van Das Magazin. Zoals de leesclubs, waarbij 25 lezers met elkaar en de auteur in discussie over een nog niet verschenen boek. Geen opgelegde complexiteit dus, en geen literair-wetenschappelijke verantwoording, maar een goede balans tussen wat men wil lezen en wat gelezen moet worden. We wilden een mooi blad maken. Zo simpel was en is de drijfveer. Daar zijn nu nevenactiviteiten bijgekomen, het blad is het centrum van alle activiteiten, de inktvis met tentakels die zich langzaamaan uitspreiden over de rest van Nederland. En als het goed blijft gaan, hebben we, net als André Ooijer, van onze hobby ons werk kunnen maken. Wat wil je nog meer?
The Daily Indie
Issue 6
THE DAILY LITERATURE
Omdat we bij The Daily Indie niet alleen in muziek ge誰nteresseerd zijn, vullen we dit graag aan met andere discipline: literatuur. Te beginnen met F. Scott Fitzgerald door Tim Maarten Verheijen
F. SCOTT FITZGERALD
The daily Literature
tekst Tim Maarten Verheijen
Het boek is altijd beter dan de film. Wie kan de films immers beter regisseren dan de lezer zelf? Zeker wanneer Baz Luhrmann (verantwoordelijk voor o.a. Romeo + Juliet en Moulin Rouge) besluit F. Scott Fitzgeralds klassieker The Great Gatsby te verfilmen, kunnen enkele scheve ogen worden verwacht.
Persoonlijke meningen daargelaten weerklinkt de naam F. Scott Fitzgerald weer als vanouds en zijn vriend en vijand zijn het over één ding eens: ‘The Great Gatsby’ is een literair meesterwerk. Fitzgeralds overige oeuvre schijnt echter te lijden hebben gehad onder het succes van het meesterwerk en dat is eigenlijk zonde. Minder bekend zijn bijvoorbeeld de 178 korte verhalen die hij schreef in de jaren ’20 en ‘30 van de vorige eeuw, voor kranten en populaire tijdschriften (waaronder bijvoorbeeld ‘The Curious Case of Benjamin Button’, in 2008 verfilmd door David Fincher). Hoewel de verhalen voornamelijk een bron van inkomsten waren voor de extravagante Fitzgerald, zitten er namelijk tussen de in kwaliteit variërende verhalen heuse pareltjes verscholen. Zo ook ‘Babylon Revisited’, geschreven op een cruciaal moment in het leven van de beroemde schrijver. Amerika in de jaren ’20 van de vorige eeuw genoot enorme economische
The Daily Indie
welvaart en ook Fitzgerald plukte daar de vruchten van. Wonend in Parijs waren hij en zijn vrouw Zelda berucht om hun roekeloosheid en losbandigheid maar met het instorten van de Amerikaanse economie in 1929 stortte ook het leven van Fitzgerald in elkaar. Hij had financiële problemen, een ernstig drankprobleem, verloor geleidelijk zijn vrouw aan een mentale ziekte en stond op het punt de voogdij over zijn dochter kwijt te raken aan zijn schoonzus. Babylon Revisited is de belichaming van Fitzgerald eind 1930 en hoewel het verhaal beschouwd moet worden als fictie, is de fictieve sluier wel erg dun en soms zelfs volledig afwezig: hoofdpersoon Charlie Wales heeft zijn vrouw verloren, worstelt met drank en depressie, en bezoekt zijn dochtertje bij zijn schoonzus in Parijs – voorheen de hoofdstad van de décadance, nu toonbeeld van vergane glorie – in de hoop haar mee naar huis te kunnen nemen. Babylon Revisited leest daarom eerder als een biecht of moment van zelfbespiegeling
dan als vermakelijke fictie. Van Fitzgeralds 178 korte verhalen zijn er ontelbare bundels verschenen waarin de samenstellers het kaf van het koren scheidden en ook Ernest van der Kwast, kapitaliserend op Fitzgeralds hernieuwde populariteit, heeft hier afgelopen februari aan bijgedragen met De rijke jongen, samengesteld uit afwisselend nieuwe en oudere vertalingen van o.a. het tevens verfilmde ‘The Last of the Belles’ en ‘Babylon Revisited’. Aanrader is echter ‘The Diamond as Big as the Ritz and Other Stories’ (inclusief ‘Babylon Revisited’), voor nog geen 5 euro te koop bij de boekhandel, over de uit ‘The Great Gatsby’ bekende decadentie en de daaropvolgende onvergeeflijke kater. De hernieuwde interesse in Fitzgerald en ‘The Great Gatsby’ kan ik enkel toejuichen, maar weet ook dat er in de schaduw van de kolos een indrukwekkend oeuvre staat te wachten.
Issue 6
Fotoserie Remco Brinkhuis
Na twee heel succesvolle albums werkt HEALTH op dit moment aan hun derde release die later dit jaar uit moet komen. Ter voorbeding hiervan geeft de band een aantal optredens in Europa, waaronder in Trouw Amsterdam. HEALTH blijkt backstage een opvallend professionele band te zijn. Geen rock ‘n roll toestanden: er wordt wat uitgerust, gewerkt aan het tourschema en een aantal technische problemen worden opgelost. Een half uur voor het optreden neemt de concentratie toe en worden de spieren opgewarmd voor een energiek optreden. Na het optreden wordt er een biertje gedronken en al snel beginnen de sympathieke bandleden aan het afbouwen. Daarna is het tijd om naar het hotel te gaan. Morgenvroeg 6 uur vertrekt de vlucht weer, richting Ierland. HEALTH: een gedreven en professionele band.
The Daily Indie
Issue 6